Knopkroos (Lemna turionifera Landolt) nieuw voor Nederland

NARCIS (Netherlands)

Wolff, Peter; Bruinsma, John

2005-01-01

Lemna turionifera, een continentale en subatlatische soort, wordt sinds 1992 ook in Nederland waargenomen. Knopkroos kan worden onderscheiden van L. minor door zijn roodachtige kleur, de vorming van echte turionen, en door dunnere, kleinere, meer symmetrische schijfjes met een onopvallende apicale

Een onderzoek naar het voorkomen van mutagene en/of carcinogene verbindingen in organische concentraten van Nederlands drinkwater alsmede naar de effecten van diverse zuiveringsstappen op de mutagene activiteit

NARCIS (Netherlands)

Kool HJ; van Kreijl CF; Hrubec J; van Oers JAM; Persad S

1987-01-01

In drinkwater, bereid uit oppervlaktewater en grondwater werd in veel gevallen mutagene activiteit aangetoond. Duinfiltratie en actiefkool filtratie verwijderen de mutagene activiteit. Chloring verhoogt die activiteit aanzienlijk, chloordioxide in concentraties kleiner dan 1 mg/l C10-2 leidt tot

Het rendement van de detectiemethode voor Cryptosporidium en Giardia in water

NARCIS (Netherlands)

Schets FM; Medema GJ; Schijven JF; MGB

2004-01-01

Nederlandse waterleidingbedrijven zijn verplicht om te berekenen of als gevolg van consumptie van drinkwater infectie met Cryptosporidium of Giardia kan optreden. De kans hierop moet kleiner dan een infectie per 10000 personen per jaar zijn. De berekening (risicoanalyse) wordt gebaseerd op de

Aardappelopbrengst meten met beeldverwerking kan

NARCIS (Netherlands)

Molema, G.J.; Hofstee, J.W.

2003-01-01

Voordeel van precisielandbouw is dat binnen een perceel kleinere eenheden kunnen worden onderscheiden die allen een optimale behandeling kunnen krijgen. Zo kan de efficiency worden verhoogd. Bij aardappelteelt is het belangrijk om inzicht te hebben in o.a. opbrengst, maatsortering en tarra. Deze

Big Data For Big Companies - opinie

NARCIS (Netherlands)

Ploos van Amstel, W.

2013-01-01

Bepalen Mercedes Benz European Transport Services, Google Supply Chain Services en Deutsche Bank Logistics straks het wereldwijde speelveld voor logistiek dienstverleners? Walther Ploos van Amstel (o.a. VU Amsterdam) vraagt zich hardop af of de kleinere en middelgrote ondernemers nog wel mee mogen

E-Business your business; over de effectiviteit van E-Commerce

NARCIS (Netherlands)

drs Boudewijn Raessens

2003-01-01

2e ed. Internet heeft in korte tijd een enorme invloed gekregen op onze samenleving. E-mail is in vijf jaar uitgegroeid tot een intensief gebruikt communicatiemiddel. De algemene trend op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) is dat technologie kleiner, sneller, slimmer,

Een stuifmeelvervangingsmiddel van, voor en door de imker : PPO-Bijen

NARCIS (Netherlands)

Steen, van der J.J.M.

2005-01-01

Bijen hebben een eiwit nodig en halen dit uit stuifmeel. Eiwitgebrek heeft negatieve consequenties voor de individuele bij en voor het bijenvolk. In kassen en tijdens bepaalde perioden in agrarische gebieden treedt vaak eiwitgebrek op. Dit is te zien aan een kleiner broednest vanwege verminderde

Effects of a brief school-based media literacy intervention on digital media use in adolescents: cluster randomized controlled trial.

Science.gov (United States)

Walther, Birte; Hanewinkel, Reiner; Morgenstern, Matthis

2014-09-01

The aim of this study was to evaluate the effects of a four-session school-based media literacy curriculum on adolescent computer gaming and Internet use behavior. The study comprised a cluster randomized controlled trial with three assessments (baseline, posttest, and 12-month follow-up). At baseline, a total of 2,303 sixth and seventh grade adolescents from 27 secondary schools were assessed. Of these, 1,843 (80%) could be reached at all three assessments (Mage=12.0 years; SD=0.83). Students of the intervention group received the media literacy program Vernetzte www.Welten ("Connected www.Worlds ") implemented by trained teachers during class time. The control group attended regular class. Main outcome measures were adolescents' computer gaming and Internet use: days per month, hours per day, and addictive use patterns. Parental media monitoring and rules at home were assessed as secondary outcomes. Results of multilevel growth-curve models revealed a significant intervention effect in terms of a lower increase in self-reported gaming frequency (β = -1.10 [95% CI -2.06, -0.13]), gaming time (β = -0.27 [95% CI -0.40, -0.14]), and proportion of excessive gamers (AOR=0.21 [95% CI 0.08, 0.57]) in the intervention group. There were also significant group-time interactions for the addictive gaming scale (β=-0.08 [95% CI -0.12, -0.04]), and the Internet Addiction Scale (β = -0.06 [95% CI -0.10, -0.01]). No effect was found for days and hours of Internet use or parental media behavior. The study shows that the program Vernetzte www.Welten can influence adolescents' media use behavior. Future research should address mediating and moderating variables of program effects.

Auf dem Weg zu einer ‹vernetzenden› Profession. Theoretisch-konzeptionelle Überlegungen zum Selbstverständnis der Medienpädagogik

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Kai-Uwe Hugger

2017-06-01

Full Text Available In die Professionalisierungsdebatte der erziehungswissenschaftlichen Disziplin gehört auch die Auseinandersetzung mit dem Selbstverständnis der Medienpädagogik bzw. des Medienpädagogen. Die Medienpädagogische Professionalisierungsdiskussion stellt daher für den Autor gleichzeitig die Basis für einen Klärungsversuch einer medienpädagogischen Identität dar. Er beschreibt und analysiert Professionalisierungsstrategien aufgrund von vier Konzepten medienpädagogischer Professionalität: der beschützend-wertevermittelnde, der gesellschaftskritisch-wissenschaftszentrierte, der bildungstechnologisch-opitimierende und der vernetzte Medienpädagoge. Über den Begriff der Medienkompetenz nach Baacke stellt er zentrale Eckpunkte einer Struktur medienpädagogischen Handelns auf. (DIPF/Orig..

Directory of Manufacturing Research Centers

Science.gov (United States)

1989-06-01

Martin W. 51 Graff, Karl 176 Dornfeld, David 88 Gray, James 76 Doty, Keith 119 Gray, Vic 6 Driels, Morris 142 Green Jr., Robert E. 51 Drury , Colin 39...Buffalo Dr. Colin Drury , Executive Director Mr. Brian Kleiner, Administrative Director Technical areas include cost analysis, strategic planning

Grote Hotels in Amsterdam

NARCIS (Netherlands)

Vermeer, G.

2014-01-01

De reiziger die Amsterdam binnenkomt via het Centraal Station ziet rechts van het Damrak meteen een beknopte geschiedenis van de hotelbouw in Amsterdam. Op de hoek, om twee kleinere huisjes heen, staat het oudste deel van het Victoriahotel (nu Victoria Plaza Hotel), dat in 1890 zijn deuren opende.

DIE BEPERKING VAN MULTIOVULASIES IN KARAKOELOOIE NA ...

African Journals Online (AJOL)

Die geboorte van meer as 2 lammers per ooi is egter ongewens in die Karakoelbedryf aangesien dit aanleiding gee tot kleiner pelse veral wanneer voedingstoestande nie opti- maal is nie. In stoetteling is selfs tweelinge nie gewens nie, aangesien die ware fenotipiese waarde van die lammers nie in tweelinge te voorskyn ...

Definition and coding of surface catchment areas: problems and solutions; Ausgrenzung und Verschluesselung oberirdischer Einzugsgebiete: Probleme und Loesungsansaetze

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wolff, A.; Mehl, D. [biota - Institut fuer Oekologische Forschung und Planung GmbH, Guestrow (Germany); Klitzsch, S. [Landesamt fuer Umwelt, Naturschutz und Geologie Mecklenburg-Vorpommern, Guestrow (Germany). Abt. Wasser und Boden

2000-12-01

Due to certain hydrographic situations there are some difficulties in application of the LAWA-directive 'Coding of catchment areas and streams'. In this paper, solutions are shown by means of examples from the federal state of Mecklenburg-Pomerania. Priorities of streams influenced by lakes and the Baltic Sea, branched and linked streams, urban streams and catchment areas without surface run-off were discussed. (orig.) [German] Die Anwendung der LAWA-Richtlinie zur Gebietsbezeichnung und Verschluesselung von Fliessgewaessern stoesst bei Vorliegen bestimmter hydrographischer Konstellationen auf Schwierigkeiten. Anhand von Fallbeispielen aus Mecklenburg-Vorpommern werden Loesungswege zur entsprechenden Problembehandlung aufgezeigt. Wesentliche Schwerpunkte sind daher durchflossene Seen, verzweigte und vernetzte Fliessgewaesser, Fliessgewaesser im staedtischen Bereich, die Problematik der Binnenentwaesserungsgebiete sowie Gewaesser im Ostseerueckstau. (orig.)

Voltage quality in auxillary networks; Spannungsqualitaet in Eigenbedarfsnetzen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Blume, D.; Langer, M. [TEAM GmbH, Herten (Germany)

2002-07-01

In auxiliary networks electrical consumers of most different classifications are operated next to each other. Apart from large drives, like for example the boiler pumps, a set of drives with medium to small power consumption is operated. Beyond that one finds a number of consumers within the area of administration, workshops and laboratories, which are to be assigned to the area of computer engineering, measuring instruments and the communications. The application of the rectifier technique leads to the fact that the power proportion that affects absorbing the propagation of harmonics becomes ever smaller. (orig.) [German] In Eigenbedarfsnetzen werden elektrische Verbraucher unterschiedlichster Klassifizierungen nebeneinander betrieben. Neben grossen Antrieben, wie zum Beispiel Kesselspeisewasserpumpen, werden eine Reihe von Antrieben mit mittlerer bis kleiner Leistung betrieben. Darueber hinaus findet man eine Vielzahl von Verbrauchern im Bereich der Verwaltung, der Werkstaetten und Laboratorien, die dem Bereich der Computertechnik, den Messgeraeten und der Kommunikationstechnik zuzuordnen sind. Der Einsatz der Stromrichtertechnik fuehrt dazu, dass der Leistungsanteil, der sich daempfend auf die Ausbreitung von Oberschwingungen auswirkt, immer kleiner wird. (orig.)

Low-capacity wind power systems. Technology, legal aspects, economic efficiency; Kleine Windenergieanlagen. Technik - Recht - Wirtschaftlichkeit

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Eggersgluess, Walter [Landwirtschaftskammer Schleswig-Holstein, Rendsburg (Germany); Eckel, Henning; Hartmann, Stefan [Kuratorium fuer Technik und Bauwesen in der Landwirtschaft e.V. (KTBL), Darmstadt (Germany)

2012-07-01

In what conditions will investments in a low-capacity wind power plant be profitable? This leaflet intends to provide a decision aid for farmers and other land owners interested in thes subject. It outlines the technology of low-capacity wind power systems, goes into site selection, expected yields and legal boundary conditions. The most important economic data are defined, and the economic efficiency of wind power plants of 7.5 to 25 kW is discussed. The text is supplemented by useful internet links. [German] Unter welchen Bedingungen rechnet sich die Investition in eine kleine Windenergieanlage? Das Heft hilft Landwirten sowie allen anderen investitionswilligen Grundstueckseigentuemern fuer sich Antworten auf diese Fragen zu finden und die richtigen Entscheidungen zu treffen. Es gibt einen Ueberblick ueber die Technik kleiner Windenergieanlagen, beschreibt was den richtigen Standort auszeichnet, mit welchen Energieertraegen gerechnet werden kann und welchen rechtlichen Rahmenbedingungen Bau und Betrieb der Anlagen unterliegen. Die wichtigsten wirtschaftlichen Kenngroessen werden definiert und die Wirtschaftlichkeit kleiner Windenergieanlagen anhand von Beispielanlagen im Leistungsbereich von 7,5 bis 25 kW diskutiert. Nuetzliche Internetadressen zum Thema Windenergie runden das Informationsangebot ab.

SA _T

African Journals Online (AJOL)

staat gestel om missiele met 'n veel groter akku- raatheid te bou wat dus met kleiner en minder knalkoppe die verlangde skade aan 'n teiken kon aanrig. Die Amerikaners het waarskynlik daarop ge- reken om die voorsprong te behou, maar dit blyk nou dalk 'n ydele hoop te wees. Sedert 1972 het die Russe die ontwikkeling ...

Organisationsprobleme im Ökomarketing

OpenAIRE

Dienel, Wolfram

2000-01-01

Organisationsprobleme im Ökomarketing - eine transaktionskostentheoretische Analyse im Absatzkanal konventioneller Lebensmittelhandel Die im Vergleich zum großen Nachfragepotential zögerliche Entwicklung des Ökomarkts in Deutschland ist auf Organisationsprobleme zurückzuführen. Die Organisationsprobleme behindern insbesondere die großskalige Ökomarkterschließung über die konventionellen Supermarktketten, erschweren aber auch die Effizienzsteigerung im kleiner strukturierten alternativen N...

Ergebnisse einer empirischen Untersuchung zur Klangfarbenwahmehmung von Vorschulkindern mit einem Klangmemory

OpenAIRE

Schellberg, Gabriele

1998-01-01

Im Unterschied zu anderen Bereichen der musikalischen Wahrnehmung gibt es zur Klangfarbenwahmehmung nur wenige Untersuchungen. Ein Grund dafür dürfte in den methodischen Schwierigkeiten liegen, die insbesondere bei der Untersuchung kleiner Kinder auftreten. Ein Klangfarbentest für Vorschulkinder existiert bislang nicht. Daher wurde nach mehreren Voruntersuchungen ein „Klangfarben-Memory“ als Methode entwickelt und bei Vorschulkindern eingesetzt. Die Ergebnisse dieser empirischen Studie werden...

Altautoverwertung zwischen Staat und Markt: Bedingungen und Potentiale zur Modernisierung von Lagerhaltung und Marketing gebrauchter Autoteile

OpenAIRE

Lucas, Rainer

2000-01-01

Das Arbeitspapier diskutiert vor dem Hintergrund veränderter gesetzlicher Rahmen-und Wettbewerbsbedingungen in der Autoverwertung Ziele und Maßnahmen zurStärkung kleiner und mittelständischer Verwertungsbetriebe. Der Bereich GebrauchteAutoteile wird im Rahmen eines regionalen Fallbeispiels einer tiefergehenden Analyseunterzogen. Hieraus werden Vorschläge zur regionalen Netzwerkbildung innerhalb derBranche und neue Dienstleistungsperspektiven abgeleitet. Ein wesentliches Koope-rationsfeld ist ...

Operator ordering and causality

OpenAIRE

Plimak, L. I.; Stenholm, S. T.

2011-01-01

It is shown that causality violations [M. de Haan, Physica 132A, 375, 397 (1985)], emerging when the conventional definition of the time-normal operator ordering [P.L.Kelley and W.H.Kleiner, Phys.Rev. 136, A316 (1964)] is taken outside the rotating wave approximation, disappear when the amended definition [L.P. and S.S., Annals of Physics, 323, 1989 (2008)] of this ordering is used.

Energiewende 4.0 - Chancen, Erfolgsfaktoren, Herausforderungen, Barrieren für Stadtwerke und Verteilnetzbetreiber

Science.gov (United States)

Rieger, Volker; Weber, Sven

Energiewende und Digitalisierung transformieren die Energiewirtschaft in noch nicht da gewesenem Maße. Durch den Wandel des linearen, vertikalen Geschäftsmodells in ein horizontales und vernetztes entstehen neue Geschäftsmodelle, in die vermehrt neue Anbieter aus anderen Branchen und Start-ups eintreten. Auf Basis langjähriger Beratungserfahrung erläutern die Autoren die zukünftige Geschäftslogik der Energiewelt 4.0. Anhand von Beispielen aus anderen Branchen zeigen sie dabei wesentliche Handlungsfelder speziell für regionale Energieunternehmen auf. Um in der neuen Energiewelt relevant zu bleiben, müssen Energieversorger ihre Kunden in den Fokus rücken, sich für Partnerschaften öffnen, in die Leistungsfähigkeit ihrer Infrastruktur investieren und v. a. einen Kulturwandel hin zu mehr Agilität und Offenheit vollführen.

Opportunities for smaller engineering companies despite globalization. Chancen kleiner Ingenieurbueros trotz Globalisierung

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Lorentzen, P. (IPL Ingenieurbuero Peter Lorentzen, Frankfurt am Main (Germany))

1999-06-01

The trend to size is escalating into gigantism. The biggest in the branch merge to become the oversized. In view of this situation, the question which arises is what are the survival chances of the smaller players Will they all drop out of the running The answer to this question does not only concern the future order books of smaller companies, but in conjunction therewith and predominately the social security of employees, type and scope of assignments as well as the competitive situation and the consequences of all these on remuneration. (orig.)

"In allen guten Buchhandlungen ist zu haben". Buchwerbung in Deutschland im 17. und 18. Jahrhundert

OpenAIRE

Hauke, Marie-Kristin

2005-01-01

Der Buchhandel entwickelte im Laufe des 17. und 18. Jahrhunderts zahlreiche Hilfsmittel zur Absatzförderung, auf die er als Produzent des „Massenartikels“ Buch angewiesen war und die ihn zum Vorreiter der modernen Wirtschaftswerbung machten. Ausgangsbasis dafür waren die im 16. Jahrhundert entstandenen Werbemittel Buchtitel, Titelblatt und Katalog, die durch die Buchanzeigen in verschiedenen Werbeträgern (Zeitung, Zeitschrift, Intelligenzblatt, Buch) sowie einige kleinere Formen (Handzettel, ...

Das Problem der Ethnogenese im antiken Griechenland

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Welwei Karl-Wilhelm

2011-01-01

Full Text Available Sprachwissenschaftliche Untersuchungen lassen darauf schließen, dass die historischen Dialekte der alten Hellenen erst auf griechischem Boden um und nach 1000 v. Chr. entstanden sind. Bei den frühen Zuwanderern kann es sich nur um kleinere Verbände gehandelt haben, so daß zweifelllos keine großen „Stämme“ nach Griechenland vorgedrungen sind, wie man in der älteren Forschung angenommen hat. In Griechenland haben die Zuwanderer die Suffixe -ss und -nth oder -nd nicht erst kennengelernt, sondern zumindest zum Teil schon mitgebracht und vermutlich im 3. Jahrtausend v. Chr. die allmähliche Entwicklung des späteren Griechischen eingeleitet. Impulse für die Entwicklung der materiellen Kultur gingen um 1700 v. Chr. von Kreta aus und beeinflussten in starkem Maße die mykenische Zeit mit ihren Palastsystemen, deren Zusammenbruch um 1200 v. Chr. aber nicht schon zum Ende der mykenischen Kultur führte, wenn auch die Linear B-Schrift nicht mehr benutzt wurde und die Infrastrukturen der Machtzentren zusammenbrachen. Dies war zugleich die Voraussetzung für die Bildung kleinerer Siedlungen mit neuen Führungssystemen und Sozialstrukturen sowie mit einem jeweils eigenen Identitätsbewußtsein.

Technische analyse houtskeletbouw: aanzet, horizontale en verticale stabiliteit, funderingsvoordelen en EPB

OpenAIRE

Kilic, Oguz; Kilic, Cengizhan

2014-01-01

In drie delen wordt in deze thesis enerzijds de lezer meer informatie verschaft over de methodes en manieren van funderingsaanzet van houtskeletbouw en anderzijds ook een idee gegeven van de impact van het kleiner eigengewicht van deze constructie. Hiertoe worden in deel 1 de mogelijke manieren en materialen van het aanzetten van HSB elementen besproken. Dit wordt gedaan aan de hand van wrijvingsproeven, uittrekproeven en berekeningen. Ook wordt gecontroleerd of de bouwknopen EPB-aanvaard zij...

A High Strain-Rate Investigation of a Zr-Based Bulk Metallic Glass and an HTPB Polymer Composite

Science.gov (United States)

2011-03-01

The second order partial differential equation, 2 2 2 0 02 2 2 0 0 1 , where Eu u c x c t        , (2.1) governs the displacement, u, due...Liquidmetal, Inc. These plates were determined to be fully amorphous based on differential scanning calorimetry and X-ray diffraction in previous...Cambridge University Press, Cambridge, UK. 50 9. Pochhammer L. (1876) Uber Fortplanzungsgeschwindigkeiten kleiner Schwingungen in einem

HISTORIAS DE APRENDIZAJE: UNA HERRAMIENTA PARA EL DESARROLLO ORGANIZACIONAL

OpenAIRE

Ana Cristina Marín Fernández; María Isabel Velasco de Lloreda

2001-01-01

El presente artículo parte de una reflexión acerca de la importancia del aprendizaje al interior de las organizaciones en función de su desarrollo organizacional. Presenta una reseña de la metodología de historias de aprendizaje desarrollada por los profesores Art Kleiner y George Roth, en el Center for Organizational Learning y el Reflection Learning Associates de MIT, como una herramienta de tipo administrativo, utilizada para promover el aprendizaje y el...

Die Romeinse nastrewing van onsterflikheid deur middel van memoria

Directory of Open Access Journals (Sweden)

D. R. Fouché

1985-05-01

Full Text Available Benewens die omvangryke en nasionale manifestasies van die oorspronklike onsterflikheidsgedagte in die Romeinse gemeenskap, vind ons by die Romein op kleiner skaal in groepe of indiwidueel ’n strewe na onsterflikheid langs die weg van memoria. Soos aangetoon sal word, verskil die pogings van die verskillende groepe radikaal van mekaar, hoewel die strewe en einddoel dieselfde bly, naamlik om deur die daarstelling van memoria op die gebied van woord of daad onsterflikheid te bekom.

Optionen für eine vernetzte interdisziplinäre Prävention am Beispiel berufsbedingter Hautkrankheiten

Directory of Open Access Journals (Sweden)

John, Swen Malte

2008-06-01

Full Text Available Occupational dermatoses (OD have topped the list of occupational diseases in Germany for years. Presently, approximately 16,000 new OD cases are officially reported to public statutory employers’ liability insurance bodies, each year. The disease burden is high not only for individuals but also for society as a whole. Estimated annual economic costs in Germany due to sick-leave and lack of productivity due to OD are more than 1.5 billion euros. Thus, in recent years, various pilot initiatives aiming to improve prevention of occupational skin diseases (of various degrees of severity have been developed and recently evaluated in Osnabrück. These activities have been funded by statutory employers’ liability insurance schemes. Concepts underpinning these initiatives include multidisciplinary skin protection teaching programs for various high-risk professions, which turned out to be pivotal for the success of these projects. A corollary of this work is a nationwide multi-step intervention approach currently implemented by the public statutory insurance system. This approach offers quick preventive help for all levels of severity of OD. These nation-wide activities are accompanied by a national Prevention Campaign: Skin 2007/2008 (Figure 1 (Fig. 1, which focuses mainly on primary prevention. Despite the high prevalence of OD and its poor prognosis, little is known about the molecular mechanisms underlying individual susceptibility to develop chronic irritant dermatitis. Skin irritation tests are thus far of only limited value. Presently, our institution, in collaboration with Amsterdam universities, focuses on immunogenetic risk factors potentially involved in individual susceptibility to OD in order to improve pre-employment counseling and predictive skin testing. For early secondary prevention, the so-called dermatologist’s procedure was recently up-dated in order to provide more rapid dermatological consultation. Additionally, combined outpatient dermatological and educational intervention seminars (secondary individual prevention, SIP are offered to affected employees. We recently demonstrated the sustainability of the SIP approach in hairdressing for periods of up to 10 years. For those cases of OD, in which the abovementioned outpatient prevention measures are not sufficiently successful, specific interdisciplinary inpatient prevention measures have been developed (tertiary individual prevention, or TIP. TIP represents the ultima ratio within the hierarchical prevention concept of the Osnabrück Model. TIP comprises 2–3 weeks of inpatient dermatological diagnostics and treatment as well as intensive health-related pedagogic and psychological counseling. Subsequent to this, 3 consecutive weeks of outpatient treatment are given by a local dermatologist. Each patient remains on sick-leave for a total of 6 weeks to allow full barrier recovery. A total of 764 out of 1164 (66% TIP patients treated in our university, followed-up regularly by a local dermatologist for up to 1 year, were successful in remaining in their respective (risk- professions as assessed by questionnaire 1 year after discharge. Recently obtained SIP and TIP data reveal that there are reliable, evidence-based options for multidisciplinary prevention and patient management of OD, using a combined approach by a network of clinics, practices and statutory social insurance bodies. A multicentre study, which aims to further standardize TIP and evaluate sustainability of prevention in more depth (3-year dermatological follow-up of 1000 OD patients is currently being conducted in Germany.

Energy-economical optimization of industrial sites; Energiewirtschaftliche Optimierung von Industriestandorten

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Berthold, A.; Saliba, S.; Franke, R. [ABB AG, Mannheim (Germany)

2015-07-01

The holistic optimization of an industrial estate networks all electrical components of a location and combines energy trading, energy management and production processes. This allows to minimize the energy consumption from the supply network and to relieve the power grid and to maximize the profitability of the industrial self-generation. By analyzing the potential is detected and the cost of optimization solution is estimated. The generation-side optimization is supported through demand-side optimization (demand response). Through a real-time optimization the of Use of fuels is managed, controlled and optimized. [German] Die ganzheitliche Optimierung einer industriellen Liegenschaft vernetzt alle elektrischen Komponenten eines Standorts und verbindet Energiehandel, Energiemanagement und Produktionsprozesse. Dadurch kann der Energiebezug aus dem Versorgungsnetz minimiert und das Stromnetz entlastet werden, sowie die Profitabilitaet der industriellen Eigenerzeugung maximiert werden. Durch eine Analyse wird das Potential ermittelt und die Kosten der Optimierungsloesung abgeschaetzt. Die erzeugungsseitige Optimierung wird durch die nachfrageseitige Optimierung (Demand Response) gestuetzt. Durch eine Echtzeitoptimierung wird der Einsatz der Energietraeger verwaltet, gesteuert und optimiert.

Scattering of plane waves by rough surfaces in the sense of Born approximation

OpenAIRE

Arnold, Thomas

2014-01-01

Das Thema dieser Arbeit ist die Streuung elektromagnetischer ebener Wellen an rauen Oberflächen, also an ebenen Oberflächen mit glatten und beschränkten Störungen. Darüber hinaus wird ein kleiner Kontrast der Materialkonstanten zwischen dem Deckmaterial und dem Material unter der rauen Oberfläche angenommen. Unter diesen Voraussetzungen wird ein Fernfeld-Formel für das gestreute Feld mit Hilfe von Born-Approximation und Fourier-Techniken hergeleitet. Dieser Ansatz basiert auf einer Modifikati...

Passacaglia van J.S. Bach en Das Passagen-Werk van Walter Benjamin - literêre montage as mosaïekwerk in Memorandum. 'n Verhaal met skilderye (2006)

OpenAIRE

van Vuuren, Helize

2014-01-01

Van Niekerk se Memorandum-narratief is 'n gedenkskrif vir die elegies-realistiese skilder, Adriaan van Zyl, wat in September 2006 sterf - soos Walter Benjamin in sy laat veertigs en insgelyks met sy kunstenaarsloopbaan onderbreek. Van Niekerk stel in Memorandum vir haarself 'n uitdagende taak (soos Wiid dit formuleer aan die begin van "Memorandum 3"): om Bach se Passacaglia en fuga in C Mineur (BWV 582) (± 1715) te "vertaal" in prosa en om 'n kleiner, Afrikaanse weergawe van Benjamin se Das P...

Measurement and modelling of bed shear induced by solitary waves

Digital Repository Service at National Institute of Oceanography (India)

JayaKumar, S.

kleiner reibung. Z. Math. Phys., 56: 1- 37. Burbidge, D. and Cummins, P., 2007. Assessing the threat to western australia from tsunami generated by earthquakes along the sunda arc. Natural Hazards, 43(3): 319-331. Christian, J.T., Taylor, P.K., Yen, J....E. and Bernard, E.N., 2006. Tsunami science before and beyond boxing day 2004. Philosophical Transactions - A Math Physics Engineering Science, 364(1845): 2231-2265. Tadepalli, S. and Synolakis, C.E., 1994. The run-up of n-waves on sloping beaches...

Two energy-efficient alternatives; Zwei energieeffiziente Alternativen. Solaranlagen und Blockheizkraftwerke im Vergleich

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmalschlaeger, T. [Stadtwerke Muenchen GmbH (Germany). Energieservice; Heiser, G.

1998-10-01

The potential of solar systems and cogeneration systems for heat supply to large-size domestic buildings was compared in a dissertation at Munich Technical University. [Deutsch] Solaranlagen und Blockheizkraftwerke (BHKW) sind anerkannte Moeglichkeiten, um Energie einzusparen und die Umwelt zu schonen. Waehrend gasmotorische Kleinblockheizkraftwerke meist im Gewerbe Einsatz finden, stellen heizungsunterstuetzende Solaranlagen bisher eine sinnvolle Ergaenzung von Heizzentralen kleiner Wohngebaeude dar. In einer Diplomarbeit, entstanden an der Fachhochschule Muenchen in Zusammenarbeit mit dem Energieservice der Stadtwerke Muenchen, wurden beide Waermeerzeugungsmoeglichkeiten zur Versorgung grosser Wohngebaeude miteinander verglichen. (orig.)

HISTORIAS DE APRENDIZAJE: UNA HERRAMIENTA PARA EL DESARROLLO ORGANIZACIONAL

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Ana Cristina Marín Fernández

2001-01-01

Full Text Available El presente artículo parte de una reflexión acerca de la importancia del aprendizaje al interior de las organizaciones en función de su desarrollo organizacional. Presenta una reseña de la metodología de historias de aprendizaje desarrollada por los profesores Art Kleiner y George Roth, en el Center for Organizational Learning y el Reflection Learning Associates de MIT, como una herramienta de tipo administrativo, utilizada para promover el aprendizaje y el desarrollo organizacional.

Kiezbezogene Proteste für Bibliotheken 2007-2008. Eine Interview-Collage

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Tom Schweers

2008-04-01

Full Text Available Die in diesem Text zusammengefassten Interviews mit drei Aktiven, welche sich in verschiedenen Initiativen in Berlin für kleinere Bibliotheken eingesetzt hatten, bieten Einblicke in die grundsätzlichen Annahmen über gesellschaftliche und politischeEntwicklungen und die Aufgaben von Bibliotheken, welche dieses Engagement motivierten. Gleichzeitig dokumentieren sie die sehr unterschiedlich verlaufenden Proteste aus der Sicht der Beteiligten. Für die bibliothekarische Debatte interessant sind zudem dieimpliziten und expliziten Anforderungen, die von den drei Engagierten an Bibliothekenformuliert werden. Sie konkretisieren selten thematisierte gesellschaftlicheAufgabenzuschreibungen an Stadtteilbibliotheken.

Das Usutu-Virus als Ursache von Massensterben bei Amseln Turdus merula und anderen Vogelarten in Europa: Erfahrungen aus fünf Ausbrüchen zwischen 2001 und 2011

OpenAIRE

Bosch, Stefan; Schmidt-Chanasit, Jonas; Fiedler, Wolfgang

2012-01-01

Das Usutu-Virus (USUV) ist ein durch Stechmücken der Gattung Culex übertragenes Flavivirus. Es wurde wahrscheinlich durch Zugvögel oder Stechmücken nach Europa eingeschleppt und hat sich inzwischen dauerhaft in der einheimischen Stechmücken-und Vogelfauna etabliert. Seit seinem Erstnachweis 2001 in Österreich hat das USUV fünf größere Ausbrüche mit USUV-assoziierten Vogelsterben, vor allem unter Amseln und in Volieren gehaltenen Eulen, sowie vermutlich kleinere Ausbrüche ohne augenfälliges Vo...

Sachanalyse Globalisierung

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Eberhard Jung

2002-07-01

Full Text Available Der Terminus Globalisierung bildet einen schillernden Begriff im Spannungsverhältnis von Hoffnungen und Ängsten. Die Hoffnungen beziehen sich auf die Verbesserungen wirtschaftlicher, politischer und sozialer Zustände, die Ängste auf deren Verschlechterung. Die mit dem Begriff Globalisierung umschriebenen Strukturveränderungen und Modernisierungsprozesse stellen zwar kein grundsätzlich neues Phänomen dar. Doch haben die technischen Innovationen im Bereich der Informationstechnologien sowie politische Deregulierungsentscheidungen der Internationalisierung weltweit vernetzter wirtschaftlicher und finanztechnischer Aktivitäten eine neue Qualität verliehen.Zur Ausbildung (wirtschafts-politischer Urteilsfähigkeit bei den Schülerinnen und Schülern ist vor diesem Hintergrund eine differenzierte unterrichtliche Auseinandersetzung mit den unterschiedlichen Facetten der Globalisierung vonnöten. Neben den dezidiert wirtschaftlichen Implikationen des Lerngegenstandes Globalisierung muss dabei auch dessen politische Dimension adäquat Berücksichtigung finden. Das Konzept der "global governance" zur Rückgewinnung politischer Steuerungsfähigkeit unter den Bedingungen der Globalisierung kann hier für globales Lernen richtungsweisend werden.

Serum immunoglobulin levels predict fibrosis in patients with non-alcoholic fatty liver disease.

Science.gov (United States)

McPherson, Stuart; Henderson, Elsbeth; Burt, Alastair D; Day, Christopher P; Anstee, Quentin M

2014-05-01

A third of the population are estimated to have NAFLD of varying severity. Serum immunoglobulins are frequently elevated in patients with chronic liver disease, but little is known about serum immunoglobulin levels in patients with NAFLD. Aim of this study was to evaluate serum immunoglobulin levels (IgA, IgG, and IgM) in a large cohort of patients with biopsy-proven NAFLD and determine if immunoglobulin levels are associated with clinical or histological features. Patients seen in a tertiary fatty liver clinic between 1999 and 2009 were included. Liver biopsies were assessed using the Kleiner score. Immunoglobulin levels and other blood tests were taken at time of biopsy. 285 patients (110 simple steatosis and 175 NASH) had serum immunoglobulins measured within 6months of liver biopsy. 130 (46%) patients had elevated (>1× upper limit of normal) serum IgA levels, 28 (10%) patients had elevated IgG and 22 (8%) raised IgM. Serum IgA levels were elevated more frequently in patients with NASH compared with subjects with simple steatosis (55% vs. 31%, pliver fibrosis (Kleiner stage 3-4). There was a significant positive association between serum IgA levels and the stage of fibrosis (pfibrosis following multivariate analysis. A model constructed from these independent predictors accurately predicted advanced fibrosis (AUROC 0.87). The serum IgA level was frequently elevated in patients with NAFLD and was an independent predictor of advanced fibrosis. Copyright © 2014 European Association for the Study of the Liver. Published by Elsevier B.V. All rights reserved.

Fragmentierungsarten von Nierensteinen unter extrakorporaler Stoßwellenlithotripsie: eine multivariate Analyse

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Aeberli D

1999-01-01

Full Text Available Das primäre Ziel dieser retrospektiven Studie war die Evaluation von routinemäßig anwendbaren Kriterien, welche die Fragmentierung von Nierensteinen unter extrakorporaler Stoßwellenlithotripsie (ESWL voraussagen können. Die Serie umfaßte 202 konsekutive Patienten (121 Männer, 81 Frauen mit einem medianen Alter von 48 Jahren (19-81 Jahre, die an der Urologischen Universitätsklinik Bern mit dem originalen Dornier HM-3 behandelt wurden. Einschlußkriterien waren Einzelsteine von 10-30 mm Größe mit Lage im Nierenbeckenkelchsystem. Die Steine wurden im Abdomen-Leerbild nach ihrer Lage, Größe, Form, Dichte (im Vergleich zur 12. Rippe, Struktur und Oberfläche beurteilt. Weiter wurden Alter, Geschlecht und Body-Mass-Index des Patienten berücksichtigt. Die Desintegration wurde am 1. Tag nach ESWL mittels Abdomen-Leerbild dokumentiert. Zielwert der Analyse war die binäre Variable steinfrei versus Restfragmente, gegen die alle präoperativen Parameter mittels multivariater logistischer Regression getestet wurden. Die Erfolgsrate betrug 95,5 %; 42 Patienten (20,8 % waren steinfrei und 151 Patienten (74,7 % hatten sog. klinisch insignifikante Restfragmente (5 mm oder kleiner. Von den Männern waren 14,9 %, von den Frauen 29,6 % steinfrei (p = 0,01. Alle anderen Parameter erreichten keine statistische Signifikanz, möglicherweise aufgrund zu kleiner Subgruppen (fehlende statistische Macht. Die Desintegrationsrate des HM-3 für Nierensteine ist insgesamt ausgezeichnet, bei Frauen noch besser als bei Männern. Gerade wegen dieser hohen Erfolgsrate wären größere Patientenzahlen notwendig, um eventuelle Unterschiede zwischen den präinterventionellen Parametern definieren zu können.

Heat from harbor to city; Warmte van haven naar stad

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Roggen, M. (ed.)

2004-09-01

The Rotterdam harbor area is perfect for an industrial heat distribution network. Numerous major heat producers and many potential consumers of all sizes group together in this industrial area. The new Heat Company ('Warmtebedrijf') is making a detailed business plan to build a heat distribution system. [Dutch] Als er een regio is waar een industrieel warmtenet voor de hand ligt, is het het Rotterdamse havengebied wel. Tal van grote warmteproducenten en een woud aan kleinere en grotere afnemers zijn praktisch buren. Om handen en voeten te geven aan dit op papier mooie idee, stelt het kersverse Warmtebedrijf io een gedetailleerd businessplan op.

Multifunctional camping building full of sustainable technology. All installations controlled through the internet; Multifunctioneel kampeergebouw vol duurzame techniek. Alle installaties zijn via internet te beheren

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schoemaker, E.

2011-06-15

A fully integrated, computerized control system is not just suitable for large companies; it can also be realized by smaller organizations as part of their sustainability policy. Eventually, the investment can result in a significant saving. This article discussed the example of scouting and camping site St. Walrick in Overasselt (the Netherlands) [Dutch] Een volledig geintegreerd, computergestuurd beheersysteem is niet alleen geschikt voor grote bedrijven. Het is ook bereikbaar voor kleinere organisaties en past vaak heel goed in hun duurzaamheidbeleid. Uiteindelijk kan de investering een behoorlijke besparing opleveren. In dit artikel wordt het voorbeeld van scouting- en kampeerterrein St. Walrick in Overasselt (Gelderland) besproken.

Firewall systems for protection of data communication in power stations; Firewall-Systeme zum Schutz der Datenkommunikation in Kraftwerken

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schoenfeld, P [Siemens AG KWU (Germany)

1999-12-31

Networking of power plant computer systems is becoming increasingly common. Furthermore, instrumentation and control systems are being connected with general power plant networks to make process information available to administrative personnel. This increases the risk of accidental or intentional access from outside the system (e.g. by hackers). Firewall systems are used to prevent such outside access. A firewall is the sole gateway between two networks which are to be kept separate, and is used to filter and control access to the protected network. Cryptography and personal chip cards are also used to provide additional protection. (orig.) [Deutsch] Rechnersysteme im Kraftwerk werden heute mehr und mehr vernetzt. Auch werden Rechnersysteme zum Messen, Steuern und Regeln (sogenannte Instrumentation and Control Systems) mit allgemeinen Kraftwerksnetzen verbunden, um Prozessinformationen auch in der Verwaltung zugaenglich zu machen. Damit waechst die Gefahr von zufaelligen oder beabsichtigten Eingriffen von aussen (z.B. Hacker). Zum Schutz vor solchen Eingriffen von aussen werden sogenannte Firewall-Systeme eingesetzt. Ein Firewall ist der alleinige Uebergang zwischen zwei zu trennenden Netzen und dient zur Filterung und Kontrolle der Zugriffe auf ein zu schuetzendes Netz. Ergaenzende Schutzmassnahmen sind der Einsatz kryptographischer Verfahren, sowie persoenlicher Chipkarten. (orig.)

Firewall systems for protection of data communication in power stations; Firewall-Systeme zum Schutz der Datenkommunikation in Kraftwerken

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schoenfeld, P. [Siemens AG KWU (Germany)

1998-12-31

Networking of power plant computer systems is becoming increasingly common. Furthermore, instrumentation and control systems are being connected with general power plant networks to make process information available to administrative personnel. This increases the risk of accidental or intentional access from outside the system (e.g. by hackers). Firewall systems are used to prevent such outside access. A firewall is the sole gateway between two networks which are to be kept separate, and is used to filter and control access to the protected network. Cryptography and personal chip cards are also used to provide additional protection. (orig.) [Deutsch] Rechnersysteme im Kraftwerk werden heute mehr und mehr vernetzt. Auch werden Rechnersysteme zum Messen, Steuern und Regeln (sogenannte Instrumentation and Control Systems) mit allgemeinen Kraftwerksnetzen verbunden, um Prozessinformationen auch in der Verwaltung zugaenglich zu machen. Damit waechst die Gefahr von zufaelligen oder beabsichtigten Eingriffen von aussen (z.B. Hacker). Zum Schutz vor solchen Eingriffen von aussen werden sogenannte Firewall-Systeme eingesetzt. Ein Firewall ist der alleinige Uebergang zwischen zwei zu trennenden Netzen und dient zur Filterung und Kontrolle der Zugriffe auf ein zu schuetzendes Netz. Ergaenzende Schutzmassnahmen sind der Einsatz kryptographischer Verfahren, sowie persoenlicher Chipkarten. (orig.)

Improvement of the cubic box. Energy efficient drying in a demi-layer system; Verbetering kuubskist. Energie-efficient drogen in een half-laagssysteem

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands); Sapounas, A. [WUR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands); De Wit, P. [N.J.J. de Wit en Zn, Nord Lommerse, Anna Paulowna]), Bisschops, B. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

2010-11-15

Based on previous tests, the design of an alternative cubic box was improved by means of CFD modelling. The results: a more even distribution of air across the boxes, shorter start-up stage of the drying process, lower resistance across the boxes and thus a higher flow rate, quick-dry 30% more quickly, smaller risk of diseases, 17% gas saving and 34% electricity saving [Dutch] Op basis van eerdere testen is het ontwerp van een alternatieve kuubskist d.m.v. CFD-modellering verbeterd. De resultaten zijn: Gelijkmatiger luchtverdeling over de kisten, kortere opstartfase van het droogproces, lagere weerstand en daardoor hoger debiet, 30% eerder sneldroog, kans op ziektes kleiner, 17% op gas en 34% op elektra bespaard.

Customer loyalty in the liberalized electricity supply industry; Kundenbindung im liberalisierten Stromversorgungsmarkt

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Skerst, B. von [sample QM Gesellschaft fuer Qualitaetsmanagement mbH, Moelln (Germany)

1999-03-22

Especially smaller energy suppliers are not yet sufficiently prepared for the competition in the liberalized German electricity market. Aside a remarkable improvement of their cost position they have to better adjust to the wishes and needs of their customers. The reliable assessment and satisfaction of these customer needs requires systematic customer loyalty management - and that not only for large business customers. (orig.) [Deutsch] Vor allem kleinere Energieversorger sind auf den Wettbewerb im liberalisierten deutschen Strommarkt bisher nicht ausreichend vorbereitet. Neben einer deutlichen Verbesserung ihrer Kostenposition muessen sie sich mehr auf die Wuensche und Beduerfnisse ihrer Kunden einstellen. Die zuverlaessige Ermittlung und Befriedigung dieser Kundenbeduerfnisse erfordert systematisches Kundenbindungsmanagement - und das nicht nur bei grossen Geschaeftskunden. (orig.)

In vivo measurement of Pb-210 in the skull for retrospective assessment of exposure to radon; Die in-vivo Messung von Pb-210 im Schaedel zur retrospektiven Bestimmung von Radon-Expositionen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Doerfel, H. [Forschungszentrum Karlsruhe GmbH (Germany). Hauptabteilung Sicherheit/Dosimetrie

1997-12-01

The study shows that the new HPGe detectors with a larger surface are significantly better in terms of results and performance than the Phoswich detectors hitherto used for in vivo measurement of Pb-210 in the human skull. The experimental evaluations indicate that smaller HPGe detectors likewise are better than the Phoswich detectors, but some additional studies are required for final evaluation of these instruments. (orig./CB) [Deutsch] Die Untersuchungen haben gezeigt, dass die neuen grossflaechigen HPGe-Detektoren wesentlich besser zur in-vivo Messung von Pb-210 im Skelett geeignet sind als die bisher eingesetzten Phoswich-Detektoren. Auch kleinere HPGe-Detektoren sind offenbar besser geeignet als Phoswich-Detektoren, allerdings sind hier noch einige ergaenzende Untersuchungen erforderlich. (orig./SR)

Cytosolic fatty acid-binding proteins: subjects and tools in metabolic research

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Binas, B. [Max Delbrueck Center for Molecular Medicine, Berlin-Buch (Germany)

1998-12-31

Fatty acid-binding proteins (FABPs) are major targets for specific binding of fatty acids in vivo. They constitute a widely expressed family of genetically related, small cytosolic proteins which very likely mediate intracellular transport of free long chain fatty acids. Genetic inhibition of FABP expression in vivo should therefore provide a useful tool to investigate and engineer fatty acid metabolism. (orig.) [Deutsch] Fettsaeurebindungsproteine (FABPs) sind wichtige Bindungsstellen fuer Fettsaeuren in vivo; sie bilden eine breit exprimierte Familie genetisch verwandter kleiner Zytosoleiweisse, die sehr wahrscheinlich den intrazellulaeren Transport unveresterter langkettiger Fettsaeuren vermitteln. Die genetische Hemmung der FABP-Expanssion in vivo bietet sich deshalb als Werkzeug zur Erforschung und gezielten Veraenderung des Fettsaeurestoffwechsels an. (orig.)

Smaller, lighter, brighter. New lamp for the mining industry; Kleiner, leichter, heller. Neuartiges Geleucht fuer den Bergbau

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kiessler, M. [KSE-Lights GmbH, Hagen (Germany)

2007-12-17

The new cap lamp KS-7700 constitutes a new milestone in the development of lighting technology underground after almost 100 years. Not only the type of battery technology was basically improved. Selection of the illuminant also conforms to the latest state of the art. The combination of lithium ion technology with its clearly higher energy store density and the current-saving and high-intensity LED technology as illuminant ensures better and brighter lighting with simultaneous clear weight reduction. The absence of a cable and a separate battery case offers further ergonomic and safety advantages. The new lamp technology over conventional technology also from the operational point of view. The only disadvantage is the continued lack of acceptance in some areas of the mining industry, although it does not appear justified from the organisational or technical point of view. (orig.)

"Neu lernen ist leichter als umlernen". Über die Schwierigkeiten einer bildungsgewohnten Gruppe, neue (mediale Partizipationsformen aufzubauen

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Anna-Maria Kamin

2011-10-01

Full Text Available Das Internet bietet Lernenden vielfältige Möglichkeiten zur Wissensorganisation und -kommunikation in formalen und informellen Bildungskontexten. Bislang nutzen selbst bildungsaffine erwachsene Lerner diese unterstützenden Potenziale des Internets vielfach nur zurückhaltend. Dieser zögerliche Gebrauch zeigt sich auch dann, wenn die Implementierung virtuell vernetzter Applikationen in der Planung von den Lernenden von den Akteuren prinzipiell gefordert und begrüsst wird. Im Zentrum unseres Beitrags stehen mögliche Gründe und Bedingungen für diese vermeintlichen Widerstände und Problematiken bei der Integration des Partizipationsraums Internet für berufliche Lernprozesse. Grundlage für die Diskussion sind die Praxiserfahrungen und empirischen Ergebnisse einer explorativen Fall­studie mit einem ethisch beratenden Gremium. Die bisherige Bilanz des Projektvor­habens unterstreicht die Notwendigkeit, in diesem Kontext theoretische Konzepte zu Lernwiderständen, generationsspezifischen Aspekten, zur Mediendidaktik und zu Lerngewohnheiten und Transfer zu diskutieren. Die Ergebnisse belegen, dass digitale Lern- und Arbeitsformen unmittelbar an eingeschliffene Lernroutinen gebunden sind. Lernende benötigen Zeit, Raum, Anlässe und Struktur, um Handlungs- und Lernroutinen aufzubrechen und neue zu entwickeln. Nur so können digitale Partizipationsmöglichkeiten erfolgreich in den Arbeitsalltag integriert werden.

The first installation of the WindWall in the Netherlands; Eerste WindWall in Nederland geplaatst

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ten Bolscher, G.H.; Vander Heide, H. [DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

2004-02-01

This article is the first in a series of four on the experiment with the WindWall, a wind turbine on the roof of a school building in Zwolle, Netherlands. The experiment started September 5, 2003. [Dutch] Door diverse marktpartijen worden momenteel kleinere, voor de gebouwde omgeving geschikte windturbines ontwikkeld, die de negatieve eigenschappen van grote windturbines (waarschijnlijk) niet hebben. Hierbij gaat het om eigenschappen als geluidsbelasting, beschaduwing, zichtbare aanwezigheid en visuele vervuiling van het vrije landschap. Op 11 juli 2003 is de eerste WindWall, een 'liggende' windturbine, geplaatst op het dak van het Deltion college in Zwolle in het kader van een praktijkexperiment, dat gesubsidieerd wordt door de Provincie Overijssel. Op 5 september 2003 is het systeern officieel in gebruik genomen.

Die invloed van sekere possleutelfaktore op werksprestasie

Directory of Open Access Journals (Sweden)

G. Van Der M. Sieberhagen

1976-11-01

Full Text Available The relationship between 6 job "core dimensions" (variety, autonomy, task-identity, feedback, dealing with others and friendship opportunities and the total work performance of 93 employees was investigated. No significant correlations were obtained except for the core dimension "autonomy" (r = ,24, p is smaller than 0,05. No statistically significant improvement in predictory work performance could be accomplished by adding the remainder of the core dimensions. Opsomming Die verband tussen 6 possleutelfaktore (verskeidenheid, outonomie, taak-identiteit, terugvoering, skakeling met ander persone en die geleentheid tot vriendskapsverhoudinge en die totale werksprestasie van 93 werknemers, is ondersoek. Behalwe vir die sleutelfaktor outonomie (r=,24, p is kleiner as 0,05 is geen beduidende korrelasie gevind nie. Die oorblywende possleutelfaktore kon nie beduidend hierop verbeter nie.

A matrix problem over a discrete valuation ring

International Nuclear Information System (INIS)

Zavadskii, A G; Revitskaya, U S

1999-01-01

A flat matrix problem of mixed type (over a discrete valuation ring and its skew field of fractions) is considered which naturally arises in connection with several problems in the theory of integer-valued representations and in ring theory. For this problem, a criterion for module boundedness is proved, which is stated in terms of a pair of partially ordered sets (P(A),P(B)) associated with the pair of transforming algebras (A,B) defining the problem. The corresponding statement coincides in effect with the formulation of Kleiner's well-known finite-type criterion for representations of pairs of partially ordered sets over a field. The proof is based on a reduction (which uses the techniques of differentiation) to representations of semimaximal rings (tiled orders) and partially ordered sets

Siloxides as supporting ligands in uranium(III)-mediated small-molecule activation

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Mougel, Victor; Camp, Clement; Pecaut, Jacques; Mazzanti, Marinella [CEA-Grenoble (France). Lab. de Reconnaissance Ionique et Chimie de Coordination; Coperet, Christophe [ETH Zuerich (Switzerland). Lab. of Inorganic Chemistry; Maron, Laurent; Kefalidis, Christos E. [Toulouse Univ. (France). LPCNO, CNRS et INSA, UPS

2012-12-03

Siloxides support the reduction of small molecules with uranium complexes. The treatment of [U{N(SiMe_3)_2}{sub 3}] with HOSi(OtBu){sub 3} (3 equiv.) yielded a novel homoleptic uranium(III) siloxide complex 1, which acted as a two-electron reducing agent toward CS{sub 2} and CO{sub 2}. Uranium(III) siloxide complex 1 also reduced toluene to afford a diuranium inverted-sandwich complex. [German] Siloxide unterstuetzen die Reduktion kleiner Molekuele durch Uran-Komplexe. Die Behandlung von [U{N(SiMe_3)_2}{sub 3}] mit HOSi(OtBu){sub 3} (3 Aequiv.) liefert den neuartigen homoleptischen Uran(III)-Siloxid-Komplex 1, der als Zwei-Elektronen-Reduktionsmittel fuer CS{sub 2} und CO{sub 2} (siehe Schema) wirkt. Komplex 1 reduziert ausserdem Toluol und bildet einen invertierten Diuran-Sandwichkomplex.

Lernen von der Medienkunst: Handlungsstrategien der Netzwerk-Kultur - eine medienkulturgeschichtliche Perspektive

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Shusha Niederberger

2014-06-01

Full Text Available Der Begriff der Medienkunst wird mit fortschreitender Medialisierung der Welt immer problematischer. Die Digitalisierung hat alle künstlerischen Medien (ob technische oder nicht als Medien sichtbar gemacht und deren Verhältnis untereinander grundlegend verändert. Rosalind Krauss bezeichnet dieses neue Verhältnis als "post-medium condition" (Krauss 2000. Wenn wir also von der Medienkunst etwas über Medien lernen wollen, was für eine Medienpädagogik nutzbar ist, müssen wir die Entgrenzung des Medialen berücksichtigen. Diese macht die Abgrenzung von Medienkunst von anderen Künsten sehr schwierig, da eine solche künstlerische Praxis weder an formalen, inhaltlichen oder materiellen Eigenschaften festgemacht werden kann. Ich schlage in diesem Text vor, die Medienkunst in ihren methodischen Strategien zu betrachten. Ihre Referenzen in der Kunstgeschichte sind dabei die Konzeptkunst und die Institutionskritik, als kulturgeschichtlichen Hintergrund komme ich auf die Kybernetik zurück. Im vorliegenden Essay möchte ich versuchen, Anschlussmöglichkeiten einer kritischen Medienpädagogik an die aus der Kybernetik entstandene gegenwärtige Netzwerkkultur zu formulieren. Netzwerkkultur bezeichnet dabei nicht die spezifischen Technologien des Internets wie das Social Web, sondern die aus dem Geiste der Kybernetik entstandenen Formen vernetzter Handlungsmöglichkeiten, zu denen unter anderen auch das Social Web gehören.

Medienpädagogik und die Digitale Gesellschaft im Spannungsfeld von Regulierung und Teilhabe

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Stefan Iske

2014-12-01

Full Text Available Vor 25 Jahren stellte Tim Berners-Lee sein Konzept eines World Wide Web (WWW vor und legte damit einen der bedeutendsten Grundsteine der digitalen Vernetzung. Was ursprünglich zum Austausch von Informationen und Daten unter Forschenden entworfen wurde, hat sich zu einem umfassenden Kultur- und Bildungsraum entwickelt und ist ein universaler und zentraler Dienst des Internet geworden. Dieser gegenwärtige Status des Internet und des World Wide Web ist der vorläufige Zwischenstand einer historischen Entwicklung, der sowohl Transformationen und Veränderungen als auch Konstanten zugrunde liegen. Nicht erst zum diesjährigen Geburtstag des World Wide Web wird deutlich, dass durch digitale und vernetzte Technologien zentrale Kategorien wie Bildung, Erziehung und Sozialisation berührt werden. Beispielhaft kann auf die aktuellen Debatten über Regulierungsmechanismen im Internet wie auch auf die Enthüllungen Edward Snowdens hingewiesen werden. Aus dem Vorangehenden lassen sich medienpädagogische Fragestellungen ableiten, die zum Beispiel die Handlungsautonomie von Subjekten sowie Möglichkeitsräume der Mitgestaltung von und Teilhabe an Gesellschaft (Winter 2012, Swertz 2014 thematisieren. Zudem sind es Fragen der Mediensozialisation und der Konstruktion von Identität in digital vernetzten Räumen (Jörissen/Marotzki 2008, die sowohl bei der Theoriebildung als auch im Rahmen medienpädagogischer Praxis eine hohe Relevanz besitzen.

Webtool: WeTransfer

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Felix Studencki

2011-12-01

Full Text Available Eine einfache Möglichkeit, große Datenmengen per E-Mail zu verschicken. Jeder kennt sie aus dem täglichen Schulalltag, E-Mails die neben dem Text auch kleinere Dateien beinhalten. Diese einfache Art Daten zu versenden wird gern und oft verwendet da man sehr viele Menschen per E-Mail erreichen kann und kein Programm benötigt um die Dateien zu empfangen. Bis jetzt konnte man jedoch nur relativ kleine Dateien per E-Mail versenden. Medienproduktionen egal ob Audio oder Video sprengen gern schon einmal die Versende-Limits vieler E-Mail Anbieter. Es blieb einem nichts über als auf klassische Medien wie CDs oder DVDs zurückgreifen um seine Daten zu verbreiten. Als Alternative dazu bietet die Internetseite WeTranfer die Möglichkeit unkompliziert, kostenlos und ohne Anmeldung Dateien bis zu 2 GByte zu versenden.

Accuracy of the Enhanced Liver Fibrosis Test vs Fibrotest, Elastography and Indirect Markers in Detection of Advanced Fibrosis in Patients with Alcoholic Liver Disease

DEFF Research Database (Denmark)

Thiele, Maja; Madsen, Bjørn Stæhr; Hansen, Janne Fuglsang

2018-01-01

BACKGROUND & AIMS: Alcohol is the leading cause of cirrhosis and liver-related mortality, but we lack serum markers to detect compensated disease. We compared the accuracy of the Enhanced Liver Fibrosis test (ELF), the FibroTest, liver stiffness measurements (made by transient elastography and 2......-dimensional shear-wave elastography), and 6 indirect marker tests in detection of advanced liver fibrosis (Kleiner stage ≥F3). METHODS: We performed a prospective study of 10 liver fibrosis markers (patented and not), all performed on the same day. Patients were recruited from primary centers (municipal...... significantly from those of liver stiffness measurement in intention-to-diagnose analyses (AUROC for transient elastography, 0.90), but did differ in the per-protocol analysis (AUROC for transient elastography, 0.97) (P=.521 and .004 for comparison with ELF). Adding a serum marker to transient elastography...

Solar air conditioning. Dresden colloquium; Solare Klimatisierung. Dresdner Kolloquium

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2000-07-01

Subjects: R + D activities in solar air conditioning; dessicative and evaporative cooling (DEC) - systems and components; Chances of solar air conditioning in Europe; Practical experience with solar-assisted air conditioning; Performance of a solar system at Lissabon; DEC system in the Alsenblock building, Berlin; Does solar air conditioning require specially designed buildings; Performance of solar heated adsorption refrigerators; Low-capacity absacity absorption systems for solar air conditioning. [German] Die Kolloquiumsschrift beinhaltet Unterlagen ueber die abgehandelten Themen. Sie lauten: F and E-Aktivitaeten im Bereich Solare Klimatisierung; SGK(DEC-Technik) - ausgefuehrte Anlagen und deren Komponenten; Chancen der solaren Klimatisierung in Europa; Erfahrungen mit der solarunterstuetzten Klimatisierung; Energieverbrauch und Regelung von SGK-Anlagen; Betriebserfahrungen einer Solaranlage in Lissabon; Realisierung der SGK im Alsenblock Berlin; Erfordert die solare Klimatisierung besondere Gebaeude?; Betriebserfahrungen mit solar beheizten Adsorptionskaeltemaschinen; Absorptionsanlagen kleiner Leistung fuer solare Klimatisierung. (orig.)

Daniel Dragonslayer – Bel and the dragon, Verses 23−27 (OG/Th

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Joseph J. de Bruyn

2015-04-01

Full Text Available In this article, aspects of narrative critique, genre, editorial critique, the body and space are uniquely combined into a body-space framework. This spatial framework is used to examine the second episode of ‘Bel and the Dragon’, called ‘Daniel Dragonslayer’. It is postulated that the second episode of ‘Bel and the Dragon’ should be read in a reciprocal relationship with not only ‘Bel and the Dragon’, but also the larger Book of Daniel. Firstly, such an analysis indicates that the smaller episode is part of a larger clash of deities. Secondly, it shows that the editor /author utilises the episode to create a new cosmology. In this new cosmology, the Jewish deity is an almighty one, whilst other deities are seen as false and not real living gods. In his own way, the editor or author contributes to the way in which Jews regarded their God within the reality of the diaspora. Daniel Dragonslayer − Bel en die draak, Verse 23−27 (VAN/Die. In hierdie artikel word aspekte van narratiewe-kritiek, genre, redaksie-kritiek, die liggaam en ruimte op ’n unieke wyse gekombineer om ’n beliggaamde ruimteraamwerk te vorm. Hierdie beliggaamde ruimteraamwerk word gebruik om die tweede episode van ‘Bel en die Draak’, naamlik ‘Daniël, die Draakjagter’, te analiseer. Die artikel stel voor dat hierdie tweede episode van ‘Bel en die Draak’ in ’n resiproke verhouding met ‘Bel en die Draak’, sowel as met die boek Daniël gelees moet word. Indien die teks op hierdie voorgestelde wyse ontleed word, kom verskeie punte na vore. Eerstens word aangedui dat die kleiner episode deel van ’n groter gode-oorlog vorm. Tweedens, die skrywer/redakteur gebruik die kleiner episode as deel van ’n proses om ’n nuwe kosmologie te skep. Volgens hierdie nuwe kosmologie is die Joodse God ’n almagtige God, terwyl ander gode vals en nie ware lewende gode is nie. Op sy eie manier lewer die skrywer/redakteur ’n bydrae tot die

Thz Spectroscopy of 13C Isotopic Species of a "weed": Acetaldehyde

Science.gov (United States)

Margulès, L.; Motiyenko, R. A.; Guillemin, J.-C.

2011-06-01

Our studies of the isotopic species of 13C and D isotopologues of methyl formate (HCOOCH_3), have allowed the detection of more than 600 lines in Orion. This confirms that many observed U-lines are coming from isotopic species of one of the most abundant molecules in space. Since its first detection in 1976 in SgrB2 and in Orion A, acetaldehyde (CH_3CHO) was detected in many other numerous objects. If its deuterated species (CD_3CHO and CH_3CDO) have been previously studied in the millimeterwave range, the data concerning the 13C species are limited to few lines measured in 1957 up to 40 GHz. In this context we decided to study the 13C species of acetaldehyde. Acetaldehyde molecule displays a large amplitude motion: the hindered rotation of the methyl group with respect to the rest of the molecule. The analysis is performed with the Rho Axis Method. Recent versions of the codes include high orders term in order to reproduce the observed frequencies for large quantum numbers values as J-values as high as 70a,b,. Measurements and analysis of the rotational spectra of 13C isotopic species are in progress in Lille with a solid-state submillimetre-wave spectrometer (50-950 GHz), the first results will be presented. This work is supported by the contract ANR-08-BLAN-0054 and by the Programme National de Physico-Chimie du Milieu Interstellaire (PCMI-CNRS). Carvajal, M.; Margulès, L.; Tercero, B.; et al.A&A 500, (2009) 1109 Margulès, L.; Huet, T. R.; Demaison J.; et al.,ApJ 714, (2010) 1120. Ikeda, M.; Ohishi, M.; Nummelin, A.; et al., ApJ, 560, (2001) 792 Kleiner, I.; Lopez, J.-C.; Blanco, S.; et al.J. Mol. Spectrosc. 197, (1999) 275 Elkeurti M.; Coudert, L. H.; Medvedev, I. R.; et al.J. Mol. Spectrosc. 263, (2010) 145 Kilb, R.W.; Lin, C.C.; and Wilson, E.B.J. Chem. Phys. 26, (1957) 1695 Kleiner, I. J. Mol. Spectrosc. 260, (2010) 1 Ilyushin, V.V.; Kryvda, A; and Alekseev, E;J. Mol. Spectrosc. 255, (2009) 32

Inhomogeneities in cirrus clouds and their effects on solar radiative transfer; Inhomogenitaeten in Cirren und ihre Auswirkungen auf den solaren Strahlungstransport

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Buschmann, N. [GKSS-Forschungszentrum Geesthacht GmbH (Germany). Inst. fuer Atmosphaerenphysik

2001-07-01

Atmosphaere verwendet. Der Vergleich homogener und heterogener Rechnungen zeigt, dass die Annahme homogener Wolken insbesondere fuer tropische Cirren zu relativen Fehlern von bis zu {+-} 30% in den Strahlungsflussdichten und der Absorption fuehren kann. Fuer Cirren in mittleren Breiten mit optischen Dicken kleiner als 5 und geringer Inhomogenitaet ergeben sich relative Fehler kleiner als {+-} 10%. Es wird ein Korrekturverfahren entwickelt, mit dessen Hilfe horizontale Inhomogenitaeten in optisch dicken Cirren fuer eine homogene Strahlungstransportrechnung beruecksichtigt werden koennen. Auf diese Weise koennen relative Fehler in den Strahlungsgroessen auf weniger als {+-} 10% reduziert werden, sefern die horizontale Verteilung der optischen Dicke bekannt ist. (orig.)

’n Verkenning van Suid-Afrika se veranderende posisie in die wêreldhandelnetwerk 1948–1994

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Burgert A. Senekal

2017-08-01

Full Text Available An exploration of South Africa’s changing position in the World Trade Network 1948–1994. The World Trade Network (WTN has been studied as a network in numerous studies. However, countries with smaller economies are usually neglected in discussions of the WTN, and hence this article investigates the changing position of a much smaller country, South Africa, under different leaders from 1948 to 1994. It is shown, in particular, how the widespread sanctions incurred under the leadership of P.W. Botha (1978–1989 had a profound effect on South Africa’s position in the WTN. Using degree, closeness and betweenness centralities, as well as the country’s rankings on these centrality measures, it is shown that South Africa started as a peripheral country while still a colony of Britain, moved closer to the core of the WTN under H.F. Verwoerd and B.J. Vorster, but then sanctions pushed South Africa to the periphery under P.W. Botha, before South Africa again moved closer to the core during F.W. de Klerk’s presidency. Die Wêreldhandelnetwerk is in verskeie studies as ’n netwerk bestudeer, maar lande met kleiner ekonomieë word gewoonlik in die besprekings van die Wêreldhandelnetwerk verwaarloos. Daarom ondersoek hierdie artikel die veranderende posisie van ’n veel kleiner land, Suid-Afrika, onder verskillende leiers van 1948 tot 1994. Daar word veral gewys hoe die wydverspreide sanksies wat ingestel is tydens die bewind van P.W. Botha (1978–1989 ’n groot invloed op Suid-Afrika se posisie in die WTN gehad het. Deur middel van graad-, nabyheid- en tussenliggingsentraliteit, sowel as die land se ranglys ten opsigte van hierdie sentraliteitaanduiders, word aangetoon dat Suid-Afrika as ‘n randland begin het, terwyl dit nog ‘n kolonie van Brittanje was, nader aan die kern van die Wêreldhandelnetwerk onder H.F. Verwoerd en B.J. Vorster beweeg het, maar toe het sanksies Suid-Afrika onder P.W. Botha na die periferie gedruk, voordat Suid

Possible emissions from electricity generation from geothermal energy; Moegliche Emissionen bei der Stromerzeugung aus Geothermie

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Heberle, Florian; Bruggemann, Dieter [Bayreuth Univ. (Germany). Lehrstuhl fuer Technische Thermodynamik und Transportprozesse (LTTT)

2013-03-15

Electricity from geothermal energy in the low temperature range can be efficiently recovered if power plant processes are used with organic working fluids. It is inevitable that a small part of the sometimes harmful fluids leaking from the plant - a conflict in the development of climate-friendly renewable energy actually. A short report of the Centre for Energy Technology at the University of Bayreuth, on behalf of UBA quantifies the emissions of fluorinated hydrocarbons for different development scenarios and emission rates. [German] Strom aus Erdwaerme im Niedertemperaturbereich kann effizient gewonnen werden, wenn Kraftwerksprozesse mit organischen Arbeitsmedien einsetzt werden. Dabei ist es nicht zu vermeiden, dass ein kleiner Teil der mitunter klimaschaedlichen Fluide, aus den Anlagen entweicht - ein Zielkonflikt beim Ausbau der eigentlich klimaschonenden erneuerbaren Energie. Ein Kurzgutachten des Zentrums fuer Energietechnik der Universitaet Bayreuth im Auftrag des UBA quantifiziert die Emissionen fluorierter Kohlenwasserstoffe fuer verschiedene Ausbauszenarien und Emissionsraten.

Supraleitung Grundlagen und Anwendungen

CERN Document Server

Buckel, Werner

2004-01-01

Seit nunmehr drei Jahrzehnten ist der "Buckel" das Referenzwerk in deutscher Sprache zum Thema Supraleitung. Immer wieder aktualisiert, hat das Lehrbuch Generationen von Studenten begleitet. In der 6., vollständig überarbeiteten Auflage wird das bewährte didaktische Konzept beibehalten, inhaltlich wurde der Band dem aktuellen Stand von Forschung und Technik angepasst. Das Autorenteam um Prof. Kleiner verzichtet auf komplizierte mathematische Herleitungen. Es baut ganz auf das bewährte Step-by-Step-Prinzip: Der Schwierigkeitsgrad wird von Kapitel zu Kapitel gesteigert. So können auch Einsteiger ohne einschlägige Vorkenntnisse dem Stoff bequem folgen. Dank seiner klaren Sprache und zahlreicher Abbildungen eignet sich der Band hervorragend als einführendes Lehrbuch - und zwar nicht nur für Physik-Studenten, sondern auch für Studierende angrenzender Natur- und Ingenieurwissenschaften. Grundlegende Eigenschaften, supraleitende Elemente, Cooper-Paarung, Thermodynamik, kritische Ströme, Josephsonkontakte...

Macrophage activation marker soluble CD163 and non-alcoholic fatty liver disease in morbidly obese patients undergoing bariatric surgery

DEFF Research Database (Denmark)

Kazankov, Konstantin; Tordjman, Joan; Møller, Holger Jon

2015-01-01

BACKGROUND AND AIMS: Macrophages play an important role in non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD). Soluble CD163 (sCD163) is a specific marker of macrophage activation. We aimed to measure sCD163 in morbidly obese patients with varying degrees of NAFLD before and after bariatric surgery (BS...... (NAS), Kleiner fibrosis score, and the fatty liver inhibition of progression (FLIP) algorithm. In a subset, CD163 immunohistochemistry and real-time quantitative polymerase chain reaction for CD163 mRNA were performed. RESULTS: sCD163 was higher in patients with NAS ≥ 5 compared with those with NAS ...). METHODS: Demographic, clinical, and biochemical data, and plasma sCD163 measured by enzyme-linked immunosorbent assay, of 196 patients were collected preoperatively and 3, 6, and 12 months after BS leading to significant weight loss. Peroperative liver biopsies were assessed for the NAFLD Activity Score...

Magnetisches Tracking für die Navigation mit dem da Vinci® Surgical System

Science.gov (United States)

Nickel, Felix; Wegner, Ingmar; Kenngott, Hannes; Neuhaus, Jochen; Müller-Stich, Beat P.; Meinzer, Hans-Peter; Gutt, Carsten N.

In dieser Studie wurde untersucht ob in einem typischen OP-Aufbau mit dem da Vinci® Telemanipulator elektromagnetisches Tracking für die Realisation eines Navigationssystems eingesetzt werden kann. Hierfür wurde in einem realen OP-Aufbau untersucht, wie stark metallische und ferromagnetisch wirksame Objekte wie Operationstisch und Telemanipulator das elektromagnetische Feld des Trackingsystems beeinflussen. Die Ergebnisse zeigen, dass der Telemanipulator nur unwesentlich die Störung des Magnetfeldes durch den OP-Tisch verstärkt. Insbesondere die Bewegung der Instrumente im Trackingvolumen verursachte keine zusätzliche relevante Störung des Magnetfeldes. Bei Begrenzung des Trackingvolumens auf eine Länge von 190 mm, Höhe von 200mm und Breite von 400 mm war der maximale Fehler in diesem Bereich an allen Messpunkten kleiner 10 mm. Der Einsatz von elektromagnetischem Tracking für die Navigation mit dem da Vinci® Surgical System ist somit in einem begrenzten Arbeitsvolumen mit hinreichender Genauigkeit möglich.

The first installation of the WindWall in the Netherlands; Eerste WindWall in Nederland geplaatst

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ten Bolscher, G.H.; Vander Heide, H. [DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

2003-09-01

This article is the first in a series of four on the experiment with the WindWall, a wind turbine on the roof of a school building in Zwolle, Netherlands. The experiment started September 5, 2003. [Dutch] ledereen kent de grote windturbines die elektriciteit opwekken. Nadeel ervan is dat het draagvlak voor plaatsing op het land minder wordt, laat staan dat er mogelijkheden zijn voor toepassing in de gebouwde orngeving. Door diverse marktpartijen worden momenteel kleinere, voor de gebouwde omgeving geschikte windturbines ontwikkeld, die de negatieve eigenschappen van grote windturbines (waarschijnlijk) niet hebben. Hierbij gaat het om eigenschappen als geluidsbelasting, beschaduwing, zichtbare aanwezigheid en visuele vervuiling van het vrije landschap. Op 11 juli 2003 is de eerste WindWall, een 'liggende' windturbine, geplaatst op het dak van het Deltion college in Zwolle in het kader van een praktijkexperiment, dat gesubsidieerd wordt door de Provincie Overijssel. Op 5 september 2003 is het systeern officieel in gebruik genomen.

Options for shallow geothermal energy for horticulture; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

2012-06-15

Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager.

Elimination and utilization of ammonium nitrogen from sewage treatment plants. Operating experience at the Goettingen and Cuxhaven sewage treatment plants; Entfernung und Verwertung von Ammonium-Stickstoff aus Klaeranlagen. Betriebserfahrungen auf den Klaeranlagen Goettingen und Cuxhaven

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kaiser, S.; Sackewitz, M.; Spindler, T. [Rauschert Verfahrenstechnik GmbH, Steinwiesen (Germany)

1999-07-01

Stripping is a physical-chemical technique for reliable and easy removal of ammonium-nitrogen from waste water. Especially for treating small and heavily loaded partial streams, stripping represents an efficient complement to biological process stages. An energy-optimized concept evolved by the process engineering firm Rauschert manages to combine proved technology and the utilization of all process products in the long term into an economical process solution. This is reflected in the operating results of reference plants at Goettingen and Cuxhaven. (orig.) [German] Das Strippen ist ein physikalisch-chemisches Verfahren zur sicheren und einfachen Entfernung von Ammonium-Stickstoff aus Abwasser. Vor allem bei der Behandlung kleiner und hochbeladener Teilstroeme ist die Strippung eine effiziente Ergaenzung zu biologischen Verfahrensstufen. Ein energieoptimiertes Konzept der Firma Rauschert Verfahrenstechnik verbindet die bewaehrte Technik und die langfristige Verwertung saemtlicher Prozessprodukte zu einer wirtschaftlichen Problemloesung. Dies spiegelt sich in den Betriebsergebnissen der Referenzanlagen in Goettingen und Cuxhaven wider. (orig.)

Fault diagnosis in hydraulic motor car brakes using model-based methods; Fehlerdiagnose von hydraulischen Kfz-Bremssystemen mit modellbasierten Methoden

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Straky, H.; Boerner, M.; Isermann, R. [Technische Univ. Darmstadt (Germany). Inst. fuer Automatisierungstechnik

2002-07-01

The design and development of a model-supported monitoring and diagnosis sstem for motor car brakes is described. After a theoretical analysis of braking system dynamics, a model for calculating the brake liquid loss volume is established, and a model-supported monitoring system is developed on this basis. Early detection of small defects like leakages and air bubbles will make car brakes and motor car operation safer. [German] Am Beispiel der funktionellen Integration von analytischem Prozesswissen wurde in diesem Beitrag der Entwurf und die Entwicklung eines modellgestuetzten Ueberwachungs- und Diagnosesystems fuer Kfz-Bremssysteme beschrieben. Ueber die Analogie zwischen hydraulischen und elektrotechnischen Systemen mit konzentrierten Parametern, wurde eine theoretische Analyse der Bremssystemdynamik durchgefuehrt und ein Zustandsraummodell zur Bremsanlage erstellt, welches die Berechnung des im Fehlerfall entstehenden Bremsfluessigkeitsverlustvolumens ermoeglicht. Darauf aufbauend wurde ein modellgestuetztes Ueberwachungssystem entwickelt, welches durch eine fruehzeitige Erkennung kleiner Fehler wie Leckagen oder Luftblasen in Kfz-Bremssystemen einen wichtigen Beitrag zur Steigerung der Fahrsicherheit von Kraftfahrzeugen leisten kann. (orig.)

Physical water treatment against calcification and rust; Physikalische Wasserbehandlung gegen Kalk und Rost

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Burger, A [Hydrotec AG, Rehau (Germany). Forschung und Entwicklung

1995-03-01

In contrast to Germany, where the installation of small-sized, decentralised plants is still prefered, water supply companies in countries such as Denmark have already for some time successfully been using physical water treatment systems. Although the health and environmental benefits of this non-chemical method of water treatment are undisputed and its proper application is also economically beneficial, there is still a widerspread lack of information as to where such plants can be used. Consequently, older methods are often resorted to combatting calcification and rust. (orig.) [Deutsch] Waehrend in Laendern wie Daenemark physikalische Wasserbehandlungssysteme bereits seit laengerem erfolgreich von Wasserversorgungsunternehmen eingesetzt werden, ueberwiegt in Deutschland bislang der dezentrale Einbau meist kleinerer Geraete. Obwohl der Nutzen dieser Form chemiefreier Wasserbehandlung fuer Umwelt und Gesundheit ausser Frage steht, zudem bei richtiger Verwendung deutliche Kostenvorteile entstehen, besteht noch haeufig Unsicherheit ueber die Einsatzgebiete physikalischer Wasserbehandlungsgeraete. Dies fuehrt haefig dazu, beim Kampf gegen Kalk und Rost auf aeltere Verfahren zurueckzugreifen. (orig.)

Comparison of methods to assess cost-effectiveness of CO2 policies for cars; Kosteneffectiviteit CO2-beleid personenauto's. Methodische verkenning

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Van den Brink, R.M.M.; Annema, J.A.

2007-07-01

The purchase of smaller more fuel-efficient cars seems to have only advantages: the purchase results in less carbon dioxide (CO2) emissions and the purchaser spends less money on the car and the fuel. In spite of this a general trend in buying more fuel-efficient cars is hardly observable in the Netherlands. This report argues that the reason is that consumers value other things in cars (size, comfort, status) next to out-of-pocket money they have to spend on purchase, taxes and fuels. This report recommends to estimating cost-effectiveness of CO2 policies for cars with methods including benefit losses related to buying other cars - smaller, less comfortable - compared to the reference case. This approach results in more realistic cost estimates of CO2 policies compared to methods, which are limited to a 'narrow' - only out-of-pocket money - cost concept. [Dutch] De aanschaf van kleinere, meer energie-efficiente personenauto's lijkt op het eerste gezicht alleen voordelen te hebben: het resulteert in minder CO2-uitstoot en de eigenaar hoeft minder kosten te maken aan brandstof en aanschaf van de auto. Toch is er in Nederland nauwelijks een trend waarneembaar naar zuiniger auto's. In dit rapport wordt gesteld dat de reden hiervoor is dat auto-eigenaren andere zaken (grootte, comfort, status) in auto's waarderen, naast aanschafkosten en brandstofkosten. Kosteneffectiviteit is een krachtig begrip in milieubeleidsevaluatie omdat het inzichtelijk kan maken met welk beleid per uitgegeven euro de meeste emissiereductie kan worden bereikt. Het begrip kosteneffectiviteit is echter niet zo eenduidig als het op het eerste gezicht lijkt. Dit rapport doet de aanbeveling om bij de bepaling van de kosteneffectiviteit van CO2-maatregelen voor personenauto's rekening te houden met welvaartsverliezen die het gevolg zijn van een noodgedwongen overstap naar kleinere, minder comfortabele auto's. Een dergelijke aanpak biedt mogelijkheden om meer

Assessment of endocrine disorders of the hypothalamic-pituitary axis by nuclear medicine techniques; Nuklearmedizinische Verfahren zur Abklaerung endokrinologischer Erkrankungen der Hypothalamus-Hypophysen-Achse

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmidt, M.; Theissen, P.; Dietlein, M.; Schicha, H. [Koeln Univ. (Germany). Klinik und Poliklinik fuer Nuklearmedizin; Jackenhoevel, F.; Krone, W. [Koeln Univ. (Germany). Klinik II fuer Innere Medizin

2002-04-01

Lokalisation von rezeptorpositivem Gewebe und zur Metastasensuche beim seltenen Hypophysenkarzinom sinnvoll. Die Szintigraphie mit Gallium-67 ist zwecks weiterer Abklaerung bei der Verdachtsdiagnose Hypophysitis geeignet. Andere SPECT-Radiopharmaka haben keine relevante klinische Bedeutung. F-18-FDG stellt kein ideales PET-Radiopharmakon dar, weil damit gesicherte Hypophysenadenome nicht dargestellt werden konnten. Die PET-Radiopharmaka C-11-Methionin bzw. -Tyrosin, F-18-Fluorethylspiperon, C-11-Methylspiperon und -Racloprid stehen nur in spezialisierten Zentren zur Verfuegung. Insgesamt sind die Indikationen fuer nuklearmedizinische Untersuchungen bei endokrinologischen Erkrankungen der Hypothalamus-hypophysen-Achse selten. Der Nutzen nuklearmedizinischer Untersuchungsverfahren bei klinisch relevanten endokrinologischen Fragen (Lokalisation kleiner ACTH-produzierender Hypophysenadenome, Tumorsuche bei ektoper ACTH-Produktion, Nachweis von Hypophysenadenomrestgewebe, Abklaerung kleiner Inzidentalome) kann nach Meinung der Autoren nicht abschliessend beantwortet werden. (orig.)

Evaluation of a novel tool for bone graft delivery in minimally invasive transforaminal lumbar interbody fusion

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Kleiner JB

2016-05-01

Full Text Available Jeffrey B Kleiner, Hannah M Kleiner, E John Grimberg Jr, Stefanie J Throlson The Spine Center of Innovation, The Medical Center of Aurora, Aurora, CO, USA Study design: Disk material removed (DMR during L4-5 and L5-S1 transforaminal lumbar interbody fusion (T-LIF surgery was compared to the corresponding bone graft (BG volumes inserted at the time of fusion. A novel BG delivery tool (BGDT was used to apply the BG. In order to establish the percentage of DMR during T-LIF, it was compared to DMR during anterior diskectomy (AD. This study was performed prospectively. Summary of background data: Minimal information is available as to the volume of DMR during a T-LIF procedure, and the relationship between DMR and BG delivered is unknown. BG insertion has been empiric and technically challenging. Since the volume of BG applied to the prepared disk space likely impacts the probability of arthrodesis, an investigation is justified. Methods: A total of 65 patients with pathology at L4-5 and/or L5-S1 necessitating fusion were treated with a minimally invasive T-LIF procedure. DMR was volumetrically measured during disk space preparation. BG material consisting of local autograft, BG extender, and bone marrow aspirate were mixed to form a slurry. BG slurry was injected into the disk space using a novel BGDT and measured volumetrically. An additional 29 patients who were treated with L5-S1 AD were compared to L5-S1 T-LIF DMR to determine the percent of T-LIF DMR relative to AD. Results: DMR volumes averaged 3.6±2.2 mL. This represented 34% of the disk space relative to AD. The amount of BG delivered to the disk spaces was 9.3±3.2 mL, which is 2.6±2.2 times the amount of DMR. The BGDT allowed uncomplicated filling of the disk space in <1 minute. Conclusion: The volume of DMR during T-LIF allows for a predictable volume of BG delivery. The BGDT allowed complete filling of the entire prepared disk space. The T-LIF diskectomy debrides 34% of the disk

Reform of the EU's climate policy. Small step or big hit?; Reform der EU-Klimapolitik. Kleiner Schritt oder grosser Wurf?

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Janssen, Matthias; Peichert, Patrick; Perner, Jens; Riechmann, Christoph [Frontier Economics Ltd., Koeln (Germany)

2015-11-15

Emissions trading listed as a flexible mechanism under the Kyoto Protocol is regarded as a market economy way in climate protection. Since 2005 the European Emissions Trading System (EU ETS) is the central climate policy instrument for reducing the emissions of greenhouse gases, in particular for carbon dioxide (CO{sub 2}). For years, however, the CO{sub 2} price is too low to direct the politically and socially targeted technical innovations in the electricity sector and the industry. The article analyses the temporary and structural causes of this problem, highlights the EU's reform efforts and points to areas of activity, the basis of which the EU ETS may act in the future as a central instrument for climate protection in the European Union. [German] Der im Kyoto-Protokoll als flexibler Mechanismus aufgefuehrte Emissionshandel gilt als marktwirtschaftlicher Weg in den Klimaschutz. Das Europaeische Emissionshandelssystem (EU ETS) ist seit 2005 das zentrale klimapolitische Instrument zur Senkung des Ausstosses von Treibhausgasen, insbesondere fuer Kohlenstoffdioxid (CO{sub 2}). Seit Jahren ist der CO{sub 2}-Preis jedoch zu gering, um die politisch und gesellschaftlich angestrebten technischen Innovationen im Stromsektor und der Industrie zu lenken. Der Artikel untersucht die temporaeren und strukturellen Ursachen dieses Problems, beleuchtet die Reformbestrebungen der EU und zeigt Handlungsfelder auf, anhand derer das EU ETS auch in Zukunft als zentrales Instrument fuer Klimaschutz in der Europaeischen Union fungieren kann.

Laseroptic eddy currents sensor for high-resolution flaw detection. Pt. 3; Laseroptische Wirbelstromsensoren - Entwicklung neuer Sensoren fuer die Wirbelstrompruefung. T. 3

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Maass, M; Crostack, H A; Radtke, U; Grafe, A [Dortmund Univ. (Germany). Lehrstuhl fuer Qualitaetswesen

1997-11-01

A new kind of eddy current sensor is presented, which uses the optical Faraday effect for eddy current detection. First results already emphasise the strongly increased spatial resolution in eddy current testing by integrating these detectors in conventional transmitting coils. Basic principle of this enormously improved resolution is the use of laser beams and small faraday rotators, which allow a point-like measurement of the magnetic field at the surface of a component. Lateral and axial extend of the measuring volume can be reduced in the range of microns - much smaller than conventional receiving coils. (orig.) [Deutsch] Es wird ein neuartiger Wirbelstromsensor vorgestellt, der auf dem optischen Faradayeffekt zur Wirbelstromdetektion beruht. Erste Untersuchungsergebnisse verdeutlichen die enorme Steigerung des Ortsaufloesungsvermoegens der Wirbelstrompruefung durch Integration dieser Detektoren in konventionelle Erregerspulen. Grundlage der verbesserten Ortsaufloesung ist der Einsatz von Lasern und kleinen Faradayrotatoren, mit deren Hilfe die Messung von Magnetfeldern an Bauteiloberflaechen nahezu punktfoermig erfolgen kann. Die laterale und axiale Ausdehnung des Messvolumens kann bis in den Mikrometerbereich reduziert werden und ist somit um Groessenordnungen kleiner als bei herkoemmlichen Empfangsspulen. (orig.)

Bis(s) ins Innere des Protons ein Science Slam durch die Welt der Elementarteilchen, der Beschleuniger und Supernerds

CERN Document Server

Lemmer, Boris

2014-01-01

Geben Sie's zu, wir alle fragen gerne mal: „Was ist da drin?“. Und einige, die hören mit dem Fragen einfach nicht mehr auf. Sie haken nach, bis es als Antwort nur noch gibt: „Das war’s, kleiner geht’s nicht mehr.“ Da wo's klein wird, wird die Welt plötzlich ganz verrückt: Aus purer Energie werden Teilchen erzeugt. Materieteilchen bekommen Geschwister aus Antimaterie. Teilchen, die es eigentlich gar nicht geben dürfte, entstehen plötzlich aus dem Nichts. Das ist die Welt der Teilchenphysik. Teilchenphysiker bauen die größten Experimente aller Zeiten, um die kleinsten Teilchen des Universums zu untersuchen. Sie gehen an die Grenzen des technisch Machbaren und überschreiten dabei die Grenzen unserer Länder. Wer das alles auch so spannend findet wie die Teilchenphysiker selbst, ist herzlich eingeladen, dieses Buch zu lesen. Wer glaubt, dass man ohne ein Studium in der Teilchenphysik nichts versteht, der auch. Quantenfeldtheorien, Teilchenbeschleuniger, Higgs-Mechanismus und Co werden hier...

Nuclear power: Hour of fog producers; Atomkraft: Stunde der Nebelwerfer

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Rauner, M.; Schuh, H.

2004-03-04

Seven advanced nuclear power plants in Germany can withstand a frontal crash by a full-tanked Jumbo-Jet. But for five older plants even smaller planes can cause an hazard impossible to control. A fog generation around the power plants, favorized by operators and politicians, to camouflage this plants against terroristic flights is absurd because of the possibility of flight automation. However terrorists may attack reactors also from the ground, but how they can do is top secret. (GL) [German] Einem frontalen Aufprall eines voll getankten Jumbo-Jets mit hoher Geschwindigkeit koennen in Deutschland sieben moderne Kernkraftwerke standhalten. Bei fuenf aelteren Modellen kann dagegen selbst ein kleineres Flugzeug ein schwer beherrschbares Unglueck ausloesen. Obwohl Experten eine vorzeitige Schliessung solch alter Meiler fuer realistisch halten, ist die Verhandlungslage aufgrund ideologischer Einfluesse verfahren. Die von Betreibern und Politikern gern gepriesenen Nebelwerfer zur Tarnung der Kraftwerke sind wegen der Moeglichkeit des Instrumentenfluges sinnlos. Die beste Abwehr bieten vorgelagerte Schutzbauten aus Beton. Jedoch koennen Terroristen Reaktoren auch vom Boden aus gefaehrden, wie, ist natuerlich geheim.

Materials flow management in the metal industry. Design and techno-economical analysis of industriyl recycling concepts; Stoffstrommanagement in der Metallindustrie. Zur Gestaltung und techno-oekonomischen Bewertung industrieller Recyclingkonzepte

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Haehre, S.

2000-07-01

Materials flow management is an attempt to cope with excessive consumption of resources and with the large-scale release of pollutants, both of which are hazards of our industrialised society. It is necessary to analyse materials and energy flow along interconnected product and process chains to develop suitable concepts, e.g. for innovative environmental protection and recycling measures. A planning instrument is designed for this purpose which is based on a combination of flowsheeting models common in chemical process engineering and material flow networks based on Petri nets. Its application enables computer-assisted design and techno-economic evaluation of industrial recycling concepts, so that decision makers in enterprises and administrations will be given a tool for in-house and external material flow management. In the implementation stage, the flowsheeting system 'Aspen Plus' and the eco-banancing tool 'Umberto' were used, and exemplary problems of material flow management in the steel and zinc industry were investigated. [German] Zur Ueberwindung negativer Umwelteinfluesse der Industriegesellschaft, die inbesondere aus dem Ressourcenverbrauch und der Freisetzung grosser Schadstoffmengen resultieren, werden Massnahmen im Sinne des Stoffstrommanagements gefordert. Die Entwicklung geeigneter Konzepte, etwa zum Einsatz innovativer Umweltschutz- und Recyclingmassnahmen, macht die Analyse von Stoff- und Energiestroemen entlang vernetzter Produkt- und Prozessketten erforderlich. Hierfuer wird ein Planungsinstrument konzipiert, das auf einer Kombination verfahrenstechnischer Flowsheeting-Modelle und Petri-Netz-basierter Stoffstromnetze beruht. Sein Einsatz ermoeglicht computergestuetzt die Gestaltung und techno-oekonomische Bewertung industrieller Recyclingkonzepte, so dass Entscheidungstraeger in Unternehmen und Behoerden ein Hilfsmittel zum betrieblichen und betriebsuebergreifenden Stoffstrommanagement erhalten. Bei der Implementierung

United States women and pornography through four decades: exposure, attitudes, behaviors, individual differences.

Science.gov (United States)

Wright, Paul J; Bae, Soyoung; Funk, Michelle

2013-10-01

Responding to a call for research on pornography and women's sexuality made by Weinberg, Williams, Kleiner, and Irizarry (2010), this study assessed pornography consumption, predictors, and correlates using nationally representative data gathered from U.S. women between 1973 and 2010 (N = 18,225). Women who were younger, less religious, and non-White were more likely to consume pornography. Women who consumed pornography had more positive attitudes toward extramarital sex, adult premarital sex, and teenage sex. Women who consumed pornography also had more sexual partners in the prior year, prior 5 years, and were more likely to have engaged in extramarital sex and paid sex. Consistent with Wright's (2011a) acquisition, activation, application model of mass media sexual socialization and the theorizing of Linz and Malamuth (1993), liberal-conservative ideology moderated the association between pornography exposure and sexual behavior. Specifically, the positive association between pornography exposure and women's recent sexual behavior was strongest for the most liberal women and weakest for the most conservative women. Cultural commentators and some academics argue that technological advances have resulted in a steady increase in the percentage of individuals who consume pornography. Little support was found for this assertion among U.S. women.

The Microwave Spectroscopy of HCOO^{13}CH_3 in the Second Torsional Excited State

Science.gov (United States)

Kobayashi, Kaori; Kuwahara, Takuro; Urata, Yuki; Ohashi, Nobukimi; Fujitake, Masaharu

2017-06-01

Methyl formate (HCOOCH_3) is an abundant interstellar molecule, found almost everywhere in the star-forming region. The interstellar abundance of the ^{13}C is about 1/50 of ^{12}C. The ^{13}C substituted methyl formate in the ground and first excited states were already found toward massive star-forming regions including Orion KL. With the aid of the state-of-the-art telescope like ALMA, the pure rotational transitions in the second torsional excited may be identified in the near future and laboratory data are necessary. We recorded the spectra of HCOOCH_3 below 340 GHz by using conventional source-modulation microwave spectrometer. The assignment of the pure rotational spectra in the second torsional excited state and the analysis by using pseudo-PAM Hamiltonian, which was effective to analyze the normal species, will be reported. C. Favre, M. Carvajal, D. Field, J. K. Jørgensen, S. E. Bisschop, N. Brouillet, D. Despois, A. Baudry, I. Kleiner, E. A. Bergin, N. R. Crockett, J. L. Neill, L. Marguès, T. R. Huet, and J. Demaison, Astrophys. J. Suppl. Ser. 215, 25 (2014).

Thermal power generation projects ``Large Scale Solar Heating``; EU-Thermie-Projekte ``Large Scale Solar Heating``

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kuebler, R.; Fisch, M.N. [Steinbeis-Transferzentrum Energie-, Gebaeude- und Solartechnik, Stuttgart (Germany)

1998-12-31

The aim of this project is the preparation of the ``Large-Scale Solar Heating`` programme for an Europe-wide development of subject technology. The following demonstration programme was judged well by the experts but was not immediately (1996) accepted for financial subsidies. In November 1997 the EU-commission provided 1,5 million ECU which allowed the realisation of an updated project proposal. By mid 1997 a small project was approved, that had been requested under the lead of Chalmes Industriteteknik (CIT) in Sweden and is mainly carried out for the transfer of technology. (orig.) [Deutsch] Ziel dieses Vorhabens ist die Vorbereitung eines Schwerpunktprogramms `Large Scale Solar Heating`, mit dem die Technologie europaweit weiterentwickelt werden sollte. Das daraus entwickelte Demonstrationsprogramm wurde von den Gutachtern positiv bewertet, konnte jedoch nicht auf Anhieb (1996) in die Foerderung aufgenommen werden. Im November 1997 wurden von der EU-Kommission dann kurzfristig noch 1,5 Mio ECU an Foerderung bewilligt, mit denen ein aktualisierter Projektvorschlag realisiert werden kann. Bereits Mitte 1997 wurde ein kleineres Vorhaben bewilligt, das unter Federfuehrung von Chalmers Industriteknik (CIT) in Schweden beantragt worden war und das vor allem dem Technologietransfer dient. (orig.)

Expanding of balancing options for renewable energy. The impact on economic development and government income; Verruimen salderingsmogelijkheden voor hernieuwbare energie. Wat is de impact op economische groei en overheidsinkomsten?

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Franken, R.; Van Melle, T.

2011-11-15

Small-scale production of renewable electricity by households and businesses can be balanced with electricity purchased from the grid. This prevents that these energy producers pay energy taxes for electricity they supply back to the grid. The balancing option, however, is limited to a maximum of 5000 kWh per year, which also limits the size of cost-effective renewable electricity generation systems. By expanding the balancing option and under specific conditions, investment in larger systems can also be cost-effective. This would accelerate the market introduction of renewable electricity generation for households and smaller businesses [Dutch] Kleinschalige hernieuwbare elektriciteitsproductie bij huishoudens en bedrijven kan gesaldeerd worden met elektriciteit die wordt afgenomen van het net. Dit voorkomt dat deze producenten energiebelasting betalen over elektriciteit die zij uiteindelijk weer terugleveren. De mogelijkheid om te salderen is echter beperkt tot een maximum van 5000 kWh per jaar, waarmee ook de grootte van rendabele hernieuwbare opweksystemen beperkt wordt. Met een verruiming zouden, onder bepaalde omstandigheden, investeringen in grotere systemen ook rendabel kunnen worden. Dit zou een versnelling in de marktintroductie kunnen geven van hernieuwbare opwek bij huishoudens en kleinere bedrijven. In deze studie worden de effecten in kaart gebracht.

Energy efficient skating rink by heat recovery and CO2 refrigerant; Energiezuinige schaatsbaan door warmteterugwinning en CO2-koudedrager

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Mooi, R. [IBK Compac, Houten (Netherlands)

2009-03-15

In October 2008 a new indoor skating rink was opened in Enschede, Netherlands. The refrigeration plant for this skating rink was designed, delivered and installed by IBK Compac. CO2 was chosen as the secondary refrigerant; CO2 is easily detectable, sustainable and - above all - very energy efficient, since less pumping energy is required and pipes with a smaller diameter can be used. The waste heat of the refrigeration plant is used for the Zamboni (ice resurfacer), for the central heating system and for the unique floor heating system, which is located under the skating rink. [Dutch] In oktober 2008 werd in Enschede de IJsbaan Twente geopend. Het werd een geheel overdekte schaatsbaan, waarvoor IBK Compac de koude-installatie heeft ontworpen, geleverd en geinstalleerd. Gekozen werd voor CO2 als secundaire koudedrager. CO2 is goed detecteerbaar, duurzaam en vooral zeer energie-efficient doordat er minder pompenergie nodig is en er leidingen met een kleinere diameter kunnen worden gebruikt. De restwarmte van de koelinstallatie wordt o.a. benut voor de dweilmachine (Zamboni), voor het cv-blok en voor het unieke vloerverwarmingssysteem dat onder de ijsbaan ligt.

Biological degradation of partially oxidated constituents of stabilized sapropel; Biologischer Abbau teiloxidierter Inhaltsstoffe stabilisierter Faulschlaemme

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Scheminski, A.; Krull, R.; Hempel, D.C. [Technische Univ. Braunschweig (Germany). Inst. fuer Bioverfahrenstechnik

1999-07-01

Partial oxidation of sapropel with ozone destroys the cell walls of microorganisms in sludge and releases the cell constituents. Substances that are not biologically degraded because of the size or structure of their molecules are transformed into smaller, water-soluble and biologically degradable fractions by the reaction with ozone. The experiments aim to render the partially oxidated sewage sludge constituents highly biologically degradable using a minimum of oxidation agents. For the experiments described, stabilized sapropels with low biological activity are used. Hence the ozone is mainly used for the partial oxidation of recalcitrant constituents. (orig.) [German] Durch partielle Oxidation von Faulschlaemmen mit Ozon werden die Zellwaende der Mikroorganismen im Schlamm zerstoert und die Zellinhaltsstoffe freigesetzt. Dabei werden Substanzen, die aufgrund ihrer Molekuelgroesse oder -struktur biologisch nicht abgebaut werden, durch die Reaktion mit Ozon in kleinere, wasserloesliche und biologisch abbaubare Bruchstuecke ueberfuehrt. Ziel der Versuche ist es, durch den Einsatz moeglichst geringer Mengen an Oxidationsmitteln eine hohe biologische Abbaubarkeit der teiloxidierten Klaerschlamminhaltsstoffe zu erreichen. Fuer die hier vorgestellten Experimente wurden stabilisierte Faulschlaemme mit geringer biologischer Aktivitaet eingesetzt. Dadurch wird das Ozon vorwiegend zur Teiloxidation recalcitranter Inhaltsstoffe genutzt. (orig.)

Influence of biofuels on exhaust gas and noise emissions of small industrial diesel engines; Einfluss von Biokraftstoffen auf die Abgas- und Geraeuschemission kleiner Industriedieselmotoren

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Spessert, B.M. [Fachhochschule Jena (Germany). Fachgebiet Kraft- und Arbeitsmaschinen; Schleicher, A. [Fachhochschule Jena (Germany). Fachgebiet Umweltmesstechnik

2007-03-15

At small industrial diesel engines, as they were brought in oftentimes on building sites, in the farming and forest industry and on boats, biofuels are increasingly used. In a research project of the University of Applied Sciences Jena, Germany, thus the changes of the exhaust gas pollutant and noise emissions of these diesel engines were investigated. Test fuels were diesel fuel, and also biofuels as biodiesel (RME), rape seed oil and sun flower oil. Depending on the operating point these biofuels increased or reduced the emissions of exhaust gas and noise of the investigated engines clearly. (orig.)

Criteria of validity in the measurement of shearing fracture toughness; Gueltigkeitskriterien zur Bestimmung von Scherbruchzaehigkeiten

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hiese, W

2000-01-01

The investigations aimed at the development of criteria for measuring valid shearing fracture toughness data K{sub IIc} in analogy to the measurement of mode-I fracture toughness K{sub Ie}. Details are presented, and practical recommendations are given. [German] Die Brucheigenschaften von Werkstoffen werden ueblicherweise unter Zugbeanspruchungsbedingungen (Mode-I) bestimmt. Im Anwendungsbereich der linear-elastischen Bruchmechanik bzw. des Kleinbereichsfliessens geschieht dieses in Form der Bruchzaehigkeit K{sub Ic}. Es existieren entsprechende Richtlinien zur Durchfuehrung des Tests sowie zur Registrierung und Auswertung der Daten. Diese Kriterien sind in Standards festgelegt. Empfehlungen zur Bestimmung der Bruchzaehigkeit K{sub IIc} unter ebener Scherbelastung (Mode-II) fuer Werkstoffe mit im wesentlichen linear-elastischem Verhalten existieren nicht. Im Rahmen dieser Arbeit werden durch den Vergleich der Groesse der plastischen Rissspitzenzonen im Verhaeltnis zu den Abmessungen von Probe bzw. Bauteil Kriterien zur Messung gueltiger Scherbruchzaehigkeiten K{sub IIc} analog zur Messung der Mode-I-Bruchzaehigkeit K{sub Ic} entwickelt. Der Groessenvergleich der plastischen Rissspitzenzonen fuer beide Beanspruchungsarten zeigt unter aequivalenten Beanspruchungen, d.h. K{sub II}=K{sub I}, dass bei Mode-II beanspruchten Rissen die plastischen Zonen groesser, aber die Differenzen in der Groesse der plastischen Zonen fuer die Zustaende ebener Spannung und ebener Dehnung kleiner sind als unter entsprechenden Mode-I-Beanspruchungen.

Design of the intake and outlet areas of turbines; Gestaltung der Zu- und Abstroemung von Turbinen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ruprecht, A. [Stuttgart Univ. (Germany). Abt. Numerische Stroemungsmechanik

1997-12-31

Especially in the case of plants with a small height of drop, efficiency can be substantially impaired. Moreover, an unfavourable design of the inlet area can result in operating problems because of instationary flow phenomena. Similar considerations apply to the draft tube and outflow area. Selected examples are chosen to demonstrate problems and propose improvements. As modelling demands too much effort in the case of small plants, the investigations are carried out using modern numerical flow calculation methods. As demonstrated, inlet and outflow areas can be economically designed using these methods even in the case of small hydro power stations so as to present favourable flow parameters. [Deutsch] Vor allem bei Anlagen mit kleiner Fallhoehe kann der Verlust betraechtlich sein. Darueber hinaus kann eine unguenstige Gestaltung des Einlaufbereichs durch instationaere Stroemungsphaenomene auch zu Problemen beim Betrieb der Anlage fuehren. Aehnliches gilt bei der Gestaltung des Saugrohrs und der Abstroemung. An ausgewaehlten Beispielen werden Probleme dargestellt und Verbesserungsvorschlaege aufgezeigt. Da bei kleinen Anlagen Modellversuche zu aufwendig sind, erfolgen die Untersuchungen mit modernen Methoden der numerischen Stroemungsrechnung. Es wird gezeigt, dass man mit diesen Methoden in der Lage ist, auch bei Kleinwasserkraftanlagen wirtschaftlich eine stroemungsguenstige Gestaltung von Zu- und Abstroemung zu erreichen. (orig.)

The predictive validity of the selection battery used for junior leader training within the South African national defence force

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Johannes Muller

2003-10-01

Full Text Available The principal objective of the study was to determine the predictive validity of the test battery used for the selection of junior leaders in the South African National Defence Force. A sample of 96 respondents completed certain indices of the SPEEX-Battery as well as the Advanced Ravens Progressive Matrices test. The test results were compared with the course results. Using canonical correlation analysis, a highly significant relationship was found between the independent variables and the dependent variables (r = 0,787; p is less than 0,00005. The predictors with the highest loadings were cognitive ability, conceptualisation, reading comprehension, listening potential, physical stress, and mental stress. Opsomming Die hoofdoelwit van die studie was om die voorspellingsgeldigheid van die toetsbattery vir keuring van junior leiers in die Suid Afrikaanse Nasionale Weermag te evalueer. ’n Steekproef van 96 respondente het sekere indekse van die SPEEX-Battery asook die Advanced Ravens Progressive Matrices toets voltooi. Die toetsresultate is vervolgens vergelyk met die kursusuitslae. Die veranderlikes is aan kanoniese korrelasie-ontleding onderwerp wat ’n betekenisvolle verwantskap opgelewer het tussen die onafhanklike veranderlikes en die afhanklike veranderlikes (r = 0,787; p is kleiner as 0,00005. Die voorspellers met die hoogste ladings was kognitiewe vermoë, konseptualisering, leesbegrip, luisterpotensiaal, fisieke stres en psigiese stres.

Rekonstruktion mit Netz beim komplexen Prolaps der Frau: Was hilft es der Patientin wirklich?

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Hierl J

2010-01-01

Full Text Available Einleitung: Der komplexe Genitaldeszensus der Frau geht oftmals mit einer deutlichen Einschränkung der Lebensqualität (LQ einher. Dennoch ist der Endpunkt der meisten klinischen Analysen rein anatomischer und funktioneller Natur. In der vorliegenden Untersuchung wurden die Einflüsse der operativen Rekonstruktion mit einem Netz prospektiv auf die LQ evaluiert. Patienten und Methoden: Bei insgesamt 111 Patientinnen mit Deszensus erfolgte zwischen 08/2005 und 12/2007 eine operative Versorgung mittels vaginaler Netzeinlage (anteriorer bzw. kompletter Mesh-Repair. Die LQ wurde prospektiv prä- und postoperativ anhand standardisierter LQ-Fragebögen erfasst. Ergebnisse: Präoperativ zeigte sich bei den Patientinnen eine signifikant reduzierte LQ gegenüber einem Normalkollektiv (p 0,01. Bei 7 % der Patientinnen mit anteriorem, und bei 11 % mit komplettem Mesh-Repair lag postoperativ kein adäquates klinisches Ergebnis vor. In diesem Kollektiv zeigte sich kein signifikanter Unterschied in den LQ-Tests prä- und postoperativ. Bei gutem postoperativem Ergebnis zeigte sich in der Gruppe mit anteriorer Netzeinlage lediglich bei 45 % (p = 0,021, bei kompletter Netzeinlage nur bei 31 % (p = 0,041 eine signifikant verbesserte LQ. Bei kleiner Fallzahl und kurzem Nachbeobachtungszeitraum kann eine gültige Aussage bezüglich der LQ nach Deszensuschirurgie mit Netzeinlage jedoch noch nicht getroffen werden.

„Ein Kunstwerk enthält nicht die geringste Information“. Deleuze, Guattari und die zeitgenössische Kunst

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Stephen Zepke

2017-12-01

Full Text Available Deleuzes und Guattaris Zurückweisung der Konzeptkunst ist allgemein bekannt und passt so garnicht zur derzeitigen Hegemonie der “post-konzeptionellen” Kunstpraktiken. Genauso unpassend erscheint Deleuzes ontologische und politische Abneigung gegen die Photographie, die „Schnappschüsse“ oder Repräsentationen des Werdens liefert, indem sie Klischeebilder unmittelbar in unserer Gehirne pflanzt, die dann unsere Handlungen und Reaktionen kontrollieren, indem sie uns der Fähigkeit zum kreativen Denken berauben. In Cinema 2 weitet Deleuze diese Argumentation auf das neue “elektronische Bild” aus das, wie auch die Konzeptkunst, die Ebene der Komposition in eine „Schneidetischebene“ oder einen „Bildschirm“ verwandelt, welche Informationen und mit ihnen unsere zu Schnittstellen gewordenen Gehirne einfach nur formatieren. Heutzutage werden Konzeptpraktiken, Photographie und digitale Technologien von der zeitgenössischen Kunst als selbstverständlich angesehen, die auch fröhlich „D&G“ anwendet. Doch verdienen Deleuzes und Guattaris Gedanken nicht eine kritischere Würdigung? Braucht es nicht eine kleinere Kriegsmaschine? Wie sähe die aus im Falle der zeitgenössischen Kunstpraktiken? Unter den diversen Möglichkeiten untersucht der vorliegende Text die sublimen Verzweigungen einer Deuleuzeschen Vorstellung des “Denkens” sowie dessen Position als des „immanent Äußeren“ der post-konzeptionellen Richtung der Kunst

PLDAPS: A Hardware Architecture and Software Toolbox for Neurophysiology Requiring Complex Visual Stimuli and Online Behavioral Control.

Science.gov (United States)

Eastman, Kyler M; Huk, Alexander C

2012-01-01

Neurophysiological studies in awake, behaving primates (both human and non-human) have focused with increasing scrutiny on the temporal relationship between neural signals and behaviors. Consequently, laboratories are often faced with the problem of developing experimental equipment that can support data recording with high temporal precision and also be flexible enough to accommodate a wide variety of experimental paradigms. To this end, we have developed a MATLAB toolbox that integrates several modern pieces of equipment, but still grants experimenters the flexibility of a high-level programming language. Our toolbox takes advantage of three popular and powerful technologies: the Plexon apparatus for neurophysiological recordings (Plexon, Inc., Dallas, TX, USA), a Datapixx peripheral (Vpixx Technologies, Saint-Bruno, QC, Canada) for control of analog, digital, and video input-output signals, and the Psychtoolbox MATLAB toolbox for stimulus generation (Brainard, 1997; Pelli, 1997; Kleiner et al., 2007). The PLDAPS ("Platypus") system is designed to support the study of the visual systems of awake, behaving primates during multi-electrode neurophysiological recordings, but can be easily applied to other related domains. Despite its wide range of capabilities and support for cutting-edge video displays and neural recording systems, the PLDAPS system is simple enough for someone with basic MATLAB programming skills to design their own experiments.

Options for shallow geothermal energy for horticulture. Annexes; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw. Bijlagen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

2012-06-15

Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower. This report comprises the annexes (A) Geologic Framework, and (B) Maps of the Netherlands (depth, thickness of sand layers, temperature and shallow geothermal energy potential [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager. Dit rapport bevat de bijlagen: (A) Geologisch kader, en (B) B Kaarten Nederland (diepte, zandlaagdikte, temperatuur en ondiepe geothermie (OGT) potentie.

Effect of neoadjuvant chemotherapy in hepatic steatosis.

Science.gov (United States)

Jiménez, Raúl; Hijona, Elizabeth; Emparanza, José; Alústiza, Jose M; Hijona, Lander; Macarulla, Maria T; Portillo, Maria P; Herreros-Villanueva, Marta; Beguiristain, Adolfo; Arenas, Juan; Bujanda, Luis

2012-01-01

Chemotherapy drugs often produce side effects in the liver. In recent years, there has been speculation about the ability to produce hepatic steatosis in patients treated with 5-fluorouracil and oxaliplatin. This prospective study examines whether these drugs can produce steatosis in patients with neoadjuvant treatment who were operated on for liver tumors. Our objective was to assess the effect of neoadjuvant chemotherapy (NAC) on the development of hepatic steatosis in the healthy liver. This was a prospective study based on 32 patients divided into two groups. The presence of steatosis was assessed using a histological score (Kleiner classification) and a biochemical method (Folch method) for patients from both groups. A total of 14 patients (44%) had hepatic steatosis and half of these were in each group. The steatosis was moderate to severe (grades 2-3) in 4 patients (13%), 2 in each group. The mean levels of triglycerides in the liver were 33.38 and 29.94 mg/g in group I and group II, respectively, with the difference not being statistically significant. Almost half of the patients treated with NAC for liver neoplasia developed steatosis. Nevertheless, NAC does not seem to increase the risk of hepatic steatosis. Copyright © 2012 S. Karger AG, Basel.

Vieweg manual of motor car engineering. 3. tot. new rev. and enl. ed.; Vieweg Handbuch Kraftfahrzeugtechnik

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Braess, H.H.; Seiffert, U. (eds.)

2003-07-01

This is the 3rd, revised and re-edited edition. Current trends are considered, i.e. DI and variable valve operation, particulate filters, double clutch gears, ESP-Plus, SUN-Fuel, and variable adaptive lighting. There are new chapters on standardisation (e.g. telematics and interface problems), accident research, internals, software, service-friendly design, maintenance and diagnosis, as well as sports and racing cars. Contents: Requirements on motor cars; Innovative technologies; Aerodynamics; Air conditioning; Acoustics; Design; Package; Fuel cell; Electric vehicles; Gas turbine; Spark ignition engine; Diesel engine; Superchargers; Couplings and gears; Four-wheel drives; Brakes and control systems; Two-stroke engines; Car bodies; Materials; Surface protection; Passenger compartment; Safety; Brakes; Tyres; Chassis; Fuels; Electric and electronic systems; Software; Driver assistant systems; Lighting; Sensors; Onboard network; EMP; Materials; Simultaneous engineering; Simulations; Experimental technologies; Motor cars and transportation in the future; Legislation and standardisation; Accident research; Diagnosis and maintenance; Racing cars and sports cars. [German] Fahrzeugingenieure in Praxis und Ausbildung benoetigen den raschen und sicheren Zugriff auf Grundlagen und Details der Fahrzeugtechnik sowie wesentliche zugehoerige industrielle Prozesse. Solche Informationen, die in ganz unterschiedlichen Quellen abgelegt sind, systematisch und bewertend zusammenzufuehren, hat sich dieses Handbuch zum Ziel gesetzt. Die Autoren sind bedeutende Fachleute der deutschen Automobil- und Zuliefererindustrie, sie stellen sicher, dass Theorie und Praxis vernetzt vermittelt werden. Die dritte Auflage wurde neu bearbeitet, aktualisiert und erweitert. Damit haben die aktuellen Entwicklungen von Benzindirekteinspritzung und variabler Ventilbetrieb, sowie Partikelfilter, Doppelkupplungsgetriebe, ESP-Plus, SUN-Fuel oder variable adaptive Beleuchtungssysteme Eingang gefunden. Neu

Development of a direct methanol fuel cell system for the power segment below 5 kW; Entwicklung eines Direkt-Methanol-Brennstoffzellensystems der Leistungsklasse kleiner 5 kW

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Noelke, M.

2006-10-20

The attractiveness of electrical conversion of liquid methanol in a fuel cell is defined by its simple storage and high energy density. Therefore, direct-methanol fuel cell (DMFC) qualifies for applications in portable systems and mobile application in the kW-class. The goal of this work is to develop and demonstrate an improved and optimized peripheral DMFC system compared to the current level of technology. The selected mobile application is the retrofit of the energy supply of a ''Scooter'' with a fuel cell system. The required size reduction and the simplification of the DMFC system are realized by an integrated concept, which combines ideally the peripheral system and the fuel cell. A profound analysis of the stack and the peripheral components is a prerequisite for an optimized design. A detailed modelling and understanding of the stack behaviour establish the starting point of this work. The influence of the most important operating parameters like stack temperature, cell voltage, current density, air ratio and methanol concentration is captured accurately by the developed model and validated by experimental data. This shapes the frame work of the following system design approach. For this the clearly defined task of the peripheral system are investigated individually for alternatives and the best option is selected for the final solution. For selecting the right pumps and blowers available products and prototypes are characterized and checked for the system requirements. The investigation and the modelling of the exhaust gas condenser lead to an optimized component design for the ''Scooter'' DMFC design. Additionally, the integration of the anode loop is accomplished consisting of the supply lines, the circulating pump, the gas separator and the exhaust line. The direct coupling of the fuel cell with a lithium-ion battery as an option for electrical conditioning is investigated. In the system modelling the influence of the operational parameter on characteristic performance indicators like electrical power, efficiency, and power density is analysed in combination with the heat and water management of the system. The system can be optimized only for single specific targets. For example the best system efficiency has been evaluated for a cell voltage of 400 mV and a stack temperature of 70 C. In the final part the development of the power supply of a Scooter is described. A compact system with a net power output of 1230 W has been realized. The system efficiency amounts up to 18.8 %. (orig.)

Prototype of an electric 'integral-ecomotor' for the power range up to 1 kW; Funktionsmuster eines Integral-Sparmotors im Leistungsbereich kleiner 1 kW

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Lindegger, M.

2006-11-15

Numerous electric motors of our daily use, with power ratings of about 1 kW operate at rather low efficiencies. Their share in the overall electric consumption is considerable. The aim of the research project consisted in the development of an efficient electric motor with incorporated electronic control ('integral-ecomotor'), which may serve as a substitute for usual variable speed squirrel cage three-phase motor. It was shown that the cost of these new motors of 1 kW power output, built with normalised casings, remain similar to those of squirrel cage three phase motors with inverters. Since 2004, the cost of raw materials as copper or aluminium increased considerably, whereas the cost of Neodymium-Iron-Boron magnets remained rather stable. These facts advocate for energy saving motors making use of permanent magnets, requiring much less copper or aluminium than squirrel cage three phase motors. With integral ecomotors, higher efficiencies are achieved at lower masses as compared to usual squirrel cage three-phase motors. In 2004, a first prototype of this ecomotor using permanent magnets, was built. The advantages of improved performances at lower weight were confirmed. During 2005 and 2006, the technology was then improved and matured in a joint research project with 3 industrial partners. (author)

Die Auswahl Der Richtigen E-Commerce-Software Für Das Eigene Unternehmen - Anwendung Des AHP-Modells(Şirketiniz İçin Doğru E-Ticaret Yazılım Seçimi – AHP-Model Uygulaması

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Kemal YAMAN

2012-01-01

Full Text Available Die Auswahl der richtigen eBusiness-Software-Lösung hat für das eBusiness-Geschäft von Unternehmen eine große Bedeutung. Das bedeutet, dass die Unternehmen eines kompetentes, effizientes, flexibles und starkes Softwarepakets bedürfen. Dafür müssen sie eine ausführliche Analyse des passenden Softwarepaketes aus dem wirtschaftlichen Aspekt ausführen. Denn eine solche Softwarelösung soll einem Unternehmen ermöglichen, ihre Produkte und Dienstleistungen problemlos online anbieten zu können. Es wird festgestellt, dass sie Auswahl solcher Softwarepakete sorgfältig durchgeführt werden müssen, da diese unterschiedliche Stärken bzw. Eigenschaften aufweisen. Zum Beispiel hat eine Lösung sehr gute Marketing-Tools, die andere jedoch Sicherheits- oder Flexibilität-Tools. Im ersten Teil der Arbeit wird auf die Bedeutung der Auswahl einer eBusiness-Lösung eingegangen und es werden dabei die relevanten Eigenschaften von Softwarelösungen sowie ihre Relevanz für den Unternehmensgeschäftserfolg geschildert. Im zweiten Teil wird der Analytic Hierarchy Process dargestellt, bei dem das Entscheidungsproblem in kleinere Teilaufgaben aufgelöst werden, die dann zu lösen sind. Schließlich werden im dritten Teil in einer abschließenden Zusammenfassung die Ergebnisse und die Schlussfolgerungen geschildert.

网上书商胜在花样多

Institute of Scientific and Technical Information of China (English)

谢旻

1998-01-01

爱书的朋友大概都听过网上书商Amazon. Con(亚马逊)。硅谷创业投资业元老Kleiner Perkins的John Doerr曾说过,亚马逊是他们自从投资英特尔之后,最重要和最具影响力的公司。笔者对此完全赞同。一般在NASDAQ上市公司的股价,都会经过三个波动第一波是上市时,大家对公司充满期望,炒高股价,第二波是开始有利润时;第三波是显示出有可以持久的业绩。今日的亚马逊有三百名员工,市值超过二十二亿美元。但据笔者所见,公司内部仍维持着俭仆的风气,会议室的桌子,都是拆屋后捡回来的门改装的。亚马逊创始人Jeff Bezos既不是书商出身,也不是硅谷人,当年只是华

Modern plant management in the competitive market

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Fischer, B.; Franke, U.; Freitag, J.U. [E.ON Kraftwerke GmbH, Hannover (Germany)

2002-07-01

Forced by the deregulation of the energy market and the big drop of electricity prices E.ON Kraftwerke was completely reorganised. Small, flexible units that are focussed on their key tasks were formed. Costs for electricity generation in our plants were reduced. Power plants that are currently not economically efficient are temporarily shut down. Power plants that are permanently not economically efficient are totally shut down. We have now reached a point at which energy prices slowly start to rise again. With our new plant management organization we have a lasting effect on further successfully operating power plants and a positive development of our company. Looking into the future does not create fear about what to do but positive believe that we will soon start new projects. This is the fundament for a stable, successful power plant company. (orig.) [German] Unter dem erheblichen Kostendruck, dem alle Energieversorger derzeit ausgesetzt sind, wurde die Aufbauorganisation von E.ON Energie grundlegend veraendert. Bei E.ON Kraftwerke wurden durch die Schaffung kleiner, flexibler Einheiten und eine klare Konzentration auf das Kerngeschaeft die Kosten fuer die Stromerzeugung in den eigenen Anlagen deutlich gesenkt. Die Auslastung vorhandener wirtschaftlicher Bloecke ist durch die Konservierung von derzeit nicht wirtschaftlichen bzw. durch die Stillegung langfristig nicht wirtschaftlicher Anlagen erheblich verbessert worden. Nachhaltig wurde damit eine Betriebsfuehrungsstrategie entwickelt, die den Bestand und eine positive Entwicklung der Kraftwerksgesellschaft sichert. (orig.)

Die verband tussen werknemerstatus en werkhoudings in 'n winkelgroep

Directory of Open Access Journals (Sweden)

F. G. Prinsloo

1998-06-01

Full Text Available The relation between employment status and work attitudes in a retail group. Employment status refers to the type of employment contract that may be concluded between an employer and an employee. It rests upon a continuum, varying from a permanent full-time appointment to a temporary appointment for a certain task or period. More and more organisations maintain a smaller core group of permanent full-time employees, which is supplemented by temporary or part-time employees. In this research the job satisfaction of full-time and part-time workers in a retail group is compared. The part-time group differed significantly from the full-time group regarding one facet of job satisfaction namely a lower level of satisfaction with supervision. Opsomming Werknemerstatus het betrekking op die tipe dienskontrak wat tussen 'n werkgewer en werknemer gesluit word. Dit berus op 'n kontinuum wat wissel vanaf 'n permanent-voltvdse aanstelling tot 'n tvdelike aanstelling vir 'n bepaalde taak of tydperk. Meer en meer organisasies handhaaf 'n kleiner kemgroep van permanent-voltydse werknemers/ wat aangevul word met tydelike of deeltydse werknemers. In hierdie navorsing word die werktevredenheid van voltydse en deeltydse werknemers in 'n winkelgroep vergelvk. Die deeltydse groep het beduidend van die voltydse groep verskil ten opsigte van een faset van werktevredenheid, naamlik 'n laer vlak van tevredenheid met toesighouding.

Prevalence of zinc deficiency among primary school children in a poor peri-urban informal settlement in South Africa

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Folake O. Samuel

2010-05-01

Opsomming Die doel van hierdie dwarsdeursnitstudie was die bepaling van die risiko van ’n sinktekort in ’n ewekansige steekproef van 7 tot 11 jaar-oue kinders, woonagtig in ’n arm, voorstedelike informele woonbuurt in Suid Afrika. Dieetinnames van 149 respondente is geëvalueer deur 24-uur herroep en kwantitatiewe voedselfrekwensie vraelyste. Antropometriese en biochemiese indikatore van ’n kleiner steekproef van 113 is ook bepaal. Beskrywende statistiek, analise van variansie en Pearsonkorrelasies is bepaal deur die Statistical Package for Social Sciences, uitgawe 14.0. Antropometriese data is geanaliseer deur die statistiese program, Anthro plus, uitgawe 1.0.2, van die Wêreld Gesondheid Organisasie. Dieetdata is met behulp van FoodFinder® uitgawe 3 geanaliseer. Die gemiddelde ouderdom van die kinders was 9.0±1.1 jaar. Min sinkryke voedselbronne is in die hoofsaaklik plantryke dieet waargeneem. Die gemiddelde sinkinname was 4.6±2.2 mg/dag en die gemiddelde serumsinkwaarde was 66.4±21.5 µg/dL, met 46% van die kinders se waardes onder die 70 µg/dL afsnypunt. Die bevindings dui op ’n hoë risiko vir sinktekort en suboptimale sinkstatus vir die meerderheid van hierdie kinders, moontlik as gevolg van die swak inname van voedselbronne met hoë biobeskikbare sink, wat gewoonlik ’n direkte gevolg van armoede en huishoudelike voedsel insekuriteit is.

Beats on the Table: Beat Writing in the Chicago Review and Big Table

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Jaap van der Bent

2012-07-01

Full Text Available Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE MicrosoftInternetExplorer4 Kleine literaire tijdschriften, zogenaamde little magazines, hebben een belangrijke rol gespeeld bij de doorbraak, in de loop van de jaren vijftig, van de Amerikaanse Beat Generation. Aangezien grotere uitgeverijen en de gevestigde tijdschriften lange tijd terugschrokken voor de zowel inhoudelijk als formeel van de norm afwijkende uitingen van de Beats, verscheen hun werk aanvankelijk vooral in kleinere tijdschriften als de twee waaraan in dit artikel aandacht wordt besteed: de Chicago Review en Big Table. Aan de hand van een beschrijving van de inhoud van deze twee tijdschriften wordt geprobeerd duidelijk te maken hoe het werk van de Beat Generation zich in deze tijdschriften gaandeweg een eigen plaats verwierf. Speciale aandacht wordt besteed aan de rol van de redacteuren Irving Rosenthal en Paul Carroll; door zijn uitgekiende strategie om voor het omstreden werk van Beat-auteur William S. Burroughs geleidelijk een steeds grotere plaats in te ruimen, bepaalde vooral Rosenthal het veranderende karakter van de Chicago Review. De veranderingen bij dat tijdschrift verliepen niet zonder slag of stoot en waren voor de eigenaar ervan, de University of Chicago, op een gegeven moment aanleiding om de Chicago Review aan censuur te onderwerpen. Ook deze censuur en de reactie erop, de oprichting van Big Table, worden in het artikel belicht.

Histological scoring and associated risk factors of non-alcoholic fatty liver disease.

Science.gov (United States)

Majid, N; Ali, Z; Rahman, M R; Akhter, A; Rajib, R C; Ahmad, F; Sharmin, S; Akond, A K; Huq, N

2013-10-01

Non alcoholic steatohepatitis is a hepatic disorder with histological features of alcohol induced liver disease that occurs in individual who do not consume significant alcohol. Liver biopsy is an important part of the evaluation in term of both grade & stage. A cross sectional study was carried out in the department of Pathology, Dhaka Medical College, Dhaka & department of Hepatology, Bangabandhu Sheikh Mujib Medical University (BSMMU) from July 2007 to June 2009. Total 55 adult subjects of both sex were included on the basis of predefined inclusion & exclusion criteria in this study to evaluate the histological pattern of non alcoholic fatty liver disease (NAFLD) and its correlation with risk factors. Liver biopsy was done and H & E and Masson's Trichrome stain slides were examined to evaluate the grade and stage of NAFLD. Scoring and semiquantitative assessment of steatosis and NAFLD severity was done according to Kleiner scale known as NAFLD activity score (NAS). The results of Pearson correlation showed only BMI and triglyceride level significantly correlated with NAS score. The results of Spearman's rank correlation showed that BMI, central obesity, triglyceridaemia and age significantly correlated with staging of fibrosis. The results of multiple regression analysis showed that variation of NAS depend on BMI and triglyceride level. The study also revealed that risk factors contributed about 29% risk for the occurrence of non alcoholic steatohepatitis.

Clutches using engineering ceramics as friction material

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Albers, A.; Arslan, A.; Mitariu, M. [Universitaet Karlsruhe (T.H.), IPEK - Institut fuer Produktentwicklung, Kaiserstr. 10, 76131 Karlsruhe (Germany)

2005-03-01

The experimental and constructive results illustrate that engineering ceramic materials have a high potential in the field of dry running friction systems. According to first estimations, it is possible to build the vehicle clutch 53 % smaller or to transmit up to 180 % higher torque with the same size by an appropriate selection of the system friction pairing and an adequate ceramic design [1, 2]. The friction coefficient characteristic (decreasing friction coefficient above sliding speed) is unfavourable with regard to comfort (self-induced grab oscillations [3]) of the vehicle clutch. Furthermore, it is important to select the test procedure of the experimental analyses to be as close to the system as possible in order to obtain exact information concerning the target system. (Abstract Copyright [2005], Wiley Periodicals, Inc.) [German] Die experimentellen und konstruktiven Ergebnisse haben gezeigt, dass ingenieurkeramische Werkstoffe ein hohes Potenzial im Bereich der trockenlaufenden Friktionssysteme haben. Durch geeignete Wahl der Systemreibpaarung und eine keramikgerechte Konstruktion ist es nach ersten Abschaetzungen moeglich, die Kfz-Kupplung um 53 % kleiner zu bauen bzw. bei gleicher Groesse bis zu 180 % hoehere Drehmomente zu uebertragen [1, 2]. Die Reibungszahlcharakteristik (fallende Reibungszahl ueber Gleitgeschwindigkeit) ist im Hinblick auf Komfort (selbsterregte Rupfschwingungen [3]) fuer die Kraftfahrzeugkupplung unguenstig. Des Weiteren ist es wichtig, die Versuchsfuehrung der experimentellen Untersuchungen so systemnah wie moeglich zu waehlen, um genauere Aussagen auf das Zielsystem zu erhalten. (Abstract Copyright [2005], Wiley Periodicals, Inc.)

Diffusion tensor imaging for target volume definition in glioblastoma multiforme

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Berberat, Jatta; Remonda, Luca [Cantonal Hospital, Department of Neuro-radiology, Aarau (Switzerland); McNamara, Jane; Rogers, Susanne [Cantonal Hospital, Department of Radiation Oncology, Aarau (Switzerland); Bodis, Stephan [Cantonal Hospital, Department of Radiation Oncology, Aarau (Switzerland); University Hospital, Department of Radiation Oncology, Zurich (Switzerland)

2014-10-15

Glioblastomen. MR-Tensor-Traktate und Karten von isotroper (p) und anisotroper (q) Diffusion von Wasser wurden bei 13 Patienten mit Glioblastomen mit der CT-Bildgebung koregistriert. Ein eigenes Bildverarbeitungsprogramm wurde verwendet, um die Diffusion von Wasser in jedem Voxel in der Umgebung des Tumors zu analysieren. Die Tumorinfiltration wurde nach validierten Kriterien abgebildet. Das kontralaterale normale Gehirn wurde als interne Kontrolle verwendet. Ein klinisches Zielvolumen (CTV) wurde auf Basis des T{sub 1}-basierten Bilds (T{sub 1Gd}), der Traktographie und des Infiltrationsmusters generiert. Dieses Zielvolumen wurde mit einem konventionellen T{sub 2}-basierten CTV verglichen. Die Erstellung eines diffusionsbasierten klinischen Zielvolumens, welches die benachbarte weisse Substanz enthaelt, ist sehr gut moeglich. Zwischen dem DTI-CTV und dem T{sub 2}-basierten CTV wurde eine statistisch signifikante Differenz nachgewiesen (p < 0,005; t = 3,480). Da die DTI-CTVs kleiner sind als die T{sub 2}-basierten CTVs (Tumor plus peritumorales Oedem), werden die pq-Karten ein Oedem nicht einfach erkennen. Die DTI-PTV zeigt den Trend einer Volumenreduktion im Vergleich mit der PTV auf. Dieses diffusionsbasierte Volumen war kleiner als das herkoemmlich definierte (konventionelle) Volumen. Das Erweitern des CTV entlang der abnormalen Tensorabschnitte, um die Deckung der voraussichtlichen Verbreitungsrouten zu bewahren und unbeteiligtes Gehirn zu schonen, ist ein rationaler Ansatz, um die Strahlentherapieplanung fuer Glioblastompatienten zu individualisieren. (orig.)

Increased soluble CD36 is linked to advanced steatosis in nonalcoholic fatty liver disease.

Science.gov (United States)

García-Monzón, Carmelo; Lo Iacono, Oreste; Crespo, Javier; Romero-Gómez, Manuel; García-Samaniego, Javier; Fernández-Bermejo, Miguel; Domínguez-Díez, Agustín; Rodríguez de Cía, Javier; Sáez, Alicia; Porrero, José Luís; Vargas-Castrillón, Javier; Chávez-Jiménez, Enrique; Soto-Fernández, Susana; Díaz, Ainhoa; Gallego-Durán, Rocío; Madejón, Antonio; Miquilena-Colina, María Eugenia

2014-01-01

Soluble CD36 (sCD36) clusters with insulin resistance, but no evidence exists on its relationship with hepatic fat content. We determined sCD36 to assess its link to steatosis in nonalcoholic fatty liver disease (NAFLD) and chronic hepatitis C (CHC) patients. Two hundred and twenty-seven NAFLD, eighty-seven CHC, and eighty-five patients with histologically normal liver (NL) were studied. Steatosis was graded by Kleiner's histological scoring system. Serum sCD36 and hepatic CD36 expression was assessed by immunoassay and immunohistochemistry, respectively. In NAFLD, serum sCD36 levels were significantly higher in simple steatosis than in NL (361.4 ± 286.4 vs. 173.9 ± 137.4 pg/mL, respectively; P steatosis (387.2 ± 283.6 pg/mL; P = 0.173). A progressive increase in serum sCD36 values was found in NAFLD depending on the histological grade of steatosis (P steatosis in NAFLD when adjusted by demographic and anthropometric features [odds ratio (OR), 1.001; 95% confidence interval (CI), 1.000 to 1.002; P = 0.021] and by metabolic variables (OR, 1.002; 95% CI, 1.000 to 1.003; P = 0.001). Interestingly, a significant correlation was observed between hepatic CD36 and serum sCD36 (ρ = 0.499, P steatosis in NAFLD. © 2013 Stichting European Society for Clinical Investigation Journal Foundation. Published by John Wiley & Sons Ltd.

New placement of TIPS during pregnancy for recurring esophageal variceal bleeding: Estimation of fetal radiation exposure; TIPS-Neuanlage in der Schwangerschaft bei rezidivierender Oesophagusvarizenblutung - Abschaetzung der fetalen Strahlenexposition

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wildberger, J.E.; Vorwerk, D.; Stargardt, A.; Guenther, R.W. [Technische Hochschule Aachen (Germany). Klinik fuer Radiologische Diagnostik; Winograd, R.; Busch, N. [Technische Hochschule Aachen (Germany). Medizinische Klinik 3

1998-10-01

Recurrent variceal bleeding due to liver cirrhosis led to treatment with a transjugular intrahepatic portosystemic shunt (TIPS) in a pregnant woman at 20 weeks` gestation. Fetal radiation exposure was estimated to be less than 10 mSv. The use of a graduated catheter allowed measurement of field size and reliable determination of the patient`s entrance dose. Radiation exposure of an approximated fetal dosage of 5.2 mSv did not justify abortion for medical reasons. Therefore, TIPS procedure is not generally contraindicated during pregnancy itself. TIPS placement may be a therapeutic option related to the severity of the underlying maternal disease, after radiation exposure of the fetus has been estimated. (orig.) [Deutsch] Bei rezidivierender Oesophagusvarizenblutung auf dem Boden einer Leberzirrhose wurde bei bestehender Schwangerschaft der 20. Woche ein transjugulaerer portosystemischer Stent-Shunt (TIPS) neu angelegt. Praeinterventionell wurde die zu erwartende Strahlenexposition fuer den Feten kleiner 10 mSv abgeschaetzt. Der Einsatz eines Messkatheters waehrend des Eingriffs ermoeglichte die genaue Bestimmung der Feldgroesse und somit eine verlaessliche Berechnung der Einfallsdosis. Die applizierte Strahlendosis lag mit 5,2 mSv unter der praeinterventionellen Abschaetzung. Eine Strahlenexposition in diesem Dosisbereich stellt keine Indikation fuer einen medizinisch induzierten Schwangerschaftsabbruch dar. Eine intakte Graviditaet ist keine absolute Kontraindikation zur TIPS-Neuanlage. Diese muss unter Beruecksichtigung der Schwere des muetterlichen Krankheitsbildes und unter Vorausabschaetzung der zu erwartenden Strahlenexposition fuer den Feten als moegliche Therapieoption geprueft werden. (orig.)

Development of a photoacoustic sensor system for the measurement of atmospheric soot aerosols. Final report; Weiterentwicklung und Charakterisierung des photoakustischen Russsensors. Schlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kraemer, L.; Bozoki, Z.; Niessner, R.

2001-03-01

The photoacoustic soot sensor (PASS) has been optimised and characterised in this work to enable online atmospheric black carbon (BC) monitoring. The mobility of the sensor suited for outdoor measurements was already achieved by a former setup. The major technical modifications include the use of a new diode laser with an emission wavelength of 680 nm and an output power of 250 mW and the redesign of the photoacoustic resonance cell and all optical components. Additionally, most of the electronic compounds have been exchanged, e.g. function generator, microphone preamplifier, lock-in amplifier. Due to these modifications, the increase in the sensitivity of the system led to a detection limit in the order of 100 ng per m{sup 3}. The selectivity has been enhanced by the use of a magnetic valve, which enables the independent determination of particular and gaseous compounds of the sample. Cross-sensitivities to water vapor or nitrogen dioxide can be excluded by differential measurement. Any influence by other airborne atmospheric particles like scattering salt aerosols, desert dust or humic acid is negligable under atmospheric conditions as has been shown in laboratory experiments. For the determination of low atmospheric BC concentrations, the time resolution of the entire setup by employing a software controlled, automated measurement cycle equals {proportional_to}5 minutes. The PASS was tested in various field campaigns at different measurement sites to determine atmospheric BC (Munich-Grosshadern, Kleiner Feldberg) and diesel soot (AIDA, FZ Karlsruhe; diesel engine, DaimlerChrysler). (orig.)

Recent advances in neonatology - new tasks for the radiologist; Entwicklungen in der Neonatologie. Anforderungen an den Radiologen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Klebermass, K.; Birnbacher, R.; Weninger, M.; Pollak, A. [Abt. fuer Neonatologie, angeborene Stoerungen und Intensivmedizin, Universitaetsklinik fuer Kinder- und Jugendheilkunde, Allgemeines Krankenhaus, Vienna (Austria)

2000-01-01

Modern neonatology comprises care for a growing number of infants with congenital abnormalities and an increasing number of premature born infants. The survival rates of premature infants have increased dramatically during the past decade. This increase in survival rates can be attributed to improved prenatal and obstetric management and to advances in neonatal intensive care medicine. Radiological support: Neonatology has become a pediatric subspeciality of its own resulting in the demand for an equally specialised radiological support. Therefore, the availability of a children's radiologist for radiological and sonographic examinations is mandatory (24 hours a day) for optimal patient care on a neonatal intensive care unit. A good cooperation between radiologist and neonatologist in neonatal intensive care medicine is therefore warranted. (orig.) [German] Die moderne Neugeborenenintensivmedizin umfasst neben den typischen neonatalen Krankheitsbildern eine wachsende Zahl kleiner Fruehgeborener mit einem Geburtsgewicht <1500 g und eine, durch verbesserte praenatale Diagnostik, zunehmend groesser werdende Gruppe von Kindern mit komplexen Fehlbildungen. Anforderungen an den Radiologen: Diese Entwicklungen stellen auch an den Radiologen neue Anforderungen; neben der zunehmenden Zahl an Fruehgeborenen und ihren speziellen Krankheitsbildern ist auch die Abklaerung von speziellen, beim Intensivpatienten auftretenden Problemen erforderlich. Durch die meist gegebene Dringlichkeit der radiologischen Abklaerung ist die Verfuegbarkeit eines Kinderradiologen rund um die Uhr unabdingbar. Zudem muessen fahrbare Roentgen- und Ultraschallgeraete zur Verfuegung stehen, um eine Diagnostik direkt am Krankenbett zu ermoeglichen. Diskussion: An einer Neugeborenenintensivstation ist daher eine enge Zusammenarbeit mit dem Kinderradiologen unbedingt notwendig. (orig.)

Development of hepatocellular carcinoma in a murine model of nonalcoholic steatohepatitis induced by use of a high-fat/fructose diet and sedentary lifestyle.

Science.gov (United States)

Dowman, Joanna K; Hopkins, Laurence J; Reynolds, Gary M; Nikolaou, Nikolaos; Armstrong, Matthew J; Shaw, Jean C; Houlihan, Diarmaid D; Lalor, Patricia F; Tomlinson, Jeremy W; Hübscher, Stefan G; Newsome, Philip N

2014-05-01

Obesity is increasingly prevalent, strongly associated with nonalcoholic liver disease, and a risk factor for numerous cancers. Here, we describe the liver-related consequences of long-term diet-induced obesity. Mice were exposed to an extended obesity model comprising a diet high in trans-fats and fructose corn syrup concurrent with a sedentary lifestyle. Livers were assessed histologically using the nonalcoholic fatty liver disease (NAFLD) activity score (Kleiner system). Mice in the American Lifestyle-Induced Obesity Syndrome (ALIOS) model developed features of early nonalcoholic steatohepatitis at 6 months (mean NAFLD activity score = 2.4) and features of more advanced nonalcoholic steatohepatitis at 12 months, including liver inflammation and bridging fibrosis (mean NAFLD activity score = 5.0). Hepatic expression of lipid metabolism and insulin signaling genes were increased in ALIOS mice compared with normal chow-fed mice. Progressive activation of the mouse hepatic stem cell niche in response to ALIOS correlated with steatosis, fibrosis, and inflammation. Hepatocellular neoplasms were observed in 6 of 10 ALIOS mice after 12 months. Tumors displayed cytological atypia, absence of biliary epithelia, loss of reticulin, alteration of normal perivenular glutamine synthetase staining (absent or diffuse), and variable α-fetoprotein expression. Notably, perivascular tumor cells expressed hepatic stem cell markers. These studies indicate an adipogenic lifestyle alone is sufficient for the development of nonalcoholic steatohepatitis, hepatic stem cell activation, and hepatocarcinogenesis in wild-type mice. Copyright © 2014 American Society for Investigative Pathology. Published by Elsevier Inc. All rights reserved.

Pancreatic neuroendocrine neoplasms; Neuroendokrine Neoplasien des Pankreas

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Beiderwellen, K.; Lauenstein, T.C. [Universitaetsklinikum Essen, Institut fuer Diagnostische und Interventionelle Radiologie und Neuroradiologie, Essen (Germany); Sabet, A.; Poeppel, T.D. [Universitaetsklinikum Essen, Klinik fuer Nuklearmedizin, Essen (Germany); Lahner, H. [Universitaetsklinikum Essen, Klinik fuer Endokrinologie und Stoffwechselerkrankungen, Essen (Germany)

2016-04-15

Pancreatic neuroendocrine neoplasms (NEN) account for 1-2 % of all pancreatic neoplasms and represent a rare differential diagnosis. While some pancreatic NEN are hormonally active and exhibit endocrine activity associated with characteristic symptoms, the majority are hormonally inactive. Imaging techniques such as ultrasound, computed tomography (CT), magnetic resonance imaging (MRI) and positron emission tomography (PET) or as combined PET/CT play a crucial role in the initial diagnosis, therapy planning and control. Endoscopic ultrasound (EUS) and multiphase CT represent the reference methods for localization of the primary pancreatic tumor. Particularly in the evaluation of small liver lesions MRI is the method of choice. Somatostatin receptor scintigraphy and somatostatin receptor PET/CT are of particular value for whole body staging and special aspects of further therapy planning. (orig.) [German] Neuroendokrine Neoplasien (NEN) des Pankreas stellen mit einem Anteil von 1-2 % aller pankreatischen Tumoren eine seltene Differenzialdiagnose dar. Ein Teil der Tumoren ist hormonell aktiv und faellt klinisch durch charakteristische Symptome auf, wohingegen der ueberwiegende Anteil hormonell inaktiv ist. Bildgebende Verfahren wie Sonographie, Computertomographie (CT), Magnetresonanztomographie (MRT) und nicht zuletzt Positronenemissionstomographie (PET oder kombiniert als PET/CT) spielen eine zentrale Rolle fuer Erstdiagnose, Therapieplanung und -kontrolle. Die Endosonographie und die multiphasische CT stellen die Referenzmethoden zur Lokalisation des Primaertumors dar. Fuer die Differenzierung insbesondere kleiner Leberlaesionen bietet die MRT die hoechste Aussagekraft. Fuer das Ganzkoerperstaging und bestimmte Aspekte der Therapieplanung lassen sich die Somatostatinrezeptorszintigraphie und v. a. die Somatostatinrezeptor-PET/CT heranziehen. (orig.)

Evolution of metering and control equipment in district heating house substations. Smaller, smarter and unchangingly robust; Mess- und Regelungstechnik fuer Fernwaermehausstationen im Wandel der Zeit. Kleiner, intelligenter, unveraendert robust

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hesse, Wolfgang; Hilbig, Thomas [Samson AG, Frankfurt am Main (Germany)

2011-07-15

The technical evolution of house substations in hot water networks reflects the trend towards greater efficiency. Changes are to be seen above all in the requirements placed on the measurement and control technology used in the energy management functions of the electronic district heating controller as well as on safety equipment. Here DDC (Direct Digital Control) technology has created possibilities for optimising energy consumption. The authors relate the evolution of drinking water heating, self-operated regulators, electrical actuators and of electronic district heating controllers.

Concepts to optimize stent-grafting of abdominal aortic aneurysms based on results of experimental studies; Konzepte zur Optimierung der Stentgraftversorgung von Bauchaortenaneurysmen auf der Basis tierexperimenteller Ergebnisse

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Chavan, A.; Kirchhoff, T.; Baus, S.; Galanski, M. [Medizinische Hochschule Hannover (Germany). Abt. Diagnostische Radiologie 1; Pichlmaier, M. [Medizinische Hochschule Hannover (Germany). Leibniz Forschungslab. fuer Biotechnologie und Kuenstliche Organe an der Klinik fuer Thorax-, Herz- und Gefaesschirurgie

2001-08-01

] Zielsetzung. Bei der endoluminalen Versorgung des Bauchaortenaneurysmas (BAA) stellen der kurze infrarenale Aneurysmahals, die Endoleckage und die grossen steifen Einfuehrsysteme wesentliche Problemstellen dar, die zu Komplikationen bzw. suboptimalen Ergebnissen fuehren. Ziel der vorliegenden Uebersichtsarbeit ist es, mit Hilfe der tierexperimentellen Literaturergebnisse Vorgehensweisen bzw. Empfehlungen zur Vermeidung dieser Komplikationen vorzustellen. Material und Methode. Nach Ueberdeckung der Nierenarterien mit verschiedenen Stentarten wurden die Auswirkungen auf die Nierenfunktion sowie auf die Nierenmorphologie von verschiedenen Arbeitsgruppen untersucht. Um eine progressive Erweiterung des proximalen Aneurysmahalses und somit eine Endograftdislokation zu vermeiden, wurde von Sonesson ein laparoskopisches 'Banding' der Aorta im Bereich des proximalen Halses bei Schweinen durchgefuehrt. Zur Ueberpruefung der Auswirkung von Endoleckagen fuehren Marty, Schurink und Pitton Druckmessungen in experimentellen Aneurysmen mit und ohne Endoleckagen durch. Zur Verkleinerung der Einfuehrbesteckgroessen wurden von Sakaguchi und Pavcnik die 'Twin-tube endografts' (TTEG) und die 'Bifurcated drum occluder endografts' (BDOEG) entwickelt und deren Effektivitaet bei Hunden ueberprueft. Ergebnisse. Chavan et al. beobachteten keinen signifikanten Abfall der mittleren Inulinclearance in Verlauf von 3 Monaten nach Ueberdeckung der Nierenarterienabgaenge (140{+-}46 ml/min vorher, 137{+-}58 ml/min nachher). Nasim et al. und Malina et al. beobachteten aehnliche Ergebnisse bzgl. der Nierenfunktion. Die suprarenale Verankerung fuehrte zu vereinzelten thrombotischen Verschluessen und Mikroinfarkten. Nach 'Banding' der Aorta waren die Aortendurchmesser der Versuchsgruppe in Hoehe des Bandes signifikant kleiner als die der Kontrollgruppe (8 mm Versuchsgruppe, 11 mm Kontrollgruppe, p=0,004). Das Banding sorgte fuer eine sichere Verankerung des Stentgrafts

The role of F-18 FDG-PET for 3-D radiation treatment planning of non-small cell lung cancer - first results of a prospective study; Einsatz der F-18-FDG-PET in der 3-D-Bestrahlungsplanung des nichtkleinzelligen Bronchialkarzinoms: erste Ergebnisse einer prospektiven Studie

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmuecking, M.; Baum, R.P.; Przetak, C.; Niesen, A. [Zentralklinik Bad Berka (Germany). Klinik fuer Nuklearmedizin/PET-Zentrum; Lopatta, E.C.; Wendt, T.G. [Jena Univ. (Germany). Klinik fuer Radiologie, Abt. Strahlentherapie; Plichta, K.; Leonhardi, J. [Zentralklinik Bad Berka (Germany). Inst. fuer Bildgebende Diagnostik

2001-04-01

Spiral-CT- und eine F-18-FDG-PET-Untersuchung innerhalb von 10 Tagen. Die PET-Daten wurden iterativ rekonstruiert, anschliessend erfolgte die Bildfusion mit den CT-Daten. Zunaechst wurden Zielvolumina und die Volumina der Risikoorgane (Lunge, Herz, Rueckenmark) basierend auf CT-Daten generiert. Anschliessend wurden erneut die Zielvolumina, basierend auf den PET-Daten errechnet. Fuer jedes Zielvolumen wurden Bestrahlungsplaene erstellt und Dosis-Volumen-Histogramme (DVH) berechnet. Durch die Integration der metabolischen PET-Zusatzinformation in die 3-D-Bestrahlungsplanung, konnten kleinere Zielvolumina bei 25 von 27 Patienten generiert werden (im Mittel um 12%, Spannbreite von 3% bis 21%). Die auf PET-Daten basierenden DVH zeigten eine Dosisreduktion an den Risikoorganen, V{sub Lunge} (20 Gy) konnte im Mittel um 10% (Spannbreite 5% bis 17%) reduziert werden. Bei 2 Patienten war das auf der PET basierende Zielvolumen groesser, als das auf der CT basierende Volumen, da im PET Lymphknotenmetastasen detektiert wurden, die im CT morphologisch unauffaellig erschienen (Groesse<10 mm). Die F-18-FDG-PET liefert nuetzliche Zusatzinformationen zu den morphologisch-anatomisch orientierten bildgeben Verfahren und ermoeglicht eine exaktere Lokalisation von Lymphknotenmetastasen und eine genauere Bestimmung der Primaertumorausdehnung. Bedingt durch kleinere Zielvolumina, konnte bei 93% der Patienten die Strahlentherapie mit kleineren, toxizitaetsaermeren Volumina durchgefuehrt werden. Andererseits ist eine komplette Tumorerfassung mit hoeherer Genauigkeit moeglich, sodass wahrscheinlich eine bessere Tumorkontrolle resultiert. Durch den Einsatz der FDG-PET in der 3-D-Bestrahlungsplanung koennte moeglicherweise die therapeutische Breite der Radiotherapie erhoeht werden. Um dies zu sichern, sind weitere Untersuchungen notwendig. (orig.)

Iodine-125 brachytherapy as upfront and salvage treatment for brain metastases. A comparative analysis

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Romagna, Alexander; Schwartz, Christoph; Tonn, Joerg-Christian; Kreth, Friedrich-Wilhelm [Ludwig-Maximilians-University, Department of Neurosurgery, Munich (Germany); Egensperger, Rupert [Ludwig-Maximilians-University, Center for Neuropathology and Prion Research, Munich (Germany); Watson, Juliana; Belka, Claus; Nachbichler, Silke Birgit [Ludwig-Maximilians-University, Department of Radiation-Oncology, Munich (Germany)

2016-11-15

stereotaktischer Rebestrahlungsstrategien zerebraler Metastasen sind kaum publiziert worden. Wir verglichen Risiko-Effizienz-Profile der Jod-125 Brachytherapie (SBT) als Primaertherapie kleiner Metastasen und als Rezidivtherapie nach vorausgegangener Bestrahlung. Voraussetzung fuer eine SBT war immer eine histologische Sicherung der Diagnose. Dieses einheitliche Vorgehen erlaubte, zusaetzlich den Stellenwert bioptischer Verfahren zu analysieren. Patienten mit kleinen unbehandelten (n = 20) oder vorbestrahlen (n = 28) metastasensuspekten Laesionen wurden konsekutiv eingeschlossen. Implantiert wurden temporaere Jod-125-Seeds (mediane Referenzdosis: 50 Gy, mediane Energiedosisleistung: 15 cGy/h). Fuer Risikoanalysen berechneten wir die kumulative biologische effektive Dosis (BED). Die Klassifikation der Neurotoxizitaet erfolgte entsprechend den Kriterien der RTOG/EORTC (Radiation Therapy Oncology Group/European Organization for Research and Treatment of Cancer). SBT als Initialtherapie wurde bei 20 Patienten und als Rezidivtherapie bei 23 Patienten durchgefuehrt. Fuenf Patienten der Rezidivgruppe wiesen radiogene Gewebsveraenderungen auf, sodass keine Behandlung erfolgte. Patienten mit Primaer- und Rezidivtherapie waren bezueglich ihrer klinischen Parameter mit Ausnahme des Tumorvolumens vergleichbar (geringfuegig kleinere Tumoren in der Rezidivgruppe). Die lokale/distante Einjahrestumorkontrollrate nach Primaer- und Rezidiv-SBT war aehnlich (94 %/64 % vs. 87 %/57 %, p = 0,45). Eine Toxizitaet vom Grad I/II fand sich bei 2 Patienten (kumulative BED: 192,1 Gy{sub 3} und 249,6 Gy{sub 3}). SBT verbindet diagnostische Genauigkeit mit effektiver Behandlung. Die niedrige Toxizitaetsrate unterstreicht die protektiven radiobiologischen Eigenschaften kontinuierlicher Bestrahlung mit niedriger Energiedosisleistung. SBT als Primaer- und Rezidivtherapie ist sicher und effektiv. Die Indikation zur histologischen Reevaluation sollte nach vorausgegangener Bestrahlung immer erwogen werden, um Unter

Assessment of axonal degeneration in Alzheimer's disease with diffusion tensor MRI; Diffusion tensor imaging zur Erfassung axonaler Degeneration bei Morbus Alzheimer

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Stahl, R. [Institut fuer Klinische Radiologie - Grosshadern, Klinikum der Universitaet Muenchen (Germany); Institut fuer Klinische Radiologie - Grosshadern, Klinikum der Universitaet Muenchen, Marchioninistr. 15, 81377, Muenchen (Germany); Dietrich, O.; Reiser, M.F.; Schoenberg, S.O. [Institut fuer Klinische Radiologie - Grosshadern, Klinikum der Universitaet Muenchen (Germany); Teipel, S.; Hampel, H. [Klinik fuer Psychiatrie und Psychotherapie, Klinikum der Universitaet Muenchen (Germany)

2003-07-01

degenerativen Veraenderungen der weissen Substanz. Es soll untersucht werden, inwieweit die hierdurch resultierende erhoehte Beweglichkeit von Wassermolekuelen in verschiedenen Regionen mittels diffusion tensor imaging (DTI) erfasst und eingestuft werden kann. Dabei soll ueberprueft werden, ob die parallele Bildgebung (iPAT-Technik) zu verzerrungsfreieren Bildern fuehrt. Wir untersuchten 9 AD-Patienten mit milder Form der AD-Demenz und 10 gesunde Kontrollprobanden. DTI-Messungen wurden an einem 1,5-Tesla-System (Siemens Magnetom Sonata) mit iPAT-Technik und einer EPI-Diffusionssequenz mit TE/TR 71 ms/6000 ms durchgefuehrt. Wir verwendeten eine 8-Kanal-Phased-array-Kopfspule und einen GRAPPA-Rekonstruktionsalgorithmus mit einem iPAT-Beschleunigungsfaktor von 2. Aus dem Tensor wurden der effektive Diffusionskoeffizient (ADC), die fraktionelle (FA) und die relative (RA) Anisotropie in verschiedenen Arealen der weissen Substanz berechnet. Die AD-Patienten wiesen im Genu des Corpus callosum signifikant kleinere (p <0,05) FA- sowie tendenziell groessere (p=0,06) ADC-Werte als die Kontrollen auf. Innerhalb des Spleniums, perikallosal, in der Capsula interna, im Frontal-, Okzipital-, Temporal- und Parietallappen zeigten sich keine signifikanten Unterschiede. Durch die iPAT-Technik ergaben sich deutlich weniger suszeptibilitaetsinduzierte Verzerrungen. Mit DTI koennen bereits in Stadien der milden AD Veraenderungen der weissen Substanz erfasst werden. Die veraenderten FA- und ADC-Werte bei AD-Patienten sind mutmasslich Ausdruck mikroskopisch kleiner axonaler Degenerationen in der weissen Substanz. Durch die verbesserte Bildqualitaet mit iPAT-Technik kann der Tensor praeziser berechnet werden. (orig.)

Development of an axially staged annular combustor with low residence times in the main stage. Final report; Entwicklung eines gestuften Brenners in Ringanordnung mit kleiner Aufenthaltszeit in der Hauptzone. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Bauer, H.J. [BMW Rolls-Royce GmbH, Dahlewitz (Germany). Abt. Brennkammerentwicklung; Theisen, D. [Technische Univ. Muenchen (Germany). Lehrstuhl fuer Flugantriebe

1998-05-28

Within the project presented an axially staged annular combustor has been investigated. Staged combustion significantly reduces emissions of nitrogen oxide without sacrifying combustion efficiency and stability during low power conditions. The cold flow in the combustion module was analysed in water analogy tests. Stability of the main fuel injectors was investigated in a low pressure sector rig, high pressure tests were focused on nitric oxides and smoke emissions and on the detection of the temperature pattern at the combustor exit. Based on these results a second configuration was derived. Improved mixing of the pilot stage exhaust gases into the primary zone of the main stage was achieved. This configuration revealed a considerable reduction of nitric oxide emissions as well as a more even exit temperature pattern. The aerothermal design and optimisation of the staged combustor and the interpretation of the experimental results were supported by means of CFD calculations. The accuracy of the prediction of pollutant emissions could be enhanced by the incorporation of an advanced laminar-flamelet combustion model. Fuel/air mixing as well as the combustion process were investigated in a planar model of the staged combustor at LFA, University of Munich, by means of laser-spectroscopic methods. Under atmospheric conditions 2D concentrations of OH, O{sub 2}, and NO were measured. Characteristic differences of the combustion process for the staged and unstaged mode, respectively, were detected. The general applicability of planar temperature measurement by means of `2 lines thermometry` could be demonstrated. (orig.) [Deutsch] Im Rahmen des hier vorgestellten Vorhabens wurde eine axial gestufte Ringbrennkammer untersucht, die eine deutliche Senkung der Stickoxidemissionen bewirkt, ohne den Ausbrand und die Stabilitaet im unteren Lastbereich zu verschlechtern. In Wasseranalogieversuchen wurde die kalte Stroemung analysiert und optimiert. Die Stabilitaet der Hauptbrenner wurde in Niederdruckversuchen untersucht, waehrend sich Hochdruckversuche den Emissionen von NO{sub x} und Russ sowie nach dem Temperaturprofil am Brennkammeraustritt widmeten. Darauf aufbauend wurde eine zweite Konfiguration mit intensivierter Mischung entwickelt. Mit dieser Brennkammer konnte eine deutliche Absenkung der Stickoxidemissionen und eine Verbresserung des Temperaturprofiles am Turbineneintritt gegenueber der Ausgangsbasis erreicht werden. Die aerothermische Auslegung und Optimierung der Brennkammer sowie die Interpretation der Messergebnisse wurde durch begleitende CFD-Rechnungen unterstuetzt. Zur Verbesserung der Genauigkeit bei der Berechnung der Schadstoffkomponenten wurde das im vorliegenden CFD Verfahren implementierte Verbrennungsmodell um ein Laminar-Flamelet-Modell erweitert. In einem begleitenden Vorhaben wurden am LFA die Gemischbildung sowie die Verbrennung in einem ebenen Modell der gestuften Brennkammer mit laserspektroskopischen Verfahren untersucht. Unter atmosphaerischen Bedingungen wurden zweidimensionale Konzentrationsverteilungen von OH, O{sub 2} und NO ermittelt. Dabei konnten charakteristische Unterschiede der Verbrennung fuer den ungestuften und den gestuften Fall verdeutlicht werden. Darueber hinaus wurde die Anwendbarkeit der flaechigen Temperaturmessung nach der Zwei-Linien-Thermometrie nachgewiesen. (orig.)

Intra- und postoperative Komplikationen bei Patienten mit roboterassistierter laparoskopischer radikaler Prostatektomie (RALP. Eine Analyse von 3000 konsekutiven Fällen

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Zugor V

2012-01-01

Full Text Available Einleitung: Das Ziel dieser Studie ist es, die intra- und postoperativen Komplikationen bei Patienten mit roboterassistierter laparoskopischer radikaler Prostatektomie anhand von 3000 konsekutiven Fällen aufzuzeigen. Material und Methoden:3000 Männer, welche sich einer RALP unterzogen, wurden retrospektiv untersucht. Alle Patienten wurden sowohl hinsichtlich ihrer intra- als auch postoperativen Komplikationen beobachtet. Postoperative Komplikationen und Re-Interventionen wurden bis 30 Tage nach OP erfasst und anhand der Clavien-Klassifikation in „Minor“- (Clavien-Klassifikation I–IIIa und „Major“- Komplikationen (Clavien-Klassifikation IIIb–IVa eingeteilt. Ergebnisse: Die intraoperativen Komplikationen sind ebenso wie die „minor“ und „major“ postoperativen Komplikationen in Tabellen 3 und 4 aufgeführt. Das mediane Alter der Patienten betrug 64,1 Jahre, der mediane BMI 26,7 kg/m2 , das mediane Prostatagewicht 40,1 g und der mediane PSA-Wert 10,1 ng/ml. Der Gleason-Score bei Biopsie war in 65 % kleiner als 7, in 34,4 % gleich 7 und größer als 7 in 9,6 % der Fälle. Die Lymphknotendissektion wurde in 75,9 % durchgeführt. Ein organbeschränktes Stadium zeigte sich in 75 % und eine extraprostatische Ausbreitung in 25 %. Die gesamte intraoperative Komplikationsrate lag bei 5,1 %, die „minor“ postoperative Komplikationsrate bei 16,1 % und die „major“ bei 1,8 %. Zusammenfassung: Die RALP ist nicht komplikationslos. In erfahrenen Händen ist sie jedoch ein sicheres chirurgisches Verfahren mit einer niedrigen Morbidität und Mortalität.

The Coming Revolution of Peer Production and Revolutionary Cooperatives. A Response to Michel Bauwens, Vasilis Kostakis and Stefan Meretz

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Jakob Rigi

2014-04-01

Full Text Available This article agrees with Meretz (2014 that the peer producing cooperatives which are proposed by Bauwens & Kostakis (2014 will become parts and parcels of the capitalist economy. Further, it argues that the so called Peer Production Licenses (PPL, originally designed by Dmitry Kleiner (2010, which is the basis of their proposal is a rent seeking instrument. Contra Bauwens & Kostakis, it argues that, from the perspectives of both reform and revolution, GPL is profoundly anti-capitalist. The article critiques Meretz`s understanding of exchange and reciprocity, on the one hand, and his underestimation of GPL`s communist aspect, on the other. On the positive side, the article, explicating the communist nature of GPL-oriented peer production, speculates about the general contours of a society where peer production is the dominant mode of production. The technological basis of this society, the article suggests, will be digital copying and automation. Spatially, it will be based on localities that transcend the current division between the city and country, synthesising agriculture with industrial, affective and symbolic production. The rise of a globally unified revolutionary social struggle which adopts peer production as its platform is indispensible for the transformation of capitalism into such a society.  A global network of revolutionary peer producing cooperatives which break with market and reduce their relations to it to an absolutely unavoidable necessary minimum can be a significant component of this social struggle. The building of these revolutionary cooperatives requires a massive exodus from the city to the country.

Neuroimaging of cerebral vasculitis; Bildgebung zerebraler Vaskulitiden

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wengenroth, M. [Universitaetsklinikum Schleswig-Holstein, Campus Luebeck, Institut fuer Neuroradiologie, Luebeck (Germany); Klinikum der Ludwig-Maximilians-Universitaet, Institut fuer klinische Radiologie, Muenchen (Germany); Saam, T. [Klinikum der Ludwig-Maximilians-Universitaet, Institut fuer klinische Radiologie, Muenchen (Germany); Haehnel, S. [Universitaetsklinikum Heidelberg, Abteilung Neuroradiologie, Heidelberg (Germany)

2016-01-15

Cerebral vasculitis can have a variety of origins. Furthermore, there are no vasculitis-specific symptoms or imaging signs and vasculitis of the CNS can mimic many other neurological diseases, which require different treatment approaches. Thus, the clinical and radiological diagnosis of cerebral vasculitis is challenging. Magnetic resonance imaging (MRI) and MR angiography (MRA) should be the radiological imaging methods of choice to assess the degree of parenchymal damage and to detect vessel wall changes. If the results are unclear digital subtraction angiography (DSA) should be pursued in order to also detect changes in medium sized vessels. Vasculitis of small vessels cannot be detected by vascular imaging and requires brain or leptomeningeal biopsy. In this review we present the current diagnostic approach and a variety of imaging findings in cerebral vasculitis and discuss the main radiological differential diagnoses. (orig.) [German] Die zerebrale Vaskulitis kann viele Ursachen haben. Daher ist die klinische und radiologische Diagnose schwierig, auch weil es etliche vaskulitistypische Symptome und MR-Befunde bei anderen Erkrankungen gibt. Die ZNS-Vaskulitis kann zahlreiche andere neurologische Erkrankungen imitieren, die unterschiedlicher Therapie beduerfen. MRT und MR-Angiographie (MRA) sind die Verfahren der Wahl, mit denen die radiologische Diagnostik begonnen werden sollte, um den Parenchymschaden und den Gefaessbefall zu beurteilen. Bei unklaren Befunden kann eine digitale Subtraktionsangiographie (DSA) ergaenzt werden, um auch mittelgrosse Gefaesse beurteilen zu koennen. Der Befall kleiner Gefaesse kann nur bioptisch nachgewiesen werden. In der folgenden Uebersicht stellen wir das diagnostische Herangehen bei zerebraler Vaskulitis vor, praesentieren zahlreiche Befunde und diskutieren die wichtigsten radiologischen Differenzialdiagnosen. (orig.)

Properties of polymer-silver nanocomposites fabricated by co-sputtering; Eigenschaften von Polymer-Silber-Nanokompositen hergestellt durch Co-Sputtern

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schuermann, Ulrich

2006-07-01

In this thesis polymer-metal nanocomposites were fabricated by simultaneous sputtering of silver and polymers from two independent magnetron sputtering sources. By the netted structure and the dielectric properties PTFE is suited for the use as matrix material. The metal content of the composite films was determined via the measurement of EDX intensities. The size of the nanoparticles was determined by means of TEM and XRD and lies in the range of 10 nm. The composite materials show at the percolation limit a sudden transition of the properties from polymer- to metal-like behaviour. The specific resistance decreases in a range between 35 and 40 % silver content by at least nine orders of magnitude. The optical properties change with the metal content. The absorption caused by plasmon resonance, which has at small filling degrees its maximum at about 000 nm and has an intense yellow colour of the composite material as consequence shifts with increasing silver content to longer wavelengths. The difference in the optical.behaviour of the nanocomposites and the pure polymers can be used for the fabrication of Bragg reflectors. Small changes in the metal content can in the polymer-silver nanocomposites in the range of the percolation threshold effect a drastic change in ther properties, by which applications as sensors are thinkable. [German] In dieser Arbeit wurden Polymer-Metall-Nanokomposite durch gleichzeitiges Sputtern von Silber und Polymeren aus zwei unabhaengigen Magnetron-Sputterquellen hergestellt. Durch die vernetzte Struktur und die dielektrischen Eigenschaften eignet sich PTFE zur Verwendung als Matrixmaterial. Der Metallgehalt der Kompositfilme wurde ueber die Messung von EDX-Intensitaeten ermittelt. Die Groesse der Nanopartikel wurde mit Hilfe von TEM und XRD bestimmt und liegt im Bereich von 10 nm. Die Kompositmaterialien zeigen an der Perkolationsgrenze einen schlagartigen Uebergang der Eigenschaften vom polymer- zum metallaehnlichen Verhalten. Der

De-emulsifiers for water-in-crude oil-emulsions

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Zaki, N. [Egyptian Petroleum Research Inst. (EPRI), Cairo (Egypt); Al-Sabagh, A. [Egyptian Petroleum Research Inst. (EPRI), Cairo (Egypt)

1997-01-01

Grenzflaechenspannung von Rohoel und Wasser vermindern und bessere Demulgatoren sind als solche mit Dodecylphenol. Mehrere Aminogruppen in den PAPAFEs beguenstigen die Emulsionsspaltung aufgrund ihrer Faehigkeit, Asphaltene zu loesen. Diese wiederum sind die groessten Emulsionsstabilisatoren. PAPEFE ziehen die Asphaltene vernetzt an die Wasser-Rohoelgrenzflaeche und bewirken so eine betraechtliche Abnahme der Emulsionsstabilitaet. Fuer die untersuchten PAPAFE gibt es einen optimalen HLB-Wert zwischen 12 und 13,5, bei dem die maximale Demulgierwirkung erreicht wird. Bei allen untersuchten PAPAFE steigt die Wirksamkeit mit zunehmender Temperatur im Bereich von 50 bis 70 C. Darueber nimmt die Viskositaet der kontinuierlichen Rohoelphase und die Diffusionsgeschwindigkeit sowohl der Tensidmolekuele als auch der dispergierten Wassertroepfchen zu, so dass auch die Koaleszenzrate der Wassertroepfchen zunimmt. (orig.)

Mining lakes in Germany; Tagebauseen in Deutschland. Gegenwaertiger Kenntnisstand ueber wasserwirtschaftliche Belange von Braunkohlentagebaurestloechern - ein Ueberblick

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Nixdorf, B.; Hemm, M.; Schlundt, A.; Kapfer, M.; Krumbeck, H. [Brandenburgische Technische Univ., Cottbus (Germany). Lehrstuhl Gewaesserschutz]|[UFZ - Umweltforschungszentrum Leipzig-Halle GmbH, Magdeburg (Germany)

2001-06-01

More than 500 mining lakes of different age and maturity have formed in the lignite mining areas in Germany during the last hundred years. Compared to natural lakes mining lakes have a complex and diverse morphometry. They will be among the largest and deepest lakes in Germany (Hambacher See, Goitsche, Garzweiler II, Geiseltal) and have good chance of avoiding eutrophication. About 100 mining lakes will be greater than 50 ha. 230 lakes are documented in this report concerning morphometry, flooding and mixis regime, hydrochemistry, limnology, colonization, use and development of water quality. They are among the largest (Hambacher See, Goitsche, Garzweiler II, Geiseltal) and most acidic lakes in Germany. The extremely high acidity is from both iron and hydrogen ions due to pyrit oxidation. It influences trophic situation and food webs in mining lakes and reduces a diverse use of these lakes. (orig.) [German] Die Seelandschaft Deutschlands wird durch den Braunkohlenbergbau um ueber 500 Seen reicher. Technologiebedingt herrscht dabei eine grosse morphologische Vielfalt innerhalb der Tagebauseen vor, welche die groessten und tiefsten Seen Deutschlands hervorbringen wird (Hambacher See, Goitsche, Garzweiler II, Geiseltal), aber auch zahlreiche kleine, meist flachere Gewaesser miteinschliesst. Etwa 100 Taugebauseen sind groesser als 50 ha. Kleinere Tagebauseen wie z.B. die der Ville in Nordrhein-Westfalen wurden ebenfalls ausfuehrlich dokumentiert. In dieser Dokumentation wurden ueber 490 Seen erfasst, 230 davon wurden in der Dokumentation nach folgenden Kriterien beschrieben: Entstehung, Flutungsregime, Morphometrie und Mixis, Chemismus und Gewaesserentwicklung, Besiedlung und Nutzung. Dem Problem der Versauerung durch die Verwitterung sulfidischer Mineralien (Pyrit, Markasit) wurde besondere Aufmerksamkeit gewidmet, weil sich biologische Komponenten und Gewaesserzustaende (Trophie, Nahrungsketten) abweichend zu den normalen Hartwasserseen Deutschlands verhalten und

The PEM fuel cell as a residential power source; Die PEMFC in der Hausenergieversorgung

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Gummert, G [HGC Hamburg Gas Consult GmbH, Hamburg (Germany)

1999-12-31

The firm HGC, Hamburg Gas Consult GmbH, has been offering CHP systems based on fuel cells since 1996. There still is only one series product on the market, the 200 kW{sub el} or 220 kW{sub th} PC 25 system produced by ONSI, South Windsor, USA. Seven phosphoric acid fuel cell-driven CHPs with a total capacity of 1.4 MW{sub el} have been designed, installed and put into operation by the HGC engineers. Whereas the PC 25 system of ONSI is optimal for applications such as integration into a local heating network, fabrication of small-size phosphoric acid fuel cell systems with a capacity of just 50 kW{sub el} has been found to be non-profitable. For applications requiring 50 kW{sub el} or less, another fuel cell type is much more promising: the polymer electrolyte membrane fuel cell (PEMFC). (orig./CB) [Deutsch] Seit 1996 bietet die HGC Hamburg Gas Consult GmbH Kraft-Waermekopplung mit Brennstoffzellen an. Das einzige Serienprodukt ist damals wie heute die bei der Fa. ONSI in South Windsor, USA, gebaute PC 25 mit 200 kW{sub el} und 220 kW{sub th}. Sieben phosphorsaure Brennstoffzellen-BHKW mit einer Gesamtleistung von 1,4 MW{sub el} wurden bereits von den HGC-Ingenieuren geplant, installiert und in Betrieb genommen. Waehrend die ONSI PC 25 ideal als Blockheizkraftwerk an einem Nahwaermenetz eingesetzt werden kann, rentiert sich die Herstellung kleinerer phosphorsaurer Brennstoffzellenaggregate z.B. mit 50 kW{sub el} Leistung nicht. Fuer Anwendungen im Bereich <50 kW{sub el} bietet sich deshalb ein anderer Brennstoffzellentyp an: Die Polymer Electrolyt Membran Brennstoffzelle (PFMFC). (orig.)

Noninvasive clinical model for the diagnosis of nonalcoholic steatohepatitis in overweight and morbidly obese patients undergoing bariatric surgery.

Science.gov (United States)

Pirvulescu, I; Gheorghe, L; Csiki, I; Becheanu, G; Dumbravă, M; Fica, S; Martin, S; Sarbu, A; Gheorghe, C; Diculescu, M; Copăescu, C

2012-01-01

Liver biopsy, an invasive method, is the gold standard for differentiate nonalcoholic steatohepatitis (NASH) from other stages of fatty liver disease. A noninvasive test to diagnose NASH and disease severity before surgery and also for monitoring disease status after bariatric surgery (BS) will be an important medical challenge. To create a noninvasive biomarkers model for the diagnosis of NASH in overweight, obese and morbidly obese patients (MOP). Sixty patients (mean BMI= 47.81kg/m2) were admitted after exclusion of other causes of liver disease. Liver biopsies were obtained at the time of the bariatric surgery or by percutaneous liver biopsy and graded using Kleiner score. Continuous variables were compared using Wilcoxon rank sum test and for prediction of NASH we used logistic regression. Logistic regression analysis showed that BMI, ALT, AST, alkaline phosphatase (ALP), HOMA-R, hs-CRP, M30, M65, leptine and adiponectine levels remained independent predictors for NASH (p less than 0.02). Using AUC analysis, we established the following cutoff levels being indicative of NASH: BMI ė 47 kg/m2, ALT ė 32 IU/mL, AST ė 25 IU/mL, ALP ė 85 IU/mL, HOMA-IR ė 4, M65 ė 389 U/L. Adiponectine less than 13.5 mg/L. A NASH-score, calculated as the sum of these 7 parameters, at a cutoff level of 4 points, can accurately predict NASH (sensitivity of 90%, specificity of 93.94% and AUC of 0.9576). We propose a noninvasive model for NASH diagnosis in MOP that should be validated prospectively. Using this noninvasive score, NASH would be predicted without the risks of liver biopsy. Celsius.

Mesolevel as Object of Research in the Scientific Economic Literature of Contemporary Russia

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Andrei I. Volynskii

2017-09-01

Full Text Available The idea of distinguishing the meso-level of economic analysis, filling the gap between macro and micro levels, is by no means new. It has not found a proper recognition and development in the work of representatives of the economic mainstream, but, on the contrary, steadily attracts the attention of the supporters of the heterodox directions of economic science. In this article, we propose a retrospective analysis of the development of the meso-level idea of economic analysis done by Russian economists. Three main directions of the development of the theory of mesoeconomic research are singled out: 1 a systematic approach: understanding the meso-level as a process of intra-industry interactions between economic agents with the goal of harmonizing the economic system; 2 Regional-spatial approach; 3 Theoretical approach of methodological institutionalism, developed within the framework of interdisciplinary intersections of economics and sociology. It is noted that the selected directions do not contradict and, on the contrary, complement each other. The development of the theory of mesoeconomics in the paradigm of the Kleiner-formula, which equates the object of mesoeconomics research with the space of formation of institutions and the institutions themselves, opens broad prospects for the development of the meso-level of economic analysis within the framework of institutional research. The practical need to separate the meso-level as a separate hierarchical stage of the economic structure, traditionally consisting of macro- and microlevels, is explained both by the need to expand the methodological tools of economic science and practical necessity, since it is assumed that meso-level is the space for the formation and consolidation of innovative solutions needed to ensure Growth.

Troll and Heidrun: A day of superlatives. The latest word in platform technology for Norway`s offshore industry; Troll und Heidrun: Tag der Superlative. Modernste Plattformtechnologie fuer Norwegens Offshore-Industrie

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kumpch, J U

1995-09-01

May 10, 1995, was a milestone in the history of the European power industry. This was the day when the construction of `Troll A` platform was finished in Vatsfjord, north of Stavanger, and the five-day haul to the world`s biggest gas reserves was started. At the same time, energy politicians from all over the world took part in the christening of `Heidrun` platform, in Gandsfjord south of Stavanger. From August onwards, this platform will extract oil from the Haltenbank, the world`s northernmost offshore field. `Troll` and `Heidrun` are the latest word in platform technology and, at the same time, also indicate a turning point in the Norwegian offshore industry. Experts and politicians agree that `Troll A` is the `last of the dinosaurs`, and there will be no platforms bigger than `Heidrun`. Oil fields are getting smaller, and the advancements in production technology permit smaller and less complex installations. (orig.) [Deutsch] Der 10. Mai 1995 ist ein Meilenstein in der Geschichte der europaeischen Energiewirtschaft. An diesem Tag wurde im Vatsfjord noerdlich von Stavanger der Bau der Plattform Troll A abgeschlossen und mit dem fuenftaegigen Schlepp zu den weltgroessten Gasvorkommen begonnen. Im Gandsfjord etwas suedlich der norwegischen Oelhauptstadt waren Energiepolitiker aus aller Welt zu Gast, als zu gleicher Zeit die Heidrun-Plattform getauft wurde. Diese Anlage wird ab August das Oel von der Haltenbank, dem noerdlichsten Offshore-Feld ueberhaupt, foerdern. Troll und Heidrun sind modernste Plattformtechnologie und gleichzeitige Wendepunkt in der norwegischen Offshore-Industrie. Experten und Politiker sind sich einig: Die Troll A-Plattform ist `der letzte Dinosaurier`, die Groesse von Heidrun wird nicht mehr uebertroffen. Die Felder werden kleiner, und die Foerdertechnologie erlaubt bescheidenere Installationen. (orig.)

[Combination of NAFLD Fibrosis Score and liver stiffness measurement for identification of moderate fibrosis stages (II & III) in non-alcoholic fatty liver disease].

Science.gov (United States)

Drolz, Andreas; Wehmeyer, Malte; Diedrich, Tom; Piecha, Felix; Schulze Zur Wiesch, Julian; Kluwe, Johannes

2018-01-01

Non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD) has become one of the most frequent causes of chronic liver disease. Currently, therapeutic options for NAFLD patients are limited, but new pharmacologic agents are being investigated in the course of clinical trials. Because most of these studies are focusing on patients with fibrosis stages II and III (according to Kleiner), non-invasive identification of patients with intermediate fibrosis stages (II and III) is of increasing interest. Evaluation of NAFLD Fibrosis Score (NFS) and liver stiffness measurement (LSM) for prediction of fibrosis stages II/III. Patients with histologically confirmed NAFLD diagnosis were included in the study. All patients underwent a clinical and laboratory examination as well as a LSM prior to liver biopsy. Predictive value of NFS and LSM with respect to identification of fibrosis stages II/III was assessed. 134 NAFLD patients were included and analyzed. Median age was 53 (IQR 36 - 60) years, 55 patients (41 %) were female. 82 % of our patients were overweight/obese with typical aspects of metabolic syndrome. 84 patients (66 %) had liver fibrosis, 42 (50 %) advanced fibrosis. LSM and NFS correlated with fibrosis stage (r = 0.696 and r = 0.685, respectively; p stages II/III. If both criteria were met, probability of fibrosis stage II/III was 61 %. If none of the two criteria was met, chance for fibrosis stage II/III was only 6 % (negative predictive value 94 %). Combination of LSM and NFS enables identification of patients with significant probability of fibrosis stage II/III. Accordingly, these tests, especially in combination, may be a suitable screening tool for fibrosis stages II/III in NAFLD. The use of these non-invasive methods might also help to avoid unnecessary biopsies. © Georg Thieme Verlag KG Stuttgart · New York.

Improved noninvasive prediction of liver fibrosis by liver stiffness measurement in patients with nonalcoholic fatty liver disease accounting for controlled attenuation parameter values.

Science.gov (United States)

Petta, Salvatore; Wong, Vincent Wai-Sun; Cammà, Calogero; Hiriart, Jean-Baptiste; Wong, Grace Lai-Hung; Marra, Fabio; Vergniol, Julien; Chan, Anthony Wing-Hung; Di Marco, Vito; Merrouche, Wassil; Chan, Henry Lik-Yuen; Barbara, Marco; Le-Bail, Brigitte; Arena, Umberto; Craxì, Antonio; de Ledinghen, Victor

2017-04-01

Liver stiffness measurement (LSM) frequently overestimates the severity of liver fibrosis in nonalcoholic fatty liver disease (NAFLD). Controlled attenuation parameter (CAP) is a new parameter provided by the same machine used for LSM and associated with both steatosis and body mass index, the two factors mostly affecting LSM performance in NAFLD. We aimed to determine whether prediction of liver fibrosis by LSM in NAFLD patients is affected by CAP values. Patients (n = 324) were assessed by clinical and histological (Kleiner score) features. LSM and CAP were performed using the M probe. CAP values were grouped by tertiles (lower 132-298, middle 299-338, higher 339-400 dB/m). Among patients with F0-F2 fibrosis, mean LSM values, expressed in kilopascals, increased according to CAP tertiles (6.8 versus 8.6 versus 9.4, P = 0.001), and along this line the area under the curve of LSM for the diagnosis of F3-F4 fibrosis was progressively reduced from lower to middle and further to higher CAP tertiles (0.915, 0.848-0.982; 0.830, 0.753-0.908; 0.806, 0.723-0.890). As a consequence, in subjects with F0-F2 fibrosis, the rates of false-positive LSM results for F3-F4 fibrosis increased according to CAP tertiles (7.2% in lower versus 16.6% in middle versus 18.1% in higher). Consistent with this, a decisional flowchart for predicting fibrosis was suggested by combining both LSM and CAP values. In patients with NAFLD, CAP values should always be taken into account in order to avoid overestimations of liver fibrosis assessed by transient elastography. (Hepatology 2017;65:1145-1155). © 2016 by the American Association for the Study of Liver Diseases.

Die Dankesrede bei der Preisverleihung

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Elenmari Pletikos Olof

2012-12-01

Full Text Available Festliche Preisverleihungen sind Gelegenheiten, bei denen von den Preisträgerneine kurze Rede erwartet wird. Obwohl die Dankesrede eine kleinere Randgattung innerhalb des epideiktischen Genres ist, steht sie im Mittelpunkt des Ereignisses. Rhetorikhandbücher geben zahlreiche Ratschläge, wie eine gute Festrede vorbereitet werden soll, um zu unterhalten, zu bewegen und zu belehren. Ziel dieser Untersuchung ist es festzustellen, welche Eigenschaften der Dankesrede die Zuhörer als erwünscht oder unerwünscht wahrnehmen und welche Charakteristika am meisten zur Qualität festlicher Dankesreden beitragen. Das Korpus der gesprochenen Texte bilden 30 Dankesreden anlässlich kroatischer Preisverleihungen in den Bereichen Schauspiel, Sport, Musik, Fernsehen, Literatur und Wirtschaft. Die Audio-Aufnahmen der Dankesreden wurden einer Gruppe von Hörern zur Bewertung in folgenden Kategorien vorgelegt: interessant, geistreich, hoher Sprachstil, feierlich, emotiv, persönlich, originell, bescheiden, vorbereitet und spontan. Zusätzlich wurde zu jeder Rede die offene Frage gestellt, was dem Zuhörer an der Rede gefallen oder nicht gefallen habe. Die Resultate der Perzeptionsanalye lassen erkennen, dass die Interessantheit einer Rede mit der Eigenschaft des Geistreichen, des Originellen, des Emotionalen und des Persönlichen in Verbindung gebracht wird und die Eigenschaft des Festlichen im Wesentlichen nur mit dem hohen Sprachstil und der Vorbereitetheit des Textes korreliert. Einige Eigenschaften können sowohl erwünscht als auch unerwünscht sein, z. B. Dialekt, Persönliches und Kürze. Die besten Dankesreden haben Eigenschaften, die im Grunde schwer miteinander zu verbinden sind: Einerseits soll der Text vorbereitet sein (hoher Stil, Wortwahl, Figuren, Originalität der Geschichte, Humor, andererseits wird bei der Ausführung Spontaneität (Aufrichtigkeit, Emotionalität, Persönlichkeit erwartet.

Umgang mit Antithrombotika bei Operationen an der Haut vor und nach Publikation der entsprechenden S3-Leitlinie.

Science.gov (United States)

Gaskins, Matthew; Dittmann, Martin; Eisert, Lisa; Werner, Ricardo Niklas; Dressler, Corinna; Löser, Christoph; Nast, Alexander

2018-03-01

Laut einer Befragung im Jahre 2012 war der Umgang mit Antithrombotika bei dermatochirurgischen Eingriffen in Deutschland sehr heterogen. 2014 wurde erstmals eine evidenzbasierte Leitlinie zu diesem Thema veröffentlicht. Es wurde eine anonyme Befragung derselben Stichprobe zum Umgang mit Antithrombotika sowie zu Kenntnissen der Leitlinie durchgeführt. Die Ergebnisse wurden als relative Häufigkeiten berichtet und denen aus 2012 gegenübergestellt. 208 Antwortbögen wurden ausgewertet (Rücklaufquote: 36,6 %). Die große Mehrheit der Dermatologen erklärte, kleinere Eingriffe unter Fortführung der Therapie mit Phenprocoumon, niedrig dosierter Acetylsalicylsäure (≤ 100 mg) und Clopidogrel sowie mit direkten oralen Antikoagulanzien durchzuführen. Bei größeren Eingriffen war der Umgang hingegen weiterhin heterogen, insbesondere unter niedergelassenen Dermatologen. Der Anteil der Dermatologen, die Phenprocoumon, Acetylsalicylsäure und Clopidogrel leitlinienkonform verwendeten, hat sich insgesamt vergrößert. Führten 2012 beispielsweise 53,8 % der Klinikärzte bzw. 36,3 % der niedergelassenen Dermatologen eine große Exzision unter Fortführung der Therapie mit niedrig dosierter Acetylsalicylsäure durch, taten dies 2017 90,2 % bzw. 57,8 % (Phenprocoumon: 33,8 % bzw. 11,9 % auf 63,9 % bzw. 29,9 %; Clopidogrel: 36,9 % bzw. 23,2 % auf 63,9 % bzw. 30,6 %). Unter den Klinikärzten war ein hoher Anteil mit der Leitlinie vertraut und fand diese hilfreich. Eine Zunahme des leitlinienkonformen Verhaltens war bei allen Eingriffen zu verzeichnen. Bei größeren Eingriffen zeigte sich trotz deutlicher Verbesserung die Notwendigkeit verstärkter Anstrengungen zur Leitlinienumsetzung bzw. zur Identifizierung von Implementierungsbarrieren. © 2018 Deutsche Dermatologische Gesellschaft (DDG). Published by John Wiley & Sons Ltd.

Visceral adiposity index is associated with significant fibrosis in patients with non-alcoholic fatty liver disease.

Science.gov (United States)

Petta, S; Amato, M C; Di Marco, V; Cammà, C; Pizzolanti, G; Barcellona, M R; Cabibi, D; Galluzzo, A; Sinagra, D; Giordano, C; Craxì, A

2012-01-01

Metabolic factors have been associated with liver damage in patients with non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD). To test a new marker of adipose dysfunction, the visceral adiposity index (VAI), in NAFLD patients to assess whether or not it is associated with host factors, and to investigate a potential correlation with histological findings. One hundred and forty-two consecutive NAFLD patients were evaluated by liver biopsy, and clinical and metabolic measurements, including insulin resistance with the homeostasis model assessment (HOMA), and VAI by using waist circumference, body mass index, triglycerides and HDL. Serum levels of TNFα, IL-6, adiponectin and leptin were also assessed. All biopsies were scored for NAFLD activity score (NAS) and its components, and for staging (Kleiner). By multiple linear regression analysis, VAI was independently associated with higher HOMA (P = 0.04), and fibrosis (P = 0.04). In addition, an independent association was found between higher VAI and lower adiponectin levels (P = 0.002). Higher HOMA (OR 1.149, 95% CI 1.003-1.316, P = 0.04), higher VAI (OR 1.446, 95% CI 1.023-2.043, P = 0.03), lobular inflammation (OR 3.777, 95% CI 1.771-8.051, P = 0.001), and ballooning (OR 2.884, 95% CI 1.231-6.757, P = 0.01) were correlated with significant fibrosis (F2-F4) on multiple logistic regression analysis. In particular, the prevalence of significant fibrosis progressively increased from patients with a VAI ≤ 2.1 and HOMA ≤ 3.4 (26%) to those with a VAI > 2.1 and HOMA > 3.4 (83%). In NAFLD patients, visceral adiposity index is an expression of both qualitative and quantitative adipose tissue dysfunction and, together with insulin resistance, is independently correlated with significant fibrosis. © 2011 Blackwell Publishing Ltd.

Carbon in EFG silicon. Distribution and influence on the recombination properties; Kohlenstoff in EFG-Silizium. Verteilung und Einfluss auf die Rekombinationseigenschaften

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Scholz, Sandra

2008-12-05

In EFG silicon carbon is implemented in the lattice farly above the equilibrium solubility. In thin regions of the EFG bands thereby more carbon is incorporated. In the EFG matter 4.10{sup 17} At/cm{sup 3} carbon are present in precipitated form. thereby on the one hand in some twin grain boundaries a monoatomic SiC layer is formed, on the other hand precipitates are formed, which are smaller than 60 nm and generate scarcely stresses in the silicon matrix. It is assumed that it deals with atomic agglomerates of few carbon atoms and interstitial silicon atoms. Thes precipitates deteriorate the electrical properties in the starting materials. By an alternated flushing gas composition (additions of CO or CO{sub 2}) during the growth precipitates larger than 60 nm in the volume of the EFG bands are formed. Thereby the efficiency of the fabricated solar cells is improved compared with the usual EFG cells. [German] In EFG-Silizium wird Kohlenstoff weit ueber der Gleichgewichtsloeslichkeit im Gitter eingebaut. In duennen Bereichen der EFG-Baender wird dabei mehr geloester Kohlenstoff inkooperiert. Im EFG-Material liegen 4.10{sup 17} At/cm{sup 3} Kohlenstoff in ausgeschiedener Form vor. Dabei bildet sich zum Einen in einigen Zwillingskorngrenzen eine monoatomare Schicht SiC aus, zum Anderen bilden sich Praezipitate, die kleiner als 60 nm sind und kaum Spannungen in der Siliziummatrix erzeugen. Es wird vermutet, dass es sich um atomare Agglomerate aus wenigen Atomen Kohlenstoff und interstitiellen Siliziumatomen handelt. Diese Praezipitate verschlechtern die elektrischen Eingeschaften im Ausgangsmaterial. Durch eine veraenderte Spuelgaszusammensetzung (Zugabe von CO oder CO{sub 2}) waehrend der Zuechtung bilden sich Praezipitate groesser als 60 nm im Volumen der EFG-Baender. Dadurch verbessert sich der Wirkungsgrad der gefertigten Solarzellen, verglichen mit den herkoemmlichen EFG-Zellen. (orig.)

Millimeter Wave Spectrum of the Two Monosulfur Derivatives of Methyl Formate: s- and O-Methyl Thioformate, in the Ground and the First Excited Torsional States

Science.gov (United States)

Jabri, Atef; Motiyenko, R. A.; Margulès, L.; Guillemin, J.-C.; Alekseev, E. A.; Kleiner, Isabelle; Tercero, Belén; Cernicharo, Jose

2017-06-01

Methyl formate CH_{3}OC(O)H is a relatively abundant component of the interstellar medium (ISM). Thus, we decided to study its sulfur derivatives as they can be reasonably proposed for detection in the ISM. In fact there is two relatively stable isomers for methyl thioformate, S-Methyl thioformate CH_{3}SC(O)H and O-Methyl thiofomate CH_{3}OC(S)H. Theoretical investigations on these molecules have been done recently by Senent et al.. Previous experimental investigations were performed only for the S-Methyl thioformate in the 10-41 GHz spectral range by Jones et al. and Caminati et al.. For the present study both isomers were synthesized and the millimeter wave spectrum was then recorded for the first time from 150 to 660 GHz with the Lille's spectrometer based on solid-state sources. The internal rotation effect on the millimeter wave spectra is not the same for these two molecules because the barrier height to internal rotation is relatively low for the S- isomer (V_{3} ≈ 140 \\wn) and rather high for the O- isomer (V_{3} ≈ 700 \\wn). Analysis of the ground and excited torsional states performed with the BELGI-C_{s} code will be presented and discussed. We will provide the search for methyl thioformate in different sources. E. Chruchwell, G. Winnewisser, A&A, 45, 229 (1975) M. L. Senent, C. Puzzarini, M. Hochlaf, R. Dominguez-Gomez, and M. Carvajal, J. Chem. Phys., 141, 104303 (2014) G. I. L. Jones, D. G. Lister, N. L. Owen, J. Mol. Spectrosc., 60, 348 (1976) W. Caminati, B. P. V. Eijck, D. G. Lister, J. Mol. Spectrosc., 90, 15 (1981) J. T. Hougen, I. Kleiner, and M. Godefroid, J. Mol. Spectrosc. 163, 559 (1994)

Fuel cells for the electricity supply of plants remote from the grid; Brennstoffzellen fuer die Elektrizitaetsversorgung von netzfernen Anlagen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ledjeff, K

1996-12-31

The solar house at Freiburg, which is independent for energy, obtains all its energy only from the radiation impinging on the outside of the building. The space heating, provision of hot water, energy for cooking and electricity are provided by conversion of solar energy. A photo-electric generator supplies electricity which, apart from direct consumption, can be stored in a lead battery and the hydrogen system. The hydrogen system is the last link in the chain of the energy converter and represents the only energy supply if the thermal and electrical systems cannot any longer be supplied by the sun. The hydrogen system must therefore cover the energy demand in winter, consisting of a small heater for space heating and of course the fuel cell for providing electricity. The ideal fuel cell system for the solar house, which is independent for energy, is the PEMFC with an output of 500 W-1 kW. (orig./MM) [Deutsch] Das Energieautarke Solarhaus in Freiburg bezieht die gesamte Energie nur aus der auf die Gebaeudehuelle auftreffende Strahlung. Die Raumheizung, die Warmwasserbereitung, die Energie zum Kochen und der elektrische Strom werden durch die Umwandlung von Sonnenenergie bereitgestellt. Ein Photovoltaik-Generator liefert elektrische Energie, die neben dem direkten Verbrauch in eine Bleibatterie und das Wasserstoffsystem zur Speicherung eingespeist werden kann. Die Wasserstoffspeicherung erfolgt als Gas bei einem Druck von 30 bar. Das Wasserstoffsystem ist das letzte Glied in der Kette der Energiewandler und stellt den einzigen Energievorrat dar, wenn die thermischen und elektrischen Systeme nicht mehr solar versorgt werden koennen. Das Wasserstoffsystem muss daher den Energiebedarf im Winter decken, das sich ein kleiner Nachheizer fuer die Raumheizung und natuerlich die Brennstoffzelle zur Bereitstellung elektrischer Energie. Das ideale Brennstoffzellensystem fuer das Energieautarke Solarhaus ist die PEMFC mit einer Leistung von 500 W-1 kW. (orig./MM)

Renin-Angiotensin System Inhibitors, Type 2 Diabetes and Fibrosis Progression: An Observational Study in Patients with Nonalcoholic Fatty Liver Disease.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Serena Pelusi

Full Text Available The clinical determinants of fibrosis progression in nonalcoholic fatty liver disease (NAFLD are still under definition.To assess the clinical determinants of fibrosis progression rate (FPR in NAFLD patients with baseline and follow-up histological evaluation, with a special focus on the impact of pharmacological therapy.In an observational cohort of 118 Italian patients from tertiary referral centers, liver histology was evaluated according to Kleiner. Independent predictors of FPR were selected by a stepwise regression approach.Median follow-up was 36 months (IQR 24-77. Twenty-five patients (18% showed some amelioration, 63 (53% had stability, 30 (25% had progression of fibrosis. Patients with nonalcoholic steatohepatitis (NASH had similar demographic and anthropometric features, but a higher prevalence of type 2 diabetes (T2D; p = 0.010, and use of renin-angiotensin axis system (RAS inhibitors (p = 0.005. Fibrosis progression was dependent of the length of follow-up, and was associated with, but did not require, the presence of NASH (p<0.05. Both fibrosis progression and faster FPR were independently associated with higher APRI score at follow-up, absence of treatment with RAS inhibitors, and T2D diagnosis at baseline (p<0.05. There was a significant interaction between use of RAS inhibitors and T2D on FPR (p = 0.002. RAS inhibitors were associated with slower FPR in patients with (p = 0.011, but not in those without (p = NS T2D.NASH is not required for fibrosis progression in NAFLD, whereas T2D seems to drive fibrogenesis independently of hepatic inflammation. Use of RAS inhibitors may contrast fibrosis progression especially in high-risk patients affected by T2D.

Long-wave forcing for regional atmospheric modelling

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Storch, H. von; Langenberg, H.; Feser, F. [GKSS-Forschungszentrum Geesthacht GmbH (Germany). Inst. fuer Hydrophysik

1999-07-01

A new method, named 'spectral nudging', of linking a regional model to the driving large-scale model simulated or analyzed by a global model is proposed and tested. Spectral nudging is based on the idea that regional-scale climate statistics are conditioned by the interplay between continental-scale atmospheric conditions and such regional features as marginal seas and mountain ranges. Following this 'downscaling' idea, the regional model is forced to satisfy not only boundary conditions, possibly in a boundary sponge region, but also large-scale flow conditions inside the integration area. We demonstrate that spectral nudging succeeds in keeping the simulated state close to the driving state at large scales, while generating smaller-scale features. We also show that the standard boundary forcing technique in current use allows the regional model to develop internal states conflicting with the large-scale state. It is concluded that spectral nudging may be seen as a suboptimal and indirect data assimilation technique. (orig.) [German] Eine neue Methode, genannt 'spektrales nudging', ein Regionalmodell an das durch ein Globalmodell simulierte grossskalige Antriebsfeld zu koppeln, wird vorgestellt und getestet. Das spektrale nudging basiert auf der Annahme, dass regionale Klimastatistik durch die Wechselwirkung zwischen dem kontinental-skaligen atmosphaerischen Zustand und regionalen Gegebenheiten, wie kleinere Seen und Gebirgszuege, bestimmt wird. Demnach muss das Regionalmodell nicht nur die Randbedingungen erfuellen, sondern auch die grossskaligen Zustaende innerhalb des Integrationsgebietes wiedergeben koennen. Wir zeigen, dass durch das spektrale nudging der grossskalige modellierte Zustand nahe an dem des Antriebsfeldes liegt, ohne die Modellierung regionaler Phaenomene zu beeintraechtigen. Ausserdem zeigen wir, dass das Regionalmodell durch die zur Zeit benutzte Antriebstechnik ueber den Modellrand interne Felder produzieren kann

Application of mathematical and computer methods in mine rescue. Primeneniye matematicheskikh metodov i EVM v gornospasatel'nom dele

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

1980-01-01

The collection contains the following articles: ''Control automation in mine rescue''. Khudosovtzev N.M., Teper V.B., Shschukin O.F.; ''Selection of optimal control of fire-fighting equipment''. Kozlyuk A.I., Charkov V.P., Teper V.B.; ''Formal approach to describing the process of underground fire extinguishing''. Kozlyu, A.I., Teper V.B., Romanchuk A.L.,; ''Computer selection of rescue and accident prevention methods using situation control methods''. Starovoitov V.T., Tomarovshschenko V.D., Koifman Yu. L., Plepler R.,; ''Planning experiments for studying the foam generation process using a steam-gas mixture''. Karyagina N.V., Makarenko V.L., Zhukova N.E., Shkodskikh V.I.; ''Mathematical model of the temperature field of spontaneous coal combustion in a mined out area''. Chuntu G.I., Kalyusskii A.E., Lysenko E.P., Gusar G.A.; ''Mathematical model of the cooling process of rock by a gas flow''. Kleiner A.A., Semko V.N.; ''M/G/I system with selfcontained servicing''. Skripnik V.M.; ''Closed-circuit servicing with mobile one-channel devices''. Skripnik V.M.; ''Analysis of methods for describing accident situations when modelling mine rescue operations''. Shschukin O.F., Brusentzev G.K., Laktionov O.A.; ''PROLOG system and the solution to several artificial intelligence problems''. Belov V.N., Branovitzkii V.I., Getzko L.N., Kudryavtzeva S.P., Seraya V.V.; ''Representation of knowledge in interactive systems''. Branovitzkii V.I., Getzko L.N., Kudryavtzeva S.P., Sakhno A.A., Seraya V.V.; ''Programming the selection of fire extinguishing equipment for rapid control of underground fire fighting using a computer''. Teper V.B., Ibchenko I.B., Bychkov G.D.; ''Interactive method to assess the effectiveness of exogenous fire fighting methods''. Brusentzev G.K., Shschukin O.F., Laktionov O.A., Shulga O.N.; ''Practical instruction using the automatic 'mine rescuer' system''.

Study of small partial-wave contributions in the neighbourhood of dominating resonance states of the proton by linearly polarized photons; Untersuchung kleiner Partialwellenbeitraege in der Naehe dominierender Resonanzzustaende des Protons mit linear polarisierten Photonen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Elsner, D.

2007-04-15

The reaction p(e, e'p){pi}{sup 0} has been studied at Q{sup 2}=0.2 (GeV/c){sup 2} in the region of W=1232 MeV. From measurements left and right of (vector)q cross section asymmetries {rho}{sub LT} have been obtained in forward {rho}{sub LT}({theta}{sub {pi}{sup 0}}{sup cm}=20 )=(-11.68{+-}2.36{sub stat}{+-}2.36{sub sys}) and backward {rho}{sub LT}({theta}{sub {pi}}{sub {sup 0}}{sup cm}=160)=(12.18{+-}0.27{sub stat}{+-}0.82{sub sys}) {pi}{sup 0} kinematics, from which R{l_brace}S{sub 1+}{sup *}M{sub 1+}{r_brace}/ vertical stroke M{sub 1+} vertical stroke {sup 2} and R{l_brace}S{sub 0+}{sup *}M{sub 1+}{r_brace}/ vertical stroke M{sub 1+} vertical stroke {sup 2} could be determined. Using linear polarised tagged photon beams of energy up to E{sub {gamma}}{approx_equal}1.5 GeV the photon beam asymmetry {sigma} has been measured in the reaction p((vector){gamma}, {eta})p. Based on coherent bremsstrahlung off a diamond crystal a maximum polarisation of P{sub {gamma}}=49% has been achieved at E{sub {gamma}}=1305 MeV. The beam asymmetry has been extracted from the azimuthal modulation of the cross section using both decay modes of the {eta} into two photons and 3{pi}{sup 0}. Large asymmetries up to 80% are observed, in agreement with previous measurements where already available. There is also agreement with standard model calculations. However, the required partial waves to describe the measurements differ significantly. (orig.)

State of the art of the advancement of stationary fluidized-bed systems with low performance from the view of the engineering design; Zum Stand der Weiterentwicklung der stationaeren Wirbelschichtfeuerungsanlage kleiner Leistung aus Sicht der Konstruktionstechnik

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Boehme, Carsten [Rostock Univ. (Germany). Lehrstuhl fuer Konstruktionstechnik/CAD; Beu, Johannes [ES+S GmbH, Rostock (Germany); Broekel, Klaus

2011-07-01

The AiF funded research project VESTA continues the development of a fluidized bed combustion system at Universitaet Rostock together with ES+S GmbH and other partners. This paper presents the mechanical design aspects and focuses on the tools developed to simplify customization of the design. The energy system built around a high turbulent fluidized bed combustor can utilize a wide range of fuels. This flexibility, however, involves higher complexity in the design of each individual plant. To allow for a faster engineering process, generic CAD models have been created in Pro/ENGINEER. These models are controlled by dimensioning tools in standard applications, which reduces the amount of work necessary to adapt the design to individual size and operating conditions and to create the required engineering documentation. (orig.)

Development of an analysis method for determining chlorinated hydrocarbons in marine sediments and suspended matter giving particular consideration to supercritical fluid extraction; Entwicklung eines Analysenverfahrens zur Bestimmung von chlorierten Kohlenwasserstoffen in marinen Sedimenten und Schwebstoffen unter besonderer Beruecksichtigung der ueberkritischen Fluidextraktion

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Sterzenbach, D.

1997-11-01

diesem Grund soll das gesamte Verfahren und dessen Einzelschritte unter diesem Gesichtspunkt ueberprueft und gegebenenfalls verbessert werden. Fuer die Probennahme von marinen Schwebstoffen soll ein Verfahren erarbeitet werden, das eine effiziente Abtrennung moeglichst kleiner suspendierter Partikel aus Seewasser ermoeglicht. Mit dem entwickelten Analysenverfahren sollen aktuelle Aspekte der Meereschemie zu Quellen, Transport, Verteilung und Verbleib von chlorierten Kohlenwasserstoffen in der marinen Umwelt behandelt werden. (orig.)

EUROTRAC projects

International Nuclear Information System (INIS)

Slanina, J.; Arends, B.G.; Wyers, G.P.

1992-07-01

The projects discussed are BIATEX (BIosphere-ATmosphere EXchange of pollutants), ACE (Acidity in Clouds Experiment) and GCE (Ground-based Cloud Experiment). ECN also coordinates BIATEX and contributes to the coordination of EUROTRAC. Research in BIATEX is aimed at the development of equipment, by which atmosphere-surface interactions of air pollution can be quantified. A ion chromatograph, connected to a rotating denuder, is developed to be applicated in the field for on-line analysis of denuder extracts and other samples. To investigate dry deposition of ammonia a continuous-flow denuder has been developed. A thermodenuder system to measure the concentrations of HNO 3 and NH 4 NO 3 in the ambient air is optimized to determine depositions and is part of the ECN monitoring station in Zegveld, Netherlands. An aerosol separation technique, based on a cyclone separator, has also been developed. All this equipment has been used in field experiments above wheat and heather. An automated monitoring station for long-term investigations of NH 3 , HNO 3 and SO 2 dry deposition on grassland and the impact of the deposition on the presence and composition of water films has been set up and fully tested. Research in GCE concerns the uptake and conversion of air pollution in clouds (cloud chemistry). Measuring equipment from several collaborative institutes has been specified and calibrated in a cloud chamber at ECN. The ECN contribution is the determination of the gas phase composition and the micro-physical characterization of the clouds. Measurement campaigns were carried out in the Po area (Italy) in fog, and in Kleiner Feldberg near Frankfurt, Germany, in orographic clouds. Estimations are given of the deposition of fog water and cloud water on forests in the Netherlands and the low mountain range in Germany. The project ACE was not started because of financial reasons and will be reconsidered. 26 figs., 1 tab., 3 apps., 34 refs

Pastorale begeleiding van kinders wat rou

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Wentzel C. Coetzer

2015-07-01

Full Text Available In die literatuur word dikwels na kinders as die sogenaamde ‘forgotten grievers’ verwys. Wat pastorale berading betref is daar in die verlede tydens sterfgevalle in ’n gesin soms meer op die volwassenes as op die kinders gefokus. Verliese wat egter nie tydens die kinderjare verwerk word nie, het ’n impak op die res van so ’n persoon se lewe. In hierdie artikel word die belangrikheid van kinders as volle lede van die geloofsgemeenskap (ook wat hulle emosies betref beklemtoon. Aspekte soos die sinvraag, die beskermende- en helende effek van spiritualiteit en geloof, asook die belangrikheid van ’n Skrifgedeelte soos Lukas 18:15–17 met betrekking tot kleiner kinders kom vervolgens aan die orde. Die belangrikheid van die integrering van spiritualiteit en kreatiewe, ekspressiewe tegnieke en strategieë word ook uitgelig. Voorbeelde van laasgenoemde tegnieke word vervolgens aan die orde gestel terwyl ’n aantal praktiese riglyne ten opsigte van geloofsaspekte ter begeleiding van die kind wat ’n verlies ervaar het, ook daarna aandag geniet. Pastoral care of grieving children. Literature often refers to children as the so called forgotten grievers. In the past, during deaths in a family, pastoral counselling was sometimes more focused on the adults than on children. However, losses that are not processed during childhood will have an impact on the rest of such a person’s life. In this article, the importance of children as full members of the community of faith (also regarding their emotions is emphasised. Aspects such as the question on meaning, the protective and healing effect of spirituality and faith, and the importance of a passage like Luke 18:15–17 with respect to smaller children are discussed. The importance of the integration of spirituality and creative expressive techniques and strategies are also explored. Examples of the latter techniques are discussed, while a number of practical guidelines on religious issues for

PNPLA3 GG genotype and carotid atherosclerosis in patients with non-alcoholic fatty liver disease.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Salvatore Petta

Full Text Available BACKGROUND AND AIM: To evaluate if the presence of carotid atherosclerosis in patients with NAFLD, could be related to gene variants influencing hepatic fat accumulation and the severity of liver damage. METHODS: We recorded anthropometric, metabolic and histological data(Kleiner score of 162 consecutive, biopsy-proven Sicilian NAFLD patients. Intima-media thickness(IMT, IMT thickening(IMT≥1 mm and carotid plaques(focal thickening of >1.3 mm at the level of common carotid artery were evaluated using ultrasonography. IL28B rs12979860 C>T, PNPLA3 rs738409 C>G, GCKR rs780094 C>T, LYPLAL1 rs12137855 C>T, and NCAN rs2228603 C>T single nucleotide polymorphisms were also assessed. The results were validated in a cohort of 267 subjects with clinical or histological diagnosis of NAFLD from Northern Italy, 63 of whom had follow-up examinations. RESULTS: Carotid plaques, IMT thickening and mean maximum IMT were similar in the two cohorts, whereas the prevalence of diabetes, obesity, NASH, and PNPLA3 GG polymorphism(21%vs.13%, p = 0.02 were significantly higher in the Sicilian cohort. In this cohort, the prevalence of carotid plaques and IMT thickening was higher in PNPLA3 GG compared to CC/CG genotype(53%vs.32%, p = 0.02; 62%vs.28%, p<0.001, respectively. These associations were confirmed at multivariate analyses (OR2.94;95%C.I. 1.12-7.71, p = 0.02, and OR4.11;95%C.I. 1.69-9.96, p = 0.002, respectively, although have been observed only in patients <50years. Also in the validation cohort, PNPLA3 GG genotype was independently associated with IMT thickening in younger patients only (OR: 6.00,95%C.I. 1.36-29, p = 0.01, and to IMT progression (p = 0.05 in patients with follow-up examinations. CONCLUSION: PNPLA3 GG genotype is associated with higher severity of carotid atherosclerosis in younger patients with NAFLD. Mechanisms underlying this association, and its clinical relevance need further investigations.

Noble metal recycling. Project 2: Optimization of discontinuous thermal processes (emission reduction). Final report; Edelmetallrecycling. Teilvorhaben 2: Weiterentwicklung der Verfahrenstechnik bei diskontinuierlichen thermischen Prozessen (Emissionsminderung). Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Baumbach, G.; Berger, R.

2000-10-01

A batch operated incineration process, used for the recycling of precious metals is described in the report. The development of a new combined pyrolysis/oxidation Process is the main focus of the work. This new process has several remarkable advantages compared to traditionally used techniques. The optimisation of the process with a modern fuzzy based control technique is described in detail. The emissions of the process were reduced considerably applying the new process and the innovative control technique. Furthermore the layout of several components of the new process can be reduced in the future. The developed techniques can also be applied in other thermal processes, especially batch processes. Additionally the application of catalysts for PCDD/PCDF reduction in the flue gas upstream and downstream of the filter was investigated. Whereas the catalyst performed well, as expected, downstream of the filter, no acceptable operation was possible upstream of the filter. As the reheating downstream the filter is economically not feasible the application of catalysts is not applicable for the describe process. (orig.) [German] Die Arbeit beschreibt einen diskontinuierlichen thermischen Prozess, der zur Rueckgewinnung von Edelmetallen eingesetzt wird. Der Schwerpunkt der Arbeit liegt auf der Entwicklung eines neuartigen kombinierten Pyrolyse/Oxidations-Prozesses, der gegenueber den traditionell eingesetzten Anlagen grosse Vorteile aufweist. Die Optimierung dieses Prozesses mit Hilfe modernster Fuzzy-Regelungstechnik wird detailliert beschrieben. Mit dem neuen Verfahren und den innovativen Regelungstechniken konnten die Emissionen des Prozesses merklich gesenkt werden, ohne den Energiebedarf negativ zu beeinflussen. Ausserdem koennen zukuenftige Anlagen kleiner ausgelegt werden. Die entwickelten Verfahren koennen auch auf andere thermische Prozesse uebertragen werden. Weiterhin wurde der Einsatz von Katalysatoren zur PCDD/PCDF-Minderung im Rein- und Rohgas untersucht

Serum γ-glutamyl transferase levels, insulin resistance and liver fibrosis in patients with chronic liver diseases.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Salvatore Petta

Full Text Available BACKGROUND AND AIMS: Serum levels of γ-glutamyl-transpeptidase(γ-GT were associated with liver disease severity and metabolic alterations, which in turn are able to affect hepatic damage. In patients with nonalcoholic fatty liver disease (NAFLD, genotype 1 chronic hepatitis C (G1CHC and chronic hepatitis B (CHB, we assessed the link between liver fibrosis and γ-GT serum levels, and we evaluated if normal or high γ-GT serum levels affect the association between insulin resistance (IR and severity of liver fibrosis. METHODS: 843 consecutive patients with chronic liver disease (CLD(193 NAFLD, 481 G1CHC, 169 CHB were evaluated by liver biopsy (Kleiner and Scheuer scores and clinical and metabolic measurements. IR was diagnosed if HOMA>3. A serum γ-GT concentration of >36 IU/L in females and >61 IU/L in males was considered the threshold value for identifying high levels of γ-GT. RESULTS: By multivariate logistic regression analysis, abnormal γ-GT serum levels were independently linked to severe liver fibrosis in patients with NAFLD (OR2.711,CI1.120-6.564,p = 0.02, G1CHC (OR3.461,CI2.138-5.603,p80%. Interestingly, among patients with high or normal γ-GT values, even if IR prevalence was significantly higher in patients with severe fibrosis compared to those without, IR remained significantly associated with severe fibrosis in patients with abnormal γ-GT values only (OR4.150,CI1.079-15.970,p = 0.03 for NAFLD; OR2.250,CI1.211-4.181,p = 0.01 for G1CHC; OR3.096,CI2.050-34.220,p = 0.01 for CHB. CONCLUSIONS: In patients with CLD, IR is independently linked to liver fibrosis only in patients with abnormal γ-GT values, without differences according to liver disease etiology, and suggesting a role of γ-GT as a marker of metabolic-induced liver damage. These data could be useful for the clinical and pharmacologic management of patients with CLD.

Grain Refinement of Low Carbon Martensitic Steel by Heat Treatment

Directory of Open Access Journals (Sweden)

N. V. Kolebina

2015-01-01

Full Text Available The low-carbon steels have good corrosion and technological properties. Hot deformation is the main operation in manufacturing the parts from these steels. So one of the important properties of the material is a property of plasticity. The grain size significantly influences on the ductility properties of steel. The grain size of steel depends on the chemical composition of the crystallization process, heat treatment, and steel machining. There are plenty methods to have grain refinement. However, taking into account the large size of the blanks for the hydro turbine parts, the thermal cycling is an advanced method of the grain refinement adaptable to streamlined production. This work experimentally studies the heat treatment influence on the microstructure of the low-carbon 01X13N04 alloy steel and proposes the optimal regime of the heat treatment to provide a significantly reduced grain size. L.M. Kleiner, N.P. Melnikov and I.N. Bogachyova’s works focused both on the microstructure of these steels and on the influence of its parameters on the mechanical properties. The paper focuses mainly on defining an optimal regime of the heat treatment for grain refinement. The phase composition of steel and temperature of phase transformation were defined by the theoretical analysis. The dilatometric experiment was done to determine the precise temperature of the phase transformations. The analysis and comparison of the experimental data with theoretical data and earlier studies have shown that the initial sample has residual stress and chemical heterogeneity. The influence of the heat treatment on the grain size was studied in detail. It is found that at temperatures above 950 ° C there is a high grain growth. It is determined that the optimal number of cycles is two. The postincreasing number of cycles does not cause further reducing grain size because of the accumulative recrystallization process. Based on the results obtained, the thermal cycling

Oil-free heat pump plants with R744 (CO{sub 2}); Oelfreie Waermepumpenanlagen mit R744 (CO{sub 2})

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hafner, Armin [SINTEF Energy Research, Trondheim (Norway)

2011-07-01

herkoemmlichen Anlagen kleiner. Die Entwicklung eines oelfreien hermetischen Verdichters ist Teil des CREATIV-Projekts. Ein solcher Verdichter wurde fuer eine Pilotanlage bereits entwickelt. Diese Anlage wird voraussichtlich in 2012 im Labor bei SINTEF/NTNU in Trondheim installiert und spaeter in einigen Pilotprojekten vor Ort erprobt.

Regarding fuel prices and automobility. A brief analysis of price and cost elasticities; Over brandstofprijzen en automobiliteit. Een beknopte analyse van prijs- en kostenelasticiteit

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Groot, W.

2012-01-15

Car drivers do not drive significantly less when fuel prices at the pump rise. If fuel prices increase by approximately 12.5 percent, the long-term decrease in car kilometres travelled is just 2.5 percent. Higher fuel prices have also not resulted in a more fuel-efficient 'car fleet' (i.e. the range of available car model types). The fuel consumption rate per kilometre remained relatively constant from the late 1980s to 2009, although recent years have seen a marked improvement in the per kilometre fuel consumption rate, as measured in CO2 emissions of new passenger cars. These were the findings of the title study, conducted by the KiM Netherlands Institute for Transport Policy Analysis. This study was based on data covering the period 1980 to 2009. The majority of the definitive effects of higher fuel prices revealed in this study were less pronounced than the effects previously cited in available literature, especially with regard to the long-term effects [Dutch] Uit de titel studie blijkt dat automobilisten in beperkte mate minder gaan rijden als de brandstofprijzen aan de pomp stijgen. Een stijging van de benzineprijs met ongeveer 12,5 procent leidt op langere termijn tot een vermindering van de hoeveelheid afgelegde kilometers met 2,5 procent. De hoge brandstofprijzen hebben ook niet geleid tot een zuiniger wagenpark. Het benzineverbruik per kilometer is tussen het eind van de jaren tachtig en 2009 vrijwel gelijk gebleven. Met als kanttekening dat in de meest recente jaren sprake is van een zichtbare verbetering van het verbruik per kilometer, afgemeten aan de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's. Het KiM heeft zich in de studie gebaseerd op cijfers over de periode 1980-2009. De meeste in het onderzoek vastgestelde effecten van hogere benzineprijzen zijn kleiner dan de effecten die in de beschikbare literatuur zijn aangetroffen. Dit geldt vooral voor de effecten op de lange termijn.

The background aerosol in the lower stratosphere and the tropospheric aerosol in the Alps. Final report; Das Hintergrundaerosol der unteren Stratosphaere und das troposphaerische Aerosol der Alpen. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Jaeger, H.; Trickl, T.

2001-06-04

Jahresgang des Aerosols in der gesamten Troposphaere. In der freien Troposphaere wurde ein ausgepraegtes Fruehjahrsmaximum festgestellt. Das stratosphaerische Aerosol war im Berichtszeitraum auf Hintergrundniveau abgesunken. Hierdurch konnten der Einfluss kleinerer Aerosolereignisse nachgewiesen werden, wie der Ausbruch des Vulkans Shishaldin (Alaska) and Flugzeugemissionen. (orig.)

Manual of low-capacity bioenergy systems; Handbuch Bioenergie-Kleinanlagen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hartmann, H. (ed.); Thuneke, K.; Hoeldrich, A.; Rossmann, P.; Meier, L.; Eismann, H.; Nielsen, H.

2003-02-01

The manual attempts a systematic presentation of the current knowledge on the use of biogenic fuels in low-capacity systems. Fundamental and complex technical knowledge is presented in a simple and popular manner, and technical, organisational, economic and legal problems relating to practical application are presented with a view to practical application. This makes the book interesting as a projecting and decision aid for private and public decision-makers. The book addresses private households, small industries, planners and architects, fuel producers and retailers, private and public consultants, and others. (orig.) [German] Im vorliegenden Leitfaden wird versucht, das Wissen ueber den Einsatz biogener Brennstoffe in kleineren Anlagen zu systematisieren und aufzubereiten. Dabei wird der Versuch unternommen, einerseits grundlegende, zum Teil komplexe Zusammenhaenge allgemein verstaendlich darzustellen und andererseits anwendungsbezogene technische, organisatorische, wirtschaftliche und rechtliche Fragen umfassend zu beantworten. Dadurch kann der Leitfaden als Projektierungs- und Ausfuehrungshilfe fuer die am Prozess der Brennstoffbereitstellung und -nutzung beteiligten Akteure aber auch fuer die beratenden oeffentlichen und privaten Einrichtungen dienen. Im Einzelnen soll der Leitfaden - Interesse an der Realisierung eigener Projektideen fuer die Biomassenutzung wecken, - die Beurteilung eigener Spielraeume fuer die Biomassenutzung erleichtern, - Basiswissen vermitteln, - einen Ueberblick ueber die technischen Moeglichkeiten im Bereich kleiner Anlagen geben, - Hilfestellung bei der Bewertung von biogenen Brennstoffen und ihren Einsatzmoeglichkeiten bieten, - die Systemauswahl und -konfiguration erleichtern, - Sicherheit im Umgang mit den Fachbegriffen vermitteln, - die rechtlichen Rahmenbedingungen vorstellen, - Planungsdaten liefern und Fehleinschaetzungen vermeiden helfen, - Verbesserungsmoeglichkeiten an bereits existierenden Anlagen aufzeigen, - die

Revisión crítico-comparada de las principales teorías científico sociales sobre la delincuencia femenina (Vergleichend kritische Überarbeitung der wichtigsten wissenschaftlichen und sozialen Theorien über die Fraunkriminalität

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Gudrun Stenglein

2013-03-01

Full Text Available Wenn man von Verbrechen spricht, scheint man mit einem reinen männlichen Phänomen konfrontiert zu sein. Die wissenschaftlichen Arbeiten über Kriminalität beschäftigen sich normalerweise mit dem Verhalten männlicher Krimineller. Die Frauen werden nur als passive Subjekte, meist als Opfer dargestellt. Die Frauenkriminalitätsproblematik wird aber immer gewichtiger, die Anzahl der Delikte, die durch Frauen begangen werden, und der Frauen als Strafgefangene wächst. Aber in der akademischen Welt wird diese Problematik nach wie vor als nicht wichtig dargestellt, sie spielt eine wesentlich kleinere Rolle. Das Phänomen der Frauenkriminalität wird bis zum heutigen Tage mit dem biologischen Unterschied, mit der Form des Seins der Frau erklärt. Die Vorstellungswelt der Frau beschäftigt sich nur mit der Suche nach einem adäquaten Parter und mit der Rolle als Mutter und Ehefrau, die sich um ihre Familie kümmert. Jahrhundertelang war dieses Thema auf die Verhaltensweisen in Verbindung mit der sozialen Reputation beschränkt. Mit diesem Artikel wird eine Einleitung in die verschiedenen biologischen und sozialen Erklärungsansätze dieses Phänomens unter dem besonderen funktionalistischen Blickwinkel der Rollentheorie und der Theorie der sozialen Kontrolle gegeben. Ein anderer Ansatzpunkt ist die Etikettierungsthorie, Labeling Approach. Einige Erklärungsansätze, wie die Sozialisierung der Frau, haben nach wie vor Gültigkeit, vor allem, weil es sich bei dem Problem der Frauenkriminalität um ein multidisziplinäres Thema handelt. Die individuellen und sozialen Faktoren müssen miteinander verbunden werden. Die Gesellschaft macht aus den Personen, was sie sind, zumindest potenziert sie die individuellen Bedingungen. Einige Erklärungen wurden mit der Zeit relativiert. Manche können mitlerweile für veraltet gehalten werden, andere sind in ihren Ansichtsweisen teilweise zu beschränkt, so dass sie heutzutage als befremdlich oder �

The role of energy-related consultancy in increasing the energy performance in small and mid-sized enterprises. Feedback analysis of a survey among SMEs and energy consultants in Baden-Wuerttemberg. Final report to the Ministry of environment and transport of Baden-Wuerttemberg; Die Rolle der Energieberatung bei der rationellen Energienutzung in kleinen und mittleren Unternehmen. Auswertung einer Umfrage unter kleinen und mittleren Unternehmen und Energieberatern in Baden-Wuerttemberg. Endbericht an das Ministerium fuer Umwelt und Verkehr Baden-Wuerttemberg

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmid, C. (comp.); Gruber, E.; Weigert, K.

2000-10-01

The small and mid-sized enterprises (SMEs) have to cope with typical shortcomings due to tight technical, financial, or human resources, in attempts to implement energy performance improvement measures in their shops. As a rule, none of the persons employed has the time to qualify for and perform the functions of an energy efficiency specialist. This is why consultancy by external specialists is the adequate solution (when doubts about the cost efficiency and general usefulness of such services have been removed). The document contains the important aspects of a survey carried out in order to gather information about availability of consultancy services for SMEs in the producing sector, and available experience and results. The survey covers about 50 enterprises of the mechanical engineering and printer's shop branches, as well as about 50 consulting firms in Baden-Wuerttemberg. (orig./CB) [German] In kleinen und mittleren Unternehmen existieren eine Reihe von technischen, oekonomischen und einstellungsbedingten Hemmnissen bei der Umsetzung von Massnahmen der rationellen Energienutzung. Aufgrund der geringen Mitarbeiterzahl gibt es in diesen Unternehmen in der Regel niemanden, der fuer Fragen der rationellen Energienutzung zustaendig ist und moegliche Einsparmassnahmen verfolgt. Gerade fuer kleinere Unternehmen ist daher die Inanspruchnahme externer Energiefachleute sinnvoller als der kostenintensive Aufbau von eigenem Know-how. Allerdings werden Energieberatungen u. a. aus Kostengruenden und Zweifel am Nutzen haeufig nicht in Anspruch genomen. In der vorliegenden Studie wurden das Angebot von und Erfahrungen mit Energieberatungen fuer kleine und mittlere Unternehmen des produzierenden Gewerbes untersucht. Dazu wurden auch Fragen zum Umfeld, vor allem zur Wirkung und Ueberwindung von Hemmnissen in den Betrieben und zur Bereitschaft zur Durchfuehrung von Massnahmen rationeller Energienutzung beruecksichtigt. Ziel der Arbeit war es, einen Einblick in den

The possible tightening of five demands in the Decree on Emission Regulations for Medium-sized Combustion Installations; De mogelijke aanscherping van vijf eisen in het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kroon, P.; Plomp, A.J. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Van Berkel, L.; Burgers, W.; Hermans, L.; Groot, M.; Simonse, W. [Kenniscentrum InfoMil, Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving, Den Haag (Netherlands); Kruithof, P.; Taal, M.; Van Bergen, J.; Walthaus, H. [Ministerie van Infrastructuur en Milieu IenM, Den Haag (Netherlands)

2013-05-15

To control local air quality and to prevent greenhouse gas emissions, the Dutch government has established legislation to restrict such emissions from medium-sized stationary gas engines and heating installations, the so-called Bems legislation. These medium-sized stationary engines, turbines, boilers and other installations are mainly in use in the industry, greenhouse horticulture and services sector. When the Bems legislation entered into force, five possible emission limit values (ELVs) were discussed but not implemented at that time, partly due to the limited availability of knowledge at that time within the market about the required technical measures to meet these ELVs. On request of the Dutch Ministry of Infrastructure and the Environment, the current available knowledge on these five ELVs with respect to NOx, dust and methane emissions, has been explored and the results are discussed in this report. To that purpose, technical knowledge, foreign environmental legislation, potential emission reductions and costs have been analyzed. The ELVs discussed here are set at an O2 concentration of 3% in the flue gas according to Bems legislation. The indicated ELVs have no official status and have a recommendatory meaning to the Dutch Ministry of Infrastructure and the Environment. The Ministry decides on implementation and the value of the discussed ELVs [Dutch] Stookinstallaties kleiner dan 50 MWth dienen aan emissienormen te voldoen, volgens het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (Bems). De Bems-wetgeving is sinds 1 april 2010 van kracht en is sinds 1 januari 2013 integraal verplaatst naar het Activiteitenbesluit, paragraaf 3.2.1. Bij de invoering van Bems zijn een vijftal mogelijke aanscherpingen uitgesteld, voornamelijk vanwege onvoldoende kennis rondom beschikbare technische maatregelen om aan deze eisen te voldoen. Er is toen besloten om bij evaluatie van de Bems-wetgeving deze mogelijke aanscherpingen opnieuw te inventariseren. Het Ministerie

Regarding fuel prices and automobility. A brief analysis of price and cost elasticities; Over brandstofprijzen en automobiliteit. Een beknopte analyse van prijs- en kostenelasticiteit

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Groot, W.

2012-01-15

Car drivers do not drive significantly less when fuel prices at the pump rise. If fuel prices increase by approximately 12.5 percent, the long-term decrease in car kilometres travelled is just 2.5 percent. Higher fuel prices have also not resulted in a more fuel-efficient 'car fleet' (i.e. the range of available car model types). The fuel consumption rate per kilometre remained relatively constant from the late 1980s to 2009, although recent years have seen a marked improvement in the per kilometre fuel consumption rate, as measured in CO2 emissions of new passenger cars. These were the findings of the title study, conducted by the KiM Netherlands Institute for Transport Policy Analysis. This study was based on data covering the period 1980 to 2009. The majority of the definitive effects of higher fuel prices revealed in this study were less pronounced than the effects previously cited in available literature, especially with regard to the long-term effects [Dutch] Uit de titel studie blijkt dat automobilisten in beperkte mate minder gaan rijden als de brandstofprijzen aan de pomp stijgen. Een stijging van de benzineprijs met ongeveer 12,5 procent leidt op langere termijn tot een vermindering van de hoeveelheid afgelegde kilometers met 2,5 procent. De hoge brandstofprijzen hebben ook niet geleid tot een zuiniger wagenpark. Het benzineverbruik per kilometer is tussen het eind van de jaren tachtig en 2009 vrijwel gelijk gebleven. Met als kanttekening dat in de meest recente jaren sprake is van een zichtbare verbetering van het verbruik per kilometer, afgemeten aan de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's. Het KiM heeft zich in de studie gebaseerd op cijfers over de periode 1980-2009. De meeste in het onderzoek vastgestelde effecten van hogere benzineprijzen zijn kleiner dan de effecten die in de beschikbare literatuur zijn aangetroffen. Dit geldt vooral voor de effecten op de lange termijn.

Digitale Archivierung papierbasierter Krankenakten von Studienpatienten – Eckpunktepapier des KKSN, der GMDS und der TMF unter Mitwirkung des BfArM und der Landesüberwachungsbehörde Nordrhein-Westfalen [Digital archiving of paper-based patient records of clinical trial subjects – a key issues paper of KKSN, GMDS, and TMF in collaboration with the Federal Institute for Drugs and Medical Devices (BfArM and the Health Authority Northrhine-Westphalia

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Kohl, Christian D.

2013-04-01

örden als Quelldokumente anerkannt werden. Eine solche Anerkennung sollte nach Auffassung der Autoren möglich sein, wenn die gescannten Papierakten die Anforderungen an beglaubigte Kopien entsprechend der Note for Guidance CPMP/ICH/135/95 (ICH-GCP erfüllen. Dies setzt voraus, dass auf der Basis bestehender Regelungen jederzeit nachgewiesen werden kann, dass der Digitalisierungsprozess klar geregelt ist, dessen Ergebnisqualität regelmäßig überprüft wird und ausreichend hoch ist.Ziel dieses Eckpunktepapiers des Netzwerks der Koordinierungszentren für Klinische Studien (KKSN, , der Deutschen Gesellschaft für Medizinische Informatik, Biometrie und Epidemiologie e.V. (GMDS, und der TMF – Technologie- und Methodenplattform für die vernetzte medizinische Forschung e.V. ( unter Mitwirkung des Bundesinstituts für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM, und der Landesüberwachungsbehörde Nordrhein-Westfalen (Landeshauptstadt Düsseldorf, Gesundheitsamt, Zentrales Inspektorat für klinische Prüfstellen in Nordrhein-Westfalen ist es daher, darzulegen, wie die bestehenden regulatorischen Vorgaben so umgesetzt werden können, dass digitalisierte Patientenakten als Quelldokumente anerkannt werden.

Praktische Ansätze für ein familienfreundliches Medizinstudium [Practical Approaches to Family-friendly Medical Studies

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Liebhardt, Hubert

2012-04-01

, beschrieben. Flexibilisierung und Individualisierung sind dabei wesentliche Merkmale und Voraussetzungen eines familienfreundlichen Medizinstudiums im Rahmen universitärer Ausbildungsstrukturen. Flexibilität und Individualisierung können dadurch erreicht werden, dass Stundenpläne und Studienordnungen so gestaltet werden, dass sowohl Kinderbetreuung gesichert ist, als auch in Notfällen schnell und unbürokratisch Hilfe angeboten werden kann. Zur Flexibilisierung gehören u.a. adäquate, individuelle Kompensationsmöglichkeiten von Anwesenheitspflicht und Prüfungsterminen. Dafür erforderliche Bewusstseinsveränderung und Kooperationsbereitschaften beim Führungs- und Lehrpersonal können durch das Audit zur Familienfreundlichkeit „berufundfamilie“ bzw. „familiengerechte hochschule“, sowie ein strategisches Managementinstrument einer familienbewussten Unternehmenspolitik, gefördert werden. Unterstützende Instrumente, wie ein effektiv vernetztes Beratungswesen, ein datengestütztes Studienverlaufsmonitoring, die Ausgabe eines Elternpasses mit einem semesterübergreifenden Ausbildungsvertrag, die Schaffung von mehr Austausch zwischen studierenden Eltern bzw. anderen Studierenden durch eine Elterncommunity bzw. durch Lerntandems und schließlich die verlässliche Aufklärung und Einhaltung der Mutterschutzregelungen für schwangere und stillende Medizinstudentinnen flankieren ein gelingendes Studium mit Kind(ern.

HALIPP. Photocatalysis of tropospheric chemistry by sea salt. Final report; HALIPP. Photokatalyse der Luftchemie durch Seesalz-Aerosole. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Zetzsch, C; Scheer, V; Krueger, H U; Behnke, W

1994-12-31

The reactions of gaseous NO{sub 2} and N{sub 2}O{sub 5} with humidified NaCl-aerosol and humidified mixed NaCl/NaNO{sub 3}- and NaCl/Na{sub 2}SO{sub 4} -aerosols and of gaseous O{sub 3} with humidified sea-salt aerosol were investigated. An upper limit of <10{sup 4} was estimated for the uptake coefficient of NO{sub 2} from our measurements, the uptake coefficient of N{sub 2}O{sub 5} was determined to be 0.032{+-}0.003 (stated error: {+-}2{sigma}). Instead of NOCl reported as a product from NaCl in the literature, HONO is formed from the reaction of NO{sub 2} with deliquescent NaCl aerosol. Gaseaous N{sub 2}O{sub 5} is converted to gaseous CINO{sub 2} below relative humidities of 94%. Only at much higher humidities the formation of 2 HNO{sub 3} increases. No precursors of atomic Cl are observed to be formed from gaseous ozone and pure NaCl-aerosol. Only in the presence of seal-salt aerosols a formation of Cl{sub 2} is found (although not yet quantified). (orig.) [Deutsch] Es wurde die Reaktion von gasfoermigem NO{sub 2} und N{sub 2}O{sub 5} mit feuchtem NaCl- und gemischtem NaCl/NaNO{sub 3}- und NaCl/Na{sub 2}SO{sub 4}- Aerosol sowie von gasfoermigem O{sub 3} mit feuchtem Seesalzaerosol untersucht. Der Uptake-Koeffizient von NO{sub 2} wurde mit kleiner 10{sup -4} abgeschaetzt, der von N{sub 2}O{sub 5} mit 0.032{+-}0.003 (2{sigma}-Fehler) bestimmt. In Gegenwart von NO{sub 2} bildet sich anstelle des in der Literatur angegebenen NOCl gasfoermigs HONO und in Gegenwart von N{sub 2}O{sub 5} unterhalb einer relativen Feuchte von 94% hauptsaechlich gasfoermiges ClNO{sub 2}. Erst in Gegenwart wesentlich hoeherer Feuchten nimmt die Bildung von 2HNO{sub 3} zu. In Gegenwart von Ozon und reinem NaCl-Aerosol bilden sich keine Chloratomvorlaeufer. Erst in Gegenwart von Seesalzaerosolen kommt es zur Bildung von Cl{sub 2}. Eine Quantifizierung dieser letzteren Ergebnisse wurde noch nicht durchgefuehrt. (orig.)

Meeting the specifications for mechanical-biological waste treament and dumping; Umsetzung der Ablagerungsanforderungen im MBA- und Deponiebetrieb

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ketelsen, K. [IBA Ingenieurbuero fuer Abfallwirtschaft und Entsorgung GmbH, Hannover (Germany)

2001-07-01

50.000 Mg/a fuehren. Aufgrund des Kostendrucks werden sich daher kleinere Gebietskoerperschaften im Rahmen von Kooperations- und Verbundmodellen zusammen finden muessen. Bei MBA-Konzepten entfallen ca. 40-50% der gesamten Entsorgungskosten auf die Behandlungskosten der MBA. Die Wirtschaftlichkeit von MBA-Konzepten haengt daher entscheidend von den im Einzelfall vorhandenen bzw. realisierbaren Kosten fuer die Deponierung der stabilisierten Feinfraktion (ca. 20%) sowie den Kosten fuer die energetische Verwertung der abgetrennten heizwertreichen Abfaelle ab (ca. 30%). Aufgrund des hohen Fixkostenanteils der MBA ist die Wirtschaftlichkeit auch von MBA-Konzepten nur bei entsprechender Anlagenauslastung gesichert. (orig.)

Power estimation on functional level for programmable processors

Directory of Open Access Journals (Sweden)

M. Schneider

2004-01-01

Full Text Available In diesem Beitrag werden verschiedene Ansätze zur Verlustleistungsschätzung von programmierbaren Prozessoren vorgestellt und bezüglich ihrer Übertragbarkeit auf moderne Prozessor-Architekturen wie beispielsweise Very Long Instruction Word (VLIW-Architekturen bewertet. Besonderes Augenmerk liegt hierbei auf dem Konzept der sogenannten Functional-Level Power Analysis (FLPA. Dieser Ansatz basiert auf der Einteilung der Prozessor-Architektur in funktionale Blöcke wie beispielsweise Processing-Unit, Clock-Netzwerk, interner Speicher und andere. Die Verlustleistungsaufnahme dieser Bl¨ocke wird parameterabhängig durch arithmetische Modellfunktionen beschrieben. Durch automatisierte Analyse von Assemblercodes des zu schätzenden Systems mittels eines Parsers können die Eingangsparameter wie beispielsweise der erzielte Parallelitätsgrad oder die Art des Speicherzugriffs gewonnen werden. Dieser Ansatz wird am Beispiel zweier moderner digitaler Signalprozessoren durch eine Vielzahl von Basis-Algorithmen der digitalen Signalverarbeitung evaluiert. Die ermittelten Schätzwerte für die einzelnen Algorithmen werden dabei mit physikalisch gemessenen Werten verglichen. Es ergibt sich ein sehr kleiner maximaler Schätzfehler von 3%. In this contribution different approaches for power estimation for programmable processors are presented and evaluated concerning their capability to be applied to modern digital signal processor architectures like e.g. Very Long InstructionWord (VLIW -architectures. Special emphasis will be laid on the concept of so-called Functional-Level Power Analysis (FLPA. This approach is based on the separation of the processor architecture into functional blocks like e.g. processing unit, clock network, internal memory and others. The power consumption of these blocks is described by parameter dependent arithmetic model functions. By application of a parser based automized analysis of assembler codes of the systems to be estimated

Power estimation on functional level for programmable processors

Science.gov (United States)

Schneider, M.; Blume, H.; Noll, T. G.

2004-05-01

In diesem Beitrag werden verschiedene Ansätze zur Verlustleistungsschätzung von programmierbaren Prozessoren vorgestellt und bezüglich ihrer Übertragbarkeit auf moderne Prozessor-Architekturen wie beispielsweise Very Long Instruction Word (VLIW)-Architekturen bewertet. Besonderes Augenmerk liegt hierbei auf dem Konzept der sogenannten Functional-Level Power Analysis (FLPA). Dieser Ansatz basiert auf der Einteilung der Prozessor-Architektur in funktionale Blöcke wie beispielsweise Processing-Unit, Clock-Netzwerk, interner Speicher und andere. Die Verlustleistungsaufnahme dieser Bl¨ocke wird parameterabhängig durch arithmetische Modellfunktionen beschrieben. Durch automatisierte Analyse von Assemblercodes des zu schätzenden Systems mittels eines Parsers können die Eingangsparameter wie beispielsweise der erzielte Parallelitätsgrad oder die Art des Speicherzugriffs gewonnen werden. Dieser Ansatz wird am Beispiel zweier moderner digitaler Signalprozessoren durch eine Vielzahl von Basis-Algorithmen der digitalen Signalverarbeitung evaluiert. Die ermittelten Schätzwerte für die einzelnen Algorithmen werden dabei mit physikalisch gemessenen Werten verglichen. Es ergibt sich ein sehr kleiner maximaler Schätzfehler von 3%. In this contribution different approaches for power estimation for programmable processors are presented and evaluated concerning their capability to be applied to modern digital signal processor architectures like e.g. Very Long InstructionWord (VLIW) -architectures. Special emphasis will be laid on the concept of so-called Functional-Level Power Analysis (FLPA). This approach is based on the separation of the processor architecture into functional blocks like e.g. processing unit, clock network, internal memory and others. The power consumption of these blocks is described by parameter dependent arithmetic model functions. By application of a parser based automized analysis of assembler codes of the systems to be estimated the input

Factores analíticos, antropométricos y dietéticos asociados al desarrollo de fibrosis en pacientes con enfermedad por hígado graso no alcohólico

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Sara Gómez-de-la-Cuesta

Full Text Available RESUMEN Antecedentes: la esteatohepatitis no alcohólica (EHNA mantenida en el tiempo puede conducir a estadios avanzados de enfermedad hepática y al desarrollo de hepatocarcinoma. Objetivos: evaluar los factores analíticos, antropométricos y dietéticos asociados a la presencia de fibrosis hepática, evento que más influye en supervivencia y evolución. Métodos: fueron estudiados setenta y seis pacientes diagnosticados de enfermedad por hígado graso no alcohólica mediante biopsia. Las biopsias fueron clasificadas según el NAS-score (Kleiner. Se obtuvieron parámetros analíticos, antropométricos y dietéticos y se calculó el índice no invasivo NAFLD Fibrosis Score (NFLD-FS. Se determinaron los niveles séricos de leptina, adiponectina, resistina y TNF-alfa. Resultados: cincuenta y seis pacientes eran hombres (73,7%, con una edad media de 44,5 ± 11,3 años (19-68. Pacientes con fibrosis en biopsia: 39 (51,3% (F1-F2: 84,6%; F3-4: 15,4%. Univariante: 17 mujeres (85% presentaban fibrosis, frente a 22 hombres (39% (p = 0,000. Los pacientes con fibrosis avanzada tenían mayor edad, menor recuento de plaquetas, menor albúmina sérica, mayor resistencia a la insulina (homeostatic model assessment insulin resistance, HOMA-IR, menor ingesta de lípidos, mayor nivel de leptina sérica y valores más altos de NAFLD-FS. Este índice presenta para detectar fibrosis avanzada un valor predictivo negativo del 98% y un valor predictivo positivo del 60%. Variables asociadas de forma independiente a la presencia de fibrosis (regresión logística: sexo masculino (factor protector (0,09, IC 95%, 0,01-0,7; p < 0,05 y HOMA-IR (1,7, IC 95% 1,03-2,79; p < 0,05. Conclusiones: el sexo y el HOMA-IR son los únicos factores independientes que se asociaron a la presencia de fibrosis hepática en biopsia. El NAFLD-FS es un buen marcador no invasivo para descartar la presencia de fibrosis avanzada.

Development of an aerobic/anaerobic process for in-situ-rehabilitation of a mostly with mineral oil contaminated location. Final report; Entwicklung eines aeroben/anaeroben Verfahrens zur `In situ-Sanierung` eines vorwiegend mineraloelkontaminierten Altlaststandortes. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Auerbach, C; Winsel, E; Wartenberg, G

1994-12-31

-situ-Bodensanierung ueber eine hydraulische Versorgung der Boden-Mikroorganismen nicht zu. - Eine In-situ-Bodensanierung ueber Bodenluftabsaugung und Belueftung, auch zur Versorgung der Boden-Mikroorganismen, ist selbst unter stark anisotropen Bodenverhaeltnissen durchfuehrbar. - Es wurden Erkenntnisse zur variablen Verfilterung und Verrohrung und somit zur optimalen Anpassung der Sanierung an den Schadensfall gewonnen. - Es wurden Geraete fuer die In-situ-Sanierung kleiner und mittlerer Standorte entwickelt, die auch fuer biologische Verfahren anwendbar sind. - Die Verwertbarkeit des Belueftungsgeraetes ist auf Grund der umweltsicheren Nutzungsmoeglichkeit gross. (orig.)

Contactless detection of the structure and selected parameters of a two-phase-flow by pattern recognition based ultrasonic techniques. Final report; Beruehrungslose Detektion der Struktur und Messung ausgewaehlter Parameter von Zweiphasenstroemungen durch Mustererkennungsverfahren unter Verwendung von Ultraschall als Messsonde. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Prasser, H.M.; Schuetz, P.; Kossok, N.

1997-11-01

An ultrasonic measuring method is presented, which allows to measure the volume flow densities of the gas and the liquid phases in a pipeline. A prototype was developed in co-operation with the Technical University of Nishny Novgorod, Russia. It operates in pulse-echo and in pulse-transmission models with wave guide sensors, which can be clamped also on hot pipelines up to 350 C. The basis of the measuring method is a pattern recognition technique. In certain regions of flow rates, it determines the volume flow densities with an error of less than 10%, provided the thermodynamic parameters are almost constant. An extension of the training matrices by adding a thermodynamic parameter (temperature, pressure) allows to apply the classification method for fluids with variable physical properties, too. The pattern recognition and the ultrasonic hardware were experimentally optimised and tested. The ultrasonic signals were also classified by an unsupervised learning procedure. The found clusters show a significant similarity to flow maps known from the literature. It was shown that the method of unsupervised learning can be used for the automatic setup of flow maps. A special chapter is dedicated to the water level measurement in a segment of the main circulation line of nuclear pressurised water reactors. (orig.) [Deutsch] Es wird ein Ultraschall-Messverfahren fuer Zweiphasenstroemungen vorgestellt, das die simultane Messung der Volumenstromdichte der Gas- und Fluessigphase in einer Rohrleitung ermoeglicht. Ein Prototyp wurde in Zusammenarbeit mit der Universitaet Nishny Novgorod (Russland) aufgebaut. Es realisiert einen gepulsten Transmissions- und Reflexionsbetrieb mit Wellenleitersensoren, die auch an heisse Rohrleitungen bis zu 350 C direkt angekoppelt werden koennen. Kernstueck der Messmethode ist ein Mustererkennungsverfahren, das in bestimmten Volumenstrombereichen nach einer umfangreichen Kalibrierung (Trainingsprozess) einen Messfehler von kleiner 10% besitzt

Racism, Ethnicity and the Media in Africa: Reflections Inspired by Studies of Xenophobia in Cameroon and South Africa Rassismus, Ethnizität und die Medien in Afrika: Reflektionen angeregt durch Studien zu Fremdenfeindlichkeit in Kamerun und Südafrika

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Francis B. Nyamnjoh

2010-01-01

kann man davon ausgehen, dass die Medien die nationale Staatsangehörigkeit mit ihrer Betonung großräumiger, assimilierender und territorial begrenzter Staatszugehörigkeit fördern und Menschen ignorieren, die infolge rassischer und/oder ethnischer Zugehörigkeit durch das Raster fallen. Es verwundert nicht, dass eine solche exklusive Auffassung von Staatsangehörigkeit erheblichen Herausforderungen ausgesetzt ist aufgrund immanenter Widersprüche und Abgrenzungen, aber auch durch wachsende Ansprüche kleiner Gemeinschaften auf politische Anerkennung und Repräsentanz – in einer historischen Phase, in der Flexibilität und Mobilität, postmoderne Beliebigkeit und Diskontinuität im politischen Diskurs miteinander verbunden werden.

Radioiodine treatment of Grave's disease; Radiojodtherapie des Morbus Basedow

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Heidenreich, P.; Vogt, H.; Dorn, R.; Graf, G.; Kopp, J. [Klinik fuer Nuklearmedizin, Zentralklinikum Augsburg (Germany)

2001-09-01

stationaere Aufenthaltsdauer betraegt durchschnittlich 3-4 Tage, wobei die Entlassung des Patienten erfolgt, wenn die Jahresdosis in 2 m Abstand kleiner ist als 1 mSv (Dosisleistung bei Entlassung < 3,5 {mu}Sv/h in 2 m Abstand). Bei gleichzeitig vorliegender endokrinen Orbitopathie wird eine adjuvante Kortisonbehandlung empfohlen, um eine Verschlechterung der endokrinen Orbitopathie zu vermeiden. Die Radiojodtherapie des Morbus Basedow ist kostenguenstig, nebenwirkungsarm und mit keinem gesteigerten genetischen oder somatischen Risiko verbunden. Die Erfolgskontrolle und lebenslange Nachsorge sollte in den Haenden des verantwortlichen, fachkundigen Arztes liegen. (orig.)

Nuclear power and the logic of globalization; Politisierung der Wirtschaft, Rueckfall in den alten Nationalstaat

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Weizsaecker, C.C. von [Koeln Univ. (Germany). Energiewirtschaftliches Inst.

2000-02-01

Denkprozess ist in Deutschland noch nicht verinnerlicht, da Kernenergie als kapitalintensive Technik fuer suedliche Laender als nicht geeignet angesehen wird. Es ist aber voellig illusorisch zu glauben, dass wir in Deutschland mit dem Ausstieg aus der Kernenergie ein Vorbild abgeben, dem andere Laender nacheifern werden. Vielmehr entsteht fuer uns die moralische Frage, wodurch wir helfen koennen, die Unfallrisiken von kerntechnischen Anlagen weltweit zu minimieren. Das koennen wir nur, indem wir bei der Kernenergie bleiben und unser Sicherheitsniveau exportieren, denn die Risiken werden nicht kleiner, indem wir aussteigen. (orig.)

Solarthermie 2000 - Partial programme 3: Solar district heat - solar campus Juelich, feasibility study of the seasonal heat storage; Solarthermie 2000, Teilprogramm 3: Solare Nahwaerme - Solar-Campus Juelich, Machbarkeitsuntersuchung des saisonalen Waermespeichers

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Braxein, A. [Iwu - Ingenieurgesellschaft fuer Wasser und Umwelt mbH, Aachen (Germany); Spaete, F.; Repschlaeger, H. [Solar-Inst. Juelich (Germany); Friedel, J. [Stadtwerke Juelich (Germany)

1998-12-31

The heart of the solar-assisted district heating system for the solar campus Juelich is going to be a seasonal underground store with a capacity of 2,500 cubic metres, e.g. a rather small long-term storage. The aim of the project was to prove the technical and financial feasibility of the underground store by developing a building concept for the storage and to determine whether this concept was also suitable for larger storage facilities. The design of the floating lid and the suitability of various building materials were studied by means of a physical model. The resulting storage concept shows an underground storage pit whose shape is an inverted square pyramid base with a seal of double-layer PP-foil and a thermal insulation of pressure-resistant mineral wool in the upper part. The lid consists of 16 square walk-on floating containers with an edge length of 6.50 metres and a height of 1.0 metre each. Tests and calculations showed that the concept can be realised. The building costs for the small storage with a capacity of 2,500 cubic metres will amount to approx. DM 370 per cubic metre, costs for larger volumes of 25,000 cubic metres will amount to approx. DM 150 DM per cubic metre of water stored. (orig.) [Deutsch] Das Kernstueck der solargestuetzten Nahwaermeversorgung fuer den Solar-Campus Juelich soll ein 2500 m{sup 3} grosser, saisonaler Erdbeckenspeicher bilden, also ein relativ kleiner Langzeitspeicher. Ziel des Vorhabens war, die technische und finanzielle Machbarkeit des geplanten Erdbeckenspeichers durch ein baureifes Speicherkonzept nachzuweisen sowie die Uebertragbarkeit auf grosse saisonale Speicher gleicher Bauart zu untersuchen. Die konstruktive Ausbildung der schwimmenden Deckelkonstruktion sowie die Eignung verschiedener Baumaterialien wurden mit Hilfe eines physikalischen Modells untersucht. Das resultierende Speicherkonzept sieht einen Erdbeckenspeicher in Form eines umgedrehten, quadratischen Pyramidenstumpfes mit einer Abdichtung aus

The 12C/ 13C isotopic ratio in Titan hydrocarbons from Cassini/CIRS infrared spectra

Science.gov (United States)

Nixon, C. A.; Achterberg, R. K.; Vinatier, S.; Bézard, B.; Coustenis, A.; Irwin, P. G. J.; Teanby, N. A.; de Kok, R.; Romani, P. N.; Jennings, D. E.; Bjoraker, G. L.; Flasar, F. M.

2008-06-01

We have analyzed infrared spectra of Titan recorded by the Cassini Composite Infrared Spectrometer (CIRS) to measure the isotopic ratio 12C/ 13C in each of three chemical species in Titan's stratosphere: CH 4, C 2H 2 and C 2H 6. This is the first measurement of 12C/ 13C in any C 2 molecule on Titan, and the first measurement of 12CH 4/ 13CH 4 (non-deuterated) on Titan by remote sensing. Our spectra cover five widely-spaced latitudes, 65° S to 71° N and we have searched for both latitude variability of 12C/ 13C within a given species, and also for differences between the 12C/ 13C in the three gases. For CH 4 alone, we find C12/C13=76.6±2.7 (1- σ), essentially in agreement with the 12CH 4/ 13CH 4 measured by the Huygens Gas Chromatograph/Mass Spectrometer instrument (GCMS) [Niemann, H.B., and 17 colleagues, 2005. Nature 438, 779-784]: 82.3±1.0, and also with measured values in H 13CN and 13CH 3D by CIRS at lower precision [Bézard, B., Nixon, C., Kleiner, I., Jennings, D., 2007. Icarus 191, 397-400; Vinatier, S., Bézard, B., Nixon, C., 2007. Icarus 191, 712-721]. For the C 2 species, we find C12/C13=84.8±3.2 in C 2H 2 and 89.8±7.3 in C 2H 6, a possible trend of increasingly value with molecular mass, although these values are both compatible with the Huygens GCMS value to within error bars. There are no convincing trends in latitude. Combining all fifteen measurements, we obtain a value of C12/C13=80.8±2.0, also compatible with GCMS. Therefore, the evidence is mounting that 12C/ 13C is some 8% lower on Titan than on the Earth (88.9, inorganic standard), and lower than typical for the outer planets ( 88±7 [Sada, P.V., McCabe, G.H., Bjoraker, G.L., Jennings, D.E., Reuter, D.C., 1996. Astrophys. J. 472, 903-907]). There is no current model for this enrichment, and we discuss several mechanisms that may be at work.

Effect of hepatitis C virus infection on erythropoiesis in patients on hemodialysis

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Saifan C

2013-06-01

Full Text Available Chadi Saifan, Elie El-Charabaty, Morton Kleiner, Suzanne El-SayeghDepartment of Medicine, Division of Nephrology, Staten Island University Hospital, Staten Island, NY, USABackground: Erythropoietin is a hormone that regulates erythropoiesis and is mainly produced by the kidneys. Several animal studies as well as a few case reports and case series have demonstrated that regenerating hepatic tissue can produce more erythropoietin than normal hepatic tissue. The purpose of the study was to examine the difference in hemoglobin and hematocrit levels as well as epoetin dosage in patients on hemodialysis with and without hepatitis C (HCV.Methods: A retrospective chart review was performed. Seventy-six patients were included in the study (19 with HCV and 57 without HCV at a ratio of 1:3. Exclusion criteria were a history of gastrointestinal bleeding or blood transfusion over the previous six months, polycystic kidney disease, and pregnancy. Variables examined included gender, age, duration of hemodialysis, hemoglobin, hematocrit, epoetin dose, aspartate transaminase, and ferritin levels over a three-month period.Results: The patients were divided into two groups. The first consisted of patients with HCV on hemodialysis and the second of patients on hemodialysis without HCV. Mean hemoglobin was 12.6 ± 1.2 g/dL for the HCV-positive group and 11.9 ± 1.1 g/dL for the HCV-negative group. The difference was statistically significant (P = 0.03. Mean hematocrit was higher in the HCV-positive group, but was not significantly different at 39.08% ± 4.06% versus 37.43% ± 3.4% in the HCV-negative group (t-test, P = 0.11. Further, the HCV-positive group required less epoetin, but this was not significantly different from that required in the HCV-negative group at 6258 ± 5208 IU versus 7596 ± 7056 IU, respectively (t-test, P = 0.38.Conclusion: In our study, patients with HCV infection were found to have higher hemoglobin and hematocrit levels and lower epoetin

Parliamentary Elections in Indonesia: President Susilo on the Rise Parlamentswahlen in Indonesien: Präsident Susilo im Aufwind

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Andreas Ufen

2009-07-01

Aufstieg der PD, aber auch zweier kleinerer Parteien, zeigt, dass das Parteiensystem immer noch fluide ist. Die Ergebnisse verdeutlichen einen Trend der Schwächung von soziopolitischen "Strömungen" (aliran, die das Parteiensystem lange strukturiert haben. Diese Entwicklung ist auf die zunehmende Personalisierung, Medialisierung und Kommerzialisierung der Politik zurückzuführen. Jüngste Wahlrechtsreformen (die Einführung einer "offenen Liste" haben zudem lokale Politiker gegenüber den Parteizentralen in Jakarta gestärkt.

Image quality of paper prints compared to film copies in CT investigations; Bildqualitaet von Papierausdrucken zur Befunddokumentation im Vergleich zu Laserfilmen bei MSCT-Untersuchungen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Bley, T.; Burger, D.; Ghanem, N.; Thuerl, C.; Saueressig, U.; Kotter, E.; Langer, M. [Abt. Roentgendiagnostik, Radiologische Klinik, Universitaetsklinikum Freiburg (Germany)

2002-04-01

;'mangelhaft'' ergaben sich folgende Mittelwerte: Kontrast 2,7; Grauwerte 3,2; Aufloesung 3,3. Die persoenliche Befundsicherheit wurde in 77,4% der Faelle als ''sicher'' angegeben, in 18,4% als ''wahrscheinlich'' und in 4,2% als ''nicht beurteilbar''. In 93,7% der Faelle wurden Papierausdrucke zur Befunddokumentation als ausreichend bewertet. Schlussfolgerung: Bezueglich ihres Kontrastes, der Aufloesung und des Spektrums der Grauwerte erreicht die Bildqualitaet von Papierausdrucken nicht die der Laserfilme. Dennoch sind Papierausdrucke zur Befunddokumentation der meisten CT-Untersuchungen mit hoher diagnostischer Sicherheit ausreichend. Einschraenkungen bestehen bei der Dokumentation feiner Veraenderungen wie z.B. kleiner Lungenrundherde bzw. frischer Ischaemien im Neurokranium. (orig.)

Photovoltaics for appliances and small systems. Enhancement of the PVS for Windows simulation program for development and simulation of PV appliances and small systems. Final report; Photovoltaik fuer Geraete und Kleinsysteme. Erweiterung des Simulationsprogramms PVS fuer Windows zur Entwicklung und Simulation von PV-versorgten Geraeten und Kleinsystemen. Schlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Vogt, R.; Imann, C.; Jung, V.

2002-06-28

The PVS simulation program for Windows was to be extended to the development and simulation of PV-supported equipment and small systems. The following new functions were to be integrated: a) Simulation and dimensioning of indoor power supply of systems with different light sources and independent outdoor systems. b)Integration of small wind generators in the simulation and dimensioning of isolated autonomous systems, including wind data and a component database for small wind turbines; c) Differentiation of the PVS battery model for different battery types (lead, Ni/Cd, Li etc.), optimized operating strategies and flexible dimensioning including an additional component database for battery types; d) Extensive cost analysis for PV-supported appliances and small systems, from investments to consumption, operation and maintenance. This will facilitate investment decisions and help systems of this type along in the market. All program components were designed for high flexibility. Users should be able to vary as many parameters as possible, and to generate and modify their own records. The current project focused on the user interface, i.e. input, data processing, and output. Parallel to this, the Fraunhofer ISE Institute worked on modifications of the computer hardware. [German] Das Projekt zielte auf eine Erweiterung des Simulationsprogramms PVS fuer Windows zur Entwicklung und Simulation von PV-versorgten Geraeten und Kleinsystemen hin. Das Entwicklungsprodukt sollte zusaetzlich zu den bisherigen Funktionen insbesondere Folgendes leisten: (a) Simulation und Dimensionierung der Energieversorgung von Geraeten im Indoor-Bereich, wobei unterschiedliche Lichtquellen verarbeitet werden muessen, sowie von sonstigen netzfreien (Outdoor-) Kleinsystemen. (b) Einbindung kleiner Windgeneratoren in die Simulation und Dimensionierung von netzfernen Systemen (Insel-Anlagen), einschliesslich Bereitstellung der Wind-Daten und einer zusaetzlichen Komponenten-Datenbank fuer kleine

MR-Guided vacuum biopsy of 206 contrast-enhancing breast lesions; MRT-gefuehrte Vakuumbiopsie bei 206 Kontrastmittel anreichernden Laesionen der Mamma

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Perlet, C.; Schneider, P.; Sittek, H.; Reiser, M.F. [Klinikum der Universitaet Grosshadern, Muenchen (Germany). Inst. fuer Klinische Radiologie; Amaya, B.; Grosse, A.; Heywang-Koebrunner, S.H. [Martin-Luther-Universitaet, Halle (Germany). Klinik fuer Diagnostische Radiologie

2002-01-01

-Defekt n=1), so dass insgesamt 206 VB durchgefuehrt wurden. In 4 Faellen (2%) war die VB nicht erfolgreich. Da dies auf den postinterventionellen Aufnahmen sofort erkannt wurde, entstand keine Fehldiagnose. Maligne Befunde und atypisch duktale Hyperplasien (ADH) sind durch Nachexzision bestaetigt, benigne Befunde durch Korrelation der VB-Histologie mit prae- und postinterventioneller Bildgebung sowie durch weitere Nachkontrollen. Ergebnisse: Bei den 202 erfolgreich biopsierten Laesionen wurden 51 maligne Tumoren, 7 ADH und 144 benigne Befunde diagnostiziert. Ein DCIS wurde mit der VB als ADH interpretiert. In allen uebrigen Faellen bestaetigten sich die malignen und benignen Diagnosen. Schlussfolgerung: Die MRT-gefuehrte VB bietet eine gute Moeglichkeit fuer die histologische Abklaerung auch kleiner anreichernder Laesionen, die mit anderen bildgebenden Verfahren nicht dargstellt werden koennen. (orig.)

New combined plant with integrated solar thermal energy; Neue Kombi-Anlage mit integrierter Solarwaerme

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Leithner, R.; Dobrowolski, R.; Gresch, H. [Technische Univ. Braunschweig (Germany). Inst. fuer Waerme- und Brennstofftechnik

1998-06-01

, um eine moeglichst hohe Wirtschaftlichkeit zu erreichen. Der Wirkungsgrad der Anlage sollte moeglichst hoch sein, insbesondere auch in Zeiten in denen keine Solarwaerme zur Verfuegung steht (z.B. nachts); trotzdem sollte die Solarwaerme auf moeglichst niedrigem Temperaturniveau eingebunden werden, um auf teure Vorrichtungen zur Konzentration weitgehend verzichten zu koennen. Diese widerspruechlichen Forderungen koennen durch ein neues Konzept erfuellt werden, bei dem eine GuD-Kombianlage statt mit hohem Luftueberschuss mit Wassereinspritzung in die komprimierte Luft betrieben wird, wobei dieses Wasser entsprechend dem Partialdruck bei Temperaturen kleiner ca. 170 C durch Solarwaerme verdampft wird. (orig./MSK)

Lung cancer screening. What have we learnt for the practice so far?; Bronchialkarzinomscreening. Was haben wir fuer die Praxis bisher gelernt

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schaefer-Prokop, C. [Meander Medisch Centrum, Abteilung Radiologie, Amersfoort (Netherlands); Radboudumc, Abteilung Radiologie und Nuklearmedizin, Nijmegen (Netherlands); Prosch, H. [AKH Wien, Abteilung Radiologie und Nuklearmedizin, Wien (Austria); Prokop, M. [Meander Medisch Centrum, Abteilung Radiologie, Amersfoort (Netherlands)

2014-05-15

Lung cancer is the most frequent cause of tumor-associated death and only has a good prognosis if detected at a very early tumor stage. For the first time the American National Lung Screening Trial (NLST) could prove that low-dose computed tomography (CT) screening is able to reduce lung cancer mortality by 20 %. To date, however, three much smaller and therefore statistically underpowered European trials could not confirm the positive results of the NLST. The results of the largest European trial NELSON are expected within the next 2 years. In addition, there are a number of open or not yet satisfactorily answered questions, such as the definition of the appropriate screening population, the management of nodules detected by screening, the effects of over-diagnosis and the risk of cumulative radiation exposure. The success of the NLST prompted several predominantly American professional societies to issue a positive recommendation about the implementation of lung cancer screening in a population at risk. However, potentially conflicting results of European studies and a number of not yet optimized issues justify caution and call for a pooled analysis of European studies in order to provide statistically sound results and to ensure a high efficiency of screening with respect to the radiation applied, mental and physical patient burden and, last but not least, the financial efforts. (orig.) [German] Das Bronchialkarzinom ist die haeufigste tumorassoziierte Todesursache und hat nur dann eine gute Prognose, wenn es in einem sehr fruehen Stadium erkannt wird. Der amerikanische National Lung Screening Trial (NLST) konnte zum ersten Mal nachweisen, dass durch Low-dose-CT-Screening eine signifikante Reduktion der Bronchialkarzinommortalitaet um 20 % moeglich ist. Drei deutlich kleinere und daher statistisch weniger untermauerte europaeische Studien konnten jedoch nicht annaehernd die positiven Ergebnisse der NLST-Studie bestaetigen. Die Ergebnisse der groessten

Accuracy of the Enhanced Liver Fibrosis Test vs FibroTest, Elastography, and Indirect Markers in Detection of Advanced Fibrosis in Patients With Alcoholic Liver Disease.

Science.gov (United States)

Thiele, Maja; Madsen, Bjørn Stæhr; Hansen, Janne Fuglsang; Detlefsen, Sönke; Antonsen, Steen; Krag, Aleksander

2018-04-01

Alcohol is the leading cause of cirrhosis and liver-related mortality, but we lack serum markers to detect compensated disease. We compared the accuracy of the Enhanced Liver Fibrosis test (ELF), the FibroTest, liver stiffness measurements (made by transient elastography and 2-dimensional shear-wave elastography), and 6 indirect marker tests in detection of advanced liver fibrosis (Kleiner stage ≥F3). We performed a prospective study of 10 liver fibrosis markers (patented and not), all performed on the same day. Patients were recruited from primary centers (municipal alcohol rehabilitation, n = 128; 6% with advanced fibrosis) and secondary health care centers (hospital outpatient clinics, n = 161; 36% with advanced fibrosis) in the Region of Southern Denmark from 2013 through 2016. Biopsy-verified fibrosis stage was used as the reference standard. The primary aim was to validate ELF in detection of advanced fibrosis in patients with alcoholic liver disease recruited from primary and secondary health care centers, using the literature-based cutoff value of 10.5. Secondary aims were to assess the diagnostic accuracy of ELF for significant fibrosis and cirrhosis and to determine whether combinations of fibrosis markers increase diagnostic yield. The ELF identified patients with advanced liver fibrosis with an area under the receiver operating characteristic curve (AUROC) of 0.92 (95% confidence interval 0.89-0.96); findings did not differ significantly between patients from primary vs secondary care (P = .917). ELF more accurately identified patients with advanced liver fibrosis than indirect marker tests, but ELF and FibroTest had comparable diagnostic accuracies (AUROC of FibroTest, 0.90) (P = .209 for comparison with ELF). Results from the ELF and FibroTest did not differ significantly from those of liver stiffness measurement in intention-to-diagnose analyses (AUROC for transient elastography, 0.90), but did differ in the per-protocol analysis (AUROC for

The hydrogen economy. When there is no more oil. The creation of the worldwide energy web and the redistribution of power on earth; Die H{sub 2}-Revolution. Wenn es kein Oel mehr gibt. Mit neuer Energie fuer eine gerechte Weltwirtschaft

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Rifkin, J.

2002-07-01

Wasserstoffenergienetz, um damit Energie untereinander tauschen zu koennen und mit Ueberschuessen handeln zu koennen, wird eine demokratische Reglobalisierung von unten bedeuten. Die Zeit der wenigen grossen Energiekonzerne wird von einer Epoche vieler kleiner, unabhaengiger Versorger abgeloest. Oekonomische, soziale und und oekologische Netzwerke werden entstehen als Teil eines gesamtweltlichen Organismus und ein neues Sicherheits- und Unabhaengigkeitsgefuehl aller Buerger hervorrufen. Die eindeutigen Vorteile von Wasserstoff bestehen darin, dass Wasserstoff ueberall existiert, unbegrenzt verfuegbar ist und keine schaedlichen Kohlendioxidemissionen produziert. Diese Energie wird auch erschwinglich fuer Laender, die heute keinen Zugang zu Energie und Wohlstand haben. Ja gerade die Entwicklungslaender koennten den ersten Schritt in die nachhaltige Wasserstoffnutzung machen mit Sonnenenergie als Katalysator. Die ersten Brennstoffzellen auf Waserstoff-Basis werden bereits vielseitig eingesetzt, jedoch ist die Wasserstofferzeugung immer noch teuer und der meiste Wasserstoff wird aus Erdgas und anderen fossilen Brennstoffen gewonnen. In absehbarer Zeit koennte Wasserstoff mit erneuerbaren Energien produziert und billiger werden. Selbst in den Vorstandsetagen fuehrender Energieunternehmen sowie bei politischen Entscheidungstraegern erfreut sich Jules Vernes Vision von einer Zukunft im Zeichen des Wasserstoffs grosser Aufmerksamkeit und sie bemuehen sich auch schon jetzt um.

Studies on image quality, high contrast resolution and dose for the axial skeleton and limbs with a new, dedicated CT system (ISO-C-3D); Untersuchungen zur Bildqualitaet, Hochkontrastaufloesung und Dosis am Stamm- und Gliedmassenskelett mit einem neuen dedizierten CT-System (ISO-C-3D)

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Rock, C.; Kotsianos, D.; Linsenmaier, U. [Klinikum der Universitaet Muenchen, Muenchen (Germany). Inst. fuer Klinische Radiologie; Fischer, T. [Klinikum der Universitaet Muenchen, Muenchen (DE). Inst. fuer Klinische Radiologie] (and others)

2002-02-01

verwertbare Bildqualitaet; Score 4: hervorragende Bildqualitaet). Zusaetzlich erfolgten Dosismessungen und Hochkontraststudien an einem adaptierten Hochkontrastphantom (Catphan, Phantom Laboratories) im Vergleich zur Niedrigdosis- und Standarddosis-CT. Ergebinsse: Die Untersuchungen kleinerer Gelenke wie Hand-, Sprung-, Ellbogen- und Kniegelenk lieferten eine diagnostische Bildqualitaet (Scoremittelwerte 3-4) bei einer applizierten Dosis im Bereich der einer Niedrigdosis-CT. Dagegen war die Bildqualitaet der Hueftgelenks- und Wirbelsaeulenuntersuchungen trotz Dosiserhoehung um 85% eingeschraenkt (Scorewerte 2-3) und die der Schultergelenksuntersuchungen von schlechter Qualitaet (Score 1). Die Bilddaten der Hochkontraststudien zeigten in der xy-Achse eine der CT vergleichbare Hochkontrastaufloesung (9 LP/cm). Schlussfolgerung: Die vorlaeufigen Ergebnisse zeigen, dass die Bildqualitaet der ISO-C-3D-Untersuchungen von peripheren Gelenken von diagnostischer Qualitaet ist. Am Hueftgelenk und am Stammskelett ist die Bildqualitaet nicht adaequat und erscheint bisher nicht ausreichend zur Frakturdiagnostik. (orig.)

Improving crack counterbalanced sucker rod pump units; Ueberlegungen zum dynamischen Drehmomentenausgleich von Tiefpumpenantrieben

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kessler, F. [Montanuniversitaet Leoben (Austria). Inst. fuer Konstruktionslehre

1997-02-01

Ausgleichsgewichte entsteht und stets einen sinusfoermigen Verlauf hat. Die Anwendung des mathematischen Verfahrens der nichtlinearen Regression auf die Bruttodrehmomentenkurve ergibt eine bestmoegliche Anpassung einer Sinuskurve an dieselbe. Damit ist die Phasenverschiebung und die Groesse des optimalen Ausgleichsdrehmomentes gegeben (mit negativem Vorzeichen) und eine rasche Einstellung der Ausgleichsmassen auf den Kurbelarmen ist moeglich (ueblicher Ausgleich=Ausgleich I). Mit derselben mathematischen Methode sind auch die Massen sowie die Phasenverschiebung eines zusaetzlichen Ausgleiches einstellbar (Ausgleich 2). Der Vergleich der beiden Ausgleichssysteme ergab, dass mit einem Ausgleich 1 und 2 gegenueber nur einem Ausgleich 1 die maximalen Nettodrehmomente an der Kurbel bis zu 50% verringert werden koennen. Dadurch erlaubt ein Ausgleichssystem 1 und 2 die Verwendung kleinerer Antriebsmotoren und Getriebe gegenueber nur einem Ausgleich 1. Vom technischen Standpunkt aus betrachtet ist ein zusaetzlicher Ausgleich 2 eine ausgezeichnete Moeglichkeit den Drehmomentenausgleich an der Kurbel zu verbessern. Die erforderlichen Einstellarbeiten setzen jedoch die Verwendung eines kleinen Rechnerprogrammes sowie groessere Sorgfalt des Durchfuehrenden voraus. (orig.)

Detection of liver lesions with gadolinium-enhanced VIBE sequence in comparison with SPIO-enhanced MRI; Detektion von Leberlaesionen mit der Gadolinium-verstaerkten VIBE-Sequenz im Vergleich zur SPIO-verstaerkten MRT

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Heim, P.; Steiner, P.; Dieckmann, C.; Adam, G. [Universitaetsklinikum Hamburg-Eppendorf (Germany). Klinik und Poliklinik fuer Diagnostische und Interventionelle Radiologie; Schoder, V. [Universitaetsklinikum Hamburg-Eppendorf (Germany). Inst. fuer Medizinische Biometrie und Epidemiologie; Kuhlencordt, R. [Universitaetsklinikum Hamburg-Eppendorf (Germany). Klinik und Poliklinik fuer Allgemein-, Viszeral-, und Thoraxchirurgie

2003-10-01

Leberlaesionen wurden prospektiv mit einer Gadolinium-verstaerkten 3D VIBE untersucht. Vier T2-gew. Sequenzen (HASTE-Sequenz, Turbo-Spinecho-Sequenz mit und ohne Fettsaettigung, FLASH-2D-Gradientnecho-Sequez) nach Kontrastierung mit superparamagnetischem Eisenoxid (SPIO) dienten neben Biopsie/Operation mit histologischer Aufarbeitung (17 Patienten) und bildgebenden Verlaufsuntersuchungen (5 Patienten) als Goldstandard. Es wurden die Bildqualitaet evaluiert und die Detektabilitaet von intrahepatischen Laesionen mittels der AFROC-Analyse beurteilt. Zusaetzlich wurde das Kontrast-zu-Rausch-Verhaeltnis verglichen. Ergebnisse: Insgesamt fanden sich 49 maligne und 35 benigne Leberlaesionen. Bezueglich der Bildqualitaet erwies sich die VIBE-Sequenz geringfuegig schlechter als die SPIO-verstaerkte HASTE-Sequenz (4,95 vs. 5,0). Die Turbo-Spinecho-Sequenz ohne Fettsaettigung wies das hoechste Kontrast-zu-Rausch-Verhaeltnis auf. Alle Sequenzen zeigten eine aehnliche Sicherheit in der Tumordetektabilitaet (Flaeche unter der Kurve 0,68-0,74) und in der korrekten Detektion maligner Laesionen. Schlussfolgerung: Bei noch kleiner Patientenzahl bietet sich die VIBE-Sequenz als moegliche gleichwertige, kostenguenstige und schnelle Methode zur Erkennung von malignen Leberherden an. (orig.)

Aerosol vertical distribution, new particle formation, and jet aircraft particle emissions in the free troposhere and tropopause region; Vertikalverteilung und Neubildungsprozesse des Aerosols und partikelfoermige Flugzeugemissionen in der freien Troposphaere und Tropopausenregion

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schroeder, F P

2000-07-01

dokumentiert und kommentiert im Hinblick auf potentielle Klimawirksamkeit anthropogener Aerosoleintraege in die Atmopshaere. Der erste Teil beschreibt innovative Messtechnik zur raeumlich hochaufloesenden Messung von Kleinstaerosolen im Nanometerbereich auf Basis von Kondensationskernzaehlern (CNC), notwendige Voraussetzung zur Beobachtung von atmosphaerischen Nukleationsereignissen und Flugzeugemissionen. Der zweite Teil umfasst die phaenomenologische Dokumentation von Vertikalverteilung und Variabilitaet des Aerosols innerhalb der Troposphaere und Tropopausenregion. Typische mikrophysikalische Zustaende des Aerosols in mittleren und hohen Breiten der Nordhemisphaere werden in systematischen Messungen aus mehr als 60 Flugmissionen eingegrenzt. Einfache mathematische Parameterisierungen von Aerosolvertikal- und Groessenverteilungen werden entwickelt. Wichtige Aerosolquellen innerhalb der freien Troposphaere werden lokalisiert, moegliche Aerosolneubildungsmechanismen diskutiert. Der dritte Teil charakterisiert partikelfoermige Triebwerksemissionen in der oberen freien Troposphaere. Beschrieben wird ein erweitertes Experiment zur Messung extrem hoher Konzentrationen (>10{sup 6} cm{sup -3}) extrem kleiner Aerosole (bis <2 nm) im Abgasstrahl unterschiedlicher Passagierflugzeuge. Groessenverteilungen und Emissionsindizes werden abgeleitet. Von zentralem Interesse ist der Einfluss des Schwefelgehalts im Treibstoff auf Menge, Groesse und stoffliche Zusammensetzung der neugebildeten Aerosole. Verallgemeinerte Resultate aus drei Einzelexperimenten werden parameterisiert. (orig.)

Scanned ion beam therapy for prostate carcinoma. Comparison of single plan treatment and daily plan-adapted treatment

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Hild, Sebastian [GSI Helmholtzzentrum fuer Schwerionenforschung GmbH, Department of Biophysics, Darmstadt (Germany); University Clinic Erlangen and Friedrich- Alexander-University Erlangen-Nuernberg (FAU), Department of Radiation Oncology, Erlangen (Germany); Graeff, Christian [GSI Helmholtzzentrum fuer Schwerionenforschung GmbH, Department of Biophysics, Darmstadt (Germany); Rucinski, Antoni [University Clinic Heidelberg, Heidelberg Ion-Beam Therapy Center (HIT) and Department of Radiation Oncology, Heidelberg (Germany); Sapienza Universit' a di Roma, Dipartimento di Scienze di Base e Applicate per Ingegneria, Roma (Italy); INFN, Roma (Italy); Zink, Klemens [University of Applied Sciences, Institute for Medical Physics and Radiation Protection, Giessen (Germany); University Medical Center Giessen-Marburg, Department of Radiotherapy and Radiooncology, Marburg (Germany); Habl, Gregor [University Clinic Heidelberg, Heidelberg Ion-Beam Therapy Center (HIT) and Department of Radiation Oncology, Heidelberg (Germany); Klinikum rechts der Isar, Technische Universitaet Muenchen (TUM), Department of Radiation Oncology, Munich (Germany); Durante, Marco [GSI Helmholtzzentrum fuer Schwerionenforschung GmbH, Department of Biophysics, Darmstadt (Germany); Technische Universitaet Darmstadt, Faculty of Physics, Darmstadt (Germany); Herfarth, Klaus [University Clinic Heidelberg, Heidelberg Ion-Beam Therapy Center (HIT) and Department of Radiation Oncology, Heidelberg (Germany); Bert, Christoph [GSI Helmholtzzentrum fuer Schwerionenforschung GmbH, Department of Biophysics, Darmstadt (Germany); University Clinic Erlangen and Friedrich- Alexander-University Erlangen-Nuernberg (FAU), Department of Radiation Oncology, Erlangen (Germany); University Hospital Erlangen, Radiation Oncology, Erlangen (Germany)

2016-02-15

. Jeder Datensatz besteht aus 6 Computertomogrammen (CT) in Planungsqualitaet, die jeweils im Abstand von einer Woche akquiriert wurden. Die Ergebnisse der Planungsstudie, die geometrische und patientenspezifische Definitionen der Zielvolumina in der IMPT vergleicht, wurden anhand der Zieldosis und der Dosisbelastung von Rektum, Hueftkoepfen und Blase beurteilt. Fuer Patienten mit kleiner Prostatabewegung (Mittelwert < 4 mm) fuehrten alle untersuchten Behandlungsstrategien zu einer klinisch akzeptablen Dosis im Zielvolumen; IGRT und ART konnten die Rektumdosis signifikant senken. Bei 20% der Patienten ueberstieg die Prostatabewegung 4 mm. Dies fuehrte zu unzureichender Dosisabdeckung des Zielvolumens fuer ConvRT (V95{sub mean} = 0,86; Spanne 0,63-0,99) und IGRT (V95{sub mean} = 0,91; Spanne 1,00-0,68), waehrend ART die volle Zieldosis erreichte. Schonung des Rektums ist eine der wichtigsten Gesichtspunkte in der IMPT des Prostatakarzinoms. Fuer Patienten mit grosser Prostatabewegung sollten zusaetzlich wirksame adaptive Strahlentherapieansaetze, wie beispielsweise eine taegliche Neuplanung, gewaehlt werden, um die Abdeckung des Zielvolumens zu gewaehrleisten. (orig.)

Verwaiste und vergriffene Werke - Kommt das 20. Jahrhundert endlich in die Digitale Bibliothek?

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Armin Talke

2013-10-01

Full Text Available Am 20.September 2013 hat das am 27. Juni vom Bundestag (Fn 2 verabschiedete Gesetz zur Nutzung verwaister und vergriffener Werke auch den Bundesrat passiert. Es entspricht weitgehend dem Entwurf der Bundesregierung (Fn 3. Kleinere, vom Rechtsausschuss vorgeschlagene (Fn 4 Änderungen sind eingeflossen. Der Regelung liegt zum Teil die Richtlinie 2012/28/EU vom 25. Oktober 2012 über bestimmte zulässige Nutzungen verwaister Werke zugrunde. Nachdem lange Zeit von vielen Interessengruppen eine Weiterentwicklung des Urheberrechts gefordert wurde, haben die Deutschen Gesetzgebungsorgane mit der Regelung in §§ 61 ff UrhG zu den verwaisten und in §§ 13d und e UrhWahrnG zu den vergriffenen Werken, neben den gleichzeitig verabschiedeten Vorgaben für ein „Zweitverwertungsrecht”, in aller Eile vor der Sommerpause und der Bundestagswahl einen kleinen Fortschritt getan. In europarechtlicher Hinsicht wäre die Regelung so schnell gar nicht notwendig gewesen: Die Umsetzungsfrist läuft nach Art. 9 Abs.1 der Richtlinie erst zum 29.9.2014 ab. Auch inhaltlich übertrifft das Gesetz mit der Normierung der Lizenzierung „vergriffener” Werke durch Verwertungsgesellschaften die zwingenden Vorgaben der Richtlinie. Ein neues „Kapitel in der Geschichte des Urheberrechts”, das von der Bundesjustizministerin schon im Juni 2010 angemahnt worden war (Fn 5, ist damit allerdings noch nicht geschrieben. Die Richtlinie und das Gesetz erlauben die Digitalisierung von noch urheberrechtlich geschützten Werktypen verschiedenster Art, die in unterschiedlichen Kultureinrichtungen vorhanden sind. Die folgenden Ausführungen beziehen sich vorwiegend auf die Nutzung gedruckter Literatur. In September, 2013, the German legislators adopted the law on orphan works and out-of-print-works. Both categories affect works which are still under copyright. The clash of interests, however, of cultural institutions holding items of these works, and rightsholders, are not serious, as

Ice nuclei measurements at a high altitude remote station in the Northern Apennines

Science.gov (United States)

Schrod, Jann; Bingemer, Heinz; Haunold, Werner; Curtius, Joachim; Decesari, Stefano; Marinoni, Angela; Rinaldi, Matteo; Bonasoni, Paolo; Cristofanelli, Paolo

2013-04-01

During a field campaign of the PEGASOS (Pan-European Gas-AeroSOls-climate interactions Study, http://pegasos.iceht.forth.gr/) project in June 2012 we have made daily ice nucleus measurements on top of the Monte Cimone (44.18° N, 10.70° E, 2165 m asl) in the Northern Apennines at the "O. Vittori" Climate Observatory. Samples were taken at this GAW-WMO Global Station in a six hour rhythm (4 a.m., 10 a.m., 4 p.m. and 10 p.m.) and at increased frequency during specific events (e.g. dust transport episodes). Ice nuclei were measured by an offline technique. Aerosol particles of 40 liters of air were collected by electrostatic precipitation on a silicon substrate. Subsequently the ice nuclei were analyzed in the vacuum diffusion chamber FRIDGE [Klein et al. 2010] (FRankfurt Ice Nuclei Deposition FreezinG Experiment) by exposing the particles to supersaturation with respect to ice (106 % to 119 %) at -8 ° C, -13 ° C and -18 ° C. In our setup ice nuclei are activated in deposition and condensation freezing modes. A camera detects and counts ice crystals grown on ice nuclei. Every ice crystal counted is assumed to represent at least one ice nucleus. The mean IN concentration at Mt. Cimone was 60 IN per liter (at -18 ° C and 119% relative humility over ice), significantly higher than a longstanding mean at Mt. Kleiner Feldberg (30 IN/l), Germany for June. A mean active site density (IN per surface area of large aerosol particles) of 2.3 * 109 m-2 was calculated. The origin of the air masses sampled was established based on backward trajectories. With more than 100 IN/l on average (at -18° C and 119% relative humility over ice) the samples originating from North Africa were highest, and activated fractions were 4 to 20 times higher than for other transport sectors. An intensive event of dust transport was recorded by several instruments in the middle of June. At its peak in the morning of the 21st of June large aerosol surface and mass concentrations were observed by

Development and test of a soot-specific method for immission measurement. Pt. 3. Content determination of tire abrasion in atmospherical elementary carbon; Weiterentwicklung und Erprobung eines Immissionsmessverfahrens zur spezifischen Erfassung von Russpartikeln. T. 3. Ermittlung des Anteils von Reifenabrieb am atmosphaerischen elementaren Kohlenstoff

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Pfaender, N.; Weinberg, G.; Wild, U.

1996-12-01

Reifenabrieb eine Korrektur der integral ermittelten Kohlenstoffkonzentration erforderlich machen wuerde. Dazu wurden drei Saetze von Proben mit Hilfe der Methoden TEM, SEM, EDX und ESCA untersucht. Eine Grundlage zur Unterscheidung ist die oberflaechenchemische Aktivitaet. Waehrend Reifenabrieb eine chemisch abgesaettigte Polymeroberflaeche aufweist, besitzt der Dieselruss eine chemisch sehr aktive Russoberflaeche. Eine zweite Grundlage zur Unterscheidung ist die sehr unterschiedliche Groessenverteilung zwischen den Dieselruss- und Reifenabriebpartikeln, welche mit Hilfe von TEM und SEM ermittelt werden konnten. Die Ergebnisse zeigen exemplarisch an drei Saetze von Proben, dass mit morphologischen, elementaranalytischen und oberflaechenanalytischen Methoden uebereinstimmend eine halbquantitative Unterscheidung von Dieselruss und Reifenanbrieb moeglich ist. Als Hauptergebnis bleibt ein geringer bis sehr kleiner Anteil von Reifenabrieb im Gesamtkohlenstoff festzuhalten. Eine Absolutbestimmung scheitert vor allem an der Interferenz der Reifenabriebanalyse mit molekularen Kohlenwasserstoffen. Die Proben unterliegen einer chemischen Alterung, bei der vor allem Dieselruss partiell oxidiert wird. Thermische Behandlung veraendert ebenfalls die chemische Natur der Russbestandteile. (orig.)

On the effect of small radiation doses: Desoxyribonucleic acid (DNA) synthesis and DNA repair of thymus, spleen, and bone marrow cells in the rat after fractionated total body X-ray irradiation. Zur Wirkung kleiner Strahlendosen: Desoxyribonukleinsaeure-(DNA-)Synthese und DNA-Reparatur von Thymus-, Milz- und Knochenmarkszellen der Ratte nach fraktionierter Ganzkoerperroentgenbestrahlung

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Tempel, K.; Ehling, G. (Muenchen Univ. (Germany, F.R.). Inst. fuer Pharmakologie, Toxikologie und Pharmazie)

1989-09-01

After three to seven days following to fractionated total body X-ray irradiation (TBI) (four expositions with doses of 0.3 to 5.0 cGy per fraction at intervals of 24 hours), a maximum 50 percent stimulation of the semiconservative DNA synthesis (SDS) of spleen cells was measured in vitro. This was not dependent of the fact if an acute high-dose (400 and/or 800 cGy) unique irradiation was applied after the fractionated TBI at the moment of stimulation. A significant increase of {sup 3}H-thymidine incorporation into the DNA of bone marrow and thymus cells was only found when doses of 1.25 cGy per fraction had been used. After fractionated TBI with doses of {ge}5 cGy per fraction, an increase of DNA synthesis resistant to hydroxyurea ('unprogrammed' DNA synthesis, UDS) was demonstrated in spleen cells. The UV-simulated UDS decreased proportionately. The sedimentation of thymus, spleen, and bone marrow nucleoids in a neutral saccharose gradient gave no evidence of an increased DNA repair capacity after fractionated TBI. Whereas the SDS stimulation by fractionated TBI with small doses can be explained by a modified proliferation behavior of exposed cells, the UDS behavior of spleen cells after considerably higher radiation doses suggests regenerative processes correlated with an increased number of cells resistant to hydroxyurea and cells presenting an UV repair deficiency. These findings can be considered to be a further proof of the assumed immune-stimulating effect of small radiation doses. (orig.).

Effects of bone morphogenetic protein-2 on bone cells in primary culture: immunohistochemical and electronmicroscopical studies

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmitz, I.; Prochnow, N.; Mueller, K.M. [Berufsgenossenschaftliche Kliniken Bergmannsheil, Bochum (Germany). Inst. fuer Pathologie; Wiemann, M.; Schirrmacher, K.; Bingmann, D. [Essen Univ. (Germany). Inst. fuer Physiologie; Sebald, W. [Wuerzburg Univ. (Germany). Inst. fuer Physiologische Chemie II

2001-02-01

was not changed after a 3 days lasting stimulation with BMP-2. (orig.) [German] Bone-morphogenetisches Protein 2 (BMP-2) foerdert Differenzierung und Wachstum in fast allen Geweben. Am bekanntesten ist seine stimulatorische Wirkung auf die Knochenneubildung. Daher ist es naheliegend, BMP-2 auch fuer eine beschleunigte Osteointegration von Implantaten einzusetzen. Zahlreiche Untersuchungen in vivo und an Zelllinien haben die Wirksamkeit von BMP-2 auf die Zellproliferation ergeben. Effekte von BMP-2 sind aber kaum in Primaerkulturen von Knochenzellen untersucht worden, in denen die Differenzierung von unterschiedlichen Zelltypen eher als in Zelllinien ueberprueft werden kann. Da solche Information aber eine Voraussetzung fuer das Verstaendnis und die Kontrolle von Zellreaktionen auf der Implantatoberflaeche sind, wurde in den vorliegenden Untersuchungen die Wirkung von BMP-2 (50 nM) auf Primaerkulturen geprueft, die aus Kalvarienbruchstuecken neugeborener Ratten gezuechtet wurden. Dabei wurden die Zellen fuer 3 oder 6 Tage mit BMP-2 stimuliert, das dem Naehrmedium zugesetzt war. Licht- und elektronenmikroskopische Untersuchungen zeigten, dass BMP-behandelte Zellen in der Aussprossungszone groesser und haeufiger spindelfoermig waren. Darueber hinaus hatten stimulierte Zellen mehr Nukleoli als die Kontrollzellen und ihr endoplasmatisches Retikulum war geweitet. Dennoch behielten die stimulierten Zellen Eigenschaften von Knochenzellen. Eine immunhistochemische Analyse zeigte, dass BMP-2 stimulierte Zellen die Aktivitaet ihrer alkalischen Phosphatase steigerten und weiterhin Kollagen Typ I sowie zu einem geringen Teil Kollagen Typ III sezernierten. Der Gehalt an Actin, Desmin und Vimentin war in BMP-stimulierten Kulturen kaum veraendert. Fibronektin-positive Strukturen erschienen weniger vernetzt. Die Osteocalcin-Verteilung bzw Faerbeintensitaet aendert sich nach BMP-Einwirkungen nicht ekennbar. Nach der Stimulation loesten sich vermehrt Zellen von den Deckglaeschen ab

Visualization of coronary arteries in CT as assessed by a new 16 slice technology and reduced gantry rotation time: first experiences; Darstellung der Herzkranzgefaesse im CT mittels neuer 16-Zeilen-Technologie und reduzierter Rotationszeit: erste Erfahrungen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Heuschmid, M.; Kuettner, A.; Kopp, A.F.; Claussen, C.D. [Abt. Radiologische Diagnostik, Universitaetsklinikum Tuebingen (Germany); Flohr, T.; Schaller, S.; Hartung, A.; Ohnesorge, B. [Siemens Medical Solutions, Forchheim (Germany); Wildberger, J.E. [Klinik fuer Radiologische Diagnostik, Universitaetsklinikum (RWTH) Aachen (Germany); Lell, M.; Baum, U. [Abt. Innere Medizin IV (Kardiologie), Universitaetsklinikum Tuebingen (Germany); Schroeder, S. [Inst. fuer Diagnostische Radiologie, Universitaetsklinikum Erlangen (Germany)

2002-06-01

Nachuntersuchung einer KHK eine Koronarkalkbestimmung (Ca-Score) sowie eine CT-Angiographie (CTA) der Herzkranzgefaesse mit retrospektivem EKG-Gating und einer Rotationszeit von 420 ms durchgefuehrt. Fuer die CTA wurden 120 ml KM i.v. appliziert. Nach {beta}-Blocker-Gabe war die Herzfrequenz zwischen 55 und 67 Schlaegen/min. Ergebnisse: Die Untersuchungszeiten betrugen 12s beim Ca-Score und 18s bei der CTA (Untersuchungsbereich 15 bzw. 12 cm). Der Volume Score lag zwischen 0 und 256,4. In der CTA konnte der gesamte Koronargefaessbaum einschliesslich der distal gelegenen, subsegmentalen Aeste bei allen Patienten artefaktfrei dargestellt werden. Bei zwei Patienten wurde ein Komplettverschluss der rechten Kranzarterie (RCA) bzw. des Ramus interventricularis anterior (RIVA) diagnostiziert. Letzterer Patient wies ein grosses linksventrikulaeres Vorderwandaneurysma auf. Schlussfolgerungen: Nach unseren bisherigen ersten Erfahrungen scheint die neue 16-Zeilen-Technologie eine sehr gute Darstellung des koronaren Gefaessbaumes mit Abgrenzbarkeit auch kleiner Gefaessaeste bis in die Peripherie aufgrund einer gesteigerten raeumlichen Aufloesung zu ermoeglichen. Die bei diesen Patienten erzielte Bildqualitaet laesst die Hoffnung auf eine verbesserte, nicht-invasive Herzdiagnostik aufkommen. In groesseren Studien muss jedoch diese neue Technologie bezueglich ihres klinischen Stellenwertes bei der Kardiodiagnostik untersucht werden. (orig.)

Reirradiation for recurrent head and neck cancers using charged particle or photon radiotherapy

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Yamazaki, Hideya [Kyoto Prefectural University of Medicine, Department of Radiology, Graduate School of Medical Science, Kamigyo-ku, Kyoto (Japan); Soseikai General Hospital, CyberKnife Center, Shimotoba Fushimi-ku, Kyoto (Japan); Demizu, Yusuke; Okimoto, Tomoaki [Hyogo Ion Beam Medical Center, Department of Radiology, Tatsuno, Hyogo (Japan); Ogita, Mikio [Fujimoto Hayasuzu Hospital, Radiotherapy Department, Miyakonojo, Miyazaki (Japan); Himei, Kengo [Japanese Red Cross Okayama Hospital, Department of Radiology, Okayama, Okayama (Japan); Nakamura, Satoaki; Suzuki, Gen [Kyoto Prefectural University of Medicine, Department of Radiology, Graduate School of Medical Science, Kamigyo-ku, Kyoto (Japan); Yoshida, Ken; Kotsuma, Tadayuki [National Hospital Organization Osaka National Hospital, Department of Radiation Oncology, Osaka, Osaka (Japan); Yoshioka, Yasuo [Osaka University Graduate School of Medicine, Department of Radiation Oncology, Suita, Osaka (Japan); Oh, Ryoongjin [Miyakojima IGRT Clinic, Osaka (Japan)

2017-07-15

wurden. Der Kehrwert der Behandlungswahrscheinlichkeit (IPTW) wurde fuer die Propensity-Score-Analyse angewendet, um die Hintergrundauswahleffekte zu verringern. CP verwendete eine hoehere verschriebene Dosierung als die Photonenstrahlentherapie. Die Gesamtueberlebensrate (OS) nach 1 Jahr betrug 67,9 % fuer CP und 54,1 % fuer die Photonenstrahlentherapie (p = 0,15; 55 % fuer CK und 51 % fuer IMRT). Massgebliche Prognosefaktoren fuer das Ueberleben waren in der multivariaten Cox-Regression Nasen- und Kehlkopfkrebs, eine hoehere verschriebene Dosierung und kleineres Tumorvolumen. Die IPTW zeigte einen statistisch signifikanten Unterschied zwischen der Ionen- oder Photonenstrahlentherapie (p = 0,04). Die lokalen Kontrollraten fuer Patienten, die mit der Ionen- oder Photonenstrahlentherapie behandelt wurden, betrugen nach 1 Jahr jeweils 66,9 % (Spanne 46,3-87,5 %) bzw. 67,1 % (Spanne 58,3-75,9 %). Insgesamt 48 Patienten (27 %) erfuhren eine Toxizitaet ≥ Grad 3 (24 % in der Photonenstrahlentherapie-, 46 % in der CP-Gruppe), einschliesslich 17 Patienten mit einer Grad-5-Toxizitaet. In der multivariaten Analyse waren juengeres Alter und groesseres Planungszielvolumen (PTV) signifikante Risikofaktoren fuer eine Grad-3-Toxizitaet oder schlechter. CP lieferte bessere Ueberlebensdaten als die Photonenstrahlentherapie. Tumorvolumen, Lage des Primaertumors (nasopharyngeal) und verschriebene Dosierung wurden als Ueberlebensfaktoren identifiziert. Juengere Patienten mit groesserem PTV erfuhren einen Toxizitaetsgrad ≥3. (orig.)

Optimization of radiotherapy planning for Non-Small Cell Lung Cancer (NSCLC) by {sup 18}FDG-PET; Optimierung der Bestrahlungsplanung beim nicht-kleinzelligen bronchialkarzinom (NSCLC) mit Hilfe von {sup 18}FDG-PET

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmidt, S.; Nestle, U.; Kirsch, C.M. [Abt. fuer Nuklearmedizin, Universitaetskliniken des Saarlandes, Homburg/Saar (Germany); Walter, K. [Abt. fuer Strahlentherapie, Marienkrankenhaus Amberg (Germany); Licht, N.; Schnabel, K. [Abt. fuer Strahlentherapie, Universitaetskliniken des Saarlandes, Homburg/Saar (Germany); Ukena, D. [Innere Medizin V, Universitaetskliniken des Saarlandes, Homburg/Saar (Germany)

2002-10-01

einem NSCLC, die zwecks Staging mit PET untersucht worden waren. Sie wurden ueber (anhand der CT- und Bronchoskopiebefunde geplante) anterior/posteriore Gegenfelder bestrahlt, die den Primaertumor und das Mediastinum einschlossen. Die Ergebnisse der PET-Untersuchung wurden bei der Bestrahlungsplanung zunaechst nicht beruecksichtigt. Retrospektiv wurden anhand der FDG-Anreicherungen die Bestrahlungsfelder unter Beruecksichtigung der Groesse und Lokalisation des Primaertumors neu definiert, weiterhin wurde die Ausdehnung des mediastinalen Anteils der Feldkonturen auf PET-Aktivitaeten ausserhalb des Bestrahlungsfelds ueberprueft. Ergebnisse: Bei 15 von 39 Patienten unterschieden sich die CT-von den CT/PET-geplanten Bestrahlungsfeldern. In den meisten Faellen (n = 12) war das CT/PET-Feld kleiner als das CT-Feld. Die mediane Groesse der Bestrahlungsfelder betrug 179 cm{sup 2} und nach Neudefinition durch PET 166 cm{sup 2}. Bei 20 Patienten mit Tumor-verursachten Belueftungsstoerungen (Atelektosen, Dystelektosen) wurde die Aenderung des Bestrahlungsfelds signifikant haeufiger (p = 0,03) als bei den uebrigen Patienten vorgeschlagen. Schlussfolgerung: Unsere Ergebnisse zeigen den Synergismus von topographiscer (CT) und metabolischer (FDG-PET) Information, die in der Bestrahlungsplanung des Bronchialkarzinoms insbesondere bei Patienten mit Belueftungsstoerungen von Nutzen sein koennte. (orig.)

Converting from CT- to MRI-only-based target definition in radiotherapy of localized prostate cancer. A comparison between two modalities

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Seppaelae, Tiina; Visapaeae, Harri; Collan, Juhani; Kapanen, Mika; Kouri, Mauri; Tenhunen, Mikko; Saarilahti, Kauko [University of Helsinki and Helsinki University Hospital, Comprehensive Cancer Center, POB 180, Helsinki (Finland); Beule, Annette [University of Helsinki and Helsinki University Hospital, HUS Medical Imaging Center, Radiology, POB 180, Helsinki (Finland)

2015-11-15

Konturierung gemessen. Die Konvertierung der Prostatakonturen und die Dosisbeschraenkung von CT- zu ausschliesslich MR-gestuetzter Therapieplanung wurden bewertet. Die Abweichung der Koregistrierung der Bilder betrug im Durchschnitt 0,4 ± 0,5 mm (Standardabweichung: 1 SD) in lateraler, 0,9 ± 0,8 mm in a.-p.- und 0,9 ± 0,9 mm in der Basis-Apex-Richtung. Das durchschnittliche Verhaeltnis des Prostatavolumens zwischen CT und MRT war 1,20 ± 0,15 (1 SD). Die MR-basierte Konturierung war verglichen mit der CT-basierten Konturierung im Bereich des Apex der Prostata im Durchschnitt um 2-7 mm, in rektaler Richtung um 0-1 mm und in der uebrigen Prostata um 1-4 mm kleiner. Unsere Ergebnisse zeigen, dass durch Umstellung von CT- in MR-gestuetzte Strahlentherapieplanung das Planungszielvolumen nur in der Prostataspitze deutlich reduziert wird. Die Umwandlung von CT-gestuetzter oder CT- und MR-gestuetzter in ausschliesslich MR-gestuetzte Strahlenplanung erlaubt die Beibehaltung der Prostatakonturen und der Dosisbeschraenkung. (orig.)

Comparison of critical circumferential through-wall-crack-lengths in welds between pieces of straight pipes to welds between straigth pipes and bends with and without internal pressure at force- and displacement-controlled bending load; Vergleich kritischer Umfangsdurchrisslaengen in Schweissnaehten zwischen Geradrohrstuecken mit Schweissnaehten an Rohrbogen-Geradrohrverbindungen mit und ohne Innendruck bei kraft- und wegkontrollierter Biegebelastung

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Steinbuch, R [Fachhochschule fuer Technik und Wirtschaft Reutlingen (Germany). Fachbereich Maschinenbau

1998-11-01

zahlreichen Forschungsprojekten entwickelt und verifiziert. In den letzten Jahren hat sich insbesondere die Unterscheidung der Beanspruchung in kraft- und wegkontrollierte Lasten als wesentliches Merkmal herausgestellt und entsprechende Beachtung in den neueren Berechnungsverfahren gefunden. Die bisher entwickelten Verfahren gehen von Schaedigungen in Schweissnaehten zwischen Geradrohrstuecken aus. Damit wird die tatsaechliche Position der Naehte in Rohrleitungssystemen nur unvollstaendig beschrieben, da beim heutigen Stand der Technik Umfangsnaehte in Rohrleitungen nur selten zwischen Geraderohrstuecken auftreten. Die meisten Naehte verbinden Rohrstuecke mit Boegen bzw. Boegen mit verlaengerten Enden, Stutzen oder T-Stuecken. Eine nichtlineare Finite-Elemente-Parameterstudie von Innendruck- und ebener Biegebelastung, die einen grossen Teil der relevanten Rohrleitungen des Primaer- und Sekundaerleitungssystems abdeckt, vergleicht die Beanspruchung von Umfangsdurchrissen in Bogenanschlussnaehten mit denen zwischen Geradrohrstuecken. Bei der fuer die Umfangsnaehte relevanten wegkontrollierten Biegebeanspruchung infolge behinderter Waermedehnung des Systems treten an den Bogen-Rohr-Naehten bei den heute ueblichen Innendruckniveaus kleinere bzw. vergleichbare Beanspruchungen und damit groessere oder nahezu gleich grosse kritische Durchrisslaengen wie in Rohr-Rohr-Verbindungen auf. Bei kraftkontrollierten Lasten sehen die Regelwerke staerkere Einschraenkungen der Beanspruchungen vor. Im Bereich zulaessiger Lasten sind die kritischen Durchrisslaengen in Bogenanschlussnaehten aehnlich gross wie die in Verbindungen von Geradrohren. Es ist in den interessierenden Faellen konservativ bis realistisch die fuer Geradrohrstuecke gefundenen kritischen Durchrisslaengen zu uebernehmen. (orig.)

Pituitary gland tumors; Hypophysentumoren

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Jesser, J.; Schlamp, K.; Bendszus, M. [Radiologische Klinik, Universitaetsklinikum Heidelberg, Abteilung fuer Neuroradiologie, Heidelberg (Germany)

2014-10-15

radiologischen Diagnosekriterien. Selektive Literaturrecherche in PubMed. Hypophysenadenome umfassen 10-15 % aller intrakranieller Tumoren und die haeufigsten Tumoren der Hypophysenregion. Sind sie kleiner als 1 cm im Durchmesser, werden sie als Mikroadenome bezeichnet, bei ueber 1 cm im Durchmesser nennt man sie Makroadenome. Hypophysenadenome sind in der Mehrzahl der Faelle, in etwa 65 %, hormonaktiv. Die meisten, das sind fast 50 % aller Hypophysenadenome, sezernieren Prolaktin, seltener mit 10 % Somatotropin und mit 6 % Kortikotropin. Auch andere Tumoren mit Lage in der Sella turcica koennen durch die Verdraengung des Hypophysengewebes oder des Hypophysenstiels eine endokrinologische Symptomatik bedingen. Dies kann eine hypophysaere Hormonueberproduktion oder eine Hypophyseninsuffizienz sein. Breiten sich Tumoren ueber das sellaere Niveau nach kranial aus, kann es durch den Druck auf das Chiasma opticum zu Sehstoerungen kommen. Eine wichtige Differenzialdiagnose eines sellaeren Tumors ist das Kraniopharyngeom. Bei Kindern macht es bis zu 10 % aller intrakranieller Tumoren aus. Weitere Differenzialdiagnosen fuer sellaere Tumoren sind Metastasen, Meningeome, Epidermoide und seltener Astrozytome, Germinome und Rathke-Taschen-Zysten. Die Lage der Tumoren in einer anatomisch komplexen Region an der Schaedelbasis und die haeufig nur sehr kleinen Tumoren erfordern eine gezielte Bildgebung. Die Methode der Wahl ist die MRT mit Kontrastmittel, welche die Hypophysenregion in feiner Schichtung abdeckt. Bei Verdacht auf ein Mikroadenom sollte auch eine dynamische Kontrastmittelanflutung durchgefuehrt werden, um die tumor- und hypophysenspezifischen Anreicherungseigenschaften beurteilen zu koennen. (orig.)

The semidry acid-anhydrite process (the use of flue gas desulphurization (FGD) gypsum by development of a new process for the production of FGD anhydrite); Das quasitrockene Saeure-Anhydrit-Verfahren (Erweiterung der Verwendungsmoeglichkeiten von REA-Gips durch Entwicklung eines Verfahrens zur Herstellung von REA-Anhydrit aus REA-Gips)

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wirsching, F. [Gebr. Knauf, Westdeutsche Gipswerke, Iphofen (Germany); Hueller, R. [Gebr. Knauf, Westdeutsche Gipswerke, Iphofen (Germany); Limmer, B. [Gebr. Knauf, Westdeutsche Gipswerke, Iphofen (Germany)

1994-10-01

-Anhydrit untersucht. Die Reaktion erfolgt mit feuchtem, feinteiligem REA-Gips unter der katalytischen Wirkung kleiner Mengen Schwefelsaeure bei Temperaturen um 100 bis 200 C. Es wird wasserfreier REA-Anhydrit mit orthorhombischer Kristallstruktur erhalten. Die Umwandlung des Kristallgitters von Calciumsulfat-Dihydrat in Calciumsulfat-Anhydrit II vollzieht sich dabei direkt durch Mineralneubildung. Diese Umwandlung wird zu einem Verfahren entwickelt und als `Quasitrockenes Saeure-Anydrit-Verfahren` bezeichnet. Die Reaktion und ihr Mechanismus wurde zuerst in Laborversuchen untersucht. Als Ausgangsstoff ist jedes feinteilige Calciumsulfat-Dihydrat geeignet. Der bereits im Kraftwerk feinteilig-kristallin erzeugte REA-Gips mit 10% Restfeuchte ist besonders vorteilhaft, da er fuer diese Verwendung vorher nicht getrocknet und nicht gemahlen werden muss. Die Verfahrensentwicklung wurde bis in den halbtechnischen Massstab durchgefuehrt und Auslegungsgrundlagen fuer Grossanlagen an Kraftwerksstandorten erarbeitet. Als Reaktionsaggregat zeigte sich der direkt beheizte Drehrohrofen geeignet. Der REA-Anhydrit wird in diesem Verfahren als trockenes feinteiliges Produkt mit reproduzierbaren Teilchengroessen um 2 Mikron erhalten und besitzt neuartige technologische Eigenschaften. Seine Verwendungsmoeglichkeit wurde fuer die Zementindustrie sowie als Rohstoff zur Herstellung von Fuellstoffen untersucht. Fuer die Zementindustrie ist er grundsaetzlich geeignet. Der Einsatz als Fuellstoff ermoeglicht eine erweiterte Verwendung des REA-Gipses ausserhalb der traditionellen Bereiche der Gipsindustrie. Erste Versuche erlauben die Schlussfolgerung, dass der REA-Anhydrit nach einer Aufbereitung, die ebenfalls labormaessig neu entwickelt wurde, die fuer einen hochwertigen Fuellstoff notwendigen guten Eigenschaftsmerkmale hat. (orig.)

The Concept of "Simultaneous Feedback": Towards a New Methodology for Compiling Dictionaries

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Gilles-Maurice de Schryver

2011-10-01

. Aangesien woordeboeke uiteindelik deur hul teikengebruikers beoordeel word, is dit uiters noodsaaklik dat aangebruikersbehoeftes voldoen moet word. Ten einde sodanige behoeftes noukeuriger te kan bepaal, ,is dit algemeen gebruiklik dat woordeboekgebruikers aan 'n reeks toetse onderwerp word teneinde hulle sukses ten opsigte van inligtingsinwinning te kan bepaal. Ongelukkig kom sodanigeterugvoer in die meeste gevalle te laat deurdat dit slegs in die volgende of hersiene uitgawe van die~oordeboek in berekening gebring kan word. In hierdie artikel word betoog dat terugvoeringvanaf die teikengebruikers verkry moet word terwyl die sames telling van die woordeboek nog aan diegang is, 'n proses waama verwys word as "gelyktydige terugvoering". Hierdie konsep wat 'n nuwemetodologie vir woordeboekmaak bied, ornseil die kemprobleem van die voitooiing en publikasievan volledige woordeboeke alvorens terugvoer vanaf die teikengebruikers verkry kan word. Deurhierdie nuwe metodologie lei die vrystelling van verskillende kleiner parallelle woordeboeke totterugvoer wat oruniddellik in die samestellingsproses van die hoofwoordeboek gekanaliseer word.Sodoende ontvang die samestellers deurlopend riglyne vanaf die teikengebruikers gedurende dievolle duur van die samestellingsproses. Na 'n teoretiese uiteensetting van hierdie nuwe konsep,word die uitvoerbaarheid van gelyktydige terugvoering gei11ustreer met verwysing na dievoitooiing van 'n Ciluba-Nederlandse aanleerderswoordeboek. Oaar word aangetoon hoe hierdiehoofprojek deur drie parallelle projekte aangevul word.

Sleutelwoorde: GELYKTYDIGE TERUGVOERING, NUWE METODOLOGIE, HOOFWOOROEBOEK,PARALLELLE WOORDEBOEKE, TEIKENGEBRUIKERS SE WENSE, VRAELYSTE, ELEKTRONIESE KORPUSSE, WOOROFREKWENSIESTUDIES, KONKOROANSIES," AFRIKA TALE, CILUBÀ

Methodological requirements on the spatial representativeness of heavy metal background values in top-soils; Methodische Anforderungen an die Flaechenrepraesentanz von Hintergrundwerten in Oberboeden

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Utermann, J.; Duewel, O.; Fuchs, M.; Gaebler, H.E. [Bundesanstalt fuer Geowissenschaften und Rohstoffe, Hannover (Germany); Gehrt, E.; Hindel, R.; Schneider, J. [Niedersaechsisches Landesamt fuer Bodenforschung, Hannover (Germany)

1999-07-01

zur Pruefung der pedoregionalen und nutzungsbezogenen Repraesentanz von Punkt-, d.h. Profildaten auf kleiner Massstabsebene vorgestellt. Der Ansatz fusst auf (i) der massstabsabhaengigen Auswertung der raeumlichen Verbreitung der Legendeneinheiten einer Karte der Bodenausgangsgesteine (BAG) und (ii) der Bewertung der Uebereinstimmung von Profilinformationen und den Flaecheninformationen, denen sie aufgrund ihres Lagebezuges zugeordnet werden. Zur Schaffung eines Datensatzes mit entsprechenden Punktinformationen wurden unterschiedliche Datenbestaende aus den Laendern und vom Bund nach inhaltlicher Harmonisierung und Abgleich mit Mindestanforderungen zusammengefuehrt. In analytischer Hinsicht erfolgte eine Datenharmonisierung durch den Vergleich von Elementgehalten in unterschiedlichen Aufschlussverfahren. Zur Umrechnung von Totalgehalten und Koenigswasser-extrahierbaren Elementgehalten wurden substrat- und elementspezifische Regressionsfunktionen abgeleitet. Der Flaechenbezug wird ueber eine Karte der BAG (Massstab 1:1 Mio.) und Informationen zu den Bodenarten hergestellt. Als zweite Flaecheninformation dient eine Karte der Hauptlandnutzung basierend auf den Kategorien der CORINE Landcover. Mit den derzeit laenderuebergreifend verfuegbaren Datensaetzen lassen sich unter Beruecksichtigung der pedoregionalen und nutzungsbezogenen Repraesentanz fuer ca. 67% der Flaeche Deutschlands Hintergrundwerte fuer Schwermetalle in Oberboeden ausweisen. Am Beispiel Niedersachsens wird der laenderuebergreifende Algorithmus zur Pruefung der pedoregionalen und nutzungsbezogenen Repraesentanz auf mittleren, laenderbezogenen Massstabsebenen untersucht. Mit Profilinformationen aus dem Niedersaechsischen Fachinformationssystem Bodenkunde (NIBIS) lassen sich auf Grundlage der gleichen Repraesentanzkriterien ca. 47% der Landesflaeche nutzungsdifferenziert mit Hintergrundwerten belegen. (orig.)

{sup 31}P-MR spectroscopy of all regions of the human heart at 1.5 T with acquisition-weighted chemical shift imaging; P-MR-Spektroskopie aller Wandabschnitte des menschlichen Herzens bei 1,5 T mit akquisitionsgewichteter Chemical-shift-Bildgebung

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Koestler, H.; Beer, M.; Buchner, S.; Sandstede, J.; Pabst, T.; Kenn, W.; Hahn, D. [Wuerzburg Univ. (Germany). Abt. fuer Roentgendiagnostik; Landschuetz, W.; Kienlin, M. von [Wuerzburg Univ. (Germany). Physikalisches Inst.; Neubauer, S. [Dept. of Cardiovascular Medicine, John Radcliffe Hospital, Oxford (United Kingdom)

2001-12-01

Phasenkodierschritte. Als Wichtungsfunktion des AW-CSI wurde eine Hanningfunktion verwendet, die zu 7 Mittelungen in der Mitte und 0 in den Ecken des k-Raums fuehrte und die gleiche Aufloesung wie das CSI ergab. Die Auswertung erfolgte in jewells identisch positionierten Voxeln in Septum, Vorder-, Seiten- und Hinterwand. Ergebnisse: Die Signal-zu-Rausch-Verhaeltnisse waren bei AW-CSI fuer PCr um 1,3 und fuer ATP um 1,4 hoeher. Fuer AW-CSI waren die PCr/ATP-Verhaeltnisse um einen Faktor 1,2 - 1,3 hoeher und zeigten in allen untersuchten Regionen eine kleinere Standardabweichung. Das mittlere PCr/ATP-Verhaeltnis der AW-CSI-Sequenz war in Septum, Seiten- und Hinterwand praktisch identisch (1,72 - 1,76), waehrend in der Vorderwand ein hoeherer Wert (1,9) bestimmt wurde. Schlussfolgerungen: Die deutlich reduzierte Kontamination aus Nachbarvoxeln fuehrt bei AW-CSI zu einer Verbesserung des Signal-zu-Rausch-Verhaeltnisses und zu einer genaueren Bestimmung des PCr/ATP-Verhaeltnisses im Vergleich zu CSI mit gleicher Aufloesung. AW-CSI ermoeglicht so die {sup 31}P-Spektroskopie von Seiten- und Hinterwand des menschlichen Herzens bei 1,5 T. (orig.)

Development of integrated superconducting devices for signal preprocessing. Final report; Entwicklung supraleitender Bausteine der Signalvorverarbeitung. Abschlussbericht

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Biehl, M.; Koch, R.; Neuhaus, M.; Scherer, T.; Jutzi, W.

1998-02-01

bewaehrten Niob-Technologie wurde ein 12 bit SFQ-Schieberegister mit einer Schreib- und Leseschaltung und mit extrem kleiner Verlustleistung von 9 nW/bit/GHz hergestellt und impulsmaessig vermessen. Nach dem gleichen Prinzip wurde ein Zufallsimpulsgenerator ausgelegt. Die Simulation von RSFQ-Toggle-Flipflops mit einer grossen Zahl von Eingangsimpulsen zeigte, dass dynamische Effekte besonders durch Streuinduktivitaeten den digitalen Zaehlerbetrieb auf Taktfrequenzen unter 100 GHz begrenzen koennen, obwohl Gleichspannungsmessungen einen einwandfreien Betrieb bei hoeheren Frequenzen erwarten lassen. Daher sind Echtzeitmessungen der einzelnen SFQ-Impulse eines Wortes notwendig. Echtzeitmessungen mit einem Abtastoszillographen an einem 4-stufigen RSFQ-Zaehler der Niob-Technologie mit entsprechend breitbandiger Leitungszufuehrung ergaben bis zur Grenzfrequenz eines vorhandenen 32 bit Wortgenerators bei 2 GHz Bitfehlerraten um 10{sup -12}. Mit der YBCO-Technologie wurden ein 4 bit SFQ-Schieberegister fuer 40 K und miniaturisierte koplanare Mikrowellenschaltungen fuer die Satelliten- und Kommunikationstechnik um 10 GHz fuer 77 K ausgelegt und implementiert. Ein 4 bit Echtzeitfrequenzmesser und ein Filter mit einer 3 dB-Bandbreite von nur 1,8% wurden im IEGI erfolgreich auf dem Kaltkopf eines AEG-Kleinkuehlers ausgemessen. Hybride Schaltungen, z.B. Verstaerker und Oszillatoren, mit aktiven Halbleiterbauelementen und koplanaren YBCO-Verbindungen mit geringen Verlusten koennen bei 77 KJ interessante Eigenschaften besitzen. (orig.)

Market analysis onshore wind farming; Marktanalyse Windenergie an Land

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2015-07-01

Windenergieanlagen abgebaut werden, bedeutet das einen Neubau von 3 - 5 GW pro Jahr im Zeitraum bis 2035. Die aktuellen Zubauzahlen unterstreichen, dass gegenwaertig hinreichend Flaechen zur Verfuegung stehen. Bei der Flaechenverfuegbarkeit bestehen aber grundsaetzlich Risiken. Die Planung zur Bereitstellung von geeigneten Flaechen ist in der Regel den entsprechenden Genehmigungsverfahren vorgeschaltet und hat einen sehr hohen Zeitbedarf. Dabei ist der Umfang der Flaechenentwicklung von einer Vielzahl von Vorgaben sowie sehr stark von der Akzeptanz vor Ort abhaengig. Bei der Frage der Akzeptanz kommt den Planungstraegern auf staatlicher Seite auch insbesondere den Entwicklern und Investoren eine sehr grosse Bedeutung zu. Die Bandbreite der heutigen Gestehungskosten liegt aktuell zwischen 6 und 9 Ct/kWh, wobei die ueberwiegende Mehrzahl der heute betriebenen Anlagen sowie der ermittelten Potentiale zwischen 7,5 und 9 Ct/kWh liegt. Von der ersten Projektidee bis zur Inbetriebnahme vergehen durchschnittlich 5 Jahre. Der deutsche Windenergiemarkt ist sehr kleinteilig. So liegt der Anteil kleiner Windparks mit weniger als 6 Anlagen bei ueber 60 % aller Windenergieanlagen. Weiterhin ist der Markt gepraegt durch eine grosse Akteursvielfalt. Aus dieser Akteursvielfalt ergibt sich ein grosser Wettbewerb um geeignete Flaechen, zugleich aber auch eine breite und vielfaeltige Flaechenentwicklung, was sich u.a. in aktuellen Zubauzahlen widerspiegelt. Aufgrund der unterschiedlichen Planungsansaetze in den Laendern und Regionen kommt den Planungstraegern eine besondere Bedeutung zu. Personelle Ressourcen sowie die Erfahrung mit der Windenergieplanung beeinflussen erheblich die raeumliche Steuerung der Windenergie. Bei den ueberregionalen Projektentwicklern sowie Herstellern besteht eine grosse Kenntnis ueber den deutschen Markt (Kosten, verfuegbare Flaechen etc.).

Trigeneration plants in a field test: Enhancement of control and hydraulics; KWKK-Anlagen im Feldtest. Verbesserung ihrer Regelung und Hydraulik. Projekt ''Praxistest und Kombiregler einer KWKK-Anlage''

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Backes, Klaus; Adam, Mario; Gottschald, Jonas [Fachhochschule Duesseldorf (Germany). Arbeitsgruppe E2 - Erneuerbare Energien und Energieeffizienz; Faber, Christian; Henneboehl, Fred; Lanz, Marco; Anthrakidis, Anette [Fachhochschule Aachen, Juelich (Germany). Solar-Institut Juelich

2011-07-01

Energiebereitstellung im Vergleich zur ueblichen Einzel-Erzeugung von Strom, Waerme und Kaelte. Allerdings sind die Einzelkomponenten kleiner KWKK-Anlagen in der Praxis oft zu wenig abgestimmt, somit Verbesserungen an Regelung und Hydraulik wuenschenswert. Insbesondere der Strombedarf fuer Pumpen und Rueckkuehler soll niedrig bleiben. Die FH Duesseldorf und die FH Aachen untersuchen dazu drei Anlagen mit den Mini-BHKW der Firmen SenerTec und PowerPlus Technologies und der Adsorptionskaeltemaschine der Fa. SorTech AG. Zwei der Anlagen sind ''klassische'' Feldtests bei einem Kunden (Blumenhaus und Ingenieurbuero), die dritte ist ein innovativer Hardware-in-the-Loop-Pruefstand ''HiL'' an der Fachhochschule Duesseldorf. Der HiL-Pruefstand enthaelt zwar BHKW, Speicher und Kaeltemaschine als reale Geraete, die restlichen Systemkomponenten wie Rueckkuehler, Gebaeude und Fancoils sind aber durch Simulationsmodelle unter Matlab/Simulink mit den Toolboxen Carnot und Stateflow ersetzt. Dynamische Echtzeitsimulation und reale Geraete sind ueber den automatisierten HiL-Pruefstand miteinander verbunden, wodurch die Geraete wie in einer realen Einbausituation betrieben werden. Randbedingungen wie Groesse des Gebaeudes, Standort, Wetter, Nutzerverhalten und Hydraulik der Waerme- und Kaelteverteilung sind leicht am Rechner aenderbar. So koennen - die vorgeschlagenen Regelungs-Optimierungen realistisch getestet, - der Anlagenbetrieb unter allen Bedingungen abgesichert und - Kundenprobleme und kritische Betriebszustaende einzeln untersucht werden. Dargestellt werden die Kunden-Feldtestanlagen, die HiL-Pruefstandstechnik und die Ergebnisse der ''Feldtests im Labor''. Konkret untersuchte Fragestellungen sind z.B.: - Wie sich der Betrieb der einzelnen Komponenten im KWKK-System sinnvoll aufeinander abstimmen laesst. - Wie sich bei sinkender Kaeltelast die Kaelteleistung der Kaeltemaschine mit der groessten Energieeinsparung drosseln laesst. - Ob

Ozone, OH and NO3 sink terms at a coniferous forest site in Central Germany: Role of biogenic VOCs

Science.gov (United States)

Bonn, B.; Bourtsoukidis, S.; Haunold, W.; Sitals, R.; Jacobi, S.

2012-04-01

Oxidation capacities of ecosystems are important to facilitate an ecosystem feedback on oxidation stress and in order to survive. We have conducted seasonal ambient measurements of a series of biogenic VOCs using a plant enclosure technique and determined the ambient levels of ozone, NOx as well as basic meteorological parameters at a managed spruce forest site in Central Germany (Mt. Kleiner Feldberg). The site is 810 m a.s.l. and faces distinct anthropogenic contributions from the Rhine-Main-area including the airport and major traffic routes in from the southeast. The opposite direction is moderately polluted and can be classified as Central German background condition. Since atmospheric chemistry and pollutants become very important especially for this site, which is the most polluted one in Germany with respect to ozone we approximated the sink terms for the atmospheric oxidation agents of interest at this site, i.e ozone, OH and NO3 using the measurements and box model steady state calculations for intermediate species not measured directly between the first of April and the start of November 2011. BVOC measurements were obtained with PTR-MS every 36 s and averaged for 30 min intervals afterwards to facilitate the inclusion of the monitoring data of the Hessian Agency for the Environment and Geology (HLUG) in Wiesbaden, Germany: temperature, humidity, global radiation, ozone and NOx. Analysis was performed with Matlab (Mathworks Inc.) and included the gas-phase chemistry set-up described by the Master Chemical Mechanism (MCM, v3, [1]). This resulted in the following outcome for sinks of oxidants: Ozone: Significant contributions were found for mono- and sesquiterpenes as well as for NOx. The individual contributions vary notably with the time of the day and the year and the emission strength of biogenic VOCs. Especially for the early season in April sesquiterpene reactions dominated the sink by up to 80% during nighttime, while NOx reactions dominated the

Focal lesions in whole-body MRI in multiple myeloma. Quantification of tumor mass and correlation with disease-related parameters and prognosis; Fokale Laesionen in der Ganzkoerper-MRT beim multiplen Myelom. Quantifizierung der Tumorlast und Korrelation mit krankheitstypischen Parametern und Prognose

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Brandelik, S.C.; Kauczor, H.U. [Universitaetsklinikum Heidelberg, Diagnostische und Interventionelle Radiologie, Heidelberg (Germany); Krzykalla, J.; Hielscher, T. [Deutsches Krebsforschungszentrum (dkfz), Biostatistik, Heidelberg (Germany); Hillengass, J. [Universitaetsklinikum Heidelberg, Haematologie und Onkologie, Heidelberg (Germany); Kloth, J.K. [Radiologie Loebau, Loebau (Germany); Weber, M.A. [Universitaetsklinikum Heidelberg, Diagnostische und Interventionelle Radiologie, Heidelberg (Germany); Universitaetsmedizin Rostock, Diagnostische und Interventionelle Radiologie, Rostock (Germany)

2018-01-15

fokalem Befallsmuster wurden retrospektiv ausgewertet. 700 fokale Laesionen (im Folgenden Laesionen genannt) wurden in kugelig und nicht-kugelig eingeteilt, manuell segmentiert und der laengste Durchmesser (LD) bestimmt. Gesamtanzahl und -volumen der Laesionen wurden mit klinischen Parametern und Prognose sowie der LD mit dem segmentierten Volumen (SV) der Laesionen korreliert. SV und per Kugelformel anhand dem LD berechnetes Volumen (BV) wurden auf Uebereinstimmung analysiert. Es zeigten sich keine signifikanten Korrelationen von Gesamtanzahl/-volumen der Laesionen mit den ueberwiegend normwertigen Parametern oder der Prognose. 10 % der Laesionen waren kugelig. SV und LD korrelierten signifikant fuer die einzelnen Laesionen und auf Patientenebene. Das SV war bei Laesionen <6 cm{sup 3} systematisch groesser, bei Laesionen ≥6 cm{sup 3} kleiner als das BV. Zu 95 % zeigten kleine Laesionen Abweichungen des BV von +0,9 bis -4,6 cm{sup 3} und grosse Laesionen von +160 bis -111 cm{sup 3} gegenueber dem SV (BV-SV). Bei ueberwiegend nicht-kugeligen Laesionen wird die Tumorlast bei fokalem Befallsmuster akkurater durch die Volumetrie als durch die Bestimmung des LD quantifiziert. Die Patientenkohorte ist mit ueberwiegend normwertigen klinischen Parametern in Richtung Stadium I des ''International Staging System'' verteilt und teilweise vorbehandelt, was die Interpretation fehlender Korrelationen erschwert. Auch sind eine unterschiedliche Aktivitaet der Laesionen und ein MR-morphologisch nicht fassbarer diffuser Befall zu ueberlegen. (orig.)

Prostate cancer treated with image-guided helical TomoTherapy {sup registered} and image-guided LINAC-IMRT. Correlation between high-dose bladder volume, margin reduction, and genitourinary toxicity

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Drozdz, Sonia; Wendt, Thomas G. [University Hospital Jena, Friedrich-Schiller-University Jena, Department of Radiation Oncology, Jena (Germany); Schwedas, Michael; Salz, Henning [University Hospital Jena, Friedrich-Schiller-University Jena, Department of Radiation Oncology, Section of Medical Physics, Jena (Germany); Foller, Susan [University Hospital Jena, Friedrich-Schiller-University Jena, Department of Urology, Jena (Germany)

2016-04-15

, Wisconsin, USA) und der Linearbeschleuniger(LINAC)-IMRT sowie deren Einfluss auf die Margingroesse verglichen. Wie Nachsorgeuntersuchungen zeigten, war die Harnblasentoxizitaet bei Patienten mit Tomotherapie im Vergleich zur LINAC-IMRT geringer. In der vorliegenden Studie sollte quantifiziert werden, ob das Bestrahlungsverfahren und reduzierte Sicherheitssaeume Einfluss auf die Verringerung der Blasentoxizitaet haben. Es erfolgte eine Analyse der Lagerungskorrekturen von 30 Patienten mit helikaler Tomotherapie und weiteren 30 Patienten, die mit einem LINAC behandelt wurden. Mithilfe dieser Daten wurden drei IG-Protokolle simuliert, basierend auf den Korrekturen von Lagerungsfehlern und auf einer limitierten Zahl bildgefuehrter Bestrahlungen. Bei allen Patienten wurde die gastrointestinale (GI) und urogenitale (GU) Toxizitaet dokumentiert und mit dem Bestrahlungsverfahren in Beziehung gesetzt. Bei Anwendung einer Radiotherapie mit Goldmarkern konnte durch Berechnung einer Lagerungskorrektur aus den ersten 3 Fraktionen und einer IG-Untersuchung an jedem zweiten Tag eine Marginreduktion von bis zu 3,1, 3,0 und 4,8 mm in Links-rechts-, superior-inferiorer bzw. anterior-posteriorer Richtung, bei gleichzeitiger Reduzierung der IG-Dosis erreicht werden. Obwohl das Blasenvolumen in der Tomotherapiegruppe mit mittleren Dosen von 35 Gy behandelt wurde, waehrend die LINAC-Gruppe 22 Gy erhielt, war eine geringere urogenitale Toxizitaet nach Tomotherapie zu verzeichnen. Goldmarkerbasierte IGRT der Prostata ermoeglicht kleinere Sicherheitssaeume. Sie helfen, die Haeufigkeit bildgefuehrter Bestrahlungen mithilfe geeignter IG-Protkolle zu verringern und die Strahlendosis in Blase und Rektum zu minimieren. Dadurch sinkt die urogenitale Toxizitaet. Darueber hinaus lassen sich mit IMRT unter Einsatz der Tomotherapie ''Hotspots'' am Blasenhals vermeiden, einer kritischen anatomischen Struktur, die im Zusammenhang mit der Harnwegstoxizitaet nach Radiotherapie steht. (orig.)

Reliability and accuracy assessment of radiation therapy oncology group-endorsed guidelines for brachial plexus contouring

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Velde, Joris van de [Ghent University, Department of Anatomy, Ghent (Belgium); Ghent University, Department of Radiotherapy, Ghent (Belgium); Vercauteren, Tom; Gersem, Werner de; Vandecasteele, Katrien; Vuye, Philippe; Vanpachtenbeke, Frank; Neve, Wilfried de [Ghent University, Department of Radiotherapy, Ghent (Belgium); Wouters, Johan; Herde, Katharina d' ; Kerckaert, Ingrid; Hoof, Tom van [Ghent University, Department of Anatomy, Ghent (Belgium)

2014-07-15

es, die von der ''Radiation Therapy Oncology Group'' (RTOG) unterstuetzten Richtlinien fuer die Plexus-brachialis-(PB-)Konturierung durch Bestimmung von Inter- und Intraobserver-Reliabilitaet zu validieren. Die Praezision des Abgrenzungsprozesses wurde unter Verwendung anatomisch validierter Bilddatensaetze als Goldstandard bestimmt. Fuenf Beobachter skizzierten im Tomographiedatensatz von drei Leichen den rechten PB. Um die Intraobserver-Abweichung zu bestimmen, wiederholte jeder Beobachter jede Konturierung 3-mal mit einem Zeitintervall von 2 Wochen. Die PB-Konturierungen wurden zur Detailanalyse in 4 Bereiche eingeteilt. Die Inter- und Intraobserver-Abweichungen wurden mit Hilfe der ''Computerized-Environment-Radiation-Research''-(CERR-)Software geprueft. Die Praezision wurde anhand anatomisch validierter CT-MRI-Datensaetze durch Messung der PB-Inklusion der Konturierung bestimmt. Die gesamten κ-Werte waren eher niedrig (durchschnittliches Gesamt-Interobserver-κ: 0,29; durchschnittliches Gesamt-Intraobserver-κ: 0,45), was auf eine schwache Inter- und Intraobserver-Zuverlaessigkeit hinweist. Im Allgemeinen nahm der κ-Koeffizient vom medialen zum seitlichen Bereich schrittweise ab. Das ''Total Agreement Volume'' (TAV) war fuer alle konturierungen viel kleiner als das ''Union Volume'' (UV), was einen niedrigen Jaccard-Index (JI) ergab (Interobserver-Uebereinstimmung 0-0,124; Intraobserver-Uebereinstimmung 0,004-0,636). Die gesamte Praezision war schwach, mit einem gesamten durchschnittlichen PB-Einschluss von 38 %. Die Inklusionen waren unzureichend fuer die meisten seitlichen Bereiche (Bereich 3: 21,5 %; Bereich 4: 12,6 %). Die Inter- und Intraobserver-Reliabilitaet der von der RTOG unterstuetzten Richtlinien fuer die PB-Konturierung waren schwach. Die PB-Inklusion liess vom mittleren zum seitlichen Bereich nach. Die Bestimmung der Praezision der Konturierung zeigte eine durchschnittliche PB-Inklusion von 38 %. Zum ersten Mal wurde dies anhand des

Image-guided stereotactic radiotherapy for patients with vestibular schwannoma. A clinical study

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Badakhshi, H.; Muellner, S.; Budach, V. [Charite School of Medicine and University Hospital of Berlin, Departments for Radiation Oncology, Berlin (Germany); Wiener, E. [School of Medicine and University Hospital of Berlin, Institute for Neuroradiology, Berlin (Germany)

2014-06-15

Faelle mit einem Tumor <2 cm mit SRS und 60 Faelle mit einem Tumor >2 cm bis 3,5 cm mit FSRT behandelt. Die verschriebene Dosis betrug fuer alle SRS-Faelle (n = 190, 76 %) 13,5 Gy im Isozentrum. Fuer die FSRT wurden zwei Schemata angewendet: 7 Fraktionen 5 Gy (Gesamtdosis 35 Gy; n = 35) und 11 Fraktionen 3,8 Gy (Gesamtdosis 41,8 Gy; n = 16). Der primaere Endpunkt war die lokale Kontrolle. Sekundaere Endpunkte waren Symptomkontrolle und Toxizitaet. Nach einer medianen Nachuntersuchung von 33,8 Monaten betrug die 3-Jahres-Lokalkontrolle 88,9 % (bei 11,1 % Progress). Die lokale Kontrolle lag mit SRS bei 88 % und mit FSRT bei 92 %. Fuer die FSRT-Subgruppe betrug die lokale Kontrolle mit 35 Gy 90 % und mit 41,8 Gy 100 %. Kein Patient litt unter einer Toxizitaet vom Grad > 1. In 61 Faellen (24,4 % des Gesamtkollektivs) wurde vor der Therapie eine Trigeminusneuralgie berichtet, zur Zeit der Analyse litten noch 16,3 % (10/61) unter derselben. Eine Faszialisdysfunktion wiesen vor RT 45 Patienten (18 %) auf. Zum Follow-up-Zeitpunkt berichteten 13,3% (6/45) dieser Patienten von einer Linderung der Dysaesthesie. Die linacbasierte SRS zur Behandlung kleiner VS weist hohe lokale Kontrollraten auf, die vergleichbar mit der Mikrochirurgie sind. FSRT scheint auch fuer groessere Laesionen effektiv. FSRT zeigt ebenfalls gute Ergebnisse in Bezug auf Sicherheit und Outcome. Ernsthafte behandlungsbedingte Nebenwirkungen sind nicht haeufig. Der Vergleich von SRS und FSRT mit der Mikrochirurgie in Bezug auf Morbiditaet und Funktion der Hirnnerven zeigt eine Aequivalenz der Methoden. SRS kann fuer Patienten mit VS als eine gute Alternative zur Mikrochirurgie angesehen werden. (orig.)

Estudios ecológicos en el Páramo de Cruz Verde, Colombia II. Las comunidades vegetales Estudios ecológicos en el Páramo de Cruz Verde, Colombia II. Las comunidades vegetales

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Lozano Contreras Gustavo

1976-09-01

Full Text Available Im Páramo de Cruz Verde, Cundinamarca, Kolumbien (3.400m Höhe werden auf Grund pflanzensoziologischer Untersuchungen mehrere Pflanzengemeinschaften unterschieden. Am verbreitetsten sind solche, die ihre Existenz anthropogenen Einflüssen verdanken und sich unter diesen stabilisiert haben; sie werden als Subklimax-Gesellschaften aufgefaΒt und zeichnen sich durch ihre geringe Empfindlichkeit gegen gelegentliche Brände aus. Hierzu sind zu rechnen: eine Calamagrostis effusa - Espeletia grandiflora - Geranium santanderiense - Gesellschaft, eine Calamagrostis effusa - Espeletia grandiflora - Geranium multiceps - Gesellschaft, eine Calamagrostis effusa - Spiranthes vaginata - Gesellschaft, eine Calamagrostis effusa «Espeletia corymbosa - Gesellschaft und eine Calamagrostis effusa - Altesteinia fimbriata - Gesellschaft.In Gebieten, deren Vegetation durch natürliche (z. B. Erdrutsche oder anthropogene Einflüsse (z, B. vorübergehender Ackerbau zerstört wurde, stellen sich Pionier-Gesellschaften mit Espeletia argentea ein.  Da in allen unterschiedenen Subklimax-Gesellschaften Baum - undBusch-Arten vorkommen, die für kleinere Busch waldbestände typisch sind, werden letztere als Reste einer Klimax-Vegetation angesehen, die nur an ständig sumpfigen Stellen durch eine Diplostephium revolutum Gesell-schaft ersetzt wird. Letztere ist noch heute an vielen Stellen erhalten; sie wird wenigstens teilweise als Endstadium einer Sukzessionsreihe angesehen,die während der Verlandung von kleinen Seen (meist glazialer Herkunft auftrat.  Als wesentliche Ursachen der räumlichen Verteilung der heute dominierenden Subklimax-Gesellschaften werden die örtlich unterschiedlich stark schwankenden Bodenwassergehalte diskutiert.En el Páramo de Cruz Verde, Cundinamarca, Colombia (3.400 m de altura se distinguen varias comunidades vegetales con base en estudios fitosociológicos. Distribución más amplia tienen aquellas que deben su existencia a las influencias

Gastroenteropancreatic endocrine tumors; Gastroenteropankreatische endokrine Tumoren

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schmid-Tannwald, C.; Schmid-Tannwald, C.M.; Reiser, M.F.; Berger, F. [Klinikum der Ludwig-Maximilians-Universitaet Muenchen, Campus Grosshadern, Institut fuer Klinische Radiologie, Muenchen (Germany)

2014-10-15

% aller gastrointestinalen Tumoren ausmacht. Fuer die Lokalisation des Primaertumors als auch fuer das Staging endokriner Tumoren spielen neben der Ultraschalldiagnostik die Computertomographie (CT), die Magnetresonanztomographie (MRT) und die Positronenemissionstomographie-Computertomographie (PET-CT) eine entscheidende Rolle. Neben dem Primaerstaging lassen sich mithilfe der PET-CT mit Somatostatinanaloga auch die Indikation fuer eine Radionuklidtherapie stellen und der Therapieverlauf dokumentieren. Das CT-Enteroklysma erreicht nach der Literatur bei Duenndarmtumoren bis 3 cm eine Sensitivitaet von 84,7 %, eine Spezifitaet von 96,9 %; mit der Magnetresonanzenterographie (MRE) kann ein neuroendokriner Tumor (NET) des Duenndarms in 93,3 % der Faelle lokalisiert werden. Laut Literatur ist die MRT bei der Detektion pankreatischer NET mit einer Sensitivitaet zwischen 74 und 100 % der CT ueberlegen. Die PET-CT ermoeglicht die Detektion sehr kleiner Primaertumoren und gilt als sensitivste Methode zur Lokalisationsdiagnostik. Bei der Detektion von Lebermetastasen ist die MRT der CT und der PET-CT ueberlegen. Aufgabe der bildgebenden Diagnostik ist es, neben der Lokalisation des Primaertumors und dem Staging, Therapien zu planen und ein Therapieansprechen zu dokumentieren. Die Wahl der verschiedenen bildgebenden Verfahren hierfuer ist abhaengig von der Lokalisation des Primaertumors. Da gastroenteropankreatische neuroendokrine Tumoren (GEP-NET) ueberwiegend hypervaskularisiert sind, ist eine biphasische Untersuchungstechnik nach Kontrastmittelgabe in arterieller und venoeser Phase fuer die Abklaerung von Primaertumoren und Metastasen sowohl in der CT wie in der MRT obligat. Fuer das Ganzkoerperstaging kommen vorrangig CT und PET-CT zum Einsatz. (orig.)

The innovation system for the Dutch greenhouse sector in 2020; Het innovatiesysteem voor de glastuinbouw in 2020

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Alkemade, F.; Hekkert, M.; Farla, J. [Universiteit Utrecht, Copernicus Instituut, Innovatiewetenschappen, Utrecht (Netherlands)

2010-12-15

primaire ondernemer tot de eindconsument kleiner wordt.

Fractionated vs. single-fraction stereotactic radiotherapy in patients with vestibular schwannoma. Hearing preservation and patients' self-reported outcome based on an established questionnaire

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kessel, Kerstin A.; Fischer, Hanna; Vogel, Marco M.E.; Combs, Stephanie E. [Technical University of Munich (TUM), Department of Radiation Oncology, Munich (Germany); Helmholtz Zentrum Muenchen, Institute of Innovative Radiotherapy (iRT), Neuherberg (Germany); Oechsner, Markus [Technical University of Munich (TUM), Department of Radiation Oncology, Munich (Germany); Bier, Henning [Technical University of Munich (TUM), Department of Otorhinolaryngology, Munich (Germany); Meyer, Bernhard [Technical University of Munich (TUM), Department of Neurosurgery, Munich (Germany)

2017-03-15

und Lebensqualitaet (QoL) sind Hauptziele fuer Patienten. Von 2002 bis 2015 wurden 184 VS-Patienten mit Radiochirurgie (RS) oder fraktionierter stereotaktischer Radiotherapie (FSRT) behandelt und aktuelle Nebenwirkungen und QoL zwischen Februar und Juni 2016 bewertet. Das mediane Follow-up nach RT betrug 7,5 Jahre (Spanne 0-14,4 Jahre), das mittlere Gesamtueberleben (OS) nach RT 31,1 Jahre, mit Ueberlebensraten von 94 und 87% nach 5 und 10 Jahren und das mittlere progressionsfreie Ueberleben (PFS) 13,3 Jahre, mit einem 5- und 10-Jahres-PFS von 92%. Patienten mit RS behielten ihr Hoervermoegen im Median fuer 36,3 Monate (2,3-13,7 Jahre). In 17 (30%) Faellen verschlechterte sich das Hoervermoegen. Der mediane Gehoererhalt fuer FSRT betrug 48,7 Monate (Spanne 0,0-13,8 Jahre); 29 (23%) Patienten zeigten eine Verschlechterung. Der Unterschied im Erhalt des Hoervermoegens war zwischen RS und FSRT nicht signifikant (p = 0,3). Insgesamt nahmen 123/162 Patienten an der Umfrage teil (Ruecklaufquote 76%). Die Ergebnisse korrelieren gut mit den Informationen aus den Patientenakten fuer Tinnitus, Fazialis- und Trigeminus-Nebenwirkungen. Signifikante Unterschiede gibt es in Bezug auf Hoerschaedigung, Gangunsicherheit und Gleichgewichtsstoerung. Unsere Daten bestaetigen, dass sowohl RS als auch FSRT bezueglich lokaler Kontrolle vergleichbar sind. RS sollte fuer kleinere Laesionen angewendet werden, waehrend sich FSRT unabhaengig von der Tumorgroesse eignet. Der Patientenselbstbericht waehrend des Follow-up-Zeitraums ist von hohem Wert. Der etablierte Fragebogen konnte in dieser unabhaengigen Kohorte validiert werden. (orig.)

Nuclear energy in the 21{sup st} century - free from nuclear danger myths

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Akimoto, Yumi [Mitsubishi Materials Corp. (MMC), Tokyo (Japan)

2002-01-01

rund 16-17% der Stromversorgung gedeckt. Dies entspricht z.B. dem Energieaequivalent der gesamten Erdoelfoerderung von Saudi Arabien und dem Iran im gleichen Zeitraum. Die ersten wesentlichen Schritte zur friedlichen Nutzung der Kernenergie weltweit wurden nach der 'Atoms for Peace' Rede des US-Praesidenten Dwight D. Eisenhower vor den Vereinten Nationen am 8. Dezember 1953 eingeleitet. Es folgten zwei Jahrzehnte intensiver Forschungs- und Entwicklungsarbeiten. Mit dem gewonnenen und weiter entwickelten Know-how haben Laender wie z.B. Frankreich und Japan unter dem Eindruck der zwei Erdoelpreiskrisen in den 70er Jahren ihre Programme zum Ausbau der Kernenergie erheblich intensiviert. Damit steht heute - auch in der Europaeischen Union - ein leistungsfaehiges Potenzial in der Stromversorgung zur Verfuegung, das nicht nur Versorgungssicherheit bietet, sondern auch einen wichtigen Anteil an der Reduktion von klimawirksamen Emissionen hat. Trotz der technisch-wirtschaftlichen Erfolge ist die friedliche Nutzung der Kernenergie in vielen Laendern - aehnlich wie andere technische Entwicklungen auch - in die gesellschaftliche Kritik geraten. Zwei wichtige Aspekte sind in diesem Zusammenhang Fragen der Proliferation und der Bewertung des Strahlenrisikos. Obgleich fuer Leichtwasserreaktoren das Proliferationsrisiko technisch geklaert ist und auch praktisch ausgeschlossen werden kann, wurde dies politisch bislang nicht entsprechend umgesetzt. Hinsichtlich der Wirkung kleiner Strahlendosen ist die Frage zu stellen, inwieweit die Anwendung der 'linearen Dosis-Wirkung' Beziehung eine sinnvolle und adaequate Spiegelung der biologischen Realitaet ist und wie Strahlenwirkungen praktikabel bewertet werden koennen. Kernenergie kann und wird mit ihrem Potenzial aufgrund der zu loesenden Aufgaben im 21ten Jahrhundert einen wichtigen Beitrag zur weltweiten Energieversorgung liefern. (orig.)

Interconnectedness und digitale Texte

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Detlev Doherr

2013-04-01

Full Text Available Zusammenfassung Die multimedialen Informationsdienste im Internet werden immer umfangreicher und umfassender, wobei auch die nur in gedruckter Form vorliegenden Dokumente von den Bibliotheken digitalisiert und ins Netz gestellt werden. Über Online-Dokumentenverwaltungen oder Suchmaschinen können diese Dokumente gefunden und dann in gängigen Formaten wie z.B. PDF bereitgestellt werden. Dieser Artikel beleuchtet die Funktionsweise der Humboldt Digital Library, die seit mehr als zehn Jahren Dokumente von Alexander von Humboldt in englischer Übersetzung im Web als HDL (Humboldt Digital Library kostenfrei zur Verfügung stellt. Anders als eine digitale Bibliothek werden dabei allerdings nicht nur digitalisierte Dokumente als Scan oder PDF bereitgestellt, sondern der Text als solcher und in vernetzter Form verfügbar gemacht. Das System gleicht damit eher einem Informationssystem als einer digitalen Bibliothek, was sich auch in den verfügbaren Funktionen zur Auffindung von Texten in unterschiedlichen Versionen und Übersetzungen, Vergleichen von Absätzen verschiedener Dokumente oder der Darstellung von Bilden in ihrem Kontext widerspiegelt. Die Entwicklung von dynamischen Hyperlinks auf der Basis der einzelnen Textabsätze der Humboldt‘schen Werke in Form von Media Assets ermöglicht eine Nutzung der Programmierschnittstelle von Google Maps zur geographischen wie auch textinhaltlichen Navigation. Über den Service einer digitalen Bibliothek hinausgehend, bietet die HDL den Prototypen eines mehrdimensionalen Informationssystems, das mit dynamischen Strukturen arbeitet und umfangreiche thematische Auswertungen und Vergleiche ermöglicht. Summary The multimedia information services on Internet are becoming more and more comprehensive, even the printed documents are digitized and republished as digital Web documents by the libraries. Those digital files can be found by search engines or management tools and provided as files in usual formats as

РЕКОМЕНДАЦИИ ЕВРОПЕЙСКОГО ОБЩЕСТВА КАРДИОЛОГОВ ПО ЛЕЧЕНИЮ СЕРДЕЧНО-СОСУДИСТЫХ ЗАБОЛЕВАНИЙ У БЕРЕМЕННЫХ

Directory of Open Access Journals (Sweden)

2012-01-01

Full Text Available Члены комитета по практическим рекомендациям: J.J. Bax (председатель, Нидерланды, A. Auricchio (Швейцария, H. Baumgartner (Германия, C. Ceconi (Италия, V. Dean (Франция, C. Deaton (Великобритания, R. Fagard (Бельгия, C. Funck-Brentano (Франция, D. Has-dai (Израиль, A. Hoes (Нидерланды, J. Knuuti (Финляндия, P . Kolh (Бельгия, T. McDonagh (Великобритания, C. Moulin (Франция, D. Poldermans (Нидерланды, B.A. Popescu (Румыния, Z. Reiner (Хорватия, U. Sechtem (Германия, P .A. Sirnes (Норвегия, A. Torbicki (Польша, A. Vahanian (Франция, S. Windecker (Швейцария Рецензенты: H. Baumgartner (координатор, Германия, C. Deaton (координатор, Великобритания, C. Aguiar (Португалия, N. Al-Attar (Франция, A.A. Garcia (Испания, A. Antoniou (Греция, I. Coman (Румыния, U. Elkayam (США, M.A. Gomez-Sanchez (Испания, N. Gotcheva (Болгария, D. Hilfiker-Kleiner (Германия, R.G. Kiss (Венгрия, A. Kitsiou (Греция, K.T.S. Konings (Нидерланды, G.Y.H. Lip (Великобритания, A. Manolis (Греция, A. Mebaaza (Франция, I. Mintale (Латвия, M-C. Morice (Франция, B.J. Mulder (Нидерланды, A. Pasquet (Бельгия, S. Price (Великобритания, S.G. Priori (Италия, M.J. Salvador (Испания, A. Shotan (Израиль, C.K. Silversides (Канада, S.O. Skouby† (Дания, J-I. Stein¤ (Австрия, P . Tornos (Испания, N. Vejlstrup (Дания, F . Walker (Великобритания, C. Warnes (США

Emission control measures for precursors of tropospheric ozone. Pt. 1 and 2; Emissionsminderungsmoeglichkeiten bei Vorlaeufersubstanzen von bodennahem Ozon. Bd. 1: Systemanalyse der Ozonminderungsmassnahmen in den USA. Bd. 2: Luftreinhaltemassnahmen in den USA zur Minderung von VOC-Emissionen aus Kleinanlagen und Produkten und Vergleich mit europaeischen Regelungen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Leclaire, T; Schiefer, C; Bergmann, S; Hrabovski, Z [Institut fuer Umwelttechnologie und Umweltanalytik e.V. (IUTA), Duisburg (Germany)

1998-08-01

emissions are compared and discussed. Advantages and disadvantages of the described strategies are highlighted. Based on the actual VOC emission inventory of Germany suggestions for future reduction measures are supposed. (orig.) [Deutsch] In den USA liegen Erfahrungen aus der Ozonbekaempfung ueber einen Zeitraum von 20 bis 30 Jahren vor. Aufgrund besonders hoher Ozonbelastungen in vielen Regionen werden grosse Anstrengungen zur VOC-Minderung unternommen. Wesentliches Ziel des Vorhabens war es, die Schwerpunkt im Hinblick auf die Minderung von VOC-Emissionen herauzufinden und zu pruefen, ob und inwieweit eine Uebertragung von Strategien und Massnahmen auf die Verhaeltnisse in Deutschland moeglich ist. Hauptaugenmerk wurde auf kleinere Anlagen und Produkte gelegt, weil in diesen Bereichen in Deutschland momentan vordringlich Handlungsbedarf gesehen wird. Im ersten Band sind die Strategien und Massnahmen zur Ozonminderung in den USA (bundesweit) sowie in fuenf Regionen mit besonders hoher Ozonimmissionsbelastung beschrieben. Hierzu erfolgte eine Darstellung der Zustaendigkeitsbereiche auf nationaler, einzelstaatlicher, regionaler und lokaler Ebene, der Gesetzgebung und Regelwerke, der Schwerpunktsetzung hinsichtlich NO{sub x}- und VOC-Minderung und eine kurze Darstellung der quellenbezogenen Massnahmen auf nationaler Ebene und in den betrachteten Regionen. In Band 2 erfolgt eine ausfuehrliche Beschreibung der Massnahmen zur VOC-Emissionsminderung bei Produkten und im gewerblichen Bereich in den USA anhand der nationalen Regelungen fuer Anstrichstoffe und Konsumgueter, der von der kalifornischen Luftreinhaltebehoerde erlassenen VOC-bezogenen Regelungen fuer Anstrichstoffe, Konsumgueter und Gewerbebetriebe sowie der Regelungen des suedkalifornischen South Coast Air Quality Management Districts (Los Angeles und Umgebung). Zur Darstellung der regionalen Bestimmung wurde diese Region ausgewaehlt, da die Regelungen dort aufgrund der besonders hohen Immissionsbelastung

Impact of different setup approaches in image-guided radiotherapy as primary treatment for prostate cancer. A study of 2940 setup deviations in 980 MVCTs

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schiller, Kilian; Specht, Hanno; Kampfer, Severin; Duma, Marciana Nona [Technische Universitaet Muenchen Klinikum rechts der Isar, Department of Radiation Oncology, Muenchen (Germany); Petrucci, Alessia [University of Florence, Department of Radiation Oncology, Florence (Italy); Geinitz, Hans [Krankenhaus der Barmherzigen Schwestern Linz, Department of Radiation Oncology, Linz (Austria); Schuster, Tibor [Klinikum Rechts der Isar, Technische Universitaet Muenchen, Institute for Medical Statistics and Epidemiology, Muenchen (Germany)

2014-08-15

bildgesteuerten (IGRT) Prostatabestrahlung zu ueberpruefen. Es wurden 28 Patienten in die Studie eingeschlossen. Vor jeder Fraktion erfolgte die Anlage eines endorektalen Ballons. Das Planungszielvolumen (PTV) wurde normofraktioniert bis zu einer Dosis von 70 Gy bestrahlt. Eine simultan integrierte Dosiserhoehung (SIB) mit 2,17 Gy tgl. bis zu einer Gesamtdosis von 76 Gy wurde auf ein kleineres Zielvolumen appliziert. Alle Bestrahlungen erfolgten bildgesteuert (IGRT) mit Hilfe eines Megavolt-CT (MVCT). Retrospektiv wurden drei verschiedene Einstellungsmoeglichkeiten mit der Uebereinstimmung bezogen auf das Prostatavolumen verglichen: manuelle Anpassung anhand der Koerperoberflaeche (Haut), manuelle Bildfusion anhand des endorektalen Ballons und computergesteuerte Fusion anhand der knoechernen Strukturen. In 980 Fraktionen wurden 2940 Lageabweichungen der Prostata registriert und ausgewertet. Im Vergleich zur Einstellung nach dem Prostatavolumen fanden sich bei Einstellung anhand der Koerperoberflaeche erhebliche Abweichungen ≥ 8 mm in 13 %, 5 % und 44 % aller Fraktionen in der lateralen, longitudinalen und vertikalen Richtung. Die Einstellung durch Bildfusion anhand des Rektumballons zeigte Abweichungen ≥ 8 mm in 3 %, 19 % und 1 % sowie ≥ 3 mm in 27 %, 58 % und 18 % aller Fraktionen. Bei der automatischen Anpassung an die knoechernen Strukturen lagen die Werte bei 1 %, 1 % und 2 % fuer ≥ 8 mm sowie bei 3 %, 11 % und 34 % fuer ≥ 3 mm. Bei der Strahlentherapie der Prostata ist die Einstellung mittels alleiniger Abgleichung der Koerperoberflaechenmarkierungen ungenuegend, da in fast der Haelfte der Fraktionen, unter Annahme eines Sicherheitssaums von 8 mm, Teile der Prostata nicht suffizient therapiert werden wuerden. Die automatische Bildfusion anhand der knoechernen Strukturen erreicht bessere Ergebnisse, allerdings ist diese immer noch inadaequat fuer die Therapie mit einem Sicherheitssaum von ≤ 3 mm. Eine zusaetzliche Fusionierung des Rektumballons verbessert die

Rational imaging of hepatocellular carcinoma. The challenge of multimodal diagnostic criteria; Rationale Schnittbildgebung des hepatozellulaeren Karzinoms. Die Herausforderung multimodaler Diagnosekriterien

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Kircher, A.; Bongartz, G.; Merkle, E.M.; Zech, C.J. [Universitaetsspital Basel, Klinik fuer Radiologie und Nuklearmedizin, Basel (Switzerland)

2014-07-15

sowie zur Charakterisierung von Knoten in der zirrhotischen Leber dar, mit deutlichen Vorteilen gegenueber der CT bei der Detektion kleiner Laesionen < 2 cm sowie der Dignitaets- und Prognoseeinschaetzung hypovaskulaerer Vorstufen im Rahmen der Hepatokarzinogenese. Sowohl die MRT als auch die CT ermoeglichen einen hohen Standard zur Diagnostik des HCC in der zirrhotischen Leber, mit Vorteilen der MRT bzgl. Detektionsrate und Spezifitaet. Die CT bietet fuer den klinischen Alltag eine schnelle, robuste sowie gut verfuegbare Modalitaet mit Vorteilen bei Patienten in reduziertem Allgemeinzustand sowie eingeschraenkter Compliance. (orig.)

Palaeoecology and depositional environments of the Tendaguru Beds (Late Jurassic to Early Cretaceous, Tanzania

Directory of Open Access Journals (Sweden)

M. Aberhan

2002-01-01

a pronounced dry season during the Late Jurassic. In Early Cretaceous times, sedimentological and palaeontological proxies suggest a climatic shift towards more humid conditions. Die Tendaguru-Schichten von Tansania in Ostafrika (Oberjura bis Unterkreide sind als Lagerstätte oberjurassischer Dinosaurier seit nahezu einem Jahrhundert weltweit bekannt. Anhand von sedimentologischen und paläontologischen Daten, die während der Deutsch-Tansanischen Tendaguru Expedition 2000 im Typus-Gebiet der Tendaguru-Schichten gewonnen wurden, werden Paläo-Ökosysteme rekonstruiert. Grundlage der Rekonstruktionen sind die Auswertung sedimentologischer Daten sowie die paläo-ökologische Analyse von Makroinvertebraten, Mikrovertebraten, pflanzlichen Fossilien und Mikrofossilien (Ostrakoden, Foraminiferen, Charophyten, Palynomorphen. Darüber hinaus werden Informationen über Dinosaurier berücksichtigt, die bei früheren Expeditionen gewonnen wurden. Das hier vorgestellte Ablagerungsmodell der Tendaguru-Schichten umfaßt drei Teilbereiche eines randlich marinen Sedimentationsraumes, die wie folgt gekennzeichnet werden können: (1 Lagunen-artige, marine Flachwasserbereiche, die oberhalb der Schönwetter-Wellenbasis lagen und unter deutlichem Einfluß von Gezeiten und Stürmen standen. Sie waren vom offenen Meer durch Barrieren, wie Ooidbarren und siliziklastischen Sandbarrenkomplexen, getrennt und wiesen einen leicht schwankenden Salzgehalt auf. (2 Ausgedehnte Wattgebiete und flache Küstenebenen. Dort befanden sich niedrig-energetische, brackische Strandseen und Teiche sowie Tümpel und kleinere Flußrinnen, in denen die großen Dinosaurier eingebettet wurden. Da diese Lebensräume bestenfalls dürftig bewachsen waren, müssen die Nahrungsquellen und der eigentliche Lebensraum der riesigen Sauropoden anderswo gelegen haben. Vermutlich wurden die Wattgebiete und Flachküsten von Dinosauriern vorrangig in den Trockenzeiten aufgesucht. (3 Bewachsenes Hinterland. Die Vegetation dieses

Ενδείξεις για τη διάρκεια των χερσαίων ταξιδιών και μετακινήσεων στο Βυζάντιο (6ος-11ος αιώνας

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Ι. ΔΗΜΗΤΡΟΥΚΑΣ

1998-09-01

Full Text Available   I. DimitroukasAngaben über die Dauer der Landreisen und Bewegungen in Byzanz (6.- 11. Jh. Im Rahmen der vorliegenden Untersuchung wurden die Landreisenzeiten in Byzanz vom Anfang des 6. bis in die Mitte des 11. Jh.s eingehend erörtert. Zu den Faktoren, die auf die Reisegeschwindigkeit entscheidenden Einfluß ausübten, gehörten die Absicht des Reisenden, die naturräumlichen und klimatischen Voraussetzungen, die jeweilige militärisch-politische Situation, die Benutzung von gepflasterten Straßen oder Maultierwegen, die Reisemittel, die auch vom (privaten oder offiziellen Charakter der Reise abhängig waren und die Art der Reise (einzeln bzw. in mehr oder weniger kleinen oder großen Gruppen. Die auf sechs Gruppen verteilten Reisen weisen sämtlich ein breites Spektrum von Zeiten auf, weshalb die Berechnung von Mittelwerten äußerst problematisch ist. Weniger gilt dies für Reisen einer und derselben Gruppe. Mit Hilfe solcher Erfahrungswerte konnte der Regierungsapparat, aber auch das einfache Volk Unternehmungen, Umzüge und Reisen mit ziemlicher Genauigkeit vorplanen und erfolgreich durchführen bzw. durchführen lassen. Im allgemeinen können folgende Schlüsse gezogen werden: Bei Privatreisen -dazu gehörten auch die Pilgerreisen- und Truppenbewegungen wurde allgemein sehr langsam und geruhsam gereist, außer wenn es bestimmte Gründe für das Gegenteil gab. Eine 15 km-Tagesleistung galt noch in der Zeit Justinians als normal für das Heer (";;;iter iustum";;;. Vergleichbare Leistungen werden bei Verbannungen berühmter Sträflinge (wie z. B. des Theodoros Studites festgestellt. Unter den dienstlich Reisenden reisten Gesandte, insbesondere die sog. ";;;Großgesandten";;;, die von einer zahlreichen Dienerschaft begleitet wurden, am langsamsten. Weniger wichtige und deshalb zahlenmäßig kleinere Delegationen und Delegationen, die zeitbefristete Aufträge durchführten, erreichten zeitweise Leistungen, die der ";;;Tagesleistung eines r

Untersuchungen zur Entwicklung von Satellitengalaxien

Science.gov (United States)

Seidel, Björn

2002-01-01

Apogalaktikum statt. (4) Die Geschwindigkeitsdispersionen der Komponenten im Kern sind im PG entlang der Sichtlinie kurzzeitig stark erhöht, sie fallen ebenso wie die Dichten und deren Verhältnis mit jedem PG stufenförmig ab; einiges davon sind nur Projektionseffekte. (5) Der radiale Verlauf der Geschwindigkeitsdispersion ist vom Bahnort abhängig er wurde genau untersucht. (6) Der Satellit zerfällt über einen Kreislauf aus Massenverlust, flacher werdendem Potential und kleiner werdendem Gezeitenradius. Equilibrium models of one- and two-component satellite galaxies are created. The tidal influence of the Milky Way, which is modeled as a rigid external potential, is examined. A first set of simulations adopting originally spherically-symmetric, one-component satellites show that after elliptical deformation, a bar and tails of unequal length arise which change their morphology cyclically. By considering comparative simulations, the following phenomena are discovered: (1) High-density regions in the tails, (2) low-density zones around the core or bar, (3) an often concealed bar. The overall morphology as function of time is analysed. The particles are lost from the core via the bar and move along certain morphologically characteristic structures into the tails. After deducing general quantities of the multi-component King model, three stable standard models of two-component satellite galaxies with different distributions of dark and visible matter are found. These models have a mass ratio of 1:10 for baryonic to dark matter. Without restriction to the universality of the results, the Large Magellanic Cloud was taken as basic prototype for these models. To choose the proper orbits, the tidal radius of the three-component model of the potential of the Galaxy is calculated both analytically and numerically. Then the simulations are analysed with the different behaviour of the components being the main focus of interest. Main results: (1) It is possible to detach a large

On the road for 2020. Can solar energy cool and freeze in a sustainable way?; Op weg naar 2020. Kan zonne-energie duurzaam koelen en vriezen?

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Ezzahiria, S.M.; Infante Ferreira, C.A. [Afdeling Proces en Energie, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands); Krieg, J. [Unilver Food Health Research Institute, Vlaardingen (Netherlands); Van Gerwen, R. [Unilever Engineering Excellence Team, Vlaardingen (Netherlands)

2009-04-15

, beoordeeld op de reductie van het energiegebruik, is het elektrisch aangedreven dampcompressiesysteem. Het hybride systeem leidt, afhankelijk van de locatie, tot besparingen van respectievelijk 8 en 16%. De uitsluitend elektrisch aangedreven dampcompressiesystemen leiden tot een kleinere besparing, van respectievelijk 4 en 10%, en gebruiken in alle gevallen meer primaire energie. De terugverdientijd van de investering in vacuum zonnecollectoren en fotovoltaische collectoren is helaas extreem lang. Voor de meeste fabrieken geldt dat elektrisch aangedreven dampcompressiesystemen zijn toegepast of worden overwogen. Een toename van het aandeel aan duurzame energie zal pas plaatsvinden indien de terugverdientijd van zonondersteunende installaties zal zijn teruggebracht tot waarden die voor de industrie acceptabel zijn, en dat is meestal minder dan 5 jaar.

Researchers Use NRAO Telescope to Study Formation Of Chemical Precursors to Life

Science.gov (United States)

2006-08-01

discovered acetamide (CH3CONH2), which can be formed when a previously-discovered neutral molecule called formamide (HCONH2) combines with radicals such as CH2 and CH3, also previously discovered. Acetamide is particularly interesting because it contains a peptide bond which is the means for linking amino acids together to form proteins. Once interstellar molecules are ejected from dust grains into the gas phase, presumably by shock waves, they are free to rotate end-over-end. As gas molecules change their rotational modes, they can emit or absorb radiation at precise radio frequencies, called transitions, that are unique to each type of molecule. By detecting several rotational transitions, astronomers can unambiguously identify a specific interstellar molecule. "It is important to note that likely interstellar molecule candidates are first studied in gas-phase laboratory experiments so that transition frequencies are known in advance of an interstellar experiment," said Frank Lovas of the National Institute of Standards and Technology. Along the line of sight from the interstellar cloud to the telescope, thousands of billions of molecules undergo the exact same transition, producing a signal strong enough to be detected by sensitive equipment. For this type of work, the GBT is the world's most sensitive tool that can be accurately pointed and track astronomical objects. In addition to Hollis, Jewell, Remijan, and Lovas, the research team included Lewis Snyder of the University of Illinois; Harald Mollendal of the University of Oslo, Norway; Vadim Ilyushin of the Institute of Radio Astronomy of the National Academy of Sciences of the Ukraine; and Isabell Kleiner of the Universite Paris, France. The astronomers' reports on their results appeared in 8 separate editions of the Astrophysical Journal. The National Radio Astronomy Observatory is a facility of the National Science Foundation, operated under cooperative agreement by Associated Universities, Inc.

Editorial: Focus on Atom Optics and its Applications

Science.gov (United States)

Schmidt-Kaler, F.; Pfau, T.; Schmelcher, P.; Schleich, W.

2010-06-01

Frequency stability of optical lattice clocks Jérôme Lodewyck, Philip G Westergaard, Arnaud Lecallier, Luca Lorini and Pierre Lemonde Ultracold quantum gases in triangular optical lattices C Becker, P Soltan-Panahi, J Kronjäger, S Dörscher, K Bongs and K Sengstock Cold atoms near superconductors: atomic spin coherence beyond the Johnson noise limit B Kasch, H Hattermann, D Cano, T E Judd, S Scheel, C Zimmermann, R Kleiner, D Koelle and J Fortágh Focusing a deterministic single-ion beam Wolfgang Schnitzler, Georg Jacob, Robert Fickler, Ferdinand Schmidt-Kaler and Kilian Singer Tuning the structural and dynamical properties of a dipolar Bose-Einstein condensate: ripples and instability islands M Asad-uz-Zaman and D Blume Double-resonance lineshapes in a cell with wall coating and buffer gas Svenja Knappe and Hugh G Robinson Transport and interaction blockade of cold bosonic atoms in a triple-well potential P Schlagheck, F Malet, J C Cremon and S M Reimann Fabrication of a planar micro Penning trap and numerical investigations of versatile ion positioning protocols M Hellwig, A Bautista-Salvador, K Singer, G Werth and F Schmidt-Kaler Laser cooling of a magnetically guided ultracold atom beam A Aghajani-Talesh, M Falkenau, V V Volchkov, L E Trafford, T Pfau and A Griesmaier Creation efficiency of nitrogen-vacancy centres in diamond S Pezzagna, B Naydenov, F Jelezko, J Wrachtrup and J Meijer Top-down pathways to devices with few and single atoms placed to high precision Jessica A Van Donkelaar, Andrew D Greentree, Andrew D C Alves, Lenneke M Jong, Lloyd C L Hollenberg and David N Jamieson Enhanced electric field sensitivity of rf-dressed Rydberg dark states M G Bason, M Tanasittikosol, A Sargsyan, A K Mohapatra, D Sarkisyan, R M Potvliege and C S Adams

Large-scale hydrological modelling in the semi-arid north-east of Brazil

Science.gov (United States)

Güntner, Andreas

2002-07-01

Modulen, die nicht auf der Basis natürlicher Raumeinheiten arbeiten. Im Rahmen eines neuen skalenübergreifenden, hierarchischen Ansatzes werden in Wasa die genannten Zieleinheiten in kleinere räumliche Modellierungseinheiten unterteilt. Die ausgewiesenen Landschaftseinheiten erfassen insbesondere die strukturierte Variabilität von Gelände-, Boden- und Vegetationseigenschaften entlang von Toposequenzen in ihrem Einfluss auf Bodenfeuchte und Abflussbildung. Laterale hydrologische Prozesse auf kleiner Skala, wie die für semiaride Bedingungen bedeutsame Wiederversickerung von Oberflächenabfluss, können somit auch in der erforderlichen großskaligen Modellanwendung vereinfacht wiedergegeben werden. In Abhängigkeit von der Auflösung der verfügbaren Daten wird in Wasa die kleinskalige Variabilität nicht räumlich explizit sondern über die Verteilung von Flächenanteilen subskaliger Einheiten und über statistische Übergangshäufigkeiten für laterale Flüsse zwischen den Einheiten berücksichtigt. Weitere Modellkomponenten von Wasa, die spezifische Bedingungen semiarider Gebiete berücksichtigen, sind: (1) Ein Zwei-Schichten-Modell zur Bestimmung der Evapotranspiration berücksichtigt auch den Energieumsatz an der Bodenoberfläche (inklusive Bodenverdunstung), der in Anbetracht der meist lichten Vegetationsbedeckung von Bedeutung ist. Die Vegetationsparameter werden zudem flächen- und zeitdifferenziert in Abhängigkeit vom Auftreten der Regenzeit modifiziert. (2) Das Infiltrationsmodul bildet insbesondere Oberflächenabfluss durch Infiltrationsüberschuss als dominierender Abflusskomponente ab. (3) Zur aggregierten Beschreibung der Wasserbilanz von im Modell nicht einzeln erfassbaren Stauseen wird ein Speichermodell unter Berücksichtigung verschiedener Größenklassen und ihrer Interaktion über das Gewässernetz eingesetzt. (4) Ein Modell zur Bestimmung der Entnahme durch Wassernutzung in verschiedenen Sektoren ist an Wasa gekoppelt. (5) Ein Kaskadenmodell zur

Scatterometry

Science.gov (United States)

Stoffelen, Adrianus Cornelis Maria

1996-10-01

" optimaal is zal het gecombineerde effect van meetonnauwkeurigheid en inversiefout kleiner zijn dan 0.5 m s -1 in de wind vector. CMOD4 blijkt binnen deze fout bij de metingen te passen. Een tweede eis is, dat voor een onafhankelijke gegevensset, het verschil tussen de geïnverteerde scatterometer wind en de bijpassende wind van bijvoorbeeld een weermodel zo klein mogelijk is. In de praktijk blijkt dat deze tweede eis impliciet volgt uit de eerste, maar ook dat de onnauwkeurigheid van de scatterometer wind met name wordt bepaald door de associatie van een locatie op de hoorn met een wind vector. De onnauwkeurigheid in de scatterometer wind kan dan ook goed beschreven worden in het wind domein.?SAMENVATTING x In hoofdstuk V wordt dit laatste verder uitgewerkt, en wordt gestreefd naar een gedetailleerde wind calibratie met behulp van in situ gegevens. Windgegevens bevatten doorgaans een relatief grote onnauwkeurigheid. Het wordt aangetoond dat ijking of regressie van zulke gegevens niet mogelijk is in een vergelijking van twee meetsystemen, tenzij de nauwkeurigheid van één van de twee meetsystemen bekend is. In de praktijk is dit meestal niet zo. Voor deze gevallen wordt een methode voorgesteld die uitgaat van de simultane vergelijking van drie meetsystemen. In dit geval kan zowel de ijking als een foutenmodel voor de drie meetsystemen worden opgelost. Toepassing van de methode laat zien dat de scatterometer wind afgeleid met behulp van CMOD4 ruwweg 5 % te laag is, en de oppervlaktewind van het gebruikte weermodel ongeveer 5 % te hoog. Het hoornvormige oppervlak blijkt te bestaan uit twee nauw samenvallende laagjes. Wanneer de wind een component heeft in de kijkrichting van de middelste microgolfbundel wordt de ene hoorn beschreven, en wanneer de wind een component heeft tegengesteld hieraan, de andere. Uit een trits metingen (met ruis) kan dus in het algemeen niet een unieke windvector worden bepaald. Twee ongeveer tegengestelde oplossingen resulteren. Deze

Dum lucet - bibamus sodales. Ob und wie wir Archäologen die Alten verstehen

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Iva Mikl Curk

2004-12-01

Luxusgeschirr, und sie sind vorzüglich gearbeitet. Aus Slowenien, aus Dolenjsko, der Region südöstlich von Emona - Ljubljana, wo die noch lebendige Tradition der reichen Eisenzeit angenommen werden dürfte, sowie aus Poetovio- Ptuj stammen die Becher. Von diesen dürften der Götter-Becher von Črnelo (jetzt im Nationalmuseum in Ljubljana und der gravierte Becher mit dem griechischen Trinkspruch von Novo mesto- Bršljin (jetzt im Kunsthistorischen Museum in Wien in keinem Handbuch über römisches Glas fehlen. Diese beiden sind als dem Kultus fest verbunden zu betrachten, obwohl jedenfalls vorerst dem individuellen Kultus der libatio, zusammen mit der Magie am Tische, welche den Genuss von Getränken begleitet, besonders den Genuss von Wein mit einem Wunsch nach Wohlbefinden, mit einem Trinkspruch also. Bis dahin ist es nur ein kleiner Schritt zum Totenkult. Die Efeu-Ranke des Kantharos von Poetovio - Ptuj kann so mit den beiden erwähnten Dimensionen dieser Vorstellung gut in Verbindung stehen. Dagegen wird hier die Meinung vertreten, die Gravur der Flasche von Ptuj deute mehr darauf hin, dass sie ursprünglich als eine Art von Widmung an die Götter von Alexandrien gedacht gewesen sei und zugleich zu einem Souvenir aus dem Land am Nil geworden sei, da es jedenfalls ursprünglich eine spezielle landeseigene Flüssigkeit, ein möglicherweise wohlriechendes Öl oder eine Pomade, enthalten hat. Wein z.B. wäre dazu nicht eigenartig genug gewesen. Beim Darstellen der Keramikware wird vorerst der schon alten Feststellung, dass an Sigillata immer wieder Motive vorkommen, die dem Weingenuss angepasst sind, beigestimmt. Zu bestimmten Phasen einiger Werkstätten gehören ferner über das Bildfeld verteilte Glückwunsch-Inschriften, aber auch die jedenfalls nicht mehr verstandenen Motive, die von den ursprünglich als eine Art Souvenir gedachten Zirkusbechern stammen. All das dürfte den Gebrauch hier zu Lande weniger beeinträchtigen. Die Inschrift und das Dekor des ACO