WorldWideScience

Sample records for biomassa voor elektriciteit

  1. Biomassa voor energie uit de Nederlandse natuur : een inventarisatie van hoeveelheden, potenties en knelpunten

    NARCIS (Netherlands)

    Spijker, J.H.; Elbersen, H.W.; Jong, de J.J.; Berg, van den C.A.; Niemeijer, C.M.

    2007-01-01

    In dit onderzoek is de potentiële hoeveelheid biomassa uit de natuur berekend op basis van de voor 2020 geplande arealen natuur per begroeiingstype. Voor de verschillende soorten biomassa is aangegeven welke huidige toepassingen er voor zijn en welk deel op basis daarvan met name in aanmerking komt

  2. Energy Price Comparisons. Study on the quality of comparison sites for electricity and natural gas on the Internet; Energieprijsvergelijkers. Onderzoek naar de kwaliteit van vergelijkingssites voor elektriciteit en gas op het internet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Boezaard, P.M.; Van Liere, M.M.; Van Steenpaal, D.F.J.M.

    2007-06-15

    Internet sites with comparisons of prices for electricity and natural gas appear to be important tools for consumers. On a regular basis the Dutch Office of Energy Regulation (DTe) carries out a study on the quality of such price comparison sites. In this report the results of the June 2007 study are summarized. [Dutch] Voor een goedwerkende markt is een goed geinformeerde consument van belang. Uit de Consumentenmonitor, kwalitatief onderzoek dat de NMa in 2006 heeft laten uitvoeren, is gebleken dat de consument bij een overstap vaak gebruik maakt van prijsvergelijkingssites. Het belang van dergelijke sites neemt alleen maar toe. Door een grotere differentiatie aan producten en meer variatie in prijsstelling wordt een goede vergelijking van energieleveranciers voor de gemiddelde consument steeds lastiger. Ook voor de prijsvergelijkingssites neemt de complexiteit toe. De Directie Toezicht Energie (DTe) van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) onderzoekt sinds 2004 jaarlijks de kwaliteit van (prijs)vergelijkingssites voor elektriciteit en gas. Gezien de groeiende complexiteit van de prijsvergelijkingen is het van belang dat de NMa dit onderzoek ook in 2007 uitvoert. In dit rapport worden de resultaten van dit jaar gepresenteerd. Daarnaast heeft de NMa voor het eerst een handleiding met tips voor de consument als bijlage bij dit rapport opgenomen.

  3. Certification of sustainability of import of green basic materials. On the necessity and possibilities; Certificering van duurzaamheid van import van groene grondstoffen. Over noodzaak en mogelijkheden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bergsma, G.C. [CE, Delft (Netherlands); Hamelynck, B.G. [Eostra, Sibrandabuorren (Netherlands)

    2005-03-15

    It is expected that in the Netherlands in the near future large quantities of biomass are required to produce electricity, automotive fuels and for the chemical industry. Import of biomass will be inevitable. A working group on this subject studied the criteria for the import of different types of biomass. [Dutch] Voor de toekomst wordt een grootschalige inzet van biomassa voorzien als bron voor elektriciteit, voertuigbrandstoffen en de chemie. De visie die is geformuleerd in de transitie biomassa spreekt zelfs over 30% biomassa in de nationale energie-voorziening in 2040. Import is daarbij onvermijdelijk. Maar hoe kan dit op een duurzame wijze? Inzet van biomassa als duurzame bron, terwijl in het land van herkomst de voedselproductie in het gedrang komt of de biodiversiteit wordt aangetast, is uiteraard niet wenselijk. De vraag is dan ook aan welke criteria de import van verschillende typen biomassa moet voldoen. Hierover is het afgelopen jaar in een werkgroep binnen de energietransitie nagedacht. Dat heeft een algemene lijst opgeleverd met relevante thema's.

  4. Monitor large-scale consumers market natural gas and electricity 2010; Monitor groothandelsmarkten gas en elektriciteit 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-02-15

    The Office of Energy Regulation ('Energiekamer') carries out its legal task by means of a monitor, a practical tool to assess and analyze the wholesale market for electricity. Monitoring of the wholesale electricity market concerns continuous, accurate and structured following of developments in the market. The aim is to identify in time signals from the market that could lead to a decrease of competition and transparency. The starting point of the monitor for the wholesale electricity market is the selection of indicators which give insight in real competition, liquidity and transparency. [Dutch] De Energiekamer schrijft jaarlijks haar bevindingen over de mate van marktwerking in de groothandelsmarkten gas en elektriciteit in een rapport aan de Minister van Economische Zaken. Dit rapport is de monitor. Sinds 2007 zijn de bevindingen over de groothandelsmarkten voor gas en elektriciteit samengevoegd in een publicatie. Concreet verzamelt de Energiekamer marktinformatie zoals prijzen en hoeveelheden. Daarnaast bestudeert de Energiekamer of deze uitkomsten overeenkomen met wat beoogd was in de vrije energiemarkt. De Energiekamer onderzoekt of de voorwaarden (zoals bijvoorbeeld toetredingsbarrieres en transparantie) optimaal zijn voor doeltreffende concurrentie en geeft voorstellen van maatregelen om de marktwerking te verbeteren.

  5. Per maand of per kWh?: beoordeling van de effecten van een ander tariefsysteem voor kleinverbruikers electriciteit

    NARCIS (Netherlands)

    Aalbers, R.F.A.; de Nooij, M.

    2006-01-01

    Dit rapport bepaalt de effecten van de invoering van een capaciteitstarief voor de kosten van het transport van elektriciteit voor kleinverbruikers. Centraal kenmerk van een capaciteitstarief is dat kleinverbruikers niet langer per afgenomen kWh, maar een vast bedrag per aansluiting betalen. In het

  6. Green chemical feedstocks. Potential in the EU and sustainability aspects. Support for the Biofeedstocks Sub-commission of the Corbey Commission; Groene chemische grondstoffen, potentieel in de EU en duurzaamheidsaspecten. Ondersteuning van de Subcommissie Biochemie van de Commissie Corbey

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.; Bergsma, G.

    2012-09-15

    Besides applications for power generation and as a transport fuel, biomass can also be used as a chemical feedstock. If the chemical industry in Europe were to switch to 25% biofeedstocks, the sector's demand for biomass would approximate or even slightly exceed that of the transport sector. There are a number of options for biomass use in the chemical industry, with varying requirements for specific types of biomass. To a large extent, the raw biomass used by the chemical industry would be roughly equivalent to that currently used for transport biofuels, although certain routes would involve different bio resources. Compared with applications for transport fuels, use of biomass as a chemical feedstock often has greater environmental benefits, at lower cost. It would be very useful to establish sustainability criteria for the use of biomass by the chemical industry, too. Based partly on this study by CE Delft, the Commission for Sustainability Aspects of Biomass (the Corbey Commission) has drawn up an advisory document recommending introduction of sustainability criteria for use of biomass by the chemical industry [Dutch] Biomassa kan gebruikt wordt als bron voor elektriciteit en transportbrandstof maar ook als grondstof voor de chemie. Als de chemie in Europa voor 25% over zou schakelen op biomassa als grondstof dan zou de vraag vanuit deze sector naar vergelijkbaar of nog iets groter worden dan de vraag naar biomassa van de transportsector. Er zijn verschillende manieren om biomassa in te zetten in de chemie. Deze keuzes leiden tot een verschillende vraag naar soorten biomassa. Een groot deel van de grondstoffen voor biochemie komt overeen met grondstoffen voor de biotransportsector. Sommige routes vragen om andere grondstoffen. Vergeleken met biomassa in transport geeft inzet van biomassa in chemie vaak een hoger milieuvoordeel tegen lagere kosten. Het zou heel nuttig zijn om ook voor biomassa die gebruikt wordt door de chemie duurzaamheidscriteria op te

  7. Biomassa uit natuur en landschap

    NARCIS (Netherlands)

    Knaap, van der W.G.M.; Spijker, J.H.; Stobbelaar, D.J.

    2013-01-01

    De Nederlandse overheid kent forse ambities om biomassa uit natuur en landschap tot waarde te brengen. Het lectoraat richt haar onderzoek op een kosteneffectieve bestemming voor deze ‘groene biomassa’ waarbij vraagstukken omtrent oogst en logistiek worden bestudeerd. Samen met landschapsbeheerders,

  8. Local energy. Decentralized sustainable electricity. Business case and societal cost benefit analysis; Lokaal energiek. Decentrale duurzame elektriciteit. Business case en maatschappelijke kosten-batenanalyse

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-01-15

    The Dutch government plans to facilitate production of electricity for own use and remove barriers. A good understanding of the effects of decentralized electricity production on the existing (energy) system is lacking. A study has been carried out on the social value of local sustainable energy production in the Netherlands: at the local level and for the Netherlands as a whole. The research focuses on groups of small-scale domestic consumers and households that produce sustainable electricity from renewable sources for their own use, mainly by means of wind turbines and solar panels. The central question is: what happens when 50% of the households in the Netherlands produce their own electricity, locally and sustainable? [Dutch] De Nederlandse overheid wil elektriciteitsopwekking voor eigen gebruik faciliteren en belemmeringen hiervoor wegnemen. Een goed inzicht in de effecten van decentrale electriciteitsproductie op het bestaande (energie)systeem ontbreekt. Er is onderzoek gedaan naar de maatschappelijke waarde van lokale duurzame energieproductie in Nederland: op lokaal niveau en voor Nederland als geheel. Het onderzoek richt zich op groepen kleinverbruikers/huishoudens die hernieuwbare, duurzame elektriciteit produceren voor eigen gebruik, voornamelijk met windmolens en zonnepanelen. De centrale vraag is: wat gebeurt er als 50% van de huishoudens in Nederland hun eigen elektriciteit decentraal duurzaam opwekt?.

  9. Energetic nature on and around Veluwe. Biomass as a resource for a green economy; Energieke natuur op en rond de Veluwe. Biomassa als grondstof voor een groene economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Soest, J.P. [Advies voor Duurzaamheid, Klarenbeek (Netherlands); Blom, M. [CE, Delft (Netherlands)

    2006-10-15

    The possibility to produce more biomass from the nature reserve Veluwe in the mid-part of the Netherlands in combination with preserving the nature in this area has been elaborated. [Dutch] De mogelijkheid om meer biomassa voor energie op en rond de Veluwe te winnen zodanig dat de natuur er door wordt versterkt wordt is in dit rapport uitgewerkt. Daarmee kan biomassa een welkome bijdrage zijn aan behoud en ontwikkeling van de natuur. De actualiteit, bijvoorbeeld recente rapporten van de Rekenkamer en het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP), wijst uit dat het natuurbeleid niet op schema ligt; nieuwe 'motoren' achter natuurontwikkeling zijn dringend gewenst. Ook uit oogpunt van transitie naar een duurzame energiehuishouding is 'Energieke natuur' van belang. In veel energiescenario's groeit het aandeel van biomassa, maar er zijn grote zorgen dat deze ontwikkeling ten koste gaat van natuur, biodiversiteit en voedselproductie. Het hier beschreven concept laat zien dat biomassa, mits goed georganiseerd, een positieve bijdrage kan leveren.

  10. Waste or biomass? A legal basis; Afval of biomassa? Een juridische onderbouwing

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kremers, G.J.; Van Esch, T.; Cuperus, J.G. [Tauw Juridisch en Financieel advies, Amsterdam (Netherlands)

    2005-01-01

    A manual has been drafted by means of which it must be possible to determine whether materials, to be processed in a bio-energy project, is waste or biomass. The manual is based on national and international legislation and jurisprudence. [Dutch] Een handreiking is opgesteld om duidelijkheid te verkrijgen over de vraag wat afval is en wat biomassa is. Het antwoord op die vraag is uitgewerkt aan de hand van wetgeving en jurisprudentie, zowel nationaal als internationaal. Met enkele voorbeelden voor biomassa wordt praktisch dit toegelicht. Eenduidigheid in het onderscheid afval/niet-afval is van groot belang voor ieder bio-energieproject. Dit onderscheid kan grote consequenties hebben voor de inpassing in de ruimtelijke plannen, maar ook voor de vraag wie het bevoegd gezag is die de milieuvergunning uiteindelijk moet verlenen. In veel gevallen zijn bij bio-energieprojecten met afvalstoffen extra milieumaatregelen nodig die extra kosten met zich meebrengen Daarnaast moet de initiatiefnemer rekening houden met langere en meer gecompliceerde vergunningprocedures.

  11. Aerosol emissiereductie met een condenserende warmtewisselaar in biomassa gestookte verwarmingsinstallaties

    NARCIS (Netherlands)

    Kemenade, van H.P.

    2008-01-01

    Een warmtewisselaarconcept voor biomassa gestookte installaties is ontwikkeld om zoveel mogelijk fijnstof binnen te houden. Op deze wijze is het in kleinere verwarmingsketels mogelijk om de fijnstof norm te halen zonder installatie van additionele filters.

  12. Biomass feeds vegetarian robot; Biomassa voedt vegetarische robot

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Brandt, M. [Office for Science and Technology, Embassy of the Kingdom of the Netherlands, Washington (United States)

    2009-09-15

    This brief article addresses the EATR robot (Energetically Autonomous Tactical Robot) that was developed by Cyclone Power and uses biomass as primary source of energy for propulsion. [Dutch] Een kort artikel over de door Cyclone Power ontwikkelde EATR-robot (Energetically Autonomous Tactical Robot) die voor de voortdrijving biomassa gebruikt als primaire energiebron.

  13. Potentiele praktijkcases biomassa in Flevoland : een verkenning van potentiele biomassaketens in Flevoland

    NARCIS (Netherlands)

    Voort, van der M.P.J.; Leeuwen, van M.A.E.

    2012-01-01

    Het biomassabank project wilde in het kader van dit onderzoek de hoofdlijnen voor het realiseren van benutting van biomassa reststromen in Flevoland verkennen. Op basis van de uitgevoerde inventarisatie zijn hieruit een drietal potentiele biomassastromen geselecteerd. Het niet vastliggen van de

  14. Scarcity on the market for wood wastes; Krapte op de markt voor afvalhout

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Boer, A. (ed.)

    2004-05-01

    An overview is given of the market for wood wastes in the Netherlands and how this affects the targets to use biomass. Several types of biomass must be imported, not only wood wastes, but also e.g. olive stones and cacao shells. [Dutch] Er dreigt in Nederland een krapte te ontstaan op de markt voor afvalhout, want de vraag vanuit de buitenlandse vezelplaatindustrie blijft constant, terwijl er vanuit de energiesector een groeiende vraag is. Om de beleidsdoelstellingen voor biomassa te kunnen halen zal er biomassa geimporteerd moeten worden. Daarbij kan het gaan om resthout of afvalhout, maar ook om andere biomassastromen zoals olijfpitten en cacaodoppen.

  15. Gebruik van elektriciteit: Domotica: Huis van de toekomst: Klas 4 havo

    NARCIS (Netherlands)

    van Buuren, O.; van der Lee, M.

    2008-01-01

    Deze module behandelt elektriciteit en automatisering in huis. We richten ons daarbij ook op het huis van de toekomst. Bij de elektriciteitsleer ligt de nadruk op het gebruik van elektriciteit in huis, bij de automatisering op intelligente systemen in huis. Er komt een vervolg module domotica 2 als

  16. Gebruik van elektriciteit: Domotica: Huis van de toekomst: Klas 4 vwo (docentversie)

    NARCIS (Netherlands)

    van Buuren, O.; van der Lee, M.

    2009-01-01

    Deze module behandelt elektriciteit en automatisering in huis. We richten ons daarbij ook op het huis van de toekomst. Bij de elektriciteitsleer ligt de nadruk op het gebruik van elektriciteit in huis, bij de automatisering op intelligente systemen in huis.

  17. The hydrothermal upgrading process (HTU) for biomass liquefaction; Het hydrothermal upgrading proces (HTU) voor biomassa liquefactie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Naber, J.E. (ed.) [Biofuel, Heemskerk (Netherlands)

    2001-07-01

    afgebroken, met slechts enkele honderden uren operatie in een continue bench-scale installatie. Hoewel de meeste kritieke onderdelen van de HTU technologie wel in principe waren aangetoond, ontbraken toch diverse belangrijke gegevens voor het betrouwbaar ontwerpen van de eerste (semi-) commerciele toepassingen, alsmede een goed inzicht in de fundamentele achtergronden, de product eigenschappen en de mogelijkheden van schaalvergroting. Doel van dit project en het beoogde resultaat is daarom een gevalideerd proces op proefinstallatie schaal, waarmee het mogelijk wordt om met voldoende betrouwbaarheid te kunnen ontwerpen voor de eerste commerciele toepassingen en demonstratie. Naast fundamenteel onderzoek naar conversie mechanismen, procesdynamica en thermodynamica van het meerfasen systeem en de water zuivering speelt hierbij de bouw en operatie in continu dienst van de geintegreerde proefinstallatie een centrale rol. Als Go/No Go elementen zijn geidentificeerd het op druk brengen van de biomassa voeding en de geintegreerde operatie van de proefinstallatie. Met parallel onderzoek op het gebied van bv. reactor engineering en hoge druk pompen zal het HTU proces met voldoende vertrouwen opgeschaald kunnen worden naar installaties met een doorzet van 10.000+ ton biomassa/jaar (op droge basis). De proefinstallatie zal verder voldoende product produceren om gedegen onderzoek naar vele toepassingen mogelijk te maken en eventueel naar verdere veredeling door hydrodeoxygenering voor transport brandstoffen en/of 'premium' ethyleen kraker voeding. Het principe van deze verdere veredeling is eveneens op het Shell Laboratorium in Amsterdam aangetoond.

  18. Shifting renewable energy in transport into the next gear. Developing a methodology for taking into account all electricity, hydrogen and methane from renewable sources in the 10% transport target; Hernieuwbare energie in transport naar een hogere versnelling. Ontwikkeling van een methode dat rekening houdt met alle elektriciteit, waterstof en methaan uit hernieuwbare bronnen in de 10% transportdoelsteling

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kampman, B.; Leguijt, C.; Bennink, D. [CE Delft, Delft (Netherlands); Wentrup, K.; Dreblow, E.; Gruenig, M. [Ecologic Institute, Berlin (Germany); Schmidt, P.; Wurster, R.; Weindorf, W. [Ludwig-Boelkow-Systemtechnik, Muenchen-Ottobrunn (Germany)

    2012-01-15

    vastgesteld dat 10% van alle in de transportsector gebruikte energie in 2020 uit hernieuwbare bronnen moet komen. De richtlijn schrijft ook voor welke berekeningsmethoden in deze context gebruikt dienen te worden voor de biobrandstoffen en hernieuwbare elektriciteit die door voertuigen worden gebruikt. Bij biobrandstoffen worden alleen die brandstoffen in de berekening meegenomen die feitelijk in de transportsector worden gebruikt. Voor de bijdrage van elektriciteit uit hernieuwbare bron wordt een iets anders methode gebruikt, omdat deze gewoonlijk aan het elektriciteitsnet wordt onttrokken, waarbij de precieze herkomst van de gebruikte energie niet wordt bijgehouden: in hun berekeningen worden lidstaten daarom geacht het gemiddelde aandeel van hernieuwbare elektriciteit hiervoor te gebruiken. De Richtlijn schrijft ook voor dat, wanneer dat nodig mocht blijken, de Europese Commissie een voorstel moet presenteren waarin wordt aangegeven hoe de totale hoeveelheid door elektrische voertuigen gebruikte hernieuwbare elektriciteit berekend dient te worden en een methodologie wordt gegeven om de bijdrage van waterstof uit hernieuwbare bronnen in de transportsector op te nemen. Daarnaast is er de vraag hoe biomethaan dat in het aardgasnet wordt ingebracht in de 10%-transportdoelstelling moet worden verdisconteerd wanneer voertuigen uit datzelfde net worden gevuld - via een route die vergelijkbaar is met die van elektriciteitsgebruik in de transportsector. Door DG Energie van de Commissie zijn CE Delft, Ecologic Institute en Ludwig-Bölkow-Systemtechnik (LBST) gevraagd ondersteuning te bieden bij het besluitvormingstraject rondom de drie genoemde routes voor transportenergie: hernieuwbare elektriciteit, waterstof en biomethaan, waarbij distributie via landelijke netten plaatsvindt. Dat heeft geleid tot een uitgebreid rapport waarin verschillende methodologische opties worden uitgewerkt en beoordeeld en conclusies worden getrokken voor zowel de korte en middellange termijn (tot 2020

  19. Results of a survey on the sustainable import of biomass; Resultaat Enquete duurzame import van biomassa

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bergsma, G.C.; Groot, M.I.

    2006-06-15

    of their own accord. Attention was drawn surprisingly often to the importance of small holdings, i.e. 'family farms', and maximisation of yields and CO2 reductions per hectare of farmland. It is recommended to take this latter issue on board, in part as a means of elaborating the aspect of 'preventing competition with food production' in practical terms. Based on the survey results, the report concludes with several concrete recommendations on sustainability criteria for biomass. The report published by the Cramer Commission in August 2006 is largely grounded in these survey results and the accompanying evaluation. [Dutch] In de strijd tegen klimaatverandering wordt steeds vaker biomassa ingezet als alternatief voor fossiele brandstoffen. Van belang is dat de winst aan duurzaamheid die Nederland hierdoor kan boeken, niet ten koste gaat van duurzaamheid in de productielanden. Een set aspecten (voedselvoorziening, natuur, welvaart en welzijn, arbeidsomstandigheden, milieuzorg, bodemkwaliteit en waterkwaliteit) is ontwikkeld aan de hand waarvan de duurzaamheid van biomassa aangetoond kan worden. Voor het toetsen van draagvlak hiervoor heeft CE een webenquete uitgezet onder stakeholders. Hierop hebben 104 respondenten gereageerd. In het rapport zijn alle resultaten en conclusies gespreid over NGO's, bedrijfsleven, overheid en algemeen gerapporteerd. Een aantal opvallende conclusies zijn: Het merendeel van de respondenten acht een duurzaamheidstoets voor biomassa mogelijk mits er adequate duurzaamheideisen gesteld worden (68%); Vrijwel alle respondenten vinden dat de duurzaamheidscriteria moeten gelden voor alle toepassingen van biomassa (90%); Of duurzaamheidscriteria afhankelijk moeten zijn van de productieregio wordt door de respondenten heel verschillend gezien (helft voor helft tegen); Veel NGO's vinden dat duurzaamheidscriteria specifiek zouden moeten zijn per biomassastroom (50%), in tegenstelling tot het bedrijfsleven dat pleit voor

  20. Green Deal Sustainability of Solid Biomass. Report 1 - 2012; Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa. Rapportage 1 - 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-08-15

    In the title Green Deal, Dutch energy producers agreed late 2012 to report annually on the sustainability of the currently used solid biomass for energy production. This report provides insight over 2012 in the nature and origin of biomass, applied certification systems to demonstrate the sustainability, and the reduction of greenhouse gas emission [Dutch] In de titel Green Deal hebben Nederlandse energieproducenten eind 2012 afgesproken jaarlijks te rapporteren over de duurzaamheid van de gebuikte vaste biomassa voor de energieproductie. Deze rapportage over 2012 biedt inzicht in onder meer de aard en herkomst van de biomassa, gehanteerde certificeringssystemen om de duurzaamheid aan te tonen en de reductie in broeikasgasemissies.

  1. Commercial green electricity products; Zakelijke groenestroomproducten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wielders, L.M.L.; Afman, M.R.

    2012-12-15

    The Dutch 100% Sustainable Energy: Green ICT campaign initiated by Hivos targets data centres, appealing to these companies to consider the environmental footprint of the electricity they use. Hivos is keen for a debate on greener alternatives and wanted a review of the sustainability of the various options available for buying 'green power' on the commercial market in the Netherlands, with a reasoned discussion of each. That review, laid down in this report, examines and discusses the various 'green power products' for the commercial market, providing a springboard for data centres to switch to a 'greener' product. To that end 'green power products' were categorized to highlight the differences between them. The highest score was given to renewable energy produced without any operating subsidy (the so-called SDE+ scheme), or with the higher price being paid for entirely by customers. Supply in these two categories is still fairly negligible, as this essentially represents an energy market in which renewables are cost-competitive with 'grey' electricity, or one in which customers are willing to pay (far) more for their electricity. The lowest scores were assigned to renewable power sourced in other countries and to 'grey' electricity [Dutch] De Hivos-bedrijvencampagne 100% Sustainable Energy: Green ICT richt zich op de datacenterbedrijven. De datacenterbedrijven worden aangesproken op de duurzaamheid van hun keuze voor de ingekochte elektriciteit. Hivos wil het gesprek aangaan over meer duurzame alternatieven. Hiervoor heeft Hivos behoefte aan een overzicht van de duurzaamheid van de verschillende opties voor de afname van duurzame elektriciteit (groene stroom) zoals die op de zakelijke markt in Nederland worden aangeboden, inclusief een onderbouwing. Dit rapport geeft een overzicht en inzicht in de verschillende groenestroomproducten voor de zakelijke markt zodat de datacenters kunnen overstappen op een

  2. Calculation of CO2 emissions, primary fossil fuel energy consumption and electric efficiency in the Netherlands; Berekening van de CO2-emissies, het primair fossiel energieverbruik en het rendement van elektriciteit in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Harmelink, M. [Harmelink consulting, Utrecht (Netherlands); Bosselaar, L. [Agentschap NL, DEn Haag (Netherlands); Gerdes, J.; Boonekamp, P. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Segers, R.; Pouwelse, H. [Centraal Bureau voor de Statistiek CBS, Den Haag (Netherlands); Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2012-09-15

    The monitoring of energy and climate policy lacks nationally and internationally accepted general standard values for CO2 emissions of fossil fuel energy consumption per unit of produced, consumed or saved electricity. In the Netherlands this has led to a situation in which different methods and indicators are used for monitoring activities. The methods used are not always transparent. Parties in the Netherlands that are responsible for development of methods and calculation of indicators (NL Agency, PBL, ECN and Statistics Netherlands) find this situation undesirable and took the joint initiative to draw up this report in which transparent standard values and methods for this topic have been included. The target audience of this report are organizations, advisory agencies and businesses that are involved in monitoring and evaluation of energy and climate policy [Dutch] Om het energie-en klimaatbeleid te monitoren zijn er nationaal en internationaal geen algemeen geaccepteerde standaardwaarden beschikbaar voor de CO2-emissies of het primair fossiel energiegebruik per eenheid geproduceerde, geconsumeerde of bespaarde elektriciteit. In Nederland heeft dit geleid tot de situatie dat voor (monitoring-)activiteiten verschillende methoden en kengetallen worden gehanteerd. De gebruikte methoden zijn niet altijd transparant. Partijen die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van methoden en de berekening van kengetallen (Agentschap NL, PBL, ECN en CBS) achten dit een onwenselijke situatie en hebben het gezamenlijke initiatief genomen om dit rapport op te stellen waarin wel transparante standaardwaarden en methoden voor dit onderwerp zijn opgenomen. De doelgroepen voor dit rapport zijn organisaties, adviesbureaus en bedrijven die bezig zijn met de monitoring en evaluatie van energie-en klimaatbeleid.

  3. Base rates in the SDE Plus Scheme 2014 (Dutch Renewable Energy Scheme). Concept recommendation 'for the market consultation]; Conceptadvies basisbedragen in de SDE+ 2014 [ten behoeve van de marktconsultatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lensink, S.M. (ed.) [ECN Policy Studies, Petten (Netherlands)

    2013-05-15

    On assignment of the Dutch Ministry of Economic Affairs, ECN and DNV KEMA have studied the cost of renewable energy production. This cost assessment for various categories is part of an advice on the subsidy base rates for the feed-in support scheme SDE+. This report contains a draft advice on the cost of projects in the Netherlands targeted for realization in 2014. The options advice covers installation technologies for the production of green gas, biogas, renewable electricity and renewable heat. This draft advice has been written to facilitate the market consultation on the 2014 base rates. The open market consultation is to be held in June 2013 [Dutch] Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft aan ECN en DNV KEMA advies gevraagd over de hoogte van de basisbedragen in het kader van de SDE+-regeling voor 2014. Evenals bij vergelijkbare onderzoeken in voorgaande jaren hebben ECN en DNV KEMA er in overleg met het ministerie voor gekozen om een conceptadvies aan de markt voor te leggen. Dit rapport betreft het conceptadvies. ECN en DNV KEMA adviseren het ministerie over de hoogte van de basisbedragen voor door het ministerie voorgeschreven categorieen. De Minister van EZ beslist over de openstelling van de SDE+-regeling in 2014, de open te stellen categorieen en de basisbedragen voor nieuwe SDE+-beschikkingen in 2014. Het proces staat beschreven in Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 behandelt de prijsontwikkelingen voor elektriciteit, gas en biomassa. Hoofdstuk 4 geeft per categorie een overzicht van de technisch-economische parameters van de hernieuwbareenergieopties. Hoofdstuk 5 besluit met conclusies waarbij de vertaalslag naar basisbedragen gemaakt is aan de hand van beknopt beschreven financiele parameters.

  4. Uniform measurement standard for heat supply in housing and utility building construction. A protocol to compare alternatives for heat supply at building construction sites. Version 3.1; Uniforme Maatlat voor de warmtevoorziening in de woning- en utiliteitsbouw. Een protocol voor het vergelijken van alternatieven voor de warmtevoorziening op bouwlocaties. Versie 3.1

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nuiten, P. [W/E adviseurs, Utrecht (Netherlands); Van der Ree, B. [Primum, Driebergen-Rijsenburg (Netherlands)

    2012-02-15

    The uniform measurement standard is one of the methods that the National Expertise Heat Centre develops to compare the energy efficiency of different techniques (such as heat pumps, heat and cold storage, collective systems, waste heat, combustion of woody biomass, etc.). The development of the uniform standard was started for the residential and utility building construction industry. In the future, the standard calculation method will also be made available for other sectors [Dutch] De uniforme maatlat is 1 van de methoden die het Nationaal Expertisecentrum Warmte ontwikkelt om de energieprestaties van verschillende technieken (zoals warmtepompen, warmte-koudeopslag, collectieve systemen, restwarmte, verbranding van houtachtige biomassa, etc.) goed vergelijkbaar te maken. De ontwikkeling van de uniforme maatlat is gestart voor de woning- en utiliteitsbouw. In de toekomst zal de uniforme maatlat ook voor andere sectoren beschikbaar komen. In deze versie van de uniforme maatlat is aansluiting gezocht bij de kengetallen van de Energieprestatienorm voor Maatregelen op Gebiedsniveau (EMG), zodat de resultaten van de uniforme maatlat in lijn zijn met die van de EMG.

  5. Hydrogen in Ecomare. Options for uses; Waterstof bij Ecomare. Opties voor inzet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kraaij, G.J. [ECN Waterstof en Schoon Fossiel, Petten (Netherlands)

    2009-02-15

    Hydrogen is a clean fuel with very low emissions. In fuel cells the hydrogen can be converted to electricity with a high efficiency that can be used in electric transport and stationary applications. In order to promote and demonstrate this aspect ECN has investigated which applications Ecomare can use and demonstrate. Ecomare is the centre for Wadden and North Sea on Texel. The following options are investigated: Bicycles with fuel cells on hydrogen; Small utility vehicles with fuel cells on hydrogen; Back-up systems with fuel cells on hydrogen; Combined heat and power system with fuel cells on natural gas. The availability of transport systems with fuel cells is still small; from the bicycle market the cargobike from Masterflex is the best option. The cargobike will become available by mid 2009. The small utility vehicle that is potentially available is the VEM vehicle as developed in the Hychain project. For both vehicles the hydrogen logistic requires special attention since nonstandard hydrogen storage cylinders are used. For the stationary applications the demonstration aspect is less compared to the transport applications. The back-up systems are no necessity for Ecomare and the heat requirement in summertime is to small to for possible combined heat and power systems using fuel cells. Special attention is required for permits from the local authorities and fire department, and the transport of hydrogen by the ferry to Texel. [Dutch] Waterstof is bij gebruik een schone brandstof; er komen nauwelijks emissies bij vrij. Met behulp van brandstofcellen kan waterstof met een hoog rendement omgezet worden in elektriciteit, eventueel te gebruiken voor elektrisch vervoer. Om deze aspecten te promoten en tijdens het gebruik te laten zien wil Ecomare door ECN laten onderzoeken welke waterstoftoepassingen bij Ecomare ingezet kunnen worden. De volgende 4 opties zijn verder onderzocht: Fietsen met brandstofcellen op waterstof; Klein bedrijfsvoertuig met brandstofcellen

  6. Base rates in the SDE Plus Scheme 2014 (Dutch Renewable Energy Scheme). Final recommendation; Basisbedragen in de SDE+ 2014. Eindadvies

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lensink, S.M. (ed.)

    2013-09-15

    On assignment of the Dutch Ministry of Economic Affairs, ECN and DNV KEMA have studied the cost of renewable electricity production. This cost assessment for various categories is part of advice on the subsidy base rates for the feed-in support scheme SDE+. This report contains the advice on the cost of projects in the Netherlands targeted for realization in 2014, covering installation technologies for the production of green gas, biogas, renewable electricity and renewable heat. A draft version of this advice has been discussed with the market in an open consultation round [Dutch] Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft aan ECN en DNV KEMA advies gevraagd over de hoogte van de basisbedragen in het kader van de SDE+-regeling voor 2014. Evenals bij vergelijkbare onderzoeken in voorgaande jaren hebben ECN en DNV KEMA er in overleg met het ministerie voor gekozen om een conceptadvies aan de markt voor te leggen. In de maand juni is de markt geconsulteerd. Dit rapport betreft het eindadvies, waarin de inbreng van de marktpartijen naar inzicht van ECN en DNV KEMA is meegewogen. ECN en DNV KEMA adviseren het ministerie over de hoogte van de basisbedragen voor door het ministerie voorgeschreven categorieen. De Minister van EZ beslist over de openstelling van de SDE+-regeling in 2014, de open te stellen categorieen en de basisbedragen voor nieuwe SDE+-beschikkingen in 2014. Het proces staat beschreven in Hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 behandelt de prijsontwikkelingen voor elektriciteit, gas en biomassa. Hoofdstuk 4 geeft per categorie een overzicht van de technisch-economische parameters van de hernieuwbare-energieopties. Hoofdstuk 5 besluit met conclusies waarbij de vertaalslag naar basisbedragen gemaakt is aan de hand van beknopt beschreven financiele parameters.

  7. Supervision and sanctions in the new energy legislation. No sinecure; Toezicht en sancties in de nieuwe energiewetgeving: geen sinecure

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Janssen, J.E. [Allen en Overy LLP, Amsterdam (Netherlands)

    2004-09-15

    A brief overview is given of the legal sanctions which the Dutch Office of Energy Regulation (DTe, abbreviated in Dutch) has to enforce the players in the market for energy to fullfil their obligations. [Dutch] Als er een sector in Nederland is geweest die zich de laatste jaren opnieuw heeft moeten uitvinden door grote verandering in de regelgeving, is het wel de energiesector. De regulering van de elektriciteit- en gassector is vormgegeven in de Elektriciteitswet 1998 (de E-wet) en de Gaswet. Deze wetten implementeren de eerste Europese marktrichtlijnen voor elektriciteit (1996) en gas (1998), die de aftrap vormden voor de creatie van een competitieve Europese markt voor elektriciteit en gas. Op grond van de E-wet en de Gaswet is de Nederlandse markt gefaseerd geliberaliseerd. Sinds 1 juli 2004 is sprake van volledige marktopening; alle afnemers in Nederland hebben thans keuzevrijheid van leverancier. Om concurrentie tussen de leveranciers eerlijk te laten verlopen is non-discriminatoire toegang van alle leveranciers tot de netwerken van de voormalige regionale distributiebedrijven (zoals Essent, Nuon en Eneco) essentieel. Daartoe voorzien de E-wet en de Gaswet in een organisatorische scheiding tussen de activiteiten van die spelers (waarvan alle aandelen nog in handen zijn van provincies en gemeenten) op het gebied van de productie en levering van energie enerzijds en het transport anderzijds (unbundling). Voor het transport van elektriciteit en gas hebben de energiebedrijven separate beheerders van de regionale transportnetten moeten aanwijzen. Deze dochterbedrijven, 'netbeheerders' in de terminologie van de wetgever, hebben het exclusieve recht tot het verrichten van het transport over de door hen beheerde netten, maar moeten dit transport verrichten tegen door de toezichthouder vastgestelde tarieven en voorwaarden. De E-wet en de Gaswet bevatten een groot aantal verplichtingen die er voor moeten zorgen dat de netbeheerder zijn beslissingen

  8. Towards a broader weighing and regulating framework for investments in interconnectors. The societal cost benefit analysis; Naar een breder afwegings- en reguleringskader voor investeringen in interconnectoren. De Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Sijm, J.P.M.; Welle, A.J. van der [ECN Policy Studies, Petten (Netherlands); Tieben, B.; Hof, B.; Kocsis, V. [SEO Economisch Onderzoek, Amsterdam (Netherlands)

    2013-04-15

    Interconnectors that link national grids are important for further integration of the European electricity grid. Against this background, the main question of this study is as follows: What does a broadened assessment and regulatory framework for investments in interconnectors look like which secures optimal contribution of these investments to the social welfare of the involved countries? To answer this question, the broadened assessment framework is developed first, i.e. the Social Cost-Benefit Analysis (SCBA). Next, the implications for the regulatory framework are analysed with regard to the following three aspects: (1) cost allocation, (2) network planning, and (3) efficiency versus investment incentives. Finally, a case study is conducted of a 'fictitious but realistic' investment project in interconnection to illustrate how certain social effects from the developed SCBA framework can be practically and concretely established [Dutch] Interconnectoren voor de verbinding tussen nationale netwerken zijn belangrijk voor de verdere integratie van het Europese elektriciteitsnetwerk. In het huidige afwegingskader worden investeringsbeslissingen ten aanzien van interconnectoren in Nederland genomen door de nationale netwerkbeheerder, TenneT, na goedkeuring door het Ministerie van Economische Zaken (EZ), gebaseerd op een advies van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Binnen dit kader baseert TenneT zijn investeringsbeslissingen in het bijzonder op de kosten en handelseffecten van de interconnector. Een belangrijke beperking van dit kader is dat er relatief weinig aandacht wordt besteed aan andere overwegingen en (externe) effecten, zowel positief als negatief, zoals de effecten op meer marktintegratie en concurrentie, de voorzienings- en leveringszekerheid van elektriciteit, de inpassing van duurzame elektriciteit in het net, milieueffecten, de effecten op netwerkcongestie en op investeringen in nieuwe productiecapaciteit. De vraag is nu hoe zowel

  9. Effects of biomass chains on land use and soil quality in the Netherlands. Development and application of a framework for testing; Effecten van biomassaketens op landgebruik en bodemkwaliteit in Nederland. Ontwikkeling en toepassing van een toetsingskader

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanegraaf, M.C.; Moolenaar, S.W.; Elbersen, H.W.; Annevelink, E. [Nutrienten Management Instituut NMI, Oosterbeek (Netherlands)

    2007-03-15

    toenemende bioenergievraag op wereldschaalniveau onafwendbaar. De vrees bestaat dat de stijgende vraag naar biomassa voor bio-energie leidt tot extra druk op de bodem en daarmee tot een achteruitgang van de bodemkwaliteit bij onzorgvuldig beheer. De Technische commissie bodembescherming heeft daarom een studie laten uitvoeren naar de mogelijke positieve en negatieve effecten van bio-energie op landgebruik en bodemkwaliteit in Nederland. Voor de productie van energie uit biomassa is een aantal hoofdroutes beschikbaar (elektriciteit, warmte en transportbrandstoffen). Bovendien kunnen verschillende organische stofbronnen (energiegewassen, bijproducten en geimporteerde biomassa) worden gebruikt. Uit een beschrijving van de ontwikkeling van de ketens en de bijbehorende biomassavraag blijkt dat die ontwikkeling vooral bepaald wordt door de technologische mogelijkheden en het aanbod van biomassa. In de bio-energiesector is een duurzaamheidsdiscussie gaande, die aan het thema 'bodem' beperkt aandacht besteedt. Een toetsingskader is opgesteld om de effecten van bio-energie op landgebruik en bodemkwaliteit te beoordelen. Basis voor het toetsingskader zijn een denkmodel 'duurzaamheid bio-energie' en een overzicht van bruikbare indicatoren voor bodemkwaliteit (zoals landgebruik/landschap, biodiversiteit, organische stof, nutrientenvoorziening, mineralenoverschot, bodemstructuur, bioremediatie en bodemverontreiniging). De illustratie brengt de onderzoeksvraag in beeld zoals die in deze studie is opgevat. In deze studie is de onderzoeksvraag uitgewerkt als organische stofbalans op perceels- en regionaal schaalniveau. Het gebruik van het toetsingskader is geillustreerd voor de ketens 'groene elektriciteit' en 'biotransportbrandstoffen'. Daarbij is een kwalitatieve beschouwing gegeven voor de indicatoren organische stof, mineralen en landgebruik. Uit deze eerste uitwerking van het toetsingskader is geconcludeerd dat bio-energie kansen biedt op een

  10. E-Box. A residential gateway for cost saving and sustainability. Integration of Internet and ICT-networks for energy conservation services. Architecture and interface description of energy- and cost saving potential; E-Box. Een 'residential gateway' voor kostenbesparing en duurzaamheid. Integratie Internet en ICT-netwerken voor energiebesparingsdiensten. Architectuur en interface beschrijving Energie- en kostenbesparingspotentieel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kamphuis, I.G. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2003-01-01

    blijkt het optimaal koppelen van een datacommunicatie infrastructuur in de woning voor het uitwisselen van boodschappen tussen energie gebruikende systemen, naast een 'first-mile'-connectie met de buitenwereld voor het aanleveren van stuurinformatie, via bijvoorbeeld Internet, een essentiele randvoorwaarde. Uitgaande van de vereistenspecificatie wordt een mogelijke hardware en software architectuur besproken. Een intelligente 'gateway', de E-box, een intermediair, die de externe koppeling van het apparatennetwerk verzorgt, en tevens de sturing van apparaten via het netwerk in de woning op zich neemt, vervult in deze architectuur een sleutelrol. Aan de E-box kan ook een rol worden toegekend voor het meten en actief feedback geven over verbruiken, als aanvulling op of als vervanger voor de stroom- en/of gasmeter in een intelligente meterkast. De E-Box architectuur is in een werkend simulatie programma geimplementeerd. Tevens zijn de tijdsafhankelijke energiekarakteristieken (vraag, aanbod, co-generatie) van systemen in woningen gekarakteriseerd. Aan de hand daarvan is een aantal veelbelovende mogelijkheden van bedrijf van de E-box in kaart gebracht voor bedrijfsscenario's in de zomer- en de wintersituatie. In deze scenario's wordt voor verschuifbare vraag (elektriciteit, warmte) het aanbod van locale duurzame bronnen maximaal gebruikt. Er zijn tevens scenario varianten berekend, waarin de effecten van meer real-time energieprijzen dan de nu gebruikelijke vaste of hoog/laag tarieven, zijn meegenomen. Afhankelijk van de mate waarin de energieprijzen meer op deze marktontwikkelingen zijn afgebeeld, blijkt de kostenbesparing tot ongeveer 15% te kunnen oplopen. Worden ook mogelijkheden voor buffering van elektriciteit of tariefscenario's meegenomen op dagen, waarop de APX grote schommelingen vertoonde, dan is een kostenbesparing met nog eens een dergelijk percentage haalbaar. Tot slot komt het businessmodel en eventuele vermarkting van een E

  11. Base rates in the SDE Plus Scheme 2013 (Dutch Renewable Energy Scheme). Final recommendation; Basisbedragen in de SDE+ 2013. Eindadvies

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lensink, S.M.; Mozaffarian, M.; Luxembourg, S.L. [ECN Policy Studies, Petten (Netherlands); Wassenaar, J.A.; Faasen, C.J. [DNV KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-09-15

    On assignment of the Dutch Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation, ECN and DNV KEMA have studied the cost of renewable energy production. This cost assessment for various categories is part of an advice on the subsidy base for the feed-in support scheme SDE+. This report contains the advice on the cost of projects in the Netherlands targeted for realization in 2013. The advice covers technologies for the production of green gas, biogas, renewable electricity and renewable heat [Dutch] Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI) heeft aan ECN en DNV KEMA advies gevraagd over de hoogte van de basisbedragen in het kader van de SDE+-regeling voor 2013. Dit rapport bevat het eindadvies over de basisbedragen. Evenals bij vergelijkbare onderzoeken in voorgaande jaren, hebben ECN en DNV KEMA in overleg met het ministerie gekozen om de markt te consulteren over het voorgenomen advies. ECN en DNV KEMA adviseren het ministerie over de hoogte van de basisbedragen voor door het ministerie voorgeschreven categorieën. De Minister van ELI beslist over de openstelling van de SDE+-regeling in 2013, de open te stellen categorieen en de basisbedragen voor nieuwe SDE+-beschikkingen in 2013. De uitgangspunten van het advies, zoals opdracht en rekenmethodiek, staan genoemd in Hoofdstuk 2. In Hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de werkwijze en randvoorwaarden, zoals flankerend beleid en financiële uitgangspunten. De feed-in-premiestructuur van de SDE+ wordt toegelicht in Hoofdstuk 4. De prijsontwikkelingen voor elektriciteit, gas en biomassa worden toelicht in Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 geeft per categorie een overzicht van de technisch-economische parameters van de hernieuwbare-energieopties. Hoofdstuk 7 besluit met conclusies waarbij de vertaalslag naar basisbedragen gemaakt is.

  12. Green gas. Gas of natural gas quality from biomass. Update of the 2004 study; Groen Gas. Gas van aardgaskwaliteit uit biomassa. Update van de studie uit 2004

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Welink, Jan-Henk; Dumont, M.; Kwant, K. Datum januari 2007

    2007-01-15

    ) het verschaffen van inzicht in de economie van groen gas projecten en in de onrendabele top van de productie van groen gas; (b) inzicht en uitspraak over de meest efficiente inzet van biogas (omzetten in elektriciteit of direct invoer in het gasnet); en (c) randvoorwaarden die de markt nodig heeft om tot ontwikkeling te komen (omvang van de markt en tijdsspanne); (3) het toekomstige potentieel van groen gas. Op basis van de huidige ontwikkelingen van de boven beschreven punten worden de knelpunten aangegeven en adviezen verstrekt over de stimuleringswijze. Op basis van literatuur en gesprekken met leveranciers zijn beschrijvingen gegeven van verschillende systemen die biogas opwerken tot groen gas. Van de in het rapport van 2004 beschreven projecten die momenteel biogas opwerken tot groen gas, zijn de projectleiders geinterviewd. Om inzicht te krijgen in het afzetten van groen gas op het gasnet zijn initiatiefnemers en verschillende EDB's geinterviewd. Met behulp van gegevens die door leveranciers verstrekt zijn, heeft ECN - met dezelfde methode die is gehanteerd bij het bepalen van de MEP-tarieven - enkele cases voor groen gas doorgerekend. De onrendabele topberekeningen zijn verkennend van aard. De berekeningen kunnen op dit moment niet worden gebaseerd op werkelijke projecten, maar zijn afgeleid uit projecten voor de productie van elektriciteit (en warmte). Marktverkenningen zijn uitgevoerd, maar uitgebreide marktconsultaties hebben niet plaatsgevonden. Het betreft een indicatieve exercitie ten behoeve van de beleidsvorming. In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op opwerkingssystemen voor biogas, technische aspecten bij het leveren van groen gas aan het aardgasnet en de bedrijfstechnische ervaringen die initiatiefnemers hebben in Nederland en Europa. In hoofdstuk 3 wordt de productie van groen gas vergeleken met andere duurzame energieopties. ECN heeft met de methodiek die ook voor de onderbouwing van de MEP-tarieven is gehanteerd de onrendabele top

  13. Scenario's voor kennisomgevingen

    NARCIS (Netherlands)

    Drs O.G. Foks; H. Kokhuis; Drs H. Hofman

    2000-01-01

    pragmatische visie voor een gezonde kennisstructuur; verbindend schema AGIL wordt gebruikt voor analyse denkrichtingen van Jung tot Porter. Motieven voor samenwerking, ordeningsprincipes in economie en leren en strategievorming voor kennisonderneming.

  14. Signs of Transition; Tekens van Transitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Leenders, C.; Baidenmann, J.

    2010-05-15

    This book contains 14 inspiring experiences with making the energy system more sustainable that make clear that the energy transition is progressing. Two examples are provided for each of the seven themes: (1) Sustainable electricity (Agriport A7, Wind park Prinses Amalia); (2) Energy in the built environment (passive houses, conceptual building); (3) Chain efficiency (searching for CO2, process intensification); (4) New gas (biogas from manure, High efficiency boiler); (5) Sustainable mobility (electric driving, bus on biogas); (6) greenhouse as source of energy (closing the greenhouses, tomatoes on geothermal heat); and (7) green resources (biorefinery of grass, pyrolisis of biomass) [Dutch] Dit boek bevat veertien inspirerende ervaringen met verduurzaming van de energiehuishouding die duidelijk maken dat er voortgang zit in energietransitie. Er worden twee voorbeelden gegeven voor elk van de zeven thema's: (1) Duurzame Elektriciteit (Agriport A7, Windpark Prinses Amalia); (2) Energie in de Gebouwde Omgeving (Passiefhuizen, Conceptueel Bouwen); (3) Keten-Efficiency (Op zoek naar CO2, Procesintensificatie); (4) Nieuw Gas (Biogas uit mest, HR-e ketel); (5) Duurzame Mobiliteit (Elektrisch rijden, Bus op biogas); (6) Kas als Energiebron (De kassen sluiten, Tomaten op aardwarmte); en (7) Groene Grondstoffen (Bioraffinage van gras, Pyrolyse van biomassa)

  15. Cost of power generation. The cost and uncertainties of nuclear power and other CO2-emission reduction techniques for large-scale power generation; Kosten van elektriciteitsopwekking. De kosten en onzekerheden van kernenergie en andere CO2-emissie reducerende technieken voor grootschalige elektriciteitsopwekking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Dril, A.W.N. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Bilthoven (Netherlands)

    2008-09-15

    In view of recent social and political discussions on nuclear energy, ECN and PBL have gathered and updated information on the cost of options for reducing CO2 emissions in large scale electricity generation. This memo compares the cost of nuclear energy with other large scale options for electricity generation. Special attention is paid to the uncertainties of the cost of nuclear energy. In addition, some external costs and benefits are examined. This memo does not provide a complete framework for comparing the options for generation of electricity, though. Aspects such as public support, various aspects of sustainability and risks are not addressed in this memo. [mk]. [Dutch] Naar aanleiding van de actuele maatschappelijke en politieke discussie over kernenergie hebben ECN en PBL kosteninformatie over opties om CO2-emissies te beperken bij grootschalige opwekking van elektriciteit verzameld en geactualiseerd. In deze notitie worden de kosten van kernenergie vergeleken met andere grootschalige opties van elektriciteitsopwekking. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de onzekerheden over de kosten van kernenergie. Aanvullend zijn enkele externe kosten en baten beschouwd. Deze notitie geeft echter geen volledig kader om de opties voor de opwekking van elektriciteit met elkaar te vergelijken. Aspecten als draagvlak, diverse duurzaamheidaspecten en risico's zijn in deze notitie namelijk buiten beschouwing gelaten.

  16. Balanced Scorecard voor inkoop

    NARCIS (Netherlands)

    van der Honing, R.; Schotanus, Fredo

    2003-01-01

    Een Balanced Scorecard kan ontwikkeld worden voor de hele organisatie, maar ook voor onderdelen daarvan. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkeling van een Balanced Scorecard voor de inkoopafdeling

  17. Renewable energy in the Netherlands 2012; Hernieuwbare energie in Nederland 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-08-15

    This report describes the contribution of sustainable energy sources to the Dutch energy system in the period 1990-2012. Topics discussed include total overviews of electricity, heat, and energy for transport. Also attention is paid to international comparisons, recent developments for each source of energy and observation methods are explained [Dutch] Het rapport beschrijft de bijdrage van hernieuwbare energiebronnen aan de Nederlandse energievoorziening in de periode 1990-2012. Aan bod komen elektriciteit, warmte en energie voor vervoer. Er is aandacht voor internationale vergelijkingen en verder worden per energiebron de recente ontwikkelingen en de waarnemingsmethode toegelicht.

  18. Kustversterking Voorne: advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

    NARCIS (Netherlands)

    Evers, F.W.R.; Gun, van der J.H.J.; Hoekstra, P.; Maas, F.M.; Slim, P.A.; Beerlage, B.F.M.

    2006-01-01

    De kust van Voorne is aangemerkt als een zwakke schakel in de Hollandse Kust. Uit berekeningen blijkt dat de veiligheid tegen overstromingen onvoldoende is. Het waterschap Hollandse Delta – als beheerder van de waterkering – stelt een verbeteringsplan op voor de kust van Voorne. Voor dit

  19. The availability of biomass for energy in the agricultural industry; De beschikbaarheid van biomassa voor energie in de Agro-industrie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Elbersen, W. [Wageningen UR Food and Biobased Research, Wageningen (Netherlands); Janssens, B. [Wageningen UR LEI, Wageningen (Netherlands); Koppejan, J. [Procede Biomass, Enschede (Netherlands)

    2010-01-15

    The Dutch Agricultural Covenant included a target for sustainable energy of 200 PJ. The agricultural industry is expected to contribute 75 to 125 PJ (bio-energy). The sector is wondering whether this target is realistic. The aim of this project was to map the quality and quantity of residual flows in the agricultural industry that exist and are available or are already deployed for bio-energy (in the Netherlands), both today and in 2020. [Dutch] In het Agroconvenant is een doelstelling opgenomen voor duurzame energie van 200 PJ. Van de agro-industrie wordt een bijdrage van 75 tot 125 PJ (bio-energie) verwacht. De sector vraagt zich af of deze doelstelling wel realistisch is. Het doel van dit project was het in kaart brengen van de kwaliteit en kwantiteit van reststromen uit de agro-industrie die aanwezig of beschikbaar zijn of reeds (in Nederland) ingezet worden voor bio-energie nu en in 2020.

  20. Plek voor ieder kind : inclusie als opdracht voor brede scholen en kindcentra

    NARCIS (Netherlands)

    Doornenbal, Jeannette

    Inclusie is in Nederland ver te zoeken. Ondanks het erkende belang van inclusie voor een sterke pedagogische omgeving voor kinderen. Jeannette Doornenbal pleit voor een nationale doorbraak. In dit boekje formuleert zij vier stappen om deze opdracht te realiseren: waar kan wat gedaan worden, door wie

  1. Modelagem do crescimento e de biomassa individual de Pinus

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ana Beatriz Schikowski

    2013-09-01

    Full Text Available Este estudo tem como objetivo testar modelos matemáticos para estimativas de biomassa de diferentes compartimentos de Pinus spp., a partir de variáveis de fácil mensuração. Os dados utilizados são provenientes de plantios localizados no centro sul do estado do Paraná. Foram utilizados dados de peso seco total e parcial de 35 árvores de Pinus spp., obtidos por meio do método destrutivo direto. De cada árvore amostrada foram medidos também o CAP (circunferência à altura do peito e a altura total. Os modelos para estimativa de biomassa de folhagem não apresentaram bom desempenho, verificado pelos indicadores de ajuste. Entretanto, para os compartimentos: galhos, raízes, casca, fuste e para biomassa total, os ajustes apresentaram elevados valores de R² e baixos valores de Syx%. O modelo de crescimento de Richards obteve melhor desempenho que os demais testados para a estimativa da biomassa total.

  2. Plek voor ieder kind: inclusie als opdracht voor brede scholen en kindcentra

    OpenAIRE

    Doornenbal, Jeannette

    2017-01-01

    Inclusie is in Nederland ver te zoeken. Ondanks het erkende belang van inclusie voor een sterke pedagogische omgeving voor kinderen. Jeannette Doornenbal pleit voor een nationale doorbraak. In dit boekje formuleert zij vier stappen om deze opdracht te realiseren: waar kan wat gedaan worden, door wie en hoe.

  3. Veiligheidsrapport voor de PIV-goot in het Laboratorium voor Vloeistofmechanica

    NARCIS (Netherlands)

    Hofland, B.

    2002-01-01

    Bevat een veiligheidsvoorschrift voor de PIV (particle-image velocimetry) goot. Het rapport is vooral gericht op het gebruik van de krachtige Nd: YAG laser (veiligheidsklasse 4) die gebruikt wordt voor de PIV techniek.

  4. Pompoen rassendemo voor verwerking : verkenning naar producteisen en geschiktheid voor teelt in Nederland

    NARCIS (Netherlands)

    Wijk, van C.A.P.

    2012-01-01

    In 2011 is een demoteelt met pompoenrassen voor verwerking aangelegd en op basis daarvan met de ketenpartijen een discussie gevoerd over de afzet van verwerkt product. Eerst zijn daarbij de afzetniches voor verwerking benoemd en daar zijn de eisen voor verwerking aan gekoppeld. Tegen deze

  5. Biomassa e BiogÃs da Suinocultura

    OpenAIRE

    Dangela Maria Fernandes

    2012-01-01

    O desenvolvimento da suinocultura intensiva promoveu a produÃÃo de grandes quantidades de biomassa residual que, quando manejados inadequadamente, tornam-se uma das principais fontes de poluiÃÃo do meio. Por isso, o manejo de resÃduos deve ser visto como parte integrante do sistema produtivo de suÃnos, devendo estar incluÃdo no planejamento desta atividade. Nesse contexto, visando avaliar o manejo da biomassa residual gerada no sistema produtivo de suÃnos em terminaÃÃo, da Unidade Granja Colo...

  6. Adsorpsi Pb2+ dan Zn2+ pada Biomassa Imperata cylindrica

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Noer Komari

    2017-03-01

    Full Text Available Metode alternatif untuk mengatasi pencemaran logam berat adalah biosorpsi menggunakan biomassa sebagai adsorben. Telah dilakukan penelitian kajian adsorpsi campuran Pb2+ dan Zn2+ pada biomassa Imperata cylindrica sebagai adsorben. Tujuan penelitian adalah mengetahui kemampuan biomassa mengadsorpsi Pb2+ dan Zn2+. Preparasi biomassa dilakukan dengan aktivasi menggunakan asam nitrat dan amonium hidroksida. Adsorpsi dilakukan dengan sistem batch. Parameter yang diukur adalah pH optimum, waktu kontak optimum, kapasitas adsorpsi dan recovery ion logam. Analisis kadar logam dilakukan dengan menggunakan Spektrofotometer Serapan Atom (AAS. Hasil penelitian menunjukkan pH optimum adsorpsi Pb2+ dan Zn2+ masing-masing pada pH 5 dan pH 6. Waktu kontak optimum adsorpsi Pb2+ dan Zn2+ masing masing pada 40 menit dan 30 pertama. Kapasitas adsorpsi Pb2+ dan Zn2+ pada konsentrasi awal 10 ppm masing-masing adalah 90,95% dan 43,60%. Recovery Pb2+ dan Zn2+ masing-masing 84,45% dan 57,13%.

  7. KONVERSI ENERGI BIOMASSA KOTORAN SAPI MELALUI RANCANGAN BIODIGESTER UNTUK RUMAH TANGGA

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    I Gede Bawa Susana

    2017-11-01

    Full Text Available Biomassa kotoran sapi mengandung energi berupa gas metan yang dapat digunakan sebagai bahan bakar. Pengolahan biomassa kotoran sapi menjadi bahan bakar dilakukan melalui proses konversi energi dalam suatu biodigester. Biodigester dibuat untuk kebutuhan rumah tangga dengan kapasitas 0,5997 m3 untuk waktu penyimpanan 30 hari.  Masyarakat yang memelihara sapi 2-3 ekor dapat menggunakan biodigester tipe plastik dan fixed dome dengan kapasitas tong plastik 250 liter. Hasil pengujian menunjukkan bahwa konversi energi biomassa kotoran sapi dapat digunakan sebagai sumber energi pada kompor.

  8. Optimaliseren van een biovergister

    NARCIS (Netherlands)

    van der Bij, Joost; Rademaker, Mark; Visser, Klaas; de Vries, Herman

    2014-01-01

    Dit rapport beschrijft onderzoek van conversie van biomassa in een Swill-gasser geplaatst bij het Van der Valk restaurant in Cuijk. De Swill-gasser is een biomassa vergister voor restaurant afval. Het onderzoek heeft zich gericht op het optimaliseren van de data acquisitie en op het bepalen van de

  9. Sleutels voor personenvennootschapsrecht

    NARCIS (Netherlands)

    C.M. Stokkermans (Christiaan)

    2017-01-01

    markdownabstractHet proefschrift is bedoeld als bijdrage aan de ontwikkeling van nieuw Nederlands personenvennootschapsrecht. Er worden aanbevelingen gedaan voor de typen personenvennootschap die kunnen worden voorzien en voor de belangrijkste eigenschappen van elk type. Het proefschrift bevat ook

  10. Bioenergy Status Document 2011; Statusdocument Bio-energie 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bles, M.; Schepers, B.; Van Grinsven, A.; Bergsma, G.

    2011-03-15

    als in 2009 (88 PJ) en iets meer dan 2010 (86 PJ). In de richtlijn hernieuwbare energie is verder vastgelegd dat in 2020 minimaal 10% van het verbruik van benzine, diesel en elektriciteit voor vervoer afkomstig moet zijn uit hernieuwbare bronnen. Staatssecretaris Atsma wil dat dit percentage al in 2016 behaald wordt. In 2011 bedroeg het verplichte aandeel hernieuwbare energie 4,25%. Naar verwachting is deze verplichting administratief gehaald. Doordat sommige typen biotransportbrandstoffen dubbel geteld mogen worden, is de fysieke levering echter aanzienlijk lager dan in 2009. De administratieve dubbeltelling is van toepassing op de transportdoelstelling (10 %), maar niet op de algemene doelstelling (14 %). Een hoger aandeel dubbeltellende brandstoffen draagt daarmee niet proportioneel bij aan de algemene doelstelling. Ongeveer driekwart van de geproduceerde hernieuwbare energie in 2011 is afkomstig van biomassa. De overige hernieuwbare energie komt bijvoorbeeld uit waterkracht, wind- en zonne-energie. Hernieuwbare energie uit biomassa is voor een groot deel afkomstig van afvalverbrandingsinstallaties, meestook in energiecentrales, gebruik van houtkachels en het gebruik van biobrandstoffen in de transportsector.

  11. Model voor Excellent voor cognitief excellente leerlingen in de onderbouw PO

    NARCIS (Netherlands)

    Dijkstra, Elma; Mooij, Ton; Kirschner, Paul A.

    2012-01-01

    Dijkstra, E. M., Mooij, T., & Kirschner, P. A. (2012, June). Model voor Excellent Onderwijs voor cognitief excellent leerlingen in de onderbouw PO. [Model of Excellent Education for cognitively excellent pupils in kindergarten]. Paper presented at the Onderwijs Research Dagen [Educational Research

  12. Een solidaire loonpolitiek voor Nederland?

    NARCIS (Netherlands)

    de Beer, P.T.; Buitendam, A.; Dumas, D.A.G.; Glebbeek, A.C.

    1990-01-01

    Een solidaire loonpolitiek voor Nederland?, in: A. Buitendam, D.A.G. Dumas, A.C. Glebbeek (red.), Het Zweedse Model: geschikt voor import?, Van Gorcum, Assen/Maas-tricht 1990, pp.155-164.: Het Zweedse model : geschikt voor import? / red.: A. Buitendam, D.A.G. Dumas, A.C. Glebbeek Auteur: Arend

  13. Jatropha seed cake valorization for non-food applications

    NARCIS (Netherlands)

    Herman Hidayat, Herman

    2014-01-01

    Biomassa wordt momenteel op grote schaal ingezet voor de productie van biobrandstoffen als bio ethanol en biodiesel. Een aantrekkelijke bron voor biodiesel is de olie in de nootjes van de Jatropha curcas L. (JCL) struik. Deze olie is niet eetbaar en als zodanig is het gebruik van de olie als

  14. Opteren voor de Netherlands Commercial Court

    NARCIS (Netherlands)

    Hoeben, J.; Keirse, A.L.M.; Reijneveld, M.D.

    Internationale contracten leiden tot internationale handelsgeschillen. Deze kunnen onder meer worden beslecht bij een commercial court. In Nederland wordt momenteel een Netherlands Commercial Court (NCC) opgericht. Dit introduceert een keuze voor (contracts)partijen voor een nieuw forum voor

  15. Doorlatendheid van TRISOPLAST voor verschillende vloeistoffen

    NARCIS (Netherlands)

    Boels, D.; Veerman, G.J.

    1996-01-01

    TRISOPLAST is een mengsel van zand, bentoniet en een polymeer en wordt wegens zijn zeer lage doorlatendheid toegepast voor afdichtingen in bodembeschermende constructies. TRISOPLAST is ongevoelig voor aceton, ruwe olie, fenol en enigszins gevoelig voor diesel en zeewater na een blootstellingsduur

  16. Spraaktechnologie voor inclusive design

    NARCIS (Netherlands)

    Mark Neerincx; Dr. Anita Cremers; Judith Kessens

    2012-01-01

    TNO gebruikt Informatie en Communicatie Technologie (ICT) om producten en diensten toegankelijk te maken voor iedereen, dus ook voor speciale doelgroepen zoals gebruikers met verminderde cognitieve vaardigheden. Hierbij zetten we vaak spraaktechnologie in. Een voorbeeld hiervan is de

  17. Cooling of computer rooms, a chance for savings. Energy conservation in the ICT-sector; Computerruimten koelen, een kans voor besparing. Energiebesparing in de ICT-sector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Sijpheer, N.C. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2004-08-01

    An overview is given of the demand for electricity in the information and (tele)communication sector in the Netherlands and how electricity can be saved in a simple way and by means of proven technology. [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van de vraag naar elektriciteit in de ICT-sector in Nederland en hoeveel elektriciteit op een eenvoudige wijze en met bewezen technieken kan worden bespaard.

  18. New resources for chemicals. Elaboration of transition path 5. Innovative use of green materials and/in sustainable chemistry; Nieuwe bronnen voor chemie. Uitwerking van transitiepad 5. Innovatief gebruik groene grondstoffen en/in duurzame chemie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bruggink, A.

    2006-09-15

    In the Netherlands, the chemical industry is the largest industrial user of fossil feedstocks: approximately 20% of the total, of which 60% as feedstock for end products. The chemical industry can save on its current total consumption of fossil feedstocks of approximately 685 PJ up to 200 PJ by means of replacement, avoidance and saving. In the main sector, the organic chemical sector, the use of fossil feedstocks for end products can be reduced with 50% (140 PJ), half of which through replacement by renewable feedstocks from biomass and the other half by recycling of top 10 synthetics. The latter requires an international approach. [mk]. [Dutch] In Nederland is de chemie de grootste industriele gebruiker van fossiele grondstoffen: ruim 20% van het totaal waarvan 60% in de vorm van grondstof voor eindproducten. De chemie kan op haar huidig totaalverbruik aan fossiele grondstoffen van ca. 685 PJ tot 200 PJ besparen door vervanging, vermijding en besparing. In de belangrijkste sector, de organische chemie, kan het verbruik in de vorm van fossiele grondstof voor eindproduct met 50% (140 PJ) terug, waarvan de helft door vervanging door hernieuwbare grondstoffen uit biomassa en de helft door hergebruik van top-10 kunststoffen. Voor het laatste is een internationale aanpak nodig.

  19. Biomassa de mudas de pepinos híbridos conduzidos sob ambientes protegidos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Edilson Costa

    2010-01-01

    Full Text Available O estudo de oleráceas no Estado de Mato Grosso do Sul, especialmente na região do Pantanal, é fundamental para o desenvolvimento do comércio local e sustentabilidade dos pequenos produtores que circunvizinham as áreas urbanas. Neste contexto, foi desenvolvido experimento com produção de mudas de pepino, estudando o acúmulo de biomassa aérea e radicular dos híbridos Aladdin F1, Nikkey, Safira e Nobre F1, em diferentes ambientes de cultivo e substratos. O experimento foi realizado em 2007, utilizando três ambientes de cultivo: (A1 estufa plástica; (A2 viveiro telado com sombrite® e (A3 viveiro telado com aluminet®. Foram utilizadas três composições de substratos S1 (solo + fibra de coco; S2 (solo + pó-de-serra e S3 (solo + composto orgânico. A resposta dos híbridos de pepinos em termos de biomassa seca das mudas dependeu do substrato e do ambiente de cultivo. O substrato "solo e fibra de coco" promoveu maior acúmulo de biomassa na estufa e no viveiro com tela de monofilamento. O substrato "solo e composto orgânico" proporcionou maior biomassa aérea no viveiro com aluminet®. O híbrido 'Safira' acumulou maior biomassa radicular nos telados e no substrato "solo e fibra de coco". O híbrido 'Nikkey' acumulou maior biomassa radicular no viveiro com aluminet® e no substrato "solo e fibra de coco", sem diferir de "solo e pó-de-serra". Os híbridos 'Aladdin F1' e 'Nobre F1' acumularam biomassa radicular similar nos ambientes; 'Aladdin F1' teve maior acúmulo com os substratos "solo e composto orgânico" e "solo e fibra de coco", e 'Nobre F1', maior acúmulo com "solo e fibra de coco", sem diferir de "solo e pó-de-serra".

  20. Brandstof en plastic uit dezelfde biomassa

    NARCIS (Netherlands)

    Ree, van R.

    2009-01-01

    De productie van tweede generatie biobrandstoffen is nog te duur om aan de grote vraag naar duurzame brandstof te kunnen voldoen. Een consortium van internationale organisaties werkt daarom aan een beter productieproces en wil meer uit biomassa gaan halen dan alleen ethanol

  1. Electricity from biomass within reach. Elektriciteit uit biomassa binnen handbereik

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Beenackers, A A.C.M. [Univ. Groningen (Netherlands)

    1992-11-01

    A state of the art is given of the developments in gasifiers and conversion techniques for biomass. Also attention is paid to the production costs of flue gas and electric power from biomass, and the production costs of the transportation fuels bio-ethanol and rapeseed oil, compared with the cost prices of refinery fuels. 2 figs., 3 tabs.

  2. Waterstof uit biomassa

    NARCIS (Netherlands)

    Claassen, P.A.M.

    2011-01-01

    De eerste voorzichtige tekenen van een waterstofeconomie zijn al zichtbaar. In België kun je waterstof tanken, Brabantse boeren overwegen hun windmolen in de daluren in te zetten voor de productie van de brandstof en vorig jaar lanceerde autofabrikant Honda een apparaat waar je thuis waterstof mee

  3. Leerconcepten voor innovatief ondernemerschap

    NARCIS (Netherlands)

    Krikke, A.T.

    2007-01-01

    Voor succesvol ondernemerschap zijn specifieke competenties nodig. Die zijn op veel manieren en op veel plaatsen aan te leren. In de praktijk leren ondernemers veel door te doen en door contact te hebben met collega’s. Maar dit informele leren is niet voor iedere situatie toereikend. In projecten

  4. Estimativas de biomassa para plantas de bambu do gênero Guadua

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Francelo Mognon

    2014-12-01

    Full Text Available Este trabalho objetivou ajustar equações para estimar a biomassa total de plantas de bambu, do gênero Guadua, bem como comparar o ajuste de equações por regressão linear com a técnica de mineração de dados. Foram utilizados 38 colmos de bambu, nos quais foram mensuradas as variáveis diâmetro à altura do peito (dap, diâmetro do colo do colmo e altura do colmo, seguido da determinação de massa total por método destrutivo. A biomassa determinada em 25 colmos foi utilizada para ajuste de equações pelo método dos mínimos quadrados e 13 colmos serviram para a validação da melhor equação. As frações de biomassa por compartimento diferem significativamente (p < 0,05 entre si. A maior fração da biomassa corresponde ao colmo, representando 69,2% do total, seguida pela dos rizomas, dos galhos e da folhagem, com 15,7; 10,8 e 4,2%, respectivamente. A melhor equação ajustada para estimar a biomassa total apresentou coeficiente de determinação de 0,93 e erro padrão da estimativa de 15%. Já a técnica de mineração de dados apresentou coeficiente de determinação de 0,81, com erro padrão de 23,8%. Pode-se estimar acuradamente a biomassa de Guadua por regressão linear e por mineração dos dados. Neste trabalho, o método de regressão apresentou melhor desempenho. A limitação de dados pode ser o fator determinante para o pior desempenho da técnica de mineração de dados, pois requer uma massa de dados mais ampla para funcionar satisfatoriamente.

  5. Cocombustion of biomass in coal-fired power plants; Meestoken van biomassa in kolengestookte E-centrales

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Albrink, W.G.M. [Stork Thermeq, Hengelo (Netherlands)

    2001-12-01

    The aim of the desk study is to determine to what degree several types of biomass can be cofired with existing coal fired utility boilers in the Netherlands. All results with regard to boiler performances are obtained by making use of a computer model of a typical coal fired boiler which make part of a 600 MWe coal fired power plant. Because the existing coal fired units in the Netherlands do deviate more or less from the used model all outcomes and conclusions of this study are indicative. Slagging and corrosion which become more important when firing biogas in a coal fired boiler are considered superficially. More close investigations are necessary when carry out concrete projects. Furthermore all results are based on 100% boiler load and may not be used or extrapolated to part load conditions. The extent of firing biomass gas may depend on available space in the boiler house and correlated restrictions for necessary constructive adaptations. These aspects were leave out of consideration. For information the necessary size of piping for biomass gas from gasifier to the boiler has been determined for several amounts of biomass. [Dutch] Het doel van de studie is te onderzoeken hoeveel biomassa, in percentage van het thermisch vermogen, volgens verschillende concepten kan worden meegestookt in een kolengestookte elektriciteitscentrale. Dit wordt in deze studie behandeld aan de hand van een aantal aspecten: Rookgashoeveelheden door de ketel. Hierbij kornen de volgende zaken aan de orde: snelheden, drukval, belasting van DeNox, DeSox en E-filters, capaciteit van de ventilatoren; Rookgastemperaturen. Dit betreft temperaturen uitlaat vuurhaard, uitlaat ketel en uitlaat LUVO (luchtverhitter); Verslakking en corrosie van oververhitters; Water/stoomzijdige flows. Dit betreft aspecten als flows, temperaturen, flow door de turbine (slikvermogen) en uitlaatconditie stoomturbine (vochtgehalte). Voor de verwerking van biomassa worden alleen vergassing (in hoofdzaak) en, minder

  6. Koper en zink voor landbouwhuisdieren

    NARCIS (Netherlands)

    Makking, C.; Jongbloed, A.W.

    2004-01-01

    De EU heeft de maximaal toegestande hoeveelheden koper en zink in voeders voor landbouwhuisdieren verlaagd. Uit onderzoek van ASG blijkt dat de nieuwe normen geen negatieve consequenties hoeven te hebben voor de dierlijke productie

  7. Opteren voor de Netherlands Commercial Court

    OpenAIRE

    Hoeben, J.; Keirse, A.L.M.; Reijneveld, M.D.

    2017-01-01

    Internationale contracten leiden tot internationale handelsgeschillen. Deze kunnen onder meer worden beslecht bij een commercial court. In Nederland wordt momenteel een Netherlands Commercial Court (NCC) opgericht. Dit introduceert een keuze voor (contracts)partijen voor een nieuw forum voor beslechting van internationale handelsgeschillen in de Engelse taal, waarbij de belangen van snelheid, efficiëntie en goede financierbaarheid centraal staan. Dit artikel verkent de positieve aspecten van ...

  8. KONVERSI ENERGI BIOMASSA KOTORAN SAPI MELALUI RANCANGAN BIODIGESTER UNTUK RUMAH TANGGA

    OpenAIRE

    I Gede Bawa Susana; I Made Suartika

    2017-01-01

    Biomassa kotoran sapi mengandung energi berupa gas metan yang dapat digunakan sebagai bahan bakar. Pengolahan biomassa kotoran sapi menjadi bahan bakar dilakukan melalui proses konversi energi dalam suatu biodigester. Biodigester dibuat untuk kebutuhan rumah tangga dengan kapasitas 0,5997 m3 untuk waktu penyimpanan 30 hari.  Masyarakat yang memelihara sapi 2-3 ekor dapat menggunakan biodigester tipe plastik dan fixed dome dengan kapasitas tong plastik 250 liter. Hasil pengujian menunjukkan ba...

  9. Bromelia: Effect belichten voor meeste soorten positief

    NARCIS (Netherlands)

    Garcia Victoria, N.; Warmenhoven, M.G.

    2010-01-01

    Onderzoek leert dat voor een aantal soorten belichting in meerdere aspecten loont: meer groei, een kortere teelt, een grotere bloeiwijze met meer vertakkingen en een verbetering van de houdbaarheid. Voor een deel van de onderzochte Vriesea’s en voor de onderzochte Tillandsia blijft het voordeel van

  10. Heidebeheer moet anders voor reptielen

    NARCIS (Netherlands)

    Stumpel, T.

    2005-01-01

    Reptielen zijn in Nederland voor hun voortbestaan grotendeels afhankelijk van heide. Ze zijn bedreigd en hun leefgebied staat voortdurend onder druk. Voor de reptielen betekent dit: een ander heidebeheer. Deze bijdrage geeft aan welke overwegingen daarbij aan de orde zijn

  11. Risicogrenzen voor MTBE (Methyl tertiair-Butyl Ether) in bodem, sediment, grondwater, oppervlaktewater en voor drinkwaterbereiding

    NARCIS (Netherlands)

    Swartjes FA; Baars AJ; Fleuren RHLJ; Otte PF; LER

    2004-01-01

    Recentelijk is politieke commotie ontstaan ten gevolge van de mogelijke schadelijke gezondheidseffecten van Methyl tertiair-Butyl Ether (MTBE). Dit was reden voor het ministerie van VROM om het RIVM te verzoeken risicogrenzen voor MTBE in bodem, sediment, grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en

  12. Inventarisatie van biomassa in Flevoland : een inventarisatie van potentieel beschikbare biomassa in Flevoland, met name niet vastgelegde stromen

    NARCIS (Netherlands)

    Voort, van der M.P.J.; Rooij, de M.

    2012-01-01

    In 2008 is door studenten van de Christelijke Agrarische Hogeschool (CAH) te Dronten een inventarisatie uitgevoerd van biomassa in Flevoland. Dit rapport geeft een goede eerste indruk van de beschikbare stromen. Het probleem is echter dat de stromen, waar we met het project Biomassabank Flevoland

  13. Fósforo da biomassa microbiana em solos sob diferentes sistemas de manejo

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    D. S. Rheinheimer

    2000-09-01

    Full Text Available A biomassa microbiana assume papel importante na reciclagem do fósforo em solos tropicais e subtropicais. Este trabalho teve por objetivo quantificar o teor de fósforo armazenado na biomassa microbiana em solos submetidos a diferentes métodos de preparo e sucessões de culturas. Para tal, foram utilizados quatro experimentos, instalados em diferentes locais no Rio Grande do Sul a partir de 1979, envolvendo métodos de preparo do solo e sucessões de culturas. Em 1997, coletaram-se amostras de solos nos sistemas plantio direto e cultivo convencional, com várias sucessões de culturas, em três camadas de solo. O fósforo acumulado na biomassa microbiana foi determinado por fumigação-extração. O fósforo na biomassa não diferiu entre os métodos de preparo do solo no Latossolo Vermelho Distroférrico típico, mas foi maior no sistema plantio direto em comparação ao cultivo convencional no Latossolo Vermelho Distrófico típico e Argissolo Vermelho Distrófico típico. O cultivo de diferentes plantas anuais não afetou os teores de fósforo microbiano. O fluxo anual de P através da biomassa microbiana variou de 8 a 22 mg dm-3 ano-1 e, no Argissolo Vermelho Distrófico típico, foi maior no sistema plantio direto do que no cultivo convencional.

  14. Biomassa sustentável de juvenis de pirarucu em tanques-rede de pequeno volume

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Cavero Bruno Adan Sagratzki

    2003-01-01

    Full Text Available O objetivo deste trabalho foi estimar a biomassa sustentável de juvenis de pirarucu Arapaima gigas (Cuvier, 1829 mantidos em tanquesrede de pequeno volume. Durante 200 dias os peixes foram estocados em quatro tanques-rede de 1 m³, cada um com biomassa inicial total de 0,84±0,14 kg (21 peixes/tanque-rede. Os tanquesrede foram colocados em um viveiro de 50 m² com renovação constante de água. Os índices do fator de condição, da conversão alimentar, do crescimento específico e do ganho de biomassa revelaram que a biomassa sustentável de juvenis de pirarucu para a criação intensiva em tanques-rede de 1 m³ foi de aproximadamente 29 kg. O comprimento alcançado pelo peixe, no espaço reduzido do tanque-rede, é um fator limitante para manter bons índices zootécnicos.

  15. Naar nieuwe verdienmodellen voor vlees

    NARCIS (Netherlands)

    Poppe, K.J.

    2014-01-01

    De vraag is hoe vlees in de keten op een andere manier tot waarde kan worden gebracht en zodanig dat dit lonend is voor de partijen in de keten. Het project ‘Verdienmodellen’ richt zich op het ontwikkelen en beoordelen van alternatieve businessmodellen met een ander ‘waarde(n)perspectief’ voor de

  16. Naar een gereedschapskist voor constructieve ethiek

    NARCIS (Netherlands)

    Beekman, V.; Weele, van der C.N.

    2004-01-01

    Tot voor kort werd er, ondanks de activiteiten van vele ethische commissies, nauwelijks methodologisch nagedacht over de inbreng van ethici in kwesties rond landbouw en voedselproductie. Het begin 2001 opgerichte Centrum voor Methodische Ethiek & Technology Assessment (META) beschouwt dit als

  17. Alternatieve instrumenten voor het EU-landbouwbeleid?

    NARCIS (Netherlands)

    Silvis, H.J.; Rijswick, van C.W.J.; Bont, de C.J.A.M.

    2001-01-01

    Het EU-landbouwbeleid staat met de parallel lopende onderhandelingen over de uitbreiding en een nieuw WTO-akkoord voor verdere hervormingen. Dit rapport behandelt de vraag of er voor de instrumenten van dit beleid alternatieven kunnen worden aangereikt. Daarbij wordt de aandacht gericht op

  18. The first installation of the WindWall in the Netherlands; Eerste WindWall in Nederland geplaatst

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ten Bolscher, G.H.; Vander Heide, H. [DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2003-09-01

    This article is the first in a series of four on the experiment with the WindWall, a wind turbine on the roof of a school building in Zwolle, Netherlands. The experiment started September 5, 2003. [Dutch] ledereen kent de grote windturbines die elektriciteit opwekken. Nadeel ervan is dat het draagvlak voor plaatsing op het land minder wordt, laat staan dat er mogelijkheden zijn voor toepassing in de gebouwde orngeving. Door diverse marktpartijen worden momenteel kleinere, voor de gebouwde omgeving geschikte windturbines ontwikkeld, die de negatieve eigenschappen van grote windturbines (waarschijnlijk) niet hebben. Hierbij gaat het om eigenschappen als geluidsbelasting, beschaduwing, zichtbare aanwezigheid en visuele vervuiling van het vrije landschap. Op 11 juli 2003 is de eerste WindWall, een 'liggende' windturbine, geplaatst op het dak van het Deltion college in Zwolle in het kader van een praktijkexperiment, dat gesubsidieerd wordt door de Provincie Overijssel. Op 5 september 2003 is het systeern officieel in gebruik genomen.

  19. Conservation of lily plants. Energy conservation by decreasing circulation; Bewaring van lelieplantgoed. Energiebesparing door vermindering van de circulatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Gude, H. Sector Bloembollen, Bomen en Fruit, Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Lisse (Netherlands)); Braam, G.; Vasen, R.; Van Diepen, G. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

    2010-03-15

    By far the most important energy consuming aspect in cultivating lilies is the use of electricity for refrigeration and circulation during storage in the period November until April. The aim of this study is to arrive at standards for refrigeration and ventilation that result in maximum energy conservation without affecting the quality of the lily plants. As for reduced circulation, a comparison has also been made of the on/off control and the frequency control [Dutch] De veruit belangrijkste energiepost bij de teelt van lelies is het verbruik van elektriciteit voor koeling en circulatie tijdens de bewaring van november t/m april. Doel van dit onderzoek is om voor circulatie en ventilatie tot normen te komen waarmee maximaal op energie wordt bespaard zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het lelieplantgoed. Voor de verminderde circulatie is hierbij ook een vergelijking gemaakt tussen de aan/uit regeling en de frequentieregeling.

  20. BENEFÍCIOS DA BIOMASSA DE BANANA VERDE Á SAÚDE HUMANA

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Vânia Thais Silva Gomes

    2017-03-01

    Full Text Available Este estudo tem por objetivo contextualizar os benefícios da biomassa de banana verde na saúde humana. A pergunta norteadora para a construção desta revisão integrativa foi: qual os benefícios da biomassa de banana verde para a saúde humana? Para a seleção dos estudos, utilizou-se as seguintes bases de dados eletrônicas: SCIELO (Scientific Eletronic Library Online, IBECS (Indice Bibliográfico Español de Ciencias de la Salud, LILACS (Literatura LatinoAmericana e do Caribe em Ciências da Saúde e MEDLINE (Medical Literature Analysis and Retrieval System Online. Concluiu-se que a biomassa da banana verde apresenta uma boa quantidade de nutrientes, vitaminas, fibras, o preparo é rápido e fácil, e o custo é acessível. É considerado um alimento funcional, pois apresenta prebióticos, amido resistente em sua composição, portanto considerada uma ótima fonte de nutrientes.

  1. Jongerenwerk als werkplaats voor professionalisering

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Judith Metz

    2012-03-01

    met wetenschappelijke experimentele kennis als norm, is dat zij niet altijd goed aansluiten bij de complexiteit en flexibiliteit van de uitvoeringspraktijk. Vraag is: wat dan wel? In Amsterdam richten opleidingen en werkveld in 2008 Youth Spot op, het onderzoek- en praktijkcentrum voor jongerenwerk, met als doel om gezamenlijk te werken aan de profilering, professionalisering en praktijkontwikkeling van het jongerenwerk. Dit artikel belicht de aanleiding voor het ontstaan van Youth Spot, de structuur van de samenwerking, de ervaringen met de wijze van samen werken en de meerwaarde voor de professionalisering van het grootstedelijk jongerenwerk. Daarmee biedt dit artikel enerzijds een kijkje in de keuken van het (grootstedelijke jongerenwerk en anderzijds biedt zij inzicht in ervaringen met alternatieve professionalisering strategieën.

  2. Zwangerschapsgym voor koeien : stimuleren van lichaamsbeweging in de droogstand zorgt voor een betere start van de lactatie

    NARCIS (Netherlands)

    Goselink, R.M.A.; Gosselink, J.M.J.; Ouweltjes, W.

    2010-01-01

    Is zwangerschapsgym goed voor koeien? Wageningen UR Livestock Research liet droge koeien rondstappen in een tredmolen om die vraag te beantwoorden. Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat extra beweging in de droogstand zorgt voor actievere en gezondere verse koeien.

  3. Meetstrategie bij kernongevallen voor Steuncentrum RIVM

    NARCIS (Netherlands)

    Pruppers MJM; Smetsers RCGM; LSO

    1994-01-01

    Het ongeval met de kerncentrale van Tsjernobyl in april 1986 en de gevolgen daarvan waren aanleiding voor de Nederlandse overheid om de voorzieningen voor de kernongevallen-bestrijding in Nederland te evalueren en te verbeteren. De resultaten van de evaluatie zijn verwerkt in het Nationaal Plan

  4. Campagne begonnen: Samen sterk voor preventie

    NARCIS (Netherlands)

    Crone, A.

    2012-01-01

    De Europese campagne 'Samen sterk voor preventie', een initiatief van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) in Bilbao, wordt in Nederland gecoördineerd door TNO/NL - Focal Point. Werkgevers- en werknemersorganisaties en de overheid werken hierin samen aan het

  5. Onderstam M.8 als alternatief voor M.9 : vraag naar minder gevoelige onderstam voor bacterievuur neemt toe

    NARCIS (Netherlands)

    Steeg, van der P.A.H.; Maas, F.M.

    2012-01-01

    Bacterievuur is in toenemende mate een bedreiging voor de appelteelt in Europa. Nederlandse boomkwekers produceren veel onderstammen en bomen bestemd voor export naar vrijwel alle landen in Europa. Door het toenemende handelsverkeer van plantmateriaal in de EU neemt de kans op verspreiding van en

  6. Six Sigma: blauwdruk voor de kenniseconomie.

    NARCIS (Netherlands)

    Does, R.J.M.M.; de Mast, J.

    2005-01-01

    Abstract Six Sigma is zo langzamerhand een niet weg te denken programma voor kwaliteits- en efficiencyverbeteringen. Het heeft met name voor enorme successen gezorgd in productiebedrijven. Six Sigma ligt ook onder vuur: het zou een trend zijn die voorbij gaat. De auteurs van dit artikel zijn het van

  7. Biotechnologie bedreiging voor mens en natuur? Editorial.

    NARCIS (Netherlands)

    Asseldonk, van J.S.O.

    1988-01-01

    Bundeling van artikelen met aandacht voor het belang van biotechnologische projecten aan de Landbouwuniversiteit; gentransplantatie in de plantenveredeling en moleculaire veredeling; biotechnologisch onderzoek in de praktijk; voorwaarden bij biotechnologie in de veehouderij; de mogelijkheden voor

  8. CHP biomass gasifier for the Zwarts Gerbera Nursery. Technical and economic feasibility; Biomassavergasser-WKK voor Gerberakwekerij Zwarts. Technische inpassing en economische haalbaarheid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Peeters, S.; Hart, A. [Energy Matters, Driebergen (Netherlands)

    2011-10-15

    euro/MWh, huidige houtsnipperprijzen en bijmenging van goedkopere reststromen zoals riet, is de terugverdientijd 3 a 4 jaar. Wanneer de biomassa voor 4 a 5 jaar tegen een vaste prijs gecontracteerd kan worden, is investeren in een vergasser-WKK zeker een interessant alternatief voor de gangbare gas-WKK binnen de glastuinbouw. Voor deze haalbaarheidsstudie is uitgegaan van biomassakosten voor de tuinder van 35 euro/ton voor een hout en riet-mengsel (respectievelijk 87,5% en 12,5%) en 40 euro/ton voor 100% houtsnippers, inclusief transport. Hierbij is uitgegaan van 25 euro/ton rietafvoerkosten voor de leverancier, de provincie Utrecht, Natuurmonumenten en/of Staatsbosbeheer. Deze partijen betalen dan géén 35 euro/ton om het te laten verwerken door een groeninzamelaar. De tuinder ontvangt voor het afnemen van het riet dan 10 euro/ton en ondervangt daarmee een deel van zijn investeringsrisico. Het goedkope riet draagt daarmee voor een belangrijk deel bij aan de positieve rentabiliteit van de installatie. Het rietareaal in de provincie Utrecht is echter niet toereikend voor de totale energiebehoefte van kwekerij Zwarts, laat staan voor meer energieprojecten. Verder dient voor het plaatsen van de installatie een 'WABO-vergunning' aangevraagd te worden en dienen enkele maatregelen getroffen te worden. De installatie is in de huidige situatie goed in te passen, zowel qua plaatsing, aansluiting als logistiek, de aanvoer van biomassa en de afvoer van verbrandingsassen.

  9. Muhammad Ali: parel voor de sport en de mensheid

    NARCIS (Netherlands)

    Jan de Leeuw

    2016-01-01

    Begin juni 2016 overleed Muhammad Ali, volgens velen de grootste sportman allertijden. De betekenis van Ali voor de sport is groot geweest. Maar zijn betekenis voor de mensheid is nog groter. Ali stond voor de idealen van gelijkheid, rechtvaardigheid, vrijheid en vrede. Hij staat op een lijn met

  10. Ecotopenkaart voor het Eems-Dollard estuarium

    NARCIS (Netherlands)

    Ysebaert, T.; Wal, van der J.T.; Tangelder, M.; Groot, de A.V.; Baptist, M.J.

    2016-01-01

    Dit rapport geeft een eerste aanzet tot het maken van een actuele ecotopenkaart voor het Eems-Dollard estuarium (NL en D deel, excl. Unterems) volgens de ZES.1 methodiek. Dit is één van de instrumenten die kan worden gebruikt voor het evalueren van mogelijke maatregelen in het MIRT-onderzoek en de

  11. The Index for Sustainable Economic Welfare for Flanders, Belgium, 1990-2009; De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bleys, B. [Geassocieerde Faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde, Hogeschool Gent, Associatie Universiteit Gent, Gent (Belgium)

    2012-05-15

    In this report the Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) is compiled for Flanders for the period 1990-2009. The index is a measure of economic welfare in that it measures the contribution of a country's or region's economy to the overall level of well-being of its citizens. In this regard, the ISEW can be regarded as an indicator for the economic dimension of well-being [Dutch] In deze studie wordt de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW - Index of Sustainable Economic Welfare) berekend voor Vlaanderen voor de periode 1990-2009. Deze index is een maatstaf voor economische welvaart en meet de bijdrage van het economische systeem van een land of regio tot het algemene welzijn van haar bevolking. De ISEW kan dus gezien worden als een indicator voor de economische dimensie van welzijn.

  12. Plastic zonder olie : lesmodule voor nieuwe scheikunde

    NARCIS (Netherlands)

    Langejan, B.; Klein Douwel, C.; Horst, ter J.J.; Tijdink, K.; Marle, van N.; Klaasen, P.; Coolen, R.; Assenbergh, van P.; Sijbers, J.P.J.; Mast, A.

    2013-01-01

    Lesmodule voor nieuwe scheikunde voor leerlingen uit 5 en 6 vwo. Bioplastics worden gemaakt uit natuurlijke grondstoffen. Als ze de synthetische plastics vervangen kan de voorraad aardolie ontzien worden. Omdat veel bioplastics afbreekbaar zijn, kan ook de berg plastic afval krimpen. Maar zijn

  13. 'Spelen' met scherm nodig voor gewenst klimaat

    NARCIS (Netherlands)

    Dieleman, J.A.; Esmeijer, M.H.; Kempkes, F.L.K.; Reijnders, C.E.; Ruijs, M.N.A.

    2006-01-01

    Schermen heeft directe invloed op de temperatuur, instraling en luchtvochtigheid in de kas. Dat heeft dus ook gevolgen voor de groei van het gewas. Ook voor het energieverbruik heeft schermen consequentieverlies. Wanneer moet het scherm dicht en wat is het effect van kieren?

  14. TeSLA presentatie voor medewerkers van AMN

    NARCIS (Netherlands)

    Janssen, José

    2017-01-01

    Presentatie over Online toetsen voor medewerkers van AMN (www.amn.nl). Topics: assessment onderzoek Welten-instituut en meer in het bijzonder het TeSLA project waarin instrumenten voor authenticatie en auteurschap verificatie worden gecombineerd om betrouwbaar toetsen op afstand mogelijk te maken.

  15. Produção de biomassa florestal para energia em sistemas agroflorestais

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Gabriel Browne de Deus Ribeiro

    2017-12-01

    Full Text Available O objetivo dessa revisão foi avaliar o potencial da produção de biomassa florestal com fins energéticos em Sistemas Agroflorestais (SAFs. O uso da madeira e de resíduos florestais para energia tem sido bastante estimulado no Brasil e no mundo nas últimas décadas, em razão de questões ambientais e da sua viabilidade técnica e econômica. No entanto, seu desenvolvimento em SAFs ainda necessita de mais estudos. Foram analisadas as principais características técnicas e econômicas para a produção de madeira para energia em SAFs, destacando espécies arbóreas, qualidade de sítio, características socioeconômicas e práticas agrossilviculturais. Os principais estudos encontrados são oriundos da Europa, Estados Unidos, Ásia e África, enquanto que no Brasil ainda existe escassez de trabalhos nesse tema, embora o país seja grande consumidor de biomassa florestal para energia. Todos os trabalhos encontrados indicaram que existe potencial técnico e econômico para a geração de energia de biomassa em SAFs, tanto para o abastecimento do produtor rural, quanto para a comercialização da madeira com qualidade para uso energético. Contudo, essa relação depende fundamentalmente de: maior estruturação do mercado para biomassa florestal, características socioeconômicas regionais e condições ambientais.

  16. Biotechnology for bulk production of organic chemicals. Use of biomass as an option for the future?; Biotechnologie voor bulkproductie van organische chemicalien. Inzet biomassa optie voor de toekomst?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Patel, M.K.; Crank, M.; Dornburg, V.; Hermann, B.G. [Sectie Natuurwetenschap en Samenleving, Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Van Overbeek, L. [Plant Research International, Wageningen (Netherlands)

    2007-07-01

    This article summarizes the BREW study (Biotechnological production of bulk chemicals from RenEWable resources), which was carried out for the European Commission by a consortium, coordinated by the Copernicus Institute of the Utrecht University in the Netherlands. The study investigates the medium and long-term opportunities and risks of the biotechnological production of organic chemicals. The objective is to gain better understanding of the techno-economic and the societal viability of White Biotechnology in the coming decades. The key research questions are which products could be made with White Biotechnology, whether these products can contribute to savings of energy use and greenhouse gas (GHG) emissions, under which conditions the products become economically viable, which risks may originate from the use of genetically modified organisms (GMO) in fermentation and what the public perception is. [Dutch] Tegenwoordig worden bijna alle organische chemische stoffen en plastics geproduceerd uit ruwe olie en aardgas. Moet dit zo blijven of zijn er andere, meer duurzame manieren om chemische stoffen te produceren? Het gebruik van biomassa als grondstof en het inzetten van biotechnologie zijn twee mogelijkheden. Maar wanneer we deze methoden gebruiken, Iopen we dan tegen nieuwe, onvoorziene risico's aan? Dit artikel geeft een samenvatting van de uitkomst van een gedetailleerde studie, gefinancierd door de Europese Unie, over deze en andere belangrijke vragen.

  17. STUDI EKSPERIMEN PEMILIHAN BIOMASSA UNTUK MEMPRODUKSI GAS ASAP CAIR ( LIQUID SMOKE GASES SEBAGAI BAHAN PENGAWET

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Sugeng Slamet

    2015-04-01

    Full Text Available ABSTRAK Pengertian umum asap cair merupakan suatu hasil destilasi atau pengembunan dari uap hasil pembakaran tidak langsung maupun langsung dari bahan yang banyak mengandung karbon dan senyawa- senyawa lain. Bahan baku yang banyak digunakan untuk membuat asap cair adalah kayu, bongkol kelapa sawit, ampas hasil penggergajian kayu, dan lain-lain. Pembuatan asap cair menggunakan metode pirolisis yaitu peruraian dengan bantuan panas tanpa adanya oksigen atau dengan jumlah oksigen yang terbatas. Biasanya terdapat tiga produk dalam proses pirolisis yakni: gas, pyrolisis oil, dan arang, yang mana proporsinya tergantung dari metode pirolisis, karakteristik biomassa dan parameter reaksi. Metode yang dilakukan diawali dengan melakukan rancang bangun unit pirolisator lengkap dengan perangkat kondensor dengan pipa tembaga tipe spiral untuk memproduksi gas asap cair dari bahan biomassa yang dipilih yaitu tempurung kelapa dan sampah organik. Metode Pirolisis yang merupakan proses reaksi penguraian senyawa-senyawa penyusun kayu keras menjadi beberapa senyawa organik melalui reaksi pembakaran kering pembakaran tanpa oksigen. Reaksi ini berlangsung pada reaktor pirolisator dengan variasi temperatur 150oC, 250oC dan 300oC selama 8 jam pembakaran. Asap hasil pembakaran dikondensasi dengan kondensor yang berupa pipa tembaga melingkar. Hasil dari proses pirolisis diperoleh tiga produk yaitu asap cair, tar, dan arang. Kondensasi dilakukan dengan pipa atau koil melingkar yang dipasang dalam bak pendingin. Air pendingin dapat berasal dari air hujan yang ditampung dalam bak penampungan. Hasil yang diperoleh dari penelitian ini adalah biomassa tempurung kelapa menghasilkan jumlah senyawa fenol lebih besar 30-33%. Hal ini menunjukkan bahwa pada jenis biomassa ini lebih unggul dalam fungsi sebagai antioksidan, karena kaya akan kandungan senyawa fenol, sehingga lebih optimal dalam hal menghambat kerusakan pangan dengan cara mendonorkan hidrogen. Sedangkan biomassa cangkang

  18. Strategisch beheer C2000 : kiezen voor slagkracht

    NARCIS (Netherlands)

    Verdonck, Klooster & Associates (VKA); Het Expertice Centrum (HEC); WODC

    2011-01-01

    De invoering van C2000 heeft ertoe geleid dat er één landelijk systeem wordt gebruikt voor (groeps)communicatie voor en door de hulpdiensten. Daarnaast kent C2000 nog vele andere gebruikers zoals Defensieonderdelen, Douane, Kustwacht etc. C2000 moet in zowel de normale dag/dagelijkse

  19. Ruimte in regels: 10 succesvolle voorbeelden op wet en regelgeving binnen ruimtelijke ordening voor multifunctionele landbouw voor en door gemeenten

    NARCIS (Netherlands)

    Schoorlemmer, H.B.; Waal, van der B.H.C.; Oppedijk van Veen, J.; Migchels, G.; Mul, M.F.

    2007-01-01

    Deze VNG brochure geeft een overzicht van 10 succesvolle voorbeelden op wet en regelgeving binnen ruimtelijke ordening voor multifunctionele landbouw voor en door gemeenten. Van traditionele bestemmingsplannen naar een nieuw, ontwikkelingsgericht beleid. De brochure is samengesteld door PPO

  20. Byproducts for biofuels; Bijproducten voor biobrandstoffen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bondt, N.; Meeusen, M.J.G.

    2008-02-15

    This report examines the market for residues from the Dutch food and beverage industry, and the appeal of these residues for the production of bio-ethanol and biodiesel. The firstgeneration technology is readily suited to the conversion of no more than 29% of the 7.5 million tonnes of residues into biofuels. Moreover, when non-technological criteria are also taken into account virtually none of the residues are of interest for conversion into bioethanol, although vegetable and animal fats can be used to produce biodiesel. The economic consequences for sectors such as the animal-feed sector are limited. [Dutch] Dit rapport beschrijft de markt van reststromen uit de Nederlandse voedings- en genotmiddelenindustrie, en de aantrekkelijkheid van deze reststromen voor de productie van bioethanol en biodiesel. De eerstegeneratietechnologie kan slechts 29% van de 7,5 miljoen ton reststromen goed omzetten in biobrandstoffen. Als bovendien rekening wordt gehouden met niet-technische criteria blijken er voor bio-ethanol niet of nauwelijks reststromen interessant te zijn. Voor biodiesel kan wel gebruik worden gemaakt van de plantaardige en dierlijke vetten. De economische gevolgen voor onder meer de diervoedersector zijn beperkt.

  1. Isoproturon in de graanteelt : alternatieven voor isoproturon voor schoner water

    NARCIS (Netherlands)

    Slabbekoorn, J.J.; Zeeland, van M.G.; Weide, van der R.Y.

    2006-01-01

    Binnen het praktijknetwerk Telen met toekomst testen en beoordelen agrarisch ondernemers nieuwe duurzame teeltmaatregelen in de praktijk. Eén daarvan is het zoeken van alternatieven voor isoproturon. Hiermee proberen zij een stap dichter bij de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de kaderrichtlijn

  2. Six Sigma als blauwdruk voor de kenniseconomie.

    NARCIS (Netherlands)

    de Mast, J.; Does, R.J.M.M.

    2005-01-01

    Abstract Six Sigma is zo langzamerhand een niet weg te denken programma voor kwaliteits- en efficiencyverbeteringen. Het heeft met name voor enorme successen gezorgd in productiebedrijven. Six Sigma ligt ook onder vuur: het zou een trend zijn die voorbij gaat. De auteurs van dit artikel zijn het van

  3. Op het grensvlak van chemie en biotechnologie (interview met Harry Bitter)

    NARCIS (Netherlands)

    Gool, van J.; Bitter, J.H.

    2015-01-01

    Harry Bitter, sinds twee jaar hoogleraar Biobased Chemistry & Technology aan de Wageningen Universiteit, pleit voor meer chemie en katalyse in het onderzoek naar biobased producten. ‘Mijn onderzoeksfocus ligt op hoe je de omzettingen van biomassa naar product zo optimaal mogelijk kunt uitvoeren.

  4. 20 Jaar Interuniversitair Centrum voor Onderwijsonderzoek: een retrospectief

    NARCIS (Netherlands)

    van Merrienboer, J.J.G.; van Merrienboer, Jeroen; Wopereis, Iwan; Bosker, Roel; Creemers, Bert; de Jong, Anthonius J.M.; Scheerens, Jaap; Simons, P. Robert-Jan

    2009-01-01

    Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijsonderzoek (ICO) bestaat meer dan 20 jaar. Dit artikel blikt terug op de ontwikkeling van de school en onderzoekt of de doelstellingen bereikt zijn: (1) het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs voor promovendi; (2) het bevorderen

  5. Het belang van groot dood beukenhout voor paddestoelen

    NARCIS (Netherlands)

    Veerkamp, M.T.

    2003-01-01

    Derde artikel in een serie van drie over de rol van dood beukenhout voor de biodiversiteit. In Nederlandse beukenbossen op zowel zand- als kleigrond is onderzoek gedaan naar de paddestoelenflora op dode beukenstammen. Belangrijke factoren voor de soortensamenstelling blijken het verteringsstadium en

  6. Leenwoordtheorie voor Italianisten

    NARCIS (Netherlands)

    Boer, M.G. de

    2009-01-01

    SAMENVATTING Dit artikel is een inleiding voor de bestudering van leenwoorden, speciaal tussen Italiaans en Nederlands. Het behandelt de bestandopname, zoekstrategieën en taalkundige en sociale aspecten van de leenwoorden en geeft een aantal woordgeschiedenissen. RIASSUNTO Questo articolo è

  7. Draft of the EU regulation for the infrastructure for alternate fuels. Impact assessment for the Netherlands; Concept EU Richtlijn Uitrol Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen. Impact Assessment voor NL

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Weeda, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-08-15

    On 24 January 2013, the European Commission approved a proposal for a directive on the rollout of infrastructure for alternative fuels for transport. The directive mostly covers the charging infrastructure for electric vehicles; CNG, LNG and hydrogen refuelling stations for road traffic, and LNG bunker facilities for shipping. On assignment of the Dutch Ministry of Infrastructure and the Environment, ECN conducted an impact assessment of the proposal for the directive for the Dutch situation. The overall conclusion is that the estimates for the Netherlands in the framework of the directive with regard to the required infrastructure for alternative fuels and the investment amount reasonably concur with the government's objectives and the expectations of market parties. Given all uncertainties about numbers and exact costs, the conclusion is drawn that, until the end of 2020, an amount of about Meuro 400 will be needed for investments in the infrastructure for alternative fuels. However, this covers only a part of the investments related to the directive. To realise the objectives, applications for alternative fuels will need to be stimulated and the financial gap in exploiting infrastructures also needs to be financed. As it is difficult to determine beforehand which costs are involved, it is important to maintain flexibility in objectives for volume and realisation pace of the infrastructure for alternative fuels. In this respect, a result obligation to realise a certain volume of infrastructure before a set date, as envisaged by the directive, is not beneficial [Dutch] Op 24 januari 2013 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn goedgekeurd betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor transport. De richtlijn heeft vooral betrekking op oplaadinfrastructuur voor elektrische auto's; CNG, LNG en waterstoftankstations voor wegverkeer, en LNG bunkerfaciliteiten voor de scheepvaart. ECN heeft in opdracht van het

  8. Toekomstvaste fysieke toegangsystemen : Public Key Infrastructure als oplossing voor fysiek toegangbeheer

    NARCIS (Netherlands)

    Kleinhuis, G.; Olk, J.G.E.

    2011-01-01

    Voor fysieke toegangssystemen wordt veelal gebruik gemaakt van toegangspassen met een contactlose chip. Soms zijn deze passen ook nog voorzien van een PKI (Public Key Infrastructure) contactchip voor toegang tot ICT en/of het plaatsen van een digitale handtekening. Ook voor fysieke toegang bied PKI

  9. Caprolactam from renewable resources : catalytic conversion of 5-hydroxymethylfurfural into caprolactone

    NARCIS (Netherlands)

    Teddy, T

    2013-01-01

    In zijn dissertatie beschrijft dhr. Teddy experimentele onderzoek naar de omzetting van 5-hydroxymethylfurfural (HMF) naar caprolactam, de uitgangsstof voor nylon 6. Het HMF kan op zijn beurt weer gemaakt worden uit lignocellulosische biomassa, zoals hout of grasachtig afval, is dan dus een groen

  10. Biomassa voor de energievoorziening van tuinbouwclusters

    NARCIS (Netherlands)

    Zwart, de H.F.; Ruijs, M.N.A.; Visser, H.J.M.

    2016-01-01

    Biomass combustion in combination with a cluster of greenhouses to provide heat, CO2 and electricity can provide a partly solution to the sustainability of the horticultural sector. A biomass gasification plant could also provide valuable biochar, the result of partial combustion of biocarbon. This

  11. Perspectieven voor omgekeerde osmose

    NARCIS (Netherlands)

    Gastel, van J.; Thelosen, J.

    1994-01-01

    Het Praktijkonderzoek Varkenshouderij onderzocht van januari 1992 tot augustus 1993 op het Varkensproefbedrijf te Sterksel de mogelijkheden voor het concentreren van bezonken zeugenmest door middel van omgekeerde osmose

  12. Regenwater opvangen voor het vee loont op Lagekostenbedrijf

    NARCIS (Netherlands)

    Blanken, K.

    2005-01-01

    Het Lagekostenbedrijf in Lelystad heeft ongeveer een jaar een proefopstelling gebruikt om regenwater op te vangen en als drinkwater voor het vee te gebruiken. De kosten voor het aanleggen van de watervoorziening zijn berekend en in een tabel weergegeven, evenals de besparing op de hoeveelheid

  13. Duurzaamheidinspiratie voor nieuwe gemeenteraadsverkiezingen 2018 in governance monitor

    NARCIS (Netherlands)

    Zoeteman, Bastiaan

    2017-01-01

    Begin dit jaar hebben Telos en VNG International voor het eerst een Governance monitor duurzame gemeenten gepubliceerd. Deze monitor is opgesteld in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu waarbij de Nationale monitor duurzame gemeenten van Telos - die de basis is voor de

  14. Aquatische biomassa, het verwaarden van waterige reststromen op lokaal niveau

    NARCIS (Netherlands)

    Huurman, Sander; Weide, van der R.Y.

    2015-01-01

    Het verwaarden van lokaal geproduceerde waterige reststromen door middel van aquatische biomassa is onderdeel van de PPS Kleinschalige bioraffinage (WP5). In dit deelrapport is een overzicht van een aantal in Nederland aanwezige waterige reststromen weergegeven. Een aantal van deze reststromen is

  15. Ondernemerschap voor architecten

    NARCIS (Netherlands)

    Van Doorn, A.J.

    2011-01-01

    Voor sommigen is ondernemen een ambitie op zich of een manier om autonoom te kunnen opereren. Anderen zien ondernemen als een alternatieve manier om geld te verdienen. Bij vrije beroepen zoals huisartsen, advocaten en artiesten is het ondernemerschap meestal een noodzakelijk kwaad. Architecten

  16. Randvoorwaarden ontwerp happy games voor ouderen met dementie

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. A.L. Cordia

    2014-01-01

    Deze publicatie is in twee fasen tot stand gekomen tijdens het In Touch onderzoek. De eerste fase had als doel de randvoorwaarden te bepalen voor het ontwerpen van drie nieuwe iPad spellen voor ouderen met dementie en betrof een beperkt literatuuronderzoek op gerelateerde onderwerpen, daar

  17. Pemanfaatan Limbah Biomassa Cangkang Kakao Dan Kemiri Sebagai Bahan Bakar Briket (Utilization of Biomass Wastes From Cocoa and Candlenut Shells as Fuel Briquette)

    OpenAIRE

    Saptoadi, Harwin; Syamsiro, Moch; Tambunan, Bisrul Hapis

    2007-01-01

    ABSTRAK  Biomassa adalah sumber energi utama jutaan manusia di dunia, akan tetapi penggunaannya menurun ketika batubara, minyak dan gas tersedia cukup melirnpah. Namun akhir-akhir ini perhatian muncul kembali karena terjadinya krisis energi dan isu-isu lingkungan. Pemanfaatan biomassa untuk menggantikan bahan bakar fosil dapat menurunkan persoalan emisi CO2 global. Penelitian ini bertujuan untuk mengkaji alternatif sumber energi terbarukan dengan pemanfaatan limbah biomassa cangkang kakao...

  18. Kruiden voor kippen?

    NARCIS (Netherlands)

    Asseldonk, van T.; Puls, I.; Animal Sciences Group (ASG),

    2008-01-01

    In de biologische pluimveesector worden regelmatig kruidenmiddelen gebruikt, en ook in de reguliere pluimveehouderij worden steeds meer producten op basis van kruiden toegepast. Wat zijn dat voor middelen en wat kan hiervan worden verwacht? Welk product te kiezen uit het ruime aanbod? In dit

  19. BIOMASSA VERDE DE PLANTAS COMO ADUBO DE COBERTURA EM CULTIVO ORGÂNICO DE REPOLHO

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Luiz Fernando Favarato

    2017-10-01

    Full Text Available O objetivo deste trabalho foi avaliar o potencial da biomassa de leucena e mamona como adubação de cobertura, sobre o desenvolvimento do repolho e os atributos do solo em sistema orgânico de produção. Foram implantados dois experimentos no ano de 2011, com leucena e mamona, avaliando-se cinco espessuras de biomassa (0, 1, 2, 3 e 4 cm como cobertura no entorno das plantas de repolho, aplicadas aos 15 dias após o plantio. Os resultados comprovaram efeitos significativos destas formas de adubação sobre o desenvolvimento inicial das plantas de repolho e sobre os atributos do solo, comprovando eficiência no fornecimento de nitrogênio para esta cultura. Não foram verificados ajustes significativos para os modelos de regressão sobre os atributos do solo para as diferentes espessuras de aplicação das biomassas, à exceção do teor de potássio, que foi favorecido com o aumento das quantidades aplicadas.

  20. Keurmerk voor sociaal aannamebeleid. Prestatieladder Socialer Ondernemer ook bruikbaar voor SW

    NARCIS (Netherlands)

    Smit, A.

    2012-01-01

    De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) geeft bedrijven die meer dan gemiddeld bijdragen aan werkgelegenheid voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt een erkenning. De PSO is 14 juni gelanceerd door TNO en ontwikkeld in samenwerking met onder andere zeven SW-bedrijven.ln dit artikeì de

  1. Citizen science projecten effectief opzetten en uitvoeren voor ecologische studies in Nederland

    NARCIS (Netherlands)

    Bosch, T.; Fijen, T.P.M.; Laat, de H.H.A.; Nieuwpoort, van D.; Reinders, M.; Scheen, M.; Scheepens, S.; Alebeek, van F.A.N.

    2014-01-01

    Citizen science (CS) is een term die wordt gebruikt voor het inzetten van burgers voor het verzamelen, en soms zelfs verwerken, van gegevens voor wetenschappelijk onderzoek. Over het algemeen hebben ecologische studies namelijk veel gegevens nodig die gedurende een lange tjd zijn verzameld en

  2. Plastic zonder olie : lesmodule voor nieuwe scheikunde

    OpenAIRE

    Langejan, B.; Klein Douwel, C.; Horst, ter, J.J.; Tijdink, K.; Marle, van, N.; Klaasen, P.; Coolen, R.; Assenbergh, van, P.; Sijbers, J.P.J.; Mast, A.

    2013-01-01

    Lesmodule voor nieuwe scheikunde voor leerlingen uit 5 en 6 vwo. Bioplastics worden gemaakt uit natuurlijke grondstoffen. Als ze de synthetische plastics vervangen kan de voorraad aardolie ontzien worden. Omdat veel bioplastics afbreekbaar zijn, kan ook de berg plastic afval krimpen. Maar zijn bioplastics in staat om ons de reguliere plastics te doen vergeten? Hoe maken we bioplastics met dezelfde veelzijdige eigenschappen als plastic? Waar komen de uiteenlopende eigenschappen van plastics ei...

  3. Nieuwe ontwikkelingen in de bouw bieden marktkansen voor boomkwekerij

    NARCIS (Netherlands)

    Hop, M.E.C.M.

    2011-01-01

    Het beplanten van daken en gevels staat in de bouwwereld flink in de belangstelling. De beplanting biedt veel voordelen en diverse gemeenten in Nederland geven er al subsidie voor. Het is dan ook steeds interessanter om gebouwen te begroenen. Dat opent een markt voor kwekers.

  4. Kwaliteit biogas-CO2 voor toepassing in de glastuinbouw

    NARCIS (Netherlands)

    Dijk, van C.J.; Meinen, E.; Dueck, T.A.

    2014-01-01

    Een lijst van specificaties voor vloeibaar CO2 uit biogas moet voorkomen dat fytotoxische componenten vanuit het biogas meekomen met de CO2 stroom en een risico vormen voor de gewassen in glastuinbouw. Op basis van eerder uitgevoerde metingen in afgassen van vergistingsinstallaties is een lijst

  5. Natuur en landschap voor mensen : achtergronddocument bij Natuurbalans 2007

    NARCIS (Netherlands)

    Vreke, J.; Donders, J.L.M.; Elands, B.H.M.; Goossen, C.M.; Langers, F.; Niet, de R.; Vries, de S.

    2007-01-01

    Dit WOT rapport analyseert twee aspecten. 1. ‘Mensen-voor-natuurbeleid’ dat erop is gericht om de houding en het gedrag van mensen ten opzichte van natuur te beïnvloeden, zodanig dat het draagvlak voor natuur en natuurbeleid toeneemt (zoals NME Natuur- en MilieuEducatie); 2.

  6. Influência da ingestão de biomassas de spirulina (Arthrospira sp. sobre o peso corporal e consumo de ração em ratos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Araújo Kátia Gomes de Lima

    2003-01-01

    Full Text Available Neste trabalho verificou-se a influência do consumo de biomassas provenientes de três diferentes origens sobre o peso corporal e consumo de ração em ratos Wistar, machos e adultos. Grupos que consumiram 5% ou 10% (p/p da biomassa foram comparados com um controle. A biomassa I não promoveu diferença significativa no consumo de ração ou peso corporal dos três grupos. A biomassa II não causou diferença significativa no peso corporal, mas sim no consumo de ração. A biomassa III não causou diferença significativa no consumo de ração, nem no peso corporal, mas houve tendência de maior ganho de peso para o grupo que consumiu a ração contendo 10% de spirulina. Os resultados obtidos indicam que diferentes biomassas podem apresentar diferentes propriedades, mas não confirmam a alegação de que a spirulina pode levar a diminuição de peso ou de consumo de alimento.

  7. Onderzoek naar leverbot deel 1: Instrument voor bedrijfsanalyse op risicofacturen leverbotbestrijding

    NARCIS (Netherlands)

    Verwer, Cynthia; Verkaik, Jan; Neijenhuis, Francesca

    2017-01-01

    risico’s & kansen Een in Nederland afgekeurde lever met vergrote galgangen met aanwijzingen voor ontsteking. Leverbotbestrijding Instrument voor bedrijfsanalyse op risicofactoren risico’s & kansen

  8. Hebben de COSO-modellen toegevoegde waarde voor de Rijksoverheid?

    NARCIS (Netherlands)

    Droogsma, J.

    2007-01-01

    In dit artikel wordt ingegaan op de toegevoegde waarde van de COSO-modellen voor de interne beheersing bij de Rijksoverheid. De aanleiding voor dit artikel is de rapportage van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag van het Rijk over 2005. In deze rapportage geeft de Algemene Rekenkamer een

  9. Metriocnemus carmencitabertarum, een nieuwe dansmug voor Nederland (Diptera: Chironomidae)

    NARCIS (Netherlands)

    Kuper, J.T.; Moller Pillot, H.K.M.

    2012-01-01

    In augustus 2011 werd een larve van een dansmug gevonden in een emmer onder een dakgoot in Appingedam. Na uitkweken bleek het te gaan om Metriocnemus carmencitabertarum, een nieuwe soort voor Nederland. In het buitenland komt deze soort voor in met water gevulde natuurlijke kommen in rotsen en

  10. Een punt voor gym!? : beoordelen in de lichamelijke opvoeding

    NARCIS (Netherlands)

    Gertjan van Dokkum; dr. Lars B. Borghouts; drs Menno Slingerland

    2013-01-01

    Het is logisch dat je een cijfer krijgt voor wiskunde, Engels, Nederlands, scheikunde. Maar hoe zit het eigenlijk met het vak Lichamelijke Opvoeding? Leerlingen, ouders, de school, iedereen verwacht een 'punt voor gym' op het rapport. Maar het zal niet gauw voorkomen dat een leerling die op de

  11. Facebook: Goudmijn voor sociologen?

    NARCIS (Netherlands)

    Sipma, T.

    2017-01-01

    Miljoenen gebruikers van sociale media laten hun gegevens achter op het web. Zijn deze gegevens interessant voor sociale wetenschappers? En welke vragen kunnen zij ermee beantwoorden. Promotie: Bart Hofstra (15 december 2017), Online social networks: Essays on membership, privacy, and structure.

  12. Switching slips. Building blocks for a robust environmental policy for the 21st century; Wissels omzetten. Bouwstenen voor een robuust milieubeleid voor de 21e eeuw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hoogervorst, N.; Hajer, M.; Dietz, F.; Timmerhuis, J.; Kruitwagen, S.

    2013-06-15

    With this 'signal report', PBL (Netherlands Environmental Assessment Agency) offers building blocks for a robust environmental policy for the twentyfirst century, such as changes in consumer behavior, new coalitions of interests and stakeholders, and the establishment of an investment fund for eco-innovation. Which track does the Netherlands want to follow? With this essay, PBL is calling for a broad public debate on this issue [Dutch] In dit signalenrapport reikt het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) bouwstenen aan voor een robuust milieubeleid voor de eenentwintigste eeuw, zoals gedragsverandering van consumenten, nieuwe coalities van belangen en betrokkenen, en de oprichting van een investeringsfonds voor eco-innovatie. Welk spoor wil Nederland bewandelen? Met dit essay roept het PBL op tot een breed maatschappelijk debat over deze vraag.

  13. Switching slips. Building blocks for a robust environmental policy for the 21st century; Wissels omzetten. Bouwstenen voor een robuust milieubeleid voor de 21e eeuw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hoogervorst, N.; Hajer, M.; Dietz, F.; Timmerhuis, J.; Kruitwagen, S.

    2013-06-15

    With this 'signal report', PBL (Netherlands Environmental Assessment Agency) offers building blocks for a robust environmental policy for the twentyfirst century, such as changes in consumer behavior, new coalitions of interests and stakeholders, and the establishment of an investment fund for eco-innovation. Which track does the Netherlands want to follow? With this essay, PBL is calling for a broad public debate on this issue [Dutch] In dit signalenrapport reikt het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) bouwstenen aan voor een robuust milieubeleid voor de eenentwintigste eeuw, zoals gedragsverandering van consumenten, nieuwe coalities van belangen en betrokkenen, en de oprichting van een investeringsfonds voor eco-innovatie. Welk spoor wil Nederland bewandelen? Met dit essay roept het PBL op tot een breed maatschappelijk debat over deze vraag.

  14. Workshop ALOUD 'Onderzoek voor, door en met de OU'

    NARCIS (Netherlands)

    Gijselaers, Jérôme; De Groot, Renate

    2015-01-01

    Vraagt u zich wel eens af wat de doorsnee kenmerken zijn van de OU-student? Hoeveel studenten daadwerkelijk starten met de studeren? Wie van deze groep succesvol zijn? En welke verschillen er zitten tussen de faculteiten? En wilt u meedenken over wat voor details we van studenten willen weten voor

  15. Consument en cybersecurity : Een agenda voor Europese harmonisatie van zorgplichten

    NARCIS (Netherlands)

    Verbruggen, Paul; Wolters, P.T.J.

    Cybersecurity – de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van ICT-toepassingen – is van groot belang voor onze maatschappij. In deze bijdrage wordt onderzocht of en in hoeverre Europese harmonisatie van civielrechtelijke zorgplichten voor cybersecurity van ICT-toepassingen aangeboden aan

  16. Isoproturon in de graanteelt : alternatieven voor isoproturon voor schoner water

    OpenAIRE

    Slabbekoorn, J.J.; Zeeland, van, M.G.; Weide, van der, R.Y.

    2006-01-01

    Binnen het praktijknetwerk Telen met toekomst testen en beoordelen agrarisch ondernemers nieuwe duurzame teeltmaatregelen in de praktijk. Eén daarvan is het zoeken van alternatieven voor isoproturon. Hiermee proberen zij een stap dichter bij de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de kaderrichtlijn water (KRW) te komen. Isoproturon is een stof die vaak in hoge concentraties wordt aangetroffen in oppervlaktewateren. Door waterschappen wordt deze stof aangemerkt als 'probleemstof'. In deze brochur...

  17. Overzicht kwaliteitsindicatoren regionale laboratoria voor Down syndroom screening - 2015 RIVM

    NARCIS (Netherlands)

    Bom E; Rodenburg W; PNB; I&V

    2017-01-01

    Het screeningslaboratorium van het RIVM is een van de zeven laboratoria in Nederland die de zogeheten combinatietest uitvoert voor zwangere vrouwen op de syndromen van Down, Edwards en Patau. Dit rapport beschrijft de kwaliteitsindicatoren van de analyses die het laboratorium uitvoert voor de

  18. Produção de biomassa de microalgas cultivadas em esgoto sanitário biodigerido visando a produção de biodiesel

    OpenAIRE

    Silva, Débora Andreatta da

    2014-01-01

    Resumo: As microalgas apresentam potencial como agente biorremediador de efluentes e com a possibilidade de geração de energia pelo aproveitamento de sua biomassa e óleo. O custo de produção das microalgas está principalmente relacionado ao meio de cultivo e aproveitamento da biomassa. Desta forma, o objetivo desse estudo foi utilizar esgoto sanitário como meio de cultivo para a produção de biomassa de microalga visando o tratamento desse efluente. O esgoto possui alto teor de material orgâni...

  19. Eindrapportage: Bedrijven voor Bijen

    NARCIS (Netherlands)

    Cornelissen, B.; Alebeek, van F.A.N.; Berg, van den W.

    2015-01-01

    In het project “Bedrijven voor Bijen” (2012 – 2014) hebben verschillende partijen, waaronder De Gasunie en Wageningen UR, onderzocht hoe en met welke maatregelen populaties van bijen op bedrijventerreinen en in industriële infrastructuur versterkt kunnen worden. Het onderzoek bestaat uit drie

  20. Mobiele video voor bedrijfscommunicatie

    NARCIS (Netherlands)

    Niamut, O.A.; Weerdt, C.A. van der; Havekes, A.

    2009-01-01

    Het project Penta Mobilé liep van juni tot november 2009 en had als doel de mogelijkheden van mobiele video voor bedrijfscommunicatie toepassingen in kaart te brengen. Dit onderzoek werd uitgevoerd samen met vijf (‘Penta’) partijen: Business Tales, Condor Digital, European Communication Projects

  1. Tool voor verdeling rivierwater

    NARCIS (Netherlands)

    Hellegers, P.J.G.J.

    2011-01-01

    In het stroomgebied van de Inkomati-rivier in zuidelijk Afrika, maken partijen uit drie landen aanspraak op het rivierwater. LEI, Alterra en adviesbureau WaterWatch ontwikkelden met lokale partners een tool die betrokkenen laat zien wat ander landgebruik betekent voor de beschikbaarheid van dat

  2. Een stuifmeelvervangingsmiddel van, voor en door de imker : PPO-Bijen

    NARCIS (Netherlands)

    Steen, van der J.J.M.

    2005-01-01

    Bijen hebben een eiwit nodig en halen dit uit stuifmeel. Eiwitgebrek heeft negatieve consequenties voor de individuele bij en voor het bijenvolk. In kassen en tijdens bepaalde perioden in agrarische gebieden treedt vaak eiwitgebrek op. Dit is te zien aan een kleiner broednest vanwege verminderde

  3. Snoezelen in de zorg: handboek voor de praktijk: deel 1 voor uitvoerende zorgverleners: zintuigactivering.

    NARCIS (Netherlands)

    Weert, J. van; Peter, J.; Janssen, B.; Vruggink, F.; Dulmen, S. van

    2005-01-01

    Naar aanleiding van het NIVEL-onderzoek naar de effecten van snoezelen (zintuigactivering) in de 24-uurszorg aan demente verpleeghuisbewoners is nu een handboek verschenen. Het handboek is bedoeld voor verzorgenden, verzorgenden in opleiding, leidinggevenden en beleidsmakers. Verzorgenden (in

  4. Meditsiinidoktor Tiia Voor / Kaja Julge

    Index Scriptorium Estoniae

    Julge, Kaja, 1957-

    2006-01-01

    Tartu ÜlikooliKliinikumi lastekliiniku resident Tiia Voor kaitses 2. dets. 2005 Tartu Ülikooli arstiteaduskonna nõukogu ees doktoriväitekirja "Allergiahaiguste kujunemise sõltuvus Eesti ja Rootsi laste kokkupuutest mikroorganismidega varajases eas"

  5. Evaluatie van het evenwichtspartitieconcept voor zware metalen in bodems en sedimenten

    NARCIS (Netherlands)

    Janssen RPT; Swartjes FA; van den Hoop MAGT; Peijnenburg WJGM; ECO

    1996-01-01

    Een evaluatie is uitgevoerd van de toepasbaarheid van het evenwichtspartitieconcept (EP) voor zware metalen en de daarbij gehanteerde partitiecoefficienten bij de afleiding van integraal afgestemde milieukwaliteitsdoelstellingen voor bodem en sediment. Een partitiecoefficient (Kp) geeft de

  6. Estimativa do Índice de Área Foliar (IAF) e Biomassa em pastagem no estado de Rondônia, Brasil

    NARCIS (Netherlands)

    Zanchi, F.B.; Waterloo, M.J.; Randow, von C.; Kruijt, B.; Cardoso, F.L.; Manzi, A.O.

    2009-01-01

    Medidas mensais da altura da pastagem, biomassa total, variações de biomassa viva e morta, a área específica foliar (SLA) e o Índice de Área de Folha (IAF) de fevereiro de 1999 a janeiro de 2005 na Fazenda Nossa Senhora (FNS) e em Rolim de Moura (RDM) entre Fevereiro a Março de 1999, Rondônia,

  7. Allemaal digitaal : Een overzicht van digitale spelvormen voor mensen met een licht verstandelijke beperking

    NARCIS (Netherlands)

    Alyssa de Kruif; Carly Kuijper; Josje Louisse

    Voor u ligt een overzicht van vrij toegankelijke digitale spelvormen ter bevordering van de zelfredzaamheid van mensen met een licht verstandelijke beperking. In dit overzicht vindt u digitale spelvormen die beschikbaar zijn als website en/of als applicatie voor op de smartphone of tablet. Voor de

  8. Een pleidooi voor duurzame diplomatie

    NARCIS (Netherlands)

    R.J.M. van Tulder (Rob); T. Dietz (Ton)

    2017-01-01

    textabstractIn een recent verschenen notitie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken wordt een pleidooi gehouden voor 'diplomatie van duurzame ontwikkeling'. Het Nederlandse buitenlandse beleid heeft de laatste jaren sterk ingezet op zogenaamde 'economische diplomatie'. Daarmee lijkt een stap

  9. Biomassa de Rubrivivax gelatinosus na criação de frangos de corte: desempenho animal e cor dos produtos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    S.V. Avanço

    2014-12-01

    Full Text Available A bactéria Rubrivivax gelatinosus tem sido utilizada experimentalmente no tratamento despoluente de efluentes industriais de abatedouros de aves e peixes, originando uma biomassa contendo pigmentos carotenoides, substâncias que possuem a capacidade de conferir cor aos alimentos e proteger contra reações oxidativas. Este trabalho teve por objetivo verificar o efeito da biomassa de R. gelatinosus adicionada à alimentação de frangos de corte sobre o desempenho animal e a cor de carne e pele. Duzentos pintos machos Cobb 500 foram distribuídos aleatoriamente em 20 boxes para receber, do 36º ao 45º dia de criação, quatro tratamentos com diferentes quantidades de biomassa na ração (T1 [controle] - 0g/kg; T2 - 1g/kg; T3 - 2g/kg; T4 - 3g/kg, em cinco repetições. As pesagens de aves e rações para a análise de desempenho foram feitas no início da criação e ao fim de cada período de crescimento. Ao final do experimento (45 dias, 20 aves de cada tratamento foram abatidas para a determinação da cor objetiva (L - luminosidade, C - saturação, h - tom em pele e carne de peito e coxa. Os resultados obtidos foram submetidos à ANOVA, teste t para a comparação múltipla de médias e análise de regressão com nível de significância de 5%. O ganho de peso e o consumo das aves não diferiram estatisticamente entre si (P>0,05, enquanto o índice de conversão alimentar foi superior para o T1. A luminosidade da carne e da pele aumentou significativamente nos tratamentos que receberam a biomassa. O tom da cor em carne e pele aumentou em direção ao amarelo até a concentração de 2g de biomassa por kg de ração, ao passo que, na concentração de 3g/kg, o aumento foi em direção à tonalidade vermelha. Somente na carne da coxa a saturação da cor sofreu influência da presença da biomassa na dieta. Concluiu-se que, até a proporção de 3g/kg, a biomassa não prejudicou o desempenho e foi eficiente em pigmentar a pele e a carne de

  10. Energy Agreement for Sustainable Growth; Energieakkoord voor duurzame groei

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-09-01

    The SER (Social and Economic Council of the Netherlands) Energy Agreement for Sustainable Growth outlines the ambition to provide a long-term perspective for the Dutch energy economy with short and medium term agreements. Therefore, a large number of concrete measures and elaborations are agreed upon. Quantitative assessments are made of the effects for 2020-2023. Because there are almost no concrete measures for a longer period and the uncertainties are increasing for the longer term, calculations were not carried out for years after 2023. The extent to which the agreed steps contribute to the necessary building blocks for the energy transition in the long term is assessed qualitatively. Agreed targets in the agreement are: (1) A reduction in final energy consumption by an average of 1.5% per year; (2) 100 PJ energy conservation in final energy consumption in 2020; (3) 14% renewable energy by 2020 and 16% in 2023; (4) at least 15,000 jobs with an emphasis on the next few years [Dutch] Het SER-Energieakkoord voor duurzame groei schetst als ambitie het bieden van een langetermijnperspectief voor onze energiehuishouding met afspraken voor de korte en middellange termijn. Het is daartoe een groot aantal concrete maatregelen en nadere uitwerkingen overeengekomen. ECN/PBL hebben met het EIB een kwantitatieve doorrekening gemaakt van de effecten voor 2020/23. Omdat er vrijwel geen concrete maatregelen zijn afgesproken die gericht zijn op een verder liggende periode en de onzekerheden op langere termijn steeds meer toenemen, is geen doorrekening voor latere jaren gemaakt. De mate waarin de afgesproken stappen bijdragen aan de nodige bouwstenen voor de energietransitie op langere termijn is kwalitatief beoordeeld. Afgesproken doelen in het akkoord zijn: (1) Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5% per jaar; (2) 100 PJ besparing in het finale energieverbruik in 2020; (3) 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% in 2023; (4) Tenminste 15.000 banen met

  11. Snoezelen in de zorg: handboek voor de praktijk: deel 3 voor leidinggevenden en beleidsmakers: implementatie.

    NARCIS (Netherlands)

    Weert, J. van; Peter, J.; Janssen, B.; Vruggink, F.; Dulmen, S. van

    2005-01-01

    Naar aanleiding van het NIVEL-onderzoek naar de effecten van snoezelen (zintuigactivering) in de 24-uurszorg aan demente verpleeghuisbewoners is nu een handboek verschenen. Het handboek is bedoeld voor verzorgenden, verzorgenden in opleiding, leidinggevenden en beleidsmakers. Verzorgenden (in

  12. Snoezelen in de zorg: handboek voor de praktijk: deel 2 voor uitvoerende zorgverleners: bewonersgerichte omgangsvormen.

    NARCIS (Netherlands)

    Weert, J. van; Peter, J.; Janssen, B.; Vruggink, F.; Dulmen, S. van

    2005-01-01

    Naar aanleiding van het NIVEL-onderzoek naar de effecten van snoezelen (zintuigactivering) in de 24-uurszorg aan demente verpleeghuisbewoners is nu een handboek verschenen. Het handboek is bedoeld voor verzorgenden, verzorgenden in opleiding, leidinggevenden en beleidsmakers. Verzorgenden (in

  13. Een pleidooi voor duurzame diplomatie

    NARCIS (Netherlands)

    Tulder, van R.; Dietz, T.

    2017-01-01

    In een recent verschenen notitie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken wordt een pleidooi gehouden voor ‘diplomatie van duurzame ontwikkeling’. Het Nederlandse buitenlandse beleid heeft de laatste jaren sterk ingezet op zogenaamde ‘economische diplomatie’. Daarmee lijkt een stap gezet te

  14. Ingredienten voor kwaliteitsborging van modelonderzoek

    NARCIS (Netherlands)

    Grinsven JJM van; Haan BJ de; Braat LC; MNV; LBG; CIM

    1995-01-01

    In dit rapport wordt een aanzet gepresenteerd tot harmonisatie van de kwaliteitsborging van modelonderzoek in het RIVM. Het rapport komt voort uit initiatieven van leden van het Intersectoraal Modellen Overleg. Het rapport is in eerste instantie bedoeld voor onderzoekers die modellen

  15. Kansen GPS en precisielandbouw voor loonwerker.

    NARCIS (Netherlands)

    Goense, D.

    1997-01-01

    De auteur beschrijft dat de technologische ontwikkeling een aanzet vormde voor de precisielandbouw. De grote fabrikanten van landbouwwerktuigen werken aan precisiewerktuigen en in verschillende landen worden deze technieken al toegepast

  16. Options for shallow geothermal energy for horticulture; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-15

    Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager.

  17. Planning voor Stad en Land

    NARCIS (Netherlands)

    Hidding, M.

    2006-01-01

    In dit boek wordt zowel de theorie als de praktijk van de ruimtelijke planning vanuit verschillende invalshoeken belicht. Diverse actuele thema's zoals de Nota Ruimte, het gebiedsgericht beleid en de zorg voor omgevingskwaliteit worden besproken. De auteur illustreert de aanpak van ruimtelijke

  18. Economische consequenties invoering CTT-norm zoute baggerspecie voor Nederlandse havens: evaluatie CTT norm 2004-2005

    NARCIS (Netherlands)

    Linderhof, V.G.M.; Hess, S.; Kruseman, G.; Hattum, van B.; Bruinsma, F.; Jonkeren, O.; Ubbels, E.

    2006-01-01

    In juni 2004 werd een nieuw toetsingskader, de Chemie-Toxiciteit-Toets (CTT), voor zoute baggerspecie geïntroduceerd. De CTT vervangt de Uniforme Gehalte Toets (UGT). De belangrijkste wijzigingen zijn de expliciete norm voor Tributyltin (TBT) en signaleringswaarden voor een drietal bio-assays. Op

  19. Objectgeorienteerde domeinanalyse : Een systematische aanpak voor het ontwerp van UML-klassendiagrammen

    NARCIS (Netherlands)

    F.A.I. Peeters; drs. ir. J.F. Vonken

    2001-01-01

    Dit boek is bedoeld voor analisten van objectgeoriënteerde systemen en degenen die hiervoor in opleiding zijn. Maar het boek kan ook interessant zijn voor wie zich bezig houdt met informatiemodellering in het algemeen. Dit boek beschrijft de EXPO-methode (expression based object modeling) waarmee op

  20. (Koop)starters voor en tijdens de crisis op de Nederlandse woningmarkt

    NARCIS (Netherlands)

    Dol, C.P.; Boumeester, H.J.F.M.

    2016-01-01

    In de discussies rond 'starters op de woningmarkt' lijkt het er wel op alsof starters op de woningmarkt altijd het kind van de rekening zijn; zowel voor als tijdens de meest recente crisis (2008-2013). Lange wachtlijsten voor betaalbare (sociale) huurwoningen, (te) hoge prijzen in de particuliere

  1. PROJETO DE ENERGIA ELÉTRICA ATRÁVES DA BIOMASSA: para o auditório da escola Osvaldo Cruz

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jhon Leo de Souza Dorn

    2011-07-01

    Full Text Available A geração de eletricidade através da biomassa tem sido umas das alternativas de fontes renováveis no século XXI, tendo em vista que o Brasil é uma grande potência no uso da biomassa como fonte de energia elétrica, com destaques para algumas regiões, dentro dela o estado do MT, onde na Escola Osvaldo Cruz, localizado na Av. dos Ingás, nº 2222, Jardim Imperial em Sinop–MT, está sendo realizado este projeto de pesquisa sobre o uso da biomassa como fonte de eletricidade para um auditório. Tendo como objetivo gerar eletricidade através da biomassa para um local específico (auditório na escola Osvaldo Cruz, onde também serão avaliadas, melhorias das instalações elétricas para melhor aproveitamento da energia, fatores econômicos, quais os resíduos usados para gerar a eletricidade e por último a viabilidade do projeto. Este projeto abrangera a todos os alunos, pais, docentes da escola onde o projeto foi realizado e sociedade local de Sinop, onde todos poderão ser beneficiados direto ou indiretamente com o uso desta fonte de energia elétrica. Segundo o entrevistado Thomas Lovejoy do documentário Zugzwang (2009: “Pelo uso de combustíveis fósseis e também pela destruição de florestas tropicais estamos transformando o clima da Terra em algo hostil a vida na Terra e à vida humana. É essencial que criemos uma nova matriz energética.” Devido a este fator ambiental, será usada a biomassa neste projeto por ser uma fonte de energia renovável, onde terá como beneficiário a escola acima citada, onde a energia elétrica será produzida através da combustão de um resíduo orgânico agrícola (casca de arroz.

  2. Voor het verval. Belemmeringen en voorwaarden voor vroegsignalering en bewonersparticipatie

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Vasco Lub

    2009-12-01

    Dit artikel onderzoekt de mogelijkheden van preventieve strategieën in het aanpakken van wijkverval en sociale onveiligheid. Gebaseerd op het vermoeden dat het broken windows-beleid doeltreffend kan zijn bij de aanpak van wijkverval, is een brochure met een lijst van 34 sociale en fysieke indicatoren ontwikkeld om bewoners en professionals te helpen bij het signaleren en aanpakken van tekens van verval. Door middel van een actieonderzoek in een aandachtswijk werd de bruikbaarheid van deze indicatoren onderzocht en werd in kaart gebracht welke factoren preventieve strategieën kunnen belemmeren, dan wel kunnen bevorderen. Het onderzoek toont aan dat verscheidene contextuele, bestuurlijke en bureaucratische factoren een belemmering vormen voor een effectieve preventieve aanpak. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan: verschillen in verwachtingspatroon tussen bewoners en professionals; de manier waarop tekens van verval in de leefomgeving worden geïnterpreteerd door lokale actoren; de middelen waarmee frontliniewerkers in hun taakuitvoering worden toegerust; en het gebrek aan een verantwoordingswijze die gebaseerd is op het behalen van zichtbare resultaten. Voor het goed functioneren van een vroegtijdige aanpak van wijkverval, is het van groot belang dat lokale overheden een gemeenschappelijk perspectief ontwikkelen, de samenwerking tussen bewoners en professionals – en tussen professionals onderling – faciliteren, instanties aanspreken op resultaten en doelstellingen expliciteren om van overleg tot collectieve actie te komen.

  3. Faagtherapie is alternatief voor antibiotica

    NARCIS (Netherlands)

    Willemsen, P.T.J.

    2011-01-01

    De zoektocht naar alternatieven voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij is nog steeds urgent. Bacteriofagen kunnen uitkomst bieden. De faagtherapie bleek o.a. succesvol in een proef met 120 kuikens, waarvan de helft besmet was. Na toediening was de ziekteverwekkende bacterie voldoende

  4. Kapitaal- en liquiditeitseisen voor banken

    NARCIS (Netherlands)

    Joosen, E.P.M.; Groot, M.K.Z.

    2015-01-01

    In dit nieuwe deel van de Financieel Juridische Reeks gaan de auteurs in op de eigenvermogensvereisten voor banken die op grond van de Richtlijn Kapitaalvereisten (CRD IV) en de Verordening Kapitaalvereisten (CRR) in Europa en in Nederland zijn ingevoerd. Daarnaast worden de nieuwe kapitaalbuffers

  5. Partição de biomassa seca e nutriente em minicepas de eucalipto influenciada pela adubação NPK

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    José Pereira Carvalho Neto

    2012-09-01

    Full Text Available http://dx.doi.org/10.5902/198050986615O estado nutricional da planta-matriz é de grande importância para a manutenção do seu vigor vegetativo, o que determina a produção de brotos e também os índices de enraizamento e velocidade de formação das raízes, uma vez que os macronutrientes e os micronutrientes estão envolvidos nos processos bioquímicos e fisiológicos vitais à planta. Nesse sentido, o objetivo deste trabalho foi avaliar a influência da adubação NPK sobre a partição de biomassa seca e nutriente em minicepa de eucalipto em solução nutritiva. O trabalho foi realizado de novembro de 2008 a janeiro de 2009, em casa de vegetação. Foi utilizado delineamento inteiramente casualizado em esquema fatorial fracionado (4x4x41/2, perfazendo 32 tratamentos com três repetições. Os tratamentos se constituíram de quatro doses dos nutrientes de N (50; 100; 200 e 400 mg L-1 na forma de ureia, P (7,5; 15; 30 e 60 mg L-1 na forma de ácido fosfórico e K (50; 100; 200 e 400 mg L-1 na forma de cloreto de potássio em solução nutritiva. Houve efeito significativo apenas para as doses de N isoladamente, para a biomassa seca das miniestacas e biomassa seca da parte aérea e raiz das minicepas com efeito linear decrescente, com o aumento das doses de N. A dose de 50 mg L-1 de N proporcionou maior acúmulo de biomassa seca das miniestacas e minicepas. A distribuição percentual da biomassa seca e dos nutrientes na biomassa seca das miniestacas, parte aérea e raízes das minicepas variou em relação às doses de N. A extração de macronutrientes pelas miniestacas de 6 cm na dose de 50 mg L-1 de N seguiu a seguinte ordem decrescente de N > S > P > K > Ca > Mg e micronutrientes de Cu > B > Mn > Fe > Zn.

  6. Wij kiezen bij arbeidsomstandigheden voor de grote A : personeelsbeleid is als hamburger voor McDonald's

    NARCIS (Netherlands)

    Bennink, T.; Vergouw, E.

    1998-01-01

    Leuk werken is - volgens Manager Human Resources Lydia van Dongen - een belangrijk aandachtspunt bij de hamburgergigant McDonald's. Daarvoor haalt het bedrijf alles voor uit de kast. Investeren in arbozorg loont. In dit artikel wordt verslag gedaan van een interview met Lydia van Dongen. Hierbij

  7. Optimization cogeneration and use of biogas; Optimalisatie WKK en Biogasbenutting

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Clevering-Loeffen, P.; Klaassens, N.; Schelleman, F.; Geraats, B.

    2011-12-15

    The Dutch local water authorities are producing biogas via sludge digestion installations, which is usually deployed in a CHP installation that produces energy for the sewage water treatment plant. However, new energy techniques are entering the market (ORC, fuel cell) while energy policy supports the production of green gas. Various studies have examined the sustainability and feasibility of these routes. This report examines the different options. It answers questions such as: (1) How can the operational management of CHP installations in sewage water treatment plants be improved; and (2) What is the most favorable route for biogas utilization in sewage water treatment plants [Dutch] De waterschappen in Nederland produceren biogas via slibvergistingsinstallaties, meestal benut in een WKK die elektriciteit voor de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) produceert. Er komen echter nieuwe energietechnieken op de markt (ORC, brandstofcel) terwijl er vanuit het energiebeleid de productie van groen gas wordt gestimuleerd. In diverse studies zijn de duurzaamheid en de haalbaarheid van deze routes onderzocht. In dit rapport worden de verschillende mogelijkheden onderzocht. De vraagstelling voor deze studie is: (1)Hoe kan de bedrijfsvoering van WKK's bij RWZI's worden verbeterd; en (2) Wat is de meest gunstige route voor biogasbenutting bij RWZI's.

  8. ICI Holland hanteert ISO 9001 ook voor arbozorg: audit is ons toverwoord

    NARCIS (Netherlands)

    Torenvliet, S.; Pennekamp, E.

    1994-01-01

    In verschillende fabrieken van ICI Holland worden grondstoffen voor polyrethaan, acrylaat, polyesterfilm en grondstoffen voor PET-flessen gemaakt. Werknemers in deze fabrieken krijgen training over de specifieke gevaren. Ook moeten examens afgelegd worden over die gevaren. Dit artikel beschrijft hoe

  9. Modelagem da biomassa total e da lenha por unidade de área para bracatingais nativos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ronan Felipe de Souza

    2014-02-01

    Full Text Available A bracatinga (Mimosa scabrella Benth. é uma espécie pioneira nativa da Floresta Ombrófila Mista de rápido crescimento e cultivada, predominantemente, na forma de povoamentos puros ou consorciada com culturas agrícolas pelos pequenos e médios produtores da região metropolitana de Curitiba. O objetivo deste estudo foi selecionar equações estimativas da biomassa total e da lenha de bracatingais por unidade de área nas diferentes idades, disponibilizando, assim, uma ferramenta simples e de fácil aplicação durante o processo de comercialização dos povoamentos. Os dados são provenientes de 272 parcelas temporárias com idades variando de 3 a 18 anos. Foram testados 21 modelos tradicionais: 10 aritméticos e semilogarítmicos e 11 logarítmicos. Foram também desenvolvidas equações pelo processo Stepwise a partir de uma matriz de correlação. As equações ajustadas foram comparadas pelo Coeficiente de determinação ajustado (R²aj, Erro-padrão da estimativa percentual (Syx%, teste F e Distribuição gráfica de resíduos. Duas equações para cada caso foram selecionadas, sendo uma tradicional e a outra desenvolvida por Stepwise. Para a biomassa total, foram selecionadas a equação de Clutter e a equação aritmética desenvolvida por Stepwise; e para a biomassa da lenha, a equação da variável combinada, proposta por Spurr, e a equação aritmética de Stepwise. Por fim, realizou-se teste Qui-quadrado (x² a partir de uma amostra de 17 parcelas extraídas da base de dados, em que as quatro equações selecionadas foram consideradas válidas para a estimativa da biomassa total e da lenha dos bracatingais da região metropolitana de Curitiba.

  10. De DASS: een vragenlijst voor het meten van depressie, angst en stress

    NARCIS (Netherlands)

    Beurs, E. de; Dyck, R. van; Marquenie, L.A.; Lange, A.; Blonk, R.W.B.

    2001-01-01

    Dit artikel behandelt de psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versie van de Depression Anxiety Stress Scale (DASS). Een van de doelstellingen voor het nieuwe instrument was te komen tot een vragenlijst met subschalen met een maximaal onderscheidend vermogen voor angst en depressie. De

  11. Alternatieven voor Portland Cement in ontwikkelingslanden onderzocht : continue-kalkoven maakt toepassing van kalk pozzolaan cement mogelijk

    NARCIS (Netherlands)

    Egmond - de Wilde De Ligny, van E.L.C.; Jongsma, Ivo

    1995-01-01

    In de discussie over bouwmaterialen in ontwikkelingslanden wordt vaak gepleit voor alternatieven voor Portland Cement. De productie van Portland Cement is kapitaal- en energie-intensief en draagt weinig bij aan de ontwikkeling van deze landen. De klein schaliger productie van alternatieven voor

  12. Literatuuronderzoek HPLC-methoden voor vitamine E

    OpenAIRE

    Altena, A.; Hollman, P.C.H.

    1985-01-01

    Doel van dit onderzoek is: het inventariseren van HPLC-methoden voor vitamine E, eventueel in combinatie met vitamine A, in levensmiddelen. Een overzicht van de in de literatuur beschreven HPLC-methoden vanaf ca. 1977 wordt gegeven.

  13. Zicht op ruimte voor leren

    NARCIS (Netherlands)

    Vrieling, Emmy; Vandyck, Inne; De Laat, Maarten

    2018-01-01

    In dit hoofdstuk bespreken we hoe de context waarin netwerken ontstaan, beter begrepen kan worden en welke dimensies van sociaal leren mede invloed hebben op de wijze waarop een groep aan het leren is. Begrip voor de situatie waarin netwerken ontstaan en de wijze waarop netwerken zich organiseren

  14. Adolf Mayer (1843-1942) en zijn betekenis voor de Virologie als wetenschap

    NARCIS (Netherlands)

    Vlak, J.M.

    2007-01-01

    In 2007 is het 125 jaar geleden dat Adolf Mayer voor het eerst zijn baanbrekend werk over het besmettelijk karakter van mozaiekziekte van tabak publiceerde (Mayer, 1882). Deze publicatie, in het Nederlands, in het Groningse Tijdschrift voor Landbouwkunde, markeert het begin van de virologie als

  15. Le Grand Départ Utrecht 2015; van grote waarde voor Utrecht

    NARCIS (Netherlands)

    Hans Slender; Froukje Smits; Bake Dijk; Paul Hover

    2016-01-01

    Full text via link. Le Grand Départ was één groot feest van, voor en door de stad Utrecht. De vele bezoekers gaven de start van de Tour de France in Utrecht in juli 2015 een hoge waardering. Het activatieprogramma vanaf honderd dagen voor de start was een succes. En: de Tour heeft een aanzienlijke

  16. Actuele en opkomende VGW-problemen in de gezondheidszorg, waaronder thuis- en gemeenschapszorg : Europese waarnemingspost voor risico's

    NARCIS (Netherlands)

    Jong, T. de; Bos, E.; Pawlowska-Cyprysiak, K.; Hildt-Ciupińska, K.; Malińska, M.; Nicolescu, G.; Trifu, A.

    2014-01-01

    Deze samenvatting biedt een overzicht van de actuele en opkomende problemen qua veiligheid en gezondheid op het werk (VGW) voor werknemers in de gezondheids- en maatschappelijke zorg en laat zien wat de gevolgen hiervan zijn voor hun veiligheid en gezondheid op het werk en voor de kwaliteit van de

  17. Snoezelen in de zorg: handboek voor de praktijk: deel 4 voor leidinggevenden en beleidsmakers: achtergrond en onderzoeksresultaten.

    NARCIS (Netherlands)

    Weert, J. van; Peter, J.; Janssen, B.; Vruggink, F.; Dulmen, S. van

    2005-01-01

    Naar aanleiding van het NIVEL-onderzoek naar de effecten van snoezelen (zintuigactivering) in de 24-uurszorg aan demente verpleeghuisbewoners is nu een handboek verschenen. Het handboek is bedoeld voor verzorgenden, verzorgenden in opleiding, leidinggevenden en beleidsmakers. Verzorgenden (in

  18. Hoe te communiceren over gezond en duurzaam eten: ‘Goed voor jezelf, goed voor de wereld’

    NARCIS (Netherlands)

    Sijtsema, S.J.; Verain, M.C.D.

    2012-01-01

    De Nederlandse consument vindt gezondheid een belangrijker motief bij de aankoop en keuze voor eten dan duurzaamheid. Dit blijkt uit het recent gepubliceerde LEI-rapport 'Samenspel Duurzaam en Gezond?' Negen op de tien consumenten ervaart samenhang tussen gezond en duurzaam eten. Maar de perceptie

  19. Kaderrichtlijn water: strengere spuinormen staan voor de deur (interview met Ellen Beerling)

    NARCIS (Netherlands)

    Kierkels, T.; Beerling, E.A.M.

    2012-01-01

    Geen teler loost voor de lol. Spui kost geld aan water en meststoffen. Maar het gebeurt wel zeer regelmatig, om problemen op te lossen of voor de zekerheid. Gevolg: veel meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in de wateren rond kassengebieden. In 2027 moet dat afgelopen zijn, op grond van de

  20. Verslag kennisbijeenkomst ‘crowdfunding voor eventmanagers’

    NARCIS (Netherlands)

    Slender, Hans

    2014-01-01

    Woensdag 22 oktober organiseerden Mieke Zijl (namens KennisCentrum Events Drenthe) en Hans Slender (namens Sportplein Groningen) gezamenlijk een kennisbijeenkomst over crowdfunding voor sportevenementen. Het programma vond plaats bij het TT Circuit in Assen en werd verzorgt door crowdfuncing expert

  1. Meetstrategie TIG: opzet en nadere aanbevelingen. Metingen in het kader van het Nationaal Plan voor de Kernongevallenbestrijding

    NARCIS (Netherlands)

    Sonderen JF van; LSO

    1996-01-01

    De door de overheid vastgestelde interventieniveaus voor het nemen van maatregelen vormen het uitgangspunt voor het beschrijven van de noodzakelijke metingen in lucht, water, bodem, voedingsmiddelen en aan personen. Om alle meetinspanningen te coordineren is binnen het Nationaal Plan voor de

  2. Groen voor lucht : van theorie naar groene praktijk, toepassingen om lucht te zuiveren

    NARCIS (Netherlands)

    Kuypers, V.H.M.; Vries, de E.A.

    2007-01-01

    Afgelopen periode zijn grote bouwprojecten stilgelegd vanwege het overschrijden van Europese luchtkwaliteitsnormen. De zoektocht naar allerlei mogelijke oplossingen voor dit probleem is versneld in gang gezet. In een eerdere Alterra publicatie (Brochure Groen voor Lucht) wordt beschreven op welke

  3. Assortiment-kanaalmatch voor biologische fair tradeproducten

    NARCIS (Netherlands)

    LEI,

    2008-01-01

    Stichting FairBites ontwikkelt middels een innovatief organisatiemodel biologische en fair trade voedingsproducten voor de out-of-home (OOH) markt. Deze producten zijn zeer beperkt beschikbaar in dit marktsegment dat ± 35% van de voedingsmarkt vertegenwoordigd. FairBites richt zich op jong

  4. eHealth voor Zorgprocesinnovatie : e-book

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. A.L. Cordia

    2015-01-01

    Het E-book 'eHealth voor Zorgprocesinnovatie' van ir. Anneloes Cordia, expert bij Kenniscentrum Zorginnovatie, heeft als doel eHealth en ICT-systemen in de zorg in verband te brengen met de belangrijke kwaliteitsdoelstellingen zoals doelmatigheid en transparantie. Daarnaast biedt het E-book

  5. Explanatory factors for evolution in air quality; Verklarende factoren voor evoluties in luchtkwaliteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Deutsch, F.; Vankerkom, J.; Veldeman, N.; Peelaerts, W. [Unit Ruimtelijke Milieuaspecten, VITO, Mol (Belgium); Fierens, F.; Vanpoucke, C.; Trimpeneers, E. [Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu IRCEL, Vlaamse Milieumaatschappij Milieurapportering VMM, Brussels (Belgium); Vancraeynest, L.; Bossuyt, M. [Vlaamse Milieumaatschappij Milieurapportering MIRA, Mechelen (Belgium)

    2010-12-15

    A method was formulated to map the Flemish sector contributions and foreign contributions to PM10, PM2.5 and ozone concentrations in Flanders. Flemish emissions scenarios from MIRA and the corresponding European emissions scenarios from IIASA were used for this. The content and production of these emissions scenarios were described in the Environment Outlook 2030 Flanders (REF and EUR scenarios) and in the MIRA study 'Particulate matter and photochemical air pollution. Visionary Scenario of the Environment outlook 2030 Flanders. In the context of this study, which emissions and atmospheric chemical processes play an important role in explaining the particulate matter and ozone concentrations in Flanders for the current situation (base year 2007) and for the three emissions prognoses for 2020 were analysed: (1) for an emissions scenario according to current European legislation; (2) for an emissions scenario with a number of additional European emissions reduction measures; (3) for an emissions scenario with further reaching emissions reductions. In general the emissions and the concentrations decrease in the three scenarios for 2020. The changes to emissions are related to sector and place, which has an impact on the relative sector contributions for Flanders. [Dutch] Er werd een methodologie opgesteld om de Vlaamse sectorbijdragen en de buitenlandse bijdragen aan de PM10-, PM2,5- en ozonconcentraties in Vlaanderen in kaart te brengen. Hiervoor werden Vlaamse emissiescenario's van MIRA en bijhorende Europese emissiescenario's van IIASA gebruikt. In het kader van deze studie werd nagegaan welke emissies en atmosferische, scheikundige processen een belangrijke rol spelen in de verklaring van de zwevend stof en ozonconcentraties in Vlaanderen voor de huidige situatie (basisjaar 2007) en voor drie verschillende emissieprognoses voor het jaar 2020: (1) voor een emissiescenario volgens de huidige Europese wetgeving; (2) voor een emissiescenario met een

  6. Evaluatie van individuele happy games op de iPad voor mensen met dementie

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. J.H. Groenewoud; Dr. J. de Lange

    2014-01-01

    Er is veel belangstelling voor de kwaliteit van zorg voor mensen met dementie. Ook hun kwaliteit van leven krijgt steeds meer aandacht. Een zinvolle en plezierige dagbesteding hoort daarbij. Zorgprofessionals willen mensen met dementie graag ondersteunen bij het doen van activiteiten. Het huidige

  7. Living Lab voor Informatiemanagement in Agri-Food

    NARCIS (Netherlands)

    Wolfert, J.

    2010-01-01

    Het Living Lab is een specifieke open innovatie aanpak waarbij in feite het laboratorium naar de praktijk wordt gebracht. het Agri-Food Living lab is een informatiemanagementsysteem specifiek voor de agri-food sector.

  8. Kinerja Pengeringan Gabah Menggunakan Alat Pengering Tipe Rak dengan Energi Surya, Biomassa, dan Kombinasi

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Tamaria Panggabean

    2017-09-01

    Full Text Available Paddy drying was performed using a hybrid drier utilizing solar energy, biomass and combined solar-biomass energy as energy sources. This research objective was to evaluate performance of the hybrid paddy drier using solar energy and paddy straw and coconut coir biomass. The experimental and descriptive method was used. The result showed that the drier with solar system was capable to generate temperature of drying chamber to 40.42 °C in average, while the average relative humidity was 41.45%. The paddys final moisture was 14.88%w.b after 7 hours of drying with drying rate of 0.64% d.b/h and energy consumption of 32,595.32 kJ. Paddy drying with biomass energy system was capable to obtain drying chambers temperature of 33.8 °C in average, the average relative humidity of 57%, the final moisture of 15.57%, the drying rate of 0.50 %d.b/h and energy consumption of 160,662.15 kJ with the same drying times. The solar-biomass drying system was capable to achieve temperature of 39.98 °C, the average relative humidity of 45.85 %, the final moisture of 15.33%w.b with drying rate of 0.55 %d.b/h and energy consumption of 136,457.76 kJ. Therefore, the best performance for drying paddys was with the solar drying system.   ABSTRAK Pengeringan gabah dapat dilakukan menggunakan alat pengering energi surya, energi biomassa dan energi kombinasi surya dan biomassa.  Penelitian ini bertujuan untuk menguji kinerja alat pengering gabah hybrid energi surya dan biomassa jerami padi dan sabut kelapa.  Metode yang digunakan dalam penelitian ini adalah metode eksperimental dan deskritif. Hasil penelitian menunjukkan bahwa pengeringan gabah dengan energi surya menghasilkan suhu ruang pengering rata-rata 40,42 °C, kelembaban relatif ruang pengering rata-rata 41,45 %, waktu pengeringan 7 jam, kadar air akhir rata-rata 14,88 %bb, laju pengeringan rata-rata 0,64 %bk/jam, dan energi pengering 32.595,32 kJ.  Pengeringan gabah dengan energi biomassa menghasilkan suhu ruang

  9. Lean leiderschap voor (nog) betere teamprestaties

    NARCIS (Netherlands)

    van Dun, Desirée Hermina; Wilderom, Celeste P.M.

    2016-01-01

    Veel managers en teams hebben moeite om continu te blijven verbeteren. Recent onderzoek van de Universiteit Twente laat zien dat er bij het toepassen van lean meer aandacht nodig is voor gedragsontwikkeling van zowel medewerkers als leidinggevenden. Managers met bepaalde gedragskenmerken creëren een

  10. Een nieuwe toetsdiepte voor nitraat in grondwater? Eindrapport van het onderzoek naar de mogelijkheden voor een toetsdieptemeetnet

    NARCIS (Netherlands)

    Fraters, B.; Boumans, L.J.M.; Elzakker, van B.G.; Gast, F.L.F.; Griffioen, J.; Klaver, G.T.; Nelemans, J.A.; Velthof, G.L.; Veld, H.

    2006-01-01

    Het verlagen van de toetsdiepte voor nitraat in het grondwater in zandgebieden van de bovenste meter van het grondwater naar de bovenste vijf meter, blijkt niet opportuun. Het verlagen van de toetsdiepte wordt gezien als mogelijkheid om aan de doelstellingen van de Nitraatrichtlijn en de

  11. Gezondheidseffectschatting voor Gezond Beleid : Teamsport op projectbasis

    NARCIS (Netherlands)

    M.P.M. Bekker (Marleen); J.L. Veerman (Lennert)

    2007-01-01

    textabstractGezondheidseffectschatting is teamsport. Spelers met gezondheidskundige en bestuurlijke functies en rollen leveren een gezamenlijke inspanning binnen een kader van spelregels, die door alle spelers worden erkend. De spelregels voor een GES bestaan uit gezondheidskundige regels, zoals

  12. Biomassa seca acumulada, partições e rendimento industrial da cana-de-açúcar irrigada no Semiárido brasileiro

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Thieres George Freire da Silva

    2014-10-01

    Full Text Available Objetivou-se, com este trabalho, determinar parâmetros de crescimento e de rendimento da cana-de-açúcar cv. RB92579, sob regime de irrigação, no Semiárido brasileiro, visando a avaliar o desempenho desta cultura nas condições edafoclimáticas locais. Foram avaliados o acúmulo de biomassa seca e as suas respectivas partições, durante dois ciclos consecutivos de cana-de-açúcar (soca e ressoca, além dos indicadores de rendimento e de qualidade da cultura ao final do período experimental. Em ambos os ciclos, foram realizadas dez coletas de amostras para se determinar a biomassa seca de seis componentes estruturais dos perfilhos (folhas verdes, bainhas, parte emergente, pseudocolmos, folhas e bainhas mortas e colmo. A cana-de-açúcar apresentou elevado acúmulo de biomassa seca da parte aérea da planta, com valor médio de 6.493 g m-2 para os dois ciclos de cultivo. No início do seu crescimento, os fotoassimilados foram destinados prioritariamente às folhas verdes, bainhas, parte emergente e pseudocolmos. Em fase posterior de crescimento, os fotoassimilados passaram a ser utilizados na formação dos colmos. Os resultados obtidos foram muito semelhantes para os ciclos de soca e ressoca. Os modelos ajustados para descrever a evolução da biomassa seca e de suas respectivas partições apresentaram ajustes satisfatórios, em função dos dias após o corte. O elevado rendimento industrial (133,88 ± 40,84 t ha-1 e a alta concentração de sacarose por biomassa seca (0,34 ± 0,10 g g-1 proporcionaram valores elevados de produção de açúcar (17,75 ± 4,44 t ha-1 e de álcool (12,73 ± 3,23 t ha-1, indicando alto desempenho produtivo da RB92579 para a região.

  13. Talent voor taal: gecontextualiseerd en opleidingsspecifiek taalondersteuningsmateriaal als voorbeeld van taalontwikkelend lesgeven

    OpenAIRE

    Peters, Elke; Van Houtven, Tine

    2010-01-01

    Het OOF-project “Taalvaardig in het hoger onderwijs: doorstroom en taalbeleid" ontwikkelde opleidingsspecifiek taalondersteuningsmateriaal voor vier opleidingsonderdelen. Het materiaal wordt ‘inclusief’ ingezet en beoogt aldus de verbetering van taalvaardigheid van álle studenten Het materiaal wordt dus niet beperkt tot remediërende sessies voor taalzwakkere studenten. We lichten de gehanteerde methode, het materiaal en de effecten van deze aanpak toe.

  14. Haze-factor maakt plaats voor F-scatter

    NARCIS (Netherlands)

    Swinkels, G.L.A.M.

    2014-01-01

    Uitgelicht licht & scherming - Wageningen UR Glastuinbouw deed vorig jaar onderzoek naar een methode om de lichtspreiding onder diffuus glas te karakteriseren. dit resulteerde in een nieuwe waarde, de zogenaamde F-scatter voor voorwaartse lichtspreiding. Leveranciers van glas en

  15. De ontwikkeling van een feedbacksysteem voor toetsvragenmakers

    NARCIS (Netherlands)

    Reinders, J J; Cohen-Schotanus, J; Molenaar, W M

    2005-01-01

    Door de Groningse Faculteit der Medische Wetenschappen is een feedbacksysteem voor toetsvragenmakers ontwikkeld. Het systeem is onder andere gebaseerd op een statistische analyse van de toetsresultaten. Uit een eerste peiling onder toetsvragenmakers blijken de respondenten overwegend positief te

  16. Socio-economic opportunities of the biobased economy in the south-west of the Netherlands. Estimated employment impact in 2020; Sociaaleconomische kansen van de biobased economy in Zuidwest-Nederland. Inschatting werkgelegenheidseffecten in 2020

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Lieshout, M.; Warringa, G.; Bergsma, G.; Croezen, H.

    2013-06-15

    This study, commissioned by the Socio-Economic Councils (SER) of the Dutch provinces of Zeeland and Brabant, was carried out in collaboration with a supervisory committee comprising numerous stakeholders in the biobased economy in the south-west of the Netherlands. The motto was 'agro meets chemistry'. Given that it was clear from the outset that the volume of locally available biomass is insufficient for large-scale power generation without inducing serious competition with food production, it was opted to restrict the scope of the 'biobased economy' to production of biobased chemicals and innovative materials. Because of the study's limited scope and duration, gross employment effects were also calculated for Zeeland and West Brabant only. To this end, three factors critical for the growth of the biobased economy and thus for potential employment effects were analysed: the price of fossil feedstocks, the availability of biomass for chemical industry applications, and the availability of capital for investing in innovative biobased processes. To cover the full range of possible developments in the biobased economy, two scenarios were developed: high and low, with in each case employment effects being estimated on the basis of a biomass flow analysis and employment indices [Dutch] Deze studie is uitgevoerd in opdracht van de SER Zeeland en de SER Brabant, in samenwerking met een begeleidingscommissie met brede vertegenwoordiging van stakeholders van de biobased economy in Zuidwest Nederland. De insteek was 'agro meets chemistry'. Aangezien bij aanvang vast stond dat de lokaal beschikbare biomassa onvoldoende is voor grootschalige energieopwekking, zonder ernstige concurrentie met voedselproductie te veroorzaken, is er voor gekozen om de biobased economy te beperken tot de productie van biobased chemie en innovatieve materialen. Verder is gezien de beperkte omvang en doorlooptijd van de studie besloten om

  17. Athletic skills model. Voor een optimale talentontwikkeling

    NARCIS (Netherlands)

    Wormhoudt, R.; Teunissen, J.W.; Savelsbergh, G.J.P.

    2013-01-01

    Voor een optimale talentontwikkeling De huidige generatie kinderen is aantoonbaar minder fit dan die van dertig jaar geleden. Door technologische ontwikkelingen als mobiele telefoons, spelcomputers, digitale media et cetera groeien kinderen op met een andere beweegcultuur, waarin buitenspelen geen

  18. MVO in ketens; Een MVO-ketensamenwerkingsmodel en een voorstel voor ontwikkeling van een GRI-sector supplement voor de foodsector

    NARCIS (Netherlands)

    Goddijn, S.T.; Vlieger, de J.J.

    2004-01-01

    In dit rapport wordt ingegaan op de ketensamenwerking. Er wordt een conceptueel ketensamenwerkingsmodel ontwikkeld. Tevens is een eerste aanzet voor de operationalisering ervan beschreven. Daarnaast wordt ingegaan op de ontwikkelingen ten aanzien van de bedrijfsverslaggeving over MVO-activiteiten.

  19. Wat betekent ‘Seamless learning’ (voor u)?

    NARCIS (Netherlands)

    Rusman, Ellen

    2017-01-01

    Wat betekent Seamless Learning (voor u)? ‘Seamless learning’ richt zich op het doormiddel van technologie draadloos en naadloos verbinden van (leer)ervaringen in verschillende contexten en het hierdoor ondersteunen, verbeteren en versterken van leerprocessen. ‘Seamless’ leerscenario’s bieden

  20. Development of cassava doughnuts enriched with Spirulina platensis biomass Desenvolvimento de 'sonho de mandioca' enriquecido com biomassa de Spirulina platensis

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Samantha Ferreira Rabelo

    2013-03-01

    Full Text Available The cyanobacteria Spirulina platensis has been cultivated in a fed batch process with urea as the nitrogen source, in order to obtain dehydrated biomass for incorporation into food, aiming at nutritional enrichment and the production of a functional character, due to the amount of proteins, vitamins and several bioactive compounds found in this cyanobacterium. In this study, response surface methodology was used to analyze the substitution of wheat flour by cassava in the development of doughnuts with added Spirulina platensis biomass and inverted sugar, in order to increase the rate of the Maillard's reaction and mask the green colour of the biomass. The formulations were evaluated in relation to their proximate, sensory and technological compositions, which, when compared to the standard formulation, without the addition of S. platensis biomass and inverted sugar, showed the feasibility of adding the biomass to bestow nutritional enrichment without significantly affecting the sensory acceptance of the product or its typical characteristics.Cultivos da cianobactéria Spirulina platensis vêm sendo conduzidos utilizando-se ureia como fonte de nitrogênio, em processo descontínuo alimentado, para obtenção de biomassa desidratada para ser incorporada em alimentos visando enriquecimento nutricional e conferir caráter funcional em virtude da composição rica em proteínas, vitaminas e diversos componentes bioativos. Neste trabalho, foi estudada a substituição da farinha de trigo pela mandioca, além da adição de biomassa de Spirulina platensis e açúcar invertido, para desenvolver um 'sonho' com elevada taxa da Reação de Maillard para mascarar a coloração verde da biomassa, por meio da metodologia de superfície de resposta. As formulações foram avaliadas em relação aos aspectos de composição centesimal, sensoriais e tecnológicos que, quando comparados com o padrão, sem adição de biomassa de S. platensis e açúcar invertido

  1. DETERMINAÇÃO INDIRETA DO ESTOQUE DE BIOMASSA E CARBONO EM POVOAMENTOS DE ACÁCIA-NEGRA (Acacia mearnsii De Wild.

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Paulo Sérgio Pigatto Schneider

    2005-12-01

    Full Text Available Este trabalho foi realizado com o objetivo de estimar o estoque de carbono em povoamentos equiâneos de Acacia mearnsii De Wild., na região da Encosta Inferior do Sudeste, no Rio Grande do Sul, com o método de derivação do volume em biomassa e carbono. As quantificações dos componentes da biomassa e do carbono foram feitas em povoamentos com idade entre 4 e 8 anos. O método de derivação do volume em biomassa e carbono mostrou-se eficiente na determinação do estoque de carbono, pois a diferença relativa média foi de apenas 4,4%, quando considerada toda a amostragem e independência da idade dos povoamentos. A densidade básica média da madeira foi de 0,6, independente da idade dos povoamentos. A proporção de biomassa média entre o volume com casca pelo volume de folhas, ramos, serrapilheira e raízes foram de 0,59, independente da idade dos povoamentos. A concentração média de carbono, independente da idade dos povoamentos, foi igual a 0,40. O estoque de carbono estimado pelo método de derivação de volume e carbono, em povoamentos de 7 anos de idade, foi de 99,46 t ha-1 no índice de sítio 20, 82,98 t ha-1 no índice de sítio 16, e 46,13 t ha-1 no índice de sítio 12.

  2. Gevaar VoIP voor telecomsector overdreven

    NARCIS (Netherlands)

    Deventer, M.O. van; Wegberg, M. van

    2004-01-01

    Het is een hype Voice-over-IP (VoIP) voor te stellen als een ontwrichtende technologie die de telecomindustrie ingrijpend zal veranderen. Maar hoe ontwrichtend is VoIP eigenlijk? Oskar van Deventer en Marc van Wegberg analyseren drie vormen van VoIP en laten zien dat alleen ‘VoIP-chat’ potentieel

  3. Reparatie Hydrologie voor STONE 2.1. : beschrijving reparatie-acties, analyse resultaten en beoordeling plausibiliteit

    NARCIS (Netherlands)

    Bakel, van P.J.T.; Kroon, T.; Kroes, J.G.; Hoogewoud, J.; Pastoors, R.; Massop, H.T.L.; Walvoort, D.J.J.

    2007-01-01

    Voor de berekeningen met het STONE-instrumentarium voor de Evaluatie Mestbeleid is de hydrologie van de 6405 plots op een aantal punten aangepast ten opzichte van STONE 2.0. De effecten van deze veranderingen zijn geanalyseerd en beoordeeld. De belangrijkste conclusie is dat de veranderingen leiden

  4. Prijspolitiek voor melk in het Verenigd Koninkrijk, België, West-Duitsland, Frankrijk en Zwitserland

    NARCIS (Netherlands)

    Greidanus, G.

    1957-01-01

    Studie van het in enkele landen gevoerde markt- en prijsbeleid voor melk en zuivel. De studie werd begonnen met vijf Europese landen, welke als afzetgebied voor de Nederlandse melk- en zuivelprodukten in meerdere of mindere mate van belang zijn: het Verenigd Koninkrijk, België, West-Duitsland,

  5. Zonneboiler voor vloerverwarming voorlopig nog te duur

    NARCIS (Netherlands)

    Wagenberg, van V.

    2003-01-01

    Op Praktijkcentrum Sterksel deden we afgelopen jaar onderzoek aan een zonneboiler. Deze leverde warm water dat gebruikt werd voor de vloerverwarming in kraamafdelingen en biggenopfokafdelingen. Het blijkt dat de zonneboiler een bijdrage had van 12% van de warmtevraag; een besparing van circa 340,-

  6. Voore Farm Teenused : nagu Agritechnica näitus

    Index Scriptorium Estoniae

    2016-01-01

    Voore Farm Teenuste tehnikapargis on kokku üle 80 erineva masina. Efektiivne tehnikapark võimaldab pakkuda mõistliku hinna eest teenust ka teistele põllumajandusettevõtetele. Vestlusest ettevõtte juhatuse liikme Henrik Klammeriga

  7. Vergelijking van verschillende benzodiazepinen met betrekking tot de potentie voor sedatie en spierverslapping en de werkingsduur in de rat

    NARCIS (Netherlands)

    Jansen van ' t Land C; van der Laan JW

    1989-01-01

    In dit onderzoek werden de benzodiazepinen (BZD) onderling vergeleken met betrekking tot de potentie voor sedatie en spierverslapping en de werkingsduur. Voor de Crl:(WI)BR rat van Charles River zijn voor de volgende benzodiazepinen de ED50 waarden m.b.t. sedatie en spierverslapping bepaald: .

  8. Overheidsaansprakelijkheid voor schade bij legitiem strafvorderlijk handelen

    NARCIS (Netherlands)

    Dane, Nicole Marlèn

    2009-01-01

    De wetgever creëerde in 1926 een schadevergoedingsregeling voor de gewezen verdachte (art. 89-93 Sv) waardoor schade door rechtmatig toegepaste vrijheidsbenemende dwangmiddelen o.g.v. billijkheid kan worden vergoed. Daarna zette de ontwikkeling op dit terrein zich voort via de rechtspraak, zowel

  9. Geo-DBMS als standaard bouwsteen voor Rijkswaterstaat

    NARCIS (Netherlands)

    Tijssen, T.P.M.; Quak, C.W.; Van Oosterom, P.J.M.

    2012-01-01

    Oracle Spatial fungeert binnen Rijkswaterstaat als standaard bouwsteen voor ruimtelijke toepassingen. Doel van dit onderzoek is vast te stellen of andere DBMS'en op een zodanig niveau zijn dat deze ook als standaard bouwsteen zouden kunnen fungeren. De ontwikkeling van open source software biedt

  10. Inventarisatie van bosbouwkundig uitgangsmateriaal in België en Duitsland; uitbreiding van de rassenlijst voor bomen

    NARCIS (Netherlands)

    Buiteveld, J.; Vries, de S.M.G.

    2002-01-01

    Van een negental bosboomsoorten is in ons land in onvoldoende mate uitgangsmateriaal beschikbaar van een bosbouwkundig gezien goede kwaliteit. Voor deze soorten is geïnventariseerd of buitenlandse herkomsten ook geschikt zijn voor gebruik in Nederland. De inventarisatie heeft zich beperkt tot de

  11. Biomimicry. De natuur als inspiratiebron voor innovaties

    NARCIS (Netherlands)

    Segeren, A.; Vogelzang, T.A.

    2015-01-01

    LEI Wageningen UR heeft van het ministerie van Economische Zaken de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de stand van zaken en de mogelijkheden voor de verdere toepassing van biomimicry in Nederland. Deze brochure biedt een analyse van drie actuele praktijkvoorbeelden, inzicht in de impact op

  12. Special on the Bio-based Economy. Making money with a green economy; Special Biobased Economy. Geld verdienen met een groene economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Waterval, R. (ed.)

    2011-12-15

    Bio-based is booming. Increasingly more businesses see a healthy business case in products that are not made with fossil raw materials, but with biomass. But where are the opportunities for the Netherlands? And which roles can the government, trade and industry and science play? This PM special contains interviews with and experiences of pioneering entrepreneurs and agricultural attaches in the Netherlands and abroad [Dutch] Biobased is booming. Steeds meer bedrijven zien een gezonde businesscase in producten die niet gemaakt zijn met fossiele grondstoffen maar met biomassa. Waar liggen de kansen voor Nederland? En welke rol is daarbij weggelegd voor de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap? In deze PM-special onder meer interviews met en ervaringen van pionerende entrepreneurs en landbouwattaches in binnen- en buitenland.

  13. Uso de biomassa seca de aguapé (Eichornia crassipes visando à remoção de metais pesados de soluções contaminadas - DOI: 10.4025/actascitechnol.v31i1.3166

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Affonso Celso Gonçalves Júnior

    2009-04-01

    Full Text Available O presente trabalho avaliou a eficiência da biomassa seca de aguapé (Eichornia crassipes na remoção dos metais pesados cádmio (Cd, chumbo (Pb, cromo (Cr, cobre (Cu, zinco (Zn e níquel (Ni de soluções preparadas com estes metais. O delineamento utilizado foi inteiramente casualizado, com cinco tratamentos (soluções com diferentes concentrações dos metais pesados e quatro repetições. A biomassa seca permaneceu nas soluções dos tratamentos por um período de 48h, e nos intervalos de 1; 2; 3; 6; 12; 24; 36 e 48h após a instalação do experimento, coletaram-se alíquotas de cada tratamento, determinando-se a maior remoção de cada metal pesado pela biomassa seca do aguapé. Foi realizada digestão nitroperclórica na biomassa seca e determinação dos teores dos metais na biomassa e nas alíquotas por espectrometria de absorção atômica, modalidade chama. Para os metais Cd, Pb, Cr, Cu e Zn ocorreu remoção significativa pela massa seca do aguapé nos diferentes tratamentos, enquanto para o Ni não foi encontrada diferença significativa. Dessa forma, conclui-se que a biomassa seca produzida, a partir do aguapé Eichornia crassipes, é um excelente material para a remoção, tanto em pequena como em grande escala, de corpos hídricos contaminados com metais pesados.

  14. Database marketing for energy conservation. Practice-oriented study; Databasemarketing voor energiebesparing. Praktijk gericht onderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Burghouts, H. [Energie Netwerk EN, Bilthoven (Netherlands); De Kleijn, B.; Van Leerdam, W. [Tangram Advies en Onderzoek, Zeist (Netherlands)

    2013-06-15

    In the 'Block by Block' project 13 local energy saving projects are supported in the development of concepts to realize large-scale energetic improvements of existing houses. In these projects the consortia develop strategies which are applied in the market. In addition, a number of projects is awarded with a so-called 'Green Deal' (agreements between governmental, public and private parties in the Netherlands). Part of the support is a knowledge and learning process. As part of the learning process a practice-oriented research has been carried out into the possibilities of database marketing (DBM) for energy conservation. The research focuses on the opportunities for DBM for energy savings and promising product-market combinations. The question is: can DBM contribute to improving the effectiveness of the 'Block by Block' projects? [Dutch] In het project 'Blok voor Blok' worden 13 lokale energiebesparingsprojecten gesteund bij de ontwikkeling van concepten ten behoeve van de grootschalige energetische verbetering van bestaande woningen. In deze projecten worden door de gevormde consortia strategieen ontwikkeld en uitgevoerd in de markt. Daarnaast is een aantal projecten gehonoreerd met een 'Green deal'. Onderdeel van de ondersteuning is een kennis- en leertraject. In het kader van het leertraject is een praktijk gericht onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van databasemarketing (DBM) voor energiebesparing. Het onderzoek richt zich op de kansen voor DBM voor energiebesparing en kansrijke productmarktcombinaties. De vraag is: kan DBM bijdragen aan verbetering van de effectiviteit van projecten 'Blok voor Blok'?.

  15. Tussen de oren, voor paard en pony in praktijk

    NARCIS (Netherlands)

    Bruin, G.; Knaap, J.; Smolders, E.A.A.; Spek, van der M.C.

    1997-01-01

    Dit boek is echter voor tussen de oren van de eigenaar, verzorger, ruiter of amazone. Het bevat praktische adviezen op het gebied van voeding, opfok, gezondheid, africhting, vruchtbaarheid, beweiding en bodems

  16. Risico's van imidacloprid in oppervlaktewater voor de mens

    NARCIS (Netherlands)

    Smit CE; Bodar CWM; te Biesebeek JD; Wolterink G; SEC; SIR; mev; vgc

    2011-01-01

    Het RIVM heeft de risico's voor de mens beoordeeld als gevolg van de aanwezigheid van imidacloprid in oppervlaktewater. Imidacloprid is een insecticide dat in Nederlands oppervlaktewater is aangetroffen in concentraties die hoger zijn dan de geldende waterkwaliteitsnormen. Mensen kunnen met

  17. Kansen voor het e-book in het onderwijs

    NARCIS (Netherlands)

    Mofers, Frans

    2009-01-01

    Deze presentatie gaat over E-book-thema media en ICT. De vragen die aan de orde komen zijn: waarom zijn e-books interessant voor een onderwijsinstelling? -innovatie: vervangen papieren materiaal: boeken, readers etc. Transformatie nieuwe (onverwachte) gebruiksmogelijkheden. Conclusies: - e-book

  18. Concurrentie uit onverwachte hoek voor aanbieders live sportcontent

    NARCIS (Netherlands)

    Rene Foolen

    2016-01-01

    We bevinden ons in een snel veranderend medialandschap. Technologische ontwikkelingen zorgen voor veranderingen in het mediagedrag van de consument. On demand kijken is volledig ingeburgerd en zeker Millennials kijken nauwelijks nog op een lineaire manier televisie. Live sport lijkt een

  19. Subtiele verleiders inzetten voor studiesucces : Nudging the student

    NARCIS (Netherlands)

    J.M. Kreeft; I. van den Donker; dr. A.F. de Wild; D. van der Waal

    2013-01-01

    Subtiele prikkels in de omgeving van mensen zijn in staat om hun gedrag voorspelbaar te veranderen. Dit gegeven, bekend vanuit de psychologie en sociologie, biedt kansen voor het hoger onderwijs. Subtiele interventies (nudges) in het onderwijsproces leiden studenten namelijk onbewust tot

  20. Afspraken voor het uitwisselen en hergebruik van onderwijsmateriaal

    NARCIS (Netherlands)

    Manderveld, Jocelyn

    2005-01-01

    Manderveld, J. (2004) Afspraken voor het uitwisselen en hergebruik van onderwijsmateriaal. In: Gorissen, P., Manderveld, J., Benneker, F. & Cordewener, B. Leertechnologie in de Lage Landen (pp. 17-19). Utrecht, Stichting Surf. Ook beschikbaar in dspace: http://hdl.handle.net/1820/270

  1. CFD voor een gezonde en comfortabele stedelijke omgeving

    NARCIS (Netherlands)

    Blocken, B.J.E.

    2010-01-01

    Stedebouwfysica omvat de studie van fysische processen om te zorgen voor een gezonde, comfortabele en duurzame stedelijke omgeving. Dit artikel bespreekt kort de belangrijke rol die CFD-simulaties hierin kunnen spelen, op voorwaarde dat hun nauwkeurigheid en betrouwbaarheid gegarandeerd zijn. Het

  2. Produção de biomassa e acúmulo de nutrientes em plantas de cobertura sob diferentes sistemas de preparo do solo

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Fabio Kempim Pittelkow

    2012-07-01

    Full Text Available O objetivo deste trabalho foi avaliar a produção de biomassa seca e o acúmulo de nutrientes de plantas de cobertura em diferentes sistemas de preparo do solo. O experimento foi instalado após a colheita da soja precoce sobre um Latossolo Vermelho em Sorriso, MT. O delineamento experimental adotado foi em blocos casualizados, no esquema de parcelas subdivididas, com três repetições. As parcelas foram constituídas pelas plantas de cobertura (milheto, crotalária, braquiária, sorgo e amaranto e as subparcelas pelos sistemas de preparo do solo (sistema de plantio direto, sistema de cultivo mínimo e sistema de preparo convencional. No final do ciclo de cada planta de cobertura realizou-se uma amostragem, para estimar a produção de biomassa e de produção de grãos, através de um quadro amostral de 50 cm de lado, disposto de forma aleatória dentro de cada subparcela. Foram avaliadas as concentrações de macro e micronutrientes nas plantas de cobertura e os acúmulos foram determinados por meio da multiplicação da produção de biomassa seca pelo teor do nutriente. A produção de biomassa seca pelas plantas de cobertura não foi influenciada pelos sistemas de preparo do solo. A braquiária apresentou os maiores acúmulos de macro e micronutrientes e a menor relação C/N. O acúmulo de cálcio é influenciado pelos sistemas de preparo do solo.

  3. De fiets als maat voor de stedenbouw

    NARCIS (Netherlands)

    te Brömmelstroet, M.

    2012-01-01

    Het aanleggen van extra fietspaden zou meer mensen aan het fietsen moeten krijgen. Werkt dat ook zo? Kan de ruimtelijke inrichting het gedrag van fietsend Nederland beïnvloeden? De polycentrische structuur van ons land past in ieder geval goed bij de maat van de fiets en is bepalend voor de manier

  4. Onderzoek naar de mogelijkheden om de bewaaradvisering voor appels te baseren op de bepaling van de minerale samenstelling van het perssap

    NARCIS (Netherlands)

    Driessen, J.J.M.; Jong, de J.

    1989-01-01

    In samenwerking met het Proefstation voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp (PFW) en het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek (BLGG) is onderzoek verricht met appels van de rassen "Schone van Boskoop" en "Cox's Orange Pippin", Nagegaan is of de methode voor de vruchtanalyse

  5. Intibo als alternatief voor amgb's bij gespeende biggen

    NARCIS (Netherlands)

    Krimpen, van M.M.; Binnendijk, G.P.; Plagge, J.G.; Prado, del C.

    2002-01-01

    Het gebruik van antimicrobiële groeibevorderaars (AMGB's) staat ter discussie en wordt in de toekomst mogelijk verboden. Met het vooruitzicht hierop is de mengvoersector bezig met het ontwikkelen van voerconcepten die een alternatief moeten zijn voor AMGB's. :Op verzoek van Speerstra Feed

  6. Betekenis van Legionella-soorten voor preventiebeleid van leidingwaterinstallaties

    NARCIS (Netherlands)

    Versteegh JFM; Brandsema PS; Lodder WJ; de Roda Husman AM; Schalk JAC; van der Aa NGFM; IMG; LZO; EPI

    2009-01-01

    Het RIVM adviseert om de huidige normstelling voor het preventiebeleid van Legionella te handhaven en niet uitsluitend op Legionella pneumophila te richten. Als andere Legionella-soorten worden aangetroffen kan er ook groei van Legionella pneumophila optreden. Als er dan geen maatregelen worden

  7. A clean slate. For a future of possibilities; Schonelei. Voor een toekomst van mogelijkheden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Luttik, P.; Boosten, G. [Stichting DoTank, Bussum (Netherlands); Smit, H.; Tersteeg, J. [WING Proces Consultancy, Wageningen UR, Wageningen (Netherlands)

    2006-12-15

    a situation must be created that is aimed at renewal and innovation. A stimulating environment with guarantees for result driven investments, instead of a system of subsidies that is incomprehensible. We also have to look for new co-operation partners, not based on contracts and demands for specific results, but based on transparency, trust and shared ambitions. Everything has to be directed at the creation of new values. At this moment in time a number of results of the Clean Slate project are being elaborated. [Dutch] De landbouw staat in Nederland onder druk. Ondanks de inspanningen van velen om de agrarische sector in Nederland te laten floreren, is het niet ondenkbaar dat op een termijn van 30-50 jaar (delen van de) landbouw uit (delen van) Nederland zijn verdwenen. Het nadenken over de consequenties van deze ontwikkeling is zeker in agrarische kringen nog taboe. Dit belemmert niet alleen het zicht op nieuwe kansen die door het verdwijnen van landbouw ontstaan, het blokkeert ook de bewustwording ten aanzien van het kostbare dat dan verloren gaat. Het project 'Schonelei' concentreert zich op de kansenkant. Uitgangspunt is een viertal extreme scenario's voor het verdwijnen van de grondgebonden landbouw uit ons land. Die scenario's dienden als inspiratie voor de ontwikkeling van nieuwe concepten of aanzetten daartoe. Dat heeft een rijke oogst opgeleverd. Een negental concepten wordt in het rapport verder uitgewerkt, namelijk: Zeelandbouw (landbouw in zee); Bioport (Nederland niet meer als draaischijf voor fossiele energie, maar voor biomassa); Vraaggestuurde microketens (in tegenstelling tot aanbodgerichte bulkketens); Lokale autonomie (in plaats van centrale voorzieningen); Overbruggend eten (eten als manier om mensen nader tot elkaar te brengen); Nature at your fingertips (natuur aantrekkelijker maken door haar deels te virtualiseren); Waardevol sterven (over een nieuwe beleving van de laatste levensfase); Waardegedreven financiele

  8. BoKS 1.0. : Een voorstel voor een body of knowlegde & skills van de communicatieve competentie

    NARCIS (Netherlands)

    Els van der Pool; Monique van Wijk; Cecilia van Dongen

    2010-01-01

    Sinds 2008 bestaat er een landelijke Body of Knowledge & Skills voor vijf domeinen binnen het hoger onderwijs, te weten Business Administration, Commerce, Communications, Economics en Laws (Hbo-raad 2008). De term Body of Knowledge & Skills (BoKS) staat voor het geheel van kennis, vaardigheden en

  9. Options for shallow geothermal energy for horticulture. Annexes; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw. Bijlagen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-15

    Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower. This report comprises the annexes (A) Geologic Framework, and (B) Maps of the Netherlands (depth, thickness of sand layers, temperature and shallow geothermal energy potential [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager. Dit rapport bevat de bijlagen: (A) Geologisch kader, en (B) B Kaarten Nederland (diepte, zandlaagdikte, temperatuur en ondiepe geothermie (OGT) potentie.

  10. Database marketing for energy conservation. Practice-oriented study; Databasemarketing voor energiebesparing. Praktijk gericht onderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Burghouts, H. [Energie Netwerk EN, Bilthoven (Netherlands); De Kleijn, B.; Van Leerdam, W. [Tangram Advies en Onderzoek, Zeist (Netherlands)

    2013-06-15

    In the 'Block by Block' project 13 local energy saving projects are supported in the development of concepts to realize large-scale energetic improvements of existing houses. In these projects the consortia develop strategies which are applied in the market. In addition, a number of projects is awarded with a so-called 'Green Deal' (agreements between governmental, public and private parties in the Netherlands). Part of the support is a knowledge and learning process. As part of the learning process a practice-oriented research has been carried out into the possibilities of database marketing (DBM) for energy conservation. The research focuses on the opportunities for DBM for energy savings and promising product-market combinations. The question is: can DBM contribute to improving the effectiveness of the 'Block by Block' projects? [Dutch] In het project 'Blok voor Blok' worden 13 lokale energiebesparingsprojecten gesteund bij de ontwikkeling van concepten ten behoeve van de grootschalige energetische verbetering van bestaande woningen. In deze projecten worden door de gevormde consortia strategieen ontwikkeld en uitgevoerd in de markt. Daarnaast is een aantal projecten gehonoreerd met een 'Green deal'. Onderdeel van de ondersteuning is een kennis- en leertraject. In het kader van het leertraject is een praktijk gericht onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van databasemarketing (DBM) voor energiebesparing. Het onderzoek richt zich op de kansen voor DBM voor energiebesparing en kansrijke productmarktcombinaties. De vraag is: kan DBM bijdragen aan verbetering van de effectiviteit van projecten 'Blok voor Blok'?.

  11. Expanding of balancing options for renewable energy. The impact on economic development and government income; Verruimen salderingsmogelijkheden voor hernieuwbare energie. Wat is de impact op economische groei en overheidsinkomsten?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Franken, R.; Van Melle, T.

    2011-11-15

    Small-scale production of renewable electricity by households and businesses can be balanced with electricity purchased from the grid. This prevents that these energy producers pay energy taxes for electricity they supply back to the grid. The balancing option, however, is limited to a maximum of 5000 kWh per year, which also limits the size of cost-effective renewable electricity generation systems. By expanding the balancing option and under specific conditions, investment in larger systems can also be cost-effective. This would accelerate the market introduction of renewable electricity generation for households and smaller businesses [Dutch] Kleinschalige hernieuwbare elektriciteitsproductie bij huishoudens en bedrijven kan gesaldeerd worden met elektriciteit die wordt afgenomen van het net. Dit voorkomt dat deze producenten energiebelasting betalen over elektriciteit die zij uiteindelijk weer terugleveren. De mogelijkheid om te salderen is echter beperkt tot een maximum van 5000 kWh per jaar, waarmee ook de grootte van rendabele hernieuwbare opweksystemen beperkt wordt. Met een verruiming zouden, onder bepaalde omstandigheden, investeringen in grotere systemen ook rendabel kunnen worden. Dit zou een versnelling in de marktintroductie kunnen geven van hernieuwbare opwek bij huishoudens en kleinere bedrijven. In deze studie worden de effecten in kaart gebracht.

  12. Alternatieven voor de septic tank in het buitengebied : brongerichte aanpak sanitatie in niet-kwetsbare gebieden [thema riolering

    NARCIS (Netherlands)

    Mels, A.; Kujawa, K.; Zeeman, G.

    2004-01-01

    Voor 1 januari 2005 dienen op alle ongerioleerde percelen in het buitengebied adequate lozingsvoorzieningen te zijn getroffen. In niet-kwetsbaar buitengebied schrijft artikel 1 van het lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater voor om bij lozingen tot vijf inwonerequivalenten een septic tank van

  13. Bedrijfseconomisch advies : achtergrondinformatie en -documentatie bij de spreadsheettoepassingen voor de akkerbouw en de groenteteelt in de vollegrond

    NARCIS (Netherlands)

    Janssens, S.R.M.; Krikke, A.T.; Bosch, H.K.J.

    1989-01-01

    Het opstellen van bedrijfseconomische adviezen voor individuele agrarische ondernemers vindt sinds de zestiger jaren plaats. In het kader van de automatisering werd op basis van een spreadsheet (Lotus 123) een aantal toepassingen ontwikkeld voor de bedrijfseconomische advisering van akkerbouw- en

  14. Verbeelding en principes: Enkele implicaties van Dewey’s moraalfilosofie voor een vernieuwing van de hedendaagse ethiek

    NARCIS (Netherlands)

    Coeckelbergh, Mark

    2007-01-01

    In deze presentatie onderzoek ik hoe Dewey’s moraalfilosofie kan bijdragen aan een vernieuwing van de hedendaagse ethiek door te kijken naar de rol die Dewey ziet voor verbeelding en principes in moreel redeneren. Ik toon dat zijn werk kan gebruikt worden om te argumenteren voor een omwenteling in

  15. Towards a clean economy in 2050. An outline of roads. How the Netherlands can become climate-neutral; Naar een schone economie in 2050. Routes verkend. Hoe Nederland klimaatneutraal kan worden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ros, J.; Koelemeijer, R.; Elzenga, H.; Peters, J. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands); Hekkenberg, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2011-11-15

    In the Netherlands it is possible to reduce the emission of greenhouse gases by 80% in 2050. Therefore it is necessary to start working on a mix of four elements: energy conservation, biomass, CO2 capture and storage, and clean electricity. By order of the Ministry of Infrastructure and Environment PBL and ECN explored the possibilities to achieve 80 percent less greenhouse gases emission in 2050. The main conclusion is that the solution lies in the use of a range of techniques. [Dutch] Nederland kan in 2050 80 procent minder broeikasgassen uitstoten. Daarvoor is het nodig nu al in te zetten op een mix van 4 elementen: energiebesparing, biomassa, CO2-afvang en opslag, en schone elektriciteit. Op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu verkenden PBL en ECN de mogelijkheden om te komen tot 80 procent minder broeikasgassen in 2050; de onderzoeksinstituten concluderen dat de oplossing ligt in de inzet van een scala aan technieken.

  16. Hoe maak je gebruik van tablets voor leren?

    NARCIS (Netherlands)

    Kalz, Marco; Kluijfhout, Eric; Börner, Dirk; Tabuenca, Bernardo; Kester, Liesbeth; Wolff, Charlotte; Bahreini, Kiavash; Gijselaers, Jérôme; Andeweg, Cisca; De Vries, Fred; Berkhout, Jeroen; Storm, Jeroen

    2012-01-01

    Kalz, M., Kluijfhout, E., Börner, D., Tabuenca, B., Kester, L., Wolff, C., Bahreini, K., Gijselaers. J., De Vries, F., Andeweg, C., Berkhout, J., & Storm, J. (2012, 28 September). Hoe maak je gebruik van tablets voor leren? Masterclass in de OpenU community. Open Universiteit, Heerlen, Nederland.

  17. Vers bloed voor spinazie (interview met C. Kik)

    NARCIS (Netherlands)

    Nijland, R.; Kik, C.

    2011-01-01

    Chris Kik van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) keerde afgelopen weekend terug van een eenmansexpeditie door Azerbeidzjan, Georgië en Armenië. Resultaat van de reis: een koffer volgepropt met 53 witte linnen zakjes zaad van wilde en lokaal geteelde spinazie. Dat materiaal gaat

  18. Kengetallenoverzichten en PDCA-aanpak voor verlenging levensduur melkvee

    NARCIS (Netherlands)

    Zijlstra, J.; Vlemminx, R.; Dellevoet, M.

    2014-01-01

    Het project ‘Verlenging Levensduur Melkvee, fase 2’ is een vervolg op de eerste fase waarin een routekaart voor het verlengen van levensduur van melkvee binnen de Nederlandse melkveehouderijsector is gemaakt. Het doel van ‘Verlenging Levensduur Melkvee, fase 2’ is tweeledig: 1) Het aanpassen van

  19. Goffman als basis voor frame-analyse en framingonderzoek

    NARCIS (Netherlands)

    Wester, F.P.J.

    2017-01-01

    Het woord framing komt al een vijftiental jaren in het Nederlands voor in politiek en media. Het wordt meestal gebruikt om een communicatiestrategie aan te duiden. Door een onderwerp via woord en/of beeld in een bepaald kader te plaatsen, krijgt het een lading met positieve of juist negatieve

  20. ESTIMATIVA DA BIOMASSA E DO CONTEÚDO DE NUTRIENTES DE UM POVOAMENTO DE Eucalyptus globulus (Labillardière SUB-ESPÉCIE maidenii

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Mauro Valdir Schumacher

    2000-12-01

    Full Text Available O presente trabalho teve por objetivo estimar a produção de biomassa acima do solo e determinar o conteúdo de nutrientes nos diferentes componentes das árvores de um povoamento de Eucalyptus globulus subespécie maidenii. Os dados foram coletados em um talhão de 4 anos de idade, plantado em solo argiloso, no município de Butiá, Rio Grande do Sul. Para determinar a quantidade de biomassa, foi utilizada uma equação de regressão (lnY = a + b * lnX cujos coeficientes foram calculados com base em nove árvores amostradas em diferentes classes diamétricas. A biomassa total acima do solo foi de 83,2 Mg ha-1, em que 13; 10; 9 e 68 % encontravam-se distribuídos nas folhas, ramos, casca e madeira, respectivamente. Do total dos elementos na árvore, na madeira do tronco foram encontrados 29; 29; 40; 12,5 e 34% de N, P, K, Ca e Mg respectivamente. Já na copa das árvores, esses mesmos elementos representaram 64; 56; 48,5; 32 e 39%. A casca foi o componente que acumulou as maiores quantidades de cálcio, (55,3% do total.

  1. Indicatoren voor bewusteloosheid = Indicators for unconsciousness

    OpenAIRE

    Gerritzen, M.A.; Hindle, V.A.

    2009-01-01

    In het kader van de wettelijke verplichting om dieren te beschermen vooraf en tijdens het slachten heeft LNV onderzoek gevraagd naar de (on)mogelijkheden van het in-line bepalen van de effectiviteit van verdovingsmethoden onder commerciële omstandigheden, met andere woorden beschikken we over voldoende betrouwbare indicatoren voor het vaststellen van bewusteloosheid in het slachtproces. In dit rapport zijn het resultaat van een literatuuronderzoek en van een enquête onder internationale exper...

  2. Nieuwe technieken voor het meten van de verteerbaarheid van grondstoffen en mengvoeders voor varkens : in vitro methoden, de in vitro automaat = New techniques to measure the digestibility of feedstuffs and diets for pigs : in vitro methods, the in vitro automate

    NARCIS (Netherlands)

    Meer, van der J.M.; Schraa, R.

    1989-01-01

    Voor de waardering van varkensvoeders, grondstoffen en mengvoeders is een in-vitro-methode ontwikkeld, die de in vivo schijnbare organische stofverteerbaarheid voorspelt. De methode is gebaseerd op een aantal opeenvolgende incubaties bij 40 graden Celsius met "handels" verteringsenzymen. Voor deze

  3. Green4sure. The Green Energy Plan. Background report; Green4sure. Het Groene Energieplan. Achtergrondrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rooijers, F.J. (ed.) (and others)

    2007-05-15

    , elektriciteit, hernieuwbare energie, biomassa en biodiversiteit, CO2-opslag, externe kosten en baten van Green4Sure, werkgelegenheid en sociaal-economische effecten, en de klimaatwet.

  4. De late Foucault : vrijheid als zorg voor jezelf

    NARCIS (Netherlands)

    Coeckelbergh, Mark

    2008-01-01

    Michel Foucault (1926-1984) was een van de meest populaire filosofen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. En ook nu nog inspireert hij velen. Waarom eigenlijk? Zijn het zijn boeken over waanzin en ziekte, gevangenis en seks? Is het zijn voor een academicus opmerkelijk spannende leven

  5. Modelagem da produção de biomassa da Haematococcus pluvialis.

    OpenAIRE

    Galvão, Rosana Machado

    2011-01-01

    O uso de microalgas como matéria-prima para produção de biocombustíveis tem sido apontado, por muitos pesquisadores, como essencial para reduzir as emissões dos gases que provocam o efeito estufa, visto que o cultivo de microalgas pode atuar no processo de sequestro de CO2 e a biomassa formada pode ser utilizada na substituição de combustíveis fósseis. Dessa forma, o interesse pela otimização do cultivo de microalga não está somente na fonte de produtos de alto valor agregado, mas na formação...

  6. 3D pilot. Eindrapport werkgroep technische specificaties voor de opbouw van de 3D IMGeo-CityGML

    NARCIS (Netherlands)

    Blaauboer, J.; Goos, J.; Ledoux, H.; Penninga, F.; Reuvers, M.; Stoter, J.E.; Vosselman, M.G.

    2012-01-01

    Deze notitie is de eindrapportage van Activiteit 3 van de zes 3D Pilot NL Fase II activiteiten: Technische specificaties bestekteksten voor de opbouw van IMGeo-CityGML. De 3D Pilot is een initiatief van het Kadaster, Geonovum, de Nederlandse Commissie voor Geodesie en het Ministerie van

  7. APORTE DE NUTRIENTES E BIOMASSA VIA SERRAPILHEIRA EM SISTEMAS AGROFLORESTAIS EM PARATY (RJ)

    OpenAIRE

    Nina Duarte Silveira; Marcos Gervasio Pereira; José Carlos Polidoro; Sílvio Roberto de Lucena Tavares; Rodrigo Barcelar Mello

    2007-01-01

    O objetivo deste trabalho foi avaliar a sustentabilidade ambiental de Sistemas Agroflorestais Regenerativos e Análogos (Safra), utilizando-se como indicadores de sustentabilidade ambiental o aporte de biomassa e nutrientes via serrapilheira de espécies arbóreas plantadas. Este trabalho faz parte das ações do PRODETAB – projeto 039 e foi desenvolvido na Fazenda Goura Vrindávna, Paraty, RJ. Foram plantadas 28 espécies arbóreas de múltiplos usos em três tratamentos agroflorestais, Safra Mínimo (...

  8. Lintwormen bij schapen niet gauw gevaarlijk voor de mens

    NARCIS (Netherlands)

    Borgsteede, F.H.M.

    1997-01-01

    Schapen kunnen fungeren als tussengastheer van 4 lintwormsoorten die alle de hond als eindgastheer hebben. Een van deze 4 is ook gevaarlijk voor de mens, namelijk Echinococcus granulosus. het gevaar komt dan niet van het schaap, maar van de eindgastheer, de hond

  9. Housing associations and ventilation. Program Requirements for Domestic Ventilation for new construction and renovation (version 2.0); Woningcorporaties en ventilatie. Programma van Eisen voor Woningventilatie voor nieuwbouw en renovatie (versie 2.0)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Balvers, J.; Boerstra, A. [BBA Binnenmilieu, Rotterdam (Netherlands)

    2011-11-15

    The aim of the title project is to develop a base of Program Requirements (PvE, abbreviated in Dutch) that employees of housing associations can use as a starting point to achieve ventilation systems in new construction and renovation of housing projects. The tool comprises of three parts: Instructions the for use of the PvE (Chapter 1); PvE for homes with balanced ventilation, including explanatory notes (Chapter 2); PvE for homes with natural ventilation and mechanical exhaust system, including explanatory notes (Chapter 3) [Dutch] Het doel van het project is het ontwikkelen van een basis Programma van Eisen (PvE) dat medewerkers van woningcorporaties als uitgangspunt kunnen gebruiken bij het realiseren van ventilatiesystemen in nieuwbouw en renovatie van woningbouwprojecten. Het instrument bestaat uit 3 delen: Aanwijzingen voor het gebruik van de PvE's (hoofdstuk 1); PvE voor woningen met balansventilatie, inclusief toelichting (hoofdstuk 2); PvE voor woningen met natuurlijke luchttoevoer en mechanische luchtafvoer, inclusief toelichting (hoofdstuk 3)

  10. Emissões de compostos carbonosos pela queima doméstica de biomassa

    OpenAIRE

    Duarte, Márcio Alexandre Correia

    2011-01-01

    Foram realizados um conjunto de ensaios de queima de combustíveis sólidos (madeira) de três espécies típicas portuguesas pinheiro, eucalipto e sobreiro. Estes ensaios de queima foram realizados em dois equipamentos típicos em Portugal, um fogão com recuperador e uma lareira. Com isso pretendeu-se obter perfis de emissão de gases e PM10 de forma a contribuir para uma melhor caracterização da contribuição das emissões provenientes da queima de biomassa em Portugal. Alem disso, foram ainda deter...

  11. De steenvlieg Protonemura risi nieuw voor Nederland (Plecoptera: Nemouridae)

    NARCIS (Netherlands)

    Hoek, van den T.H.

    2006-01-01

    Steenvliegen komen vooral voor in stromende wateren: van bronnen tot grote rivieren. De onvolwassen stadia (nimfen) leven in het water, de volwassen dieren op het land. Door watervervuiling en afbraak van hun leefmilieu zijn de steenvliegen sterk achteruit gegaan. De soorten van de grote rivieren

  12. Groene bouwstenen voor biobased plastics : biobased routes en marktontwikkeling

    NARCIS (Netherlands)

    Harmsen, P.F.H.; Hackmann, M.M.

    2012-01-01

    Chemisch gezien kunnen vrijwel alle bouwstenen voor plastics uit hernieuwbare grondstoffen worden gemaakt, maar niet elke route is commercieel haalbaar. Processen zijn vaak (nog) niet efficiënt genoeg, producten hebben een te lage zuiverheid of de grondstoffen zijn te duur. Deze uitgave geeft meer

  13. Mining gold from the waste mountain. Energy recovery from landfill gas; Afvalberg als goudmijn. Meer energie uit stortgas

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Jong, K. [Energieprojecten.com, Steenwijk (Netherlands)

    2002-05-01

    Methane from landfill sites can be an attractive source of green gas or green power. Utilisation of landfill gas has so far been held back by lack of efficient collection and application techniques. However, research into the extraction, purification and conversion of the gas carried out in the Netherlands and elsewhere has been yielding promising results. Depending on the circumstances, processed landfill gas can serve as a domestic gas or be used to produce electricity. [Dutch] Methaan dat op stortplaatsen vrijkomt, kan een aantrekkelijke bron zijn voor groen gas of groene stroom. Tot nu toe ontbreekt het aan technieken om dit stortgas met maximaal rendement te winnen en te benutten. Experimenten in binnen- en buitenland met winning, opwerking en conversie zijn echter veelbelovend. Afhankelijk van de omstandigheden zal de keuze vervolgens vallen op gas of op elektriciteit.

  14. Factsheet 2010. Quality Regional Management for Electricity and Natural Gas Networks. Expert version; Factsheet 2010. Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten en Gasnetten. Expert versie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-12-15

    Regional grid operators take care of distribution of electricity and gas for households and small and medium-sized businesses. Moreover, they are responsible for monitoring and maintaining their grids. The Dutch Office of Energy Regulation supervises the quality of the grids of the grid operators. The Dutch Office of Energy Regulation considers quality to consist of four aspects: security of transport, safety, product quality and services quality. The Factsheets offer insight in how a grid operator has performed in recent years. By publishing the Factsheets on Quality, the Dutch Office of Energy Regulation aims to offer an objective, broad view on the realized quality by the grid operators [Dutch] Regionale netbeheerders verzorgen het transport van elektriciteit en gas voor onder andere huishoudens en het midden- en kleinbedrijf. Ze zijn daarnaast verantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van hun netten. De Energiekamer NMa houdt toezicht op de kwaliteit van de netten van netbeheerders. Onder kwaliteit verstaat de Energiekamer NMa vier aspecten: transportzekerheid, veiligheid, productkwaliteit en kwaliteit van dienstverlening. De Factsheets geven inzicht in hoe een netbeheerder gedurende de afgelopen jaren gepresteerd heeft. Met het publiceren van de Factsheets Kwaliteit beoogt de Energiekamer NMa een objectief en breed beeld van de gerealiseerde kwaliteit door netbeheerders te geven.

  15. Factsheet 2011. Quality Regional Management for Electricity and Natural Gas Transport Networks; Factsheet 2011. Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten en Gastransportnetten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-07-15

    Regional grid operators take care of distribution of electricity and gas for households and small and medium-sized businesses. Moreover, they are responsible for monitoring and maintaining their grids. The Dutch Office of Energy Regulation supervises the quality of the grids of the grid operators. The Dutch Office of Energy Regulation considers quality to consist of four aspects: security of transport, safety, product quality and services quality. The Factsheets offer insight in how a grid operator has performed in recent years. By publishing the Factsheets on Quality, the Dutch Office of Energy Regulation aims to offer an objective, broad view on the realized quality by the grid operators [Dutch] Regionale netbeheerders verzorgen het transport van elektriciteit en gas voor onder andere huishoudens en het midden- en kleinbedrijf. Ze zijn daarnaast verantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van hun netten. De Energiekamer NMa houdt toezicht op de kwaliteit van de netten van netbeheerders. Onder kwaliteit verstaat de Energiekamer NMa vier aspecten: transportzekerheid, veiligheid, productkwaliteit en kwaliteit van dienstverlening. De Factsheets geven inzicht in hoe een netbeheerder gedurende de afgelopen jaren gepresteerd heeft. Met het publiceren van de Factsheets Kwaliteit beoogt de Energiekamer NMa een objectief en breed beeld van de gerealiseerde kwaliteit door netbeheerders te geven.

  16. The Vision on Wind. Space for Wind Turbines in Amsterdam, Netherlands; De Windvisie. Ruimte voor windmolens in Amsterdam

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Godschalk, M.; Jacobs, S.; Van der Linden, K.; Plomp, M.; Rijntjes, R.; Ruiter, R.; Ydema, G.; Zonderland, H.

    2012-07-15

    With drafting the 'Wind Vision' the city of Amsterdam takes the initiative to realize more windmills in Amsterdam. Amsterdam aims for an efficient, sustainable energy, which will also benefit the Amsterdam population economically. The 'Wind Vision' shows that there are enough opportunities to supply one third of the households in Amsterdam with renewable electricity [Dutch] Met de Windvisie neemt Amsterdam het initiatief om meer windmolens in Amsterdam te realiseren. Amsterdam streeft naar een efficiente, duurzame energieopwekking, waar Amsterdammers ook economisch van kunnen profiteren. De Windvisie laat zien dat er op dit moment in de stad kansen zijn om genoeg windmolens te realiseren om een derde van de Amsterdamse huishoudens van duurzaam opgewekte elektriciteit te voorzien.

  17. De goudwesp Chrysis equestris nieuw voor Nederland (Hymenoptera: Chrysididae)

    NARCIS (Netherlands)

    Soon, V.; Stipdonk, van A.

    2105-01-01

    Goudwespen zijn fraaie insecten, met felle metaalkleuren in de tinten rood, groen en blauw. Ze parasiteren vaak bij bijen en angeldragende wespen. In dit artikel wordt de eerste vondst van Chrysis equestris voor Nederland beschreven, waarmee het aantal in Nederland gevonden soorten nu op 57 komt.

  18. Policy for climate and renewable energy. On the road to 2050; Beleid voor klimaat en hernieuwbare energie. Op weg naar 2050

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Verdonk, M.; Boot, P.A.; Ros, J.P.M.

    2011-12-15

    A study was conducted to find out to what extent the realization of the goals for 2020 are on track for a low-carbon economy in 2050. The current climate and energy targets for 2020 offer insufficient incentives to reduce greenhouse gas emissions with 80-95 percent in 2050. This requires a (European) climate target for 2030 and stronger promotion of innovation. [Dutch] Er is onderzocht in welke mate het realiseren van doelen voor 2020 op koers ligt voor een koolstofarme economie in 2050. De huidige klimaat- en energiedoelen voor 2020 bieden onvoldoende stimulans om in 2050 80-95 procent minder broeikasgassen uit te stoten. Daarvoor is een (Europees) klimaatdoel voor 2030 en meer bevordering van innovatie nodig.

  19. Schatgraven in 'de mijnen van het Oosten'. Europa's eerste tijdschrift voor oriëntaalse studies

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Peter Rietbergen

    1999-06-01

    Full Text Available Tussen 1809 en 1818 verscheen Fundgruben des Orients. Dit eerste Europese tijdschrift voor oriëntaalse studies was een spreekbuis voor liefhebbers van de cultuur van het Oosten. De redactie wilde de nadruk leggen op het Nabije Oosten. De groeiende koloniale invloed van Engeland in Azië, met name in India, weerspiegelde zich echter ook in de kolommen van het tijdschrift. Een politiek gevoelig artikel maakte waarschijnlijk een einde aan het blad.

  20. Exploring TM image texture and its relationships with biomass estimation in Rondônia, Brazilian Amazon Explorando texturas de imagens TM e suas relações com estimativas de biomassa em Rondônia

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Dengsheng Lu

    2005-06-01

    Full Text Available Many texture measures have been developed and used for improving land-cover classification accuracy, but rarely has research examined the role of textures in improving the performance of aboveground biomass estimations. The relationship between texture and biomass is poorly understood. This paper used Landsat Thematic Mapper (TM data to explore relationships between TM image textures and aboveground biomass in Rondônia, Brazilian Amazon. Eight grey level co-occurrence matrix (GLCM based texture measures (i.e., mean, variance, homogeneity, contrast, dissimilarity, entropy, second moment, and correlation, associated with seven different window sizes (5x5, 7x7, 9x9, 11x11, 15x15, 19x19, and 25x25, and five TM bands (TM 2, 3, 4, 5, and 7 were analyzed. Pearson's correlation coefficient was used to analyze texture and biomass relationships. This research indicates that most textures are weakly correlated with successional vegetation biomass, but some textures are significantly correlated with mature forest biomass. In contrast, TM spectral signatures are significantly correlated with successional vegetation biomass, but weakly correlated with mature forest biomass. Our findings imply that textures may be critical in improving mature forest biomass estimation, but relatively less important for successional vegetation biomass estimation.Muitas medidas de textura têm sido desenvolvidas e utilizadas para melhorar a acurácia de classificações de cobertura das terras, mas raramente têm-se avaliado a importância dessas medidas em estimativas de biomassa. Este trabalho utilizou dados Landsat TM para explorar as relações entre texturas de imagens TM e biomassa em Rondônia, Amazônia. Foram analisadas oito medidas de textura baseadas em matrizes de co-ocorrência de tons de cinza (i.e., média, variância, homogeneidade, contraste, dissimilaridade, entropia, segundo momento e correlação, associadas com sete diferentes tamanhos de janela (5x5, 7x7

  1. Vesta spatial energy model for the built environment. Data and methods; Vesta ruimtelijk energiemodel voor de gebouwde omgeving. Data en methoden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Wijngaart, R.A.; Folkert, R.J.M.

    2012-04-15

    Vesta is a spatial energy model for the built environment which calculates the energy consumption and CO2 emissions for the built environment. First, attention is paid to the data and methods of spatial data on the existing and future housing stock, commercial buildings and horticulture areas. Next, the energy indicators are discussed for calculation of the energy demand. Subsequently, energy and cost data for building measures and area measures such as waste heat, geothermal heat and cold and heat storage (TES). Also, the socio-economic characteristics of residents and the business-economic characteristics of the utility and horticulture sectors as used for selections in the Vesta model are discussed. Finally, results of the model are compared with national energy measurements [Dutch] In dit rapport worden de data en methoden besproken die zijn gebruikt voor het ruimtelijk energiemodel Vesta. Vesta is een ruimtelijk energiemodel voor de gebouwde omgeving en berekent het energiegebruik en de CO2-uitstoot voor de gebouwde omgeving. Allereerst wordt aandacht besteed aan de data en methoden van ruimtelijke gegevens over de bestaande en toekomstige voorraad woningen, utiliteitsgebouwen en glastuinbouwarealen. Daarna worden de energiekentallen besproken voor het berekenen van de energievraag. Vervolgens presenteren we de energie- en kostengegevens voor gebouwmaatregelen en gebiedsmaatregelen als restwarmte, geothermie en warmtekoudeopslag (WKO). Ook gaan we in op de sociaaleconomische karakteristieken van bewoners en de bedrijfseconomische karakteristieken van de sectoren utiliteit en glastuinbouw zoals gebruikt voor selecties in Vesta. Tot slot vergelijken we de uitkomsten van het model met landelijke metingen voor energie.

  2. De optimale sportafstand voor de ladder van de glazenwasser

    NARCIS (Netherlands)

    Reijneveld, C.N.; Looze, M.P. de; Hoozemans, M.J.M.; Grinten, M.P. van der; Korte, E.M. de; Kingma, I.

    2002-01-01

    Voor de glazenwasser die werkt met staande ladder, is een goede ladder zeer belangrijk. Hij loopt en werkt op en verplaatst de ladder veelvuldig. Er is veel discussie over ladders en de optimale sportafstand bij staande ladders. De meeste glazenwassers geven de voorkeur aan een sportafstand van 35

  3. Optimalisatie van een nursery systeem voor de kweek van mosselbroed en een algenkweek systeem t.b.v. deze nursery

    NARCIS (Netherlands)

    Peene, F.

    2006-01-01

    Stage rapport van een leerling van Hogeschool Zeeland, opleiding Aquatische Ecotechnologie. De studie die tijdens deze stage uitgevoerd is, is een literatuurstudie naar systemen voor de nursery van mosselen en systemen voor grootschalige algenkweek ten behoeve van deze nursery. Ook zijn experimenten

  4. Electric driving in 2050. Consequences for the living environment; Elektrisch rijden in 2050. Gevolgen voor de leefomgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nijland, H.; Hoen, A.; Snellen, D.; Zondag, B.

    2012-11-15

    The ambition of the Dutch government was to realize a million cars driving on electricity in the Netherlands by 2050. This way the cabinet aimed to reduce the dependency on fossil fuels and to contribute to the European targets regarding the CO2 emissions of transport in 2050. These emissions need to be reduced by 60 per cent compared to 1990. To reach the climate targets, the EU also plans to ban cars with combustion engines from the European cities. A full switch to electric passenger cars can make a significant contribution to the realization of these targets. Therefore, PBL (the Environmental Assessment Agency) explored the consequences of such a full switch to electric passenger car mobility. The transition to electric cars enables the realization of approximately half of the long-term climate ambitions for the traffic and transport sector. The environment, particularly in the cities, profits from a transition to electric driving, because it reduces both the emission of air-polluting substances and noise pollution. On the main roads and the regional roads, however, electric driving does not lead to a reduction in noise pollution. The electricity grid will need to be modified to be able to meet the growing demand [Dutch] De ambitie van het kabinet-Rutte was dat er in 2025 een miljoen auto's op elektriciteit rijden in Nederland. Hiermee wilde het kabinet de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen en een bijdrage leveren aan de in Europees verband afgesproken doelen rondom de uitstoot van de CO2-emissies door transport in 2050. Deze uitstoot moet met 60 procent verminderen ten opzichte van 1990. Om de klimaatdoelen te halen, wil de EU bovendien auto's met verbrandingsmotoren weren uit de Europese steden. Een volledige omschakeling naar elektrisch rijden van personenauto's kan een belangrijke bijdrage leveren aan deze doelen. Het PBL heeft daarom de gevolgen verkend van zo'n volledige omschakeling naar elektrische

  5. Verlaagd ruw eiwit als alternatief voor AMGB's bij gespeende biggen

    NARCIS (Netherlands)

    Krimpen, van M.M.; Lierop, van A.H.A.A.M.; Binnendijk, G.P.

    2003-01-01

    In de veehouderij maakt men op dit moment veelvuldig gebruik gemaakt van antimicrobiële groeibevorderaars (AMGB's) in voeders voor landbouwhuisdieren. Het gebruik van AMGB's wordt vanaf 2006 wellicht volledig verboden, omdat het gebruik van antibiotica resistentie van bacteriepopulaties tot gevolg

  6. Orienterend onderzoek naar bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor de drinkwatervoorziening

    NARCIS (Netherlands)

    Hrubec J; Baumann RA; LWD

    1996-01-01

    In de jaren 1991-1994 werd een orienterend onderzoek uitgevoerd naar de omvang van de verontreiniging van twee innamepunten van Rijn- en Maaswater voor de drinkwatervoorziening door bestrijdingsmiddelen. Van de 35 geselecteerde bestrijdingsmiddelen en hun metabolieten werd alleen Diuron in het

  7. Technieken voor biometrische identificatie: hoge eisen maken multi-modale biometrie noodzakelijk

    NARCIS (Netherlands)

    Bazen, A.M.

    2005-01-01

    Een biometrisch systeem vergelijkt twee metingen van persoonskenmerken. Hierbij worden opgeslagen kenmerken gematcht met een live meting. Voor verificatie, identificatie en vergelijking met een zwarte lijst wordt biometrie ingezet bij beveiliging, verhoogde effici

  8. Beheersstrategiën Amstelveenlijn voor integratie tram en metro

    NARCIS (Netherlands)

    Muller, T.H.J.; Hakkesteegt, P.

    1987-01-01

    Rapport in opdracht van GVB Amsterdam. In deze studie is nagegaan of het mogelijk is de diensten op de Amstelveenlijn in de richting CS, die deels voeren over het metrotrajekt, zo uit te voeren, dat invoegen op de halte Spaklerweg mogelijk is zonder hinder voor de metro-exploitatie. De centrale

  9. Caissons voor het dichten van dijken in Zeeland 1953

    NARCIS (Netherlands)

    Verhagen, H.J.

    1953-01-01

    Foto's van caissons voor het dichten van dijken in Zeeland in 1953. Geleverd werden 493 caissons en 203 manchetten door een combinatie van: • N.V. Amsterdamsche Ballast maatschappij, Amsterdam • Christiani en Nielsen N.V., ’s Gravenhage • N.V. van Hattum en Blankevoort, Beverwijk • Hollandsche Beton

  10. Gedoseerde vochtafvoer, een alternatief voor een vochtklier: mechanisch vocht afvoeren

    NARCIS (Netherlands)

    Campen, J.B.

    2006-01-01

    Mechanisch vocht afvoeren is een alternatief voor de vochtkier. Met een ventilator wordt koude droge lucht onder het gewas ingeblazen. Horizontale temperatuurverschillen die soms optreden bij kieren blijven bij deze methode uit. De ventilatie kan precies worden afgestemd op de vochtproductie wat

  11. Sensor city mobility. Innovaties in mobiliteit kansrijk voor stedelijke regio's

    NARCIS (Netherlands)

    Burgmeijer, J.W.

    2014-01-01

    Slimmer omgaan met informatie uit sensoren loont. Dat is de uitkomst van het innovatieproject Sensor City Mobility. Van 2010 tot 2014 was 'sensor city' Assen een living lab voor dit project. Het project beoogde een innovatieslag in reisinformatie- en verkeersmanagementdiensten. Het project is

  12. Een bepalingsmethode voor thallium in regenwater met behulp van voltammetrie

    NARCIS (Netherlands)

    Struijs; J.; Wolfs; P.M.; Esseveld; F.G.van

    1985-01-01

    In dit rapport wordt een bepalingmethode beschreven voor thallium in het nanogram/liter-gebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van differentiele pulse-anodic stripping voltammetry (DPASV) aan de dunne kwikfilm. Met deze techniek blijkt het mogelijk om de concentratie van dit element rechtstreeks

  13. WINDLIDAR: een remote sensing meettechniek voor het bepalen van windvelden

    NARCIS (Netherlands)

    van Vliet REC; van der Meulen A; Swart DPJ

    1986-01-01

    Windlidar is een remote sensing techniek voor het bepalen van wind- velden. Het systeem is gebaseerd op het herkennen van aerosol struc- turen in de atmosfeer met behulp van correlatie technieken. Afmetingen en levensduur vormen de belangrijkste parameters in deze techniek. Het verticale

  14. En wie zorgt er voor de mantelzorger? Ondersteuning van mantelzorgers na opname van hun naaste

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ingrid Nordt

    2012-12-01

    De mantelzorger speelt een belangrijke rol in de zorg voor naasten. Het overheidsbeleid is erop gericht de mantelzorger zoveel mogelijk te ondersteunen bij het kunnen blijven vervullen van deze rol. Maar wat als de zorg te zwaar wordt en opname in een zorginstelling onvermijdelijk is? Dit artikel focust zich op de ondersteuning die mantelzorgers nodig hebben nadat hun naaste is opgenomen in een zorginstelling. Voor de mantelzorgers is dit een moeilijke periode waarin zij een nieuwe rol moeten zoeken in een nieuwe situatie.

  15. Embedded systemen en Y2K: vijf voor twaalf

    NARCIS (Netherlands)

    Luiijf, H.A.M.

    1998-01-01

    Met de regelmaat van de klok is Jan D. Timmer te zien op TV. Als voorzitter van het Millennium platform vraagt hij aandacht voor het feit dat computers, apparatuur en embedded systemen bij de overgang naar het jaar-2OOO dienst kunnen weigeren of op een andere wijze problemen kunnen veroorzaken. Dit

  16. Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen (CARA) in Nederland. Ontwikkelingen in de kennis van de epidemiologie en etiologie en mogelijkheden voor preventie

    NARCIS (Netherlands)

    Maas IAM; VTV

    1994-01-01

    In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de actuele stand van de kennis omtrent etiologie, determinanten en mogelijkheden voor preventie voor chronische aspecifieke luchtwegaandoeningen (CARA). De nadruk ligt in dit rapport op de rol van leefstijlfactoren (roken, voeding en lichamelijke

  17. Nauwkeurige gasanalyse-systemen voor kwaliteitsbewaking tijdens fruitopslag : Effecten van ethyleen en ethanol tijdens bewaring van appelen en peren189953 / RAPPORT

    NARCIS (Netherlands)

    Schaik, van A.C.R.; Reuler, van H.

    2015-01-01

    Met een consortium van bedrijven en kennisinstellingen is onderzoek uitgevoerd naar grenswaarden voor de gasvormige componenten ethyleen en ethanol welke geproduceerd worden voor en tijdens de opslag van hardfruit. De ethyleen productie na de oogst kan mogelijk gebruikt worden als een

  18. Innovo et Emergo : Procesaanbeveling voor een multifunctionele kustzone in Zeeland

    NARCIS (Netherlands)

    Verhagen, H.J.; Roose, R.

    2006-01-01

    De Zeeuwse kust staat onder druk. Naar verwachting zal de zeespiegel deze eeuw ongeveer 60 centimeter stijgen door klimaatverandering. Niet alleen de zee, maar ook de rivieren zorgen naar alle waarschijnlijkheid voor een stijging. De deltawateren zijn nu weliswaar afgesloten van Rijn, Maas en

  19. Unieke coöperatieve samenwerkingsvorm leidt tot Kadaster voor boominformatie

    NARCIS (Netherlands)

    Pol, van de P.; Janssen, H.; Rip, F.I.

    2016-01-01

    Een jaar geleden is de coöperatie
    Boomregister gestart met het
    leveren van landsdekkende
    boominformatie verkregen
    uit AHN, Satellietdata, slimme
    algoritmen en verschillende open
    basisregisters. Een jaar verder
    blijkt dat de boominformatie
    waardevol is voor heel

  20. Vervanging dierlijke eiwitten bittere noodzaak : Profetas ontwikkelt technieken en kennis voor vleesvervangers

    NARCIS (Netherlands)

    Vereijken, J.M.

    2003-01-01

    Het onderzoeksprogramma Profetas dat staat voor Protein Foods, Environment, Technology and Society, bestudeert de mogelijkheden om de consumptie van dierlijke eiwitten of vleeseiwitten terug te dringen door milieuvriendelijke plantaardige eiwitten

  1. Comfortabel zitten op een kantoorstoel : een nieuwe uitdaging voor ontwerpers

    NARCIS (Netherlands)

    Vink, P.

    2005-01-01

    Het ontwerpen van de juiste kantoorstoel is niet eenvoudig. Nog niet zo lang geleden werd gesteld dat een nieuwe stoel ontworpen wordt om rugklachten te voorkomen. Inmiddels tonen diverse epidemiologische studies aan dat zitten alleen geen risicofactor is voor de rug. Zelfs “het zitten rechtop als

  2. Sustainable packaging. Packaging for a circular economy; Duurzaam verpakken. Verpakken voor de circulaire economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Haffmans, S. [Partners for Innovation, Amsterdam (Netherlands); Standhardt, G. [Nederlands Verpaskkingscentrum NVC, Gouda (Netherlands); Hamer, A. [Agentschap NL, Utrecht (Netherlands)

    2013-10-15

    What is Sustainable Packaging? And what is the most sustainable packaging for a product? The publication is intended for anyone who wants to take into account the environment in the design of a product and packaging. It offers concrete suggestions and inspiring examples to bring sustainable packaging into practice [Dutch] Wat is Duurzaam Verpakken? En wat is de duurzaamste verpakking voor mijn product? De publicatie is bestemd voor iedereen die rekening wil houden met het milieu bij het ontwerp van een product-verpakkingscombinatie. Ze biedt concrete aanknopingspunten en inspirerende voorbeelden om hier praktisch mee aan de slag te gaan.

  3. Compost duurzaam ingezet. De Compost Scorekaarten: een instrument voor het afwegen van de waarde van compost

    OpenAIRE

    Schrik, Yannick; Koopmans, Chris

    2015-01-01

    Het duurzame gebruik van een reststof zoals compost hangt sterk samen met de waarde die de compost heeft bij toepassing. Deze publicatie geeft via heldere Compost Score Kaarten inzicht in het vinden van de juiste compostsoort voor het gewenste doel. Of het nu gaat om organischestofvoorziening, verbetering van de bodemstructuur of de nutriëntenvoorziening van gewassen: een bewuste keuze voor de compostsoort en –kwaliteit draagt bij aan een duurzame inzet en duurzaam hergebruik van reststoffen.

  4. Biomass gasification for electric power generation. Biomassa vergassing voor elektriciteitsopwekking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H J

    1992-10-01

    Attention is paid to power generation by means of the use of synthesis gas, produced by biomass gasification, in internal combustion engines and gas turbines. Descriptions are given of the biomass gasification process and several types of gasifiers: cocurrent or downcraft gasifiers, countercurrent gasifiers, crosscurrent gasifiers and fluidized bed gasifiers. The first aim of this report is to assess which gasifier is the most appropriate gasifier to be used in combination with an internal combustion engine or a gas turbine. The second aim is to determine the quality of the biomass fuel, which must be gasified in a particular gasifier. In chapter two the notion biomass is discussed, and in chapter three attention is paid to the gasification process. An overview of the characteristics of available gasifiers is presented in chapter four (performance, quality of the synthesis gas and the biomass fuel, investment costs, and state of the art). In chapter five and six the internal combustion engine and the gas turbine are dealt with, as well as the experiences with and the consequences of the use of synthesis gas. Also the economic feasibility of the application of combined gasifier/engine systems and gasifier/gas turbine systems is discussed. 39 figs., 20 tabs., 43 refs.

  5. Onderzoek naar de stabiliteit van reconstitutie van RIVM-humaan juistheidscontroleserum voor enzymactiviteitsmetingen

    NARCIS (Netherlands)

    Steentjes; G.M.; Laar; E.A.van; Buitenhuis; S.G.; Koedam; J.C.

    1984-01-01

    Van het RIVM humaan juistheidscontroleserum voor enzymactiviteitsmethingen is de stabiliteit na reconsitutie gedurende een week bij diverse bewaaromstandigheden onderzocht. Bij normale gebruiksomstandigheden werden na 24 uur geen afwijkingen geconstateerd. Door bacteriele besmetting

  6. Groter geluk voor een groter aantal. Kan dat in Nederland?

    NARCIS (Netherlands)

    R. Veenhoven (Ruut)

    2007-01-01

    textabstractWat is de taak van de overheid? Volgens Jeremy Bentham (1789) uiteindelijk om groter geluk voor een groter aantal burgers te bewerkstelligen. Hij vatte geluk daarbij op als individuele levensvoldoening: in zijn woorden als "the sum of pleasures and pains". In zijn tijd kon geluk nog niet

  7. Tax accounting - IFRS IAS 12 : Voor accountants, controllers en fiscalisten

    NARCIS (Netherlands)

    Naarding, E.; Langendijk, H.P.A.J.

    2010-01-01

    Deel 7 van de reeks 'Tax Assurance in beeld' is een werkboek dat vraagstukken bevat om de technische aspecten van IAS 12 Income Taxes van de International Accounting Standards Board (IASB) te oefenen. Het boek is bedoeld voor accountants, controllers en fiscalisten die zich willen bekwamen in de

  8. Tax accounting - IFRS IAS 12: Voor accountants, controllers en fiscalisten

    NARCIS (Netherlands)

    Naarding, E.W.J.; Langendijk, H.P.A.J.

    2010-01-01

    Deel 7 van de reeks 'Tax Assurance in beeld' is een werkboek dat vraagstukken bevat om de technische aspecten van IAS 12 Income Taxes van de International Accounting Standards Board (IASB) te oefenen. Het boek is bedoeld voor accountants, controllers en fiscalisten die zich willen bekwamen in de

  9. Constructie en validering van de Groninger Intelligentietest voor Voortgezet Onderwijs (GIVO)

    NARCIS (Netherlands)

    Dijk, Hendrik van

    1995-01-01

    In de voorafgaande negen hoofdstukken werd de constructie en de validering van de Groninger lntelligentietest voor Voortgezet Onderwijs (de GIVO) beschreven. Waar mogelijk zijn aan het einde van de hoofdstukken conclusies geformuleerd. Hier zullen bepaalde conclusies worden samengevat en van

  10. Vergelijking van HPLC-methoden voor de bepaling van pentachloorfenol in houtmonsters

    NARCIS (Netherlands)

    Goewie; C.E.; Berkhoff; C.J.

    1986-01-01

    Een vergelijkend onderzoek is verricht naar de bruikbaarheid van verschillende detectiemethoden in combinatie met HPLC voor de analyse van pentachloorfenol in hout. In het onderzoek wordt RP-HPLC met UK en amperometrische detectie beschreven, evenals NP-HPLC met elektroneninvangdetectie. In

  11. Kies voor eenvoud! ; PSO Matrix is hulpmiddel bij keuzes in veranderingsprojecten

    NARCIS (Netherlands)

    Dick Markvoort

    2009-01-01

    In elke organisatie zijn er krachten en invloeden werkzaam, waardoor de organisatie neigt naar aannemen van grote en complexe projecten. Door bewust te kiezen voor eenvoud is veel geld te besparen. Do as much nothing as possible, stelt Dick Markvoort.

  12. Atributos do solo e biomassa radicular após quatro anos de semeadura direta de forrageiras de estação fria em campo natural dessecado com herbicidas

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    E. Pérez Gomar

    2002-03-01

    Full Text Available Os campos naturais, desenvolvidos sobre solos arenosos da região norte do Uruguai, são compostos por espécies forrageiras, sobretudo de gramíneas de produção estacional, com baixa produtividade no inverno. O objetivo deste estudo foi avaliar o efeito da dessecação do campo natural no estabelecimento de espécies de estação fria em atributos do solo e biomassa radicular. O estudo, iniciado em 1994, utilizou delineamento experimental de blocos ao acaso com parcelas subsubdivididas, com três repetições. Nas parcelas principais, em 1994, foram aplicados os tratamentos com herbicidas (paraquat 0,60gha-1i.a., glifosate 0,36gha-1i.a. e glifosate 1,44gha-1i.a. e testemunha sem herbicida em campo natural para a semeadura de pastagens de inverno. Nessas parcelas, a pastagem de inverno foi aveia preta (avena strigosa L., triticale (X Triticosecale Wittmack e azevém (Lolium multiflorum L.. As subparcelas foram formadas pela reaplicação ou não dos herbicidas em 1995 e as subsubparcelas foram formadas pela reaplicação ou não dos herbicidas em 1996. As amostras de solo para determinar a biomassa radicular, a densidade do solo, o carbono (C orgânico do solo, bases trocáveis, Al trocável e o pH do solo foram extraídas separadamente, em três subamostras, usando cilindro metálico de 7,65cm de diâmetro e 40cm de comprimento. Os monolitos extraídos foram estratificados até 30cm de profundidade nas camadas de 0-5, 5-10, 10-15, 15-20 e 20-30cm. A biomassa radicular foi maior na testemunha do que a média dos tratamentos com herbicidas somente na camada de 0-5cm, e, entre os tratamentos com herbicidas, a biomassa radicular foi maior com paraquat do que com o glifosate. A reaplicação de herbicidas, em 1995 e 1996, também ocasionou redução da biomassa radicular. Houve alta correlação positiva de C orgânico com a biomassa radicular. A redução de C orgânico para o tratamento mais agressivo de controle químico (glifosate 1,44gi

  13. Hello, Goodbye? Brexit en mogelijke gevolgen voor de Europese energiemarkt

    NARCIS (Netherlands)

    Marhold, Anna

    2017-01-01

    Het valt niet te ontkennen dat 2016 een bewogen jaar was op het gebied van geopolitieke ontwikkelingen. Voor de Europese Unie (hierna: EU) en haar lidstaten was de uitkomst van het Britse Brexit referendum in juni wellicht de meest onvoorziene gebeurtenis, één die de nodige onzekerheid met zich

  14. Tritium besmetting in Petten en mogelijke risico's voor de omgeving

    NARCIS (Netherlands)

    Slaper H; Twenhöfel C; van der Knaap Y; VLH; M&V

    2017-01-01

    In 2012 is bij de Hoge Flux Reactor (HFR) in Petten een lekkage ontdekt van de radioactieve stof tritium in de bodem. De beheerder, NRG, heeft inmiddels maatregelen genomen om de lekkage te stoppen. RIVM heeft onderzocht wat de gevolgen voor omwonenden kunnen zijn. Uit dit onderzoek komt dat ook bij

  15. Smart grid for comfort; Smart grid voor comfort

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Zeiler, W.; Van der Velden, J.A.J. [Kropman, Rijswijk (Netherlands); Vissers, D.R.; Maaijen, H.N. [Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven TUE, Eindhoven (Netherlands); Kling, W.L. [Faculteit Electrical Engineering, Technische Universiteit Eindhoven TUE, Eindhoven (Netherlands); Larsen, J.P. [Sense Observation Systems, Rotterdam (Netherlands)

    2012-04-15

    A new control strategy was developed based on the application of wireless sensor network with the connection to a smart grid to investigate if it is possible to save energy on the level of the user under the condition of maintaining the same or even improved level of individual comfort. By using different scenarios, for individual comfort and energy consumption, agents provide the steering of the process control This forms the basis of a new approach to optimize the energy consumption, after which the effect of it can be used on the level of residential building to optimize the interaction with the electrical infrastructure, the smart grid. [Dutch] Er vindt onderzoek plaats naar een nieuwe regelstrategie gebaseerd op de toepassing van een draadloos sensor netwerk dat is gekoppeld aan het smart grid. Doel van deze regelstrategie is om op gebruikersniveau energie te kunnen besparen met behoud of zelfs verbetering van het individueel comfort. Er zijn verschillende scenario's voor individueel comfort en energiegebruik van apparatuur met behulp van agents die voor de aansturing kunnen zorgen. Zo wordt de kern van de energievraag geoptimaliseerd. De doorwerking hiervan tot op het niveau van woninggebouw en de koppeling met het externe elektriciteitsnet kan vervolgens worden geoptimaliseerd.

  16. Twijfels over tekort aan of overaanbod van aangepaste voorzieningen voor gehandicapten.

    NARCIS (Netherlands)

    Lengkeek, J.

    1989-01-01

    Er is onderzoek nodig naar het huidige aanbod van aangepaste recreatievoorzieningen voor gehandicapten. De bestaande cijfers spreken elkaar tegen: houdt men de minimumvraag tegen het maximumaanbod dan is er sprake van een overaanbod; vergelijkt men echter de maximumvraag met het minimumaanbod, dan

  17. Normbeelden als alternatief voor politiecultuur: de integere, neutrale en loyale supercop

    NARCIS (Netherlands)

    Cankaya, S.

    2016-01-01

    In dit artikel wordt gepleit voor het gebruik van de notie normbeelden om daarmee meer recht te doen aan de weerbarstigheid van het politiewerk. De notie politiecultuur wordt bekritiseerd vanwege haar homogeniserende tendensen, monolithische connotaties en een stereotype en negatieve waardering van

  18. DLO-programma 406 : Wettelijke Onderzoekstaken voor LNV, visserijonderzoek : voortgangsrapportage over 2006

    NARCIS (Netherlands)

    Beek, van F.A.

    2007-01-01

    In het WOT-programma 406 worden Wettelijke Onderzoeks Taken uitgevoerd die betrekking hebben op het beheer van de visserij en aquacultuur in Nederland. Het programma wordt uitgevoerd voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Dit rapport bevat de rapportage en verantwoording

  19. Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie : projectverslag fase 3

    NARCIS (Netherlands)

    Graven, P.; Rouwelte, H.; Kok, B.J.; Vink, P.; Conijn, C.G.M.; Aanholt, van J.T.M.

    2005-01-01

    In lelies kennen we verschillende vormen van wortelrot. Naast Pythium, wortelverbranding en het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) komt er ook een vorm van wortelrot voor, waarbij de veroorzaker niet bekend is. Door bepaalde pathogenen uit te sluiten is uit het vorige project "Onbekend

  20. Een planningsmethode voor reductie van de fluctuaties in de belasting van verpleegafdelingen

    NARCIS (Netherlands)

    Vanberkel, P.T.; Boucherie, Richardus J.; Hans, Elias W.; Hurink, Johann L.; van Lent, W.A.M.; van Harten, Willem H.

    2012-01-01

    Zorgvuldige afstemming tussen het schema van de operatiekamers en de verpleegafdeling balanceert de belasting van de verpleegafdeling en vermindert het aantal afgezegde operaties. In samenwerking tussen het Center for Healthcare Operations Improvement & Research (CHOIR, kenniscentrum voor

  1. De ontwikkeling van een met onderzoek onderbouwde methodiek voor het meidenwerk

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Judith Metz

    2016-03-01

    both would seem to be valuable as means for making tacit knowledge explicit, and have the potential for solidifying, substantiating and transferring it. This is because they would act as guiding principles to provide direction for methodological action by social professionals in contact with the target group. They exist alongside each other and can be deployed according to the situation, goals, persons and resources available for the range of working methods, target groups, goals and contexts. SAMENVATTINGDe ontwikkeling van een met onderzoek onderbouwde methodiek voor het meidenwerkDit artikel doet verslag van een zoektocht naar de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een met onderzoek onderbouwde methodiek voor het meidenwerk. Het geeft inzicht in de mogelijkheden en moeilijkheden voor het opbouwen van een kennisbasis voor open benaderingswijzen in de praktijk van het sociaal werk. De aanleiding is het verzoek van Amsterdamse meidenwerkers om hulp bij het ontwikkelen van een met onderzoek onderbouwde methodiek voor een bijna 90-jarige diverse en dynamische praktijk. De achtergrond vormt de discussie over de kennisbasis van het sociaal werk. Gangbare modellen als “evidence-based practice”, “practice-based evidence” en “common factors” worden besproken op geschiktheid voor het ontwikkelen van een met onderzoek onderbouwde methodiek voor open benaderingswijzen, waarna programma evaluatie als mogelijk alternatief wordt uitgediept. De conclusie is dat er vooral met betrekking tot open benaderingswijzen binnen het sociaal werk dringend meer aandacht nodig is voor het proces van methodiekontwikkeling en de wijze van onderbouwing. De eerste ervaringen met programma evaluatie en het daaruit voortvloeiende model van methodische principes zijn voorzichtig positief. Programma evaluatie lijkt handreikingen te bieden voor het omgaan met het spanningsveld tussen de wetenschappelijke kwaliteit van de bevindingen en de bruikbaarheid voor de praktijk. Methodische

  2. Validation of the CAR II model for Flanders, Belgium; Validatie van het model CAR II voor Vlaanderen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Marien, S.; Celis, D.; Roekens, E.

    2013-04-15

    In Flanders, Belgium, the CAR model (Calculation of Air pollution from Road traffic) for air quality along urban roads was recently extensively validated for NO2. More clarity has been gained about the quality and accuracy of this model [Dutch] In Vlaanderen is het CAR-model (Calculation of Air pollution from Road traffic) voor de luchtkwaliteit langs binnenstedelijke wegen onlangs uitvoerig gevalideerd voor NO2. Er is nu meer duidelijkheid over de kwaliteit en nauwkeurigheid van dit model.

  3. Behandeling van lucht uit een traditionele stal voor vleeskuikens met een chemische wasser

    NARCIS (Netherlands)

    Hol, J.M.G.; Wever, A.C.; Groot Koerkamp, P.W.G.

    1999-01-01

    In dit onderzoek werd de reductie van de ammoniakemissie gemeten door toepassing van een chemische wasser. Deze wasser behandelde de lucht die afkomstig was uit een traditionele stal voor vleeskuikens.

  4. Next Generation of Greenhouse Cultivation for vegetable propagation; Het Nieuwe Telen voor groente-opkweek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kromdijk, W.; De Gelder, A. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands)

    2011-07-15

    The Next Generation Cultivation has been developed as a system for horticultural production companies. For companies specialised in propagating plants, implementation of the Next Generation Cultivation is not necessarily straightforward. To make use of the experience and knowledge acquired in research from the energy programme Greenhouse as an Energy Source ('Kas als Energiebron') in these companies, analysis of the current situation and possible adaptations are required to tailor the Next Generation Cultivation for propagation nurseries. Within the project 'The Next Generation Cultivation for vegetable propagation' opportunities and pitfalls have been identified by means of 10 interviews, as well as a workshop and a short literature review. Based on the interviews, companies expect the biggest impact on reduction of energy use through: More extensive use of screening, Temperature integration, Forced ventilation. From the workshop it became apparent that the horizontal temperature profile especially needs to become more uniform and needs priority. If this is successful, it should be possible to obtain a reduction in energy use and a more uniform quality of starting plants simultaneously. Vegetable propagation production peaks between October and February. In the remaining months, the greenhouses are filled with other produce. The choices for crops with either low energy inputs ('cold vegetables' e.g. lettuce, cabbage, etc) or considerable energy inputs (various potplants) can be crucial in determining whether investments in energy savings can be economically viable [Dutch] Het Nieuwe Telen (HNT) is als systeem ontwikkeld voor de primaire productie bedrijven. Voor de opkweekbedrijven, die in korte teelten het basis uitgangsmateriaal maken is dit systeem niet één op één toepasbaar. Om de in Kas als Energiebron opgedane kennis te laten landen bij plantenkwekerijen moet een analyse en een vertaalslag gemaakt worden. In het project

  5. Hydrogen-powered road vehicles. Positive and negative health effects of new fuel; Waterstof in het wegverkeer. Voor- en nadelen voor de gezondheid van een nieuwe vorm van brandstof

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2008-09-15

    environmental factors and public health. [Dutch] De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen - met zijn politieke, maatschappelijke en milieunadelen - zorgt ervoor dat alternatieve energiebronnen volop in de belangstelling staan. Het gebruik van waterstof wordt als een veelbelovende optie gezien, in het bijzonder voor het wegverkeer. Volgens een toekomstvisie van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) zou in 2050 ruim de helft van de auto's in Nederland op waterstof kunnen rijden. Vooropgesteld dat de waterstof wordt geproduceerd uit duurzame energiebronnen, zou daarmee ook de emissie van kooldioxide aan banden worden gelegd. Zowel in de Verenigde Staten, Japan en Europa worden door overheden en het bedrijfsleven dan ook grote bedragen geinvesteerd in de ontwikkeling van de benodigde technologie, die over enkele decennia een op waterstof gebaseerde economie mogelijk moet maken. Overschakeling naar waterstof als energievoorziening voor het wegverkeer zou ingrijpende gevolgen hebben voor de samenleving. Zoals bij elke nieuwe technologie het geval is, biedt dat kansen, maar zijn er onvermijdelijk ook nadelen. In het geval van waterstof zijn sommige van die nadelen bekend, en tot op zekere hoogte beheersbaar. Andere zullen echter pas na introductie en toepassing aan het licht komen. Dit inzicht, gevoegd bij het maatschappelijke belang van een eventuele omschakeling op waterstof, was voor de Gezondheidsraad aanleiding om nu alvast in te gaan op de voor- en nadelen die waterstof als nieuwe energievorm kan hebben voor de volksgezondheid. Juist in deze fase is het van belang om een beeld te krijgen van de mogelijke gezondheidseffecten, te weten waar de lacunes in de kennis zitten, en aan te geven wat de beste manier is om daar mee om te gaan.

  6. Produção de biomassa e remoção de nutrientes em povoamentos de Eucalyptus camaldulensis Dehnh, Eucalyptus grandis hill ex Maiden e Eucalyptus torelliana F. Muell, plantados em Anhembí, SP.

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Mauro Valdir Schumacher

    2009-09-01

    Full Text Available Normal 0 21 false false false MicrosoftInternetExplorer4 Neste trabalho estudou-se a distribuição de biomassa e a quantidade de nutrientes estocados nos diferentes compartimentos (folhas, ramos, casca e lenho das árvores de Eucalyptus camaldulensis Dehnh, Eucalyptus grandis Hill ex Maiden e Eucalyptus torelliana F. Muell com 9, 9 e 12 anos de idade, respectivamente, plantados em solos de textura arenosa e baixa fertilidade, em Anhembi - SP. A espécie E. grandis foi a que apresentou a maior produção de biomassa para todos os compartimentos analisados, com exceção dos ramos grossos. Nas três espécies o tronco (casca + lenho representou em média 90% da biomassa acima do solo. Os nutrientes concentraram-se de forma decrescente nas folhas, ramos, casca e lenho. As copas das árvores foram responsáveis pelo acúmulo de, aproximadamente, 24% dos nutrientes contidos na biomassa total das árvores. Na casca encontram-se as maiores quantidades de cálcio, aproximadamente 60% do total. A espécie E. grandis removeu do solo a maior quantidade de nutrientes, desenvolvendo através da queda de folhedo menores quantidades que as outras espécies. Desta forma cuidados especiais deverão ser dispensados para garantir a produtividade das rotações futuras.

  7. Equação de biomassa e estoque de carbono do pinhão manso, no município de Viçosa, MG Biomass equation and carbon stock of jatropha crop, in Viçosa, Minas Gerais, Brazil

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Diego de Paula Toledo

    2012-11-01

    Full Text Available O presente trabalho teve como objetivo estimar equações de biomassa e o estoque de carbono da cultura do Pinhão Manso (Jatrophacurcas L.. A área estudada localiza-se no município de Viçosa, MG. O plantio foi realizado em espaçamento 3,5x3,0m, em 4,64ha. Para quantificação da biomassa, foi utilizado o método direto e destrutivo, aplicado às árvores-amostra, que foram selecionadas de acordo com as medidas da altura, do diâmetro das copas e do número de ramos. A determinação da biomassa de cada árvore foi obtida pelo método da proporcionalidade. Os modelos testados foram adaptados de Spurr e de Schumacher & Hall, para biomassa aérea e biomassa total (biomassa aérea mais biomassa de raízes pivotantes. O estoque de carbono foi estimado através da multiplicação da biomassa seca pelo teor de carbono da matéria seca, que foi obtido pelo método da calcinação em mufla. A estimativa do CO2 equivalente estocado foi obtida pela multiplicação do estoque de carbono pelo fator 44/12. A equação que obteve melhor ajuste e que foi utilizada para determinação do estoque de carbono deste estudo foi a de Spurr, com os dados de biomassa total, B=0,7601*(DC2*H0,8949, em que B = biomassa (kg; DC = diâmetro de copa (m; e H = altura (m. O estoque de carbono encontrado da cultura, no quarto ano, foi de 6,79MgC ha-1, correspondendo a 24,89Mg CO2(eq ha-1. Os resultados mostram que o pinhão-manso é ambientalmente viável para elaboração de projetos MDL de florestamento/reflorestamento ou em projetos de carbono para mercados voluntários, agregando renda ao produtor rural e melhorando a atratividade financeira da cultura.This study had the objectives to estimate equations of biomass and carbon stock of Jatropha (Jatrophacurcas L.. The area of this study is located in Viçosa, Minas Gerais, planting carried out in 3.5x3.0m spacing at 4.64ha. To biomass quantification, we used the direct destructive method, applied to trees, which were

  8. BIOSORPSI DAN REDUKSI KROM LIMBAH PENYAMAKAN KULIT DENGAN BIOMASSA Fusarium sp DAN Aspergillus niger (Biosorpstion and Reduction of Chromium Bearing Tannery Wastewater Using The Biomass of Fusarium Sp. and Aspergillus niger

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Suharjono Triatmojo

    2001-08-01

    Full Text Available ABSTRAK Tujuan penelitian ini ialah untuk membuktikan bahwa biomassa Fusarium sp dapat mereduksi Cr(VI, dan biomassa Aspergillus niger dapat digunakan untuk mengambil ion krom dari larutan. Fusarium.sp ditumbuhkan pada media cair kentang dekftosa cair, ditambah K2Cr2O7 atau sludge limbah penyamakan kulit. Selanjutnya diamati perubahan warnanya, bila terjadi perubahan warna dan oranye ke ungu atau tak berwarna maka telah terjadi reduksi krom valensi VI menjadi krom valensi Ill. Aspergillus niger ditumbuhkan pada media Potato dectrose agar (PDA padat, dipindahkan ke media cair yang bensi bakto pepton, bakto dektrose dan srukronutrien. Produksi biomassa dilakukan pada labu erlenmeyer; setelah 5 hari dipanen dan dibuat bubuk. Bubuk ini digunakan untuk mengambil krom dari larutan. Hasil penelitian menunjukkan bahwa biomassa Fusarium sp dapat digunakan untuk mengambil krom dan larutan yang.mengandung KrCrrO, atau sludge limbah penyamakan kulit. Waktu inkubasi yang lebih lama meningkatkan absorbsi krom oleh biomassa Fascrium sp. Fusarium sp mampu mereduksi Cr(VI menjadi Cr(Iii. Biomassa Aspergillus niger dapat digunakan untuk mengambil krom dari larutan. Hasil terbaik diperoleh pada konsentrasi awal 100 mg/I, pada pH 2,0, berat biomassa 0,1 g, dan waktu kontak 12 jam, yaitu 96,23% untuk Cr(II| dan96,3 % untuk Cr(VI. Fusarium sp. dan A. niger dapat digunakan sebagai bioremediator dalam penanganan limbah penyamakan kulit secara biologi.   ABSTRACT The objectives of this research was to study the biosorption and reduction of chromium bearing tannery wastewater using biomass of Fusarium sp and Aspergillus niger. Fusarium sp was used to investigate bioaccumulation and reduction of chromium in K2 Cr2O7 solution and solution containing sludge of leather tanning waste, and aspergillus niger was used to investigate biosorption of Cr(III and Cr(VI in solution. Fusarium sp was grown on sterilized potato extrose liquid medium, added with K2Cr2O7solution or sludge

  9. Antioxidative effect of Arthrospira platensis biomass on the lipid oxidation| Efeito antioxidante da biomassa de Arthrospira platensis sobre a oxidação lipídica

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Dayane Meireles de Souza

    2017-08-01

    érias tem sido estudadas. Objetivo: O objetivo deste estudo foi avaliar o efeito antioxidante da biomassa de Arthrospira platensis no processo de oxidação lipídica do óleo e da emulsão óleo/água. Método: A produção de antioxidantes por Arthrospira platensis em função das condições de cultivo foi avaliada por meio de planejamento experimental. O efeito antioxidante dos extratos metanólicos e das biomassas foi avaliado através do índice de peróxidos. Resultados: Os resultados mostram que as condições de crescimento para se obter a biomassa promoveram mudança na capacidade protetora dos diferentes extratos da biomassa. Extratos obtidos a partir da biomassa cultivada sob 150 μmol fótons/m2s-1, 1,875 g.L-1 NaNO3; 13,5 g.L-1 NaHCO3 (ensaio 14 e 50 μmol fótons/m2s-1, 2,5 g.L-1 NaNO3; 18,0 g.L-1 NaHCO3 (padrão mostraram maior efeito antioxidante contra a oxidação lipídica, portanto, utilizados para formulação da maionese. A maionese feita com óleo de soja e 0,5% de biomassa foi preservada da fotodegradação lipídica durante sete dias de armazenamento, mas o índice de peroxido em relação ao controle variou de 2,9 para 3,1 mEqO2.Kg-1, não havendo diferença significativa da preservação proporcionada pela terc-butil hidroquinona, no mesmo período de armazenamento. Na maionese feita com óleo de girassol, a biomassa, independentemente da concentração, não foi capaz de proteger o produto contra a foto-oxidação. Conclusões: Os resultados demonstram a capacidade protetora contra a oxidação lipídica da biomassa de Arthrospira platensis e seu potencial para uso em alimentos ricos em lipídeos à base de óleo de soja.

  10. 'Media-aandacht is cruciaal': Arnold van Vliet : wetenschapper voor het publiek

    NARCIS (Netherlands)

    Kleis, R.; Vliet, van A.J.H.

    2014-01-01

    Van Vliet ontdekte de kracht van citizen science al in zijn studententijd in Wageningen. ‘Voor een afstudeervak bij het IBN, nu Alterra, kwam ik in contact met de archieven van het Nederlands Fenologisch Waarnemingsnetwerk. Stapels ordners met waarnemingen van mensen sinds 1868. Bij analyse van die

  11. Effective policy for sustainable behavior. An international comparison; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een internationale vergelijking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    This international comparative case study (the Netherlands, Germany, Sweden, United Kingdom) compares policy themes (household energy, food, mobility, household waste) and cases of interventions aims at more sustainable behaviours. It investigates how national policy can contribute to sustainable behaviour in these four themes. The study focuses on policy contexts and concrete 'best practice examples' (both policy -initiated and society-driven initiatives), paying attention to the extent to which social scientific insights have been utilised to conduct and evaluate the interventions. The conceptual approach in this study regards individual behaviour not in isolation but as embedded in institutional, social and physical contexts. In line with this, the evaluation of best practice examples focuses on how the following dimensions have been addressed in order to enable, support and sustain behavioural changes: the policy environment and institutional environment, individual behaviour, social norms a nd the physical environment. In this discussion, the Netherlands is both the starting point and the point of return, enabling us to draw lessons for Dutch policy. We conclude that a more proactive, dynamic and supportive role would fit national policy if it aims at encouraging the spread of more sustainable behaviours in society. Dutch policy could learn from the experiences of other countries and attempt at (among others): showing explicit commitment, connecting initiatives at different levels, and facilitating platforms for exchange of knowledge, experience and expertise, across sectors and departments, in order to arrive at a more integrated approach towards encouraging sustainable behaviours [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief

  12. die ontstaan van vrouelugverenigings in suid-afrika voor die tweede

    African Journals Online (AJOL)

    aangestel. Ander eenhede het later gevolg. Drle van die Vrouehulplugmag se lelersflgure staan voor die VHLM se kleure wat gewy Is In Durban op 18 Mei 1940. Die vroue Is vlnr mal (meil E. Percival-Hart, It-kol (mev) D. Dunning en mal (mel) M. Egerton-Bird. 24. Scientia Militaria, South African Journal of Military Studies, ...

  13. Measures for sustainable energy in the livestock farming industry; Maatregelen duurzame energie veehouderijsector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schellekens, J. [DLV Bouw Milieu en Techniek, Uden (Netherlands)

    2010-07-15

    The sectors of pig farming, poultry farming and veal farming have been examined for sustainable energy deployment options in agricultural businesses. These are systems are ready for practice and to be used by individual businesses. Background information is provided on energy saving, deployment of photovoltaic energy, solar collectors, biomass incineration, heat pumps, air conditioning with ground water, and practical experiences in the deployment of sustainable energy systems. Moreover, an overview is given of subsidies and fiscal opportunities for sustainable energy deployment by agricultural businesses [Dutch] Voor de sectoren varkenshouderij, pluimveehouderij en vleeskalverhouderij is onderzocht wat de toepassingsmogelijkheden zijn van duurzame energie (DE) op agrarische bedrijven. Het betreft systemen welke praktijkrijp zijn en te gebruiken op individuele bedrijven. Er wordt achtergrondinformatie gegeven over energiebesparing, toepassen van photovoltaische energie, zonnecollectoren, verbranden van biomassa, warmtepompen, luchtconditionering met grondwater, praktijkervaringen in de toepassing van duurzame energiesystemen. Ook wordt een overzicht geven van subsidies en fiscale mogelijkheden voor toepassen van DE-systemen op agrarische bedrijven.

  14. Overeenkomsten tussen richtlijnen voor farmaco-econonomisch onderzoek en eerder gepubliceerde gezondheidseconomische evaluaties

    NARCIS (Netherlands)

    Postma, Maarten; Kwik, J J; Rutten, W J M J; de Jong-van den Berg, L T W; Brouwers, J R B J

    2002-01-01

    OBJECTIVE: To investigate whether the health-economics research published in Dutch journals is in agreement with the guidelines for pharmaco-economic research as published in 1999 by the Dutch 'College voor zorgverzekeringen' [Healthcare Insurance Board]. DESIGN: Descriptive. METHOD: A literature

  15. Lust voor het oog. Over de schoonheid en goedheid van pornografie

    NARCIS (Netherlands)

    P.J.J. Delaere (Patrick)

    2012-01-01

    textabstractAbstract: Voor het idée reçue dat pornografische kunst een contradictie in de termen is wordt doorgaans het volgende argument in stelling gebracht: porno en kunst sluiten elkaar uit omdat ze met een verschillend doel worden vervaardigd en met een al even verschillend oogmerk worden

  16. Queima de biomassa e efeitos sobre a saúde Biomass burning and its effects on health

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Marcos Abdo Arbex

    2004-04-01

    Full Text Available A primeira idéia que se forma na mente das pessoas e do pesquisador é associar a poluição do ar aos grandes centros urbanos, com a imagem de poluentes sendo eliminados por veículos automotores ou pela chaminé de suas fábricas. Entretanto, uma parcela considerável da população do planeta convive com uma outra fonte de poluição, que atinge preferencialmente os países em desenvolvimento: a queima de biomassa. Este artigo tem como objetivo chamar a atenção do pneumologista, da comunidade e das autoridades para os riscos à saúde da população exposta a essa fonte geradora de poluentes, seja em ambientes internos, seja em ambientes abertos. O presente trabalho caracteriza as principais condições que levam à combustão de biomassa, como a literatura tem registrado os seus efeitos sobre a saúde humana, discutindo os mecanismos fisiopatológicos envolvidos, e finaliza com a apresentação de dois estudos recentes que enfatizam a importância da queima de um tipo específico de biomassa, a palha da cana-de-açúcar, prática comum no interior do Brasil, e sua interferência no perfil de morbidade respiratória da população exposta.The first thought that comes to mind concerning air pollution is related to urban centers where automotive exhausts and the industrial chimneys are the most important sources of atmospheric pollutants. However a significant portion of the earth’s population is exposed to still another source of air pollution, the burning of biomass that primarily affects developing countries. This review article calls the attention of lung specialists, public authorities and the community in general to the health risks entailed in the burning of biomass, be it indoors or outdoors to which the population is exposed. This review describes the main conditions that lead to the burning of biomass and how the literature has recorded its effects on human health discussing the psychopathological mechanisms. Finally two recent

  17. Towards a future-proof energy system for the Netherlands; Naar een toekomstbestendig energiesysteem voor Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Weterings, R.; Van Harmelen, T.; Gjaltema, J.; Jongeneel, S.; Manshanden, W.; Poliakov, E. [TNO Behavioural and Societal Sciences, Delft (Netherlands); Faaij, A.; Van den Broek, M.; Dengerink, J. [Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Londo, M.; Schoots, K. [ECN Beleidsstudies, Amsterdam (Netherlands)

    2013-03-15

    The analysis performed has two goals: (1) mapping of the most important opportunities and threats of the transition to a sustainable energy supply for the economy and society of the Netherlands, and (2) identify where significant gaps are in the knowledge that is required for a transition to a future-proof energy system for Netherlands [Dutch] De uitgevoerde analyse heeft twee doelen: (1) In beeld brengen van de belangrijkste kansen en bedreigingen van de transitie naar een duurzame energievoorziening voor economie en samenleving van Nederland; en (2) Nagaan waar belangrijke lacunes liggen in de benodigde kennis voor een transitie naar een toekomstbestendig energiesysteem in Nederland.

  18. Relatie tussen ITS, weerstand tegen vervorming en de mengsels samenstelling : Gebruik van de MEPDG relaties voor Nederlandse mengsels uit NL-LAB

    NARCIS (Netherlands)

    Erkens, Sandra; Kasbergen, C.; Villani, M.M.; Scarpas, Athanasios; Florio, E.; Berti, C.

    2014-01-01

    Sinds 2008 werken we in Nederland met functionele eigenschappen voor asfalt
    beton. Hierbij wordt niet zo zeer op het “recept” van het asfalt gestuurd, als
    wel op de eigenschappen ervan die van belang zijn voor het gedrag in de weg.
    Binnen het NL-LAB programma wordt de relatie tussen deze

  19. Energy Investment Allowance. less burden for the environment? An analysis of the effectiveness of the energy investment allowance for capital goods in the transportation sector; EIA, minder belasting voor het milieu? Een analyse van de effectiviteit van de energie-investeringsaftrek voor bedrijfsmiddelen in de transportsector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Boon, B.H.; Den Boer, L.C.; Van Essen, H.P.

    2003-07-01

    The aim of the title analysis is to formulate recommendations to improve the cost-effectiveness of the EIA incentive for the transportation sector in the Netherlands and to reduce the so-called free-rider effect. Attention is paid to several components of means of transportation. Based on available data and interviews with parties involved insight is gained into the decision making process with regard to investment of entrepreneurs. [Dutch] Het doel van de titel-analyse is om aanbevelingen te doen over hoe op kosteneffectieve wijze, i.e. met weinig free-riders, de EIA-regeling voor transportmiddelen kan worden voortgezet. Daarbij is aandacht aan de volgende bedrijfsmiddelen: brandstofverbruiksmeter; cruise control; lichtgewicht brandstoftank; 3d-dakspoiler; zijfender; zijafscherming; neuskegel; en economy meter. Met behulp van onderzoeksgegevens en persoonlijke gesprekken met dealers, vrachtwagen- en busbedrijven en brancheorganisaties is een beeld gevormd over de investeringsbeslissing van ondernemers. Gebleken is dat naast brandstofbesparing andere motieven een grote rol kunnen spelen bij de aanschaf van de bedrijfsmiddelen. Tevens is gebleken dat de markt voor de bedrijfsmiddelen een heterogeen karakter heeft. Daarom is geadviseerd om de markt voor bedrijfsmiddelen op te delen in meer homogene segmenten, te weten: bestelwagens, vrachtwagens en autobussen. Op basis van het aanschafmotief, de terugverdientijd en de penetratiegraad is een inschatting gemaakt van het free-riderpercentage. Tenslotte is advies gegeven omtrent verdere stimulering van de genoemde bedrijfsmiddelen, waarbij het advies voor de meeste bedrijfsmiddelen in de meeste marktsegmenten negatief was. Het advies is grotendeels overgenomen. Een groot aantal bedrijfsmiddelen zijn op de EIA-energielijst voor 2004 niet meer terug te vinden.

  20. Robots niet langer Science Fiction: scenario's voor de samenwerking met robots

    NARCIS (Netherlands)

    Popma, J.

    2015-01-01

    Hoewel industriële robots al jaren bestaan, lijkt hun opmars nu toch echt begonnen. Diverse scenario's buitelen over elkaar: hoeveel banen gaat dit kosten? Maar zeker zo interessant is wat de robotisering betekent voor de werknemers die wél hun baan houden. Hoe gaan die samenwerken met robots? En

  1. Advertenties voor hypnotica en sedativa in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1900-1940: historische veranderingen in de vorm en inhoud van een informatiebron voor artsen

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Arjo Roersch van der Hoogte

    2010-12-01

    Full Text Available Drug advertising as communication between the pharmaceutical industry and the physician: Advertisements for psychotropic drugs in the Dutch medical journal, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1900-1940   In this article we explore the historical development of drug advertisements for psychotropic drugs in the leading Dutch medical journal from 1900 to 1940. The advertisements for hypnotics and sedatives, in the Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (Dutch medical journal reflected the changes in the vocabulary and image promoted by the pharmaceutical companies. In the first two decades, the advertisements were sober and to the point, and included the trademark, company name, molecular formula and therapeutic properties of the medication. The emphasis was on creating a scientific image of reliable symptom control for the therapeutic drug. In doing so, the ethical drug companies tried (successfully to distinguish themselves from the producers of patent medicines. Once scientific credibility was established, the form and content of the advertisements changed significantly. In the late 1920s and 1930s drug companies embraced modern advertising techniques, developing a figurative language to address the changing beliefs and practices of Dutch physicians. Instead of promoting therapeutic drugs as safe and scientific, the emphasis was on their effectiveness in comparison to similar drugs. In the process, scientific information was reduced to an indispensable standardized minimum, whereby therapeutic drugs were advertised according to the latest pharmacological taxonomy rather than molecular formulas. The image-making of ‘ethical marketing’ began during the interwar years when marketers applied modern advertising techniques and infotainment strategies. The scanty black and white informational bulletins transitioned into colourful advertisements. The pharmaceutical companies employed the same medical language as used by physicians, so that

  2. Desempenho animal em pasto de aveia e azevém com distintas biomassas de lâminas foliares Animal performance in oat and Italian ryegrass pastures under leaf lamina biomass levels

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Duilio Guerra Bandinelli

    2005-12-01

    Full Text Available O objetivo deste trabalho foi avaliar o efeito de biomassas de lâminas foliares no desempenho animal. Utilizou-se mistura de aveia (Avena strigosa Schreb e azevém (Lolium multiflorum Lam., para determinar quantidades adequadas de sua biomassa no manejo da pastagem. Foram realizados dois experimentos, na estação fria de 2002 e 2003. Na avaliação de 2002, os valores de biomassa de lâminas foliares foram de 360 kg ha-1 (baixa e 630 kg ha-1 (alta. Em 2003, foram obtidas biomassas de 352, 422 e 507 kg ha-1, classificadas como baixa, média e alta, respectivamente. O método de pastejo foi contínuo, com taxa de lotação variada; os animais utilizados foram terneiros da raça Charolês e cruzados com Nelore, com idade inicial de nove meses. As variáveis de produção animal avaliadas, nos dois anos, foram: ganho médio diário, carga animal e ganho de peso vivo por área. As distintas biomassas de lâminas foliares mantidas não são fatores limitantes ao desempenho animal.The objective of this work was to evaluate the effect of different leaf lamina biomass over animal performance. A mixture of oat (Avena strigosa Schreb and Italian ryegrass (Lolium multiflorum Lam. was used to determine adequate levels of leaf lamina biomass for pasture management. Two trials were made, in 2002 and 2003 cool seasons. In 2002 evaluation, leaf lamina biomass values were of 360 kg ha-1 (low and 630 kg ha-1 (high. In 2003, values obtained for leaf lamina biomasses were of 352, 422 and 507 kg ha-1, being classified as low, medium and high, respectively. Grazing method was continuous, with variable stocking rate; testing animals were calves of Charolais breed and its crosses with Nelore breed, with initial age of nine months. Evaluated variables in animal production, in both years, were: average daily gain, stocking rate and live weight gain per area. Leaf lamina biomasses evaluated are not limiting factors to animal performance.

  3. New feedstocks for biofuels. Alternative 1st generation of energy crops; Nieuwe Grondstoffen voor Biobrandstoffen. Alternatieve 1e Generatie Energiegewassen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Elbersen, W. [Agrotechnology and Food Sciences Group, WUR-AFSG, Wageningen (Netherlands); Oyen, L. [Plant Resources of Tropical Africa, WUR-PROTA, Wageningen (Netherlands)

    2009-08-15

    A brief overview is provided of a number of alternative crops that can supply feedstocks for 1st generation biofuels and a brief analysis is conducted of the option for renewable biofuel production. [Dutch] Er wordt een kort overzicht gegeven van een aantal alternatieve gewassen die grondstoffen voor 1e generatie biobrandstoffen kunnen leveren en wordt er een korte analyse gegeven van de mogelijkheid voor duurzame biobrandstofproductie.

  4. Kansen voor beschermde tuinbouw in Saoedi-Arabie en de Verenigde Arabische Emiraten

    NARCIS (Netherlands)

    Wijnands, J.H.M.; Maaswinkel, R.H.M.

    2007-01-01

    Beschermde tuinbouw heeft potentie in de Golfstaten. De overheden streven naar diversificatie van de economie om in de toekomst minder afhankelijk van olie-inkomsten te zijn. De huidige situatie van de keten van beschermde teelten wordt geanalyseerd met Porters diamant. Ontwikkelingsstrategieën voor

  5. Motorisch leren in de praktijk : implicaties voor preventie en revalidatie voorste-kruisbandletsel

    NARCIS (Netherlands)

    Benjaminse, Anne; Gokeler, Alli

    Een reconstructie van de voorste kruisband (VKB) brengt hoge me- dische en maatschappelijke kosten met zich mee. De auteurs van dit artikel vatten de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar preventieprogramma’s voor VKB- blessures samen. Zij vullen deze aan met nieuwe inzichten over mo-

  6. What's in a nudge? : Tien aanbevelingen voor nudge-experimenten in de openbare gezondheidszorg

    NARCIS (Netherlands)

    de Ridder, D.T.D.; Gillebaart, M.

    2016-01-01

    Nudging, kortweg gedefinieerd als het gemakkelijker maken van de gewenste (gezonde) keuze zonder de ongewenste keuze te verbieden, wint aan populariteit als alternatief voor gebruikelijke (veelal educatieve) interventies in de openbare gezondheidszorg. Duidelijke aanknopingspunten om te gaan

  7. Electricity network must become smart and stay clean. Growing interest in power quality; Elektriciteitsnet moet slim worden en schoon blijven. Groeiende aandacht voor power quality

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vollebregt, R.

    2012-11-15

    Many energy efficient techniques affect the quality of electricity supplied to lighting systems. LED, heat pumps and PV inverters can cause unwanted voltages, currents and frequencies. The installation sector needs to design and install equipment such that the quality of the voltage is maintained or improves. Already, operators install heavier grids in districts using heat pumps [Dutch] Veel energie-efficiente technieken beinvloeden ongewild de kwaliteit van de elektriciteit die het lichtnet levert. Led-licht, warmtepompen en pv-omvormers kunnen ongewenste spanningen, stromen en frequenties veroorzaken. De installatiewereld moet installaties goed ontwerpen en aanleggen opdat de spanningskwaliteit intact blijft of verbetert. Zo leggen netbeheerders bijvoorbeeld al zwaardere netten aan in warmtepompwijken.

  8. Benchmarking biofuels; Biobrandstoffen benchmarken

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.; Kampman, B.; Bergsma, G.

    2012-03-15

    A sustainability benchmark for transport biofuels has been developed and used to evaluate the various biofuels currently on the market. For comparison, electric vehicles, hydrogen vehicles and petrol/diesel vehicles were also included. A range of studies as well as growing insight are making it ever clearer that biomass-based transport fuels may have just as big a carbon footprint as fossil fuels like petrol or diesel, or even bigger. At the request of Greenpeace Netherlands, CE Delft has brought together current understanding on the sustainability of fossil fuels, biofuels and electric vehicles, with particular focus on the performance of the respective energy carriers on three sustainability criteria, with the first weighing the heaviest: (1) Greenhouse gas emissions; (2) Land use; and (3) Nutrient consumption [Dutch] Greenpeace Nederland heeft CE Delft gevraagd een duurzaamheidsmeetlat voor biobrandstoffen voor transport te ontwerpen en hierop de verschillende biobrandstoffen te scoren. Voor een vergelijk zijn ook elektrisch rijden, rijden op waterstof en rijden op benzine of diesel opgenomen. Door onderzoek en voortschrijdend inzicht blijkt steeds vaker dat transportbrandstoffen op basis van biomassa soms net zoveel of zelfs meer broeikasgassen veroorzaken dan fossiele brandstoffen als benzine en diesel. CE Delft heeft voor Greenpeace Nederland op een rijtje gezet wat de huidige inzichten zijn over de duurzaamheid van fossiele brandstoffen, biobrandstoffen en elektrisch rijden. Daarbij is gekeken naar de effecten van de brandstoffen op drie duurzaamheidscriteria, waarbij broeikasgasemissies het zwaarst wegen: (1) Broeikasgasemissies; (2) Landgebruik; en (3) Nutriëntengebruik.

  9. Beschrijving van een verdampings-condensatie aerosol generator voor de produktie van submicron aerosol

    NARCIS (Netherlands)

    Feijt; A.*; Meulen; A.van der

    1985-01-01

    Dit rapport is een handleiding voor een bedrijfszeker, routinematig gebruik van een zgn. Evaporation-Condensation aerosol Conditioner. Met deze aerosol generatie apparatuur kunnen op stabiele, reproduceerbare manier zeer hoge concentraties (tot 1 miljoen deeltjes per cc) monodispers submicron

  10. Winter-APK voor bijen : Helpt u deze winter mee bij het praktijkonderzoek?

    NARCIS (Netherlands)

    Som de Cerff, B.; Cornelissen, B.; Moens, F.

    2013-01-01

    Om de risico’s van een aanrijding bij sneeuw en gladheid te verminderen, laten steeds meer automobilisten bij het monteren van winterbanden ook een wintercontrole uitvoeren. Zou een dergelijke controle voor de winter ook schade aan onze volken in de vorm van wintersterfte kunnen verminderen? Dat zou

  11. Het groene hart van burgers : het maatschappelijk draagvlak voor natuur en natuurbeleid.

    NARCIS (Netherlands)

    Bakker, de H.C.M.; Koppen, van C.S.A.; Vader, J.

    2007-01-01

    In deze longitudinale studie wordt op basis van een publieksenquête een beeld gegeven van het maatschappelijk draagvlak voor natuur en natuurbeleid en de trends die hierbij zijn waar te nemen. Het draagvlak wordt aan de hand van drie invalshoeken in kaart gebracht: beelden en waarderingen van

  12. Plaatsing als strategie voor een efficiëntere fosfaatbemesting 1. literatuur en modelonderzoek

    NARCIS (Netherlands)

    Smit, A.L.; Willigen, de P.; Pronk, A.A.

    2009-01-01

    Plaatsing als strategie voor een efficiëntere fosfaatbemesting. Fosfaat is een bemestingsstrategie waarbij relatief kleine hoeveelheden fosfaat lokaal aangeboden worden in de nabijheid van plantenwortels. In het kader van strengere regelgeving is model matig onderzocht in hoeverre fosfaatplaatsing

  13. Effective policy for sustainable behavior. An international comparison; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een internationale vergelijking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    This international comparative case study (the Netherlands, Germany, Sweden, United Kingdom) compares policy themes (household energy, food, mobility, household waste) and cases of interventions aims at more sustainable behaviours. It investigates how national policy can contribute to sustainable behaviour in these four themes. The study focuses on policy contexts and concrete 'best practice examples' (both policy -initiated and society-driven initiatives), paying attention to the extent to which social scientific insights have been utilised to conduct and evaluate the interventions. The conceptual approach in this study regards individual behaviour not in isolation but as embedded in institutional, social and physical contexts. In line with this, the evaluation of best practice examples focuses on how the following dimensions have been addressed in order to enable, support and sustain behavioural changes: the policy environment and institutional environment, individual behaviour, social norms a nd the physical environment. In this discussion, the Netherlands is both the starting point and the point of return, enabling us to draw lessons for Dutch policy. We conclude that a more proactive, dynamic and supportive role would fit national policy if it aims at encouraging the spread of more sustainable behaviours in society. Dutch policy could learn from the experiences of other countries and attempt at (among others): showing explicit commitment, connecting initiatives at different levels, and facilitating platforms for exchange of knowledge, experience and expertise, across sectors and departments, in order to arrive at a more integrated approach towards encouraging sustainable behaviours [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig

  14. Information and Communication Technology (ICT) for public utilities; ICT [in de markten voor elektriciteit en gas

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Gerwen, B.; De Boer, A. (eds.)

    2001-10-01

    Due to the process of liberalization the importance of modern ICT is rising in the markets for electricity and natural gas, where large amounts of data have to be processed. In two articles attention is paid to some of the ICT problems, caused by liberalization of the energy market:(1) the adjustment of meters, and (2) the coherence between the main processes that take place in the businesses of energy suppliers: strategy, organization, purchase, sales, supply, measuring, and invoicing.

  15. Influence of net-cage fish farming on zooplankton biomass in the Itá reservoir, SC, Brazil Influência da piscicultura em tanque-rede sobre a biomassa do zooplâncton no reservatório de Itá, SC, Brasil

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Bruna Roque Loureiro

    2011-12-01

    Full Text Available OBJECTIVES: This study aimed to verify the influence of net-cage fish farming on zooplankton biomass in the Itá reservoir (Uruguay River, Brazil. METHODS: Samples were collected monthly from October/2009 to May/2010 at the surface and at the bottom in two sampling stations, the net-cage area and in a control area using a Van Dorn bottle and a plankton net (68 µm. RESULTS: The Cladocera and Copepoda biomass was estimated by dry weight using a micro-analytical balance, and the Rotifera biomass by Biovolume. Total zooplankton biomass varied between 6.47 and 131.56 mgDW.m-3 Calanoida copepod presented the highest value of biomass (127.56 mgDW.m-3 and rotifers, despite having an important contribution to total density, showed a maximum biomass of 2.01 mgDW.m-3. Zooplankton biomass at the net-cage area surface was higher when compared with the control area during the months of October to January. However, the zooplankton biomass was similar at the bottom of the two areas throughout the studied period. From February until May, zooplankton biomass decreased in both sampling stations, a fact probably associated with the flushing of the reservoir, followed by an increase in water transparency and a decrease in chlorophyll-a concentration in the following months (February to May. CONCLUSIONS: The influence of fish farming on zooplankton biomass was detected at the surface of the net-cage area only from October to January. From February to May this influence was not found, probably by the influence of the flushing of the reservoir.OBJETIVO: Este estudo teve o objetivo de verificar a influencia da piscicultura em tanque-rede sobre a biomassa da comunidade zooplanctônica no reservatório de Itá (Rio Uruguai, Brasil. METODOLOGIA: Foram realizadas coletas mensais de outubro/2009 a maio/2010 na superfície e no fundo em dois pontos amostrais, ponto tanque-rede e em uma área controle, com o auxílio da garrafa Van Dorn e rede de plâncton (68 µm. RESULTADOS

  16. Ordenação de alternativas de biomassa utilizando o apoio multicritério à decisão Using multicriteria decision support in a biomass alternatives ordination problem

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Carlos Francisco Simões Gomes

    2013-01-01

    Full Text Available Este artigo refere-se ao estudo de ordenação de uma fonte de energia limpa e renovável denominada biomassa. Nos dias atuais observa-se uma demanda mundial crescente por energias ditas renováveis. A produção de energia elétrica a partir da biomassa é muito defendida como uma importante contribuição para o desenvolvimento de muitos países. O objetivo deste artigo é mostrar o potencial dessa fonte de energia. A biomassa, como uma das alternativas limpas e seguras para solucionar um possível racionamento que o Brasil poderá enfrentar nos próximos anos devido ao descompasso do crescimento da demanda por energia e o crescimento da oferta de energia elétrica em nosso país.This work presents a study on a source of clean and renewable energy known as biomass. The production of electricity from biomass is much defended as an important alternative for many developing countries. The aim of this study was to show the potential of this source of energy - biomass, as a clean and safe alternative to address the possible rationing that Brazil may face in the coming years because of the disparity between energy demand growth and power supply growth in the country.

  17. Kwaliteit verbeteren met de Kwaliteit Productie Index. Extra aandacht voor peen en aardappelen

    NARCIS (Netherlands)

    Kloen, H.; Visser, R.

    1999-01-01

    De KPI is ontwikkeld in het Innovatieproject Ecologische Akkerbouw en Groenteteelt in Flevoland en combineert twee effecten van productkwaliteit, namelijk de vermarktbare opbrengst en de gerealiseerde prijs. Voor een aantal gewassen op tien innovatiebedrijven is de KPI berekend en nagegaan welke

  18. Ammoniakemissie-arme huisvestingssystemen voor vleeskuikens en het effect van vloerverwarming op emissie en technische resultaten

    NARCIS (Netherlands)

    Middelkoop, van J.H.; Harn, van J.

    1995-01-01

    Het Praktijkonderzoek Pluimveehouderij heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van emissiearme stalsystemen voor vleeskuikens en het effect van het gebruik van vloerverwarming op de technische resultaten, strooiselkwaliteit en ammoniakemissie.

  19. De R&D functie in het onderwijs: Drie modellen voor kennisbenutting en –productie

    NARCIS (Netherlands)

    Voogt, Joke; McKenney, Susan; Pareja Roblin, Natalie; Ormel, Bart; Pieters, Jules

    2012-01-01

    Voogt, J., McKenney, S., Pareja Roblin, N., Ormel, B., & Pieters, J. (2012). De R&D functie in het onderwijs: Drie modellen voor kennisbenutting en –productie. Pedagogische Studiën, 89(6), 335-337.

  20. Intelligent Design-theorieën zijn geen wetenschappelijke alternatieven voor de neodarwinistische evolutietheorie

    NARCIS (Netherlands)

    H. Dooremale

    2005-01-01

    textabstractDe minister van onderwijs – Maria van der Hoeven – meent dat Intelligent Design (ID) serieus als alternatief voor de neodarwiniaanse evolutietheorie moet worden bekeken. De discussie richt zich voornamelijk op de verdediging van de evolutietheorie tegen de aantijgingen van de

  1. Gradual transition in realising a long-term policy. Evaluation on the basis of six system options; Transitieprocessen en de rol van het beleid. Evaluatie op basis van zes systeemopties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ros, J.P.M.; Van den Born, G.J.; Elzenga, H.E.; Montfoort, J.A.; Nagelhout, D.; Reudink, M.A.; Rood, G.A.; Van Zeijts, H.

    2006-11-15

    verandering in de maatschappij leiden, reden om er snel mee te beginnen. Voor de benodigde verandering werd de term transities geintroduceerd. Het MNP heeft de brede beoordeling van de processen en het beleid gebaseerd op de analyse van zes mogelijke ingrijpende veranderingen in de maatschappij (zogenoemde systeemopties), te weten: Vloeibare biobrandstoffen voor transport; Biogrondstoffen voor de chemische industrie; Duurzame viskweek voor behoud van de visvoorraad; Markt voor groene diensten; Micro-warmtekracht en de virtuele centrale; Brandstofcelauto's op waterstof verkregen uit zonthermische krachtcentrales. Nederland is sterk in onderzoek op het gebied van schone technieken. De ondersteuning met financiele middelen voor meer praktijkexperimenten of niches met nieuwe technieken en organisatievormen is echter onvoldoende of onzeker gebleken. Systeemopties kunnen onderling concurrerend zijn, zoals voor de inzet van biomassa. Doordat de beleidsprikkels op de systeemopties verschillen in vorm en kracht en er geen overall visie is, leidt dit niet noodzakelijkerwijs tot een optimale inzet van biomassa. De systeemopties zijn gekozen met het oog op relevantie voor milieu, natuur of landschap. Ze zijn zodanig gekozen dat ze een redelijke indruk geven van verschillende transitieprocessen en een link hebben met alle betrokken ministeries. Nadrukkelijk wordt hierbij vermeld dat de gekozen systeemopties niet beter of slechter hoeven te zijn dan andere. De systeemopties schetsen onderdelen van mogelijke toekomstige systemen. Onderzocht is welke voortgang wordt geboekt om de opties daadwerkelijk te realiseren. De analyses van de verschillende systeemopties zijn afzonderlijk gerapporteerd.

  2. Advies voor de toepassing van ground-penetrating radar bij de inventarisatie van de grondwaterdynamiek

    NARCIS (Netherlands)

    Knotters, M.

    2001-01-01

    Ground-penetrating radar (GPR) biedt mogelijk een nauwkeurig alternatief voor arbeidsintensieve metingen van de grondwaterstand in boorgaten. De GPR-metingen kunnen als hulpinformatie dienen bij geostatistische interpolatie van grondwaterstanden. Op basis van literatuurstudie en verkenning van het

  3. Consumentengedrag online legale en illegale kansspelen: conjunctanalyse van de keuze voor online kansspelaanbod

    NARCIS (Netherlands)

    Hof, B.; Rosenboom, N.; van der Werff, S.

    2015-01-01

    Dit rapport onderzoekt de factoren die van invloed zijn op de beslissing van consumenten om voor online kansspelen te kiezen. Het gaat daarbij specifiek om kenmerken die kunnen samenhangen met legaal aanbod versus illegaal aanbod. Legaal aanbod betekent het hebben van een vergunning in Nederland,

  4. Maak het Verschil met Je Merk : Het Identiteitsmanagementdashboard (IDM) voor Zorggroep Sint Maarten

    NARCIS (Netherlands)

    Bouten, L.M. (Lisanne); Morel, K.P.N. (Kaj)

    2012-01-01

    Om medewerkers en cliënten van Zorggroep Sint Maarten (ZSM) te helpen bijdragen aan goede zorg en deel je leven, wil ZSM inzichtelijk maken hoe goed zij presteert op beide aspecten. Het lectoraat Identiteitsmarketing heeft hiertoe een identiteitsmanagementdashboard voor ZSM ontwikkeld dat niet

  5. Integraal economisch en ecologisch toetsingskader voor de Nederlandse boomkorvisserij (ECOTOETS) Fase 2: relaties tussen visbestanden, CPUE en winst Fase 3: analyse secundaire indicatoren en boomkor AMOEBE

    NARCIS (Netherlands)

    Oostenbrugge, van H.; Quirijns, F.; Poos, J.J.; Hoof, van L.; Pastoors, M.A.

    2003-01-01

    Het onderzoeksprogramma EcoToets heeft tot doel geïntegreerde economische, visserijbiologische en ecologische indicatoren voor beleidsmatig gebruik te ontwikkelen. Het Rijksinstituut voor Kust en Zee (namens Directie Noordzee) en Directie Visserij (LNV) hebben het LEI en RIVO opdracht gegeven een

  6. Quantificação e caracterização físico-química do material particulado fino (MP2,5): queima de biomassa em fornos de pizzaria na cidade de São Paulo

    OpenAIRE

    Francisco Daniel Mota Lima

    2015-01-01

    A queima de biomassa em fornos de pizzaria se constitui como importante fonte de poluição do ar. Entre outros tipos de poluentes emitidos, o material particulado finoMP2,5 se destaca como o mais agressivo à saúde humana, além de poder interferir no balanço radiativo global. Objetiva-se, desta forma, através de estudo de caso em três pizzarias na cidade de São Paulo, quantificar e caracterizar o MP2,5 emitido pela queima da biomassa na área interna (indoor) e externa (junto á chaminé). Dentre ...

  7. Sustainability in the Dutch Electricity Sector; Duurzaamheid in de Nederlandse Elektriciteitssector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wilde-Ramsing, J.; Steinweg, T.; Ten Kate, A.; Racz, K.

    2012-02-15

    The aim of this project is to create public awareness of the sustainability of electricity companies that are active in the Netherlands. The report acts as background study for the ranking of electricity suppliers that will be published in March 2012 by the Consumentenbond (Consumer Association)and Greenpeace. The project builds on the 2010 report on 'Sustainability in the Dutch Power Sector', but is extended with suppliers which do not own generation capacity themselves. Each company has been examined for the following items: Fuel mix of current generation capacity or purchased electricity in Europe; Fuel mix of supplied electricity in the Netherlands; Overview of ongoing investments in new generation capacity; Overview of the announced investment plans in new generation capacity [Dutch] Het doel van het project is om publieke bewustwording te creeren van de duurzaamheid van elektriciteitsbedrijven die in Nederland actief zijn. Het rapport dient als achtergrondonderzoek voor de ranking van elektriciteitsleveranciers die in maart 2012 gepubliceerd zal worden door de Consumentenbond en Greenpeace. Het project bouwt voort op het in 2010 gepubliceerde rapport 'Sustainability in the Dutch Power Sector', maar is uitgebreid met leveranciers die zelf geen opwekkingscapaciteit bezitten. Voor elk bedrijf zijn de volgende punten onderzocht: Brandstofmix van huidige opwekkingscapaciteit of ingekochte stroom in Europa; Brandstofmix van geleverde elektriciteit in Nederland; Overzicht van de lopende investeringen in nieuwe opwekkingscapaciteit; Overzicht van de aangekondigde investeringsplannen in nieuwe opwekkingscapaciteit.

  8. Cost-benefit analysis of stricter emission ceilings for air pollutants. National evaluation for the revision of the Gothenburg Protocol; Kosten en baten van strengere emissieplafonds voor luchtverontreinigende stoffen. Nationale evaluatie voor de herziening van het Gothenburg Protocol

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Smeets, W.

    2012-06-15

    The Netherlands experiences high benefits of strict European emission targets for air pollutants. The Dutch live longer and are healthier because of extra emission reductions. In addition, damage to nature decreases. This emerges from a cost-benefit analysis of a number of possible variants for tightening emission targets by 2020 in the context of the revision of the Gothenburg Protocol [Dutch] Nederland ondervindt hoge baten van strenge Europese emissiedoelen voor luchtverontreinigende stoffen. Nederlanders leven langer en gezonder door extra emissiereducties. Daarnaast neemt de schade aan de natuur af. Dit blijkt uit een kosten-batenanalyse van een aantal mogelijke varianten voor aanscherping van emissiedoelen per 2020 in het kader van de herziening van het Gothenburg protocol.

  9. Technologische revoluties en Defensie : De gevolgen van nieuwe technologische ontwikkelingen voor de krijgsmacht

    NARCIS (Netherlands)

    Geveke, H.G.

    2016-01-01

    Boodschappen vergeten? We printen straks ons eten thuis. Ziek? Sensoren in en op ons lichaam stellen de diagnose. De technologische ontwikkelingen gaan hard. Internet of Things, 3D-printing, robotics en big data: de mogelijkheden lijken eindeloos, ook voor militaire toepassingen. Maar er is ook een

  10. Een nieuw voersysteem voor versgras : Netwerk: Vers en veilig in de pens

    NARCIS (Netherlands)

    Philipsen, A.P.; Duinkerken, van G.

    2006-01-01

    De melkveehouders binnen het netwerk 'Vers en veilig in de pens' staan voor het voeren van vers gras, willen dat graag blijven doen, maar willen liever niet twee maal per dag hoeven te voeren. Daarvoor moet het gras wel langer vers blijven. Nu kan het met een halve dag al warm worden door broei. Het

  11. Van fixaties naar domotica? Op weg naar ‘goede’ vrijheidsbeperking voor mensen met dementie.

    NARCIS (Netherlands)

    Depla, M.; Zwijsen, S.; Boekhorst, S. te; Francke, A.; Hertogh, C.

    2010-01-01

    Ouderen in verpleeghuizen worden nogal eens vastgebonden om onveilige situaties te voorkomen. Verpleeghuizen zoeken oplossingen voor dit probleem. Onderzoekers van het EMGO+ en het NIVEL onderzochten of zogenoemde ‘domotica’ – slimme technologie zoals camera’s, GPS of infraroodsensoren – een

  12. Hergebruik van thermoharde composieten : onderzoek naar verwerking van vlokken als grondstof voor VVK-OSB

    NARCIS (Netherlands)

    J. Bouwmeester

    Het onderhavige rapport geeft de inhoudelijke eindrapportage van de uitgevoerde werkzaamheden binnen het KIEM-VANG project met de titel ‘Hergebruik van thermoharde composieten. Onderzoek naar verwerking tot vlokken als grondstof voor VVK-OSB.’ Het project is bij het Nationaal Regieorgaan

  13. Electricity and heat from solar panels. What is the perspective for solar heat and power?; Stroom en warmte uit zonnepanelen. Wat is het perspectief voor zonnewarmtekracht?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vollebregt, R.

    2012-10-15

    PV thermal solar panels can get the maximum amount of energy from the available roof area. The electrical efficiency improves because panels are cooled by collector fluid. When the demand for warm water is permanently high and roof area is scarce, this technique can offer a solution. In California, a Stirling engine converts bundled sunlight in electricity [Dutch] Met pv-thermische zonnepanelen haal je een maximale hoeveelheid energie van het beschikbare dakoppervlak. Het elektrische rendement verbetert doordat de panelen worden gekoeld door de collectorvloeistof. Wanneer de vraag naar warm water continu hoog is en het dakoppervlak schaars, is deze techniek een uitkomst. In California zet een stirlingmotor gebundeld zonlicht om in elektriciteit.

  14. Factsheet Cosmetica. Ten behoeve van de schatting van de risico's voor de consument

    NARCIS (Netherlands)

    Bremmer HJ; Prud' homme de Lodder LCH; Veen MP van; SIR

    2003-01-01

    Om de bloostelling aan stoffen uit consumentenproducten en de opname daarvan door de mens te kunnen schatten en beoordelen zijn wiskundige modellen beschikbaar. Het grote aantal consumentenproducten verhindert dat voor elk afzonderlijk product bloostellingsmodellen en parameterwaarden

  15. [Disclosure of conflicts of interest in the Tijdschrift voor Psychiatrie].

    Science.gov (United States)

    Bergoets, M; Pieters, G

    2009-01-01

    Between March 2000 and December 2008 authors disclosed conflicts of interest in 9% of articles in the Tijdschrift voor Psychiatrie. For the same period, in the articles dealing with pharmaceuticals, the percentage of articles containing disclosures of conflict of interest was considerably higher, namely 24%. The policy of the journal with regard to the disclosure of conflicts of interest has helped to promote transparency. Further efforts are needed to encourage authors to disclose conflicts of interest.

  16. Partição da biomassa e qualidade da forragem de Bahiagrass: Paspalun notatum cv. pensacola no centro-norte da Flórida - DOI: 10.4025/actascianimsci.v28i4.596

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Robert Lawton Stwart Junior

    2006-02-01

    Full Text Available Visando medir efeitos do manejo da Bahiagrass cv. pensacola (Paspalum notatum Flüggeé na repartição de biomassa (kg ha-1 das folhas+colmos, serrapilheira, raízes+rizomas, e valor nutritivo da forragem, foi instalado um experimento próximo a Gainesville, Flórida, EUA. Tratamentos: três manejos contínuos (não intensivo, moderadamente intensivo, altamente intensivo, recebendo 40, 120, e 360 kg N ha -1 ano-1 e com lotação de 1,2; 2,4 e 3,6 UA ha-1, respectivamente e um tratamento de manejo rotacionado (7 dias de pastejo e 21 dias de descanso, recebendo 360 kg N ha-1 ano-1 e 3,6 UA ha-1 (1 U A= 500 kg. A biomassa de raízes+rizomas foi superior a de folhas+colmos. Não houve efeito dos tratamentos na biomassa de raízes+rizomas. A biomassa de raízes+rizomas decresceu durante a estação de pastejo. A maior intensidade de manejo dos tratamentos altamente intensivo e rotacionado resultou em maior biomassa de folhas+colmos. A relação raiz/parte aérea decresceu com a intensificação do manejo. A biomassa de serrapilheira foi superior a de folhas+colmos nos tratamentos altamente intensivo e rotacionado, privilegiando a ciclagem de nutrienes via excreção animal. Os tratamentos não afetaram a FDN nem a DIVMO da forragem, mas intensificação do manejo tende a elevar a DIV MO da forragem.This experiment evaluated a pensacola Bahiagrass pasture (Paspalum notatum Flüggeé. It was conducted near Gainesville, Florida, USA, to measure the effect of pasture management on biomass allocation (kg ha -1 of herbage, litter, root+rhizome, as well as forage quality. Treatments were three continuously stocked (low, moderate, and high, receiving 40, 120, and 360 kg N fertilizer ha-1 yr-1and with stocking rates of 1.2, 2.4, and 3.6 AU ha-1, respectively and one rotationally stocked (RS; 7 -d grazing and 21-d rest periods; N rate of 360 kg ha-1 yr-1, 1 AU = 500 kg pasture. The root+rhizome biomass was 4 to 12 times greater than herbage biomass. There was

  17. Strategisch meerjarenplan 2014-2020 Nederlands focal point voor veiligheid en gezondheid op het werk

    NARCIS (Netherlands)

    Schrama, H.; Lange, J. de

    2014-01-01

    Dit strategisch meerjarenprogramma van het Nederlands Focal Point is afgeleid van de nieuwe meerjarenstrategie 2014-2020 van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk Het Europees Agentschap (EU-OSHA) wil bijdragen de Europese werknemers gezond en veilig aan het werk te

  18. Oneerlijke bedingen onder het voorstel voor een gemeenschappelijk Europees kooprecht: de positie van KMO's

    NARCIS (Netherlands)

    Klijnsma, J.G.

    2013-01-01

    In dit artikel wordt de regeling van oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden onder het voorstel voor een gemeenschappelijk Europees kooprecht (GEKR) onder de loep genomen. Daarbij zal de positie van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) met die van de consument worden vergeleken. Eerst zal

  19. Tekenradar.nl: een webplatform voor wetenschappelijk onderzoek naar tekenbeten en de ziekte van Lyme

    NARCIS (Netherlands)

    Wijngaard, van den C.C.; Vliet, van A.J.H.; Vrijmoeth, H.D.; Ursinus, J.; Harms, Margriet

    2016-01-01

    Tekenradar.nl is een webplatform voor onderzoek naar teken en tekenoverdraagbare aandoeningen zoals de ziekte van Lyme. Het RIVM en Wageningen University hebben de website in 2012 gezamenlijk opgericht. De website geeft informatie over tekenbeten en de ziekte van Lyme en een voorspelling van de

  20. De steile opmars van drones en de uitdagingen voor de politie

    OpenAIRE

    Van Gulijk, Coen; Hardijns, Wim

    2015-01-01

    Terwijl defensie en politie in Nederland en België op relatief kleine schaal met drones experimenteren, rijst intussen een andere problematiek: de steile opmars van civiele drones. Drones waren in eerste instantie ontwikkeld voor militaire doeleinden, maar evolueerden al snel tot een breed inzetbare technologie waaruit een miljardenindustrie is ontstaan. Via een beknopte en beschrijvende analyse willen we met dit artikel inzicht bieden in de technologische ontwikkelingen en de betekenis daarv...

  1. Effect van klimaatmaatregelen te tonen. Softsensor goed hulpmiddel voor meten verdamping en fotosynthese

    NARCIS (Netherlands)

    Arkesteijn, Marleen; Bontsema, J.

    2007-01-01

    Jan Bontsema, onderzoeker bij WUR Glastuinbouw, ontwikkelde samen met collega's een monitor voor transpiratie en fotosynthese. Met één extra lijntje op het scherm van de klimaatcomputer is in één oogopslag het effect van ingrepen in de kas te zien. Dit is de optimale manier om te zien of energie

  2. Produção e caracterização de biomassa extracelular obtida por fermentação submersa usando Lasidioplodia theobromae isolado do cacau

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Josileide Gonçalves Borges

    2014-01-01

    Full Text Available Gomas produzidas por microrganismos são usadas como modificadores de alimentos e a biomassa residual para isolamento de seus constituintes. O objetivo deste trabalho foi produzir e caracterizar biomassa extracelular por fermentação submersa com Lasidioplodia theobromae isolado de cacau da Bahia com morte descendente. Foram testadas quatro fontes de carbono fermentadas a 28 ºC, 180 rpm por 72 horas. A que resultou em maior produção de biomassa foi avaliada quanto à variação da concentração e pH. As frações obtidas foram caracterizadas por infravermelho (FTIR e análise por termogravimetria (TG, composição centesimal e monossacarídica. A fermentação submersa da sacarose comercial a 40 g.L-1 em pH 4,0 por L. theobromae resultou em máxima produção da fração I (8,64g.L-1, e a 50g.L-1, pH 5,0, da fração II (23,69 g.L-1. Os espectros de FTIR mostraram presença de grupos amino, poliois e ésteres, e nas análises termogravimétricas observaram-se três eventos de perda de massa em diferentes intensidades. As frações contêm mesma composição em proporções diferenciadas, sendo fontes de proteínas (19,88-29,45%, lipídios (11,07-28,79%, cinzas (3,55-3,88%, e carboidratos (30,16-37,96% compostos unicamente de glicose e manose em diferentes proporções, portanto ambas glucomananas. As frações apresentam propriedades e potencial desejáveis para ampla utilização em processos biotecnológicos de alta relevância científica.

  3. Liefde voor de Hollandse bouwkunst : architectuur en toegepaste kunst bij Uitgeversmaatschappij Kosmos 1923-1960

    NARCIS (Netherlands)

    Oldewarris, J.A.

    2016-01-01

    Liefde voor de Hollandse bouwkunst (A love of Dutch architecture) studies and discusses the publications produced by the Amsterdam publishing house Kosmos on architecture and applied art in the period between 1923, when the firm was founded, and 1960. The man responsible throughout this period was

  4. Teelt de grond uit voor appel en blauwe bes : appel op zandgrond in gevaar?

    NARCIS (Netherlands)

    Maas, van der M.P.

    2010-01-01

    Met het verdwijnen van chemische grondontsmetting komt de appelteelt op zandgronden in gevaar. Een van de oplossingen kan de substraatteelt van appel zijn. Mogelijk kan dit meer voordelen bieden. In de teelt van blauwe bes was al een consortium gevormd voor de stichtingsperiode te verkorten. Het

  5. Ontwikkeling van een BlueJ-getinte uitbreiding voor NetBeans

    OpenAIRE

    Boutsen, Stijn

    2017-01-01

    BlueJ is een open-source IDE die het aanleren van object georiënteerd programmeren in JAVA vergemakkelijkt. Dit programma wordt gebruikt in 1BA maar is niet geschikt om grote applicaties te schrijven. Door het ontbreken van de educatieve tools van BlueJ hebben studenten moeilijkheden met de overgang naar een professionele programmeeromgeving zoals de NetBeans IDE. Deze masterproef realiseert een plugin voor NetBeans met de belangrijkste educatieve kenmerken van BlueJ. Zowel het visueel kla...

  6. Quantificação da biomassa em plantios de Pinus elliottii Engelm. em Clevelândia – PR. Measurement of biomass in plantations of Pinus elliottii Engelm.

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Gerson dos Santos LISBOA

    2015-06-01

    Full Text Available Este trabalho teve como objetivo quantificar e modelar a biomassa em plantações de Pinus elliottii Engelm., com diferentes idades, no município de Clevelândia, Estado do Paraná. Os dados para a realização deste estudo foram provenientes de 25 povoamentos com idades de 1 a 25 anos, totalizando 125 árvores, sendo 5 para cada idade. As árvores foram derrubadas e seccionadas nos compartimentos: acículas, galhos vivos, galhos mortos, raízes, estruturas reprodutivas, madeira do fuste e casca do fuste. Em seguida, uma amostra de cada componente foi tomada para a obtenção de matéria seca. A ordenação da biomassa nos distintos componentes se distribuiu na ordem: madeira do fuste > raiz > casca > galhos vivos > acículas (estrutura fotossintética > galhos mortos e estruturas reprodutivas. Visando à obtenção de estimativas do peso de biomassa nos diferentes compartimentos da árvore por meio de variáveis dendrométricas, foram ajustados vários modelos matemáticos, entre eles, modelos tradicionalmente encontrados na literatura florestal. De uma maneira geral, a quantidade de biomassa da maioria dos componentes, apresentou alta relação com as variáveis dendrométricas, resultando em equações adequadas, exceto para os componentes galhos mortos e estruturas reprodutivas. As equações geradas para estimativa de peso total e dos componentes arbóreos da biomassa nas árvores de Pinus elliottii Engelm. são importantes ferramentas para análises técnicas, planejamento de projetos e estudos de viabilidade para uso da madeira. This study aimed to quantify and model the biomass in Pinus elliottii Engelm. plantations, with different ages, in the city of Clevelândia, state of Paraná. The data for this study came from 25 forest stands aged 1-25 years totaling 125 trees, 5 for each age. Trees were felled and sectioned in the compartments: needles, live branches, dead branches, roots, reproductive structures, wood stem and bark stem. Then

  7. Acta Neuropsychiatrica; Tijdschrift voor een hedendaagse neuropsychiatrie.

    Science.gov (United States)

    Verhey, F H

    1989-09-01

    Samenvatting De psychiatrie benist op een evenwichtige combinatie van gedragswetenschappelijke (ontwikkelingspsychologische en sociale) en natuurwetenschappelijke (neuropsychiatri-sche) dementen. Ofschoon klinici werkzaam in de gezondheidszorg er vaak in slaagden dit evenwicht rede-lijk te handhaven, werd de officiële psychiatrie tot voor kort meestal nogal modieus gedomineerd door een van deze deelgebieden. Uitgroei tot volwassenheid van de psychiatrie vraagt in deze fase om een aanvulling van de in de laatste decennien sterk tot de verbeelding sprekende psychologische en sociale dementen met de verworvenhe-den van een nieuwe neuropsychiatrie. Geschetst wordt waar uit deze verworvenheden bestaan en hoe deze effectief in de psychiatrische gezondheidszorg onderwijs en onderzoek ingebouwd kunnen worden. Het binnen de psychiatrie tot ontwikkeling brengen van een toegepaste klinische psychofysiologie van essentieel belang.

  8. Conditions for greening the Dutch economy; Voorwaarden voor de vergroening van de economie in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanemaaijer, A.; Manders, T.; Kruitwagen, S.; Dietz, F.

    2012-08-15

    Greening the economy is considered to be one of the major worldwide challenges of the coming decades. Greening is about limiting the use of natural resources and sparing the environment. By taking into account the limits of the natural capital we can safeguard prosperity in the long term. Greening is important for the Netherlands, too. Using energy, raw materials, land and water more efficiently will make the Dutch economy less vulnerable and the environment cleaner. Focusing on green growth is thus not so much the short-term answer to the present economic crisis but rather a long-term contribution to strengthening the structure of the Dutch economy. This strengthening is not something that will happen of its own accord but requires an active role on the part of the government together with the business sector and the general public. A long-term vision for greening the economy forms an important first step. How to measure progress is another important element in aiming for the goal of green growth. A different set of rules will also be required in order to steer society towards greening. The cost of environmental pollution, for example, should be better reflected in prices. Abolishing subsidies and tax incentives that stand in the way of this greening process is also part of this. Implementing tax proposals of this kind, of course, requires weighing many factors. The government could also create better conditions for the development and application of innovations that spare the environment. This report sets out some of the requirements for greening the Dutch economy and suggests ways in which these could be implemented in some areas. At the same time, the document identifies those areas in need of further investigation to gain a better overview of what 'going for green growth' would mean for the Netherlands and what this requires. [Dutch] Vergroening van de economie wordt wereldwijd gezien als 1 van de grote uitdagingen voor de komende decennia

  9. Qualidade de uva ‘Isabel’ tratada na pré-colheita com CaCl2 e elicitor à base de biomassa cítrica

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Leonardo da Silva Santos

    2017-10-01

    Full Text Available O alto índice de degrana e podridão das bagas reduzem a qualidade e elevam as perdas pós-colheita em uvas ‘Isabel’, demandando técnicas de manejo na pré e pós-colheita acessíveis ao pequeno produtor, que mantenham a qualidade e ampliem a vida útil pós-colheita dos cachos. Assim, este trabalho teve por objetivo avaliar o efeito da aplicação na pré-colheita de CaCl2 e elicitor à base de biomassa cítrica em uvas ‘Isabel’ na manutenção da qualidade durante o armazenamento na condição ambiente sob atmosferas ambiente e modificada. O experimento foi conduzido em blocos casualizados a campo, no município de São Vicente Férrer-PE com 8 repetições. Videiras ‘Isabel’ foram tratadas, 28 dias antes da colheita, com: elicitor de Biomassa Cítrica (BC, elicitor de Biomassa Cítrica + CaCl2 (BC+C, CaCl2 (C e Testemunha (T - sem aplicação. Cachos colhidos na maturação comercial foram armazenados em arranjo fatorial 4×2×7, sendo 4 tratamentos (aplicados no campo, 2 condições de armazenamento, atmosferas ambiente (AA e modificada (AM, sob condição ambiente (25±2°C e 75±2% de UR e 7 períodos de avaliação em quatro repetições. A aplicação de CaCl2 e do elicitor BC reduziu o índice de degrana (55 e 75%, respectivamente, a podridão e a perda de massa dos cachos de uva ‘Isabel’. Estes tratamentos, associados ou não, aumentaram a eficiência da AM em manter a qualidade dos cachos. O índice de degrana de uva ‘Isabel’ foi influenciado diretamente pela relação SS/AT, pH e índice de podridão das bagas.

  10. Partida de reator anaeróbio compartimentado em série com um reator anaeróbio de manta de lodo, utilizando parâmetros de sedimentabilidade para formação da biomassa

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Cristine Serafine Neves

    2015-12-01

    Full Text Available RESUMO Este estudo objetivou avaliar a formação da biomassa de boa qualidade tanto no reator anaeróbio compartimentado (RAC quanto no reator anaeróbio de manta de lodo (UASB, aplicando parâmetros adequados à sedimentação dos sólidos sedimentáveis (SS presentes na água residuária de suinocultura (ARS. O RAC e o UASB operaram em série com os tempos de detenção hidráulica (TDHs de 15 e 9h, respectivamente, correspondendo a cargas orgânicas volumétricas (COVs médias de 53,8 e 36,2 kg.m³.d¹ em termos de DQOT, respectivamente. As eficiências médias de remoção de DBO520°C, durante o processo de partida e formação da biomassa, foram: 68% para RAC e 55% para UASB, e em termos de DQO: 78% para RAC e 70% para UASB, respectivamente. Os autores concluíram que é possível, mediante os parâmetros de sedimentação adotados, formar uma biomassa peletizada, mesmo operando o sistema com altas cargas orgânicas.

  11. PEMANFAATAN LIMBAH BIOMASSA CANGKANG KAKAO DAN KEMIRI SEBAGAI BAHAN BAKAR BRIKET (Utilization of Biomass Wastes from Cocoa and Candlenut Shells as Fuel Briquette

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Harwin Saptoadi

    2007-11-01

    Full Text Available ABSTRAK  Biomassa adalah sumber energi utama jutaan manusia di dunia, akan tetapi penggunaannya menurun ketika batubara, minyak dan gas tersedia cukup melirnpah. Namun akhir-akhir ini perhatian muncul kembali karena terjadinya krisis energi dan isu-isu lingkungan. Pemanfaatan biomassa untuk menggantikan bahan bakar fosil dapat menurunkan persoalan emisi CO2 global. Penelitian ini bertujuan untuk mengkaji alternatif sumber energi terbarukan dengan pemanfaatan limbah biomassa cangkang kakao dan kemiri. Penelitian dilakukan dengan menghaluskan biomassa dengan ukuran partikel kurang dari I mm. Kemudian 5 gram campuran bahan baku dengan bahan pengikat gel tepung kanji dengan perbandingan 70:30 untuk kakao dan 80:20 untuk kemiri dibriket dalarn cetakan berdiarneter l6 mm. Setelah dibriket kemudian dikeringkan dengan oven pada suhu 50 oC selama 5 jam. Pembakaran dilakukan dalam ruang bakar pada temperatur dinding 350 oC dan laju aliran udara bervariasi antara 0,1 - 0,4 m/s. Hasil penelitian menunjukkan bahwa cangkang kakao dan kemiri mempunyai nilai kalor masing-masing 16.998 dan 21.960 kJ/kg. Emisi CO cukup signifikan pada tahap devolatilisasi. Cangkang kakao memberikan total emisi CO lebih tinggi dibandingkan dengan cangkang kemiri. Laju aliran udara juga berpengaruh terhadap emisi CO yang dihasilkan. Penambahan laju aliran udara akan mengurangi emisi CO, hal ini karena adanya penambahan suplai oksigen sehingga pemnbakaran dapat berlangsung lebih sempurna.   ABSTRACT  Biomass was the  primary source of energy for millions of people in the world, but when coal, oil, and gas became widely available, its use was declined. However, in recent years interest in biomass utilization increases because of energy crisis and environmental issues. Utilization of biomass for substituting fossil fuel can reduce global CO2 emission problem. The objective of this research is to study alternative energy sources that utilize biomass waste from cocoa and candlenut

  12. Emissão de PM2,5 e gases em sistemas domésticos de queima de biomassa

    OpenAIRE

    Fernandes, Ana Patrícia da Silva

    2009-01-01

    Realizou-se uma série de testes para determinar a composição gasosa e a constituição química das emissões de PM2,5 resultantes da combustão doméstica em lareira e fogão. Queimaram-se 7 espécies lenhosas representativas da floresta Portuguesa (Pinus pinaster, Eucalyptus globulus, Quercus suber, Acácia longifolia, Quercus faginea, Olea europea, Quercus ilex rotundifolia) e briquetes de resíduos de biomassa. A amostragem de gases foi realizada junto à exaustão da chaminé do fogão e da lareira...

  13. Meetprocedure voor de bepaling van Acid Volatile Sulfide en Simultaneously Extracted Metals in sediment en bodem

    NARCIS (Netherlands)

    den Hollander HA; van den Hoop MAGT; ECO

    1994-01-01

    Ter ondersteuning bij Integrale Normstelling (INS) wordt in het project ECOROUTING onderzoek uitgevoerd naar de toepasbaarheid van het evenwichtspartitieconcept bij de harmonisatie van milieukwaliteitsdoelstellingen voor de compartimenten bodem en sediment. Het onderzoek beperkt zich tot de

  14. Ervaringen met een solid phase enzyme immunoassay voor het aantonen van gonorroe bij promiscue vrouwen

    NARCIS (Netherlands)

    Ulsen; J.van*; Michel; M.F.*; Strik; R.van*; Joost; T.H.van*; Stolz; E.*; Eijk; R.V.W.van

    1985-01-01

    De Gonozyme test (Abbott Laboratories), een nieuwe enzyme immunoassay (EIA) voor het aantonen van Neisseria gonorrhoeae werd geevalueerd in een grote groep promiscue vrouwen. Als de EIA werd uitgevoerd met materiaal afkomstig van de cervix, bedroeg de prevalentie van gonorroe 8,2%. Vergeleken

  15. Wettelijke kaders voor langdurig of levenslang toezicht bij delinquenten in Engeland/Wales, Canada en Duitsland

    NARCIS (Netherlands)

    Schönberger, H.J.M.; Kogel, C.H. de

    2011-01-01

    Dit onderzoek, dat zich in de eerste plaats richt op wettelijke kaders, vormt het eerste deel van een omvangrijker WODC-onderzoek naar de invulling van langdurig of levenslang toezicht bij tbs-gestelden met een zedendelict. Enerzijds worden de juridische modaliteiten voor langdurig toezicht

  16. Offshore wind options for 2013; Offshore wind kansen voor 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Meij-Kranendonk, J.

    2012-11-15

    In the USA researchers and companies are busy to the make knowledge and experiences gained elsewhere in the world suitable for the American market and to increase new knowledge in their own country. A brief overview is given of the activities in the US with regard to offshore wind energy [Dutch] Amerikaanse onderzoekers en bedrijven zijn druk bezig om de kennis en ervaring die opgedaan is elders in de wereld geschikt te maken voor de Amerikaanse markt en om nieuwe kennis op te doen in eigen land.

  17. Slagkracht is nodig om Nederland te beschermen en economische kansen voor cybersecurity te verzilveren

    NARCIS (Netherlands)

    Zielstra, A.

    2017-01-01

    Digitale bedrijvigheid zorgde de afgelopen 25 jaar voor ruim een derde van alle economische groei. Meer dan 5 procent van ons bnp verdienen we met ICT. Nederland heeft een toppositie in de wereld als het gaat om de digitale economie. Maar het is niet vanzelfsprekend dat we die behouden. Volgens

  18. Energy rating procedure for PV-modules; Energy rating procedure voor PV-modules

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Borg, N.J.C.M.; Jansen, M.J. [ECN Zon, Petten (Netherlands)

    2005-10-15

    The performance of PV-modules is usually characterized by the nominal power at standard test conditions. However more relevant for the end-user is the energy production. To arrive at a so-called energy rating procedure the P(G{sub i},T{sub m}) matrix is defined, which makes it possible to calculate the expected annual energy production of a PV-module at any given location with known frequency distribution of horizontal irradiation and ambient temperature. In order to make the de P(G{sub i},T{sub m}) independent of the time and location of the tests the effective irradiation (G{sub i}) is measured with a device with the same characteristics as the module under test. Such a device can be a suitable reference cell or, even better, the module under test itself. The latter, however, is only possible in case the module under test is stable in time. Measurements were performed to test the applicability of the so-called self-reference for a-Si modules. Furthermore the difference between the effective irradiance and the real irradiance (measured with a pyranometer) was quantified for the test location Petten, the Netherlands. The conclusions are: Self-reference is not applicable for a-Si modules because of the time instability, even after 1 full year of degradation; Self-reference signals (the short circuit current of the module under test) can be calibrated outdoor by comparison with a pyranometer at irradiance levels above 800 W/m{sup 2}. The uncertainty of such a calibration is within 3%; The difference between the effective irradiance and the real irradiance on annual basis at Petten is virtually zero for x-Si modules and about 1% for a-Si modules. [Dutch] Het is gebruikelijk om de prestatie van PV-modules te karakteriseren met het nominale vermogen onder standaard testcondities (STC). Echter dit nominaal vermogen geeft geen directe indicatie voor de energieopbrengst. Om tot een karakteristiek voor de energie-opbrengst (energy rating) te komen wordt de prestatie van de

  19. Elephant grass genotypes for bioenergy production by direct biomass combustion Genótipos de capim-elefante para produção de bioenergia por combustão direta da biomassa

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Rafael Fiusa de Morais

    2009-02-01

    Full Text Available The objective of this work was to evaluate elephant grass (Pennisetum purpureum Schum. genotypes for bioenergy production by direct biomass combustion. Five elephant grass genotypes grown in two different soil types, both of low fertility, were evaluated. The experiment was carried out at Embrapa Agrobiologia field station in Seropédica, RJ, Brazil. The design was in randomized complete blocks, with split plots and four replicates. The genotypes studied were Cameroon, Bag 02, Gramafante, Roxo and CNPGL F06-3. Evaluations were made for biomass production, total biomass nitrogen, biomass nitrogen from biological fixation, carbon/nitrogen and stem/leaf ratios, and contents of fiber, lignin, cellulose and ash. The dry matter yields ranged from 45 to 67 Mg ha-1. Genotype Roxo had the lowest yield and genotypes Bag 02 and Cameroon had the highest ones. The biomass nitrogen accumulation varied from 240 to 343 kg ha-1. The plant nitrogen from biological fixation was 51% in average. The carbon/nitrogen and stem/leaf ratios and the contents of fiber, lignin, cellulose and ash did not vary among the genotypes. The five genotypes are suitable for energy production through combustion.O objetivo deste trabalho foi avaliar genótipos de capim-elefante (Pennisetum purpureum Schum. quanto ao potencial para a produção de bioenergia por combustão direta da biomassa. Avaliaram-se cinco genótipos de capim-elefante, em dois solos com baixa fertilidade. Os experimentos foram conduzidos na estação experimental da Embrapa Agrobiologia, em Seropédica, RJ. O delineamento experimental foi o de blocos ao acaso, em parcelas subdivididas, com quatro repetições. Os genótipos estudados foram Cameroon, Bag 02, Gramafante, Roxo e CNPGL F06-3. Determinaram-se a produção de biomassa, o acúmulo de nitrogênio na biomassa, o nitrogênio da biomassa proveniente da fixação biológica, as relações carbono/nitrogênio e talo/folha, e os teores de fibra, lignina

  20. Preliminary results of the evaluation of biomass use as energy sources; Resultados preliminares da avaliacao do uso de biomassas como fontes de energia

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rocha Ferreira, Leo da; Tourinho, Octavio A.F. [Instituto de Planejamento Economico e Social (IPES), Rio de Janeiro, RJ (Brazil). Inst. de Pesquisas

    1985-12-31

    This article discusses the preliminary results of the BIOMASSA model of IPEA with emphasis on three aspects: temporal and spatial crop mix patterns along the analysis horizon; evaluation of the social cost of alcohol fuel ; and the impact of alcohol production on the balance of payments. It concludes that the PROALCOOL increases domestic costs, but the impact on the balance of payments is positive and substantial. (author). 8 tabs

  1. Ontwikkelingen in Foodservice : online en beleving creëren nieuwe kansen voor toeleveranciers van agf

    NARCIS (Netherlands)

    Splinter, G.M.; Haaster-de Winter, van M.A.

    2015-01-01

    Het voedsellandschap is in beweging. Een ontwikkeling met grote gevolgen voor “vers” en haar toeleveranciers. Voedsel is op steeds meer (verschillende) plaatsen te koop en wordt aangeboden door verschillende aanbieders. GroentenFruit Huis wil de groenten- en fruitsector versterken en de positie van

  2. De dansmug Psectrocladius schlienzi nieuw voor Nederland, met een beschrijving van de larve (Diptera: Chironomidae)

    NARCIS (Netherlands)

    Beauvesère-Storm, de A.; Tempelman, D.

    2009-01-01

    De meeste soorten Chironomidae (dans- of vedermuggen) zijn dieren met een aquatische larve. Ze zijn een belangrijk onderdeel van de macrofaunagemeenschap van het zoete water, waarbij ze goede indicatoren zijn voor de milieukwaliteit. Veel soorten zijn met enige moeite goed tot soort of soortgroep te

  3. Towards a better use of digestate. For agricultural and industrial entrepreneurs with a basic knowledge on co-digestion; Naar een betere toepassing van digestaat. Voor agrarische en industriele ondernemers met basiskennis over (co-)vergisting

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2010-06-15

    Fermentation of various digestable materials not only produces biogas, but also electricity, heat, green gas, and digestates (residual matter). The digestates can be processed and applied in various ways. In this brochure digestion is discussed in general and attention is paid to fermentation of, for example, waste from vegetables, fruits and gardens. [Dutch] Bij vergisting van verschillende vergistbare stoffen ontstaat naast biogas, elektriciteit, warmte en groen gas, ook digestaat. Digestaat is het restproduct dat overblijft. Dit digestaat kan op verschillende manier worden bewerkt en toegepast. Deze brochure behandelt vergisting in het algemeen maar ook vergisting van bijvoorbeeld GFT (groente-, fruit- en tuinafval)

  4. The options for biomass in the Netherlands. Nederland is rijp voor biomassa

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Daey Ouwens, C [Provincie Noord-Holland, Haarlem (Netherlands)

    1993-02-01

    The results of a few recent studies show that there is a number of likely options to use biomass in the Dutch energy supply. Gasification of organic wastes and wood and supplemental firing in coal-fired power plants by means of wood wastes appear to be the most attractive options. Taking into account the increased interest from energy utilities it is time to start a few demonstration projects in the Netherlands. 3 ills., 6 refs.

  5. Onderzoekers sluiten jaar af met nieuwe inzichten; teelt de grond uit ook waardevol voor vollegrond

    NARCIS (Netherlands)

    Maas, van der M.P.; Elk, van P.J.H.; Voogt, W.; Dijk, van P.; Douven, F.

    2013-01-01

    Geslaagde groeiregulatie; vertraagde opbouw schadelijke aaltjes bij appel; goede resultaten met nieuwe substraten bij blauwe bes. Dat zijn de belangrijkste nieuwe inzichten van 2012 in het onderzoek naar Teelt de grond uit. De bevinding met aaltjes is ook relevant voor de teelt in de vollegrond. Het

  6. Vaststelling van erytrocytometrische waarden bij drachtige ponies, die bloeddonor zijn voor Diosynth B.V. te Oss

    NARCIS (Netherlands)

    Helleman; P.W.; Geleijnse; M.E.M.; Rooy; L.C.de

    1984-01-01

    Het afnemen van bloed bij drachtige paarden voor farmaceutische doeleinden heeft effect op de hemo(cyto)metrische waarden. De veranderingen zouden kunnen duiden op een (relatieve) verlaging van de erytropoietische activiteit van het beenmerg, op een verandering van de colloide osmotische

  7. Energy consumption for heat based on the Energy Balance. Update 2010; Het energieverbruik voor warmte afgeleid uit de Energiebalans. Update 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Segers, R.

    2012-04-15

    In 2008 the Dutch Expertise Centre for Heat asked Statistics Netherlands and ECN to provide indications of how much energy is used for heat for various applications and sectors. That resulted in a report, published in 2009 with the same title as this report, which is an update of the 2009 report. The aim is to indicate how energy use for heat can be derived from the Energy Balance of Statistics Netherlands. The energy use is compared to the energy use for three other applications: electricity, transport fuels and feedstocks. Moreover, it is also indicated how the amount of renewable heat can be derived from renewable energy statistics [Dutch] Het Expertisecentrum Warmte heeft in 2008 aan het CBS en het ECN gevraagd om aan te geven hoeveel energie er wordt gebruikt voor warmte voor verschillende toepassingen en sectoren. Dat heeft geresulteerd in het 2009 rapport 'Het energieverbruik voor warmte afgeleid uit de Energiebalans'. De meest recente cijfers in dat rapport hebben betrekking op het jaar 2006. Voorliggend document is een nieuwe update met cijfers over 2010.

  8. Tracking and trailing. A travel guide for the energy transition; Spoorzoeken en wegbereiden. Een reisgids voor de energietransitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hekkenberg, M.; Londo, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2011-09-15

    Our energy system, which is one of the pillars of the Dutch society, will probably be subjected to drastic changes in the coming decades. It will become a difficult and painful process at times. Policy makers have the task of directing these changes with a clear view on opportunities and threats. This guide aims to offer Dutch policy makers some strategic insights and tools. [Dutch] Onze energiehuishouding, 1 van de pijlers van de Nederlandse samenleving, zal de komende decennia drastische veranderingen ondergaan. Dat zal een bij tijd en wijle moeizaam en pijnlijk proces worden. Aan beleidsmakers de taak die veranderingen te regisseren met een helder oog voor kansen en bedreigingen. Deze gids beoogt Nederlandse beleidsmakers voor die taak enkele strategische inzichten en handvatten te bieden.

  9. Uso de biomassa seca de aguapé (Eichornia crassipes visando à remoção de metais pesados de soluções contaminadas = Use of water hyacinth (Eichornia crassipes dry biomass for removing heavy metals from contaminated solutions

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Affonso Celso Gonçalves Junior

    2009-01-01

    Full Text Available O presente trabalho avaliou a eficiência da biomassa seca de aguapé (Eichornia crassipes na remoção dos metais pesados cádmio (Cd, chumbo (Pb, cromo (Cr, cobre (Cu, zinco (Zn e níquel (Ni de soluções preparadas com estes metais. O delineamento utilizado foi inteiramente casualizado, com cinco tratamentos (soluções com diferentes concentrações dos metais pesados e quatro repetições. A biomassa seca permaneceu nas soluções dos tratamentos por um período de 48h, e nos intervalos de 1; 2; 3; 6; 12; 24; 36 e 48h após a instalação do experimento, coletaram-se alíquotas de cada tratamento,determinando-se a maior remoção de cada metal pesado pela biomassa seca do aguapé. Foi realizada digestão nitroperclórica na biomassa seca e determinação dos teores dos metais na biomassa e nas alíquotas por espectrometria de absorção atômica, modalidade chama. Paraos metais Cd, Pb, Cr, Cu e Zn ocorreu remoção significativa pela massa seca do aguapé nos diferentes tratamentos, enquanto para o Ni não foi encontrada diferença significativa. Dessa forma, conclui-se que a biomassa seca produzida, a partir do aguapé Eichornia crassipes, é um excelente material para a remoção, tanto em pequena como em grande escala, de corpos hídricos contaminados com metais pesados.The present work evaluated the efficiency of the dry biomass of water hyacinth (Eichornia crassipes in the removal of heavy metalscadmium (Cd, lead (Pb, chromium (Cr, cupper (Cu, zinc (Zn and nickel (Ni from solutions prepared with these metals. The delineation used was entirely randomized, with five treatments (solutions with different concentrations of heavy metals and fourrepetitions. The dry biomass remained in the treatment solutions for a period of 48h. In the intervals of 1; 2; 3; 6; 12; 24; 36 and 48h after experiment installation, samples were collected of each treatment, determining the greater removal for each heavy metal by water hyacinth dry biomass. Nitro

  10. Technologieverkenning Nationale Veiligheid : Een verkenning van kansen en dreigingen van technologische ontwikkelingen voor de nationale veiligheid

    NARCIS (Netherlands)

    Vliet, P.J. van; Mennen, M.G.

    2014-01-01

    In opdracht van de NCTV als voorzitter van de Stuurgroep Nationale Veiligheid heeft TNO, partner in het Analistennetwerk Nationale Veiligheid, een verkenning uitgevoerd naar de kansen en dreigingen van technologische ontwikkelingen voor de nationale veiligheid in de komende vijf jaar. Deze studie is

  11. Bomen over ruimte: een studie naar de toekomstige ruimtebehoefte voor de boomteelt in de regio Boskoop

    NARCIS (Netherlands)

    Knijff, van der A.; Westerman, E.; Bremmer, J.

    2002-01-01

    In het kader van de streekplanherziening Zuid-Holland Oost is een schatting gemaakt van de toekomstige ruimtebehoefte voor de boomteelt in de regio Boskoop tot 2015. Op basis van toekomstige ontwikkelingen in de vraag naar boomteeltproducten, de (inter)nationale concurrentiepositie van de boomteelt

  12. Desenvolvimento de um sensor por software para avaliação de biomassa em reatores anaeróbios

    OpenAIRE

    Rodríguez, Jaime Eduardo Navarrete

    2003-01-01

    Dissertação (mestrado) - Universidade Federal de Santa Catarina, Centro Tecnológico. Programa de Pós-Graduação em Engenharia Química. Um sensor por software para a determinação da concentração de biomassa em reatores anaeróbicos, em regime acetoclástico é apresentado. O sensor por software é baseado em medições de pressão do sistema experimental e um observador de estados não linear. O projeto do observador de estados é realizado a partir dos balanços de massa das espécies químicas e bioló...

  13. Big changes in prevention of legionellae. New Drinking Water legislation; Grote veranderingen voor Legionellapreventie. Nieuwe Drinkwaterwetgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Blom, E. [Uneto-VNI, Zoetermeer (Netherlands)

    2011-09-15

    In the Netherlands, July 1st 2011, the new potable water legislation came into force. This resulted in major changes in Legionella prevention at priority installations. But this is not the only impact on the installation sector and building owners and users. For materials, more stringent requirements came into force, also for the use of grey water. Potable water companies have a legal obligation to deliver a certain amount of water under a certain pressure. [Dutch] Per I juli 2011 is de nieuwe Drinkwaterwetgeving in werking getreden. Dit heeft grote veranderingen meegebracht voor de Legionellapreventie bij prioritaire installaties. Maar dit is niet het enige dat impact heeft op de installatiesector en gebouweigenaren en gebruikers. Er gelden strengere eisen voor materiaalgebruik, net als bij de toepassing van huishoudwater. Drinkwaterbedrijven krijgen een wettelijke verplichting om altijd een bepaalde hoeveelheid water te leveren onder een bepaalde druk.

  14. The Swiss Energy Sector. Innovation landscape and chances for the Netherlands; De Zwitserse energiesector. Innovatielandschap en kansen voor Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Ewijk, S. [Innovatie Attache Netwerk, Ambassad Berlijn, Berlin (Netherlands)

    2012-08-15

    An overview is given of innovation in the Swiss energy sector and the following research question will be answered: what are the characteristics of the Swiss innovation landscape in the energy sector and what opportunities are there for the Dutch energy sector? The emphasis is on themes that occur in the Dutch top sector policy, such as natural gas and energy conservation. The aim is to encourage cooperation between the Netherlands and Switzerland in the field of energy and provide inspiration for investment, policy solutions and markets in the field of energy. Each chapter contains references to Swiss authorities for more information and further steps [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van innovatie in de Zwitserse energiesector en probeert de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: wat zijn de kenmerken van het Zwitserse innovatielandschap in de energiesector en welke kansen zijn er voor de Nederlandse energiesector? De nadruk ligt daarbij op thema's die ook in het Nederlandse topsectorbeleid voorkomen, zoals aardgas en energiebesparing. Het doel is om de samenwerking tussen Nederland en Zwitserland op energiegebied te stimuleren en informatie te bieden als inspiratie voor investeringen, beleidsoplossingen en afzetmarkten op energiegebied. Ieder hoofdstuk bevat verwijzingen naar Zwitserse instanties voor meer informatie en verdere stappen.

  15. Update of the external cost for environmental damage (for Flanders) with regard to air pollution and climatic change; Actualisering van de externe milieuschadekosten (algemeen voor Vlaanderen) met betrekking tot luchtverontreiniging en klimaatverandering

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Nocker, L.; Michiels, H.; Deutsch, F.; Lefebvre, W.; Buekers, J.; Torfs, R. [Unit Ruimtelijke Milieuaspecten, VITO, Mol (Belgium)

    2010-12-15

    This report contains a set of indicators for calculating external costs of air-polluting substances and greenhouse gases. The external costs of environmental damage relate to the damage to human health, eco systems, buildings and economy as a result of an activity. This leads to loss of welfare for inhabitants in Flanders and abroad for the current and future generations. The magnitude and evolution of the external or environmental damage cost resulting from air pollution is one of the indicators for the MIRA report that translates the state of the environment into consequences for man and economy. [Dutch] Dit rapport bevat een set van kengetallen voor de berekening van de externe kosten van luchtverontreinigende stoffen en broeikasgassen. De externe kosten of milieuschadekosten hebben betrekking op de schade aan menselijke gezondheid, ecosystemen, gebouwen en economie als gevolg van een activiteit. Dit leidt tot een verlies aan welvaart voor inwoners in Vlaanderen en het buitenland, voor deze en toekomstige generaties. De omvang en evolutie van de externe of milieuschadekosten ten gevolge van luchtverontreiniging ia 1 van de indicatoren voor het MIRA rapport die de toestand van het milieu vertaalt naar gevolgen voor mens en economie.

  16. Ontwikkeling van een protocol voor de transformatie van iris; introductie van resistentie tegen irismozaik viris (IMMV)

    NARCIS (Netherlands)

    Langeveld, S.A.; Klerk, de G.J.M.

    2004-01-01

    Twee iris cultivars, Blue Magic en Blue Sail, werden in weefselkweek gebracht en callus werd geïnduceerd. Dit callus werd genetisch gemodificeerd met virusresistentie via de particle gun procedure die eerder voor lelie was ontwikkeld. Van een van de cultivars, Blue Magic, werden getransformeerde

  17. Consequences of Market-Based Measures CO2-emission Reduction Maritime Transport for the Netherlands; Gevolgen Market Based Measures CO2-emissiereductie zeevaart voor Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wortelboer-van Donselaar, P.; Kansen, M.; Moorman, S. [Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, Den Haag (Netherlands); Faber, J.; Koopman, M.; Smit, M. [CE Delft, Delft (Netherlands)

    2013-11-15

    The introduction of Market Based Measures (MBMs) to reduce the CO2 emissions of international sea shipping will have relatively limited economic effects for the Netherlands. Moreover, these effects are largely in line with those in other countries. For the Netherlands, however, the manner in which MBMS are organised and enforced is likely to be particularly important, given the importance of ports to the Dutch economy, the country's relatively large bunker sector, and the fact that Dutch shipowners operate relatively small vessels and on a relatively small scale. MBMs include pricing measures in the form of tax or trade systems, as well as other market-related proposals. In this research study, the consequences are analysed of four international MBM proposals for the Netherlands [Dutch] Om de CO2-uitstoot van de internationale zeevaartsector terug te dringen worden momenteel zogeheten Market Based Measures (MBMs), zoals bijvoorbeeld het veilen van emissierechten of het invoeren van een heffing, overwogen. De invoering van de MBMs zal voor Nederland relatief beperkte economische effecten hebben. Deze effecten wijken bovendien niet bijzonder af van die voor andere landen. De wijze waarop de MBMs worden georganiseerd en gehandhaafd, is voor Nederland mogelijk wel van onderscheidend belang. Dit gezien het belang van de havens voor de Nederlandse economie, de relatief grote bunkersector, en de relatief kleine schepen en kleinschaligheid van de Nederlandse reders.

  18. Organic aerosols from biomass burning in Amazonian rain forest and their impact onto the environment; La combustione di biomassa nella Foresta Amazzonica Aerosoli organici e impatto sull'ambiente

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Cecinato, A; Mabilia, R [Consiglio Nazionale delle Ricerche, Istituto sull' Inquinamento Atmosferico, Monterotondo Scalo, RM (Italy); De Castro Vasconcellos, P [Sao Paulo Universidad, Sao Paulo (Brazil). Instituto de Pesquisas Energeticas e Nucleares, Dept. de Engenharia Quimica Ambiental

    2001-03-01

    A field campaign performed in Southern Brazilian Amazonia in 1993 has proved that this region is subjected to fallout of particulated exhausts released by fires of forestal biomass. In fact, organic content of aerosols collected at urban sites located on the border of pluvial forest, about 50 km from fires, was similar to that of biomass burning exhausts. Aerosol composition is indicative of dolous origin of fires. However, organic contents seems to be influenced by two additional sources, i. e. motor vehicle and high vegetation emission. Chemical pattern of organic aerosols released by biomass burning of forest seems to promote occurrence of photochemical smog episodes in that region. [Italian] Una campagna di misura realizzata nella regione amazzonica nel 1993 ha dimostrato la ricaduta sull'area circostante dei prodotti di combustione della biomassa forestale, attraverso la speciazione degli aerosoli atmosferici raccolti in un sito urbano posto ai margini della foresta, tuttavia le poveri sospese rivelano l'origine dolosa degli incendi. La composizione chimica degli aerosoli organici provenienti dalla combustione di biomassa sembra favorire i processi di smog fotochimico nella regione.

  19. Partição da biomassa e qualidade da forragem de Bahiagrass: Paspalun notatum cv. pensacola no centro-norte da Flórida = Biomass allocation and forage quality in a pensacola Bahiagrass pasture in north central Florida

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Marcia Mascarenhas Grise

    2006-10-01

    Full Text Available Visando medir efeitos do manejo da Bahiagrass cv. pensacola (Paspalum notatum Flüggeé na repartição de biomassa (kg ha-1 das folhas+colmos, serrapilheira, raízes+rizomas, e valor nutritivo da forragem, foi instalado um experimento próximo a Gainesville, Flórida,EUA. Tratamentos: três manejos contínuos (não intensivo, moderadamente intensivo, altamente intensivo, recebendo 40, 120, e 360 kg N ha -1 ano-1 e com lotação de 1,2; 2,4 e 3,6 UA ha-1, respectivamente e um tratamento de manejo rotacionado (7 dias de pastejo e 21 dias de descanso, recebendo 360 kg N ha-1 ano-1 e 3,6 UA ha-1 (1 U A= 500 kg. A biomassa de raízes+rizomas foi superior a de folhas+colmos. Não houve efeito dos tratamentos na biomassa de raízes+rizomas. A biomassa de raízes+rizomas decresceu durante a estação de pastejo. A maior intensidade de manejo dos tratamentos altamente intensivo e rotacionado resultou em maior biomassa de folhas+colmos. A relação raiz/parte aérea decresceu com a intensificação do manejo. A biomassa de serrapilheira foi superior a de folhas+colmos nos tratamentos altamente intensivo e rotacionado, privilegiando a ciclagem de nutrienes via excreção animal. Os tratamentos não afetaram a FDN nem a DIVMO da forragem, masintensificação do manejo tende a elevar a DIV MO da forragem.This experiment evaluated a pensacola Bahiagrass pasture (Paspalum notatum Flüggeé. It was conducted near Gainesville, Florida, U SA, to measure the effect of pasture management on biomass allocation (kg ha -1 of herbage, litter, root+rhizome, as well as forage quality. Treatments were three continuously stocked (low, moderate, and high,receiving 40, 120, and 360 kg N fertilizer ha -1 yr-1and with stocking rates of 1.2, 2.4, and 3.6 AU ha-1, respectively and one rotationally stocked (RS; 7 -d grazing and 21-d rest periods; N rate of 360 kg ha-1 yr-1, 1 AU = 500 kg pasture. The root+rhizome biomass was 4 to 12 times greater than herbage biomass. There was

  20. Richtlijnen voor substraat moeten problemen voorkomen : onderzoeker Chris Blok geeft uitleg over nieuwe normering pH

    NARCIS (Netherlands)

    Bouwman-van Velden, Pieternel; Blok, C.; Kaarsemaker, R.C.

    2009-01-01

    Op basis van proeven is er een concept beoordelingsrichtlijn (BRL) voor het pH buffergedrag van opkweekpotten opgesteld. Onderdeel van het onderzoek is het ontwikkelen van methodieken om pH gedrag in steenwol te meten. De richtlijnen doen vooral dienst om schades tijdens de opkweek te voorkomen

  1. Risico's 'groen' gas voor CO2 - dosering ingeschat : Interview met Tom Dueck en Chris van Dijk

    NARCIS (Netherlands)

    Visser, Peter; Dueck, T.A.; Dijk, van C.J.

    2009-01-01

    De overheid wil gebruik van duurzaam 'groen gas' ofwel 'biogas' stimuleren. De vraag is of dit gas een verhoogd risico oplevert bij het gebruik van rookgassen voor CO2-dosering in de tuinbouw. Biogas kan mee helpen aan het gebruik van duurzamer energie in de glastuinbouw

  2. Effecten van het verzuringsbeleid in de provincie Limburg; evaluatie en prognose voor de realisatie van de gewenste natuurkwaliteit

    NARCIS (Netherlands)

    Smits, N.A.C.; Bleeker, A.; Huiskes, H.P.J.

    2004-01-01

    Effecten van verzurende depositie op de natuur. Alterra en MEP TNO hebben gekeken naar huidige en toekomstige effecten, zowel op provinciaal niveau als voor een 16 tal natuurgebieden. Vervolgens is het verzuringsbeleid geëvalueerd

  3. Cradle to cradle in practice. New building NIOO. Experimental garden for ecotechnology; Cradle to cradle in de praktijk. Nieuwbouw NIOO. Proeftuin voor ecotechnologie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bijma, R [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2011-10-15

    The new building of the Dutch Institute of Ecology (NIOO-KNAW) is a prime example of sustainability. With the materialization and the installation techniques the choice was made for solutions that fit the cradle to cradle philosophy. The most striking example is the high temperature storage. [Dutch] Het nieuwe gebouw van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) is een schoolvoorbeeld van duurzaamheid. Bij de materialisatie en de installatietechniek is gekozen voor oplossingen die aansluiten bij de cradle to cradle filosofie. Het meest in het oog springend is de hoogtemperatuuropslag.

  4. Electric driving in 2050. Consequences for the environment; Elektrisch rijden in 2050. Gevolgen voor de leefomgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nijland, H.; Hoen, A.; Snellen, D.; Zondag, B.

    2012-11-15

    The potential impacts of a transition towards electric passenger mobility are discussed. What changes can be expected in the mobility sector and the (spatial integration in the) environment as electric driving is introduced on a large scale? And what are the consequences of the changing cost ratios of passenger mobility on the government and motorists? It is assumed that in 2050 road transport and urban distribution will be all-electric, according to the ambitions of the European Commission [Dutch] In dit rapport beschrijven we de mogelijke gevolgen van een overstap op elektrische personenautomobiliteit. Welke veranderingen zullen zich naar verwachting voordoen in de mobiliteitssector en de (ruimtelijke inpassing in de) leefomgeving als elektrisch rijden grootschalig wordt geintroduceerd? En wat hebben de veranderende kostenverhoudingen van de personenautomobiliteit voor gevolgen voor de overheid en de autogebruikers? We gaan er daarbij van uit dat in 2050 het personenwegverkeer en de stadsdistributie volledig elektrisch plaatsvinden, conform de ambities van de Europese Commissie.

  5. Biomassa microbiana e produção de C-CO2 e N mineral de um podzólico vermelho-escuro submetido a diferentes sistemas de manejo: Microbial biomass and C-CO2 and mineral nitrogen production in paleudult soil cultivated under different management systems

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    L. K. Vargas

    2000-03-01

    Full Text Available Os sistemas de manejo, com diferenças no revolvimento do solo e na composição dos resíduos vegetais, alteram as propriedades biológicas do solo, com reflexos na qualidade do solo e na produtividade das culturas. Com vistas em medir estas alterações nas propriedades biológicas do solo, a biomassa e a atividade microbiana foram avaliadas em um Podzólico Vermelho-Escuro, em Eldorado do Sul (RS, utilizando diferentes preparos (convencional, reduzido e plantio direto e dois sistemas de sucessões de culturas (aveia preta + vica/milho + caupi e aveia/milho. As avaliações foram realizadas em quatro épocas, durante 12 meses, e em duas profundidades (0-5 e 5-15 cm. O carbono da biomassa microbiana foi analisado pelo método de fumigação-incubação, e a atividade microbiana, pela produção de C-CO2 e N mineral, após 60 dias de incubação. As diferenças na biomassa e na atividade microbiana, entre os sistemas de manejo, foram mais pronunciadas na camada de 0-5 cm. Nesta camada de solo, observaram-se os maiores valores de biomassa e de atividade nos preparos conservacionistas e no sistema aveia + vica/milho + caupi. Dentre as variáveis estudadas, a mineralização de N mostrou-se a mais sensível aos manejos, à profundidade e à época de amostragem.

  6. The particulates paradox. Time for a new standard?; De fijnstofparadox. Tijd voor een nieuwe norm?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Keuken, M.; Voogt, M. [TNO, Apeldoorn (Netherlands)

    2008-10-15

    The standards for PM10 and the new standard for PM2.5 aim to protect the population from harmful concentrations of particulate matter. The particulate matter is therefore aimed at lowering the mass concentrations of particulate matter without focusing on the chemical composition of the amount of ultra fine particles. This approach simplifies the particulate matter problem. This leads to expensive measures with limited effects on health or measures with positive effects for health, but these measures hardly contribute to complying with the particulate matter standards. [mk]. [Dutch] De normen van PM10 en de nieuwe norm PM2,5 zijn bedoeld om de bevolking te beschermen tegen schadelijke concentraties van fijn stof. Het fijnstofbeleid is daarom gericht op het verlagen van de massaconcentratie van fijn stof zonder aandacht voor de chemische samenstelling of het aantal ultrafijne deeltjes. Deze benadering simplificeert het fijnstofprobleem. Dure maatregelen met beperkte effecten op de gezondheid of maatregelen met positieve effecten voor de gezondheid zijn het gevolg, maar deze maatregelen hebben nauwelijks een bijdrage aan het halen van de fijnstofnormen.

  7. Scenario’s voor effectief leren op de werkplek; Sector Educatie; Workshop 2: Op weg naar oplossingen

    OpenAIRE

    McKenney, Susan; Mazereeuw, Marco; Wopereis, Iwan

    2012-01-01

    McKenney, S., Mazereeuw, M., & Wopereis, I. (2012, 12 December). Scenario’s voor effectief leren op de werkplek; Sector Educatie; Workshop 2: Op weg naar oplossingen [Scenarios for effective workplace learning; Sector Education; Workshop 2: The road to solutions]. Workshop presented at the NHL Hogeschool, Leeuwarden, The Netherlands.

  8. Valley of Death analysis for polymer PV technology; Valley of Death analyse voor polymere PV technologie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schoots, K. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-12-15

    This report describes the results of a qualitative study of the barriers that actors involved in the development and commercialization of polymer solar cells, may encounter. The purpose of this socio-economic research is to identify these barriers for the (market) development of thin film polymeric PV technology and to develop strategies for them in order to overcome the constraints. The necessary data are collected from interviews with actors who are active in the development and deployment of conventional solar cells. Based on the results from this study, it is conclude that it is important for the Organic PV industry to carry out many market experiments beyond the built environment. The report provides recommendations with regard to the markets in which these experiments are most likely to succeed and which drivers should be taken into account [Dutch] Dit rapport beschrijft de resultaten van een kwalitatief onderzoek naar de barrieres die actoren, betrokken bij de ontwikkeling en marktintroductie van polymere zonnecellen, kunnen tegenkomen. Het doel van dit sociaal-economische onderzoek is deze barrieres voor de (markt)ontwikkeling van dunne film polymere PV technologie te identificeren en strategieen te ontwikkelen om ze voor te zijn of ze te overbruggen. De benodigde gegevens worden verzameld uit interviews met actoren die actief zijn in de ontwikkeling en uitrol van conventionele zonnecellen. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek komen we tot de conclusie dat het voor de Organische PV sector belangrijk is veel marktexperimenten aan te gaan buiten de gebouwde omgeving. Het rapport geeft aanbevelingen in welke soort markten deze experimenten de meeste kans van slagen hebben en met welke drivers van marktpartijen rekening moet worden gehouden.

  9. Living Lab rapport CityServiceBike : onderzoek naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVV’s) voor stadslogistiek.

    NARCIS (Netherlands)

    Balm, S.H.; Boerema, M.J.; Morse, I.; van Genderen, Elza

    Het LEVV-LOGIC project is een tweejarig onderzoek naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. In het project ontwikkelen drie hogescholen samen met ondernemers, publieke instellingen en netwerkorganisaties nieuwe kennis over logistieke concepten en business

  10. Biomass equations for Brazilian semiarid caatinga plants Equações para estimar a biomassa de plantas da caatinga do semi-árido brasileiro

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Everardo V.S.B. Sampaio

    2005-12-01

    Full Text Available Allometric equations to estimate total aboveground alive biomass (B or crown projection area (C of ten caatinga species based on plant height (H and/or stem diameter at ground level (DGL or at breast height (DBH were developed. Thirty plants of each species, covering the common range of stem diameters (3 to 50 cm, were measured (C, H, DGL, DBH, cut at the base, separated into parts, weighted and subsampled to determine dry biomass. Wood density (p of the stem and the largest branches was determined. B, C, H and p ranged from 1 to 500 kg, 0.2 to 112 m², 1.3 to 11.8 m, and 0.45 to 1.03 g cm-3. Biomass of all 10 species, separately or together (excluding one cactus species, could be estimated with high coefficients of determination (R² using the power equation (B = aDGLb and DGL, DBH, H or combinations of diameter, height and density. Improvement by multiplying H and/or p to DGL or DBH was small. The mixed-species equation based only on DBH (valid up to 30 cm had a = 0.173 and b = 2.295, similar to averages of these parameters found in the literature but slightly lower than most of those for humid tropical vegetation. Crown area was significantly related to diameter, height and biomass.Equações alométricas foram desenvolvidas para estimar a biomassa aérea viva (B e a área de projeção da copa (C de dez espécies da caatinga, com base na altura da planta (H e/ou do diâmetro do caule ao nível do solo (DNS ou à altura do peito (DAP. Trinta plantas de cada espécie, cobrindo a faixa usual de diâmetros (3 a 50 cm, foram medidas (C, H, DNS, DAP, cortadas na base, separadas em partes, pesadas e subamostradas para determinação da biomassa seca. A densidade (p da madeira dos caules e galhos maiores foi determinada. B, C, H e p variaram de 1 a 500 kg, 0,2 a 112 m², 1,3 a 11,8 m e 0,45 a 1,03 g cm-3. A biomassa das 10 espécies, separadamente ou em conjunto (exceto pela espécie de Cactaceae, foi estimada com alto coeficiente de determina

  11. Energy saving options in the ICT-sector. An outline for Northern Netherlands; Energiebesparingsmogelijkheden in de ICT-sector. Een verkenning voor Noord Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Groot, M.I.

    2005-03-15

    An overview is given of the energy consumption and options to save energy in the sector Information and Communication Technology (ICT) in the Northern part of the Netherlands. [Dutch] In opdracht van de Milieufederaties van Drenthe Groningen en Friesland heeft CE een verkenning gedaan naar het energiegebruik van de ICT sector en nog belangrijker: naar de mogelijkheden om op dit energiegebruik te besparen. Tevens is gezocht naar enkele voorbeeldprojecten op het gebied van ICT en energiebesparing. Dit om communicatie en voorlichting rond energiebesparing kracht bij te kunnen zetten. Vanwege het hoge energiegebruik van datahotels en telecom switches is het voor deze bedrijven erg aantrekkelijk om energiebesparende maatregelen te treffen. Verder zouden ICT adviesbureaus een rol kunnen spelen in de overdracht van informatie over energiebesparende maatregelen aan andere kantoren. Hun besparingsadvies kan leiden tot significante kostenbesparingen, zoals bijvoorbeeld bij Server Based Computing (hoewel dit afhankelijk is van gekozen configuratie), het instellen van power management of vervanging van (afgeschreven) ICT apparatuur door efficientere varianten. Geinterviewden geven aan dat bij advies en aankoop van efficieente apparatuur behoefte bestaat aan Europese energielabels voor ICT en kantoorapparatuur, zoals die thans bestaan voor meerdere huishoudelijke apparaten.

  12. Kajian Kualitas Briket Biomassa dari Sekam Padi dan Tempurung Kelapa

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Idzni Qistina

    2016-12-01

    Full Text Available Abstrak Biomassa seperti sekam padi dan tempurung kelapa dapat menjadi sumber bahan baku briket sebagai salah satu energi alternatif pengganti bahan bakar fosil (minyak bumi.Penelitian ini bertujuan untuk mengkaji kualitas briket sekam padi dan tempurung kelapa melalui proses semi-karbonisasi pada temperatur antara 50-125 0C dengan durasi waktu proses 50-120 menit. Proses pembuatan briket meliputiproses semi-karbonisasi, pencampuran biomassa dengan perekat, pencetakan, pengeringan, dan uji kualitas briket. Pengujian kualitas briket meliputi analisis briket yaitu nilai kalor, kadar air, fixed carbon, volatile matter, abu, dan analisis ultimat. Disamping itu juga dilakukan uji kuat tekan, pengukuran emisi gas, dan uji termal briket yang dihasilkan.Hasilnya menunjukkan penurunan kadar air bahan baku briket sekam padi dan tempurung kelapa membutuhkan energi masing-masing 8.54% dan 4.97% dari proses karbonisasi murni yang menghasilkan semi arang. Nilai kalor briket sekam padi maupun tempurung kelapa mengalami penurunan masing-masing 9.72% dan 7.21% jika dibandingkan dengan bahan bakunya.Gas emisi dari briket sekam padi dan tempurung kelapa yaitu gas NOx, SOx, CO, dan hidrokarbon (HC masih di bawah baku mutu yang dipersyaratkan. Hasil uji termal briket menunjukkan efisiensi termal briket sekam lebih baik dibandingkan briket tempurung kelapa dengan nilai efisiensi masing-masing sebesar 31.13% dan 22.28%. Kata kunci: Briket sekam padi, briket tempurung kelapa, semi karbonisasi, emisi gas, efisiensi termal. Abstract   Biomass energy, among others, rice husk and coconut shell can be an alternative energy source to replace fossil fuels (petroleum. This study aims to assess the quality briquettes rice husk and coconut shell with raw materials through semi-carbonization process at a temperature between 50-125 0C with a duration of 50-120 minutes of processing time. Briquetting process meliputu semi-carbonization, refining raw materials and sieving made

  13. Charging up for the future of plug-in hybrids and range extenders. An exploration of options for increased battery utilisation; Opladen voor de toekomst van plug-in hybrides en range extenders. Een verkenning naar mogelijkheden voor vergroten van het elektrische gebruik

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Essen, H.; Schroten, A.; Aarnink, S.

    2013-05-15

    If the full potential of plug-in hybrids and electric cars with a range extender is to be usefully exploited, it is important that these vehicles be used in battery mode as much as possible. This means that users' charging and driving behaviour needs to be positively influenced. This can be achieved through suitably designed financial incentives on the part of employers and government, further expansion of battery-charging infrastructure, and transferring knowledge on driving style. Improved driving and charging behaviour will lead to lower effective fuel consumption, reduced CO2 emissions and improved air quality. These are some of the results of this study in which it is examined how the performance of plug-in hybrids and cars with a range extender can be improved. It is the first study to look into the factors governing practical usage of such vehicles and the options available to the various parties to improve that usage. To this end a literature study was carried out and interviews were held with employers, leasing companies, trade associations, government agencies and other parties [Dutch] Om het potentieel van plug-in hybrides en elektrische auto's met een range extender te benutten is het van belang dat deze auto's zoveel mogelijk elektrisch worden gereden. Hiervoor is het nodig om het oplaad- en rijgedrag van de gebruikers positief te beïnvloeden. Dit kan door het geven van slimme financiële prikkels door werkgevers en overheid, het verder uitbreiden van de laadinfrastructuur en kennisoverdracht over rijgedrag. Een verbeterd rij- en laadgedrag zorgt voor een lager brandstofpraktijkverbruik, minder CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit. Dit staat onder meer in de studie 'Opladen voor de toekomst van plug-in hybrides en range extenders' van CE Delft, waarin op verzoek van de Nederlandse importeurs van Toyota en Opel is onderzocht hoe het elektrisch gebruik kan worden verbeterd. Hierin is voor het eerst gekeken naar de factoren

  14. Energy efficient cultivation planning for pot plants. A calculation platform for energy efficient scenarios in the Poinsettia cultivation; Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten. Een rekenplatform voor energie-efficiente scenario's in de Poinsettiateelt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Buwalda, F.; Van Noort, F. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands); Houter, B. [GreenQ, Bleiswijk (Netherlands); Benninga, J. [Landbouw-Economisch Instituut LEI, Wageningen (Netherlands); De Rooij, E. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

    2012-06-15

    The project Energy Efficient Scheduling of Pot Plant Production was aimed at developing and testing a decision support system for pot plant nurseries. The system allowed growers and consultants to compare the effects of changes in production schedules and climate settings on crop performance and energy requirement. The model-based scenario tool incorporated dynamic crop models for Euphorbia pulcherrima, Ficus benjamina and Hydrangea macrophylla, and the KASPRO model for greenhouse climate and energy balance. The system automatically acquired data from a local weather forecast service, real-time, web-based nursery-specific data acquisition systems and crop registration modules. Web-based data sharing also supported benchmarking between nurseries. The system was tested in field trials, involving four nurseries for each pot plant species. Improvements in energy efficiency of the production process resulted from optimized pot spacing schedules and from temperature strategies incorporating more prominent influences of the season, weather conditions and crop developmental phase [Dutch] In het kader van het project Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten is gewerkt aan een adviessysteem dat potplantentelers in staat stelt om zelfstandig de energie-efficientie van teeltscenario's te evalueren op basis van actuele, bedrijfsspecifieke gegevens. Daarnaast maakt het systeem het mogelijk om via internet teeltscenario's te delen met teeltadviseurs en binnen bedrijfsvergelijkingsgroepen. Het systeem is gebaseerd op dynamische gewasmodellen voor Hortensia, Poinsettia en Ficus, en maakt voor het berekenen van kasklimaat en energiestromen gebruik van het rekenmodel KASPRO. Dit rapport beschrijft de werking van het systeem, de resultaten op 4 bedrijven per gewas, de reacties van de betrokken telers, en een evaluatie van het project. De belangrijkste mogelijkheden om de energie-efficientie van een teelt te verbeteren werden gevonden in verbeterde wijderzetschema

  15. Voor elk-ander. Ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking en coaches over betekenisvolle samenwerking

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Maaike Hermsen

    2017-06-01

    Full Text Available For each other. Experience experts with a mild intellectual disability and coaches on meaningful cooperation Collaboration with experience experts, particularly in mental healthcare, has flourished in recent years. The positive results of cooperating with experience experts in mental healthcare have led to more initiatives in other healthcare sectors too, such as in care for people with intellectual disabilities. Daily cooperation with experience experts with intellectual disabilities requires structural support, however, which is often provided by coaches in the workplace. This qualitative study aims to answer the question which knowledge, skills and attitudes are needed by coaches in order to support experience experts with intellectual disabilities. In addition, we look at what makes the cooperation with experience experts with an intellectual disability a meaningful process for all those involved. To answer these questions, individual interviews with experience experts with an intellectual disability and with coaches were conducted, as well as group interviews with teachers and researchers working with experience experts in practice. Current coaching guidelines emphasize responsibility, self-control and reflection on the part of the person being coached. However, this research shows that these basic principles are not sufficient for the specific nature of coaching experience experts with a mild intellectual disability. Voor elk-ander. Ervaringsdeskundigen met een lichte verstandelijke beperking en coaches over betekenisvolle samenwerkingSamenwerken met ervaringsdeskundigen neemt de laatste jaren, met name in de GGZ, een hoge vlucht. De positieve resultaten van de samenwerking met ervaringsdeskundigen in de GGZ hebben ertoe geleid dat er meer initiatieven komen in andere zorgsectoren, zo ook in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Samenwerking met ervaringsdeskundigen met een verstandelijke beperking vraagt in de dagelijkse

  16. Kwaliteit van Expertsystemen: Algoritmen voor Integriteits-Controle (Quality of Expert Systems: Algorithms for Integrity Control)

    Science.gov (United States)

    1990-03-01

    gelegd kan worden tussen de gebanteerde ontwikkelmetbode en algoritmen voor integriteitscontrole. In concreto komt dit neer op: * Evaluatie van...feiten) te bepalen am de beperkingsregels te kunnen lacaliseren die getvalueeiti moeten warden. In concreto moeten twee feitenverzamelingen warden...gebanteerd worden. Consistentie bij Suwa komt in concreto neer op bet detecteren van drie soorten ’potentible fouten’ in de kennisbank: tegenstrijdigbeid

  17. Variabilidade espacial da biomassa da forragem e taxa de lotação animal em pastagem de capim Marandu

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Sabino Pereira da Silva Neto

    2015-07-01

    Full Text Available O objetivo deste estudo foi realizar a modelagem variográfica da disponibilidade de matéria seca da Urochloa brizantha cv. Marandu e a simulação da taxa de lotação animal por meio do ajuste dos modelos esférico, exponencial e gaussiano ao semivariograma experimental, bem como a robustez das predições. A biomassa da gramínea foi coletada em 50 pontos em uma área de 36,22 ha. A simulação da taxa de lotação foi realizada com base na disponibilidade de folhas verdes em cada ponto amostrado, consumo diário de matéria seca por cada unidade animal (UA e o tempo de pastejo. Os dados referentes às variáveis foram submetidos à análise descritiva, estudo geoestatístico e interpolação por krigagem ordinária. A modelagem variográfica da disponibilidade de matéria seca do capim marandu e a taxa de lotação foram caracterizadas pelos modelos esférico, exponencial e gaussiano. Entretanto, apesar da aparente precisão dos ajustes, o modelo esférico apresentou melhor inferência, segundo o critério de informação de Akaike e soma dos erros ao quadrado. Assim, a adoção de modelos com ajustes de critérios somente visuais levam a estimativas da disponibilidade de biomassa de forragem e da taxa de lotação animal que não refletem a realidade da área. Palavras–chave: Estrutura do pasto. Carga animal. Distribuição espacial. Pecuária de precisão. Produção animal. Semivariograma.

  18. Produção de biomassa e crescimento de árvores de Schizolobium amazonicum (Huber Ducke sob diferentes espaçamentos na região de mata Biomass yield and growth of Schizolobium amazonicum (Huber Ducke under different spacing conditions in the wood region

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Eliazel Vieira Rondon

    2002-10-01

    Full Text Available O ensaio foi conduzido no município de Sinop, Estado de Mato Grosso. Aos 60 meses de idade foram avaliados a altura total, o diâmetro à altura do peito (DAP, o número de plantas danificadas pelo vento e a produção de biomassa da parte aérea de Schizolobium amazonicum, em diferentes densidades populacionais e espaçamentos. Os resultados demonstram que o crescimento em altura e DAP foram influenciados nos diferentes espaçamentos estudados. Quarenta e sete plantas úteis foram danificadas pelo vento, e quanto à biomassa o espaçamento 4x4 m resultou em produção de biomassa superior à dos demais espaçamentos.An assay was carried out at Sinop, Mato Grosso. Total height, number of wind-damaged plants and biomass yield of Schizolobium amazonicum were evaluated in different populational densities and spacings, at sixty months of age. The results show that height and DBH developments were influenced in the different spacings studied. Forty seven plants were wind-damaged and the 4 x 4m spacing yielded more biomass than the other spacings.

  19. Het veilig bouwen en beheren van (co-)vergistingsinstallaties voor de productie van biogas : Bestaande kennis, regelgeving en praktijksituaties

    NARCIS (Netherlands)

    Heezen PAM; Mahesh S; Gooijer L; CEV; mev

    2012-01-01

    Voor de productie van biogas door co-vergisting wordt mest vermengd met restanten van bijvoorbeeld oogsten of voedsel die kunnen vergisten. Biogas heeft brandbare en giftige eigenschappen, waardoor grootschalige productie een veiligheidsrisico met zich meebrengt. Biogas is een mengsel van gassen dat

  20. Pleidooi voor een handelingsgerichte benadering van burgerschap.Over waardenontwikkeling en betekenisvolle communicatie in burgerschapspraktijken

    OpenAIRE

    Waal, de, Vincent

    2015-01-01

    In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter...

  1. Expected growth in residential building automation in the Netherlands. Results of a British study; Nederland mag op forse groei rekenen [voor woningautomatisering]. Gunstige uitkomsten Brits onderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Zoumpoulis-Verbraeken, A.

    2012-10-15

    In recent years, the Dutch market for housing automation has grown with on average 21 per cent to 31 million euro in 2011. In the next three years, it will grow by another 70 per cent to 50 million euro, according to estimates of research agency BSRIA in their study titled 'European Smart Home Market Study'. Particularly the higher segment and the market for care applications and lifetime homes, which has been stimulated by the government, are contribution to the growth rates [Dutch] De Nederlandse markt voor woningautomatisering groeide de laatste jaren met gemiddeld 21 procent naar 31 miljoen euro in 2011. De komende drie jaar stijgt die nog eens met 70 procent naar 50 miljoen euro, verwacht onderzoeksbureau BSRIA in de studie 'European Smart Home Market Study'. Vooral het hogere segment en de door de overheid gestimuleerde markt voor zorgtoepassingen en levensloopbestendige woningen zorgen voor de groeicijfers.

  2. PERBANDINGAN NILAI KALOR BIOBRIKET YANG TERBUAT DARI BOTTOM ASH LIMBAH PLTU DAN BIOMASSA CANGKANG KOPI DENGAN VARIASI KOMPOSISI DAN JENIS PENGIKAT YANG BERBEDA

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Budi Gunawan

    2015-12-01

    Full Text Available Tujuan dari penelitian ini adalah membuat biobriket dari bahan bottom ash limbah Pembangkit Listrik Tenaga Uap (PLTU dengan biomassa cangkang kopi dengan zat pengikat tetes tebu serta menguji nilai kalor yang dihasilkan. Metode yang digunakan dalam penelitian ini adalah; pembuatan biobriket dengan memvariasi komposisi antara bottom ash dengan biomassanya serta zat pengikat yang berbeda. Variasi komposisi antara biomassa cangkang kopi dengan bootom ash yang digunakan adalah 60% : 40% dan 70% : 30%, sedangkan bahan perekatnya menggunakan tetes tebu dan tepung kanji. Pengujian yang dilakukan adalah menguji nilai kalor dari biobriket yang dihasilkan menggunakan alat uji calloriboom. Dari hasil pengujian didapatkan biobriket dengan komposisi 70% biomassa cangkang kopi dan 30% bottom ash dengan pengikat tetes tebu mempunyai nilai kalor yang paling tinggi dibandingkan dengan komposisi dan pengikat yang lain dengan nilai kalor yang dihasilkan yaitu 2496,18 kal/gr. Nilai kalor ini dipengaruhi oleh kandungan karbon aktif yang terdapat pada arang cangkang kopi dan besar kecilnya kandungan carbon, oxygen dan ash yang dimiliki, semakin tinggi kandungan carbon dan oxygen maka makin tinggi pula nilai kalor yang kandungan kalor yang terdapat pada jenis perekat tetes tebu lebih tinggi dari pada tepung kanji. [Title: Comparison of Calorific Value of Biobriket Made of Bottom Ash Waste and Biomass Plant Shell Coffee by Varying Composition and Types of Binder] This study is aimed to make biobriket of bottom ash material waste biomass power plant and different binder of coffee shell (molasses as well as measuring the calorific value. The method in this study are by manufacturing biobricket by varying the composition of bottom ash with biomass and different binder. Biomass composition variation of the shell coffee and bottom ash are 60%:40% and 70%:30%. The binder used are molasses and starch. This experiment was carry out by measuring the calorific value of produced

  3. Energy efficient cultivation planning for pot plants. A calculation platform for energy efficient scenarios in the Hortensia cultivation; Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten. Een rekenplatform voor energie-efficiente scenario's in de Hortensia-teelt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Buwalda, F.; Van Noort, F. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands); Houter, B. [GreenQ, Bleiswijk (Netherlands); Benninga, J. [Landbouw-Economisch Instituut LEI, Wageningen (Netherlands); Dijkstra, T.; De Rooij, E. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

    2012-05-15

    The project Energy Efficient Scheduling of Pot Plant Production was aimed at developing and testing a decision support system for pot plant nurseries. The system allowed growers and consultants to compare the effects of changes in production schedules and climate settings on crop performance and energy requirement. The model-based scenario tool incorporated dynamic crop models for Euphorbia pulcherrima, Ficus benjamina and Hydrangea macrophylla, and the KASPRO model for greenhouse climate and energy balance. The system automatically acquired data from a local weather forecast service, real-time, web-based nursery-specific data acquisition systems and crop registration modules. Web-based data sharing also supported benchmarking between nurseries. The system was tested in field trials, involving four nurseries for each pot plant species. Improvements in energy efficiency of the production process resulted from optimized pot spacing schedules and from temperature strategies incorporating more prominent influences of the season, weather conditions and crop developmental phase [Dutch] In het kader van het project Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten is gewerkt aan een adviessysteem dat potplantentelers in staat stelt om zelfstandig de energie-efficientie van teeltscenario's te evalueren op basis van actuele, bedrijfsspecifieke gegevens. Daarnaast maakt het systeem het mogelijk om via internet teeltscenario's te delen met teeltadviseurs en binnen bedrijfsvergelijkingsgroepen. Het systeem is gebaseerd op dynamische gewasmodellen voor Hortensia, Poinsettia en Ficus, en maakt voor het berekenen van kasklimaat en energiestromen gebruik van het rekenmodel KASPRO. Dit rapport beschrijft de werking van het systeem, de resultaten op 4 bedrijven per gewas, de reacties van de betrokken telers, en een evaluatie van het project. De belangrijkste mogelijkheden om de energie-efficientie van een teelt te verbeteren werden gevonden in verbeterde wijderzetschema

  4. Energy efficient cultivation planning for pot plants. A calculation platform for energy efficient scenarios in the Ficus cultivation; Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten. Een rekenplatform voor energie-efficiente scenario's in de Ficus-teelt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Buwalda, F.; Van Noort, F. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands); De Jong, B.

    2012-06-15

    The project Energy Efficient Scheduling of Pot Plant Production was aimed at developing and testing a decision support system for pot plant nurseries. The system allowed growers and consultants to compare the effects of changes in production schedules and climate settings on crop performance and energy requirement. The model-based scenario tool incorporated dynamic crop models for Euphorbia pulcherrima, Ficus benjamina and Hydrangea macrophylla, and the KASPRO model for greenhouse climate and energy balance. The system automatically acquired data from a local weather forecast service, real-time, web-based nursery-specific data acquisition systems and crop registration modules. Web-based data sharing also supported benchmarking between nurseries. The system was tested in field trials, involving four nurseries for each pot plant species. Improvements in energy efficiency of the production process resulted from optimized pot spacing schedules and from temperature strategies incorporating more prominent influences of the season, weather conditions and crop developmental phase [Dutch] In het kader van het project Energiezuinige Teeltplanning voor Potplanten is gewerkt aan een adviessysteem dat potplantentelers in staat stelt om zelfstandig de energie-efficiëntie van teeltscenario's te evalueren op basis van actuele, bedrijfsspecifieke gegevens. Daarnaast maakt het systeem het mogelijk om via internet teeltscenario's te delen met teeltadviseurs en binnen bedrijfsvergelijkingsgroepen. Het systeem is gebaseerd op dynamische gewasmodellen voor Hortensia, Poinsettia en Ficus, en maakt voor het berekenen van kasklimaat en energiestromen gebruik van het rekenmodel KASPRO. Dit rapport beschrijft de werking van het systeem, de resultaten op 4 bedrijven per gewas, de reacties van de betrokken telers, en een evaluatie van het project. De belangrijkste mogelijkheden om de energie-efficientie van een teelt te verbeteren werden gevonden in verbeterde wijderzetschema

  5. The energetic society. Searching for a steering philosophy for a clean economy; De energieke samenleving. Op zoek naar een sturingsfilosofie voor een schone economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hajer, M.

    2011-06-15

    The creativity and innovation powers of citizens and businesses in the Dutch society offer opportunities for 'green growth'. Deployment of this energetic society requires adjustment in thinking and actions of the Dutch government. This signal report offers tools for the government's new role. [Dutch] De in de maatschappij aanwezige creativiteit en innovatiekracht van burgers en bedrijven biedt kansen voor 'groene groei'. Het inzetten van deze energieke samenleving vraagt een aanpassing in het denken en doen van de Rijksoverheid. In dit signalenrapport worden handvatten gegeven voor die nieuwe rol van de overheid.

  6. Samuel Naeranus (1582-1641) en Johannes Naeranus (1608-1679) : twee remonstrantse theologen op de bres voor godsdienstige verdraagzaamheid

    NARCIS (Netherlands)

    Visser, S.J.

    2011-01-01

    In deze intellectuele dubbel biografie van Samuel en Johannes Naeranus staat de strijd voor religieuze verdraagzaamheid centraal. Visser laat zien hoe vader en zoon, leden van een bekend zeventiende-eeuws remonstrants predikantenge¬slacht, handen en voeten gaven aan hun streven naar tole¬rantie,

  7. Helpt 'nudgen' bij een gezonde en duurzame keuze? : zes nudges en de keuze voor duurzaam of gezond voedsel

    NARCIS (Netherlands)

    Trijp, van J.C.M.

    2012-01-01

    Hoe werken 'bewezen' nudges voor duurzaam en gezond voedsel? En in hoeverre zijn deze nudges ethisch verantwoord? Dat zijn de kernvragen in dit onderzoek. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat nudges kunnen bijdragen aan een duurzamere en gezondere productkeuze van de consument.

  8. Achtergronden bij de berekening van vermesting van bodem en grondwater voor de 5e Milieuverkenning met het model STONE

    NARCIS (Netherlands)

    Overbeek GBJ; Grinsven JJM; Roelsma J; Groenendijk P; Egmond PM van; Beusen AHW; LBG; LAE; CIM

    2001-01-01

    Ten behoeve van de vijfde milieuverkenning is de voorgenomen Integrale Aanpak van de Mestproblematiek van de Nederlandse regering doorgerekend met het model STONE naar landsdekkende milieueffecten op bodem, bovenste grondwater en belasting van het regionale oppervlaktewater voor de periode

  9. Tussen uitspraak en detentie : Een verklaring voor het verschil tussen twee methoden om de behoefte aan sanctiecapaciteit te meten

    NARCIS (Netherlands)

    Moolenaar, D.E.G.

    2001-01-01

    Het WODC maakt regelmatig prognoses van de behoefte aan sanctiecapaciteit. Bij de strafrechtelijke sanctiecapaciteit van het gevangeniswezen voor meerderjarigen laten verschillende bronnen echter een uiteenlopend beeld zien. Het gaat hiet om verschillende modellen gehanteerd door het WODC en de

  10. Groeiremming als middel voor productie van visueel aantrekkelijke vaste planten : fosfaatvoeding als groeiremmer bij Salvia en Delphinium

    NARCIS (Netherlands)

    Aendekerk, T.G.L.

    2007-01-01

    Het onderzoek in de teelt naar gedrongen kwalitatief goede vaste planten is in 2006 gestart op het PPO op de locatie Lisse. In dit onderzoek wordt getracht het gewenste fosfaatniveau vast te stellen voor Delphinium cultorum ‘Dark Blue/White Bee' en Salvia nemorosa ‘Blaukoenigin’ om de groei te

  11. Bestrijdingsmiddelen en teelten; een verkenning van de risico's van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor waterorganismen binnen enkele landbouwkundige teelten

    NARCIS (Netherlands)

    Deneer, J.W.

    2003-01-01

    Voor de vijftien landbouwkundige gewassen met het grootste areaal in Nederland is geonventarisseerd tot welke toxische belasting de driftbelasting met bestrijdingsmiddelen zal leiden. Slechts bij twee van de vijftien onderzochte teelten bleeft de belasting van algen, kreeftachtigen en vissen beneden

  12. ECOFERM. The closed-cycle farm; ECOFERM. De kringloopboerderij

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Liere, J. [Van Liere Management, Utrecht (Netherlands); Boosten, G. [Stichting DOTank, Bussum (Netherlands); Van Dijk, L. [Sustec Consulting Contracting, Wageningen (Netherlands); Hemke, G. [Hemke Nutriconsult, Best (Netherlands); Verschoor, A. [Ingrepro, Borculo (Netherlands); Van Kasteren, J. (ed.)

    2011-06-15

    , ammoniak, waterdamp, CO2 en restwarmte) worden gebruikt voor de productie van algen, biogas, elektriciteit en schoon water. Het begint met het dagelijks en gescheiden afvoeren van de mest uit de stal. Hierdoor komen minder ammoniak en andere schadelijke stoffen vrij, met een veel aangenamer stalklimaat voor de dieren en de boer als gevolg. De door de dieren geproduceerde CO2 , waterdamp en lichaamswarmte worden samen met de ammoniak in de stallucht door een reactor gevoerd en benut voor de algenkweek. De afgevoerde, deels ontwaterde mest gaat naar een centrale vergister voor de productie van biogas en elektriciteit in een WKK. De dunne mestfractie en het verder geraffineerde digestaat leveren de mineralen (vooral stikstof en fosfor) voor de algenkweek. De voorkweek van de algen vindt plaats in een gesloten bioreactor; de verdere uitgroei in een open vijver (hybride teelt). De algen dienen als gedeeltelijke vervanging van sojaschroot en visolie in het voer, maar kunnen ook worden gebruikt als bron voor medicijnen of voedingssupplementen. De gezondheidsbevorderende stoffen (zoals de omega-3-vetzuren) in de algen en het gezondere stalklimaat verbeteren de algehele conditie en het welzijn van de dieren. Daardoor zijn minder antibiotica nodig. Het concept ECOFERM betekent op essentiële punten een breuk met de huidige varkenshouderij. Het leidt tot een beter welzijn en gezondheid van de dieren, en tot vermindering van antibioticagebruik, tot vervanging van soja en visolie en tot het tegengaan van schadelijke emissies door het sluiten van kringlopen.

  13. Compaction of plant biomass for solid biofuels production Compactação de biomassa vegetal visando à produção de biocombustíveis sólidos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Thiago de Paula Protásio

    2011-12-01

    Full Text Available

    This research aimed to evaluate briquettes made from coffee husk, eucalyptus sawdust and maize harvesting residues, and the influence of post compaction interval on some properties of the briquettes. After oven drying of the biomass, the briquettes were produced in a laboratory briquetting machine at 120 ºC and 15 MPa. Bulk density and heating value of the fresh biomass were analyzed. After compaction, influence of time on moisture content, volumetric expansion an bulk density of the briquettes was analyzed. From the results, it was observed that milled coffee husk had the highest mean value of bulk density. There was no statistical difference for higher heating value among the biomass analyzed. The effect of pos compaction interval was significant on moisture content based on dry mass and bulk density for all briquettes produced. The briquettes produced from maize harvesting residues had high volumetric expansion. Considering tensile strength by diametric compression, coffee husk briquettes were more resistant. The results highlight the potential of energetic use of briquettes obtained by compaction of coffee husks.

    doi: 10.4336/2011.pfb.31.68.273

    O objetivo do presente trabalho foi avaliar briquetes produzidos a partir de casca de café, serragem de eucalipto e resíduos da colheita do milho, e a influência do tempo após a compactação em algumas propriedades dos briquetes. Após a biomassa ser previamente seca em estufa, os briquetes foram produzidos em uma briquetadeira laboratorial, à temperatura de 120±5ºC e pressão de 15 MPa. Determinaram-se a densidade a granel e o poder calorífico das biomassas in natura. Após a compactação, avaliou-se a influência do tempo sobre a umidade, a expansão volumétrica e a densidade aparente dos briquetes. A partir dos resultados obtidos, pode-se observar que a casca de café moída apresentou o maior valor médio para densidade a granel. Estatisticamente, as biomassas analisadas

  14. Biomassa radicular e reservas orgânicas em coastcross consorciada ou não com Arachis pintoi, com e sem nitrogênio, sob pastejo

    OpenAIRE

    Ribeiro, Ossival Lolato; Cecato, Ulysses; Rodrigues, Augusto Manoel; Faveri, Juliana Cantos; Jobim, Clóves Cabreira; Lugão, Simony Marta Bernardo

    2011-01-01

    p. 318-328 Objetivou-se neste trabalho avaliar a concentração de carboidrato não-estrutural e biomassa radicular em pastagens de grama Coastcross + Arachis pintoi; Coastcross + Arachis pintoi com 100kg/ha de nitrogênio (N); Coastcross + Arachis pintoi com 200kg/ha de N; e Coastcross com 200kg/ha de N, nos períodos de verão, outono e inverno. Utilizou-se delineamento experimental em blocos ao acaso com os tratamentos em esquema de parcelas subdivididas, com dua...

  15. Gebruik van TaqMan PCR voor het kwantificeren van Fusarium spp. en Microdochium nivale in gewassen en gewasresten van tarwe.

    NARCIS (Netherlands)

    Köhl, J.; Haas, de B.H.; Kastelein, P.; Burgers, S.L.G.E.; Waalwijk, C.

    2005-01-01

    Infecties van tarwe door toxigene Fusarium spp. kunnen leiden tot contaminatie van graan met diverse mycotoxines. Voorkoming van mycotoxinebesmetting is uit oogpunt van voedselveiligheid, diergezondheid, maar ook bedrijfseconomisch, vereist. Voor vier Fusariumsoorten is een kwantitatieve detectie

  16. Biomassa radicular, densidade do solo e análise química do solo de um povoamento de Pinus sp. / Root biomass, soil density and soil chemical analysis in a Pinus sp. plantition

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Gerson Luiz Selle

    2010-04-01

    Full Text Available O sistema radicular é responsável direto pelo crescimento e sustentação das plantas, em especial das espécies florestais. As raízes finas (menor 2 mm, por sua vez, são as principais responsáveis pela absorção dos nutrientes necessários para o desenvolvimento e crescimento da planta. O gênero Pinus tem crescido em importância nos últimos anos em função de sua adaptabilidade a condições adversas do local, bem como sua grande versatilidade no que diz respeito à comercialização de sua madeira e demais produtos. O presente estudo teve como objetivo quantificar a biomassa de raízes finas e analisar alguns parâmetros edáficos em um povoamento de Pinus sp. plantado em Santa Maria (RS. A biomassa radicular e a densidade do solo foram avaliadas em seis profundidades de solo (0-10, 10-20, 20-30, 30-40, 40-50 e 50-60 cm e três posições: na linha de plantio; na entre linha de plantio; entre quatro plantas, em um povoamento de Pinus sp., com idade de sete anos, localizado em uma área pertencente à Universidade Federal de Santa Maria. A densidade do solo não apresentou diferença significativa ao longo do perfil do solo, não tendo, portanto, influência sobre os resultados de biomassa nas diferentes profundidades. A biomassa radicular encontrada no povoamento foi de 1606,3 kg ha-1 sendo que, 40,6% estavam nos primeiros dez centímetros do solo, diminuindo como o aumento da profundidade. Essa mesma tendência foi registrada para o teor de matéria orgânica, saturação por bases, bem como a quantidade de nutrientes, fatores estes que apresentaram estreita correlação com a quantidade de biomassa. Teor de alumínio e soma de bases aumentaram conforme o aumento da profundidade, mas apresentaram também uma estreita correlação com a biomassa. Os diferentes locais de coleta não diferiram estatisticamente entre si. AbstractThe root system is directly responsible for the growth and support of the plants, especially for the forests

  17. Comfort-box controls individual level of comfort. Domotica home network for indoor climate management; Comfort-box regelt individueel comfort-niveau. Domotica-huisnetwerk voor beheer binnenklimaat

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kamphuis, I.G; Warmer, C.J.; Bakker, E.J. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2005-03-01

    The Comfort-Box (or C-Box) project is an automatic and continuous control system for energy efficient and cost-effective thermal comfort in houses. In this article detailed information is given of the design and performance of the C-Box. [Dutch] De huidige regelsystemen voor het binnenklimaat in woningen zijn voor verbetering vatbaar. Met het Comfort-boxconcept is een regeling ontwikkeld die automatisch en continu het individuele comfortniveau regelt in woningen, waarbij afwegingen worden gemaakt tussen kosten en comfort. De Comfort-box blijkt in staat te zijn het binnencomfort op energie- en kostenefficiente wijze te beheren.

  18. Empowerment onderzoek: een kritische vriend voor sociaal werkers

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Tine Van Regenmortel

    2016-09-01

    same time, processes of change start at different levels of the organization. Professionals are involved in critical reflection, management learns to take account of the perspective of other stakeholders in its decisions, and users learn that their reflections and ideas, too, are used to improve practice. At the same time, it is necessary to continue to systematically map the critical factors and necessary conditions for empowerment research and the way in which its scientific validity can be made visible. It is important that science and practice are willing to view one another as partners and that this innovative method of collaboration between science, practice/policy and users is supported and encouraged by science policy. SAMENVATTING Empowerment onderzoek: een kritische vriend voor sociaal werkers Het empowermentparadigma heeft niet alleen gevolgen voor praktijk en beleid, maar ook voor de wijze van onderzoeken. In dit artikel worden in een eerste deel de theoretische grondslagen van empowerment onderzoek belicht. Naast de wetenschapsfilosofische basis beschrijven we de kernaspecten van empowerment onderzoek met extra aandacht voor methodologische consequenties. Drie inspiratiebronnen hiervoor zijn: de empowerment theorie van Rappaport en Zimmerman, responsieve evaluatie van Stake en Abma en empowerment evaluatie van Fetterman en Wandersman. We belichten als kern het drieledig perspectief: krachtgericht, multistakeholders en multilevel, de focus op verbetering en sociale rechtvaardigheid, het streven naar eigenaarschap, een continue participatie en dialoog, erkenning van drie gelijkwaardige kennisvormen en capaciteitsopbouw, lerende organisatie en gedeelde verantwoordelijkheid. We sluiten af met de rol van de onderzoeker als “kritische vriend”. In een tweede deel beschrijven we de praktijk van empowerment onderzoek. Na de toelichting van het concept van “Empowerende Academische Werkplaats” als doorgedreven invulling van empowerment onderzoek, beschrijven

  19. Energy efficient ice rink Thialf in Heerenveen, Netherlands; Ecosysteem maakt van Thialf een energiezuinige ijsbaan voor toptijden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bijman, J.N.M. (ed.)

    2002-01-01

    The ice rink Thialf in Heerenveen, Netherlands, has been renovated, using a so-called Ecosystem. An overview is given of the installations, energy savings, improvement of the comfort and the main product: ice for world records in skating. [Dutch] Het ijsstadion Thialf heeft dit jaar een uitgebreide facelift ondergaan. De oude Heerenveense ijsvloer, bestaande uit 1200 m{sup 3} beton, is gesloopt en vernieuwd. In totaal is er nu 11.000 m{sup 2} ijs (400-meterbaan een tweede baan van 360 meter en een grabbelbaan). Het middenterrein is ter bescherming van de 400 meter baan met een tunnel te bereiken. Tevens is de vriesinstallatie en de klimaatinstallatie vervangen. Bertus Butter is als adviseur nauw betrokken bij de realisatie. Zijn opdracht was het realiseren van een energiebesparing van 40 tot 60% en zorgen voor wereldrecords. Andere doelstellingen bij de renovatie zijn het creeren van beter ijs en meer comfort. Door het ontwikkelen van een ecosysteem voor Thialf lijkt men in de doelstellingen te slagen. De energiebesparing en het comfort zijn zeker geslaagd, de wereldrecords zullen zich tijdens de topwedstrijden moeten melden.

  20. Active Sound Quality Control: Design Tools and Automotive Applications (Ontwerptools voor actieve controle van geluidskwaliteit)

    OpenAIRE

    Pisanelli Rodrigues de Oliveira, Leopoldo

    2009-01-01

    Actieve controle is een potentiele oplossing om het hoofd te bieden aan de gestaag toenemende eisen voor ruisonderdrukking in de voertuigindustrie. Holte ruisonderdrukking, zoals die in vliegtuigcabines en voertuiginterieurs voorkomen, is een typisch voorbeeld. Niet alleen ruisonderdrukking wordt nagestreefd, echter ook een verbetering van de appreciatie van de geluidshinder door de inzittenden. De eerste eis is daarom de beoordeling van de controle-efficiëntie die de menselijke perceptie in ...

  1. De receptie van de Franse literatuur in de Nederlandse literaire tijdschriften van het interbellum: een pleidooi voor een meer synchrone literatuurgeschiedschrijving

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Sabine van Wesemael

    2003-12-01

    Full Text Available Tijdens het interbellum was de Franse literatuur een belangrijk referentiepunt voor met name de katholieke en de vrijzinnige, niet zuilgebonden pers in Nederland. Men nam een voorbeeld aan grote katholieke schrijvers als Mauriac en Bernanos of men spiegelde zich aan de romans van vroeg-twintigste-eeuwse modernisten als Gide en Proust. Onderzoek naar de receptie van de Franse literatuur laat zien dat de beeldvorming hieromtrent in de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving aanpassing behoeft. Nederlandse literatuurhistorici als Ruiter en Smulders, en Van Bork en Laan, zijn vaak te zeer gericht op het beschrijven van een diachrone ontwikkeling en hebben te weinig oog voor de synchrone diversiteit aan opvattingen. In welke zin, zo vraag ik me hier af, kan een internationaal georiënteerd tijdschriftenonderzoek een bijdrage leveren aan de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving?

  2. Standaardisering van verslaggeving in de publieke sector: IPSAS vergeleken met de Nederlandse wet en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving

    NARCIS (Netherlands)

    van Schaik, F.D.J.; Manschot, D.; Bac, A.D.; Gortemaker, J.C.A.; Kocks, H.C.; Wallage, P.

    2010-01-01

    Er bestaat een wereldwijde trend naar harmonisatie van standaarden voor de financiële verslaggeving, zowel in de private sector als in de publieke sector. De International Public Sector Accounting Standards (IPSAS) maken de laatste jaren furore vanwege de invoering door talrijke landen en

  3. EU-regulation for PM2.5. Consequences for the National Air Quality Monitoring network; EU-regeling voor PM2,5 bekend. Gevolgen voor het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Arkel, F.; Hoogerbrugge, R.; Van der Meulen, T. [Laboratorium voor Milieumetingen, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, Bilthoven (Netherlands)

    2008-02-15

    In the European Union an agreement has been reached on revision of the directive for air quality and cleaner air for Europe (Clean Air for Europe, CAFE). For the sake of clarity, simplicity and efficiency the current framework directive from 1996, including the first four subsidiary directives, have been combined in one single directive. (mk) [Dutch] In de Europese Unie is een akkoord bereikt over herziening van de richtlijn betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (Clean Air for Europe, CAFE). Ten behoeve van de duidelijkheid, eenvoud en efficientie zijn in het voorstel de huidige kaderrichtlijn uit 1996 en de daarbij behorende eerste vier dochterrichtlijnen samengevoegd in een enkele richtlijn.

  4. Biomassa e atividades microbianas em solo sob pastagem com diferentes lotações de ovinos Biomass and microbial activity in pasture soil under different sheep grazing pressure

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Martha Regina Lucizano Garcia

    2007-04-01

    Full Text Available Os efeitos da lotação de animais na produção de ovinos têm sido bastante estudados. No entanto, informações sobre seus efeitos na biomassa e nas atividades microbianas e, em conseqüência, na fertilidade do solo de pastagens são escassas. Neste trabalho, os efeitos da lotação de ovinos (LO na biomassa e nas atividades microbianas responsáveis pela transformação dos compostos do C e N em solo de clima subtropical foram avaliados. As amostras de solo foram coletadas nas camadas de 0-10 e 10-20 cm de pastos com baixa LO (5 animais ha-1, alta LO (40-50 animais ha-1 e com ausência de animais, em um delineamento inteiramente casualizado em parcelas subdivididas, com seis repetições. Os maiores valores de biomassa microbiana e das atividades respiratória, nitrificante e enzimática (urease e protease foram encontrados nos solos dos pastos com baixa LO. Estes pastos também acumularam as maiores quantidades de matéria orgânica e N total. Essas variáveis foram reduzidas nos pastos sem animais ou com alta LO. Vegetação descontínua e intensa mineralização podem ter acarretado a diminuição dessas variáveis nos pastos com alta LO. Alta correlação foi obtida entre matéria orgânica, C orgânico e N total com as quantidades de biomassa microbiana e a atividade enzimática. A camada de 0-10 cm apresentou valores maiores das variáveis estudadas do que os encontrados na camada de 10-20 cm.The effect of grazing pressure in sheep production has been studied, but not in relation to soil microbiological parameters or the consequences on soil fertility. The effect of grazing pressure (GP by sheep on biomass and microbial activity related to C and N compounds cycling in subtropical region soil was studied. Soil samples were collected from the 0-10 cm and 10-20 cm layers in pastures with low GP (5 animals ha-1, high GP (40-50 animals ha-1 and in absence of animals, in a completely randomized design with 6 replicates. The highest values

  5. Niet perfect, wel bruikbaar: de discardatlas voor de Noordzee komt eraan (interview met Martine Pastoors en Floor Quirijns)

    NARCIS (Netherlands)

    Pastoors, M.A.; Quirijns, F.J.

    2014-01-01

    Over hoeveel discards hebben we het nu eigenlijk? Met de aanlandplicht in zicht is die vraag prangerder dan ooit. In 2013 besloten de landen rond de Noordzee om te werken aan een discardatlas voor de Noordzee, met daarin informatie over de discards per visserij en per gebied. Martin Pastoors van de

  6. More attention for health due to air quality of particulates; Meer aandacht voor gezondheid door luchtkwaliteit van fijn stof

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Keuken, M.; Voogt, M. [TNO, Apeldoorn (Netherlands); Van den Elshout, S. [DCMR Milieudienst Rijnmond, Rotterdam (Netherlands); De Jonge, D. [GGD amsterdam, Amsterdam (Netherlands)

    2008-08-15

    This article demonstrates that elementary carbon (EC) is a reliable indicator for soot concentrations in outdoor air and a better indicator for traffic emissions of particulate matter than PM10 and PM2.5. In Rotterdam, PM content remains at the same level, whereas concentrations of elementary carbon decrease steadily. The article recommends further study into which part of health effects ascribed to PM should actually be attributed to EC or for example to abrasion emissions, road dust blowing up and ultra fine particles. [mk]. [Dutch] In dit artikel wordt aangetoond dat elementair koolstof (EC) een goede indicator is voor roetconcentraties in de buitenlucht en een betere indicator voor verkeersuitstoot van fijn stof dan PM10 of PM2,5. In Rotterdam blijven PM-gehaltes op hetzelfde niveau, terwijl concentraties van elementair koolstof gestaag dalen. Het wordt aanbevolen te onderzoeken welk deel van de aan PM toegeschreven gezondheidseffecten in werkelijkheid aan EC is toe te schrijven of aan bijvoorbeeld slijtage-emissies, opwervelend wegenstof en ultrafijne deeltjes.

  7. Program management for air quality projects; Programma's geven lucht voor projecten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Busscher, T.; Tillema, T.; Arts, J. [Rijksuniversiteit Groningen, Groningen (Netherlands)

    2011-04-15

    The Dutch Air Quality Collaboration program (NSL) is introducing a new approach to complex issues. This programmatic approach may offer a solution, but is still relatively new in spatial policymaking. What can we learn about the success and failure aspects of programs from the approach at NSL?. [Dutch] Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) introduceert een nieuwe aanpak voor complexe problemen. Deze programmatische aanpak kan hiervoor een oplossing zijn, maar is relatief nieuw in de ruimtelijke beleidspraktijk. Wat leert de aanpak bij het NSL ons over succes- en faalfactoren van programma's?.

  8. Biomassa e atividade microbianas do solo sob influência de chumbo e da rizosfera da soja micorrizada Soil microbial biomass and activity under the influence of lead addition and mycorrhizal soybean rhizosphere

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Sara Adrián López de Andrade

    2004-12-01

    Full Text Available O objetivo deste trabalho foi avaliar o efeito da adição de chumbo (Pb ao solo na biomassa e atividade microbianas do solo sob influência da rizosfera de soja micorrizada. O trabalho foi realizado em casa de vegetação, com delineamento inteiramente casualizado num esquema fatorial 4x2x2 utilizando-se 0, 150, 300 e 600 mg dm-3 de Pb, inoculação ou não do fungo micorrízico arbuscular (FMA, Glomus macrocarpum, e duas épocas de amostragem - florescimento e maturação da soja. Avaliaram-se o C da biomassa microbiana, a liberação de CO2 do solo e a atividade de três enzimas, desidrogenase, fosfatase alcalina e arilssulfatase. O Pb afetou negativamente o C da biomassa e a atividade da microbiota rizosférica, ocorrendo interação entre a presença de propágulos de FMA e o estádio de desenvolvimento da planta. A atividade da fosfatase alcalina foi a mais afetada pelas altas concentrações de Pb adicionadas ao solo, com redução de 60% na sua atividade, mostrando-se um indicador sensível do estresse metabólico da comunidade microbiana do solo causado pelo excesso de chumbo. A micorrização da soja influenciou de forma direta a microbiota rizosférica, resultando em maior atividade e biomassa, principalmente no estádio de maturação da soja. A microbiota do solo apresentou sintomas de estresse decorrentes da adição de chumbo.The objective of this work was to evaluate the effects of lead addition on soil microbial biomass and activity under the influence of the rhizosphere of mycorrhizal soybean. The experimental design was completely randomized and arranged in a 4x2x2 factorial scheme, using 0, 150, 300 and 600 mg dm-3, inoculation or not of the arbuscular mycorrhizal fungus (AMF Glomus macrocarpum and two sampling periods: soybean flowering and maturity. Microbial biomass C, soil respiration and the activity of three soil enzymes (deshydrogenase, alkaline phosphatase and arilsulphatase were determined. The most affected enzyme

  9. Monitoring of transition. New support for new policy; Transitiemonitoring. Nieuwe ondersteuning voor nieuw beleid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Molendijk, K.G.P.; Draaijers, G.P.J.; Weterings, R.A.P.M. [TNO Milieu Energie en Procesinnovatie TNO-MEP, Apeldoorn (Netherlands); Van Grootveld, G. [VROM-Inspectie, Den Haag (Netherlands); Diepenmaat, H. [Actors Procesmanagement, Zeist (Netherlands); Nooteboom, S. [DHV Management Consultants, Amersfoort (Netherlands); Opdenkamp, A.; Groen, W.; Alkemade, G. [Opdenkamp Adviesgroep, Den Haag (Netherlands)

    2002-09-01

    A theoretical framework of a system for the monitoring of the transition process and policy in the Netherlands towards a sustainable society has been developed. In this article the most important results of a study on this subject and a first set of indicators are discussed. [Dutch] Er is een theoretisch kader ontwikkeld voor een systeem van transitiemonitoring, alsmede een eerste set van indicatoren. De belangrijkste resultaten en een eerste set van indicatoren waarmee transities in de praktijk kunnen worden gevolgd worden besproken.

  10. Resposta da soja e da biomassa de carbono do solo aos resíduos de cinco genótipos de sorgo

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    C. A. Vasconcellos

    1999-03-01

    Full Text Available O trabalho teve como objetivo avaliar a influência de resíduos de cinco cultivares de sorgo (Sorghum bicolor L.: CMS XS 376, CMS XS 365, BR 304, BR 700 e CMS XS 755 no crescimento e no desenvolvimento da soja. Esses resíduos foram colhidos em três estádios do desenvolvimento reprodutivo do sorgo: florescimento, enchimento de grãos e maturação. Os tratamentos estudados constaram da deposição desses resíduos na superfície do solo ou da sua total incorporação na proporção de 4 g kg-1 de matéria seca no solo (LEd, fase cerrado. Nos tratamentos com planta, mantiveram-se três plantas de soja (cv. Doko em vasos com capacidade para 3 kg de solo. Nos tratamentos sem planta, o solo foi amostrado semanalmente para avaliação das formas de N. Após a colheita da soja, amostras de planta e de solo, de cada tratamento, foram retiradas para determinar a absorção total de N e a influência desses resíduos no N disponível extraído com KCl 2 mol L-1. Os resultados revelaram que alguns resíduos culturais de sorgo afetaram, independentemente do estádio de colheita, o desenvolvimento da soja, a absorção de N, o peso de nódulos e a biomassa microbiana do solo. Tais efeitos também foram dependentes do método de incorporação do resíduo. O teor de carbono imobilizado pela biomassa foi maior quando os resíduos de sorgo foram distribuídos na superfície do solo.

  11. Sustainability pays. A reward system for sustainable producer and consumer behaviour; Duurzaam loont. Een beloningssysteem voor duurzaam consumentengedrag

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Hilten, R. [QOIN, Amsterdam (Netherlands)

    2011-03-15

    local restaurants, local cultural offerings and visits to local farmers. Shops see an increase in their sales and profits in the 'sustainable' segment. In addition, specifically targeted advertising is possible because Sustainability Rewarded gives the retailer insight into the purchasing behaviour of consumers and particularly that of their own customers. The Municipality gets access to a cost-effective and tried-and-tested set of instruments to realize policy. Rewards are more effective and also more cost-effective than information campaigns. It stimulates the regional economy. An added bonus is that the municipality gets better information about the impact of their subsidy euro [Dutch] In DUURZAAM LOONT worden burgers beloond voor goed gedrag: minder energie gebruiken, afvalreductie, vaker op de fiets naar het werk, etc. Ook worden ze verleid vaker milieuvriendelijk, regionaal en duurzaam te kopen. Dit wordt bereikt door hen voor de juiste keuze te belonen met punten. Door punten in het vooruitzicht te stellen staan consumenten open voor nieuwe informatie die ze gebruiken om hun keuze aan te passen, om zo de beloning niet mis te lopen. Deze punten worden gespaard en later besteed aan andere regionale en/of duurzame producten (cadeautjes). Op deze wijze bindt het regionale bedrijfsleven koopkracht en kan zichzelf zo versterken. De overheid of winkelier betaalt altijd voor de uitgekeerde punten in euro's. Daarmee zijn alle punten in omloop altijd gedekt door een tegenwaarde in euro's. Deze kostenpost komt bij de overheid uit beleidsbudget, en bij de winkelier uit het marketingbudget. Het is mogelijk dat meerdere partijen uit de keten (bijvoorbeeld retailer en merkproducent) de kosten van de punten delen. Punten kunnen altijd door de burger worden verdiend en verzilverd voor zuinige producten, isolatiematerialen, klimaatneutrale producten, regionale producten, afvalpreventie en afvalscheiding, duurzame producten en diensten, gebruik van openbaar

  12. New boundary values for PM2.5. What is the situation in the Rijnmond area, Netherlands?; Nieuwe grenswaarden voor PM2,5. Wat is de situatie in De Rijnmond?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rodink, R.; Weijers, E. [ECN Biomassa, Kolen en Milieuonderzoek, Petten (Netherlands); Schaap, M. [TNO, Delft (Netherlands); De Gier, C. [DCMR Milieudienst Rijnmond, Rotterdam (Netherlands)

    2010-08-15

    As of 2008 the guideline for air quality was expanded with the limits and indicative values for PM2.5. These standards were added to the existing standards for PM10. PM2.5 constitutes a significant part of PM10. The fine particles must meet demands due to new insights in the health risks of fine particles but also for pragmatic reasons: more than PM10, PM2.5 results from human activities and can therefore be more successfully influenced. [Dutch] Sinds 2008 is de richtlijn voor luchtkwaliteit uitgebreid met grens- en streefwaarden voor PM2,5. Deze staan nu naast de normen die al gelden voor PM10. PM2,5 is een substantieel deel van PM10. Aan het 'fijnere stof' worden eisen gesteld vanwege nieuwe inzichten in de gezondheidsrisico's van het fijnere stof maar ook om een pragmatische reden: PM2,5 is meer dan PM10 het gevolg van menselijk handelen en is daardoor ook beter beinvloedbaar.

  13. Right-wing radical populism in city and suburbs: an electoral geography of the Partij Voor de Vrijheid in the Netherlands

    NARCIS (Netherlands)

    van Gent, W.P.C.; Jansen, E.F.; Smits, J.H.F.

    2014-01-01

    This paper looks at the electoral geography of the Partij Voor de Vrijheid, a Dutch right-wing radical populist party, which is anti-immigration, anti-establishment and critical of urban conditions. Combining survey analyses and geocoded polling station data analyses of the 2010 parliamentary

  14. Kolb in de klas: vijf docenten in het hoger onderwijs onderzoeken de waarde van Kolbs leerstijlen voor hun eigen onderwijspraktijk

    NARCIS (Netherlands)

    Schoonenboom, J.; Van den Heuvel, W.; Leighton, R.; Dols, L.; Visser, W.; Van Steijn, S.

    2009-01-01

    Deze bundel bevat de resultaten van vijf kortlopende onderzoeken door deelnemers aan de masteropleiding Teaching in Higher Education, allen docenten in het hoger onderwijs, naar de waarde van de leerstijlen van Kolb voor hun eigen lespraktijk. Uit de onderzoeken komt naar voren dat het

  15. Does the Dutch Building Decree 2012 guarantee air quality? Quality is essential for productivity and health; Bouwbesluit 2012 garantie voor luchtkwaliteit? Kwaliteit essentieel voor productiviteit en gezondheid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vollebregt, R.

    2011-10-15

    Poor indoor air quality in new buildings is a common problem. According to the Health Council scientific evidence is lacking that it is necessary to tighten ventilation requirements in the Building Decree . GGD Netherlands are advocates for stricter rules. Several studies show that the productivity in offices and the academic performance of children will benefit. [Dutch] Slechte kwaliteit van de binnenlucht in nieuwe gebouwen is een veel voorkomend probleem. Volgens de Gezondheidsraad ontbreken echter wetenschappelijke aanwijzingen dat het noodzakelijk is de ventilatie-eisen in het Bouwbesluit aan te scherpen. GGD Nederland pleit wel voor strengere regels. Diverse onderzoeken laten zien dat de productiviteit op kantoor en de leerprestaties van kinderen daarbij gebaat zijn.

  16. Netwerkpuzzelen. Verslag van een onderzoek naar het organiseren van netwerksteun voor mantelzorgers

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jenny Zwijnenburg

    2014-12-01

    Full Text Available Network puzzling. Report of a study on the organization of network support for informal caregiversThis article describes the results of an action research into the way professionals can organize and/or support network support and network meetings for informal caregivers. It was conducted with professionals working in deprived neighbourhoods in Rotterdam. The research aimed to both gain insight into the support that network meetings can provide and to get insight into professional issues that are associated with such a method.The answer to the question about the support that network meetings can provide is layered, because of the diversity of caregiving situations. A process description, as derived from the organization theory, therefore fits better here than a traditional method description. The changing role of welfare professionals – more a linker and less an individual helper – calls for discussion in the social domain.Netwerkpuzzelen. Verslag van een onderzoek naar het organiseren van netwerksteun voor mantelzorgersDit artikel beschrijft de resultaten van een handelingsonderzoek naar de manier waarop professionals netwerksteun en netwerkgesprekken voor mantelzorgers kunnen ondersteunen. Het onderzoek is samen met professionals uitgevoerd in achterstandswijken in Rotterdam. Het doel was om enerzijds inzicht te krijgen in de steun die netwerkgesprekken kunnen bieden aan mantelzorgers en anderzijds om zicht te krijgen op professionaliteitsvragen die aan een dergelijke aanpak verbonden zijn.Een antwoord op de vraag welke steun netwerkgesprekken kunnen bieden is gelaagd, door de meervoudigheid van mantelzorgsituaties. Een procesbeschrijving, zoals in de organisatietheorie wordt gebruikt, past daarom beter dan een traditionele methodiekbeschrijving. De rol van de professional – die meer verbinder wordt dan individueel hulpverlener – vraagt om discussie in het sociale domein.

  17. Efeito da palha de cana-de-açúcar e do tamanho dos tubérculos na biomassa das estruturas subterrâneas de Cyperus rotundus Effect of sugar cane straw and tuber size on the subterranean system of Cyperus rotundus

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    M.C.S.S. Novo

    2005-09-01

    Full Text Available O experimento foi realizado com o objetivo de avaliar o efeito da adição de palha de cana-de-açúcar RB855156 nas quantidades correspondentes a 0,0, 5,0, 10,0 e 15,0 t ha-1 nas biomassas das estruturas subterrâneas de plantas de tiririca provenientes de tubérculos de tamanho pequeno (0,22 a 0,34 g e grande (1,01 a 1,14 g, plantados em maio, julho e setembro. Para cada época de plantio, a cada 28 até 84 dias, as partes subterrâneas da tiririca foram separadas nas diferentes estruturas, sendo determinadas suas biomassas fresca e seca. De modo geral, o tamanho maior dos tubérculos favoreceu o desenvolvimento da parte subterrânea, e plantas originadas de tubérculos de tamanho grande apresentaram maiores biomassas. A adição de palha de cana-de-açúcar causou redução no desenvolvimento das diferentes estruturas subterrâneas, seguindo uma equação de segundo grau. Verificou-se que as biomassas foram maiores no plantio de setembro, exceto para biomassa fresca de tubérculos, que foi maior em maio. Com relação ao efeito de época de amostragem, foram observados aumentos lineares em função do tempo para todas as variáveis analisadas.The experiment was carried out to evaluate the effect of different amounts of sugar cane straw on the biomass of the subterranean structures of purple nutsedge deriving from small (0.22 to 0.34 g and large (1.01 to 1.14 g sized tubers, planted at different times of the year. Dormant purple nutsedge tubers of small and large sizes were planted in plastic pots with clay soil in May, July and September, and RB855156 sugar cane straw was added in quantities corresponding to 0.0, 5.0, 10.0 and 15.0 t ha-1. For each planting period, at every 28 day interval up to 84 days, the subterranean parts of the purple nutsedge were separated into their different structures and their fresh and dry biomasses were determined. In general, the larger size of the tubers favored the development of the subterranean parts. It

  18. Transition management. Key to a sustainable society; Transitiemanagement. Sleutel voor een duurzame samenleving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rotmans, J. [International Centre for Integrative Studies ICIS, Universiteit Maastricht, Maastricht (Netherlands)

    2003-07-01

    Via transitions outdated societal systems need to be replaced by new societal and sustainable systems. In this book attention is paid to how the renewal process can be steered. The first part deals with the transition philosophy, while the second part is dedicated to a series of practical examples in the field of water, agriculture, energy, construction, mobility and biodiversity which must bring us to a new, sustainable society. [Dutch] Het creeren van een duurzame samenleving is van levensbelang voor de huidige en toekomstige generaties. Toch krijgt duurzaamheid van de politiek nog steeds niet de aandacht die zij verdient. Dit boek biedt daarom een vernieuwende en uitdagende kijk op deze grote maatschappelijke opgave. Onze tegenwoordige samenleving is verre van duurzaam; ondanks het veelgeroemde 'poldermodel' zijn we er tot nu toe niet in geslaagd de hardnekkige problemen in sectoren als de landbouw, de gezondheidszorg en de energievoorziening het hoofd te bieden. Meer en meer wordt duidelijk dat een duurzame samenleving een echte cultuuromslag vergt. Via transities - maatschappelijke overgangen die tijd, durf en energie vergen - zullen verouderde maatschappelijke systemen (deels) moeten worden afgebroken om vervolgens opnieuw te worden opgebouwd. Dit boek gaat in op de wijze waarop dit noodzakelijke vernieuwingsproces kan worden gestuurd. Het eerste deel behandelt het transitiedenken, inclusief de achterliggende filosofie. In het tweede deel staat het transitiehandelen centraal, aan de hand van een serie praktijkvoorbeelden op de terreinen water, landbouw, energie, de bouwsector, mobiliteit en biodiversiteit. Een inspirerend boek voor iedereen die een bijdrage wil leveren aan de totstandkoming van een nieuwe, duurzame samenleving.

  19. New Sanitation Westland; Nieuwe Sanitatie Westland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wortmann, E. [Elannet Cyber Company, Rotterdam (Netherlands)

    2010-04-15

    In 2005 the Innovation Network launched the 'Zonneterp' project (City Greenhouse). This is a design for a residential area and greenhouses with a profound synergy between the two. The greenhouse has a function in the energy and water supply of the residential buildings and the houses supply fertilizer to the greenhouses. One of the pillars of the Zonneterp is the wastewater system from which 'black' water and food wastes ('green' water) are collected via a separate system. Use is made of vacuum toilets to concentrate the waste flow as much as possible. The black and green water is then fermented from which biogas is extracted. This biogas is used for generation of electricity and domestic hot water within the Zonneterp. The CO2 from the biogas is led as a fertilizer into the greenhouses. The waste water is purified decentrally and used as nutrient-rich water for the greenhouses. In this report, the options for implementation of this concept in the 'Poelzone' in the Westland area (a rural, agricultural area in the western part of the Netherlands) are elaborated [Dutch] In 2005 lanceerde InnovatieNetwerk de Zonneterp. Dit is een ontwerp voor een woonwijk en tuinbouwkas met een vergaande synergie tussen beide. De kas heeft een functie in de energie- en watervoorziening van de woningen en de woningen leveren meststoffen aan de kas. Een van de pijlers van de Zonneterp is het afvalwatersysteem waarbij zwart water en etensresten (groen water) uit de woningen via een aparte voorziening worden ingezameld. Om deze stroom zo geconcentreerd mogelijk te houden wordt gebruik gemaakt van vacuümtoiletten. Het zwart en groen water wordt vervolgens vergist, waarbij o.a. biogas ontstaat. Dit biogas wordt binnen de Zonneterp gebruikt voor opwekking van elektriciteit en bereiding van warm tapwater. De CO2 uit het biogas wordt als meststof in de kas geleid. Het afvalwater wordt decentraal gezuiverd, waarna het als nutriëntrijk gietwater in de

  20. Functional description of PreSRM v1.3. Technical manual for use of PreSRM (Preprocessor Standard Calculation Methods); Functionele omschrijving PreSRM v1.3. Technische handleiding voor gebruik van PreSRM (Preprocessor Standaard RekenMethoden)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vermeulen, A.T. [ECN Environment and Energy Engineering, Petten (Netherlands)

    2013-07-15

    The PreSRM software library is prescribed in The Netherlands by the government to be used in the dispersion modeling of air pollution when evaluating air quality guidelines in outside air. The code is maintained by ECN and needs to be updated annually. This technical manual describes the use of PreSRM by programmers and documents the update for the current year 2013, including all updated meteorological and air quality background information for the year 2012 [Dutch] PreSRM is een software bibliotheek voor rekenmodellen gebruikt bij de beoordeling van luchtkwaliteit. In Nederland schrijft de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit (RBL) voor onder welke condities welke rekenmethodes gebruikt moeten worden om aan de luchtkwaliteitsnormen te toetsen. In de RBL worden drie Standaard RekenMethodes (SRM's) beschreven. Tevens wordt daarin vastgesteld welke invoergegevens gebruikt moeten worden voor emissies, achtergrondconcentraties, meteorologie en terreinruwheid. Deze gegevens worden jaarlijks geactualiseerd. Dit rapport is een technische handleiding voor de programmeurs en ontwikkelaars van de implementaties van standaard rekenmethoden en systeembeheerders van gebruikers en beschrijft aanpassingen in de huidige versie van de bibliotheek.

  1. One central heating boiler for all combustible gases; Een CV-ketel voor alle brandbare gassen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gersen, S.; Darmeveil, H.; Hegge, R. [DNV KEMA Energy and Sustainability, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-07

    There is increasing interest in the distribution of sustainable gases (H2, H2/CO, CH4/CO2) and imported gases, such as LNG. The composition of these 'new' gases can differ greatly from the traditional distributed gases. The combustion characteristics may cause undesired effects in household appliances. One of the solutions is to develop equipment that can accept a wide range of gases and mixtures thereof. To this end, within the EDGaR-program (Energy Delta Gas Research) the project 'new gas sensors' is started by the Energy Research Centre of the Netherlands (ECN), Delft University of Technology (TUD) and DNV-KEMA/Gasunie to develop a boiler in which the new gases can be used [Dutch] Er is toenemende interesse in de distributie van duurzame gassen (H2 , H2/CO, CH4/CO2 ) en geimporteerde gassen, zoals LNG. De samenstelling van deze 'nieuwe' gassen kan sterk verschillen van de traditioneel gedistribueerde gassen. De verbrandingseigenschappen kunnen ongewenste effecten veroorzaken in huishoudelijke apparatuur. Een van de oplossingen is het ontwikkelen van apparatuur die een breed scala aan gassamenstellingen kan accepteren. Hiertoe is binnen het EDGaR-programma (Energy Delta Gas Research) een project 'new gas sensors' gestart met ECN, TU Delft en DNV-KEMA/Gasunie voor het ontwikkelen van een CV-ketel die geschikt is voor de nieuwe gassen.

  2. Wat levert een training voor voedselbankklanten op? Bevindingen uit een kwalitatieve studie

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Hille Hoogland

    2017-12-01

    also stimulate and improve trust in others and self-confidence. Financial problems are often associated with mental health problems and high levels of mistrust. Negative self-image and mistrust of others can prevent people from asking for help or taking action. Interventions such as training programmes involving multiple participants can be an appropriate way to focus on stimulating feelings of trust and self-confidence. Creating a space for participants to share their experiences and ideas is crucial. Sharing experiences with others make people feel heard and supported. At the same time, people can learn from each other by sharing their experiences. Listening to the experiences of others can also help to put one’s own experiences into perspective. Second, we recommend the “Theory of Change” as a suitable research method for studying the effects of an intervention. Applying this evaluation method helps people to study the effects of an intervention and at the same time to improve the intervention based on research findings. When the focus is on the participants’ experiences of the intervention in question, it is possible to identify the needs of the target group better. Subsequent intervention can then be more accurately tailored to the needs of the target group.SAMENVATTINGWat levert een training voor voedselbankklanten op? Bevindingen uit een kwalitatieve studie Voedselbanken delen in Nederland al vijftien jaar voedselpakketten uit aan mensen die kampen met financiële problemen en daarnaast gezondheidsproblemen en “psychologisch lijden” ervaren. In Amsterdam is voor voedselbankklanten een trainingsprogramma ontwikkeld met het doel hen zoveel mogelijk “op eigen benen te laten staan”. Om te achterhalen wat de training teweeg brengt is een kwalitatieve studie gedaan op basis van de “Theory of Change”-methode. In dit artikel presenteren wij bevindingen uit interviews met vijftien respondenten, die per respondent zijn gehouden op drie verschillende

  3. Diplomatie voor Wetenschap, Technologie en Innovatie. Een AWTI-achtergrondstudie naar de organisatie en resultaten van WTIdiplomatie in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland

    NARCIS (Netherlands)

    Goetheer, J.D.; Bakker, B.J.; Bijnsdorp, S.D.

    2017-01-01

    Op verzoek van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken werkt de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) aan een advies over hoe wetenschap, technologie en innovatie (WTI) en diplomatie elkaar beter kunnen ondersteunen en

  4. Bio-coke as an alternative to petroleum coke and metallurgical coke; Bio-cokes als alternatief voor petroleumcokes en metallurgische cokes

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.J.; Van Lieshout, M. [CE Delft, Delft (Netherlands); Sevenster, M.N. [Sevenster Environmental Consultancy, Australian Capital Territory ACT (Australia)

    2012-11-15

    In the framework of elaborating the Dutch Roadmap Chemistry 2030), CE Delft has conducted an exploratory study for the Association of the Dutch Chemical Industry (VNCI) on the options of replacing (petroleum) coke in the chemical sector by biocokes. Coke is used as a reducing agent and/or raw material in four companies in the Dutch chemical industry (Tronox, ESD-SIC, Thermphos, Aluchemie). Replacing coke at these four companies can potentially yield a direct CO2 reduction of expectedly several hundreds of kilotons per year. For a first exploration of the options of bio-coke, CE Delft first conducted a desk study to get information on the quality and production costs for bio-coke. Subsequently, CE Delft had contact with the four chemical companies and a made a number of company visits. Moreover, the technical, economic and organizational capabilities, constraints and requirements with regard to a possible (partial) switch to biocokes have been explored. Based on the information available so far it can be concluded that biocokes seems to be a technically and economically interesting innovation. For implementation to finally take place, it is necessary to gain better insight in the technical and economic potential [Dutch] In verband met de uitwerking van de Routekaart Chemie 2030 heeft CE Delft voor VNCI een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor vervanging van (petroleum)cokes in de chemische sector door biocokes. Cokes wordt gebruikt als reductiemiddel en/of grondstof bij een viertal bedrijven in de Nederlandse chemie (Tronox, ESD-SIC, Thermphos, Aluchemie). Het vervangen van cokes bij deze vier bedrijven kan in potentie een directe CO2-reductie van naar verwachting enkele honderden kilotonnen/jaar opleveren. Voor een eerste verkenning van de mogelijkheden van bio-cokes heeft CE Delft eerst een bureaustudie uitgevoerd naar informatie over kwaliteit van en productiekosten voor bio-cokes. Vervolgens heeft CE Delft contact gehad met de vier chemische

  5. Environmental policy memorandum of the Dutch Ministry of Defence 2004; Defensie Milieubeleidsnota 2004

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2004-01-01

    Starting point of the title memorandum is environmental sound operational management of the Ministry of Defence. In the memorandum 26 policy targets are formulated for the period 2004-2008 in the fields of climate and energy, noise, hazardous materials, environmental care, and biological diversity and nature. One of the projects concerns the participation in a wind turbine farm in the Dutch province Drenthe. [Dutch] Uitgangspunt van de nota is een milieuverantwoorde bedrijfsvoering. Na een grondige evaluatie van de Defensie Milieubeleidsnota (DMB) 2000 zijn in de DMB 2004 zo'n 26 doelstellingen geformuleerd tot en met het jaar 2008. De belangrijkste doelstellingen liggen op het gebied van klimaat en energie, geluid, gevaarlijke stoffen, afval, milieuzorg, en biodiversiteit en natuur. Een van de opvallendste projecten uit DMB 2004 is een windturbinepark in Drenthe. Defensie gaat daarbij deelnemen aan een provinciaal project op en naast het magazijnencomplex te Coevorden. Van acht a negen te plaatsen turbines, die elk 2 MegaWatt elektriciteit gaan opwekken, zal het ministerie van Defensie er zes voor zijn rekening nemen. Dat betekent een investering van ruim 19 miljoen euro. Deze investering wordt echter binnen tien jaar geheel terugverdiend. Het turbinepark past in de doelstelling dat bij Defensie, conform het Rijksbeleid, eind 2008 zo'n 75% van het elektriciteitsverbruik duurzaam wordt opgewekt.

  6. Black Carbon as an Additional Indicator of the Adverse Health Effects of Airborn Particles; Roet als additionele indicator voor de gezondheidseffecten van fijn stof

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Janssen, N.; Fischer, P.; Cassee, F. [Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, Bilthoven (Netherlands); Van Bree, L. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands); Keuken, M. [TNO Gebouwde Omgeving, Utrecht (Netherlands); Hoek, G.; Brunekreef, B. [Institute for Risk Assessment Sciences IRAS, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands)

    2011-12-15

    The current standards for particulate matter are based on the mass concentration of particulates. In the study 'Black Carbon as an Additional Indicator of the Adverse Health Effects of Airborn Particles Compared to PM{sub 10} and PM{sub 2.5}' the authors investigated the value of carbon as an indicator of the public health effects of particulates in comparison with the mass concentration of particulates. [Dutch] De huidige normen voor fijn stof zijn gebaseerd op de massaconcentratie van fijnstofdeeltjes. In de studie 'Black Carbon as an Additional Indicator of the Adverse Health Effects of Airborn Particles Compared to PM{sub 10} and PM{sub 2.5}' onderzoeken de auteurs de toegevoegde waarde van roet als indicator voor de gezondheidseffecten van fijn stof in vergelijking met de massaconcentratie van fijn stof.

  7. Effective policy for sustainable behavior. A thematic comparison [in the Netherlands]; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een thematische vergelijking [in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Tigchelaar, C.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    behavioural change diffuse through society and support this process with consistent programmes and policies. In the wider context, programs and interventions would benefit from a more integrated policy approach to sustainable behaviours across domains. Furthermore, particularly at times when the government is withdrawing and investments in sustainable behavioural programmes are decreasing, it is vital to allow local governments, intermediary parties, stakeholders and end users as much freedom as possible to link and cooperate as they see fit. Finally, to foster the growth of such local initiatives, there is a need for platforms to facilitate the exchange of knowledge and expertise and to connect initiatives at different levels [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief geanalyseerd zijn. De bestudeerde thema's en de te analyseren beleidscases: Huishoudelijk energiegebruik: Blok voor blok/ Meer met Minder en energielabels voor woningen en huishoudelijke apparaten; Voedselconsumptie: smaaklessen en stadslandbouw; Persoonlijke mobiliteit: het nieuwe rijden en mobiliteitsmanagement (spitsmijden Noord-Brabant); Huishoudelijk afval: Plastic Heros en Diftar (gedifferentieerde afvaltarieven). Dit rapport is de thematische vergelijking voor Nederland.

  8. Effective policy for sustainable behavior. A thematic comparison [in the Netherlands]; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een thematische vergelijking [in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Tigchelaar, C.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    behaviour; (e) allow for sufficient time to let behavioural change diffuse through society and support this process with consistent programmes and policies. In the wider context, programs and interventions would benefit from a more integrated policy approach to sustainable behaviours across domains. Furthermore, particularly at times when the government is withdrawing and investments in sustainable behavioural programmes are decreasing, it is vital to allow local governments, intermediary parties, stakeholders and end users as much freedom as possible to link and cooperate as they see fit. Finally, to foster the growth of such local initiatives, there is a need for platforms to facilitate the exchange of knowledge and expertise and to connect initiatives at different levels [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief geanalyseerd zijn. De bestudeerde thema's en de te analyseren beleidscases: Huishoudelijk energiegebruik: Blok voor blok/ Meer met Minder en energielabels voor woningen en huishoudelijke apparaten; Voedselconsumptie: smaaklessen en stadslandbouw; Persoonlijke mobiliteit: het nieuwe rijden en mobiliteitsmanagement (spitsmijden Noord-Brabant); Huishoudelijk afval: Plastic Heros en Diftar (gedifferentieerde afvaltarieven). Dit rapport is de thematische vergelijking voor Nederland.

  9. Algae culture on drainwater from greenhouse horticulture. Towards an algae culture pilot for greenhouse horticulture; Algencultuur op drainwater uit de glastuinbouw. Naar een pilot algenteelt voor de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2009-09-15

    The agriculture sector is rapidly warming to the idea of algae culture. Arable farmers, livestock farmers and greenhouse growers are all interested. This report contains an elaborated plan for a pilot-scale practical test and three appendices. The two-year pilot is going to cost about EUR 1 million and will yield practical knowledge about using algae to purify drainwater from greenhouse horticulture. A partnership between numerous small algae growers in a sales cooperative should lead to a better market position. Appendix 1 gives a description of various algae systems and the different types of algae that can currently be cultivated. Chlorella and Arthrospira are the most suitable types for cultivation on greenhouse drainwater. The most economically viable choice appears to be a hybrid nursery with a photobioreactor for starter material and covered raceways for mass production. Appendix 2 gives specific options for combining greenhouse horticulture and algae culture, including the surface allocated to, respectively, algae culture and greenhouse horticulture. Appendix 3 gives the detailed findings of research conducted by Imares into algae on drainwater specifically for the oyster growing sector [Dutch] De belangstelling van het agrarisch bedrijfsleven voor de algenteelt groeit snel. Akkerbouwers, veehouders en glastuinders tonen interesse. Dit rapport bevat een uitwerking voor een praktijkproef op pilotschaal, en drie bijlagen. De praktijkproef van twee jaar gaat circa 1 miljoen euro kosten en levert kennis uit de praktijk op om afvalwater uit de glastuinbouw te zuiveren middels algen. Een samenwerkingsverband tussen tal van kleine algentelers in een afzetcoöperatie moet tot een betere marktpositie kunnen leiden. Bijlage 1 geeft een beschrijving van verschillende algensystemen en de verschillende types algen die op dit moment te kweken zijn. Chlorella en Arthrospira zijn de meest in aanmerking komende soorten om op drainwater uit de glastuinbouw te kweken. De

  10. Background information on labelling of electricity 2011; Achtergrondgegevens Stroometikettering 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bles, M.; Wielders, M.L.

    2012-02-15

    Since 1 January 2005 it has been mandatory in the Netherlands to specify the source of electricity supplied to consumers and for 2011 CE Delft again determined the Dutch electricity mix. This mix consisted of power generated from natural gas (47%), some of which derived from cogeneration plant (32%), some from pure power stations (15%), coal (15%), nuclear (4%), renewables (31%) and other (2%). The environmental impacts expressed in terms of CO2 emissions and radioactive waste are 300 g CO2/KWh and 0.0001 g nuclear waste/KWh [Dutch] Sinds 1 januari 2005 is etikettering van de herkomst van elektriciteit verplicht in Nederland. CE Delft heeft de mix vastgesteld van de elektriciteit die in Nederland in 2011 geleverd is. De Nederlandse leveringsmix bestaat uit elektriciteit opgewekt uit aardgas (47%), waarvan een deel met WKK (32%) en een deel zonder (15%), kolen (15%), kernenergie (4%), hernieuwbare bronnen (31%) en overige (2%). De milieuconsequenties uitgedrukt in termen van CO2 en radioactief afval zijn respectievelijk 300 g CO2/KWh en 0,0001 g kernafval/KWh.

  11. Extra training in greenhouse effect? Identification of starting points for intervention strategies aimed at CO2 reduction in school buildings; Bijscholen in broeikaseffect? Identificatie van aangrijpingspunten voor interventiestrategieen gericht op CO2-reductie in schoolgebouwen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Blaauw, K.; Groot, M.

    2003-07-01

    A survey was held among 550 Dutch institutes for primary, secondary, vocational and adult education to determine and analyze the decisive factors for energy conservation and CO2 reduction in school buildings in the Netherlands. [Dutch] In opdracht van Novem heeft CE een studie verricht naar aangrijpingspunten voor interventiestrategieen gericht op energiebesparing in schoolgebouwen. Aan de hand van een literatuurstudie, verschillende kwalitatieve interviews is als eerste getracht inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van het gebouwenvoorraad en het energieverbruik in gebouwen. Het blijkt dat ruim 50% van de voorraad in de PO en VO sector voor 1975 is gebouwd, waarbij weinig besparende bouwmaatregelen zijn getroffen en binnen circa 5 a 15 jaar wordt vervangen door nieuwbouw of grootschalig gerenoveerd wordt. In de BVE sector is op korte termijn veel nieuwbouw te verwachten. Vervolgens is aan de hand van een schriftelijke enquete onder 550 instellingen in het primair, voortgezet en beroeps- en volwassenenonderwijs bepaald wat de determinanten zijn van CO2 reductie door gebouw en procesmaatregelen. Op basis van 236 geretourneerde enquetes zijn de volgende conclusies te trekken: De grote variatie binnen de VO sector in professionaliteit, wijze van besluitvorming en de rollen van de verschillende actoren maakt het moeilijk eenduidige aangrijpingspunten te identificeren. De scholen zelf geven subsidieregelingen als verreweg de belangrijkste mogelijkheid om energiebesparing op scholen te stimuleren. Dat is niet verwonderlijk gezien het beperkte budget van scholen in het algemeen en met name voor dergelijke activiteiten. Het energiebedrijf wordt door de meeste scholen het belangrijkst gevonden voor informatie over energiebesparing gevolgd door externe adviseurs bij met name grotere scholen. De scholen gaven verder een grote voorkeur aan voor persoonlijke advisering boven andere vormen van informatievoorziening.

  12. Het "JeugdSynergiePlan", Meer effectiviteit voor verenigingen. : Bestand 1 = Rapport 37p;Bestand 2 = Artikel 4p;Bestand 3 = Bijlage 15p.

    NARCIS (Netherlands)

    drs Paul WA van Kempen

    2012-01-01

    Het JeugdSynergiePlan beschrijft de wijze waarop er bij verenigingen door een effectieve samenwerking tussen de verschillende stakeholders meer kan worden bereikt voor iedereen. De belangrijkste samenwerkende partijen (stakeholders) bestaan uit de leden, de ouders en vrijwilligers, de verenigingen,

  13. Corticosteroïdinjecties, fysiotherapie of een afwachtend beleid voor patiënten met een epicondylitis lateralis? Een gerandomiseerd onderzoek in de eerste lijn.

    NARCIS (Netherlands)

    Smidt, N.; Windt, D. van der; Assendelft, P.; Devillé, W.; Bouter, L.

    2004-01-01

    Doel: Vergelijking van de effecten van corticosteroïdinjecties, fysiotherapie en een afwachtend beleid voor een epicondylitis lateralis. Methoden: Patiëntenselectie vond plaats in 65 deelnemende huisartsenpraktijken. De belangrijkste insluitcriteria waren: minimaal 6 weken pijn aan de laterale zijde

  14. De beteekenis der persoonsnamen voor onze kennis van het leven en denken der oude babyloniërs en assyriërs

    NARCIS (Netherlands)

    Gemser, Berend

    1924-01-01

    a. Antiek Naamsbegrip. Als GOETHE in de Faust den hoofdpersoon, sprekende met Margarete in Marthe's tuin over God, zeggen laat: "Nenn es dann, wie du willst,.... Gefühl ist alles; Name is Schall und Rauch, umnebelnd Himmelsglut", dan is dit modern en niet antiek gevoeld. Voor den mensch van de

  15. Remoção de níquel(II de soluções aquosas pela biomassa Sargassum filipendula em múltiplos ciclos de sorção-dessorção - DOI: 10.4025/actascitechnol.v31i1.840

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Araceli Aparecida Seolatto

    2009-04-01

    Full Text Available Foi estudado o desempenho da alga marinha Sargassum filipendula na remoção de níquel de uma solução de concentração de 50 mg L-1 em pH 3,5, em colunas de leito fixo que operam em ciclos de adsorção/dessorção. Foram testados dois sistemas de eluição; o primeiro operou com a passagem direta e o segundo com a recirculação do eluente. Em seguida, foram realizados dez ciclos consecutivos de sorção-dessorção em duas colunas de leito fixo, uma regenerada com o eluente H2SO4 (0,1 M e outra com MgSO4/H2SO4 (pH 3, em sistema de recirculação do eluente. As etapas de sorção e dessorção foram realizadas em 30 e 2h, respectivamente, representando 20 dias de uso contínuo da biomassa. Foi observada alta quantidade recuperada de níquel nas etapas de eluição (aproximadamente 95%. Ao final do décimo ciclo, verificou-se que a alga Sargassum filipendula continuava apresentando valores elevados da capacidade de remoção de níquel da solução, mostrando-se como alternativa eficiente de tratamento de águas residuárias contendo metais. A regeneração da biomassa apresentou baixo custo, além de ter facilitado o processo de tratamento que dispensou trocas sucessivas da biomassa.

  16. A sustainable swimming pool, an example for society; Een duurzaam zwembad, een voorbeeld voor de samenleving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Klok, T. [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2009-11-15

    Swimming pools are public buildings. Generally, the local authorities are responsible for their housing. New constructions or renovations are usually based on high ambitions for environmental conservation, partly because no other building uses as much energy as a swimming pool. [Dutch] Een zwembad is een publiek gebouw. Meestal is de gemeentelijke overheid verantwoordelijk voor de huisvesting. Bij nieuwbouw of renovatie zijn de ambities met betrekking tot milieubesparing vaak hoog, mede omdat bijna geen enkel gebouw is zo energie-intensief als een zwembad.

  17. Estimativa da biomassa e do comprimento de raízes finas em Eucalyptus urophylla S.T. Blake no município de Santa Maria-RS

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Witschoreck Rudi

    2003-01-01

    Full Text Available O objetivo do presente trabalho foi estimar a biomassa e o comprimento de raízes finas (< 2 mm de diâmetro, em diferentes profundidades do solo, para a espécieEucalyptus urophylla S.T. Blake, com 10 anos de idade. O estudo foi realizado no município de Santa Maria-RS, no campus da Universidade Federal de Santa Maria. O talhão plantado com eucalipto tem 27 m de comprimento por 14 m de largura, em espaçamento 3 x 2 m. Foram amostrados quatro monolitos de 25 x 25 x 60 cm. Os monolitos foram divididos em seis perfis geométricos, nas profundidades de 0-10, 10-20, 20-30, 30-40, 40-50, 50-60 cm. A separação das raízes do solo foi por meio de um conjunto de duas peneiras (2 e 1 mm de malha e jatos d'água. Na determinação do comprimento de raízes foi utilizado o método de intersecção, produzindo fotos com o uso de scanner. Os resultados revelaram alta concentração das raízes finas nos primeiros 20 cm de solo. A biomassa total de raízes finas encontradas para o Eucalyptus urophylla foi de 1.451,6 kg/ha, devendo ser ressaltado que 57,9% estavam concentradas nos primeiros 20 cm de solo. Constatou-se que o comprimento total de raízes finas foi de 27.968,9 km/ha e que 64,3% destes estavam nos primeiros 20 cm de profundidade.

  18. A platform for sustainable energy. Planning a successful approach in your municipality; Draagvlak voor duurzame energie. Stappenplan voor een succesvolle aanpak in uw gemeente

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Feenstra, C.F.J. [FYnergy, Haarlem (Netherlands); Elsen, A.M.D. [Anne Elsen milieu-advies, Haarlem (Netherlands)

    2013-10-15

    Municipalities in the Netherlands need tips on how they can give proper support to initiators of energy projects in order to minimize resistance. On dealing with and reducing resistance to local energy projects much research has been done and literature published and experiences gained. Employees of municipalities can not study all this information and select what is useful for them. Therefore, this guide translates knowledge into a summary of action items and tips that they can implement immediately [Dutch] In de praktijk blijkt dat gemeenten behoefte hebben aan tips over hoe zij de juiste ondersteuning aan initiatiefnemers van energieprojecten kunnen geven om weerstand te beperken. Over de omgang met en het beperken van weerstand tegen lokale energieprojecten is veel onderzoek, literatuur en praktijkervaring beschikbaar. Medewerkers van gemeenten kunnen niet al deze informatie bestuderen en selecteren wat voor hen bruikbaar is. Daarom vertaalt deze wegwijzer de kennis in een beknopt overzicht van actiepunten en tips die zij direct kunnen uitvoeren.

  19. Electric transport in 20 questions. The starting guide for businesses; Elektrisch vervoer in 20 vragen. De startgids voor bedrijven

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-07-15

    This guide answers the 20 most important questions that entrepreneurs and businesses have about electric vehicles (EV), divided into seven main questions: What is it; Why should I go for it; Which electric vehicles are on the market; What are the costs; How and where can I recharge; How do I put EV into operation; What does the future looks like? The purpose of this guide is to provide a clear and reliable overview of the options for EV in order for entrepreneurs to ease the switch to electric vehicles [Dutch] Deze gids geeft antwoord op de 20 belangrijkste vragen die ondernemers en bedrijven hebben over elektrisch vervoer (EV), onderverdeeld in zeven hoofdvragen: Wat is het; Waarom zou ik er voor kiezen; Welke elektrische voertuigen zijn er op de markt; Wat zijn de kosten; Hoe en waar kan ik opladen; Hoe breng ik EV in de praktijk; Hoe ziet de toekomst eruit? Het doel van deze gids is om een helder en betrouwbaar overzicht te geven van de mogelijkheden van EV om daarmee de eventuele overstap naar een elektrisch voertuig voor ondernemers te vereenvoudigen.

  20. Onderzoek naar toepasbaarheid van Enzyme-Linked Immunosorbent Assay (ELISA) voor het bepalen van aflatoxinen in voedings- en voedermiddelen 1e interimrapport: Orientatie en taakstelling

    NARCIS (Netherlands)

    Egmond; H.P. van; Paulsch; W.E.; Sizoo; E.A.

    1987-01-01

    Immunochemische methoden van onderzoek voor het bepalen van mycotoxinen komen langzamerhand in de belangstelling te staan, vooral Enzyme-Linked Immunosorbent Assay (ELISA). Om een beeld te krijgen van de praktische en wetenschappelijke karakteristieken van ELISA's in het

  1. Initieole Behoeflebepaling GOLMen voor Opleiding Waarnemer in Fennek VWPN (Initial Training Needs Analysis for the RNLA Observer Equipped With Fennek VWRN)

    Science.gov (United States)

    2006-08-01

    Auteur (s) drs. A.S. Helsdingen Programmanummer Projectnummer 032.10190 Rubnicering rapport Ongerubriceerd Program ma planning Projectplanning Start 20-4...voorbereiding). Tabel 5 Taxonomie van type vaardigheden. Theorie Achtergrondkennis over de missies en do taken, randvoorwaarden, regels en procedures voor...manoeuvrelnablj Optreden achtergebied Targetting Theorie (systeemkennis) Uitvoeren ECM Waarnemingspost betrekken en in stand houden Uitbouwen BAA kop

  2. The soil in the bio-economy (Main report); De bodem in de bio-economie (Hoofdrapport)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.J.; Odegard, I.Y.R.; Bergsma, G.C. [CE Delft, Delft (Netherlands); Langeveld, J.W.A. [Biomass Research, Wageningen (Netherlands)

    2013-03-15

    ontwikkelen van de biobased economy. Nederland en de EU hebben de ambitie om toe te groeien naar een aandeel van 25 à 30% voor de periode 2030-2040. Het gaat dan om toepassing van biomassa in de energiesector (elektriciteit, warmte en gas), de transportsector (biodiesel en ethanol) en de chemie. In deze studie hebben we voor van 21 biomassatoepassingketens onderzocht wat de effecten zijn op het bodemorganische stofgehalte van bodems, de benodigde nutriënten (NPK), watergebruik, landgebruik, ecotoxiciteit en de klimaatbalans inclusief bodemeffecten. Hoofdresultaat van de analyse is dat de verschillen tussen de biomassatoepassingsketens heel groot zijn. Een aantal ketens hebben positieve effecten op de bodemorganische stofbalans, weinig nutriënten nodig en scoren goed op de klimaatbalans. Andere ketens hebben tot 10 maal meer inputs nodig om een zelfde bijdrage aan de biobased economy te leveren. Met name ketens waarbij nutriënten weer terug worden gevoerd naar de bodem, bijvoorbeeld ethanolproductie met terugvoer van de lignine fractie scoren relatief goed. Ook ethanol uit suikerriet scoort goed maar dan wel onder de voorwaarde dat bladeren en toppen niet verbrand worden maar achtergelaten worden op het veld. De ketens zijn ook gevat in een aantal complete scenario's om in Europa over te schakelen naar een 25% biobased economy. Ook daaruit blijkt dat variaties in de scenario's een groot effect hebben op de bodemkundige parameters. Op basis van deze analyse bevelen we aan de bodemkundige effecten van biobased ketens sterker mee te nemen in het biobased beleid bijvoorbeeld middels het preciezer opnemen van bodemkundige aspecten in duurzaamheidscriteria en subsidies. Het onderzoek is gevat in een Hoofdrapport en een Bijlagenrapport waarin de landbouwkundige aspecten precies worden beschreven.

  3. Agrocentre Amsterdam. Design for agroparks in harbor areas; Agrocentrum Amsterdam. Ontwerpen voor agroparken in havengebieden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Broeze, J. [Agrotechnology en Food Innovations, Wageningen UR, Wageningen (Netherlands); Van Steekelenburg, M.G.N.; Smeets, P.J.A.M. [Alterra, Wageningen UR, Wageningen (Netherlands)

    2006-05-15

    A number of concepts for an Agropark in the Port of Amsterdam is discussed. Several variants are developed that differ in scale and functional combinations. The core of the agrocenter is to set up an energy chain with pig farming, horticulture, animal feed production, manure processing and biogas production. Mushroom cultivation and fisheries are also options [Dutch] Een aantal ontwerpen voor een Agropark in de Amsterdamse Haven wordt besproken. Verschillende varianten worden uitgewerkt die verschillen in schaalgrootte en functiecombinaties. Kern van het agrocentrum is het opzetten van een energieketen met varkenshouderij, glastuinbouw, veevoerproductie, mestverwerking en biogasproductie. Ook champignonteelt en viskweek zijn opties.

  4. De betekenis van het openbaar groen voor bijen : notitie over de toepassing van stuifmeel- en nectarleverende planten in het openbaar groen ten behoeve van bijen

    NARCIS (Netherlands)

    Blitterswijk, van H.; Boer, de T.A.; Spijker, J.H.

    2009-01-01

    Overzicht van planten die nectar en stuifmeel leveren en die in openbaar groen (meer) toegepast kunnen worden. Onderzocht is ook in hoeverre drachtplanten voor bijen aandacht krijgen in het gemeentelijke groenbeheer. Middels literatuuronderzoek is in beeld gebracht welke informatie beschikbaar is

  5. Marketing research for energy from biomass in Europe; Marktverkenning voor energie uit biomassa in Europa

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rijpkema, B. [TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie TNO-MEP, Apeldoorn (Netherlands); Van den Berg, P.; Vanb Haren, P. [Biomass Technology Group BTG, Enschede (Netherlands)

    1997-07-01

    Insight is given into the European market for energy from biomass, including information on plant size, most promising technologies, etc. These potentials may offer opportunities for manufacturers of energy generating systems. A quick scan of 23 European countries has been carried out as phase 1 of this project, which resulted in data, presented in the following format: General introduction; Existing energy infrastructure and structure of the energy demand; Price of fossil fuels, electricity and heat; Available biomass quantities; Prices of biomass; Installed biomass plants; Policy and regulations. Based on that information an overall conclusion was drawn for each country`s biomass energy situation. In phase 2 a more detailed survey has been executed for Estonia, Germany, Poland and Spain. The results of both phases are presented in a separate English report. This report is the result of phase 3 in which the results of phase 1 and 2 are evaluated to assess the possibilities for Dutch manufacturers of biomass energy systems

  6. De niet-scrotale testis: huidige standpunten van de Werkgroep Kinderurologie van de Nederlandse Vereniging voor Urologie [Undescended testis: Current views and advice for treatment

    NARCIS (Netherlands)

    Hack, W.W.M.; Sijstermans, K.; Voort-Doedens, L.M. van der; Meijer, R.W.; Heij, H.A.; Delemarre-van de Waal, H.A.; Pierik, F.H.

    2008-01-01

    Eerder dit jaar verschenen in dit tijdschrift drie artikelen gewijd aan de niet-scrotale testis (NST).1-3 Ze hebben tot veel discussie geleid binnen de Werkgroep Kinderurologie (WGKU) van de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU), hetgeen resulteerde in dit commentaar. Vooral de artikelen van

  7. Advice on Sustainable Use of the Underground for Heat and Cold Storage; Advies Duurzaam Gebruik van de Bodem voor WKO

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Oomes, J.

    2009-09-15

    Insights and ideas are given and discussed with regard to sustainable use of soil and underground for heat and cold storage. Also attention is paid to the marginal conditions for the application of heat and cold storage [Dutch] Inzichten en ideeen worden gegeven en besproken over duurzaam gebruik van de bodem voor warmte- koudeopslag (WKO). Daarnaast worden ook de randvoorwaarden van WKO in kaart gebracht.

  8. Soil microbial biomass in organic farming system Biomassa microbiana do solo em sistemas orgânicos

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ademir Sérgio Ferreira de Araújo

    2010-11-01

    pelo processo de mineralização microbiana no solo. A construção de uma grande e ativa biomassa microbiana é um importante reservatório de nutrientes disponíveis. Dessa forma, isso é uma prioridade no sistema orgânico. Em sistemas orgânicos, há efeitos positivos da quantidade e da qualidade das fontes de carbono orgânico sobre a biomassa microbiana do solo. Nesse sentido, as práticas do sistema orgânico são extremamente importantes para o aumento da fertilidade do solo e para a manutenção da sustentabilidade ambiental.

  9. Biomass production of the aquatic macrophytes Eichhornia crassipes (water hyacinth and Egeria densa (egeria in organic fish farm effluent treatment system / Produção de biomassa das macrófitas aquáticas Eichhornia crassipes (aguapé e Egeria densa (egeria em sistema de tratamento de efluente de piscicultura orgânica

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Anderson Coldebella

    2008-08-01

    Full Text Available The objective of this research was to evaluate the production of biomass of the aquatic macrophytes water hyacinth (Eichhornia crassipes and egeria (Egeria densa in three hydraulic detention times in a organic pisciculture effluent treatment system. The system was composed for 18 experimental tanks of 2.00 x 1.00 x 0.65m length, width and depth respectively, coated with polypropylene canvas. An entirely randomized 2 macrophytes x 3 hydraulic detention times (HDT and 3 repetitions. The HDT used was 4, 8, and 12 hours. The biomass production was evaluated at the end of the experiment which was extended at 08/07 to 19/08/2006. The water hyacinth showed the best results of biomass production (P0.05. For egeria the treatment that presented the best production of biomass was reached which TDH of 12 hours, being of 0.10 kg.m-2, followed for the HDT of 8 and 4 hours, not differing between the HDT (P>0.05. One concludes that the water hyacinth produced higher biomass than egeria in all of the HDT evaluated.O presente trabalho teve por o objetivo avaliar a produção de biomassa das macrófitas aquáticas aguapé (Eichhornia crassipes e egeria (Egeria densa em um sistema de tratamento de efluente de piscicultura orgânica, sob 3 condições de tempo de detenção hidráulica. O sistema foi composto por 18 tanques experimentais de 2,00 x 1,00 x 0,65 m de comprimento, largura e profundidade, respectivamente, revestidos com lona de polipropileno. O delineamento foi inteiramente casualizado, com 2 macrófitas, 3 tempos de detenção hidráulica (TDH e 3 repetições. Os TDH utilizados foram de 4, 8 e 12 horas. O sistema foi operado de 08/07 a 19/08/2006. A produção de biomassa foi avaliada ao final do experimento. O aguapé apresentou os melhores resultados de produção de biomassa (P0,05. Para a egeria o tratamento que apresentou a melhor produção de biomassa foi no TDH de 12 horas, sendo de 0,10 kg.m- 2, seguido pelos TDH de 8 e 4 horas, não diferindo

  10. Special compressor technology for a new generation of heat pumps for domestic applications. Free piston technology with zero-oil torsion drive; Speciale compressortechnologie voor een nieuwe generatie warmtepompen voor huishoudelijke toepassingen. Vrijezuigertechnologie met olieloze torsie-aandrijving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wissink, E.B. [TNO, Apeldoorn (Netherlands)

    2013-02-15

    To meet the increasing demand for small high efficient domestic heat pumps with a good total cost of ownership performance, a next generation of heat pumps is required. This article is dealing with the development of a new compressor technology for domestic heat pumps. After identification of the main losses in mechanical driven low capacity heat pump cycles, it became clear that a concept with a (semi-)free piston compressor has the potency to improve the efficiency significantly. An evaluation showed that none of the existing free-piston designs meets essential requirements like low internal friction, small size integrated electromotor and hermetic design suitable for all refrigerants, including ammonia. Therefore TNO designed a complete new free piston compressor making use of the following two design philosophies: balancing mechanical forces by using symmetry and reducing motor size by use of transmission ratio based on elastic deformation and the peak shaving effect of the energy contents (kinetic and elastic) of the compressor running in a natural frequency mode. This paper describes the background, the design steps and the final design of the new torsion compressor technology [Dutch] Om aan de toenemende vraag naar kleine hoog-efficiente warmtepompen voor woningverwarming met een lage exploitatiekostprijs te voldoen, is een nieuwe generatie warmtepompen vereist. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van een nieuwe compressortechnologie voor huishoudelijke warmtepompen. Na het onderzoeken van de belangrijkste verliezen in mechanisch aangedreven warmtepompsystemen met een klein verwarmingsvermogen werd duidelijk dat een concept met een (semi-)vrijezuigercompressor de potentie heeft om de efficientie aanzienlijk te verbeteren.

  11. Space between the lines in the productivity of biomass and grains in genotypes of pearl milletEspaçamento entre linhas na produtividade de biomassa e de grãos em genótipos de milheto pérola

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    José Barbosa Duarte Júnior

    2011-07-01

    Full Text Available The objective of this study was to evaluate the influence of spacing between lines in yeld of biomass and grain cultivars in common and IPA-BULK 1 pearl millet. The experiment was installed at the Experimental Farm of Unioeste, located on Guará Line, Marechal Cândido Rondon – PR city. The experimental design was randomized blocks in factorial scheme 2x4, with four replications. In the treatments were used two genotypes (Usual IPA and BULK-1, conducted at four spacings (20, 40, 60 e 80cm in plots of 12m2. It was used as seeding rate of 25 kg ha-1 seeds for all treatments. Sowing was done manually on October 10, 2008. We evaluated the productivity of biomass and grain, and the spacing significantly influenced the production of biomass. It was observed that the biomass decreased with increasing the spacing between lines. The spacing of 20cm between rows was the, on average, increased production of green mass and dry mass at the stage of grain paste with 50.84 ton ha-1 and 17.60 ton ha-1 respectively. There was a significant interaction between the factors cultivar and spacing for the production of dry matter in the physiological maturity and grain production. In general, the cultivars has high yield of biomass and grain, so it can be grown in the region of Marechal Cândido Rondon – PR, it is an important alternative for the soil cover in tillage system and also as the power source of animals feeding.O objetivo deste trabalho foi avaliar a influência do espaçamento entre linhas no rendimento de biomassa e de grãos de milheto pérola. O experimento foi instalado na Fazenda Experimental da Unioeste, situada na Linha Guará, município de Marechal Cândido Rondon – PR. O delineamento experimental utilizado foi o de blocos ao acaso, em esquema fatorial 2x4, com quatro repetições. Nos tratamentos utilizou-se de dois genótipos (Comum e IPA-BULK 1, conduzidos em quatro espaçamentos (20, 40, 60 e 80cm em parcelas de 12m2. Utilizou-se como

  12. De capability approach als normatief-evaluatief kader voor sociale interventies: Kwalitatief onderzoek in India met inzichten voor de Vlaamse en Nederlandse praktijk

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Laura van Raemdonck

    2017-03-01

    Full Text Available De capability approach als normatief-evaluatief kader voor sociale interventies: Kwalitatief onderzoek in India met inzichten voor de Vlaamse en Nederlandse praktijkIn deze kwalitatief-empirische casestudy wordt de Capability Approach (CA gehanteerd voor het evalueren van sociale interventies van de Indiase NGO Women Helpline ten opzichte van partnergerelateerd seksueel misbruik. Er werden 12 diepte-interviews en één groepsgesprek afgenomen met medewerkers van Women Helpline en slachtoffers van seksueel misbruik. Daarnaast werden twee semigestructureerde focusgroepen met tien mannelijke en tien vrouwelijke studenten georganiseerd. De analyse bracht een opvallende empowerment-paradox aan het licht tussen “well-being freedom” en “agency freedom”. Die paradox benadrukt de invloed van subjectieve en structurele factoren op de realisatie van welzijn. We besluiten dat wanneer de CA wordt ingezet als evaluatief kader voor sociale interventies het belangrijk is om bij onsuccesvolle interventies te kijken naar de externe invloeden die het individu beperken in zijn/haar agency freedom of de keuzes die hij/zij maakt ter realisatie van een waardig leven. Zo blijkt dat sommige vrouwen berusten in of zelfs kiezen voor een gewelddadige of objectief ongunstige partnerrelatie, ook na interventies en bewustmaken van hun mogelijkheden (verhoging well-being freedom, omdat deze vrouwen willen voldoen aan de patriarchale waarden in de samenleving. Ten slotte is de transfer van de resultaten naar de Nederlands-Vlaamse Eigen Kracht methodiek en algemene sociaal werk praktijk een belangrijke betrachting van het artikel. Utilizing the Capability Approach as a normative-evaluative framework for social interventions: Qualitative research in India with insights for social work practice in the Netherlands and Flanders The Capability Approach is a broad normative framework used to evaluate individual wellbeing, the development of a country, and gender inequalities

  13. Ecologische effecten van het bestemmingsplan Birkhoven-Noord : beschrijving van de ecologische gevolgen voor vleermuizen en een toets van deze effecten aan de EU-Habitatrichtlijn en Natuurbeschermingswet

    NARCIS (Netherlands)

    Koolstra, B.J.H.; Verboom, B.; Dirksen, J.

    2001-01-01

    De gemeente Amersfoort heeft het bestemmingsplan Birkhoven-Noord in ontwikkeling. In het ontwerp-bestemmingsplan voor Birkhoven-Noord wordt de visie van de gemeente Amersfoort over de toekomstige inrichting en het toekomstig gebruik van het plangebied beschreven. Het voorkomen van vleermuizen in

  14. Experience 2030. Four scenarios for the energy sector; Beleef 2030. 4 toekomstscenario's voor de energiewereld

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Aarts, P.; Breunesse, L.; Duijm, K.; Van Empel, F.; Van Erp, J.; Van Huffelen, A.; Veenstra, J.; Visser, H.; Sicking, C.; Bloemendaal, R. (eds.)

    2003-07-01

    In four days several experts in the field of energy participated in a brainstorm session to discuss the future and the consequences for our energy supply and demand, energy sources and technology. In this book four scenarios are presented: (1) Voluntary Simplicity, characterized by austerity and solidarity; (2) Hyper Individualism, characterized by competitive activities for as much prosperity as possible; (3) Haves and Have-nots, based on geopolitical instability and a strong technological development, resulting even beyond a wider gap between rich and poor; and (4) Tribal Society, dominated by fear, distrust and less prosperity. [Dutch] In 4 dagen is hebben energie-experts deelgenomen aan een 'brainstorm' sessie om te discussieren over de toekomst en de gevolgen daarvan voor de energievoorziening, vraag naar energie, energiebronnen en energietechnologieen. In dit boek worden 4 scenario's gepresenteerd: (1) Vrijwillige Eenvoud, gekarakteriseerd door geopolitieke stabiliteit en een geremde technologische ontwikkeling waarin mensen kiezen voor soberheid en solidariteit; (2) Hyper Individualisme, waarin individuen met eigen bedrijfjes en veel technische mogelijkheden wedijveren om een zo groot mogelijk deel van de welvaart; (3) Haves en Have-nots, waarin geopolitieke instabiliteit en een sterke technologische ontwikkeling leiden tot een tweedeling in de samenleving die verder gaat dan alleen maar een kloof tussen arm en rijk; and (4) Tribal Society, een grimmig scenario, dat wordt gedomineerd door angst, wantrouwen en een slinkende welvaart, als gevolg van een lage technologische ontwikkeling en geopolitieke instabiliteit.

  15. Risico’s van introductie van exotische plantensoorten, in het bijzonder uit het geslacht Ambrosia L., via import van zaden voor met name veevoer en vogelvoer

    NARCIS (Netherlands)

    Denderen, van Daniël P.D.; Tamis, Wil L.M.; Valkenburg, van Johan L.C.H.

    2010-01-01

    Import van landbouwproducten, in het bijzonder zaden, zijn een belangrijke bron voor de introductie van exotische plantensoorten. In dit artikel wordt ingegaan op twee studies naar het voorkomen van exotische planten, in het bijzonder uit het geslacht Ambrosia, in geïmporteerde partijen zaden. Met

  16. Central heating pipes cause unwanted heating; CV-leidingen zorgen voor ongewenste opwarming

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wessels, R. [biq-stadsontwerp, Rotterdam (Netherlands); Nuijten, O. [ISSO, Rotterdam (Netherlands)

    2011-12-15

    Research has shown that the risk of hot spots in the drinking water pipes is very high. Hot spots are, for example, caused by central heating pipes that are too close to the water pipes. The water pipes may be 25 C for a long period, thus creating the risk of legionella growth. The various disciplines need to be careful in the design stage and building stage to prevent such situations from occurring. [Dutch] Onderzoek heeft uitgewezen dat het risico op 'hotspots' in de drinkwaterleidingen erg groot is. Hotspots worden bijvoorbeeld veroorzaakt door cv-leidingen die te dicht in de buurt van waterleidingen lopen. Die waterleidingen kunnen dan langdurig warmer zijn dan 25C en daardoor gevaar opleveren voor legionellagroei. Het vereist zorg van meerdere disciplines in de ontwerpfase en de bouwfase om deze situaties te vermijden.

  17. Microbial biomass and activity in litter during the initial development of pure and mixed plantations of Eucalyptus grandis and Acacia mangium Biomassa e atividade microbiana da serapilheira durante o desenvolvimento inicial de plantios puros e mistos de Eucalyptus grandis e Acacia mangium

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Daniel Bini

    2013-02-01

    effective nutrient cycling in mixed plantations in the long term, greater stimulation of microbial activity in litter and soil, and a more sustainable system in general.A serapilheira é, muitas vezes, um compartimento negligenciado para avaliação e melhor entendimento do comportamento da atividade e biomassa microbiana em plantios florestais. Quase sempre, em estudos dessa natureza, os autores tentam encontrar explicações para o padrão de desenvolvimento de plantas e microrganismos, por meio da avaliação dos nutrientes minerais no solo. Entretanto, considerando-se a dinâmica de disponibilização desses nutrientes, a hipótese é que provavelmente ocorra maior relação entre o crescimento de plantas florestais e da atividade microbiana com os nutrientes presentes na serapilheira. Este estudo teve como objetivo avaliar a atividade e biomassa microbiana e o número mais provável de fungos e bactérias totais cultiváveis do solo e da serapilheira, numa segunda rotação de plantios puros e mistos de Eucalyptus grandis e Acacia mangium, manejados em cultivo mínimo, antes e após a deposição de folhas senescentes. Esses atributos foram relacionados com os teores totais de C, N, P e teor de lignina e polifenóis da serapilheira e C, N e P do solo. Antes da deposição de folhas senescentes, o C da biomassa microbiana da serapilheira foi 46 % maior que a biomassa microbiana do solo nos plantios de E. grandis. Após a deposição foliar, essa diferença diminuiu para 16 %. No entanto, o C da biomassa microbiana da serapilheira no plantio puro de A. mangium foi menor que qualquer um desses valores. Já o N da biomassa microbiana da serapilheira apresentou-se com grande potencial para estocar esse nutriente, sendo, em média, 94 % maior que o N da biomassa microbiana do solo nas duas épocas e em todos os plantios. Houve maior atividade microbiana na serapilheira que no solo. Além disso, o plantio misto e a monocultura de E. grandis com N apresentaram maior atividade

  18. The innovation system for the Dutch greenhouse sector in 2020; Het innovatiesysteem voor de glastuinbouw in 2020

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Alkemade, F.; Hekkert, M.; Farla, J. [Universiteit Utrecht, Copernicus Instituut, Innovatiewetenschappen, Utrecht (Netherlands)

    2010-12-15

    welke veranderingen in het innovatiesysteem rond de glastuinbouw nodig zijn om op de langere termijn een vitale sector te waarborgen. De leidende onderzoeksvraag van dit rapport is dan ook: Hoe ziet een goed functionerend innovatiesysteem van de Nederlandse glastuinbouwsector in 2020 er uit?. Er is gekeken naar de ontwikkelingsfase van de glastuinbouwsector en de huidige richting van innoveren binnen de sector. Uit de analyse blijkt dat het huidige innovatiesysteem in de glastuinbouwsector vooral is gericht op procesinnovaties, andere innovatiestrategieen worden nauwelijks gefaciliteerd. Twee andere innovatiestrategieen die belangrijk zijn in de volwassen fase van ontwikkeling zijn (1) het starten van een nieuwe levenscyclus door productinnovatie en (2) het realiseren van hogere marges door productdifferentiatie op basis van marketing innovaties. De eerstgenoemde strategie is een zogenaamde niche strategie en kan slechts succesvoL gevolgd worden door een klein deel van de ondernemers. Het stimuleren van dit type innovatief gedrag kan het best gebeuren door de opbouw van een nieuw innovatiesysteem dat zich onttrekt aan de bestaande instituties en structuren. Bij goed functioneren zal dit nieuwe innovatiesysteem bijdragen aan een cultuurverandering in de volledige glastuinbouwsector. In tegenstelling tot de eerste strategie is de tweede strategie geschikt voor de hele glastuinbouwsector en biedt een manier om van concurrentie op kosten richting concurrentie op productkarakteristieken te verschuiven, zowel internationaal als binnen de Nederlandse glastuinbouwsector. Hoewel lastig, kan deze strategie gerealiseerd worden door aanpassing van het huidige innovatiesysteem. Voor een vitale sector zal procesinnovatie altijd belangrijk blijven. Bij zowel strategie 1 als strategie 2 zal de zoekrichting voor procesinnovatie mede bepaald worden door de gekozen strategie voor product of marketinginnovatie. Daarnaast is het bij beide strategieen belangrijk dat de afstand van de

  19. Pengaruh macam limbah organik dan pengenceran terhadap produksi biogas dari bahan biomassa limbah peternakan ayam

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    SUNARTO

    2012-05-01

    Full Text Available Pamungkas GS, Sutarno, Mahajoeno E. 2012. Pengaruh macam limbah organik dan pengenceran terhadap produksi biogas dari bahan biomassa limbah peternakan ayam. Bioteknologi 9: 18-25. Kelangkaan bahan bakar merupakan masalah penting saat ini, sehingga diperlukan berbagai alternative sumbernya. Dengan sistem biodigester anaerob, limbah peternakan ayam dengan penambahan limbah organik lain dapat menghasilkan biogas, sebagai sumber energi terbarukan (renewable energy. Tujuan penelitian ini adalah (i menguji produksi biogas dari pencerna anaerob limbah peternakan ayam dengan perlakuan pengenceran, dan penambahan berbagai substrat sampah organik skala laboratorium, (ii mengetahui produksi biogas dari pencerna anaerob sistem curah limbah peternakan ayam dengan frekuensi agitasi berbeda pada skala semi pilot. Penelitian dilakukan dua tahap yaitu penelitian skala laboratorium dan skala semi pilot. Rancangan percobaan menggunakan pola Rancangan Acak Lengkap (RAL yang terdiri dari 2 faktor yaitu, rasio pengenceran, dan penambahan substrat. Hasil dari produksi biogas terbaik direkomendasikan pada penelitian skala semi pilot sistem curah. Perlakuan dalam tahapan semi pilot dengan interval waktu pengadukan, yaitu 4 jam/hari dan 8 jam/hari. Produksi biogas tertinggi diperoleh dari penyampuran kotoran ayam dengan eceng gondok pengenceran 1:1 sebesar 0,60 L dalam 6 minggu dan efisiensi perombakan COD, TSS, VS adalah 63,80%; 14,79%; 75,14%. Pada sekala semi pilot sistem curah dengan frekuensi pengadukan 8 jam/hari, diperoleh hasil biogas tertinggi sebesar 624,99 L dalam 6 minggu.

  20. Climatic change and tourism. Survey of potential consequences for tourism in the Netherlands; Klimaatverandering en toerisme. Inventarisatie potentiele gevolgen voor Nederlands toerisme

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Amelung, B. [International Centre for Integrative Studies, Maastricht University, Maastricht (Netherlands)

    2002-03-01

    A description is given of a project in which an integrated analysis will be given of the possible consequences of climatic change for natural systems, economical sectors, land use, health and recreation in the Netherlands. [Dutch] Dit project beoogt een geintegreerde analyse te geven van de mogelijke consequenties van klimaatverandering voor natuurlijke systemen, economische sectoren, landgebruik, gezondheid en recreatie in Nederland.