Ongelijk leven, ongelijk sterven

NARCIS (Netherlands)

S.G. van der Lecq (Fieke)

2001-01-01

textabstractOverlappende generaties-modellen zijn een prachtig instrument voor economen, omdat ze via inzichtelijke mechanismen interessante uitkomsten opleveren. In deze modellen worden meerdere generaties gemodelleerd, die elk een voorraad geld of goederen bij geboorte meekrijgen, deze

Panel-touch behavior of horses established by an autoshaping procedure.

Science.gov (United States)

Miyashita, Y; Nakajima, S; Imada, H

1999-12-01

Panel-touch behavior of 3 geldings was successfully established by a response-termination type of autoshaping procedure. An omission or negative contingency introduced after the training of an animal, however, decreased the response rate to a near-zero level.

Wonen in Meccano

NARCIS (Netherlands)

Lichtenberg, J.J.N.

2006-01-01

De cataloguswoning wint langzaam aan populariteit. Aanstaande huizenbezitters raken steeds meer gecharmeerd van de voordelen van deze woningen. Meer betrouwbaarheid, zekerheid, comfort en ruimte, met minder frustratie, afval, tijd en geld. Zelfs Ikea brengt bouwpakketen voor complete huizen op de

Kies voor eenvoud! ; PSO Matrix is hulpmiddel bij keuzes in veranderingsprojecten

NARCIS (Netherlands)

Dick Markvoort

2009-01-01

In elke organisatie zijn er krachten en invloeden werkzaam, waardoor de organisatie neigt naar aannemen van grote en complexe projecten. Door bewust te kiezen voor eenvoud is veel geld te besparen. Do as much nothing as possible, stelt Dick Markvoort.

Virtual Tourism Destination Image: Glocal identities constructed, perceived and experienced

NARCIS (Netherlands)

R. Govers (Robert)

2005-01-01

textabstractHet opdoemend netwerk van mondiale hubs en stromen van geld, media, technologie en migratie, hebben geleid tot een algemene bewustwording rond oplopende spanningen tussen mondiale en locale identiteiten en imago’s. Dubai, het onderzoeksdecor van dit proefschrift, is een goed voorbeeld.

Evaluation of methodological aspects of digestibility measurements in ponies fed different haylage to concentrate ratios

NARCIS (Netherlands)

Schaafstra, F J W C; van Doorn, D A; Schonewille, J T; van Riet, M M J; Hendriks, W H

2017-01-01

Methodological aspects of digestibility measurements were studied in four Welsh pony geldings consuming haylage-based diets with increasing proportions of a pelleted concentrate according to a 4×4 Latin square design experiment. Ponies were fed four experimental, iso-energetic (net energy (NE)

Ondernemerschap voor architecten

NARCIS (Netherlands)

Van Doorn, A.J.

2011-01-01

Voor sommigen is ondernemen een ambitie op zich of een manier om autonoom te kunnen opereren. Anderen zien ondernemen als een alternatieve manier om geld te verdienen. Bij vrije beroepen zoals huisartsen, advocaten en artiesten is het ondernemerschap meestal een noodzakelijk kwaad. Architecten

Use of a laparoscopic specimen retrieval pouch to facilitate removal of intact or fragmented cystic calculi from standing sedated horses: 8 cases (2012-2015).

Science.gov (United States)

Katzman, Scott A; Vaughan, Betsy; Nieto, Jorge E; Galuppo, Larry D

2016-08-01

OBJECTIVE To evaluate the use of a laparoscopic specimen retrieval pouch for removal of intact or fragmented cystic calculi from standing horses. DESIGN Retrospective case series. ANIMALS 8 horses (5 geldings and 3 mares) with cystic calculi. PROCEDURES Physical examination and cystoscopic, ultrasonographic, and hematologic evaluations of urinary tract function were performed for each horse. A diagnosis of cystic calculus was made on the basis of results of cystoscopy and ultrasonography. Concurrent urolithiasis or other urinary tract abnormalities identified during preoperative evaluation were recorded. Horses were sedated and placed in standing stocks, and the perineum was aseptically prepared. Direct access to the urinary bladder was gained in geldings via perineal urethrotomy or in mares by a transurethral approach. Calculi were visualized endoscopically, manipulated into the retrieval pouch, and removed intact or fragmented (for larger calculi). RESULTS For 4 geldings and 1 mare, fragmentation was necessary to facilitate calculus removal. Mean duration of surgery was 125 minutes, and trauma to the urinary bladder and urethra was limited to areas of hyperemia and submucosal petechiation. No postoperative complications were encountered for any horse. When lithotripsy was required, the retrieval pouch provided an effective means of stabilizing calculi and containing the fragments for removal. CONCLUSIONS AND CLINICAL RELEVANCE Use of the laparoscopic specimen retrieval pouch was an effective, minimally traumatic method for retrieving cystic calculi from standing horses. The pouch protected the urinary bladder and urethra from trauma during calculus removal and allowed for stabilization, containment, and fragmentation of calculi when necessary.

Vooral inhoud e-HRM toolbox verhoogt HR-effectiviteit

NARCIS (Netherlands)

Ruel, Hubertus Johannes Maria; Bondarouk, Tatiana

2006-01-01

Aanbieders van web-based HRM-applicaties claimen dat invoering van hun oplossingen HRM-processen efficiënter maakt, dus geld bespaart, medewerkers en management meer tevreden maakt over HRM-diensten en de HRM-afdeling meer tijd geeft voor strategische activiteiten. Kortom, HRM zou effectiever

Oesterbank is wapen tegen zandhonger

NARCIS (Netherlands)

Ramaker, R.; Walles, B.

2015-01-01

De aanleg van kunstmatige oesterbanken helpt wellicht de natuur te ontzien en geld te besparen bij kustbescherming. Oesterbanken voorkomen dat achterliggende zandplaten afkalven door de golven. Ze beschermen niet alleen de plek die ze zelf bedekken, maar ook nog eens een achterliggend gebied. Dat

Evaluation of methodological aspects of digestibility measurements in ponies fed different haylage to concentrate ratios

NARCIS (Netherlands)

Schaafstra, F.J.W.C.; Doorn, van D.A.; Schonewille, J.T.; Riet, van M.M.J.; Visser, P.; Blok, M.C.; Hendriks, W.H.

2017-01-01

Methodological aspects of digestibility measurements were studied in four Welsh pony geldings consuming haylage-based diets with increasing proportions of a pelleted concentrate according to a 4×4 Latin square design experiment. Ponies were fed four experimental, iso-energetic (net energy (NE)

Postfaktisch

DEFF Research Database (Denmark)

Hendricks, Vincent Fella; Vestergaard, Mads

.« Mit Macht dringen populistische Aussagen, alternative Tatsachen und Fake News in die öffentliche Debatte ein. Desinformation hat sich so ausgeweitet, dass wir alle uns dazu verhalten müssen – Politiker, Journalisten und Bürger. Im Zeitalter der Information ist Aufmerksamkeit gleichzusetzen mit Geld...

IMHOTEP: ERP-software als kern van precisielandbouw

NARCIS (Netherlands)

Rip, F.I.

2010-01-01

De wereld om ons heen verandert. Om de complexe uitdagingen aan te gaan is samenwerking over grenzen heen noodzakelijk. We moeten de kracht van netwerken inzetten voor snelle en intelligente innovaties. Niet alleen met geld, maar vooral met aanwezige kennis en talenten. Samenwerking over grenzen van

Kaderrichtlijn water: strengere spuinormen staan voor de deur (interview met Ellen Beerling)

NARCIS (Netherlands)

Kierkels, T.; Beerling, E.A.M.

2012-01-01

Geen teler loost voor de lol. Spui kost geld aan water en meststoffen. Maar het gebeurt wel zeer regelmatig, om problemen op te lossen of voor de zekerheid. Gevolg: veel meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in de wateren rond kassengebieden. In 2027 moet dat afgelopen zijn, op grond van de

Teologíese opleiding in Suíd-Afríka: 'n Toekomsblik

African Journals Online (AJOL)

veranderinge in Suid-Afrika. Die eeuwisseling is natuurlik om goeie redes pregnant met verandering. Dit geld in 'n baie groot mate ook vir ons teologiese wêreld. Verskeie redes kan aangevoer word vir die noodsaaklikheid van verandering op teologiese gebied, veral van teologiese opleiding. Hervorming of ten minste.

Customer value models in the energy market : understanding the role of acquisition and retention effects

NARCIS (Netherlands)

Snoeck, Sietske Maria Johanna

2012-01-01

In de energiemarkt investeren bedrijven veel geld om klanten te trekken en te behouden. Daarom is het nuttig meer inzicht te krijgen in deze klantrelaties en de waarde hiervan. Sietske Lhoëst-Snoeck bestudeerde de waarde van klanten in de energiemarkt. Zo is een model ontwikkeld om de toekomstige

The effect of plate thickness, surface tension and fluid flow on detachment of drops from a plate

NARCIS (Netherlands)

Lexmond, A.S.; Geld, C.W.M. van der

2005-01-01

The pinch-off of drops from the downstream end of plates is an important re-entrainment mechanism of condensate in compact condensers. The present experimental study complements a previous one [A.S. Lexmond, C.W.M. van der Geld, The effect of fluid flow on detachment of drops from the downstream end

Protecting Financial Market Integrity: Roles and Responsibilities of Auditors

NARCIS (Netherlands)

P.A.M. Diekman (Peter)

2008-01-01

textabstractWaarom heeft u nog vertrouwen in een bank? En waarom vertrouwt u uw geld nog toe aan banken? Deze vragen staan centraal in de oratie ‘Protecting Financial Market Integrity. Roles and Responsibilities of Auditors' van prof.dr. Peter A.M. Diekman RA. Hij stelt dat zowel de intern als de

The Effect of Soil Manganese on Japanese Larch (Larix Leptolepis Sieb. and Zucc.) Seedlings in the Greenhouse

Science.gov (United States)

Callie Jo Schweitzer; William E. Sharpe; Pamela J. Edwards

1999-01-01

Preliminary analysis of 9 year old Japanese larch trees and soil subjected to appliitions of triple ambient annual nitrogen (N) and sulfur (S) deposftfon revealed elevated available soil and foliar manganese (Mn) levels and decreased growth compared to controls. A greenhouse study was conducted in which Japanese larch seedlings were grown in geld collected soil...

Evaluation of methodological aspects of digestibility meaurements in ponies fed different grass hays

NARCIS (Netherlands)

Schaafstra, F.J.W.C.; Doorn, van D.A.; Schonewille, J.T.; Wartena, F.C.; Zoon, van M.; Blok, M.C.; Hendriks, W.H.

2015-01-01

Methodological aspects of digestibility measurements of feedstuffs for equines were studied in four Welsh pony geldings consuming four grass-hay diets in a 4 × 4 Latin square design. Diets contained either a low (L), medium (M), high (H), or very high (VH) ADF content (264, 314, 375, or 396 g·kg-1

Calcified tumours of the paranasal sinuses in three horses.

Science.gov (United States)

Schaaf, K L; Kannegieter, N J; Lovell, D K

2007-11-01

Three horses, a 10-year-old Thoroughbred mare, a 9-year-old Thoroughbred gelding and a 6-year-old Arab gelding, with calcified tumours of the paranasal sinuses, are described. All horses presented with purulent nasal discharges and facial distortion. Exophthalmos, blepharospasm and ocular discharge were also a feature in individual horses. A presumptive diagnosis of a calcified tumour was made on the basis of clinical signs and radiographic and endoscopic findings. The tumours ranged from 15 to 25 cm in diameter. A large frontonasal bone flap was used to expose the tumours, which were cleaved into several pieces with an osteotome and removed. Histological examination of the masses identified cementomas in two cases and an osteoma in the third. Long term follow up from 18 months to 5 years after surgery indicated that there was no recurrence. This case series demonstrates that, although calcified tumours of the paranasal sinuses are rare in horses, they should be considered in the differential diagnosis of purulent nasal discharge, facial swelling and ocular distortion, and are amenable to surgical treatment.

The effect of sugar beet pulp on caecal pH in Norwegian cold-blooded trotter horses

DEFF Research Database (Denmark)

Brøkner, Christine; Austbø, D.; Næsset, J.A.

2010-01-01

It was hypothesised that whole barley would lower caecal pH more thatn whole barley fed in combination with Betfor®. Four geldings were fed two concentrate diets: 2.06 kg whole barley + 300 g DM Befor® (BB) and 2.06 kg whole barley (B). Timothy hay was fed as roughages in both diets. A pH electrode...

Die skool en die onderwyser as faktore in die geestesgesondheid van die kind*

Directory of Open Access Journals (Sweden)

B. C. Schutte

1961-03-01

Full Text Available Ons hou geestesgesondheidsweke, stig beroepsentrums, samel geld in om mense wat geestelik siek is te genees, klae oor die tekort aan psigiaters, kliniese sielkundiges, bedryfsielkundiges, voorligters, skoolpsigoloë,ens. ’n Karige kwarteeu gelede het ons aan al hierdie dinge slegs akademiese aandag gewy. In hierdie kursus wordverskeie tipes kinders bespreek en geleer hoe om hulle probleme te benader.

http://spilplus.journals.ac.za/

African Journals Online (AJOL)

R-ekspressies. 156. 5.5.3.2. Ana-fore en pronominale. 160. 3.5.3.3. Samevatting! die bindingsbeginsels en die nosie 'regerende kategorie'. 163. 5.5.4 ..... I prefer for John to go. 'n Infinitiewe klous word onder I gekenmerk as C-Tensel. Die partikel ^ geld in die GB-teorie as die C-Tense]-affiks en word dus aan die kenmerk ...

Die rol van die onderwys in die handhawing en uitbouing van ons volkskultuur

Directory of Open Access Journals (Sweden)

G.J. Jordaan

1970-03-01

Full Text Available Op die oog af lyk dit ’n baie maklike onderwerp, maar hoe meer 'n mens daaroor nadink hoe ingewikkelder en omvangryker word die implikasies wat verband hou. Dit is veral so omdat dit hier voor alles gaan om eerste fundamentele uitgangspunte, dit wil sê, om lewens- en wêreldbeskouing. Dit geld van albei komponente — van onderwys sowel as van kultuur.

Ongelijk leven, ongelijk sterven

OpenAIRE

Lecq, Fieke

2001-01-01

textabstractOverlappende generaties-modellen zijn een prachtig instrument voor economen, omdat ze via inzichtelijke mechanismen interessante uitkomsten opleveren. In deze modellen worden meerdere generaties gemodelleerd, die elk een voorraad geld of goederen bij geboorte meekrijgen, deze hoeveelheid tijdens hun leven veranderen door inkomen uit werk en uitgaven wegens consumptie en aan het eind van hun leven het restant nalaten aan de volgende generatie. Zolang mensen niet weten hoe oud ze pr...

Langfristig sichere elektronische Geldsysteme mit Observern

OpenAIRE

Schwarzpaul, Thomas

2009-01-01

In Anlehnung an herkömmliches Bargeld wurde 1988 von D. Chaum, A. Fiat und M. Naor ein erstes anonymes elektronisches Zahlungssystem, ein so genanntes elektronisches Geldsystem, entwickelt. Als digitales Äquivalent zu unserem gewöhnlichen Bargeld bietet elektronisches Geld Anonymität, Fälschungssicherheit und Verifizierbarkeit der Echtheit als wesentliche Sicherheitsmerkmale. Anonymität ist die auszeichnende Eigenschaft elektronischer Geldsysteme und ein Großteil der in der Literatur ...

09 Web Du Plooy 03.pmd

African Journals Online (AJOL)

Owner

16 Jul 2009 ... nuuts of 'n ou insig op 'n nuwe manier te vind in die bestanddele van 'n kunstenaars- bestaan. Dit geld ook ... In 1997 is 'n simposium onder die titel The Dual Muse: The Writer as Artist – The Artist as Writer (1999) in St. .... And when I say “lease”, I also hear “leash”, and we are back with the self-portrait of ...

Aplikasi Teori Fungsi Interpretasi Jorge J.E. Gracia Tentang Hadîth Kebiri

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Bahruddin Zamawi

2016-09-01

Full Text Available The paper highlights the contradiction of two hadîths on castration. The context of the issue has appeared within the contemporary Indonesia right after the Government stated the “additional punishment” for those who commit sexual harassment. The spirit of the punishment is to give a sort of “daunting effect” for the committers and “possible predators”. Such additional punishment has, however, invited various different responses from the Indonesian people. Some have rejected it, while some other have intensely called for its implementation. Regardless of this debate, article will shed light on the historical narration of Islamic view on castration in Muhammad’s life. The research finds that there are two hadîths which are regarded as contradictory. The first hadîth has narrated that Muhammad banned his companions to geld themselves. This happened when Muhammad and his companions went to battle field. Another hadîth has, however, reported that Muhammad allowed one of his companions to geld himself. These two seemingly conflicting hadîths need further care-ful explanations in order to reach the best and proper under-standing. In doing so, the author employs Gracia’s theory on the Function of Interpretation.

Vision for 2030; Visie 2030

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2008-02-15

This is the long term vision of the Dutch Transmission System Operator TenneT with respect to the 380kV and 220 kV parts of the national electricity distribution grid. In this vision 4 trend scenarios have been developed. The scenarios 'Green Revolution' and 'Sustainable transition' are based on a sustainable society whereas 'Money rules' and 'New strongholds' depict a society that mainly depends on fossil fuels. For 'Green revolution' and 'Money rules' a free global market is assumed and for 'Sustainable transition' and 'New strongholds' a regionally oriented market with protectionism is assumed. [mk]. [Dutch] Een langetermijnvisie van de Nederlandse Transmission System Operator TenneT op het 380 kV en 220kV deel van het landelijke elektriciteitstransportnet. Daarvoor zijn vier trendscenario's ontwikkeld. De scenario's Groene Revolutie en Duurzame Transitie gaan uit van een duurzame samenleving terwijl Geld Regeert en Nieuwe Burchten een samenleving hanteert die vooral afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Voor Groene Revolutie en Geld Regeert wordt een vrije mondiale markt verondersteld en voor Duurzame Transitie en Nieuwe Burchten een regionaal georienteerde markt waarbij sprake is van protectionisme.

INFLUENCE OF ENVIRONMENTAL FACTORS IN TREE COMPONENT OF FOREST FRAGMENTS IN SÃO FRANCISCO DE PAULA - RIO GRANDE DO SUL

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Daniele Guarienti Rorato

2015-12-01

Full Text Available This study aimed to characterize the influence of the soil and topography in the tree component of the fragments, in around the Divisa Reservoir, in the region of the Campos de Cima da Serra, Southern Brazil. The vegetation survey was conducted in four fragments, with each plot (10 x 20 m performed the identification and measurement of the circumference at breast height (CAP of subjects with CAP ≥ 30 cm. The vegetation data were subjected to cluster analysis. In addition, environmental variables were obtained as an average slope of plots and soil samples at 0-20 cm depth. The correlation between vegetation data and environmental data was performed by means of Canonical Correspondence Analysis. The soil physical characteristics showed no influence on the groups formed and species. In the geldings, the constant presence of cattle influenced negatively the structure of the understory, as well as the chemical characteristics of the soil. Aluminium and aluminum saturation have higher influenced on the predominant species of riparian vegetation as influenced copper and sulfur species present in geldings. Species such as Araucaria angustifolia, Eugenia uruguayensis, Blepharocalyx salicifolius, Calyptranthes concinna, Lithraea brasiliensis, Myrsine coriacea, Ocotea pulchella and Sebastiania commersoniana are adapted to riparian and can be used in the recovery and enrichment of these environments.

Atlanto-axial approach for cervical myelography in a Thoroughbred horse with complete fusion of the atlanto-occipital bones

Science.gov (United States)

Aleman, Monica; Dimock, Abigail N.; Wisner, Erik R.; Prutton, Jamie W.; Madigan, John E.

2014-01-01

A 2-year-old Thoroughbred gelding with clinical signs localized to the first 6 spinal cord segments (C1 to C6) had complete fusion of the atlanto-occipital bones which precluded performing a routine myelogram. An ultrasound-assisted myelogram at the intervertebral space between the atlas and axis was successfully done and identified a marked extradural compressive myelopathy at the level of the atlas and axis, and axis and third cervical vertebrae. PMID:25392550

The challenge of motivating top management: a need satisfaction perspective

Directory of Open Access Journals (Sweden)

C. A. Arnolds

2001-12-01

Full Text Available The effective participation of South African firms in the global economy depends on how competitively affordable and quality goods and services can be produced by the productive utilisation of materials, machines, money and human resources. Opsomming Die doekreffende deelname deur Suid-Afrikaanse firmas aan die wereldekonomie hang at van hoe mededingend kwaliteit en bekostigbare goedere en dienste gelewer kan word deur die produktiewe aanwending van grondstowwe, masjinerie, geld en arbeid.

Interfragmental fixation of rostral mandibular fracture with cerclage wire in a thoroughbred English horse

OpenAIRE

ÇETİNKAYA, Mehmet Alper; DEMİRUTKU, Alper

2014-01-01

The patient in this study was a 20-year-old thoroughbred gelding. After clinical and radiographical assessments, a bilateral rostral mandibular body fracture was determined. Fracture stabilization was achieved via a bilateral interfragmentary cerclage wire application. The horse started to use its jaw within 24 h of surgery. Postoperative radiographs were taken until month 6, at different periods, and fracture healing was evaluated. Fixation materials were left in place. Fracture healing occu...

Putative clinical piroplasmosis in a Burchell's zebra (Equus quagga burchelli).

Science.gov (United States)

Lampen, F; Bhoora, R; Collins, N E; Penzhorn, B L

2009-12-01

A 10-year-old tame zebra gelding was presented after suffering from lethargy, nervousness, reported anaemia and icterus as well as a decreased appetite. These symptoms were seen over some months, with changing severity. The animal was immobilised, treated, and blood specimens were submitted for haematology and biochemistry. This report describes molecular characterisation of Theileria equi recovered from this animal, as well as the clinical findings, treatment and historical relevance of piroplasmosis in zebra in southern Africa.

Lean-Prinzipien für verbesserte Kosteneffizienz: Instandhaltungseffizienz durch Lean Maintenance

OpenAIRE

Bandow, G.; Schmidt, A.

2008-01-01

Die Bedeutung der Instandhaltung nimmt weiter zu. In einem Lean Umfeld mit einer immer verschwendungsärmeren Produktion stehen nicht nur die Kosteneffizienz und Verfügbarkeit der Produktionsmittel im Fokus. Unplanmäßige Stillstände kosten Geld und gefährden häufig auch Personal und Produkt. Lean Maintenance vermeidet Verschwendung und optimiert so die Effektivität und Effizienz der Instandhaltung. Das zielgerichtete Zusammenspiel von Menschen, Prozessen und Technik garantiert dabei den Erfolg...

A validated UHPLC-MS/MS method to quantify low levels of anabolic-androgenic steroids naturally present in urine of untreated horses.

Science.gov (United States)

Decloedt, Anneleen; Bailly-Chouriberry, Ludovic; Vanden Bussche, Julie; Garcia, Patrice; Popot, Marie-Agnes; Bonnaire, Yves; Vanhaecke, Lynn

2015-06-01

Doping control is a main priority for regulatory bodies of both the horse racing industry and the equestrian sports. Urine and blood samples are screened for the presence of hundreds of forbidden substances including anabolic-androgenic steroids (AASs). Based on the suspected endogenous origin of some AASs, with β-boldenone as the most illicit candidate, this study aimed to improve the knowledge of the naturally present AAS in horse urine. To this extent, a novel ultra high-performance liquid chromatography-tandem mass spectrometry (UHPLC-MS/MS) method was developed and validated according to the Association of Official Racing Chemists (AORC) and European Commission (EC) guidelines, proving the power of this new method. Low limits of detection (0.2 ng/mL), good reproducibility (percentage of standard deviation (%RSD)  0.99 and lack-of-fit analysis) were obtained for all included AASs. With this method, urine samples of 105 guaranteed untreated horses (47 geldings, 53 mares, and 5 stallions serving as a control) were screened for β-boldenone and five related natural steroids: androstadienedione (ADD), androstenedione (AED), alpha-testosterone (αT), beta-testosterone (βT), and progesterone (P). Progesterone, β-testosterone, and α-testosterone were detected in more than half of the horses at low concentrations (anabolic-androgenic steroids naturally present in urine of untreated horses (mares and geldings).

Putative clinical piroplasmosis in a Burchell's zebra (Equus quagga burchelli : clinical communication

Directory of Open Access Journals (Sweden)

F. Lampen

2009-05-01

Full Text Available A 10-year-old tame zebra gelding was presented after suffering from lethargy, nervousness, reported anaemia and icterus as well as a decreased appetite. These symptoms were seen over some months, with changing severity. The animal was immobilised, treated, and blood specimens were submitted for haematology and biochemistry. This report describes molecular characterisation of Theileria equi recovered from this animal, as well as the clinical findings, treatment and historical relevance of piroplasmosis in zebra in southern Africa.

Cogeneration in the black book; Warmtekracht in verdomhoekje

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Molenaar, T.

2008-07-01

The Dutch Ministry of Economic Affairs wants to stop grants for existing CHP plants and only subsidize new initiatives. The VEMW Association for Energy, Environment and Water is afraid that investors will shy away from investing in new CHP plants. [mk]. [Dutch] Het ministerie van Economische Zaken (EZ) wil de subsidie voor bestaande warmtekrachtcentrales stopzetten en alleen nog nieuwe initiatieven subsidieren. De Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) vreest dat daardoor veel investeerders kopschuw worden gemaakt om geld te steken in nieuwe WKK-centrales.

Verantwoording en kosteneffectiviet van therapeutic drug monitoring (1) : Betere behandeling voor minder geld

NARCIS (Netherlands)

Touw, D.J.; Neef, C.; Vinks, A.A.

2003-01-01

There are a number of effective but highly toxic drugs that exhibit a narrow therapeutic index and marked intersubject pharmacokinetic variability. Optimal therapy with such drugs requires therapeutic drug monitoring (TDM) in order to safely obtain the desired clinical effects. A systematic review

Prevalence and persistence of Taylorella asinigenitalis in male donkeys.

Science.gov (United States)

Donahue, James M; Timoney, Peter J; Carleton, Carla L; Marteniuk, Judy V; Sells, Stephen F; Meade, Barry J

2012-12-07

This study was undertaken to investigate the prevalence of Taylorella asinigenitalis in a subset of the donkey population of Michigan and in other equids on farms on which the organism was identified. Other aims were to further characterize the carrier state in terms of persistence and preferred sites of colonization of T. asinigenitalis in the male donkey as well as determine the genotype of any isolates of the organism. Initial testing of 43 donkeys and 1 mule turned up 4 (9.3%) donkeys culture positive for T. asinigenitalis. The 4 culture-positive donkeys resided on 2 farms accommodating a collective total of 89 equids, of which 23 (25.8%) were confirmed positive for T. asinigenitalis. The positive equid population on the 2 farms comprised 14 (67%) of 21 gelded donkeys, 8 (36.4%) of 22 intact male donkeys, and 1 (25%) of 4 gelded horses. T. asinigenitalis was not isolated from 27 female donkeys, 11 female horses, 2 female mules, 1 male horse, or 1 male mule resident on these premises. Isolations of the bacterium were obtained from a number of male donkeys whenever they were sampled over a span of 33 months; preferential sites of isolation were the urethral fossa (fossa glandis), dorsal diverticulum of the urethral sinus, and terminal urethra. Isolates of T. asinigenitalis from the 23 culture-positive equids comprised 2 genotypes, one identical to the type strain isolated in California in 1997, and the other identical to 2 strains isolated from donkey jacks in Kentucky in 1998. Copyright © 2012 Elsevier B.V. All rights reserved.

Differences in the electrocardiographic QT interval of various breeds of athletic horses during rest and exercise

DEFF Research Database (Denmark)

Pedersen, Philip Juul; Karlsson, Madeleine; Madsen, Mette Flethøj

2016-01-01

is influenced to some extent by heart rate, age, body weight (BW), sex, autonomic tone, and environment. In horses, there is substantial inter-breed variation in size and training, and the aims of this study were therefore to determine the best model describing the QT to RR relationship in breeds of various...... athletic horses and to test for differences in the QT interval. ANIMALS: Ten Icelandic horses, 10 Arabian horses, 10 Thoroughbreds, 10 Standardbreds, six Coldblood trotters, 10 Warmbloods (dressage) and 10 Warmbloods (show jumping). All horses were geldings. METHODS: QT intervals were measured from resting...

Comminuted fracture of the accessory carpal bone removed via an arthroscopic-assisted arthrotomy

Science.gov (United States)

Bonilla, Alvaro G.; Santschi, Elizabeth M.

2015-01-01

A 16-year-old American paint horse gelding was presented for evaluation of a left forelimb lameness grade III/V. Radiographs and computed tomography revealed a comminuted fracture of the accessory carpal bone involving the entire articulation with the distal radius and the proximal aspect of the articulation with the ulnar carpal bone. Multiple fragments were present in the palmar pouch of the antebrachiocarpal joint. An arthroscopic-assisted open approach was necessary to remove all fractured fragments. Subsequently the horse was re-admitted for lameness and was treated successfully with antibiotics and long-term supportive bandaging. PMID:25694665

Comminuted fracture of the accessory carpal bone removed via an arthroscopic-assisted arthrotomy.

Science.gov (United States)

Bonilla, Alvaro G; Santschi, Elizabeth M

2015-02-01

A 16-year-old American paint horse gelding was presented for evaluation of a left forelimb lameness grade III/V. Radiographs and computed tomography revealed a comminuted fracture of the accessory carpal bone involving the entire articulation with the distal radius and the proximal aspect of the articulation with the ulnar carpal bone. Multiple fragments were present in the palmar pouch of the antebrachiocarpal joint. An arthroscopic-assisted open approach was necessary to remove all fractured fragments. Subsequently the horse was re-admitted for lameness and was treated successfully with antibiotics and long-term supportive bandaging.

The clinical presentation and surgical treatment of verrucous dermatitis lesions in a draught horse.

Science.gov (United States)

Poore, Luke A B; Else, Rod W; Licka, Theresia L

2012-02-01

Verrucous pastern dermatitis is a progressive inflammatory skin disease commonly involving the palmar or plantar aspects of the pasterns of horses. There are no reports of successful surgical treatment for multifocal circumscribed verrucous masses in the chronic stages of verrucous pastern dermatitis. A combination of sharp dissection and electrocautery was used to resect numerous multifocal circumscribed verrucous masses from the distal hindlimb of an 11-year-old gelding draught horse. There was no evidence of significant regrowth or complications at a 24 month postoperative examination. © 2011 The Authors. Veterinary Dermatology. © 2011 ESVD and ACVD.

Enhanced Laser Cooling of Rare-Earth-Ion-Doped Composite Material

International Nuclear Information System (INIS)

You-Hua, Jia; Biao, Zhong; Xian-Ming, Ji; Jian-Ping, Yin

2008-01-01

We predict enhanced laser cooling performance of rare-earth-ions-doped glasses containing nanometre-sized ul-traBne particles, which can be achieved by the enhancement of local Geld around rare earth ions, owing to the surface plasma resonance of small metallic particles. The influence of energy transfer between ions and the particle is theoretically discussed. Depending on the particle size and the ion emission quantum efficiency, the enhancement of the absorption is predicted. It is concluded that the absorption are greatly enhanced in these composite materials, the cooling power is increased as compared to the bulk material

Developing the strategic plan for pollution prevention in defense programs

International Nuclear Information System (INIS)

Marchetti, John A.; Betschart, James F.; Suffern, J. Samuel

1992-01-01

In order to provide effective leadership and to ensure a consistent pollution prevention effort in all of its production facilities and laboratories, Defense Programs (DP) Headquarters, in close cooperation with the Field, has developed a strategic plan for its Pollution Prevention Program. The strategic plan is built upon the history of waste minimization, waste reduction, and pollution prevention activity to date, and articulates both long- and short-term strategies to ensure program initiation, growth, and stability. The organization of the program, including Headquarters staffing and linkages to the Geld, is described. Life-cycle analysis of program barriers and bottlenecks, along with associated initiatives and action plans are discussed. (author)

Osteoma of paranasal sinuses of a horse

International Nuclear Information System (INIS)

Schumacher, J.; Smith, B.L.; Morgan, S.J.

1988-01-01

A 2-year-old Quarter Horse gelding was examined for torticollis, facial protuberances over the frontal and maxillary sinuses, and persistent nasal discharge unresponsive to antibiotics. Radiograph revealed an osseous mass in the right paranasal sinuses. Histologic examination of the biopsied mass led to a diagnosis of osteoma. The mass was removed surgically in sections from the right frontal and maxillary sinuses through separate bone flaps, and sinuses were irrigated with saline solution for 8 days after surgery. Two weeks after surgery, radiography revealed small osseous opacities in the right paranasal sinuses. These opacities remained unchanged in radiographs obtained up to 23 months after surgery

Effect of age on bone mineral density and micro architecture in the radius and tibia of horses: An Xtreme computed tomographic study

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Schmidlin A

2008-01-01

Full Text Available Abstract Background The effect of age on the bone mineral density and microarchitecture of the equine radius and tibia was investigated. Fifty-six bones from 15 horses aged four to 21 years were used. There were nine geldings and six mares, and none of the horses had any disease influencing bone properties. Xtreme computed tomography was used to evaluate a 9-mm segment of the diaphysis and metaphysis of each bone. The following variables were determined: length of the bone, circumference and diameter in the frontal and sagittal planes in the middle of the bone. Diaphysis: total volume, bone volume, bone volume ratio, slice area, bone area, marrow area, cortical and marrow thickness, bone mineral density, polar moment of inertia of the cortex. Metaphysis: total area, bone area, cortical bone area, cortical thickness, bone mineral density, bone mineral density in the cortex, bone mineral density in the trabecular region, trabecular number, trabecular thickness, trabecular separation, polar moment of inertia of the metaphysis, polar moment of inertia of the cortex of the metaphysis. Results Bone density and microarchitecture were not affected by breed or gender. However, the microarchitecture varied with the age of the horse; the number of trabeculae decreased significantly and the distance between trabeculae increased significantly with increasing age. There were no significant differences between bones of the left and right limbs or between the radius and tibia. Conclusion The variables investigated did not differ between geldings and mares. However, there were age-related changes in the microstructure of the bones. Further experimental studies are necessary to determine whether these changes reduce bone strength. Age-related changes in the bones were seen and may explain the higher incidence of fractures and fissures in older horses.

Effect of age on bone mineral density and micro architecture in the radius and tibia of horses: An Xtreme computed tomographic study

Science.gov (United States)

Fürst, A; Meier, D; Michel, S; Schmidlin, A; Held, L; Laib, A

2008-01-01

Background The effect of age on the bone mineral density and microarchitecture of the equine radius and tibia was investigated. Fifty-six bones from 15 horses aged four to 21 years were used. There were nine geldings and six mares, and none of the horses had any disease influencing bone properties. Xtreme computed tomography was used to evaluate a 9-mm segment of the diaphysis and metaphysis of each bone. The following variables were determined: length of the bone, circumference and diameter in the frontal and sagittal planes in the middle of the bone. Diaphysis: total volume, bone volume, bone volume ratio, slice area, bone area, marrow area, cortical and marrow thickness, bone mineral density, polar moment of inertia of the cortex. Metaphysis: total area, bone area, cortical bone area, cortical thickness, bone mineral density, bone mineral density in the cortex, bone mineral density in the trabecular region, trabecular number, trabecular thickness, trabecular separation, polar moment of inertia of the metaphysis, polar moment of inertia of the cortex of the metaphysis. Results Bone density and microarchitecture were not affected by breed or gender. However, the microarchitecture varied with the age of the horse; the number of trabeculae decreased significantly and the distance between trabeculae increased significantly with increasing age. There were no significant differences between bones of the left and right limbs or between the radius and tibia. Conclusion The variables investigated did not differ between geldings and mares. However, there were age-related changes in the microstructure of the bones. Further experimental studies are necessary to determine whether these changes reduce bone strength. Age-related changes in the bones were seen and may explain the higher incidence of fractures and fissures in older horses. PMID:18221526

Effect of age on bone mineral density and micro architecture in the radius and tibia of horses: an Xtreme computed tomographic study.

Science.gov (United States)

Fürst, A; Meier, D; Michel, S; Schmidlin, A; Held, L; Laib, A

2008-01-25

The effect of age on the bone mineral density and microarchitecture of the equine radius and tibia was investigated. Fifty-six bones from 15 horses aged four to 21 years were used. There were nine geldings and six mares, and none of the horses had any disease influencing bone properties. Xtreme computed tomography was used to evaluate a 9-mm segment of the diaphysis and metaphysis of each bone. The following variables were determined: length of the bone, circumference and diameter in the frontal and sagittal planes in the middle of the bone.Diaphysis: total volume, bone volume, bone volume ratio, slice area, bone area, marrow area, cortical and marrow thickness, bone mineral density, polar moment of inertia of the cortex.Metaphysis: total area, bone area, cortical bone area, cortical thickness, bone mineral density, bone mineral density in the cortex, bone mineral density in the trabecular region, trabecular number, trabecular thickness, trabecular separation, polar moment of inertia of the metaphysis, polar moment of inertia of the cortex of the metaphysis. Bone density and microarchitecture were not affected by breed or gender. However, the microarchitecture varied with the age of the horse; the number of trabeculae decreased significantly and the distance between trabeculae increased significantly with increasing age. There were no significant differences between bones of the left and right limbs or between the radius and tibia. The variables investigated did not differ between geldings and mares. However, there were age-related changes in the microstructure of the bones. Further experimental studies are necessary to determine whether these changes reduce bone strength. Age-related changes in the bones were seen and may explain the higher incidence of fractures and fissures in older horses.

Doença vestibular periférica decorrente de osteoartropatia temporoioídea em um eqüino Peripheral vestibular disease associated with temporohyoid osteoarthropathy in a horse

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Alexandre Secorun Borges

2003-06-01

Full Text Available Um eqüino com 22 anos de idade apresentou síndrome vestibular periférica associada à paralisia de nervo facial esquerdo devido à osteoartropatia temporoioídea. O exame endoscópico das bolsas guturais mostrou alteração de contorno da bula timpânica esquerda e aumento de volume da extremidade proximal do osso estiloióide do mesmo lado.A 22-year-old gelding showed vestibular syndrome associated with left facial nerve paralysis due to temporohyoid osteoarthropathy and the diagnostic was confirmed by guttural pouch endoscopic examination. The exam revealed abnormal contour of the left tympanic bulla and an enlargement of the proximal part of the left stylohyoid bone.

ZUR WASSERMETAPHORIK IN PHRASEOLOGISMEN DER WIRTSCHAFTSSPRACHE. EINE KOGNITIVE STUDIE ANHAND DES DEUTSCHEN UND SPANISCHEN DER WIRTSCHAFTSSPRACHE. EINE KOGNITIVE STUDIE ANHAND DES DEUTSCHEN UND SPANISCHEN

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Alfonso Corbacho Sánchez

2009-10-01

Full Text Available Ausgehend von der konzeptuellen Metapher GELD IST WASSER ist das Anliegendieses Beitrages, Gemeinsamkeiten und Unterschiede der deutschen Phraseologismen und ihrer Entsprechungenim Spanischen aufzuzeigen. Die Gegenüberstellung dieser Redewendungen soll, zum einen, alsHilfsmittel im Fremdsprachenunterricht dienen, zum anderen, zu Übersetzungsaufgaben benutzt werden.Auch für das Erlernen von wirtschaftlichen Begriffen wäre die vorliegende Untersuchung überaus nützlich.This paper focuses on the German and the Spanish metaphoric expressions that stem from theconceptual metaphor MONEY IS WATER. A contrastive analysis of these expressions shows that they areuseful tools not only to understand some key economic notions but also for translators and teachers of Germanor Spanish as a second language.

Separated centers of ossification caudal to the wing of the pedal bone in horses - a help [to] rule out fractures of the wings and ossification in the accessory cartilages

International Nuclear Information System (INIS)

Hertsch, B.; Neuberth, M.

1991-01-01

Radiographic evaluation of a lat-med. x-ray of the digits of 278 normal three year old standard bred stallions (group I) and of 300 mares and geldings over the age of six years (group II) was made in view of frequency and clinical relevance of a separated center of ossification caudal to each wing of the pedal bone. The material served both age associated judgement and localisation dependant morphological description of these separated ossified bone piece. Through comparative measurements of the angle of the dorsal hoof wall in the two groups of horses, a possible etiological aspect especially concerning the hoof form is discussed, to true nature of this small separated ossified bone piece

EU-policy and smart materials; EU-beleid en smart materials

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Pieters, D.; Van der Beek, M.

2012-09-15

Netherlands will focus on large-scale production of smart materials. Several examples from Dutch universities show that the Netherlands is very active in this sector. Nanotechnology and the development of advanced materials are considered as 'key technologies'. To realize these applications EU funding will be made available both for research projects and to support market introduction [Dutch] Nederland zet in de toekomst in op grootschalige productie van smart materials. Verschillende voorbeelden van Nederlandse universiteiten laten zien dat Nederland tot op heden zeer actief is in deze veelzijdige sector. Nanotechnologie en de ontwikkeling van geavanceerde materialen worden in dit licht beschouwd als zogenoemde 'sleuteltechnologieen'. Om deze toepassingen te realiseren komt zowel EU-geld beschikbaar voor onderzoeksprojecten als ter ondersteuning van marktintroductie.

Topographic distribution of pulmonary ventilation and perfusion in the horse

International Nuclear Information System (INIS)

Amis, T.C.; Pascoe, J.R.; Hornof, W.

1984-01-01

The regional distribution of ventilation to perfusion ratios (VA/Q) in the lungs of 8 healthy standing Thoroughbred geldings (4.4 +/- 1.5 years, 465.7 +/- 46.6 kg) was studied, using steady-state inhalation and IV infusion of the radioactive gas krypton-81m. The VA/Q was uniformly distributed within a vertical lung strip centered over the 9th rib on the right side. Ventilation per unit of alveolar volume (V/VA) assessed from the clearance of inhaled radioactive gas in 5 horses increased from 0.49 +/- 0.13 (arbitrary units) in nondependent lung zones to 1.45 +/- 0.16 in dependent lung zones. Seemingly, a vertical gradient of pulmonary ventilation exists in the horse that is matched by a similar gradient of perfusion

Topographic distribution of pulmonary ventilation and perfusion in the horse

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Amis, T.C.; Pascoe, J.R.; Hornof, W.

1984-08-01

The regional distribution of ventilation to perfusion ratios (VA/Q) in the lungs of 8 healthy standing Thoroughbred geldings (4.4 +/- 1.5 years, 465.7 +/- 46.6 kg) was studied, using steady-state inhalation and IV infusion of the radioactive gas krypton-81m. The VA/Q was uniformly distributed within a vertical lung strip centered over the 9th rib on the right side. Ventilation per unit of alveolar volume (V/VA) assessed from the clearance of inhaled radioactive gas in 5 horses increased from 0.49 +/- 0.13 (arbitrary units) in nondependent lung zones to 1.45 +/- 0.16 in dependent lung zones. Seemingly, a vertical gradient of pulmonary ventilation exists in the horse that is matched by a similar gradient of perfusion.

Use of the glyceryl guaiacolate alone and associated with levomepromazine and benzodiazepines in gelding of horses

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Flavio Massone

1990-12-01

caracterizar-se por valores maiores de freqüência respiratória que os demais grupos. As três técnicas anestésicas mostraram-se satisfatórias, pela estabilidade de parâmetros fisiológicos e indução e recuperação suaves, sendo que a associação da levomepromazina com o flunitrazepan ou midazolam proporcionou prostração mais eficaz, bem como maior miorrelaxamento, sedação e hipoalgesia.

Targeted Metabolomics Approach To Detect the Misuse of Steroidal Aromatase Inhibitors in Equine Sports by Biomarker Profiling.

Science.gov (United States)

Chan, George Ho Man; Ho, Emmie Ngai Man; Leung, David Kwan Kon; Wong, Kin Sing; Wan, Terence See Ming

2016-01-05

The use of anabolic androgenic steroids (AAS) is prohibited in both human and equine sports. The conventional approach in doping control testing for AAS (as well as other prohibited substances) is accomplished by the direct detection of target AAS or their characteristic metabolites in biological samples using hyphenated techniques such as gas chromatography or liquid chromatography coupled with mass spectrometry. Such an approach, however, falls short when dealing with unknown designer steroids where reference materials and their pharmacokinetics are not available. In addition, AASs with fast elimination times render the direct detection approach ineffective as the detection window is short. A targeted metabolomics approach is a plausible alternative to the conventional direct detection approach for controlling the misuse of AAS in sports. Because the administration of AAS of the same class may trigger similar physiological responses or effects in the body, it may be possible to detect such administrations by monitoring changes in the endogenous steroidal expression profile. This study attempts to evaluate the viability of using the targeted metabolomics approach to detect the administration of steroidal aromatase inhibitors, namely androst-4-ene-3,6,17-trione (6-OXO) and androsta-1,4,6-triene-3,17-dione (ATD), in horses. Total (free and conjugated) urinary concentrations of 31 endogenous steroids were determined by gas chromatography-tandem mass spectrometry for a group of 2 resting and 2 in-training thoroughbred geldings treated with either 6-OXO or ATD. Similar data were also obtained from a control (untreated) group of in-training thoroughbred geldings (n = 28). Statistical processing and chemometric procedures using principle component analysis and orthogonal projection to latent structures-discriminant analysis (OPLS-DA) have highlighted 7 potential biomarkers that could be used to differentiate urine samples obtained from the control and the treated groups

Advanced wood burning furnaces. 2. rev. ed.; Moderne Holzfeuerungsanlagen

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schneider, W. (comp.)

2001-07-01

New and environment-friendly technologies meet high requirements in terms of emission reduction and comfort of operation. In the field of wood burning furnaces, there is still a lack of knowledge which results in excessive cost, environmental pollution and loss of image. This brochure shows how wood furnaces should be operated correctly and also reviews the state of the art. [German] Durch die technische Entwicklung neuer, wirkungsvoller und vor allem umweltfreundlicher Heiztechniken wird zudem den in den letzten Jahren gestiegenen Anforderungen an den Emissionsschutz und den Bedienungskomfort Rechnung getragen. Mit Holz wird jedoch z. T. nicht immer richtig geheizt. Das kostet Geld und fuehrt zu vermeidbaren Umweltbelastungen und Imageschaeden. Ziel dieser Broschuere ist es daher, mit den Techniken des Heizens mit Holz vertraut zu machen und einen Ueberblick ueber den heutigen Stand zu geben. (orig.)

Tracheal resection and anastomosis after traumatic tracheal stenosis in a horse.

Science.gov (United States)

Barnett, Timothy P; Hawkes, Claire S; Dixon, Padraic M

2015-02-01

To report a resection and anastomosis technique to treat trauma-induced tracheal stenosis. Case report. A 9-year-old Warmblood gelding. Endoscopy, radiography, and ultrasonography were used to diagnose a single ring tracheal stenosis; the stenotic region was resected and adjacent tracheal rings anastomosed with an end-to-end technique. The anastomosis healed completely despite formation of a unilateral partial mucosal stenosis "web," which was subsequently removed by transendoscopic laser surgery. During tracheal anastomosis, the left recurrent laryngeal nerve was damaged, causing laryngeal hemiplegia, later treated successfully by laryngoplasty. The horse returned to its previous level of work. This tracheal resection and anastomosis technique successfully provided the horse with a large tracheal lumen, and despite major complications, allowed a return to full athletic work. © Copyright 2014 by The American College of Veterinary Surgeons.

The effect of sex and time of day on testosterone concentrations in equine saliva and serum

DEFF Research Database (Denmark)

Andersen, Rikke Munk; Jensen, R.B.; Palme, R.

2016-01-01

In terms of exercise, testosterone is important for the growth and maintenance of skeletal muscle mass. Sampling saliva could be a non-invasive alternative to blood sampling for the quantification of testosterone levels in horses. The objective of this study was to compare testosterone concentrat......In terms of exercise, testosterone is important for the growth and maintenance of skeletal muscle mass. Sampling saliva could be a non-invasive alternative to blood sampling for the quantification of testosterone levels in horses. The objective of this study was to compare testosterone......:00-08:00), at midday (11:00-13:00) and in the evening (17:00-19:00). The results demonstrated a weak correlation between saliva and serum testosterone concentrations (rs=0.25, P=0.04). Stallions had higher serum testosterone concentrations than mares and geldings (Peffect of sex...

Climate installations, comfort, health and productivity; Klimaatinstallaties, comfort, gezondheid en productiviteit

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Boerstra, A.C.; Haans, L. [BBA Boerstra Binnenmilieu Advies, Rotterdam (Netherlands)

2004-08-01

Sometimes engineers lose sight of why both the private and business sectors are willing to spend so much money on heating and ventilation systems. The main drive for the average Dutch person's day-to-day investment in his or her indoor environment resides in the trinity of comfort, health and productivity. This article present an update on current ideas about the three unique selling points of HVAC systems. [Dutch] Soms wordt uit het oog verloren waarom zowel de particuliere als de zakelijke markt zoveel geld over heeft voor installaties. De grootste drijfveer die de gemiddelde Nederlander heeft voor zijn of haar dagelijkse binnenmilieu-investering, is te vinden in de drie-eenheid: comfort, gezondheid en productiviteit. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de laatste inzichten waar het deze drie aspecten van klimaatinstallaties betreft.

Grouping horses according to gender-Effects on aggression, spacing and injuries

DEFF Research Database (Denmark)

Meisfjord Jørgensen, Grete Helen; Borsheim, Linn; Mejdell, Cecilie Marie

2009-01-01

Many horse owners tend to group horses according to gender, in an attempt to reduce aggressive interactions and the risk of injuries. The aim of our experiment was to test the effects of such gender separation on injuries, social interactions and individual distance in domestic horses. A total...... of 66 horses were recruited from 4 different farms in Norway and Denmark and divided into six batches. Within each batch, horses were allotted into one mare group, one gelding group and one mixed gender group, with most groups consisting of three or four animals. After 4-6 weeks of acclimatisation......, a trained observer recorded all social interactions using direct, continuous observation 1 h in the morning and 1 h in the afternoon for three consecutive days. Recordings of the nearest neighbour of each horse were performed using instantaneous sampling every 10 min. The horses were inspected for injuries...

Taurine protects DNA of lymphocytes against oxidative alteration in riding horses

DEFF Research Database (Denmark)

Sokól, Janusz Leszek; Sawosz, Ewa; Niemiec, Tomasz

2009-01-01

The study aimed at evaluation the effect of dietary supplement of taurine on the oxidation-reduction status in riding horses, and especially on the extent of oxidative DNA degradation in lymphocytes. Ten Thoroughbred and half-bred geldings aged 6-13 years were classified according to breed...... and amount of work done into two groups - control (C, n=5) and experimental (E, n=5), the latter fed the diet with addition of 40 g taurine/horse/day. Blood samples were withdrawn from the horses' jugular vein before commencing the riding season and then after 30 days of working. In the blood some selected....... The addition of taurine to feed caused smaller oxidative stress, manifested by lower concentration of TBA-RS in plasma and of 8-oxo-dG in lymphocytes. The taurine lowered the lipid peroxidation intensity that occurred in horses due to the oxidative stress caused by physical effort. Furthermore, taurine...

Capões como Ilhas para Artrópodes no Pantanal

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Rodrigo Aranda

2013-12-01

Capons as Island for Arthropods in Pantanal Abstract. The configuration of habitat is one of the factors that influence the distribution of organisms. The Pantanal by presenting mosaic natural formations fit to test such claims. The present study aimed to evaluate the distance and size of riparian capons affect the community composition of arthropods tested the hypothesis that the higher and closer to the capon of riparian vegetation, the greater its diversity. We sampled six plots of 30 cm² in nine capons where the leaf-litter and soil were collected, placed in plastic bags and later sorted. There was a relationship between the composition of arthropod community in relation to distance and size indicating that the flood pulse of the last year significantly affected the community of soil arthropods in geldings. The monitoring of the processes of recolonization of the capons is suggested.

Digitalisierung als Inkubator für die Energieversorgung von morgen

Science.gov (United States)

Arnold, Christian; Postina, Matthias

Neue Treiber der Digitalisierung bestimmen die Geschicke der etablierten Unternehmen im Energiebereich, dabei haben diese in vielen Fällen noch nicht einmal adäquat auf die altbekannten Treiber der Energiewende reagiert. Eine ganze Branche ist im Umbruch, alte Erlösmodelle brechen ein und Einigkeit scheint bei den Verantwortlichen nur in der Frage zu herrschen, wie in Zukunft noch Geld verdient werden kann. Dieser Beitrag erklärt die prägenden Treiber der Veränderung, analysiert die Ausgangslage und nennt Herausforderungen der Branche. Darüber hinaus legt er den Fokus auf die Betrachtung der neuen digitalen Wertschöpfung. Dazu wird ein Modell eingeführt, welches von der klassischen Wertschöpfungskette über datenbasierte Geschäftsmodelle im Energiesystem bis hin zum Internet of Smart Services reicht. Mit dem Modell geben die Autoren gleichsam Einblick in das geplante Energiewendeprojekt enera.

Hypertrophic osteopathy characterized by nuclear scintigraphy in a horse

International Nuclear Information System (INIS)

Long, M.T.; Foreman, J.H.; Wallig, M.A.; Chambers, M.D.; Losonsky, J.M.; Muhlbauer, M.C.

1994-01-01

A five year old American Saddlebred gelding was admitted to the University of Illinois Veterinary Medical Teaching Hospital with a history of multiple leg lameness, depression and intermittent fever for a duration of six months. Physical examination revealed the horse to be underweight, depressed and a febrile. No abnormalities were detected during auscultation of the heart and lungs. All limbs possessed multiple hard swellings of the distal long bones and digits. The horse walked witha stiff gait and was reluctant to trot. Nuclear scintigraphy of the distal limbs revealed multiple areas of focally increased uptake in all limbs. Radiographs of several sites on the distal limbs showed evidence of periosteal new bone production corresponding to the areas of abnormal uptake. The horse was euthanized and at necropsy chronic, multifocal, fibrous pericarditis and epicarditis were observed grossly. The left atrial myocardium contained areas of osseous metaplasia. Histological evaluation of the distal long bones revealed proliferative periosteal new bone formation consistent with a diagnosis of hypertrophic osteopathy

Surgical management of a progressive iris melanocytoma in a Mustang.

Science.gov (United States)

Scotty, Nicole C; Barrie, Kathleen B; Brooks, Dennis E; Taylor, David

2008-01-01

A 7-year-old gray Mustang gelding weighing 454 kg was presented for evaluation of a brown mass within the left eye (OS) of 1 year's duration with recent enlargement. A nonpainful, 8 mm diameter, brown, vascularized mass was identified in the anterior chamber of the OS. Ocular B-scan ultrasound confirmed iris involvement and corneal endothelial contact. Histopathology confirmed the presumptive diagnosis of a uveal melanocytic neoplasm, and revealed 1-3 mitotic figures per high power (400x) field. The mass was removed via sector iridectomy without complications, but without complete margins. Three cutaneous melanocytomas noted 1.5 months postoperatively were completely excised. No tumor regrowth was noted 15 months postoperatively, supporting a diagnosis of melanocytoma for the iridal mass. Sector iridectomy is a reasonable treatment option for uncomplicated iridal melanocytomas in horses. Mitotic index and presence of cutaneous melanocytic neoplasms may be irrelevant to the prognosis of equine iridal melanocytic neoplasms.

Die uitbeelding van die vrou in Huisgenoot (1963 en 2013: ’n Multimodale diskoersanalise

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Susann H. Marais

2017-05-01

Full Text Available Die standpunt dat die mens en die media in ’n verhouding van wedersydse beïnvloeding staan, sowel as die studie wat die kulturele konseptualisering van vroulikheid in twee Huisgenoot-uitgawes (1953 en 2003 ondersoek, geld as uitgangspunt vir dié studie. Hierdie studie het ten doel om te bepaal of daar ’n verskil is in die uitbeelding van die vrou in die Huisgenoot uitgawes van onderskeidelik 1963 en 2013. Volgens navorsing werk die visuele beeld en geskrewe teks saam om ’n boodskap oor te dra. Multimodale diskoersanalise (MDA word juis gebruik om beide visuele beeld en geskrewe teks te bestudeer. Sodoende word die metode van intersemiotiese komplementariteit binne MDA in hierdie studie gebruik. Die studie kom tot die gevolgtrekking dat die uitbeelding van die ideale vrou se verantwoordelikhede uitgebrei is, maar dat die vrou se rol tóg tot sekere ruimtes beperk word, soos die sigbaarheid van die moeder-stereotipe weerspieël.

Epidemiological survey of equine influenza in horses in India.

Science.gov (United States)

Mavadiya, S V; Raval, S K; Mehta, S A; Kanani, A N; Vagh, A A; Tank, P H; Patel, P R

2012-12-01

A highly contagious virus infection in horses, influenza is the single most important equine respiratory disease in the world. This paper presents details of a one-year study (1 June 2008 to 31 May 2009) to determine the prevalence of equine influenza in the horses of Gujarat State in India. The prevalence of equine influenza A/equi-2 was 12.02%, but none of the samples were positive for equine influenza A/equi-1. The prevalence of equine influenza (A/equi-2) was 15.38%, 11.94%, 10.18%, and 9.09% in horses of the Kathiyawari breed, a non-descript breed, the Marwari breed and the Indian Thoroughbred breed, respectively. The highest prevalence of influenza was observed in yearlings (17.48%) and prevalence was at its highest in the month of April (28.89%). The prevalence rate in males, females and geldings was 11.95%, 10.38% and 8.47%, respectively. The mortality rate and case fatality rate were 1.28% and 10.64%, respectively.

Local anesthesia and hydro-distension to facilitate cystic calculus removal in horses.

Science.gov (United States)

Russell, Tom; Pollock, Patrick J

2012-07-01

To report a technique for improving surgical access to the bladder for removal of cystic calculi in male horses. Retrospective case series. Geldings (8) with cystic calculi. After catheterization of the bladder through the penis, 100 mL 2% lidocaine hydrochloride solution was instilled. After 10 minutes, the bladder was distended with sterile, warmed Hartmann's solution to a pressure of ≈ 40 cm H(2) O, using gravity feed. This was left in place until abdominal access was gained at surgery, then the fluid siphoned off via the catheter. Calculi were 3-11 cm in diameter (median, 6 cm). Bladder capacity ranged from 1.4 to 2.5 L (median, 1.8 L). Exteriorization time from placing a hand in the abdomen to having the bladder in a surgically accessible position was <5 minutes. The described technique facilitates exteriorization of the bladder for removal of cystic calculi. Copyright 2012 by The American College of Veterinary Surgeons.

Estenose de piloro em eqüino adulto Pyloric stenosis in a mature horse

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Ana Lúcia Miluzzi Yamada

2009-02-01

Full Text Available Neste trabalho, é descrito um caso de estenose hipertrófica de piloro diagnosticado por gastroscopia em um eqüino Quarto de Milha, de quatro anos de idade, que apresentava inapetência, emagrecimento progressivo, cólica, bruxismo e sialorréia. A gastroduodenite ulcerativa crônica e os espasmos prolongados foram as supostas causas da hipertrofia da musculatura circular do piloro, causando a estenose. O tratamento com substâncias antiulcerativas é paliativo e o acesso cirúrgico ao piloro no animal adulto é complexo, sendo o prognóstico duvidoso.A case of hypertrophic pyloric stenosis diagnosed by gastroscopy was reported in a 4-years-old Quarter Horse gelding, with signs of inappetence, chronic weight loss, colic, bruxism and sialorrhea. Gastroduodenal ulceration and spasms were supposed as causes of pyloric muscular hypertrophy and stenosis. Antiulcerative medications are merely palliative and the complex surgical approach to the site of stenosis makes the prognostic to be doubtful.

Die Kunst des klugen Handelns 52 Irrwege, die Sie besser anderen überlassen

CERN Document Server

Dobelli, Rolf

2012-01-01

Unzählige Leser begeistern sich für Rolf Dobellis gescheite Texte über unsere häufigsten Denkfehler. Doch wer Dobellis Ratschläge zum klaren Denken beherzigt, ist noch lange nicht aus dem Schneider, denn auf dem Weg vom Denken zum Handeln lauern weitere Fallstricke. Glücklicherweise kann man die umgehen - wenn man weiß, wie. Genau das verrät "Die Kunst des klugen Handelns": In 52 Kapiteln zeigt Dobelli, warum es sich lohnt, Türen zu schließen und auf Optionen zu verzichten, warum Informationsüberfluss zu unklugem Handeln anstiftet, warum Geld stets in emotionale Kleider gehüllt ist und wir es darum oft unbedacht ausgeben. Rolf Dobelli gibt Ihnen das nötige Rüstzeug: Schlagen Sie nicht jeden Irrweg ein, nur weil andere ihn gehen. Lernen Sie aus den Fehlern, die andere freundlicherweise für Sie machen. Denken Sie klar und handeln Sie klug!

Guideline for making multi-annual maintenance of municipal real estate sustainable; Leidraad verduurzamen meerjaren onderhoud van gemeentelijk vastgoed

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2013-01-15

The title guideline is developed for municipalities on the basis of experiences in pilots and with input from more than ten municipalities in the Netherlands. The guideline includes a roadmap for changing a MOP (Multi-year Maintenance Plan) into a DMOP (Sustainable Multi-annual Maintenance Plan). The DMOP also provides advice on outsourcing management and organizing support and communication within the municipality. With structural sustainability of its properties, a municipality can save lot of energy and money and reduce CO2 emission [Dutch] De titel leidraad is ontwikkeld voor gemeenten op basis van ervaringen in pilots en met input van ruim tien gemeenten in Nederland. De leidraad omvat een stappenplan voor het verduurzamen van een MOP (Meerjaren Onderhoudsplan) tot een DMOP (Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan), en geeft daarnaast adviezen voor het uitbesteden van beheer en het organiseren van draagvlak en communicatie binnen de gemeente. Met het structureel verduurzamen van het eigen vastgoed kan een gemeente veel energie en geld besparen en de uitstoot van CO2 beperken.

Klossiella equi Infection in an Immunosuppressed Horse: Evidence of Long-Term Infection

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Lora R. Ballweber

2012-01-01

Full Text Available A 13-year-old quarter horse gelding presented with a history of hematuria of approximately 1-year duration, anemia, weight loss over the previous six months, and bilateral nasal discharge of 2-week duration. It was determined that hematuria was most likely caused by the coccidian parasite Klossiella equi. Additional case workup suggested a diagnosis of pituitary pars intermedia dysfunction. Confirmatory testing was declined by the owners and the horse was discharged on medical therapy. Despite initial improvement after discharge, the horse developed unresolving sinusitis approximately 1 year later and was euthanized. Necropsy confirmed the presence of an adenoma of the pars intermedia of the pituitary gland, supporting the initial diagnosis. Additional findings included multiple developmental stages of K. equi present in the kidneys. This finding demonstrates infections with K. equi can be chronic in nature and supports the association of increased severity of klossiellosis and impaired immune function.

Positive elements improve a building; Positieve elementen maken een gebouw beter

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Nierman, G.J. [Royal Haskoning - Buildings, Rotterdam (Netherlands)

2012-03-15

Concerning health and comfort of people in buildings the focus in most cases is on fulfilling the regulations of health and safety and building codes and standards, for instance preventing disturbance from light reflections and draught. Creating an inspiring environment is neglected. Building owners and users do not realize sufficiently enough that it can be financially attractive to incorporate positive elements in the indoor environment: it appears to be better for people and more effective for organisations. [Dutch] Als het de gezondheid en het comfort van mensen betreft ligt de focus in de meeste gebouwen op her voldoen aan de arbo-eisen, zoals het voorkomen van lichthinder en tochtklachten. Maar aan het creeren van een prettige en inspirerende omgeving wordt voorbijgegaan. Gebouweigenaren en -gebruikers beseffen hog onvoldoende dat er geld te verdienen is door juist positieve elementen toe te passen die het gebouw beter maken: beter voor mensen en daarmee effectiever voor de organisatie.

Clinicopathological findings in horses with a bi- or tripartite navicular bone.

Science.gov (United States)

van der Zaag, Ellen J; Weerts, Erik A W S; van den Belt, Antoon J M; Back, Willem

2016-04-09

Navicular bone partition is a rare condition reported in horses, which is during the evaluation of a lameness or prepurchase examination often misinterpreted for a parasagittal fracture. In this report, the clinicopathological findings of three cases of navicular bone partition are evaluated. The possible pathomechanisms underlying the condition are hypothesised, focusing on a potential origin of foetal vascular disturbance. This study is furthermore aiming at a clearer and earlier recognition of navicular bone partition, since this condition would finally predispose for a clinical lameness with a poor prognosis. Case 1 was a 10-year-old Belgian Warmblood gelding with a Grade 3/5 chronic, recurrent left-forelimb lameness that had persisted for 4 months. Perineural palmar digital nerve block of the distal foot abolished the lameness. Radiographic examination revealed a bipartite navicular bone in the left forelimb. Unfortunately, the animal was lost to follow-up. Case 2 was a 7-year-old Quarter Horse stallion with a Grade 3/5 recurrent right forelimb lameness that had persisted for 2 years. The lameness switched to the contralateral left forelimb with a palmar digital nerve block. Radiographic examination identified a tripartite navicular bone in both forelimbs. Pathological examination additionally revealed chronic degenerative changes of the cartilage and subchondral bone with marked cystic changes. Case 3 was a 5-year-old Dutch Warmblood gelding with a Grade 3/5 recurrent left hindlimb lameness that had persisted for 6 months. Owing to the uncooperative behaviour of the horse, only a combined peroneal and tibial nerve block could be performed, which abolished the lameness. Radiographic examination revealed a bipartite navicular bone in the left hindlimb. Pathological examination showed a navicular bipartition in the left hindlimb, with microscopic changes comparable to those evident in Case 2; additionally, cartilage indentations were also found in the navicular

A via analógica no pensamento de Georg Simmel

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Lenin Bicudo Bárbara

2015-04-01

Full Text Available In this paper I deal with the role of analogical reasoning in the thought of Georg Simmel (1858-1918, one of the founders of German sociology. My main goal here is to grasp the relations between analogy-making as a cognitive resource and the style of thought to which Simmel clings. As a first step towards this, I gather the fragments of the history of the concept of analogy that I consider to be the most relevant to Simmel’s reception of it. After that, I put forward a synoptic survey of the instances of analogy that can be identified in those of his works deemed to be the most influential to sociology, viz., his Philosophie des Geldes (1900 and his Soziologie (1908. Finally, I face the question regarding how Simmel handled his analogies as he set out to articulate such intellectual undertakings – aiming to lay bare the connections between this resource and the cognitive ideal of plasticity, conceived as a pervasive guiding principle of Simmel’s sociological and philosophical thought.

Energy conservation by means of reduced circulation. On/off versus frequency control; Energiebesparing door verminderde circulatie. Aan/uit- versus Frequentieregeling

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wildschut, J.; Gude, H. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands); Kreuk, N.; Kok, M. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

2005-11-15

The main purpose of this demo was to show that during the storage season for tulip bulbs, relatively much energy and money can be saved by circulating bulbs well below the general standard of 500 m{sup 3} air/hour/m{sup 3}. To this end, two storage walls were placed in a cold store. In one of the stacked crates the circulation amount was reduced by means of a frequency control, whereas in the other one an on/off control was used. The energy meters were read three times per week for both set-ups [Dutch] Hoofddoel van deze demo was te demonstreren dat er gedurende het bewaarseizoen voor tulpenbollen relatief veel energie en geld bespaard kan worden door ruim onder de algemene norm van 500 m{sup 3} lucht/uur/m{sup 3} bollen te circuleren. Hiertoe zijn in een bewaarcel twee bewaarwanden opgesteld. In de ene kistenstapeling is de circulatiehoeveelheid teruggebracht d.m.v. een frequentieregeling, in de andere d.m.v. van een aan/uit regeling. De energiemeterstanden werden voor elke opstelling 3 maal per week bijgehouden.

Traumatic tricuspid regurgitation and right-to-left intra-atrial shunt--an unusual complication of a horse-kick.

LENUS (Irish Health Repository)

Byrne, R A

2010-02-01

A 63-year-old male presented with sudden onset chest pain and dyspnoea following a kick to the praecordium while gelding a horse. Transthoracic echocardiography showed evidence of flail tricuspid valve leaflets, severe tricuspid regurgitation and a widely patent foramen ovale with a right-to-left shunt. Due to progressive severe systemic hypoxemia the patient underwent emergent surgical intervention. Operative findings confirmed rupture of the anterior and septal tricuspid valve papillary muscles. Successful papillary muscle reattachment was performed in association with tricuspid annuloplasty and suture closure of his patent foramen ovale. Disruption of the tricuspid valve is well described as consequence of blunt trauma to the chest wall and is often well tolerated, coming to light many years post injury. Valve disruption due to rupture at the papillary muscle level, however, typically results in greater severity of tricuspid regurgitation and the abrupt rise in right intra-atrial pressure may lead to a right-to-left shunt across a patent foramen ovale. Where hemodynamic compromise ensues, prompt surgical intervention is mandated.

A new school. Can it be improved? Report of a search. Part 1; Een nieuwe school. Kan het ook beter? Verslag van een zoektocht. Deel 1

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Bronsema, B. [Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands)

2002-08-01

While the situation in schools may have improved, new problems have also arisen. E.g. air quality which was never an issue years ago, and the increase of asthma and allergies, particularly among children and young adults. Is our society unable to build good schools, are the budgets too low, is there too little knowledge or is it a combination of factors?. [Dutch] De situatie op scholen is weliswaar enigszins verbeterd, maar er zijn ook nieuwe problemen gekomen. Denk maar aan de luchtverontreiniging die we vroeger nauwelijks kenden en aan de sterke groei van astma en allergie, vooral bij kinderen en jong volwassenen. Denk ook aan de ICT voorzieningen (die er vaak niet zijn) en het computeronderwijs, waarmee het op de meeste scholen maar behelpen is. Is onze samenleving niet in staat goede scholen te bouwen, zijn de budgetten te laag, moet er bij de bouw beter worden nagedacht, is er te weinig kennis of is het een combinatie van factoren? Nadenken kost geen geld en dat is een goede reden om daarmee te beginnen.

Fatigue of cable anchorage of large cable stayed bridge; Daikibo shachokyo cable teichaku kozo no hiro

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Endo, T.; Matsumoto, T. [Honshu-Shikoku Bridge Authority, Tokyo (Japan); Tsukahara, H. [Yokogawa Bridge Corp., Tokyo (Japan); Miki, C. [Tokyo Institute of Technology, Tokyo (Japan)

1995-10-21

Design considerations such as design schemes, the assemblage and welding of steel plates, and safety for fatigue of welded connections have to be taken for the cable anchorages of the steel cable stayed bridges. In this study, two full scale models, which have different shape of box anchorages welded to the web of the main girder, were made to investigate fatigue characteristics as well as assemblage of plate and gelding details. Finite element analyses for both test models and actual bridges here carried out to compare stress distribution. It was confirmed that the assemblage and welding of both types of box anchorage were attainable kith required quality and accuracy. According to the fatigue test, fatigue cracks originated from the weldings of the bearing plate to which the load from cable socket applied directly were caused by out-of-plane bending of the bearing plate. It was proved that the slight modifications of the details around the bearing plate resulted in sufficient fatigue strength in both types of anchorage. 1 ref., 23 figs., 2 tabs.

Geist, Logik, Kapital und die Technik des Maßes

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Frank Engster

2017-02-01

Full Text Available Hegels Phänomenologie des Geistes (PhdG und seine Wissenschaft der Logik (WdL sowie Marx Kapital sind, so wird im ersten Teil gezeigt, jeweils Ausdruck einer Verlegenheit. Alle drei stehen nämlich vor der Herausforderung, in Geist, Logik und Kapital letztlich eine Methode darstellen zu müssen, und sie müssen darüber auch noch die Möglichkeit der Darstellung ebendieser Methode einholen und begründen. Diese Übereinkunft zwischen der Methode der Darstellung mit dem Methodischen aufseiten des dargestellten Geistes, der Logik und des Kapitals gelingt, so die These des zweiten Teils, durch die Technik des Maßes. Maß und Messung konstituieren bereits in der Naturwissenschaft Objektivität im neuzeitlichen Sinne: Gehalten an und gebrochen durch ihre eigenen Maß, werden die Verhältnisse der Natur durch die ermittelten Werte wie ein selbständiger Gegenstand objektiv bestimmbar und im Wissen subjektiv aufgehoben. Dagegen zeigen Geist, Logik und Kapital jeweils, dass die Technik des Maßes nicht nur Objektivität im neuzeitlichen Sinne konstituiert, sondern die gesamte neuzeitliche Form der Gegenständlichkeit von Objektivität und Subjektivität, Bewusstsein und Gegenstand. In Hegels Phänomenologie und seiner Logik sowie in Marx Kapital eröffnet das Maß diese Gegenständlichkeit, indem jeweils eine Objektivität konstituiert wird, die einem Subjekt buchstäblich zu denken gegeben wird. Es ist allerdings unmittelbar die Objektivität der Subjektivität selbst, die jeweils gegeben wird: phänomenologisch wird durch das Maß die Objektivität der Subjektivität des Geistes gegeben (PhdG, rein logisch wird die Objektivität des Seins durch die Subjektivität des Begriffs gegeben (WdL, und der kapitalistischen Gesellschaft ist durch quantitative Werte die eigene Objektivität gegeben, und zwar gegeben durch ein Geld, das dadurch zu einer überindividuellen, automatischen Subjektivität wird. Für das Maß steht in der Phänomenologie das

Van kosten naar opbrengsten : afvalstromen zullen in de toekomst geld gaan opleveren (interview met O. Oenema en J.P.M. Sanders)

NARCIS (Netherlands)

Stok, van der T.; Oenema, O.; Sanders, J.P.M.

2011-01-01

Nog steeds wordt mest in Nederland verwerkt en vervoerd als afvalproduct, net als bijvoorbeeld bermmaaisel en snoeihout. Die markt zal echter snel veranderen. De komende jaren zal de grondstoffenschaarste toenemen. Het effect is dat veel stoffen die nu nog gelden als afval straks een waardevolle

Special on the Bio-based Economy. Making money with a green economy; Special Biobased Economy. Geld verdienen met een groene economie

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Waterval, R. (ed.)

2011-12-15

Bio-based is booming. Increasingly more businesses see a healthy business case in products that are not made with fossil raw materials, but with biomass. But where are the opportunities for the Netherlands? And which roles can the government, trade and industry and science play? This PM special contains interviews with and experiences of pioneering entrepreneurs and agricultural attaches in the Netherlands and abroad [Dutch] Biobased is booming. Steeds meer bedrijven zien een gezonde businesscase in producten die niet gemaakt zijn met fossiele grondstoffen maar met biomassa. Waar liggen de kansen voor Nederland? En welke rol is daarbij weggelegd voor de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap? In deze PM-special onder meer interviews met en ervaringen van pionerende entrepreneurs en landbouwattaches in binnen- en buitenland.

Going for increased recycling. A social cost-benefit analysis; Inzetten op meer recycling. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Warringa, G.E.A.; De Bruyn, M.; Bijleveld, M.M.

2013-05-15

reduced resource dependency. In the SCBA the latter benefits were not expressed in monetary terms, however. On balance, the monetary impact is positive: the social benefits of increased recycling are greater than the social costs. A sensitivity analysis shows this to be a robust result [Dutch] De milieuvoordelen van een scenario gericht op meer recycling zijn in eerdere studies overtuigend aangetoond. De vraag dient zich echter aan of een scenario gericht op meer recycling ook economische voordelen biedt. In deze studie zijn daarom de voornaamste economische effecten in kaart gebracht van een toename van recycling in Nederland. De resultaten van de studie kunnen worden gebruikt om de beleidsvorming rondom het dossier recycling verder te helpen. Om de centrale vraag te beantwoorden, hebben we een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) op hoofdlijnen uitgevoerd. Een MKBA is een op de welvaartstheorie gebaseerde afwegingsmethode die alle economische effecten (ook wel welvaartseffecten genoemd) van een project of beleidsingreep in kaart brengt. Welvaart wordt daarbij breed gedefinieerd: het gaat niet alleen om financieel-economische consequenties, maar ook om de gevolgen voor milieu, werkgelegenheid, etc. Alle geinventariseerde milieu-ingrepen, zoals energieverbruik, transport en emissies bij recycleprocessen, zijn per materiaalstroom in SimaPro beoordeeld. De effecten worden binnen een MKBA zoveel mogelijk in geld uitgedrukt zodat deze onderling vergelijkbaar zijn. De belangrijkste maatschappelijke kosten van meer recycling zijn hogere kosten voor gemeenten om het afval gescheiden in te zamelen. Ook zijn er lagere opbrengsten voor AVI's, omdat meer afval uit het buitenland moet worden geimporteerd. Ten slotte zijn er beleidskosten om meer recycling te stimuleren en extra inspanningen voor de burger om afval te scheiden. Deze kosten zijn niet gekwantificeerd. Hier staan positieve welvaartseffecten tegenover. De grootste batenpost is milieuwinst, die in deze studie

Le Bresil dans l'imaginaire français (XVIè-XVIIè s.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Jacques Lafaye

1993-07-01

Full Text Available The author intends to show, with the help of examples used in the economic, social, and religious environments, thai Brazil occupies in the French imaginary, during this time period, a level which surpasses the conventional image of an exotic tropical. The naval entreprises of the Nortnands, their enterprises of missionaires and Britons obedient to the Catholic Church, the attempts of the Huguenots to search for a providential refuge, the implementation of the first transatlantic commerce and its effects on the French economy are all aspects of actionsn inspired by the"Brazilian dream". In the Geld of artistic creations and intellectual speculation, the first image of a Dew and different humanity was; for the French, that of the Tupinambá" Indians, present even in France to become actors of public shows. Furthermore, they were the first Christians baptized in the royal court, the first"savages" in the popular vision and the first Native American speakers of Michael de Montaigne. The Brazilian Indians, from the reign of Henry II to the King Sun, were in France the only representatives of the New World; they were the same as tbe flora and fauna of Brazil.

A Human Rights Approach to Localising The MDGs Through Gender-Equitable Local Development

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Ron McGill

2009-11-01

Full Text Available Until now, the United Nations Capital Development Fund’s (UNCDF Gender Equitable Local Development (GELD programme has not been presented within an explicit human rights framework. This is strange given that the human rights based approach to development (HRBAD aims to ensure that all human beings can live their lives fully and with dignity. HRBAD is fundamentally about the healthy and full development of individuals and communities. In addition, one of human rights’ central concerns is that people have equal access to the benefits of society. Initiatives to realize human rights therefore give priority to the most marginalized - the poorest - in a society. It is those individuals who have most difficulty in securing the basics that are essential to living their lives with dignity. Women in all communities are disproportionately represented among the poor. Thus, human rights have gender equity as a central focus. Put another way, we are dealing with the feminization of poverty. We are dealing with the concept of equal access (to development. In short, we are dealing with those who need (and deserve greater priority in access to infrastructure and supporting services in order to reach a point of equality.

Artificial cloning of domestic animals.

Science.gov (United States)

Keefer, Carol L

2015-07-21

Domestic animals can be cloned using techniques such as embryo splitting and nuclear transfer to produce genetically identical individuals. Although embryo splitting is limited to the production of only a few identical individuals, nuclear transfer of donor nuclei into recipient oocytes, whose own nuclear DNA has been removed, can result in large numbers of identical individuals. Moreover, clones can be produced using donor cells from sterile animals, such as steers and geldings, and, unlike their genetic source, these clones are fertile. In reality, due to low efficiencies and the high costs of cloning domestic species, only a limited number of identical individuals are generally produced, and these clones are primarily used as breed stock. In addition to providing a means of rescuing and propagating valuable genetics, somatic cell nuclear transfer (SCNT) research has contributed knowledge that has led to the direct reprogramming of cells (e.g., to induce pluripotent stem cells) and a better understanding of epigenetic regulation during embryonic development. In this review, I provide a broad overview of the historical development of cloning in domestic animals, of its application to the propagation of livestock and transgenic animal production, and of its scientific promise for advancing basic research.

Myanmar 1994 country report; Laenderbericht Myanmar 1994

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

1994-09-01

The `Laenderberichte` (country reports), published at irregular intervals, give detailed information on the economic and social structure and development of the country discussed. Extensive tables with a highly specific classification contain data on population and economics, also for longer periods of time. The data appear in a detailed text part with maps, illustrations and tables. There are tables on: Territory and population, health services, social affairs, education and culture, employment, agriculture and forestry, fishery, manufacturing industry, civil engineering, inland trade, external trade, transportation, money and credits, investments, prices and wages, supply and consumption, total balance of national economy. (orig.) [Deutsch] Die in unregelmaessiger Folge erscheinenden Laenderberichte vermitteln umfassende Informationen ueber die wirtschaftliche und gesellschaftliche Struktur und Entwicklung des betreffenden Landes. In dem umfangreichen Tabellenteil werden tiefgegliederte Angaben ueber Bevoelkerung und Wirtschaft, auch mit laengeren Zeitreihen, veroeffentlicht. Das Zahlenmaterial wird in einem ausfuehrlichen Textteil mit eingefuegten Karten, Schaubildern und Tabellen analysiert. Sie enthalten Tabellen ueber: Gebiet und Bevoelkerung, Gesundheitswesen, Sozialwesen, Bildung und Kultur, Erwerbstaetigkeit, Land- und Forstwirtschaft, Fischerei, produzierendes Gewerbe, Bauwirtschaft, Binnenhandel, Aussenhandel, Verkehr, Geld und Kredit, Investitionen, Preise und Loehne, Versorgung und Verbrauch, volkswirtschaftliche Gesamtrechnungen. (orig.)

Profiling the careers of Thoroughbred horses racing in Australia between 2000 and 2010.

Science.gov (United States)

Velie, B D; Wade, C M; Hamilton, N A

2013-03-01

Research investigating trends in racehorse careers require a benchmark for accurate comparison. Currently little whole population data exists for horses racing in Australia. To determine the range and variation in career length and number of career starts for horses racing in Australia. To document and provide evidence regarding the current differences between the sexes for career length and careers starts. Racing data were collected for Thoroughbreds over a 10-year period. Career length, number of career starts and spells per year were evaluated. Statistical analyses were performed using the statistical package R. A total of 2,782,774 performance records yielded career information for 164,046 horses. Median career length and number of career starts for the population were 14.7 months and 10 starts, respectively. Significant differences (PThoroughbreds racing in Australia with careers longer than 12, 24, 36 and 48 months was 56.65, 32.35, 16.66 and 7.74, respectively. Clear differences in career outcomes exist between intact males, females and geldings racing in Australia. Future research should be conscious of these differences when analysing population data. © 2012 EVJ Ltd.

Prevalence and risk factors of bone spavin in Icelandic horses in Sweden: A radiographic field study

International Nuclear Information System (INIS)

Eksell, P.; Axelsson, M.; Brostroem, H.; Roneus, B.; Haeggstroem, J.; Carlsten, J.

1998-01-01

The present field study was performed to estimate the prevalence of radiographic signs of bone spavin (RSBS) and to evaluate some possible risk factors for RSBS in the Icelandic horse in Sweden. The survey included horses from 11 farms involving 379 horses, comprising 238 geldings, 125 mares and 16 stallions. Age ranged from 0 to 19 years with a mean age of 8.1 years. Horses were radiographed with a dorsolateral-plantaromedial-oblique projection of both tarsi. Information about age, gender, origin, working intensity, number of gaits and age when saddle broken were obtained by interviewing the owners. Features of each horse's conformation were obtained by measurement or inspection. Radiographic signs of bone spavin were found in 23% (n = 88) of the horses. Horses younger than 5 years did not show any RSBS and the prevalence increased from zero to 33% between 4 and 8 years of age. Using a multivariate logistic regression model increasing age and sickle hock conformation were found to be significantly associated with increased risk of RSBS. Age when saddle broken in combination with height at the withers also influenced the multivariate logistic regression model significantly

Physiologic and skeletal response to exogenous equine somatotropin (eST) in two-year-old quarter horses in race training

International Nuclear Information System (INIS)

Day, T.R.J; Potter, G.D.; Morris, E.L.; Greene, L.W.; Simmons, J.B.

1998-01-01

This study was conducted to determine the physiologic and skeletal response to exogenous equine somatotropin (eST) in two-year-old horses in race training. Sixteen Quarter Horse geldings were paired by age (ave. age=26 months), and one horse from each pair was assigned at random to either the eST treatment group or the control. The experiment was conducted over 112 days during which the horses were broke to ride and trained on a dirt track in a regimen typical for racehorses in training. Radiographs were taken of the left third metacarpal on day 0,28, 42, 56, 70, 84 and 112. Jugular blood samples were collected every 14 days and analyzed for calcium (Ca), phosphorous (P), osteocalcin, 25-dihydroxyvitamin D (Vit D), parathyroid hormone (PTH), insulin-like growth factor-I (IGF-I) and growth hormone (GH). Daily injections of eST were well tolerated and resulted in no observed side effects. There was a trend (P= .14) for increased plasma GH concentrations in the treated horses as the trial progressed. Plasma IGF-I concentrations were increased (P .05). In this study, administration of eST was effective in elevating plasma IGF-I, which is stimulatory to osteoblasts, and serum osteocalcin, which is a product of osteoblastic activity

A TOTAL QUALITY MANAGEMENT APPROACH TO CIVIL ENGINEERING CONSULTING

Directory of Open Access Journals (Sweden)

G.A.L. Ambrose

2012-01-01

Full Text Available

ENGLISH ABSTRACT: The article describes the development of a framework for the implementation of a Total Quality Management (TQM approach in the civil consulting industry through the five phases of the typical civil engineering project. For any project to be successful the project team members must take collective and individual responsibility for their role in the project implementation. The organisational goal is “to make money now and in the future”. To achieve this goal the organization must provide value to its clientele. The clients are searching for the silver bullet; double the performance at half the price. TQM provides a means to achieve this goal.

AFRIKAANSE OPSOMMING: Die artikel beskryf die ontwikkeling van 'n raamwerk vir die implementering van 'n gehaltebestuurstelsel vir die siviele raadgewende bedryf soos dit deelneem aan die vyf fases van 'n tipiese siviele ingenieursprojek. Vir die suksesvolle afhandeling van 'n projek is dit noodsaaklik dat alle projekspanlede gesamentlik en afsonderlik verantwoordelikheid moet aanvaar vir hulle eie betrokkenheid by die projekimplementering. Die organisasie se oogmerk is om “nou en in die toekoms geld te maak”. Ten einde hierdie oogmerk te bereik moet die organisasie waarde vir sy kliënte bied. 'n Gehaltebestuurstelsel voorsien die gereedskap om hierdie doelwit te bereik.

Synovial hemangioma in an adult horse.

Science.gov (United States)

Holzhausen, Lars; Nowak, Michael; Junginger, Johannes; Puff, Christina

2012-03-01

A 15-year-old gelding presented with a progressive lameness of the left forelimb of 2.5 months duration. Clinically, a dilation of the deep flexor tendon sheath with a firm elastic consistency and a pronounced tenderness was noted. Ultrasonically, a marked swelling of the flexor tendon sheath with an irregular density of the mesotendineum was observed. The white, firm material forming a nodular distension of the flexor tendon sheath with a diameter of approximately 1 cm was excised and sent for histopathological examination. Biopsies of the deep flexor tendon and corresponding tendon sheath were sent for histopathological evaluation. Histologically, the mass consisted of clefts and numerous anastomosing vascular channels extending between the collagen fibers of the deep flexor tendon. These capillary-like spaces were lined by neoplastic cells that were flattened to polygonal and contained few erythrocytes. There was 0 to 1 mitotic figure per 10 high power fields (400×). Immunohistochemically, the neoplastic cells stained positive for vimentin and factor VIII-related antigen. Adjacent to the neoplastic endothelial cells located pericytes expressed α-smooth muscle actin antigen. Based on the histopathological and immunohistochemical features, synovial hemangioma was diagnosed. One year after surgery, the horse has shown no lameness.

Electric power is not the same power. Why the energy transition can not succeed; Strom ist nicht gleich Strom. Warum die Energiewende nicht gelingen kann

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Limburg, Michael; Mueller, Fred F.

2015-07-01

The energy transition - the conversion of our power supply to so-called ''Renewable Energy'' - will lead to disaster, economically as well as technically. Although the concept is not technically feasible, more than 500 billion Euros were spent for this purpose already. This money our economy will miss bitterly when it is needed it to go, sweep up the future shambles. Here explain two recognized experts why. ''The book, 'electric power is not the same power' pulled himself together again on a colossal effort. It dissects technically brilliant with the tools of logic, scientific reasoning a fatal mental aberration.''- Arnold Vaatz MP. [German] Die Energiewende - die Umstellung unserer Stromversorgung auf sogenannte ''Erneuerbare Energien'' - wird in eine Katastrophe fuehren, wirtschaftlich ebenso wie technisch. Obwohl das Konzept technisch nicht machbar ist, wurden hierfuer bereits mehr als 500 Milliarden Euro ausgegeben. Dieses Geld wird unserer Volkswirtschaft bitter fehlen, wenn sie darangehen muss, den kuenftigen Scherbenhaufen zusammenzukehren. Hier erklaeren zwei ausgewiesene Fachleute, warum. ''Das Buch 'Strom ist nicht gleich Strom' rafft sich noch einmal zu einer ungeheuren Kraftanstrengung auf. Es seziert handwerklich brillant mit den Mitteln der logischen, naturwissenschaftlichen Argumentation einen fatalen geistigen Irrweg.'' - Arnold Vaatz MdB.

Bone mineral density and computer tomographic measurements in correlation with failure strength of equine metacarpal bones

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Péter Tóth

2014-01-01

Full Text Available Information regarding bone mineral density and fracture characteristics of the equine metacarpus are lacking. The aim of this study was to characterize the relationship between mechanical properties of the equine metacarpal bone and its biomechanical and morphometric properties. Third metacarpal bones were extracted from horses euthanized unrelated to musculoskeletal conditions. In total, bone specimens from 26 front limbs of 13 horses (7.8 ± 5.8 years old including Lipizzaner (n = 5, Hungarian Warmblood (n = 2, Holsteiner (n = 2, Thoroughbred (n = 1, Hungarian Sporthorse (n = 1, Friesian (n = 1, and Shagya Arabian (n = 1 were collected. The horses included 7 mares, 4 stallions and 2 geldings. Assessment of the bone mineral density of the whole bone across four specific regions of interest was performed using dual-energy X-ray absorptiometry. The bones were scanned using a computer tomographic scanner to measure cross-sectional morphometric properties such as bone mineral density and cross-sectional dimensions including cortical area and cortical width. Mechanical properties (breaking force, bending strength, elastic modulus were determined by a 3-point bending test. Significant positive linear correlations were found between the breaking force and bone mineral density of the entire third metacarpal bones (P P P in vivo investigations.

Pyroelectric Study on Dipolar Alignment in 0.69Pb(Mg1/3Nb2/3)O3-0.31PbTiO3 Single Crystals

Institute of Scientific and Technical Information of China (English)

ZHAO Liang; SHEN Ming-Rong; CAO Wen-Wu

2012-01-01

Pyroelectric measurements are conducted during zero-Geld heating in [001], [110] and [111] poled 0.69Pb(Mg1/3 Nb2/3)O3-0.31PbTiO3 single crystals. Compared to the room-temperature-poled samples, the crystals poled by using the Rield cooling method show broad but well recognizable pyroelectric current peaks near 190℃, which is much higher than the Curie point (126℃) of the crystal. We propose that this peak of the crystals poled by field-cooling above the Curie point is ascribed to the order-disorder transition of the dipoles in polar nano-regions formed at the Burns temperature.%Pyroelectric measurements are conducted during zero-field heating in [001],[110] and [111] poled 0.69Pb(Mg1/3Nb2/3)O3-0.31PbTiO3 single crystals.Compared to the room-temperature-poled samples,the crystals poled by using the field cooling method show broad but well recognizable pyroelectric current peaks near 190℃,which is much higher than the Curie point (126℃) of the crystal.We propose that this peak of the crystals poled by field-cooling above the Curie point is ascribed to the order-disorder transition of the dipoles in polar nano-regions formed at the Burns temperature.

Impact of feeding level on digestibility of a haylage-only diet in Icelandic horses.

Science.gov (United States)

Ragnarsson, S; Lindberg, J E

2010-10-01

Eight mature Icelandic geldings were used in an experiment arranged as a change-over design to evaluate the effect of feeding level on the digestibility of a high-energy haylage-only diet. The horses were fed a low feeding level 10.7 g dry matter (DM)/kg body weight (BW) (maintenance) and a high feeding level 18.1 g DM/kg BW (1.5 × maintenance) during two 23 days experimental periods. Total collection of faeces was performed for 6 days at the end of each period to determine the coefficient of total tract apparent digestibility (CTTAD). The CTTAD for DM, organic matter, neutral detergent fibre (NDF), acid detergent fibre and energy was higher in horses fed at the low level of feed intake, while feeding level did not affect the CTTAD of crude protein. The largest difference in CTTAD between feeding levels was found for NDF. The content (/kg DM) of digestible energy in the haylage was 11.3 MJ at the low level of feed intake and 10.6 MJ at the high level of feed intake. It can be concluded that feeding level has a large impact on the digestibility and energy value of early cut haylage in Icelandic horses. © 2009 The Authors. Journal of Animal Physiology and Animal Nutrition © 2009 Blackwell Verlag GmbH.

Laveren tussen loyaal en formalistisch

Directory of Open Access Journals (Sweden)

H. Renders

2008-01-01

Full Text Available Meindert Fennema en Johan Rhijnsburger, Dr. Max Hirschfeld. Man van het grote geld (Amsterdam 2007.Hovering between Loyalty and BureaucracyHans Max Hirschfeld has often been the subject of discussion: he was Secretary General of the Ministry of Trade and Industry during World War II and, as such, a collaborator. Or should we regard him as a faithful and obedient civil servant who simply performed the task entrusted to him by his successive (political superiors? The question is all the more intriguing because Hirschfeld was of German descent, even though he only lived in the land of his birth for four months of his life. Hirschfeld has been the subject of two successive biographies. In the opening article of this dossier on Meindert Fennema’s biography of Hirschfeld, Hans Renders describes the value that the biographical genre holds for history writing. Although there is certainly some criticism to be levelled at Fennema’s biography, he has succeeded in providing a balanced account of this sphinx-like man. This is indeed an achievement, as Hirschfeld’s private archive was destroyed upon his death. Thanks to the use of other sources, the biographer makes a convincing case that Hirschfeld’s thoughts and deeds were strongly influenced by the headstrong Claude-Henri de Saint-Simon (1760-1825.

Australian bat lyssavirus infection in two horses.

Science.gov (United States)

Shinwari, Mustaghfira Wafa; Annand, Edward J; Driver, Luke; Warrilow, David; Harrower, Bruce; Allcock, Richard J N; Pukallus, Dennis; Harper, Jennifer; Bingham, John; Kung, Nina; Diallo, Ibrahim S

2014-10-10

In May 2013, the first cases of Australian bat lyssavirus infections in domestic animals were identified in Australia. Two horses (filly-H1 and gelding-H2) were infected with the Yellow-bellied sheathtail bat (YBST) variant of Australian bat lyssavirus (ABLV). The horses presented with neurological signs, pyrexia and progressing ataxia. Intra-cytoplasmic inclusion bodies (Negri bodies) were detected in some Purkinje neurons in haematoxylin and eosin (H&E) stained sections from the brain of one of the two infected horses (H2) by histological examination. A morphological diagnosis of sub-acute moderate non-suppurative, predominantly angiocentric, meningo-encephalomyelitis of viral aetiology was made. The presumptive diagnosis of ABLV infection was confirmed by the positive testing of the affected brain tissue from (H2) in a range of laboratory tests including fluorescent antibody test (FAT) and real-time PCR targeting the nucleocapsid (N) gene. Retrospective testing of the oral swab from (H1) in the real-time PCR also returned a positive result. The FAT and immunohistochemistry (IHC) revealed an abundance of ABLV antigen throughout the examined brain sections. ABLV was isolated from the brain (H2) and oral swab/saliva (H1) in the neuroblastoma cell line (MNA). Alignment of the genome sequence revealed a 97.7% identity with the YBST ABLV strain. Crown Copyright © 2014. Published by Elsevier B.V. All rights reserved.

Total mixed ration in exercising horse: digestibility and nitrogen metabolism

Directory of Open Access Journals (Sweden)

L. Magni

2010-04-01

Full Text Available The aim of this study was to evaluate the apparent digestibility of a total mixed ration (TMR versus a traditional mixed hay/cereals diet. Four adult trained Standardbred geldings – BW = 478±37 kg - were used. The two diets consisted of 20 kg of a commercial TMR - corn silage, alfalfa hay, wet brewers’ grain, oat, apple pomace, molasses cane, soybean oil and mineral/vitamin supplement - (Diet 1 or 7 kg of meadow hay and 4.5 kg of cereal-mix - corn, oat, barley and protein/mineral/vitamin supplement - (Diet 2. The trial was conducted according to a Latin Square design (2x2. After an adaptation period of four weeks, total faeces and urine were collected for 6 days. Both feed and faeces samples were analysed for DM, OM, CP, EE, CF, NDF, ADF, cellulose, hemicellulose, ADL and GE. Data were analysed by ANOVA. The apparent digestibility and nitrogen balance of the two diets were compared. DM, OM, CP and GE apparent digestibility were significantly different between the diets, with higher values for unifeed diet than traditional diet. Energy requirement was satisfied by both diets (96.54 vs 95.55 MJ. Nitrogen balance showed negative values in both diets (- 61.67 vs - 9.05, but the hay/cereals supplemented diet showed the best protein utilisation.

THE EFFECT OF PHYTOADDITIVES ON MACROELEMENTS DIGESTIBILITY OF SPORT HORSES

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Bernislav GÁLIK

2011-11-01

Full Text Available The aim of this study was to determine the effect of a phytogenic additive in sport horses feed rations on faecal macroelements digestibility. The experiment was realized in Riding Centre of the Faculty of Agrobiology and Food Resources, Slovak University of Agriculture in Nitra, using 6 warm blood sport horses (geldings. The control group was fed with crimped barley, meadow hay, feed mixture and mineral premix. The experimental feed rations were supplemented with a phytogenic additive containing a blend of essential oils from origanum, anise and citrus, as well as a prebiotic rich in fructooligosaccharides. Higher digestibility of calcium (Ca (71.11% vs. 69.09% and phosphorus (P (52.74% vs. 47.55% was determined in horses fed the phytogenic additives (P>0.05. In this group of horses we found significantly (P<0.05 higher digestibility of magnesium (Mg, 64.32% in comparison with the control group (43.55%. Insignificantly differences in sodium (Na digestibility we found (75.98% in control group vs. 76.58% in experimental group. Significantly (P<0.05 higher potassium (K digestibility we found in horses fed with phytoadditives (57.11%. In horses fed without phytoadditives we detected significantly (P<0.05 lower digestibility of K (30.55%. In conclusion, we found positive effects of a phytogenic additive on macroelements faecal digestibility in sport horses.

Currencies, National Images and National Identities: Public Relations for and against Currencies – Historical Experiences from Germany, the Case of the Euro and the Role of Rating Agencies

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Michael Kunczik

2013-06-01

Full Text Available My thesis is that, in the “age of markets” in Europe the Euro is of central importance for creating (or destroying already established structures of European identity (at least in parts of Europe – with Great Britain taking a very remote position. I emphasize the theoretical aspects (Aftalion´s Psychological Theory of Exchange Rates; Simmel: Philosophie des Geldes to emphasize the importance of PR. I concentrate on historical cases – mainly German experiences – e.g. the campaign against the Rubel; the ideas of Ivy Lee; the PR-campaigns of the Nazi-government to fight inflation. The introduction of the German Mark (“die Deutsche Mark”, which became a central aspect of German national identity, and the campaign to give up this currency (“harte Währung” in order to introduce the “weak” Euro. In this context I discuss campaigns against the Euro (“only idiots want the Euro”. In the final remarks I refer to the role of rating agencies and trust in currencies and countries. It is my thesis that the analysts of the rating agencies live in a “world of literary images” and are acting in a completely irresponsible way (but even more incompetent are the politicians accepting the ratings without knowing anything about the problem of commensuration.

Orthopedic infections in equine long bone fractures and arthrodeses treated by internal fixation: 192 cases (1990-2006).

Science.gov (United States)

Ahern, Benjamin J; Richardson, Dean W; Boston, Raymond C; Schaer, Thomas P

2010-07-01

To determine the rate of postoperative infection (POI) for internal fixation repaired equine long bone fractures and arthrodeses and identify associated risk factors. Case series. Horses (n=192) with fracture repair of the third metacarpal and metatarsal bones, radius, ulna, humerus, tibia, and femur, or arthrodesis with internal fixation. Medical records (1990-2006) were reviewed for signalment, anatomic location, fracture classification and method of repair, technique and surgical duration, bacterial species isolated, postoperative care, onset of POI, and outcome. Of 192 horses (171 [89%] closed, 21 [11%] open fractures), 157 (82%) were discharged from the hospital. Infection occurred in 53 (28% horses), of which 31 (59%) were discharged. Repairs without POI were 7.25 times more likely to be discharged from the hospital. Closed fractures were 4.23 times more likely to remain uninfected and 4.59 times more likely to be discharged from the hospital compared with open fractures. Closed reduction and internal fixation was associated with a 2.5-fold reduction in rate of POI and a 5.9 times greater chance for discharge from the hospital compared with open reduction and internal fixation. Females had a strong trend for increased POI when compared with colts and stallion but not geldings. Overall rate of POI was 28%. Fracture classification, method of repair, gender, and surgical duration were significant risk factors.

The absolute threshold of colour vision in the horse.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Lina S V Roth

Full Text Available Arrhythmic mammals are active both during day and night if they are allowed. The arrhythmic horses are in possession of one of the largest terrestrial animal eyes and the purpose of this study is to reveal whether their eye is sensitive enough to see colours at night. During the day horses are known to have dichromatic colour vision. To disclose whether they can discriminate colours in dim light a behavioural dual choice experiment was performed. We started the training and testing at daylight intensities and the horses continued to choose correctly at a high frequency down to light intensities corresponding to moonlight. One Shetland pony mare, was able to discriminate colours at 0.08 cd/m(2, while a half blood gelding, still discriminated colours at 0.02 cd/m(2. For comparison, the colour vision limit for several human subjects tested in the very same experiment was also 0.02 cd/m(2. Hence, the threshold of colour vision for the horse that performed best was similar to that of the humans. The behavioural results are in line with calculations of the sensitivity of cone vision where the horse eye and human eye again are similar. The advantage of the large eye of the horse lies not in colour vision at night, but probably instead in achromatic tasks where presumably signal summation enhances sensitivity.

Level of energy restriction alters body condition score and morphometric profile in obese Shetland ponies.

Science.gov (United States)

Bruynsteen, L; Moons, C P H; Janssens, G P J; Harris, P A; Vandevelde, K; Lefère, L; Duchateau, L; Hesta, M

2015-10-01

Due to the high prevalence of obesity in some horses and ponies (especially in the leisure horse sector), effective and safe weight loss strategies are required. The present study evaluated the effect of two different energy restriction rates on physical, morphometric and welfare parameters in 18 obese (body condition score [BCS] 7-9/9) Shetland geldings. The trial was divided into three periods: (1) a 4 week adaptation period, during which the maintenance energy intakes to maintain a stable obese bodyweight were determined (100% MERob); (2) a 16.5-week weight loss period during which the ponies were randomly divided into three groups (n = 6/group) comprising a control group (CONTROL), moderate energy restricted (MOD), and severe energy restricted (SEV) groups that were respectively fed at 100%, 80% and 60% of their individual MERob; and (3) a 3 week follow up period in which the ponies were again fed at their outset individual 100% MERob. Between the start and end of the weight loss period, significant pairwise differences between the three treatment groups were seen for bodyweight, BCS, heart girth, belly girth, and relative ultrasound fat depth at the level of loin and ribs at several time points (P < 0.05). The higher energy restriction was associated with a faster decrease in BCS, tail head, and heart plus belly girth, but no gastric ulcers or stereotypic behaviours were seen. Copyright © 2015 Elsevier Ltd. All rights reserved.

Polysynovitis in a horse due to [i]Borrelia burgdorferi[/i] sensu lato infection – Case study

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Fabrizio Passamonti

2015-05-01

Full Text Available Lyme borreliosis (LB is a multi-systemic tick-borne disease affecting both humans and animals, including horses, and is caused by a group of interrelated spirochetes classified within the[i] Borrelia burgdorferi [/i]sensu lato (s.l. complex. Despite the high reported seroprevalence in the European equine population for [i]B. burgdorferi[/i] s.l., to-date no documented clinical cases have been described. A 6-year-old Paint gelding was referred with a history of three weeks of fever, intermittent lameness and digital flexor tendon sheath effusion of the right hind limb. Based on a strict diagnostic protocol, which included serological tests for infectious diseases and molecular investigations, a final diagnosis was made of polysynovitis due to [i]B. burgdorferi [/i]s.l. infection. An unreported aspect observed in this case was the absence of the pathogen DNA in two of the affected joints. To the authors’ knowledge, the case described represents the first documented clinical case of equine LB in Italy. Moreover, the absence of pathogen DNA in two of the affected joints observed in this case revealed a possible similarity with the same condition described in humans, where an immunomediated pathogenesis for arthropathy due to [i]B. burgdorferi[/i] s.l. infection is suspected. Since humans and horses share the same habitat, this report supports the role of the horse as potential sentinel for human biological risk.

Saul bellow's henderson, the rain king — a coming to terms with his self and with the world around Saul bellow's henderson, the rain king — a coming to terms with his self and with the world around

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Myrian Vieira B. de Oliveira

2008-04-01

Full Text Available As the plot focuses on Henderson, our starting point wil be a presentation of his most important characteristics, so we can better understand the developing of the action. Henderson, at the age of fifty-five, is not a happy man. Although he has a nice wife and kids, plenty of money and time to enjoy life and its pleasures, he thinks he has made a mess of his life. Physically, he describes himself as "six feet four inches tall. Two hundred and thirty pounds - An enormous head, rugged, with hair like Persian lamb's fur. Suspicious eyes, usually narrowed. Blustering ways. A great nose" (p.8. His appearance is, to say the least, remarkable. And he made it still more remarkable by the kind of clothes he liked to wear. He is a person who requires " large and real emotions" (p. 25 and that is why he was happy when he was in the war; /the civilian life bored him. Although he is always quarreling and many times "behaved like a bum", he wants to belong, to be accepted. On p. 256, when he's telling about one of his experiences with king Dahfu, what kind of words came instinctively from his mouth? "and certain words crept into my roars, like "God", "Help", "Lord Have Mercy"... plus snatches from the Messiah (he was despised and rejected, a man of sorrows, etcetera". He feels there is a similarity between the Messiah and himself. Another aspect of his contradictory personality is the combination of sensitivity and a taste for hard manual work. The same hands that have"thrown down boars and pinned them and gelded them" (p. 32 also played the violin. As the plot focuses on Henderson, our starting point wil be a presentation of his most important characteristics, so we can better understand the developing of the action. Henderson, at the age of fifty-five, is not a happy man. Although he has a nice wife and kids, plenty of money and time to enjoy life and its pleasures, he thinks he has made a mess of his life. Physically, he

Money from the balcony. Plug-in systems provide solar power directly into the socket; Geld vom Balkon. Plug-in-Systeme liefern den Solarstrom direkt in die Steckdose

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Vorsatz, William

2013-10-01

It should be particularly warned against models that deliver electricity from micro solar systems, which are installed on the balcony or outside wall of the apartment, and can be plugged into the outlet of the final circuit in the house, because they involve accident and liability risks. [German] Es wird vor Modellen gewarnt, die Strom von Solar-Kleinstanlagen, die auf dem eigenen Balkon oder der Aussenwand der Mietwohnung installiert sind, liefern und einfach so in die Steckdose des Endstromkreises in der Wohnung gesteckt werden koennen, weil sie Unfall- und Haftungsrisiken berge.

Demographics of Australian horses: results from an internet-based survey.

Science.gov (United States)

Smyth, G B; Dagley, K

2016-03-01

To obtain information on the types of Australian horses, how they are kept and their activities. An invitation to participate in an opt-in, internet-based survey was sent to 7000 people who had registered an email address to receive information from the Australian Horse Industry Council Inc. There were 3377 (48%) useable responses from owners of 26,548 horses. Most horses were kept on small properties (usually 2-8 ha) in paddocks in rural areas of Queensland, New South Wales and Victoria. Most horses were female or geldings and the most common of 54 different activities was breeding. Owners reported 19,291 horses were used in different activities and 6037 (23%) horses were not kept for any stated purpose or activity. Owners used an average of 1.95 horses in 2.9 different types of activities. The most common of the 43 breeds were Thoroughbred, Australian Stock Horse and Australian Quarter Horse. Only 1% of the total numbers of Thoroughbreds and Standardbreds in this survey were used in horse racing, indicating there is a demand for these breeds in non-racing activities. Microchip was the most favoured method of horse identification and 36% favoured compulsory registration of horses. Most respondents reported owning some other animal species. There is a wide variation in horse breeds used in different activities by Australian horse owners. There are regional differences in various management systems. There needs to be considerable improvement in the collection and recording of information to improve the validity and reliability of horse industry data. © 2016 Australian Veterinary Association.

Low plasma cortisol and fecal cortisol metabolite measures as indicators of compromised welfare in domestic horses (Equus caballus.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Jodi Pawluski

Full Text Available The hypothalamic-pituitary-adrenal (HPA axis response to chronic stress is far from straight forward, particularly with regards to animal welfare. There are reports of no effect as well as both decreases and increases in cortisol after chronic stressors. Therefore, the first aim of the present study was to determine how measures of compromised welfare, such as chronic pain and haematological anomalies, related to cortisol levels in domestic horses (Equus caballus. Domestic horses are an informative model to investigate the impact of chronic stress (due to environment, pain, work, housing conditions… on the HPA axis. The second aim was to determine whether levels of fecal cortisol metabolites (FCM may be used as an indicator of welfare measures. The present study used fifty-nine horses (44 geldings and 15 mares, from three riding centres in Brittany, France. The primary findings show that horses whose welfare was clearly compromised (as indicated by an unusual ears backward position, presence of vertebral problems or haematological anomalies, e.g. anaemia also had lower levels of both FCM and plasma cortisol. This work extends our previous findings showing that withdrawn postures, indicators of depressive-like behavior in horses, are associated with lower plasma cortisol levels. We also found that evening plasma cortisol levels positively correlated with FCM levels in horses. Future research aims to determine the extent to which factors of influence on welfare, such as living conditions (e.g. single stalls versus group housing in pasture or paddocks, early life factors, and human interaction, act as mediators of cortisol levels in horses.

Evaluation of intra-articular injection of autologous platelet lysate (PL) in horses with osteoarthritis of the distal interphalangeal joint.

Science.gov (United States)

Tyrnenopoulou, Panagiota; Diakakis, Nikolaos; Karayannopoulou, Maria; Savvas, Ioannis; Koliakos, Georgios

2016-06-01

Regenerative medicine has become one of the most promising therapies of equine osteoarthritis. Platelet lysate (PL) is rich in bioactive proteins and growth factors that play a crucial role in tissue healing. To evaluate the efficacy of intra-articularly injected autologous PL in equine athletes with naturally occurring osteoarthritis. Fifteen warmblood geldings aged 8-19 years with osteoarthritis of the distal interphalangeal joint were included in this study. They were randomly divided into two groups; 10 horses received intra-articular injections of PL and 5 of normal saline (controls). Before treatment, platelet-derived growth factor (PDGF) levels in basal plasma and prepared PL were estimated. Each joint was injected twice within a three-week period. Lameness was evaluated using the American Association of Equine Practitioners grading system, before treatment and 10 days after each intra-articular injection. Horses were examined fortnightly for one year. Radiographic examination was performed six months post-treatment. The generalized estimating equation test was used for statistical analysis. Acceptable levels of PDGF were detected in PLs (mean ± SD: 258.0 ± 52.3 pg/ml). The majority of horses (9/10) responded positively to PL treatment presenting lower lameness grades (p < 0.0005) compared to controls 10 days after the second injection, and returned to normal athletic activity. Radiographs revealed no changes in osteoarthritis lesions six months after treatment. One year post-injections, however, all horses relapsed to their initial degree of lameness. Intra-articularly injected autologous PL is an efficient method for temporarily managing osteoarthritis of the distal interphalangeal joint in athletic horses.

Equine atypical myopathy caused by hypoglycin A intoxication associated with ingestion of sycamore maple tree seeds.

Science.gov (United States)

Żuraw, A; Dietert, K; Kühnel, S; Sander, J; Klopfleisch, R

2016-07-01

Evidence suggest there is a link between equine atypical myopathy (EAM) and ingestion of sycamore maple tree seeds. To further evaluate the hypothesis that the ingestion of hypoglycin A (HGA) containing sycamore maple tree seeds causes acquired multiple acyl-CoA dehydrogenase deficiency and might be associated with the clinical and pathological signs of EAM. Case report. Necropsy and histopathology, using hematoxylin and eosin and Sudan III stains, were performed on a 2.5-year-old mare that died following the development of clinical signs of progressive muscle stiffness and recumbency. Prior to death, the animal ingested sycamore maple tree seeds (Acer pseudoplatanus). Detection of metabolites in blood and urine obtained post mortem was performed by rapid ultra-performance liquid chromatography-tandem mass spectrometry. Data from this case were compared with 3 geldings with no clinical history of myopathy. Macroscopic examination revealed fragments of maple tree seeds in the stomach and severe myopathy of several muscle groups including Mm. intercostales, deltoidei and trapezii. Histologically, the affected muscles showed severe, acute rhabdomyolysis with extensive accumulation of finely dispersed fat droplets in the cytoplasm of degenerated skeletal muscle cells not present in controls. Urine and serum concentrations of several acyl carnitines and acyl glycines were increased, and both contained metabolites of HGA, a toxic amino acid present in sycamore maple tree seeds. The study supports the hypothesis that ingestion of HGA-containing maple tree seeds may cause EAM due to acquired multiple acyl-CoA dehydrogenase deficiency. © 2015 EVJ Ltd.

The MC1R and ASIP Coat Color Loci May Impact Behavior in the Horse

Science.gov (United States)

Jacobs, Lauren N.; Staiger, Elizabeth A.; Albright, Julia D.

2016-01-01

Shared signaling pathways utilized by melanocytes and neurons result in pleiotropic traits of coat color and behavior in many mammalian species. For example, in humans polymorphisms at MC1R cause red hair, increased heat sensitivity, and lower pain tolerance. In deer mice, rats, and foxes, ASIP polymorphisms causing black coat color lead to more docile demeanors and reduced activity. Horse (Equus caballus) base coat color is primarily determined by polymorphisms at the Melanocortin-1 Receptor (MC1R) and Agouti Signaling Protein (ASIP) loci, creating a black, bay, or chestnut coat. Our goal was to investigate correlations between genetic loci for coat color and temperament traits in the horse. We genotyped a total of 215 North American Tennessee Walking Horses for the 2 most common alleles at the MC1R (E/e) and ASIP (A/a) loci using previously published PCR and RFLP methods. The horses had a mean age of 10.5 years and comprised 83 geldings, 25 stallions, and 107 mares. To assess behavior, we adapted a previously published survey for handlers to score horses from 1 to 9 on 20 questions related to specific aspects of temperament. We utilized principle component analysis to combine the individual survey scores into 4 factors of variation in temperament phenotype. A factor component detailing self-reliance correlated with genotypes at the ASIP locus; black mares (aa) were more independent than bay mares (A_) (P = 0.0063). These findings illuminate a promising and novel animal model for future study of neuroendocrine mechanisms in complex behavioral phenotypes. PMID:26884605

Air quality in the Netherlands. Health effects and societal cost. A brief overview for the year 2005; Luchtkwaliteit in Nederland. Gezondheidseffecten en hun maatschappelijke kosten. Een beknopt overzicht van de stand van zaken in 2005

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Singels, M.; Klooster, J.P.G.N. [CE, Delft (Netherlands); Hoek, G. [Environmental and Occupational Health Division, Institute for Risk Assessment Sciences IRAS, Utrecht (Netherlands)

2005-09-15

An overview is given of the socio-economic effects of air pollution in the Netherlands in the year 2004. The most important conclusion is that air pollution causes between 4 and 40 billion euro damage. The damage concerns mainly respiratory diseases and mortality as a result of continued exposure to particulates and ozone. [Dutch] Een actueel overzicht wordt gegeven van de stand van de wetenschap rond de gezondheidseffecten van luchtvervuiling en de maatschappelijke die deze met zich meebrengen. De belangrijkste conclusie is dat de effecten van luchtvervuiling de maatschappij per jaar minimaal 4 miljard euro (en maximaal 40 miljard) kosten. Het grootste deel daarvan is het gevolg van vroegtijdige sterfte door langdurende blootstelling aan fijn stof. Ongeveer een kwart van dit bedrag wordt bepaald door het ontstaan of de toename van ziekten en klachten als COPD (met name chronische bronchitis), ontstekingsreacties in de luchtwegen, vermindering van longfunctie en verergering van bestaande longklachten (waaronder astma-aanvallen). Ook kortdurende blootstelling kan tot vroegtijdige sterfte en ziekte leiden. In het rapport wordt een overzicht gegeven van de meest recente onderzoeken over de gezondheidseffecten van met name fijn stof en ozon, en wordt in beeld gebracht welke stoffen en emissiebronnen van betekenis zijn voor voor de luchtkwaliteit. Met name verbrandingsprocessen (o.a. in wegverkeer en scheepvaart) zijn schadelijk voor de gezondheid. Tenslotte wordt toegelicht hoe de maatschappelijke kosten van de gezondheidseffecten berekend zijn. Essentie hierin is het uitdrukken van een verloren levensjaar (ofwel de vermindering van een gezonde levensduurverwachting) in termen van geld.

Consistent workforce management cuts the cost incurred for network maintenance, fault clearance, and other utility services; Konsequentes Einsatzmanagement senkt die Kosten im Servicebereich. Mehr Leistungen fuer weniger Geld

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Zimmermann, M. [Deneg GmbH, Garbsen (Germany); Hillmann, G. [Tema Technologie Marketing AG, Berlin (Germany)

2003-02-10

The electric utilities and grid operators have to cope with a wide range of difficult, new challenges since the onset of electricity market liberalisation in 1998. The sometimes contradictory requirements of the customers or the legal regime can be managed only by a consistent optimization of procedures and operational processes in the service environment, as for example workforce management, order processing and execution. Workforce management is the particularly efficient approach at the organizational and service leve, which is demonstrated in the article. (orig./CB) [German] Alle Netzbetreiber sehen sich als Folge der Liberalisierung des Strommarktes seit 1998 erhoehten Anforderungen ausgesetzt. Diese sich teilweise widersprechenden Anforderungen sind aber nur durch eine Optimierung der Ablaeufe im Servicebereich bei Einsatzplanung, Auftragserfassung und -abwicklung zu bewaeltigen. Workforce Management ist das geeignete Hilfsmittel, um organisatorisch und technisch die Folgen der erforderlichen Einsparungen abzufangen und trotzdem die Qualitaet der Versorgung aufrecht zu erhalten, auch mit weniger Mitarbeitern. (orig./CB)

Om de kwaliteit van het geld. Het toezicht op de muntproductie in de Republiek en de voorziening van kleingeld in Holland en West-Friesland in de achttiende eeuw

NARCIS (Netherlands)

Scheffers, Albert Antoine Jacques

2013-01-01

The supervision on the coin production in the Republic of the Seven United Provinces and the supply of the smallest denominations (copper duits and silver 1 stuiver) in the province of Holland and West-Friesland in the 18th Century. With information on all the functions involved, illustrated by the

The expert Kurt Reithaar on building safety: 'More and more technical installations for less money'. Fachmann Kurt Reithaar zum Thema Sicherheit bei Gebaeuden: 'Immer mehr Technik fuer weniger Geld'

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Reithaar, K [Cerberus AG, Maennedorf (Switzerland); Aeberli, O E

1990-06-01

Safety requirements differ largely depending on the kind of building to be protected. In case of industrial buildings the question of data protection is of great importance. In order to comply with this requirement depending on the risk licenses by invitation are used. In industrial buildings also fire protection is to the fore. The weakest factor of safety systems surely is the human factor, i.e. incorrect operation. Therefore sufficient instruction and training of the operators is very important. In order to ensure extensive protection several different technical solutions are necessary. Here microprocessor engineering plays a decisive role. (BWI).

Remote monitoring for international safeguards

International Nuclear Information System (INIS)

Dupree, S.A.; Sonnier, C.S.

1999-01-01

Remote monitoring is not a new technology, and its application to safeguards-relevant activities has been examined for a number of years. On behalf of the U.S. Department of Energy and international partners, remote monitoring systems have been emplaced in nuclear facilities and laboratories in various parts of the world. The experience gained from these Geld trials of remote monitoring systems has shown the viability of the concept of using integrated monitoring systems. Although a wide variety of sensors has been used in the remote monitoring field trials conducted to date, the possible range of instrumentation that might be used has scarcely been touched. As the technology becomes widespread, large amounts of data will become available to inspectors responsible for safeguards activities at the sites. Effective use of remote monitoring will require processing, archiving, presenting, and assessing of these data. To provide reasonable efficiency in the application of this technology, data processing should be done in a careful and organized manner. The problem will be not an issue of poring over scant records but of surviving under a deluge of information made possible by modern technology Fortunately, modem technology, which created the problem of the data glut, is available to come to the assistance of those inundated by data. Apart from the technological problems, one of the most important aspects of remote monitoring is the potential constraint related to the transmission of data out of a facility or beyond national borders. Remote monitoring across national borders can be seriously considered only in the context of a comprehensive, transparent, and open implementation regime. (author)

Charted Choices 2013-2017. An analysis of ten election programmes. Effects on the economy and the environment; Keuzes in Kaart 2013-2017. Een analyse van tien verkiezingsprogramma's. Effecten op economie en milieu

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2010-05-15

At the request of ten political parties, the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis (CPB) and PBL Netherlands Environmental Assessment Agency have mapped out the effects of the respective election platforms on the economy and the environment. The analysis shows that each of the proposed policy measures included in the platforms has both advantages and disadvantages. The platforms thus reflect the diverse choices that have been made by the parties. The publication presents the impact of party programs on public finances, purchasing power and employment. Also included in the publication are analyses in the field of mobility, energy and climate, nature, education, housing and healthcare [Dutch] De verkiezingsprogramma's 2012 laten zien welke keuzes politieke partijen maken voor de jaren 2013-2017. De programma's tonen aan dat er echt iets te kiezen valt voor de komende kabinetsperiode. Hoe gaan we na de economische crisis de overheidsfinancien weer op orde brengen en hoe snel? Verhogen we de AOW-leeftijd en beperken we de aftrek van de hypotheekrente, of juist niet? Hoe verminderen we de filedruk? Willen we klimaatverandering aanpakken en zo ja, hoe dan? Is het de moeite waarde om meer geld uit te geven aan onderwijs of innovatie? Hoeveel trekken we uit voor natuur? Hoe kunnen we de woningmarkt beter laten functioneren? Hoe gaan we om met de stijging van de kosten van de zorg? In de aanloop naar de verkiezingen van 12 september 2012 hebben tien politieke partijen - VVD, PvdA, PVV, CDA, SP, D66, GroenLinks, ChristenUnie, SGP, DPK - gevraagd om een analyse van hun verkiezingsprogramma's. Het CPB heeft de economische effecten geanalyseerd, het PBL de effecten op milieu.

Effects of metformin hydrochloride on blood glucose and insulin responses to oral dextrose in horses.

Science.gov (United States)

Rendle, D I; Rutledge, F; Hughes, K J; Heller, J; Durham, A E

2013-11-01

Metformin is a potential therapeutic agent for the treatment of insulin resistance (IR). In laboratory animals, orally administered metformin reduces intestinal glucose absorption and may therefore affect insulinaemic responses to oral carbohydrate ingestion. To determine whether pretreatment with metformin reduces plasma glucose concentration and insulin responses following consumption of dextrose in horses. Therapeutic cross-over study. Seven healthy Standardbred and Thoroughbred geldings were subjected to an oral dextrose challenge test on 4 occasions: with and without metformin, before and after induction of IR with dexamethasone. Metformin was administered by nasogastric tube at 30 mg/kg bwt 1 h before administration of dextrose. Glucose and insulin concentrations in plasma/serum were measured at regular intervals during each test. Linear mixed models were specified for each predetermined outcome variable, and for each model the 'treatment' was included as a fixed effect with 4 categorical levels (none, metformin, dexamethasone and dexamethasone with metformin) and horse accounted for as a random effect. In healthy horses, the administration of metformin resulted in a statistically significant reduction in peak glucose concentration (P = 0.002), area under the glucose curve (Pdextrose administration (P = 0.011). Following the induction of IR, administration of metformin was associated with significant differences in peak glucose concentration (Pdextrose administration (P = 0.014). Metformin resulted in reduced glycaemic and insulinaemic responses both in healthy horses and in horses with experimentally induced IR. Metformin may benefit horses with naturally acquired IR by reducing glycaemic and insulinaemic responses to dietary nonstructural carbohydrates. Further investigations into the mechanisms of action of metformin in horses and controlled clinical trials are warranted. © 2013 EVJ Ltd.

Seasonal fluctuations in body weight during growth of Thoroughbred racehorses during their athletic career.

Science.gov (United States)

Takahashi, Yuji; Takahashi, Toshiyuki

2017-08-18

Domesticated horses adapt to environmental conditions through seasonal fluctuations in their metabolic rate. The seasonal change of metabolic rates of domesticated horses in pastures is documented. However, there are few investigations on seasonal body weight change of domesticated horses housed in stables, which are provided constant energy intake throughout the year. Both seasonal changes and gain in body weight of racehorses during their athletic career is known to a lesser extent because their body weight are not measured in most countries. Here, we used a seasonal-trend decomposition method to conduct a time series analysis of body weight of Thoroughbred racehorses participating in flat races held by the Japan Racing Association from 1 January 2002 to 31 December 2014. We acquired 640,431 body weight measurements for race starts and included 632,540 of these in the time series analysis. Based on seasonal component analysis, the body weight of male and gelding horses peaked in autumn and winter and reached its nadir in summer. In contrast, the body weight of female horses peaked in autumn and reached the nadir in spring. Based on trend component analysis, most of the increase in body weight was observed when all sexes approached 5 years of age. The slope of the body weight gain was smaller after that, and an approximately 30 kg gain was observed during their careers. These results indicate that the body weight of a Thoroughbred racehorse fluctuates seasonally, and that there may be sex differences in energy balance mechanisms. Moreover, the present results suggest that the physiological development of Thoroughbred racehorses is completed just before they reach 5 years of age.

Charted Choices 2013-2017. An analysis of ten election programmes. Effects on the economy and the environment; Keuzes in Kaart 2013-2017. Een analyse van tien verkiezingsprogramma's. Effecten op economie en milieu

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2010-05-15

At the request of ten political parties, the Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis (CPB) and PBL Netherlands Environmental Assessment Agency have mapped out the effects of the respective election platforms on the economy and the environment. The analysis shows that each of the proposed policy measures included in the platforms has both advantages and disadvantages. The platforms thus reflect the diverse choices that have been made by the parties. The publication presents the impact of party programs on public finances, purchasing power and employment. Also included in the publication are analyses in the field of mobility, energy and climate, nature, education, housing and healthcare [Dutch] De verkiezingsprogramma's 2012 laten zien welke keuzes politieke partijen maken voor de jaren 2013-2017. De programma's tonen aan dat er echt iets te kiezen valt voor de komende kabinetsperiode. Hoe gaan we na de economische crisis de overheidsfinancien weer op orde brengen en hoe snel? Verhogen we de AOW-leeftijd en beperken we de aftrek van de hypotheekrente, of juist niet? Hoe verminderen we de filedruk? Willen we klimaatverandering aanpakken en zo ja, hoe dan? Is het de moeite waarde om meer geld uit te geven aan onderwijs of innovatie? Hoeveel trekken we uit voor natuur? Hoe kunnen we de woningmarkt beter laten functioneren? Hoe gaan we om met de stijging van de kosten van de zorg? In de aanloop naar de verkiezingen van 12 september 2012 hebben tien politieke partijen - VVD, PvdA, PVV, CDA, SP, D66, GroenLinks, ChristenUnie, SGP, DPK - gevraagd om een analyse van hun verkiezingsprogramma's. Het CPB heeft de economische effecten geanalyseerd, het PBL de effecten op milieu.

Auscultatory and electrocardiographic characteristics of Crioulo horses

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Jackson Schade

2014-03-01

Full Text Available In order to determine auscultatory and electrocardiographic characteristics of Crioulo horses, one hundred animals ranging between one and twenty-six years of age (21 stallions, nine geldings, 27 pregnant mares e 43 not pregnant mares were evaluated. The cardiac auscultation was performed during the clinical examination of the cardiovascular system, evaluating frequency, rate, normal and abnormal heart sounds (heart murmurs. The electrocardiographic examination followed the bipolar base-apex derivative system with animals at rest, by using an ECG-PC TEB equipment. The cardiac frequency, heart rate, morphology, duration, wave and complex amplitudes and interval durations were determined. The results were submitted to ANOVA and Tukey tests with an error probability of 5%. The cardiac auscultation revealed presence of functional systolic and diastolic murmur (10.00% and systolic murmur compatible with tricuspid regurgitation besides normal heart sounds S1 (100.0%, S2 (100.0%, S3 (19.0% and S4 (34.0%. The cardiac frequency obtained the average of 43.64 bpm, observing significative differences in relation to sexual and age factors and training level. The sinus rhythm was the most frequent (57.00%, followed by sinus tachycardia (38.00% and sinus arrhythmia (5.00%, being observed rhythm disturbances in 16% of tracings. The P and T waves were observed more frequently in their forms P bifida positive (95.00% and biphasic T (91.00%, being variable at tracing. There were also observed Q waves in 12.00% of the tracings. Thus, it was concluded that the auscultatory characteristics of Crioulo horses are according to the described in the literature for the species and the sexual factor, category, age factor and training level can influence some electrocardiographic parameters.

Exogenous lactobacilli mitigate microbial changes associated with grain fermentation (corn, oats, and wheat) by equine fecal microflora ex vivo.

Science.gov (United States)

Harlow, Brittany E; Lawrence, Laurie M; Harris, Patricia A; Aiken, Glen E; Flythe, Michael D

2017-01-01

Cereal grains are often included in equine diets. When starch intake exceeds foregut digestion starch will reach the hindgut, impacting microbial ecology. Probiotics (e.g., lactobacilli) are reported to mitigate GI dysbioses in other species. This study was conducted to determine the effect of exogenous lactobacilli on pH and the growth of amylolytic and lactate-utilizing bacteria. Feces were collected from 3 mature geldings fed grass hay with access to pasture. Fecal microbes were harvested by differential centrifugation, washed, and re-suspended in anaerobic media containing ground corn, wheat, or oats at 1.6% (w/v) starch and one of five treatments: Control (substrate only), L. acidophilus, L. buchneri, L. reuteri, or an equal mixture of all three (107 cells/mL, final concentration). After 24 h of incubation (37°C, 160 rpm), samples were collected for pH and enumerations of total amylolytics, Group D Gram-positive cocci (GPC; Enterococci, Streptococci), lactobacilli, and lactate-utilizing bacteria. Enumeration data were log transformed prior to ANOVA (SAS, v. 9.3). Lactobacilli inhibited pH decline in corn and wheat fermentations (P Exogenous lactobacilli decreased amylolytics, while increasing lactate-utilizers in corn and wheat fermentations (P Exogenous lactobacilli decreased the initial (first 8 h) rate of starch catalysis when wheat was the substrate, but did not decrease total (24 h) starch utilization in any case. These results indicate that exogenous lactobacilli can impact the microbial community and pH of cereal grain fermentations by equine fecal microflora ex vivo. Additionally, dead (autoclaved) exogenous lactobacilli had similar effects as live lactobacilli on fermentation. This latter result indicates that the mechanism by which lactobacilli impact other amylolytic bacteria is not simple resource competition.

A database survey of equine tumours in the United Kingdom.

Science.gov (United States)

Knowles, E J; Tremaine, W H; Pearson, G R; Mair, T S

2016-05-01

Survey data on equine tumours are sparse compared with other species and may have changed over time. To describe the most frequently diagnosed equine tumours recorded by a diagnostic pathology laboratory over 29 years, to identify background factors associated with tumour type, and to identify any changes in the tumours diagnosed or the background of cases submitted during the study period. Observational; cross-sectional analysis of records of a diagnostic pathology laboratory. The records of all neoplastic equine histology submissions to the University of Bristol (January 1982-December 2010) were accessed from a database, and a list of diagnoses compiled. The 6 most commonly diagnosed tumour types were analysed using logistic regression to identify background factors associated with tumour type. The overall population of equine tumour submissions and the relative frequency of diagnosis of the most common tumour types were compared between decades. There were 964 cases included. The most frequently diagnosed tumours were: sarcoid (24% cases), squamous cell carcinoma (SCC) (19%), lymphoma (14%), melanoma (6%), gonadal stromal tumour (6%) and mast cell tumour (MCT) (4%). With sarcoid, Thoroughbred/Thoroughbred cross and gelding as reference categories: increasing age was significantly associated with the odds of each of the other tumour types, mares were at reduced risk of SCC, Arab/Arab cross had a higher risk of MCT, Cob/Cob cross had an increased risk of SCC and MCT, and ponies had an increased risk of melanoma. The mean age of submissions increased in each successive decade and the breed composition became broader. Sarcoids and lymphoma formed a smaller proportion of diagnoses in later decades. The types of tumours submitted to this laboratory have changed over the last 3 decades. Current data inform clinicians and researchers and further studies are warranted to follow trends. © 2015 EVJ Ltd.

Does work affect personality? A study in horses.

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Martine Hausberger

Full Text Available It has been repeatedly hypothesized that job characteristics are related to changes in personality in humans, but often personality models still omit effects of life experience. Demonstrating reciprocal relationships between personality and work remains a challenge though, as in humans, many other influential factors may interfere. This study investigates this relationship by comparing the emotional reactivity of horses that differed only by their type of work. Horses are remarkable animal models to investigate this question as they share with humans working activities and their potential difficulties, such as "interpersonal" conflicts or "suppressed emotions". An earlier study showed that different types of work could be associated with different chronic behavioural disorders. Here, we hypothesised that type of work would affect horses' personality. Therefore over one hundred adult horses, differing only by their work characteristics were presented standardised behavioural tests. Subjects lived under the same conditions (same housing, same food, were of the same sex (geldings, and mostly one of two breeds, and had not been genetically selected for their current type of work. This is to our knowledge the first time that a direct relationship between type of work and personality traits has been investigated. Our results show that horses from different types of work differ not as much in their overall emotional levels as in the ways they express emotions (i.e. behavioural profile. Extremes were dressage horses, which presented the highest excitation components, and voltige horses, which were the quietest. The horses' type of work was decided by the stall managers, mostly on their jumping abilities, but unconscious choice based on individual behavioural characteristics cannot be totally excluded. Further research would require manipulating type of work. Our results nevertheless agree with reports on humans and suggest that more attention should be

Does work affect personality? A study in horses.

Science.gov (United States)

Hausberger, Martine; Muller, Christine; Lunel, Christophe

2011-02-09

It has been repeatedly hypothesized that job characteristics are related to changes in personality in humans, but often personality models still omit effects of life experience. Demonstrating reciprocal relationships between personality and work remains a challenge though, as in humans, many other influential factors may interfere. This study investigates this relationship by comparing the emotional reactivity of horses that differed only by their type of work. Horses are remarkable animal models to investigate this question as they share with humans working activities and their potential difficulties, such as "interpersonal" conflicts or "suppressed emotions". An earlier study showed that different types of work could be associated with different chronic behavioural disorders. Here, we hypothesised that type of work would affect horses' personality. Therefore over one hundred adult horses, differing only by their work characteristics were presented standardised behavioural tests. Subjects lived under the same conditions (same housing, same food), were of the same sex (geldings), and mostly one of two breeds, and had not been genetically selected for their current type of work. This is to our knowledge the first time that a direct relationship between type of work and personality traits has been investigated. Our results show that horses from different types of work differ not as much in their overall emotional levels as in the ways they express emotions (i.e. behavioural profile). Extremes were dressage horses, which presented the highest excitation components, and voltige horses, which were the quietest. The horses' type of work was decided by the stall managers, mostly on their jumping abilities, but unconscious choice based on individual behavioural characteristics cannot be totally excluded. Further research would require manipulating type of work. Our results nevertheless agree with reports on humans and suggest that more attention should be given to work

[Utilization of feed energy by growing pigs. 3. Energy requirement for the growth and fattening of pigs].

Science.gov (United States)

Hoffmann, L; Schiemann, R; Jentsch, W

1979-02-01

The test series for the investigation of the energy consumption of growing pigs of the breeds large white and improved land race pig as well as cross breeds of the two breeds in a total of 369 metabolism periods (as described in the first two pieces of information of this publication series -- Hoffmann and others, 1977 and Jentsch and Hoffmann, 1977) were statistically analysed for the purpose of the derivation of the energy requirement for maintenance and the partial energy requirement for growth in order to test the possibilities of the factorial analysis for the derivation of energy requirement values of growing pigs. The dependence of the maintenance requirement of growing pigs (investigations in the live weight range of 10 to 40 kg -- see 1st information--were made with boars those in the live weight range of 30 to 120 kg were made with gelded boars, 2nd information) on the live weight can best be characterised by applying a power exponent of 0,61 or 0,62 for the live weight. A definition is offered to be discussed for the energetic maintenance requirement of productive live stock and laboratory animals as a conventional value. The energy requirement values derived from the doubly-factorial statistical analysis show a satisfactory adaptation to the measured values as such concerning energy intake and observed growth performance of the test animals. The conclusion is drawn that the factorial analysis of the energy requirement (maintenance plus partial performances) results in a better estimate of the requirement of growing animals than the assessment according only to live weight and live weight increase without characterising the energy requirement for partial performances. This is important for the further working on and more exact definition of requirement norms.

Wafer-Scale Gigahertz Graphene Field Effect Transistors on SiC Substrates

Institute of Scientific and Technical Information of China (English)

潘洪亮; 金智; 麻芃; 郭建楠; 刘新宇; 叶甜春; 李佳; 敦少博; 冯志红

2011-01-01

Wafer-scale graphene field-effect transistors are fabricated using benzocyclobutene and atomic layer deposition Al2O3 as the top-gate dielectric.The epitaxial-graphene layer is formed by graphitization of a 2-inch-diameter Si-face semi-insulating 6H-SiC substrate.The graphene on the silicon carbide substrate is heavily n-doped and current saturation is not found.For the intrinsic characteristic of this particular channel material,the devices cannot be switched off.The cut-off frequencies of these graphene field-effect transistors,which have a gate length of l μm,are larger than 800 MHz.The largest one can reach 1.24 GHz.There are greater than 95％ active devices that can be successfully applied.We thus succeed in fabricating wafer-scale gigahertz graphene field-effect transistors,which paves the way for high-performance graphene devices and circuits.%Wafer-scale graphene Beld-effect transistors are fabricated using benzocyclobutene and atomic layer deposition AI2O3 as the top-gate dielectric. The epitaxial-graphene layer is formed by graphitization of a 2-inch-diameter Si-face semi-insulating 6H-SiC substrate. The graphene on the silicon carbide substrate is heavily n-doped and current saturation is not found. For the intrinsic characteristic of this particular channel material, the devices cannot be switched off. The cut-off frequencies of these graphene field-effect transistors, which have a gate length of l μm, are larger than 800MHz. The largest one can reach 1.24 GHz. There are greater than 95% active devices that can be successfully applied. We thus succeed in fabricating wafer-scale gigahertz graphene Geld-effect transistors, which paves the way for high-performance graphene devices and circuits.

Risk factors for equine fractures in Thoroughbred flat racing in North America.

Science.gov (United States)

Georgopoulos, Stamatis Panagiotis; Parkin, Tim D H

2017-04-01

The aim of this paper is to identify risk factors associated with equine fractures in flat horse racing of Thoroughbreds in North America. Equine fractures were defined as any fracture sustained by a horse during a race. This was a cohort study that made use of all starts from the racecourses reporting injuries. The analysis was based on 2,201,152 racing starts that represent 91% of all official racing starts in the USA and Canada from 1st January 2009-31st December 2014. Approximately 3,990,000 workout starts made by the 171,523 Thoroughbreds that raced during that period were also included in the analysis. During this period the incidence of equine fractures was 2 per 1000 starts. The final multivariable logistic regression models identified risk factors significantly associated (pfracture. For example, horses were found to have a 32% higher chance of sustaining a fracture when racing on a dirt surface compared to a synthetic surface; a 35% higher chance if they had sustained a previous injury during racing and a 47% higher chance was also found for stallions compared to mares and geldings. Furthermore, logistic regression models based on data available only from the period 2009-2013 were used to predict the probability of a Thoroughbred sustaining a fracture for 2014. The 5% of starts that had the highest score in our predictive models for 2014 were found to have 2.4 times (95% CI: 1.9-2.9) higher fracture prevalence than the mean fracture prevalence of 2014. The results of this study can be used to identify horses at higher risk on entering a race and could help inform the design and implementation of preventive measures aimed at minimising the number of Thoroughbreds sustaining fractures during racing in North America. Copyright © 2016 Elsevier B.V. All rights reserved.

The use of the standard exercise test to establish the clinical significance of mild echocardiographic changes in a Thoroughbred poor performer : clinical communication

Directory of Open Access Journals (Sweden)

C. Meyer

2004-06-01

Full Text Available A 4-year-old Thoroughbred gelding racehorse was referred to the Onderstepoort Veterinary Academic Hospital (OVAH with a history of post-race distress and collapse. In the absence of any obvious abnormalities in the preceding diagnostic work-up, a standard exercise test was performed to determine an underlying cause for the post-race distress reported. In this particular case oxygen desaturation became evident at speeds as slow as 6 m/s, where PO2 was measured at 82.3 mm Hg. Similarly at a blood pH of 7.28, PCO2 had dropped to 30.0mm Hg indicating a combined metabolic acidosis and respiratory alkalosis. The cause of the distress was attributed to a severe hypoxia, with an associated hypocapnoea, confirmed on blood gas analyses, where PO2 levels obtained were as low as 56.6 mm Hg with a mean PCO2 level of 25.4 mm Hg during strenuous exercise. Arterial oxygenation returned to normal immediately after cessation of exercise to 106.44 mm Hg, while the hypocapnoeic alkalosis, PCO2 25.67 mm Hg, persisted until the animal's breathing normalized. The results obtained were indicative of a dynamic cardiac insufficiency present during exercise. The combination of an aortic stenosis and a mitral valve insufficiency may have resulted in a condition similar to that described as high-altitude pulmonary oedema, with respiratory changes and compensation as for acute altitude disease. The results obtained were indicative of a dynamic cardiac insufficiency present during exercise and substantiate the fact that an extensive diagnostic regime may be required to establish a cause for poor performance and that the standard exercise test remains an integral part of this work-up.

In vitro simulation of the equine hindgut as a tool to study the influence of phytosterol consumption on the excretion of anabolic-androgenic steroids in horses.

Science.gov (United States)

Decloedt, A I; Bailly-Chouriberry, L; Vanden Bussche, J; Garcia, P; Popot, M-A; Bonnaire, Y; Vanhaecke, L

2015-08-01

Traditionally, steroids other than testosterone are considered to be synthetic, anabolic steroids. Nevertheless, in stallions, it has been shown that β-Bol can originate from naturally present testosterone. Other precursors, including phytosterols from feed, have been put forward to explain the prevalence of low levels of steroids (including β-Bol and ADD) in urine of mares and geldings. However, the possible biotransformation and identification of the precursors has thus far not been investigated in horses. To study the possible endogenous digestive transformation, in vitro simulations of the horse hindgut were set up, using fecal inocula obtained from eight different horses. The functionality of the in vitro model was confirmed by monitoring the formation of short-chain fatty acids and the consumption of amino acids and carbohydrates throughout the digestion process. In vitro digestion samples were analyzed with a validated UHPLC-MS/MS method. The addition of β-Bol gave rise to the formation of ADD (androsta-1,4-diene-3,17-dione) or αT. Upon addition of ADD to the in vitro digestions, the transformation of ADD to β-Bol was observed and this for all eight horses' inocula, in line with previously obtained in vivo results, again confirming the functionality of the in vitro model. The transformation ratio proved to be inoculum and thus horse dependent. The addition of pure phytosterols (50% β-sitosterol) or phytosterol-rich herbal supplements on the other hand, did not induce the detection of β-Bol, only low concentrations of AED, a testosterone precursor, could be found (0.1 ng/mL). As such, the digestive transformation of ADD could be linked to the detection of β-Bol, and the consumption of phytosterols to low concentrations of AED, but there is no direct link between phytosterols and β-Bol. Copyright © 2015 Elsevier Ltd. All rights reserved.

Novel dry cryotherapy system for cooling the equine digit

Science.gov (United States)

Stefanovski, Darko; Lenfest, Margret; Chatterjee, Sraboni; Orsini, James

2018-01-01

Objectives Digital cryotherapy is commonly used for laminitis prophylaxis and treatment. Currently validated methods for distal limb cryotherapy involve wet application or compression technology. There is a need for a practical, affordable, dry cryotherapy method that effectively cools the digit. The objective of this study was to evaluate the hoof wall surface temperatures (HWSTs) achieved with a novel dry cryotherapy technology. Design Repeated-measures in vivo experimental study. Setting Experimental intervention at a single site. Participants 6 systemically healthy horses (3 mares, 3 geldings). Interventions Cryotherapy was applied to six horses for eight hours with a commercially available rubber and rubber and welded fabricice boot, which extended proximally to include the foot and pastern. Reusable malleable cold therapy packs were secured against the foot and pastern with the three built-in hook-and-loop fastener panels. Primary and secondary outcome measures HWST and pastern surface temperature of the cryotherapy-treated limb, HWST of the control limb and ambient temperature were recorded every five minutes throughout the study period. Results Results were analysed with mixed-effects multivariable regression analysis. The HWST (median 11.1°C, interquartile range 8.6°C–14.7°C) in the cryotherapy-treated limb was significantly decreased compared with the control limb (median 29.7°C, interquartile range 28.9°C–30.4°C) (P≤0.001). Cryotherapy limb HWST reached a minimum of 6.75°C (median) with an interquartile range of 4.1°C–9.3°C. Minimum HWST was achieved 68 minutes after cryotherapy pack application. Conclusions Dry application of cryotherapy significantly reduced HWST and reached minimums below the therapeutic target of 10°C. This cryotherapy method might offer an effective alternative for digital cooling. PMID:29344364

NEWER ASPECTS IN THE AGE-DEPENDING ALTERATION OF HORSE TEETHING

Directory of Open Access Journals (Sweden)

A. GÁSPÁRDY

2008-10-01

Full Text Available The authors give a short orientation about the age related parameters of incisors based on the literature. They tell about their own investigation of two conventional (cup depth and its yearly abrasion and of two first applied (relative abrasion and area of dental table parameters. The previous literature evaluated the parameters in question in two different ways: time period or frequency analysis. The authors introduced a new method: the linearly-corrected row data which is processed by analysis of variance. Their elaboration reaches altogether 107 individuals, three horse types (English Thoroughbred, English Half-breed and pony, and two genders (mare, stallion + gelding. The cup depth at the levelling is the shallowest in the ponies (2 mm, while it is deeper in the Half-breeds (5 mm and in the Thoroughbreds (4.4 mm. This deviation can be explained by body size differences between breeds. The degree of the absolute and the relative abrasion of the cup can be associated with the early utilisation (racing and with the intensive feeding (concentrate. The area of the dental table is the largest in the pony, and the smallest in the Thoroughbred. The reason for the slowest abrasion observed in the ponies can be explained not only by the more traditional feeding but also by the bigger occlusive surface. The authors assume that the selection for the early utilisation of the English Thoroughbred resulted in an automatic change of the well inherited chronology of dentition; more early matured animals producing, in relation to the chronology of dentition. In this breed the general refinement of the whole organism, but especially of the bone system manifests in the narrowing of the teeth also.

Mathematical modelling of digesta passage rate, mean retention time and in vivo apparent digestibility of two different lengths of hay and big-bale grass silage in ponies.

Science.gov (United States)

Moore-Colyer, M J S; Morrow, H J; Longland, A C

2003-07-01

Welsh-cross pony geldings (about 300 kg live weight) were used in a 4x4 Latin square experiment to determine the rate of passage and apparent digestibility of unchopped big-bale grass silage (BBL), chopped big-bale grass silage (BBS), unchopped grass hay (HL) and chopped grass hay (HS) offered at approximately 15 g/kg live weight per d. On day 1 of collection weeks, ponies were fed 85 g ytterbium chloride hexahydrate-marked feed 1.5 h after the morning meal. Total faecal collections commenced 8 h later and continued for 168 h. Apparent digestibilities of feed DM, organic matter (OM), crude protein (CP, Nx6.25), acid-detergent fibre (ADF) and neutral-detergent fibre (NDF) were also determined. Faecal excretion data were subjected to the models of Pond et al. (1988) and digesta mean retention time (MRT) calculated from these models and using the algebraic method of Thielmans et al. (1978). Silage had significantly (Peffect. All the models of Pond et al. (1988) accurately described (R(2)>0.8) the pattern of faecal marker excretion. MRT of BBL (29.0 h)>BBS(27 h)>HS and HL (26 h). Compartmental analysis using the G3 model of Pond et al. (1988) showed BBL and HS diets had longer MRT in the time-dependent compartment, whereas BBS and HL had longer MRT in the time-independent compartment. Results from this experiment indicate that BBL and BBS are readily accepted and digested by ponies. While Yb is a successful external marker for determining total tract MRT and for modelling faecal excretion curves in horses, the results did not allow any definite conclusions to be drawn on digesta MRT within the different compartments of the equid gut.

Ocular and multicentric T-cell lymphoma in horse

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Mariana C. Oliveira

2016-11-01

Full Text Available ABSTRACT. Oliveira M.C., Faleiro R.D., Santos C.C.A., Oliveira G.F., Daoualibi Y., Sonne L., Brito M.F. & Ubiali D.G. [Ocular and multicentric T-cell lymphoma in horse.] Linfoma de células T multicêntrico e ocular em equino. Revista Brasileira de Medicina Veterinária, 38(Supl.2:147-151, 2016. Setor de Anatomia Patológica, Departamento Epidemiologia e Saúde Pública, Universidade Federal Rural do Rio de Janeiro, BR 465 Km 7, Seropédica, RJ 23890-000, Brasil. E-mail: danielubiali@hotmail.com A 10-year-old gelding, mixed breed had body score condition 3 (1-10, with reluctance to move due to the loss of visual acuity in both eyes, right eye swelling and marked dyspnea. The ophthalmic examination showed no response to threat of reflection, objects test or direct reflection and consensus of both eyes. Examination with visor magnifier and Finoff transilluminator revealed buftalmia, hyphema, aqueous flare, corneal neovascularization and posterior synechiae with irregular bulging of the iris in the right eye and aqueous flare, central anterior synechiae and mature cataract in the left eye. It was found corneal integrity in both eyes with the fluorescein test. Urine sample submitted for PCR to Leptospira sp. resulted negative. Euthanasia was performed after unsuccessful treatment attempts. At necropsy there was a mass in the right eyeball, the pleural surface of the diaphragm and the mesentery. There was multifocal to coalescing whitish nodules between 1 and 4 cm in diameter in the lung, filling about 80% of the lungs’ surface, mainly in the ventral region. Morphology of masses was histopathologically compatible with lymphoma. Anti-CD3 antibody resulted positive in all samples analyzed characterizing immunophenotypic T-cell lymphoma.

Circulatory, respiratory and metabolic responses in Thoroughbred horses during the first 400 meters of exercise.

Science.gov (United States)

Littlejohn, A; Snow, D H

1988-01-01

These studies investigated circulatory, respiratory and metabolic responses in four Thoroughbred geldings during the first 400 metres of galloping (mean speed 14.4 +/- 0.38 m.s-1), cantering (mean speed 10.0 +/- 0.61 m.s-1) and walking (mean speed 1.58 +/- 0.05 m.s-1) from a standing start. A radio-controlled device which collected blood samples anaerobically during each 100 m section of the exercise track allowed analyses of changes in and functional relationships of the variables measured. During the 400 m gallop, the mean heart rate (HR) increased from 125 to 201 beats.min-1 and the haematocrit (Hct) from 0.513 to 0.589 l/l-1. The haemoglobin [Hb], lactate [LA] and potassium [K+] concentrations increased significantly, while the pH and the partial pressure of oxygen (PaO2) decreased significantly. The arterial partial pressure of carbon dioxide (PaCO2) and the plasma bicarbonate concentration did not change significantly. There were significant correlations between HR and Hct, HR and [Hb], HR and PaO2, HR and pH, HR and PvCO2, HR and [LA], HR and [K+], pH and [K+], Hct and PaO2, [Hb] and PaO2, PaCO2 and PaO2, [LA] and PaO2, pH and PaO2, [K+] and PaO2, stride frequency and PaO2. With the exception of the PvCO2 which increased significantly, changes in venous blood during the gallop were in the same direction as those of arterial blood. Thirty seconds before the start of the gallop, both HR and [Hb] were significantly higher than at rest, providing an approximate three-fold increase in oxygen delivery compared to that of the resting state.(ABSTRACT TRUNCATED AT 250 WORDS)

Halicephalobus gingivalis (H.deletrix in the brain of a horse Halicephalobus gingivalis (H.deletrix no cérebro de um eqüino

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Rosemeri de Oliveira Vasconcelos

2007-08-01

Full Text Available A 10-year-old Mangalarga gelding with rhabditiform nematode infection in the brain is described. Clinical signs were limited to circling and right side paralysis. Histological examination of the brain revealed marked gliosis and discreet edema. The perivascular mononuclear inflammatory infiltrate was composed of few layers of lymphocytes, plasmocytes and macrophages and rare eosinophils. The presence of rhabditiform nematodes was associated with the infiltrate. Areas of malacia associated with the parasites and parasite tracks with axonal spheroids were also seen close to the vessels and to the etiological agent and were more evident in the white matter. In the meninges there was moderate inflammatory infiltrate associated with perivascular parasites. The identification of the nematode was based on the histological examination of the cerebral fragments.Um eqüino macho, com 10 anos, Mangalarga, apresentou uma infecção por um nematódeo rabditiforme no cérebro. Os sinais clínicos limitaram-se ao fato de o animal andar em círculos e apresentar paralisia do lado direito. O exame histológico do cérebro revelou acentuada gliose e discreto edema intersticial. O infiltrado inflamatório mononuclear perivascular era composto por poucas camadas de linfócitos, plasmócitos, macrófagos e raros eosinófilos, associados aos nematódeos rabditiformes. Áreas de malácia e trajetos com esferóides axonais são vistos ao redor de vasos e do agente etiológico, sendo mais evidentes na substância branca. Nas meninges, o infiltrado inflamatório foi moderado e associado a parasitas perivasculares. A identificação do nematódeo foi baseada no exame histológico do cérebro do cavalo.

Not the market allowing to quickly pocket money. Siemens/KWU and their commitments in Central and Eastern Europe; ``Kein Markt fuer schnelles Geld``. Das Engagement von Siemens/KWU in Mittel- und Osteuropa

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Schwegmann, P.

1997-05-01

After the break-up of the Eastern Bloc, Siemens very soon concluded strategic alliances with the big and most qualified Russian power plant manufacturers, busy activities currently focusing on the nuclear sector with retrofitting and safety engineering work in a number of NPPs. Points of main interest are systems analysis, recurrent inspection of primary loop components, and the installation of diagnostic systems for operational monitoring, as well as the instrumentation and control systems. (Orig./RHM) [Deutsch] In Russland ist es Siemens nach der politischen Wende gelungen, mit den groessten und qualifiziertesten Kraftwerksherstellern Russlands strategisch bedeutsame Allianzen einzugehen. Sehr ruehrig ist man auf dem Nuklear-Sektor. So werden gegenwaertig die Sicherheitseinrichtungen einer Reihe von Kernkraftwerken nachgebessert. Schwerpunkte sind dabei Analysen, wiederkehrende Pruefungen an Komponenten der Primaerkreislaeufe sowie die Installation von Diagnosesystemen, Betriebs- und Leittechnik. (orig.)

Far ahead of the times. Measurements demonstrate: solar thermal heating systems save money at the highest level of domestic comfort; Der Zeit weit voraus. Messungen beweisen: solarthermische Heizsysteme sparen bares Geld bei hoechstem Wohnkomfort

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Anon.

2012-12-15

If someone wants to build or renovate its own home at present, is well advised to decide for a sustainable and cost saving energy concept. Already at the beginning of this year, the oil and gas prices amount to more than 90 cent per litre. Tendency: increasing. Many households look back on one of the most expensive heating periods of the past five years, although the winter 2011/2012 brought average temperatures statistically. If someone wants to become independent from the development of the energy prices, needs a building and heating concept which meets the heat requirement from renewable energy resources as wide-ranging as possible.

Endoscopic findings of the stomach in pleasure horses in Poland

Science.gov (United States)

2013-01-01

Background This study was performed to determine the prevalence of ulcers in the gastric squamous and glandular mucosa in Polish pleasure horses. Study design Medical records from gastroscopic examinations of 108 pleasure horses of different breeds were reviewed. The study population consisted of two groups; group I (n = 48) with horses that expressed mild clinical signs of gastric ulcer syndrome (EGUS) including poor appetite, slight weight loss or poor body condition, and group II (n = 60) with horses that had no signs of gastrointestinal problems. The age range was 4–10 years, including 5 males, 34 castrated males (geldings) and 69 mares. The prevalence, distribution and severity of gastric ulcers were recorded. Lesions involving the squamous mucosa and the glandular mucosa of the antrum and pylorus were graded and compared between groups. Results Significant difference was found in the presence and severity of gastric ulcers between the two groups of horses. The overall prevalence of gastric ulcers in the first group of horses (n = 48) was 59% while in the group of clinically healthy horses (n = 60) the prevalence of gastric lesion was 40% (P = 0.004). Almost 19% of horses from group I had between 6–10 lesions (EGUS score III) and nearly 19% had either >10 localized lesions or very large diffuse lesions (EGUS number score IV). The number of ulcerations in affected horses were significantly lower in group II compared to group I (P = 0.016) as 10% of horses had 6–10 lesions (EGUS number score III) and nearly 14% had either >10 localized lesions or very large diffuse lesions (EGUS number score IV). Gastroscopy revealed that nearly 32% of horses from the second group had an ulceration EGUS score ≥ II. Discussion and conclusions This study confirms that gastric ulcerations can be prevalent in apparently clinically normal pleasure horses and a complete gastroscopic examination including the examination of the pylorus is advisable

Westeuropas Wiederaufbau – Made in Germany? Baumaterial aus Deutschland im Versailler Vertrag

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Anna Karla

2016-11-01

Full Text Available To date, the historiography of reparations after World War I has a predominant focus on cash. The article proposes considering non-cash contributions a constitutive part of the Treaty of Versailles and investigating their impact on the post-World War I order. Contemporary debates on the supply of building materials to northern France illustrate the expectations on the German side that were raised by the promise of such deliveries in kind: Policymakers hoped that deliveries in kind would reduce the overall sum of reparations; smart entrepreneurs hoped for lucrative business, for instance from the sale of prefabricated houses; and trade unions saw new prospects for German workers and German building materials. Though deliveries in kind to the areas undergoing reconstruction in northern France were in practice small, the related debates disclose new perspectives on the post-war history. This example serves as a case in point for the potential of applying theoretical considerations about the social dimension of materiality to the context of the Treaty of Versailles and its consequences. Die Geschichtsschreibung der Reparationen nach dem Ersten Weltkrieg handelt bislang vor allem von Geld. Dieser Aufsatz plädiert dafür, auch die Sachlieferungen als einen wesentlichen Bestandteil des Versailler Vertrags zu interpretieren. Exemplarisch wird erprobt, wie sich theoretische Überlegungen zur sozialen Dimension von Dingen auf die Geschichte des Versailler Vertrags und seiner Folgen anwenden lassen. Anhand der zeitgenössischen Diskussionen über geplante Lieferungen von Baumaterial nach Nordfrankreich lässt sich nachvollziehen, dass man auf deutscher Seite mit diesen Reparationsleistungen durchaus Erwartungen verknüpfte: Aus Sicht der Politik sollten Sachlieferungen dazu beitragen, die Gesamtsumme der Reparationen zu mindern. Findige Unternehmen hofften schon 1919 auf einträgliche Geschäfte, etwa durch den Verkauf von Fertighäusern. Auch die

[Study on the reproducibility of ACTH concentrations in plasma of horses with and without equine Cushing syndrome].

Science.gov (United States)

Gehlen, Heidrun; Bradaric, Zrinkja

2013-01-01

The evaluation of plasma ACTH and the dexamethasone suppression test are considered the methods of choice to evaluate the course of therapy of pituitary pars intermedia dysfunction (PPID). Sampling protocols as well as vacutainers for analysis differ between the laboratories. To evaluate the reproducability of plasma ACTH measurement between four different laboratories (A, B, C, D) in Germany as well as within the laboratories themselves, ten horses with previously diagnosed PPID and four healthy horses were sampled and analyzed. Each laboratory received two differently labeled samples of each horse which had been drawn at the same time (blinded samples). Sampling was performed in the morning at the same time. The sampling vacutainers (with and without addition of coagulation and proteinase inhibitors) and postage of the samples was performed according to laboratory standards. In one laboratory the influence of the time of centrifugation (immediately after taking blood versus after one hour) was determined. The samples were processed and analyzed according to laboratory protocols. Determination of ACTH levels was performed using chemiluminescence immunoassay. In total 132 blood samples were analyzed. The results of doubled blood samples of the same horse showed a standard deviation ranging from +/- 6 to +/- 27 pg/ml within the laboratories (Ø 19,29 pg/ml). The standard deviation of the repeatability of the variation coefficient was 13,48%. Blood samples of the same horse resulted in ACTH levels of 121 pg/ml in the first probe and in < 5 pg/ml in the second probe. Standard deviation of measured ACTH values between the laboratories was +/- 26,4 pg/ml (Ø 27,44 pg/ml). The standard deviation of the reproducibility of the variation coefficient was 18,36%. In a 20 year old gelding the lowest ACTH value was 60.9 pg/ml whereas the highest measured value was 108 pg/ml. Immediate centrifugation of blood samples resulted in significantly higher ACTH values at an average of

Muscle satellite cells are activated after exercise to exhaustion in Thoroughbred horses.

Science.gov (United States)

Kawai, M; Aida, H; Hiraga, A; Miyata, H

2013-07-01

Although satellite cells are well known as muscle stem cells capable of adding myonuclei during muscle repair and hypertrophy, the response of satellite cells in horse muscles to a run to exhaustion is still unknown. To investigate the time course of satellite cell activation in Thoroughbred horse muscle after running to exhaustion. We hypothesised that this type of intense exercise would induce satellite cell activation in skeletal muscle similar to a resistance exercise. Nine de-trained Thoroughbred horses (6 geldings and 3 mares) aged 3-6 years were studied. Biopsy samples were taken from the gluteus medius muscle of the horses before and 1 min, 3 h, 1 day, 3 days, 1 week and 2 weeks after a treadmill run to exhaustion. The numbers of satellite cells for each fibre type were determined by using immunofluorescence staining. Total RNA was extracted from these samples, and the expressions of interleukin (IL)-6, paired box transcriptional factor (Pax) 7, myogenic differentiation 1 (MyoD), myogenin, proliferating cell nuclear antigen (PCNA), insulin-like growth factor (IGF)-I and hepatocyte growth factor (HGF) mRNA were analysed using real-time reverse transcription-PCR. The numbers of satellite cells were significantly increased in type I and IIa fibres at 1 week and in type IIa/x fibre at 2 weeks post exercise. The expression of IL-6 mRNA increased significantly by 3 h post exercise. The expression of PCNA mRNA also increased by 1 day after running, indicating that running can initiate satellite cell proliferation. The expression of Pax7, MyoD, myogenin, IGF-I and HGF mRNA peaked at 1 week post exercise. Satellite cell activation and proliferation could be enhanced after a run to exhaustion without detectable injury as assessed by the histochemical analysis. Understanding the response of satellite cell activation to running exercise provides fundamental information about the skeletal muscle adaptation in Thoroughbred horses. © 2012 EVJ Ltd.

More innovation for less money. 'Solar Decathlon Europa 2012' presents feasible and low-cost solar architecture; Mehr Innovation fuer weniger Geld. Der 'Solar Decathlon Europa 2012' ueberzeugt mit machbarer und preisguenstiger Solararchitektur

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Franco de Saravia, Cristina

2012-11-15

In September 2012, the 'Solar Decathlon Europe 2012' again took place in Madrid. The 'Solar Decathlon Europe' is an architecture competition of universities. 19 teams from twelve countries had to pass ten tests to convince the public and the jury of their concepts for sustainable living. The eleventh test was the factor of surprise.

Evaluation of methodological aspects of digestibility measurements in ponies fed different haylage to concentrate ratios.

Science.gov (United States)

Schaafstra, F J W C; van Doorn, D A; Schonewille, J T; van Riet, M M J; Visser, P; Blok, M C; Hendriks, W H

2017-11-01

Methodological aspects of digestibility measurements were studied in four Welsh pony geldings consuming haylage-based diets with increasing proportions of a pelleted concentrate according to a 4×4 Latin square design experiment. Ponies were fed four experimental, iso-energetic (net energy (NE) basis) diets (i.e. 22 MJ NE/day) with increasing proportions of a pelleted concentrate (C) in relation to haylage (H). The absolute amounts of diet dry matter fed per day were 4.48 kg of H (100H), 3.36 and 0.73 kg of H and C (75H25C), 2.24 and 1.45 kg of H and C (50H50C) and 1.12 and 2.17 kg of H and C (25H75C). Diets were supplemented with minerals, vitamins and TiO2 (3.7 g Ti/day). Voluntary voided faeces were quantitatively collected daily during 10 consecutive days and analysed for moisture, ash, ADL, acid-insoluble ash (AIA) and Ti. A minimum faeces collection period of 6 consecutive days, along with a 14-day period to adapt the animals to the diets and become accustomed to the collection procedure, is recommended to obtain accurate estimations on dry matter digestibility and organic matter digestibility (OMD) in equids fed haylage-based diets supplemented with concentrate. In addition, the recovery of AIA, ADL and Ti was determined and evaluated. Mean faecal recovery over 10 consecutive days across diets for AIA, ADL and Ti was 124.9% (SEM 2.9), 108.7% (SEM 2.0) and 97.5% (SEM 0.9), respectively. Cumulative faecal recovery of AIA significantly differed between treatments, indicating that AIA is inadequate to estimate the OMD in equines. In addition, evaluation of the CV of mean cumulative faecal recoveries obtained by AIA, ADL and Ti showed greater variations in faecal excretion of AIA (9.1) and ADL (7.4) than Ti (3.7). The accuracy of prediction of OMD was higher with the use of Ti than ADL. The use of Ti is preferred as a marker in digestibility trials in equines fed haylage-based diets supplemented with increasing amounts of pelleted concentrate.

Round-bale feeder design affects hay waste and economics during horse feeding.

Science.gov (United States)

Martinson, K; Wilson, J; Cleary, K; Lazarus, W; Thomas, W; Hathaway, M

2012-03-01

Many horse owners find round bales convenient, less labor intensive, and more affordable than other hay types, but report an inability to control horse BW gain and excessive hay waste. The objectives were to compare hay waste, hay intake, and payback of 9 round-bale feeders and a no-feeder control when used during horse feeding. Nine round-bale feeders were tested: Cinch Net, Cone, Covered Cradle, Hayhut, Hay Sleigh, Ring, Tombstone, Tombstone Saver, and Waste Less. Each feeder design was placed on the ground in a dirt paddock. Five groups of 5 horses were fed in rotation for a 4-d period with each feeder. Every fourth day, groups were rotated among paddocks and a new round bale was placed in each feeder. In the 5 paddocks used, 5 feeders were installed for d 1 through 20, and the remaining 4 feeders and no-feeder control were installed for d 21 through 40. Groups of horses were sequentially assigned to feeders using two 5 × 5 Latin squares, the first for d 1 through 20, the second for d 21 through 40. Horse groups of similar age, BW, breed, and sex were formed from 25 Quarter Horse and Thoroughbred geldings and open mares (means: 11 yr; 541 kg of BW). Hay on the ground surrounding the feeder was collected daily, dried, and weighed. The total amount of hay removed around each feeder for a 4-d period was considered waste. Dry matter intake was estimated as the difference between hay disappearance and waste. Number of months for the reduction in waste to repay feeder cost (payback) were calculated using hay valued at $110/t, and improved feeder efficiency over the control. Feeder design did not affect hay intake (P > 0.05); all feeders resulted in an estimated hay intake of 2.0 to 2.4% BW; the no-feeder control resulted in a reduced intake of 1.3% BW (P = 0.001). Mean percentage of hay waste differed among feeders (P feeder control, 57%. Feeder design also affected payback (P feeder design affected hay waste and payback, but not estimated hay intake or BW change

Safety - thanks to the freedom to decide; Sicherheit durch Entscheidungsfreiheit

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Brandes, B. [Brandes GmbH, Eutin (Germany)

1994-12-01

Vorstoss mehr Vor- als Nachteile bringt, muessen daher die entscheiden, die als Auftraggeber Nutzen aus der Fernheizleitung und Sicherheit fuer das investierte Geld aus dem Sicherheitssystem ziehen wollen. Eine Fehlentscheidung waere endgueltig und kritisch fuer die Fernwaerme. (orig./KO)

A theoretical interpersonal style repertoire for middle-level managers

Directory of Open Access Journals (Sweden)

P. Koortzen

2005-10-01

Full Text Available The development of the interpersonal behaviour of managers has received a good deal of attention, especially in terms of the most appropriate interpersonal styles in the work context and the skills involved in developing and maintaining effective interpersonal relationships. The design of effective interpersonal development programs requires a thorough evaluation of an individual’s interpersonal development needs. In order to do this, evaluators should have an understanding of the most appropriate interpersonal styles for managers. Given the aims of the investigation, the approach that was followed was to evaluate the relevant literature in this field. The theoretical goal was to study and describe the most appropriate theoretical interpersonal style repertoire of middle-level managers using the interpersonal approach, and specifically the 1982 Interpersonal Circle. The conclusions support the notion that dominant, assured, exhibitionistic, social, friendly, warm and trusting styles are the most relevant of the 16 interpersonal segments, while the assured-dominant, social-exhibitionistic and warm-friendly octants are viewed as the most appropriate. Opsomming Die ontwikkeling van die interpersoonlike gedrag van bestuurders het reeds heelwat aandag gekry. Dit geld veral vir aangeleenthede wat verband hou met die mees toepaslike interpersoonlike style binne die werkskonteks en die vaardighede wat die ontwikkeling van effektiewe interpersoonlike verhoudings onderlê. Die ontwikkeling van effektiewe interpersoonlike ontwikkelingsprogramme vereis ’n deeglike evaluering van ’n individu se interpersoonlike ontwikkelingsbehoeftes. Om dit te vermag, is dit nodig vir evalueerders om te verstaan wat die mees toepaslike interpersoonlike style vir bestuurders is. Gegee die doelwitte van die ondersoek is die metode wat gevolg is ’n evaluering van die relevante literatuur in hierdie gebied. Die teoretiese doel was om die mees toepaslike teoretiese

Freizeit beim Feind. US-amerikanische Soldaten in Ost-Berlin

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Stefanie Eisenhuth

2018-04-01

Full Text Available This article focuses on an almost forgotten type of ›border crosser‹ in the divided city of Berlin: the members of the American military community. To them (as well as to the members of the French and British forces, the Berlin Wall marked the front line of the Cold War. At the same time, though, they were allowed to cross the border and spend their free time in East Berlin. Especially in the 1970s and 1980s, when the dollar was tumbling, American families took advantage of the favourable exchange rate and crossed the border for cheap shopping, dining and entertainment. Due to Berlin’s status, the GDR government had to tolerate this kind of tourism, but nevertheless tried to prevent any personal contact between Americans and East Germans. The regime could also benefit financially from the Western tourists. This demonstrates the ambivalence of the Honecker era, the concurrence of an increased openness and internal erosion. The study is based on documents from the GDR’s Ministry for State Security, the West Berlin Senate Chancellery and the US Berlin Brigade as well as on contemporary newspaper articles. * * * Der Aufsatz widmet sich einer ungewöhnlichen Gruppe von Berliner Grenzgängern: den vor Ort stationierten US-Soldaten. Für sie (wie auch für die Soldaten der britischen und französischen Armee markierte die Mauer einerseits die Front des Kalten Krieges, andererseits durften sie diese ohne große Kontrollen passieren und ihre Freizeit in Ost-Berlin verbringen – was sie besonders in den 1970er- und 1980er-Jahren auch intensiv taten, denn in Zeiten der Dollarkrise versprach die östliche Stadthälfte viel Vergnügen, Restaurantbesuche und Einkaufsmöglichkeiten für wenig Geld. Die DDR-Regierung war genötigt, die Grenzgänge zu tolerieren. Von dieser Form des Tourismus konnte sie finanziell profitieren, versuchte konkrete Kontaktaufnahmen aber zu vermeiden. Der Umgang mit den Grenzgängen amerikanischer Soldaten und ihrer

Effect of exercise on apparent total tract digestibility of nutrients and faecal recovery of ADL and TiO2 in ponies.

Science.gov (United States)

Schaafstra, F J W C; van Doorn, D A; Schonewille, J T; Roelfsema, E; Westermann, C M; Dansen, O; Jacobs, M; Lee, J-Y; Spronck, E A; Blok, M C; Hendriks, W H

2018-03-07

Exercise and physical training are known to affect gastrointestinal function and digestibility in horses and can lead to inaccurate estimates of nutrient and energy digestibility when markers are used. The effect of exercise on apparent nutrient digestibility and faecal recoveries of ADL and TiO2 was studied in six Welsh pony geldings subjected to either a low- (LI) or high-intensity (HI) exercise regime according to a cross-over design. Ponies performing LI exercise were walked once per day for 45 min in a horse walker (5 km/h) for 47 consecutive days. Ponies submitted to HI exercise were gradually trained for the same 47 days according a standardized protocol. Throughout the experiment, the ponies received a fixed level of feed and the daily rations consisted of 4.7 kg DM of grass hay and 0.95 kg DM of concentrate. The diet was supplemented with minerals, vitamins and TiO2 (3.0 g Ti/day). Total tract digestibility of DM, organic matter (OM), CP, crude fat, NDF, ADF, starch, sugar and energy was determined with the total faeces collection (TFC) method. In addition, DM and OM digestibility was estimated using internal ADL and the externally supplemented Ti as markers. Urine was collected on the final 2 days of each experimental period. Exercise did not affect apparent digestibility of CP, crude fat, starch and sugar. Digestibility of DM (DMD), OM (OMD), ADF and NDF tended to be lower and DE was decreased when ponies received the HI exercise regime. For all treatments combined, mean faecal recoveries of ADL and Ti were 87.8±1.7% and 99.3±1.7%, respectively. Ti was not detected in the urine, indicating that intestinal integrity was maintained with exercise. Dry matter digestibility estimated with the TFC, ADL and Ti for ponies subjected to LI exercise were 66.3%, 60.3% and 64.8%, respectively, while DMD for HI ponies were 64.2%, 60.3% and 65.2%, respectively. In conclusion, physical exercise has an influence on the GE digestibility of the feed in ponies provided

A Nordic survey of management practices and owners' attitudes towards keeping horses in groups.

Science.gov (United States)

Hartmann, E; Bøe, K E; Christensen, J W; Hyyppä, S; Jansson, H; Jørgensen, G H M; Ladewig, J; Mejdell, C M; Norling, Y; Rundgren, M; Särkijärvi, S; Søndergaard, E; Keeling, L J

2015-09-01

Keeping horses in groups is widely recommended but limited information is available about how this is implemented in practice. The aim of this survey was to describe how horses are kept in the Nordic countries in relation to sex, age, breed, and equestrian discipline and to assess owners' attitudes toward keeping horses in groups. Horse owners in Denmark, Finland, Norway, and Sweden were approached using a web-based questionnaire, which was translated into 4 languages and distributed online via equestrian forums, organizations, and social media. The number of respondents was 3,229, taking care of 17,248 horses. Only 8% of horses were never kept in groups, 47% were permanently grouped for 24 h/d, and 45% were stabled singly but grouped during turnout. Yearlings were most often permanently kept in groups (75%), mares and geldings more commonly during parts of the day (50 and 51%, respectively), and stallions were often kept alone (38%). Icelandic horses were more likely to be permanently kept in groups (36%) than warmbloods (16%) and ponies (15%). Twice as many competition horses (51%) were never grouped compared with horses used for breeding (20%) or leisure purposes (15%). The majority of respondents (86%) strongly agreed that group housing benefits horse welfare and that it is important for horses to have the company of conspecifics (92%). Nevertheless, not all horses were kept in groups, showing that attitudes toward group housing may not necessarily reflect current management. The risk of injury was a concern of many respondents (45%), as was introducing unfamiliar horses into already established groups (40%) and challenges in relation to feeding in groups (44%). Safety of people (23%) and difficulties handling group-kept horses (19%) were regarded as less problematic. Results suggest that the majority of horses have the possibility to freely interact with other horses, either as fulltime members of a group during 24 h/d or during turnout. Future research should

Information on the Schacht Asse II. Expensive home country. What costs the Asse facility? What is the value of region? Key aspect money; Informationen ueber die Schachtanlage Asse II. Teure Heimat. Was kostet die Asse? Was ist die Region wert? Schwerpunkt Geld

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2015-07-15

The information brochure on Asse II includes the following contributions: The picture of the blind shaft 3 and what does it mean? What costs the Asse facility? Expensive home country. The history of Asse II shows that safety has to stand before economic interests. The Asse legislation of 203 opens new paths for the waste retrieval.

Effects on the equine colon ecosystem of grass silage and haylage diets after an abrupt change from hay.

Science.gov (United States)

Muhonen, S; Julliand, V; Lindberg, J E; Bertilsson, J; Jansson, A

2009-07-01

The objective of this study was to investigate the effect of an abrupt change from grass hay (81% DM) to grass silage (36% DM) or grass haylage (55% DM), fed at similar DM intakes, and to compare the effects of silage and haylage on the composition and activities of the colon microflora. The forages were from the same swath harvested on the same day. Four adult colon-fistulated geldings were randomly assigned to diets in a crossover design. The study started with a preperiod when all 4 horses received the hay diet, followed by an abrupt feed change to the haylage diet for 2 horses and the silage diet for 2 horses. All 4 horses then had a new second preperiod of hay, followed by an abrupt feed change to the opposite haylage and silage diet. The periods were 21 d long, and the forage-only diets were supplemented with minerals and salt. The abrupt feed changes were made at 0800 h. Colon samples were taken before the abrupt feed change, 4 and 28 h after the feed change, and 8, 15, and 21 d after the feed change, all at 1200 h. Colon bacterial counts, VFA, pH, and DM concentrations were unchanged throughout the first 28 h after the abrupt feed change from hay to haylage and silage. Also, fecal pH and DM concentrations were unchanged during the first 28 h. During the weekly observations, colon lactobacilli counts increased (P = 0.023) in horses receiving the silage diet and were greater than on the haylage diet at 21 d. Streptococci counts decreased (P = 0.046) in horses receiving the haylage diet and were less than on the silage diet at 15 and 21 d. Total VFA concentrations and colon and fecal pH did not differ between diets and were unchanged throughout the weekly observations. The DM concentration of colon digesta and feces decreased (P = 0.030 and 0.049, respectively) on both diets during the weekly observations. The results suggest that in horses fed at the maintenance level of energy intake, an abrupt feed change from grass hay to grass silage or grass haylage from

Valores de digestibilidade de alimentos volumosos para eqüinos Values of digestibility of forage feeds for equines

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Danilo Mariano Figueiredo

1999-08-01

Full Text Available Quatro ensaios de metabolismo foram realizados para obter informações sobre os valores de digestibilidade dos nutrientes na alimentação de eqüinos. Cavalos castrados, sem raça definida, com idade média de seis anos de idade foram usados. Nos experimentos foram testados: (1 cana-de-açúcar, (2 combinação de 59,0% de cana-de-açúcar e 41,0% de milho grão inteiro, (3 capim-elefante e (4 cana-de-açúcar com 1,5 % de uréia. O consumo médio de MS foi de 0,89; 1,11; 2,02; e 1,03% PV para cana-de-açúcar, cana-de-açúcar mais milho grão inteiro, capim-elefante e cana-de-açúcar mais uréia, respectivamente. Os valores de energia digestível para cana-de-açúcar, cana-de-açúcar mais milho grão inteiro, cana-de-açúcar mais uréia e capim-elefante foram 2361, 3382, 2060 e 1182 kcal/kg MS, respectivamente. Cana-de-açúcar e cana-de-açúcar mais milho grão inteiro são boas fontes alternativas de alimentos para os eqüinos. O capim-elefante e a adição de 1,5% de uréia a cana-de-açúcar apresentaram menor potencial nutricional como volumoso na alimentação de cavalos adultos.Four metabolism assays were carried out to btain information on the nutrient digestibility of horses feeding. Geldings without definite breed, with average of six years of age, were used. In the experiments were tested: (1 sugar cane; (2 a combination of 59.0% of sugar cane and 41.0% of whole corn grain; (3 elephant grass; (4 and sugar cane with 1.5% of urea. The average DM intake was .89, 1.11, 2.02 and 1.03% LW for sugar cane, sugar cane plus whole corn grain, elephant grass, and sugar cane plus urea, respectively. The values of the digestible energy for sugar cane, sugar cane plus whole corn grain, sugar cane plus urea and elephant grass were 2361, 3382, 2060 and 1182 kcal/kg DM, respectively. The sugar cane and sugar cane plus whole corn grain are good alternative sources of feed for equines. The elephant grass and addition of 1.5% of urea in sugar

Balance for the Environment 2010; Balans van de Leefomgeving 2010

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

NONE

2010-09-15

vernieuwd en de natuur verbetert lokaal. Toch resteren grote problemen: beperkte bereikbaarheid, klimaatverandering en verlies van biodiversiteit vergen extra beleidsinspanningen en dus ook extra investeringen. Juist die investeringen nemen af. Overheid en private partijen beschikken immers door de crisis over minder geld. Dit kan zowel de leefbaarheid in steden als de natuur- en landschapskwaliteit onder druk zetten. De overheid kan bijvoorbeeld zoeken naar nieuwe wegen om private partijen meer verantwoordelijkheid te geven in het verbeterproces. Zij zal hiervoor een helder kader moeten formuleren waarin spelregels en verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Juist door aandacht te schenken aan de samenhang tussen de beleidsdomeinen, legt deze publicatie hier een goede basis voor.

New jobs in the building sector. Employment effects of energy conservation in the built environment; Bouwen en banen. Werkgelegenheidseffecten van energiebesparing in de gebouwde omgeving

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Volkerink, M.; Rougoor, W.; Tieben, B.; Blom, M.; Schepers, B.

2012-12-15

sprake is van een aanzienlijke vraaguitval. Op dit moment loopt de werkloosheid in de bouw snel op en bedraagt ongeveer 40.000 werkzoekenden. Een energiebesparing van 2 procent per jaar tot 2020 vraagt extra investeringen van in totaal circa 20 miljard euro. Bij een hoger tempo van energiebesparing (2-procent-plus) moeten alle koopwoningen naar energielabel C en alle huurwoningen naar energielabel B verbouwd worden. Voor die opwaardering is in totaal 33 miljard euro aan extra investeringen nodig. Tegenover de investeringskosten staan extra jaarlijkse besparingen op de energierekening van Nederlandse huishoudens. Deze kostenbesparingen bedragen euro 1 en euro 1,5 miljard (in respectievelijk 2% en 2%plus). Afhankelijk van de wijze van financiering kunnen huishoudens als gevolg van de investering in energiebesparing maandelijks geld overhouden.

A comparison of the antinociceptive effects of xylazine, detomidine and romifidine on experimental pain in horses.

Science.gov (United States)

Moens, Yves; Lanz, Francisca; Doherr, Marcus G; Schatzmann, Urs

2003-07-01

To study the analgesic potency of the alpha2-agonist romifidine in the horse using both an electrical current and a mechanical pressure model for nociceptive threshold testing. In addition, a comparison was made with doses of detomidine and xylazine that produce equivalent degrees of sedation. Randomized, placebo-controlled, blinded cross-over study. Six adult Swiss warmblood horses, one mare and five geldings, weighing from 530 to 650 kg and aged 6-15 years. Nociceptive thresholds were measured using an electrical stimulus applied to the coronary band and using a pneumatically operated pin pressing on the cannon bone. Measurements were made immediately before and every 15 minutes for 2 hours after IV injection of the test substances. Lifting of the foot indicated the test end point. The three alpha2-agonists caused a temporary increase in nociceptive thresholds with a maximal effect within 15 minutes and a return to baseline levels within 1 hour. Using electrical current testing nociceptive thresholds were significantly different from placebo (mean +/- SD) for detomidine at 15 minutes (from control 5.8 +/- 0.9 to 23.3 +/- 3.9 mA, p = 0.0066) and 30 minutes (from control 6.6 +/- 1.1 to 18.8 +/- 3.3 mA, p = 0.0091). The difference was significant for romifidine at 15 minutes only (from control 5.8 +/- 0.9 to 18.7 +/- 3.8 mA, p = 0.0066). With mechanical pressure testing nociceptive thresholds were significantly different from control for detomidine at 15 minutes (from 3.2 +/- 0.2 to 6.2 +/- 0.5 N, p = 0.00076) and 30 minutes (from 3.2 +/- 0.7 to 5.7 +/- 0.8 N, p = 0.0167). The difference was significant for xylazine at 15 minutes (from control 3.2 +/- 0.2 to 5.6 +/- 0.7 N, p = 0.0079). At 15 minutes the order of magnitude of the measured antinociceptive effect was significantly different between the two pain tests for both romifidine and detomidine, but not for xylazine. For romifidine, the increase of mean thresholds compared to placebo was 4.0 +/- 1.3 times

Seniausias baltų rašto paminklas

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Vytautas Mažiulis

2011-05-01

Full Text Available DAS ÄLTESTE BALTISCHE SCHRIFTDENKMALZusammenfassungDas von Stephen McCluskey kürzlich in einem Foliant (F.V. 2 der Öffentlichen Bibliothek der Universität Basel entdeckte altpreußische Manuskript (Epigraph wird vom graphi­schen und sprachlichen Standpunkt aus untersucht. Dieser Baseler altpreußische Text (BAT — vermutlich aus der Mitte des XIV. Jh. — ist das älteste baltische Schriftdenkmal. Es wird gefolgert, daß der BAT ein Hexameter ist; der BAT kann folgenderweise transliteriert, rekonstruiert und ins Litauische und Deutsche übersetzt werden:Kayle         rekyfe-       thoneaw       labonache thewelyfe-*kails            *rīkīs             *tu *n'au      *labans         *tēvelis„Sveikas,     pone!          Tu nebe       geras          dėdelis,„Zum Wohl, Herr!         Du bist kein gutes Onkelchen mehr,Eg-            koyte-        poyte-         nykoyte-      pen͡ega        doyte-*īk                 *k(vitu       *pöt               *nik(vitu    *penigan       *dtjeigu           nori tu        gerti, [bet]   ne[be]nori tu pinigą        duoti",wenn          du trinken   willst, [aber] kein Geld    [mehr] geben willst".Der BAT stammt wohl von einem Studiosus (oder von einem Nachahmer des studentischen Sprachstils; dieser Text ist ein gereimter im hexametrischen Versmaß abgefaßter Spruch, mit dem sich ein Studiosus (in einer Trinkgesellschaft an einem anderen Studiosus (einen Trinkbruder wendet, den er humoristisch-ironisch „Herr" und „Onkelchen" nennt. Es hat sich herausgestellt, daß die Rekonstruktion des BAT im Grande in der Beseitigung von bestimmten phonetisch-graphischen Manierlichkeiten besteht, die durch die studentische Art der Reim-und Versmaßbildung bedingt sind. Nach solch einer �

Farelo da vagem de algaroba associado a níveis de ureia na alimentação de ovinos: balanço de nitrogênio, N-ureico no plasma e parâmetros ruminais=Mesquite pod meal associated with levels of urea on feeding sheep: nitrogen balance, plasma urea-N and ruminal parameters

Directory of Open Access Journals (Sweden)

João Gonsalves Neto

2012-07-01

Full Text Available Objetivou-se neste trabalho avaliar os efeitos da inclusão de ureia em dietas contendo farelo da vagem de algaroba sobre o balanço de nitrogênio, N-ureico no plasma e parâmetros ruminais em ovinos. Foram utilizados oito animais, machos castrados, com peso médio de 33,5 kg, distribuídos em dois quadrados latinos 4 x 4. Os tratamentos constituíram da inclusão de níveis de ureia na dieta, sendo: 0; 0,5; 1,0 e 1,5% da MS total. A dieta foi fornecida como dieta total na relação volumoso:concentrado de 40:60 com base na MS total da dieta. Foi realizada a coleta total de urina e fezes e determinada a excreção de nitrogênio. Foi coletado sangue, seguido com a extração do plasma e determinação do N-ureico. Para avaliação do pH e N-amoniacal no líquido ruminal foram utilizados quatro animais fistulados no rúmen. A ingestão de N (31,68 g dia-1 e perdas vias fecal (7,94 g dia-1 e urinária (9,95 g dia-1 não sofreram alterações. As concentrações de N-amoniacal e N-ureico no plasma aumentaram de forma linear. O pH ruminal foi semelhante entre os tratamentos. A inclusão de ureia não influencia o balanço de nitrogênio, porém eleva as concentrações de N-amoniacal no rúmen e N-ureico no plasma podendo influenciar o gasto de energia no organismo.The goal of this study was to evaluate the effects of including urea in diets containing mesquite pod meal on nitrogen balance, plasma urea-N and ruminal parameters. Eight gelded males, with mean weight of 33.5 kg, were divided into two 4 x 4 Latin squares. Treatments consisted of following urea levels in diet: 0, 0.5, 1.0 and 1.5% of total dry matter. The diet was provided as total diet a 40:60 forage: concentrate ratio based on total diet DM. Total urine and feces were collected and nitrogen excretion was determined. Blood was collected, followed by plasma extraction and quantification of urea nitrogen. To evaluate pH and ammonia-N in rumen fluid, four rumen fistulated animals were

Farelo da vagem de algaroba associado a níveis de ureia na alimentação de ovinos: balanço de nitrogênio, N-ureico no plasma e parâmetros ruminais - doi: 10.4025/actascianimsci.v34i3.12759 Mesquite pod meal associated with levels of urea on feeding sheep: nitrogen balance, plasma urea-N and ruminal parameters - doi: 10.4025/actascianimsci.v34i3.12759

Directory of Open Access Journals (Sweden)

João Gonsalves Neto

2012-05-01

Full Text Available Objetivou-se neste trabalho avaliar os efeitos da inclusão de ureia em dietas contendo farelo da vagem de algaroba sobre o balanço de nitrogênio, N-uréico no plasma e parâmetros ruminais em ovinos. Foram utilizados oito animais, machos castrados, com peso médio de 33,5 kg, distribuídos em dois quadrados latinos 4 x 4. Os tratamentos constituíram da inclusão de níveis de ureia na dieta, sendo: 0; 0,5; 1,0 e 1,5% da MS total. A dieta foi fornecida como dieta total na relação volumoso:concentrado de 40:60 com base na MS total da dieta. Foi realizada a coleta total de urina e fezes e determinada a excreção de nitrogênio. Foi coletado sangue, seguido com a extração do plasma e determinação do N-uréico. Para avaliação do pH e N-amoniacal no líquido ruminal foram utilizados quatro animais fistulados no rúmen. A ingestão de N (31,68 g/dia e perdas vias fecal (7,94 g/dia e urinária (9,95 g/dia não sofreram alteração. As concentrações de N-amoniacal e N-uréico no plasma aumentaram de forma linear. O pH ruminal foi semelhante entre os tratamentos. A inclusão de uréia não influencia o balanço de nitrogênio, porém eleva as concentrações de N-amoniacal no rúmen e N-uréico no plasma podendo influenciar o gasto de energia no organismo.The goal of this study was to evaluate the effects of including urea in diets containing mesquite pod meal on nitrogen balance, plasma urea-N and ruminal parameters. Eight gelded males, with mean weight of 33.5 kg, were divided into two 4 x 4 Latin squares. Treatments consisted of following urea levels in diet: 0, 0.5, 1.0 and 1.5% of total dry matter. The diet was provided as total diet a 40:60 forage: concentrate ratio based on total diet DM. Total urine and feces were collected and nitrogen excretion was determined. Blood was collected, followed by plasma extraction and quantification of urea nitrogen. To evaluate pH and ammonia-N in rumen fluid, four rumen fistulated animals were used

Metabolic studies of oxyguno in horses

International Nuclear Information System (INIS)

Wong, April S.Y.; Ho, Emmie N.M.; Wan, Terence S.M.; Lam, Kenneth K.H.; Stewart, Brian D.

2015-01-01

Oxyguno (4-chloro-17α-methyl-17β-hydroxy-androst-4-ene-3,11-dione) is a synthetic oral anabolic androgenic steroid commercially available without a prescription. Manufacturers of oxyguno claim that its anabolic effect in metabolic enhancement exceeds that of the classic anabolic steroid testosterone by seven times, but its androgenic side-effects are only twelve percent of testosterone. Like other anabolic androgenic steroids, oxyguno is prohibited in equine sports. The metabolism of oxyguno in either human or horse has not been reported and therefore little is known about its metabolic fate. This paper describes the in vitro and in vivo metabolic studies of oxyguno in racehorses with an objective to identify the most appropriate target metabolites for detecting oxyguno administration. In vitro studies of oxyguno were performed using horse liver microsomes. Metabolites in the incubation mixtures were isolated by liquid–liquid extraction and analysed by gas chromatography-mass spectrometry in the EI mode after trimethylsilylation. In vitro metabolites identified include the stereoisomers of 4-chloro-17α-methyl-androst-4-ene-3-keto-11,17β-diol (M1a & M1b); 20-hydroxy-oxyguno (M2); and 4-chloro-17α-methyl-androst-4-ene-3-keto-11,17β,20-triol (M3). These novel metabolites were resulted from hydroxylation at C20, and/or reduction of the keto group at C11. For the in vivo studies, two geldings were each administered orally with a total dose of 210 mg oxyguno (52.5 mg twice daily for 2 days). Pre- and post-administration urine and blood samples were collected for analysis. The parent drug oxyguno was detected in both urine and blood, while numerous novel metabolites were detected in urine. The stereoisomers (M1a & M1b) observed in the in vitro studies were also detected in post-administration urine samples. Three other metabolites (M4 - M6) were detected. M4, 4-chloro-17α-methyl-androstane-11-keto-3,17β-diol, was resulted from reductions of the olefin

Metabolic studies of oxyguno in horses

Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

Wong, April S.Y., E-mail: april.sy.wong-rl@hkjc.org.hk [Racing Laboratory, The Hong Kong Jockey Club, Sha Tin Racecourse, Sha Tin, N.T., Hong Kong (China); Ho, Emmie N.M. [Racing Laboratory, The Hong Kong Jockey Club, Sha Tin Racecourse, Sha Tin, N.T., Hong Kong (China); Wan, Terence S.M., E-mail: terence.sm.wan@hkjc.org.hk [Racing Laboratory, The Hong Kong Jockey Club, Sha Tin Racecourse, Sha Tin, N.T., Hong Kong (China); Lam, Kenneth K.H.; Stewart, Brian D. [Veterinary Regulation & International Liaison, The Hong Kong Jockey Club, Sha Tin Racecourse, Sha Tin, N.T, Hong Kong (China)

2015-09-03

Oxyguno (4-chloro-17α-methyl-17β-hydroxy-androst-4-ene-3,11-dione) is a synthetic oral anabolic androgenic steroid commercially available without a prescription. Manufacturers of oxyguno claim that its anabolic effect in metabolic enhancement exceeds that of the classic anabolic steroid testosterone by seven times, but its androgenic side-effects are only twelve percent of testosterone. Like other anabolic androgenic steroids, oxyguno is prohibited in equine sports. The metabolism of oxyguno in either human or horse has not been reported and therefore little is known about its metabolic fate. This paper describes the in vitro and in vivo metabolic studies of oxyguno in racehorses with an objective to identify the most appropriate target metabolites for detecting oxyguno administration. In vitro studies of oxyguno were performed using horse liver microsomes. Metabolites in the incubation mixtures were isolated by liquid–liquid extraction and analysed by gas chromatography-mass spectrometry in the EI mode after trimethylsilylation. In vitro metabolites identified include the stereoisomers of 4-chloro-17α-methyl-androst-4-ene-3-keto-11,17β-diol (M1a & M1b); 20-hydroxy-oxyguno (M2); and 4-chloro-17α-methyl-androst-4-ene-3-keto-11,17β,20-triol (M3). These novel metabolites were resulted from hydroxylation at C20, and/or reduction of the keto group at C11. For the in vivo studies, two geldings were each administered orally with a total dose of 210 mg oxyguno (52.5 mg twice daily for 2 days). Pre- and post-administration urine and blood samples were collected for analysis. The parent drug oxyguno was detected in both urine and blood, while numerous novel metabolites were detected in urine. The stereoisomers (M1a & M1b) observed in the in vitro studies were also detected in post-administration urine samples. Three other metabolites (M4 - M6) were detected. M4, 4-chloro-17α-methyl-androstane-11-keto-3,17β-diol, was resulted from reductions of the olefin

Angiografia in vivo para avaliação da vascularização do casco de eqüinos In vivo angiography for evaluation of equine foot vasculature

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Carlos Henrique Maciel Brunner

2008-02-01

vasculature on horses in standing position. Six gelding and nine mares were used in this study, with age going from 6 to 8 years old. After the perineural anesthesia of lateral or medial palmar digital nerve and the surgical preparation an intravenous catheter was fixed to the palmar digital vein, lateral or medial. After performing a simple radiography an elastic bandage and tourniquet was applied to the area. The animal and the RX equipment were adequately positioned and 20mL of contrast were injected, followed by a first radiological exposition in dorsum palmar incidence. In sequence the tourniquet and the elastic bandage were removed for the dissipation of the contrast, keeping the venous access with infusion of isotonic saline solution. The same procedure was performed with the hoof submitted to the thermal treatment with warmed water and cold water. In four animals a radiopaque image, around each dermic lamina with vasodilatation induced by the heat was obtained, with poorly defined edges and blurred aspect. On the other hand, it was observed reduction of the radiopaque laminar image because of the vasoconstriction caused by the treatment with cold water. This fact can be seen only in four radiographies, but it has not being repeated in all angiographies performed. In seven radiographies incomplete contrast filling was observed. For this reason, it was not possible to compare the radiographs performed with no thermal treatment, that have had the appropriate filling of the contrast. The digital angiography in horses was showed to be a sensible method to evidence in vivo vasoconstriction and vasodilatation inside the hoof, however this method cannot be use to analyze alteration in the laminar perfusion because some techniques artefactual.

Ervaringen van schaamte en psychologisch lijden door voedselbankklanten

Directory of Open Access Journals (Sweden)

Hille Hoogland

2016-03-01

qualify for a food parcel. Shame is also felt when going to the foodbank and as result of the lack of choice of food. Thirdly, we found a category of shame that was related to the restrictions of consumption. The foodbank clients feel that they are unable to buy the food or clothing that they want or to take part in activities.In conclusion, we found, in line with other studies, that foodbank clients experience psychological suffering and feelings of shame. These feelings of shame relate to the stigma attached to being a foodbank client and are reinforced by the way the foodbanks operate. Foodbank clients feel that they have a lack of choice, not only at the foodbank, but also in the wider context of the consumer society. SAMENVATTINGErvaringen van schaamte en psychologisch lijden door voedselbankklanten Voedselbanken bestaan al meer dan tien jaar in Nederland en groeien in aantal en omvang. Er is beperkt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar voedselbankklanten in Nederland en ook in internationale studies ontbreekt het klantperspectief. In dit artikel presenteren wij bevindingen uit 45 diepte-interviews met voedselbankklanten in Amsterdam, waarbij wij hun ervaring centraal stelden. De centrale vraag die wij in dit artikel beantwoorden is: welke rol spelen financiële problemen, schaamte en andere emoties bij voedselbankklanten in Amsterdam? Voedselbankklanten zeggen dat zij besparen op consumptiemiddelen en activiteiten vanwege hun gelimiteerde budget. Het gebrek aan geld beperkt een aantal respondenten in hun sociale leven. In reactie op geldzorgen laten sommigen hun post ongeopend of zij verdoven zich. De respondenten uiten dat zij stress, slapeloosheid, angst, paniek, depressie en/of somberheid door geldgebrek ervaren. Dit vatten wij samen als psychologisch lijden. Hiernaast is schaamte een veel genoemde emotie. Ook uit andere studies bleek dat schaamte veel voorkomt bij voedselbankklanten. Wij zagen hiervoor drie verschillende oorzaken: het stempel voedselbankklant