WorldWideScience

Sample records for co2-besparingspotentieel van micro-wkk

  1. Improving sustainability of bio-cogeneration in horticulture; Verbetering duurzaamheid (bio)WKK in de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Koolwijk, E.; Peeters, S.; Schlatmann, S. [Energy Matters, Driebergen (Netherlands)

    2011-12-15

    Combined Heat and Power (CHP) generating gas engines have become an inseparable part of greenhouses. An overview is given of the technical developments in CHP that could result in cost effectiveness, clean and sustainable operation of the CHP installation. This can be achieved by improving existing or new cogeneration systems: e.g. increasing the electrical or thermal efficiency and reduce emissions. Also attention is paid to alternatives for the gas engine: gas turbine and fuel cell. Finally, the options and state of affairs concerning biofuels, related techniques and potential use of 'green' CO2 were investigated [Dutch] WKK op basis van gasmotoren is de laatste 10 jaar uitgegroeid tot een onlosmakelijk operationeel onderdeel van de hedendaagse glastuinbouw. Een overzicht wordt gegeven van de technische ontwikkelingen rond WKK die er toe kunnen leiden dat WKK kosteneffectiever/rendabeler, schoner en duurzamer bedreven kan worden. Dit kan onder andere door verbeteringen van de bestaande of nog te plaatsen WKK's: verhogen van het elektrisch of thermisch rendement en verlagen van de emissies. Ook is gekeken naar de mogelijke alternatieven voor de gasmotor: gasturbine en brandstofcel. Tevens wordt ingegaan op de mogelijkheden en stand zaken rond biobrandstoffen, de daarbij behorende technieken en mogelijke toepassing van 'groene' CO2.

  2. Mini-cogeneration in the flower bulb industry. Use of cogeneration in the cultivation and hot bed of tulip and hyacinth; Mini-wkk in de bloembollensector. Toepassing van wkk bij teelt en broei van tulp en hyacint

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Visser, I.; Koolwijk, E. [Cogen Projects, Driebergen-Rijsenburg (Netherlands)

    2008-06-15

    This study shows that by deploying cogeneration, energy savings can be realized in the flower bulb industry. Use of cogeneration at medium-sized to large flower bulb companies is interesting from the viewpoint of finance. [Dutch] Uit de studie blijkt dat met de toepassing van WKK energiebesparing gerealiseerd kan worden in de bollensector. Op de middelgrote tot grote bollenbedrijven is de toepassing van WKK uit financieel oogpunt interessant.

  3. Final report of phase 2 'Mini-cogeneration in the flower bulb industry'; Eindrapportage Fase 2 'Mini-WKK in de bloembollensector'

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Koolwijk, E. [Cogen Projects, Driebergen-Rijsenburg (Netherlands); Smailbegovic, N. [SenterNovem, Utrecht (Netherlands)

    2009-09-15

    Phase 2 of the project 'mini-cogeneration in the flower bulb industry' is the sequel to the report 'mini-cogeneration in the flower bulb industry. Use of cogeneration in the cultivation and hot bed of tulip and hyacinth', Addressing the incentivisation of the use of cogeneration in the sector and working toward realizing a number of demonstration projects. To this end it is necessary that potential investors are given insight in the feasibility of cogeneration at their business and that their enthusiasm is kindled for the use of cogeneration. This was done by disseminating information in the flower bulb industry about the opportunities of cogeneration and by informing growers about technique, economy and points of interest. [Dutch] Fase 2 van het project 'Mini- WKK in de bloembollensector' is een vervolg op het rapport 'Mini-wkk in de bloembollensector. Toepassing van wkk bij teelt en broei van tulp en hyacint' en richt zich op het stimuleren van de toepassing van WKK in de sector en toewerken naar realisatie van een aantal demonstratieprojecten. Daartoe is het noodzakelijk dat potentiele investeerders inzicht krijgen over de haalbaarheid van WKK op hun bedrijf en geenthousiasmeerd worden voor het gebruik van WKK. Dit is gedaan door informatie in de bollensector te verspreiden over de mogelijkheden van WKK en telers te informeren over techniek, economie en aandachtspunten.

  4. CHP biomass gasifier for the Zwarts Gerbera Nursery. Technical and economic feasibility; Biomassavergasser-WKK voor Gerberakwekerij Zwarts. Technische inpassing en economische haalbaarheid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Peeters, S.; Hart, A. [Energy Matters, Driebergen (Netherlands)

    2011-10-15

    ook relatieve vochtigheid en CO2. Een 'representatieve' tuinder of een tuinder met een 'gemiddelde' energiebehoefte is daarom moeilijk vast te stellen. Voor elke situatie geldt een eigen economische rentabiliteit. De uitkomsten van deze studie kunnen daarom niet zonder meer worden overgenomen voor andere projecten. Technisch is er veel mogelijk, zo blijkt uit de ingediende offertes. Van de zestien leveranciers bieden er drie een vergasser met warmtekrachtkoppeling (WKK) aan die, onder bepaalde randvoorwaarden, naast hout tevens laagwaardige reststromen aankan. Het voordeel van laagwaardige reststromen zoals bermgras, riet en miscanthus is een gunstigere prijs ten opzichte van hout. Een lage biomassaprijs heeft een positief effect op de exploitatiekosten, en daarmee op de economische rentabiliteit van de relatief kostbare installaties. De investering voor een complete vergasserWKK-installatie ligt 5 tot 10 keer hoger dan die voor een gangbare gasWKK-installatie. Ook het CO2 -gebruik heeft invloed op de economische rentabiliteit. De inkoop van CO2 is een kostbare aangelegenheid. Onderzocht is of er zowel technisch als economisch beschikbare CO2 -winning uit rookgas mogelijk is. Hiervoor zijn twee CO2 -winninginstallaties bekeken: die van Procede en Knook. Voor een vergasser-WKK-installatie met relatief klein vermogen (tot 800 kWe) is CO2-winning volgens zowel Procede als Knook economisch niet rendabel. CO2 -inkoop of -opwekking middels de bestaande aardgasgestookte ketel ligt daarom meer voor de hand. Uit de technisch-economische haalbaarheidsstudie blijkt dat door de relatief hoge investerings- en onderhoudskosten, investeren in een vergasserWKK-installatie niet rendabel is. CO2 -behoefte en de onzekerheid van de biomassaprijzen spelen daarbij parten. Maar met subsidie op duurzame energieproductie (SDE+) en subsidies op investering zoals MEI en EIA ontstaat een ander beeld. Uitgaande van de goedkopere 800 kWe installaties, een SDE+ vergoeding van 90

  5. Optimization cogeneration and use of biogas; Optimalisatie WKK en Biogasbenutting

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Clevering-Loeffen, P.; Klaassens, N.; Schelleman, F.; Geraats, B.

    2011-12-15

    The Dutch local water authorities are producing biogas via sludge digestion installations, which is usually deployed in a CHP installation that produces energy for the sewage water treatment plant. However, new energy techniques are entering the market (ORC, fuel cell) while energy policy supports the production of green gas. Various studies have examined the sustainability and feasibility of these routes. This report examines the different options. It answers questions such as: (1) How can the operational management of CHP installations in sewage water treatment plants be improved; and (2) What is the most favorable route for biogas utilization in sewage water treatment plants [Dutch] De waterschappen in Nederland produceren biogas via slibvergistingsinstallaties, meestal benut in een WKK die elektriciteit voor de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) produceert. Er komen echter nieuwe energietechnieken op de markt (ORC, brandstofcel) terwijl er vanuit het energiebeleid de productie van groen gas wordt gestimuleerd. In diverse studies zijn de duurzaamheid en de haalbaarheid van deze routes onderzocht. In dit rapport worden de verschillende mogelijkheden onderzocht. De vraagstelling voor deze studie is: (1)Hoe kan de bedrijfsvoering van WKK's bij RWZI's worden verbeterd; en (2) Wat is de meest gunstige route voor biogasbenutting bij RWZI's.

  6. CO2 niet meer dan genoeg: Teelt van Tomaat in 2012 bij Improvement Centre met lichtafhankelijk doseren van CO2

    NARCIS (Netherlands)

    Gelder, de A.; Warmenhoven, M.G.; Dieleman, J.A.; Klapwijk, P.; Baar, van P.H.

    2014-01-01

    Wageningen UR Glastuinbouw heeft met financiering van Kas als Energiebron en Samenwerken aan Vaardigheden onderzoek gedaan naar efficienter gebruik van CO2. In een kasproef bij GreenQ/Improvement Centre is een CO2 doseerstrategie getest, waarbij iets meer CO2 wordt gegeven dan er op basis van de

  7. Greenhouse gases reduction in the Unilever Sustainable Living Plan; Halveren BKG's doel van duurzaamheidsplan Unilver

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Gerwen, R.J.M. [Refrigeration and HVAC Unilver Engineering Services, Aberdeen, Scotland (United Kingdom)

    2011-09-15

    The Unilever Sustainable Living Plan will result in three significant outcomes by 2020: (1) help more than a billion people take action to improve their health and well-being; (2) decouple growth from the environmental impact of Unilever activities, achieving absolute reductions across the product lifecycle. Unilever's goal is to halve the environmental footprint of the making and use of products; and (3) enhance the livelihoods of hundreds of thousands of people in the supply chain. [Dutch] Unilever lanceerde zijn Sustainable Living Plan aan het eind van 2010. Dit plan is gericht op het verdubbelen van de groei van het bedrijf, waarbij het gebruik van water, afval en de emissie van broeikasgassen (BKG) halveert gedurende de levenscyclus van de producten. Productiebedrijven vertegenwoordigen slechts drie procent van de broeikasgas footprint, maar Unilever is daar direct verantwoordelijk voor. Voor de carbon footprint van de productie is daarom een uitgebreid implementatieplan ontwikkeld, met inbegrip van concepten voor nieuwe 'groene' fabrieken en productielijnen, productieprocesverbeteringen, het gebruik van hernieuwbare energie en verbeteringen in de bestaande fabrieken. Voor opwekking van koude en beperking van de uitstoot van broeikasgassen zijn tien verbeterpunten geidentificeerd, en is het besparingspotentieel gekwantificeerd.

  8. Risico's 'groen' gas voor CO2 - dosering ingeschat : Interview met Tom Dueck en Chris van Dijk

    NARCIS (Netherlands)

    Visser, Peter; Dueck, T.A.; Dijk, van C.J.

    2009-01-01

    De overheid wil gebruik van duurzaam 'groen gas' ofwel 'biogas' stimuleren. De vraag is of dit gas een verhoogd risico oplevert bij het gebruik van rookgassen voor CO2-dosering in de tuinbouw. Biogas kan mee helpen aan het gebruik van duurzamer energie in de glastuinbouw

  9. Co-liquefaction of micro algae with coal. 2; Bisai sorui to sekitan no kyoekika hanno. 2

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ueda, C.; Matsui, T.; Otsuki, M.; Ikenaga, N.; Suzuki, T. [Kansai University, Osaka (Japan). Faculty of Engineering

    1996-10-28

    For the removal and recycle of CO2, a global warming gas, utilization of photosynthesis by micro algae is investigated. Formed micro algae are decomposed into CO2, H2O and CH4 again, which does not result in the permanent fixation. For the effective utilization of these micro algae, creation of petroleum alternate energy was tried through the co-liquefaction of micro algae with coal. Were investigated influences of the reaction temperature during the co-liquefaction and influences of catalysts, such as Fe(CO)5-S, Ru(CO)12, and Mo(CO)6-S, which are effective for the coal liquefaction. Micro algae, such as chlorella, spirulina, and littorale, and Yallourn brown coal were tested. It was found that co-liquefaction of micro algae with coal can be successfully proceeded under the same conditions as the liquefaction of coal. The oil yield obtained from the co-liquefaction in the presence of Fe(CO)5-S, an effective catalyst for coal liquefaction, agreed appropriately with the arithmetical mean value from separate liquefaction of coal and micro algae. It was suggested that pyrrhotite, an active species for coal liquefaction, was sufficiently formed by increasing the addition of sulfur. 2 refs., 7 figs., 1 tab.

  10. Activity Based Carboning (ABCO2). Automatic calculation of CO2 emission at consignment level; Activity Based Carboning (ABCO2). Automatische berekening van de CO2-uitstoot op zending niveau

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Den Boer, L.C.

    2012-11-15

    In a collaborative effort with the CAPE group, CE Delft has developed ABCO2: a tool for calculating the carbon emissions of logistics operations at the level of individual consignments. The tool can be used during order make-up to indicate the CO2 emissions of available alternatives. To this end the user defines a network, providing details on vehicle fleet, logistic characteristics and transhipment locations. By filling in order data over an extended period, the effect of opting for a different modality or bundling shipments can be quantified. CE Delft helped develop the calculation methodology for the tool and provided the emission indices used in the model, in which relevant existing standards have also been incorporated [Dutch] Samen met CAPE groep heeft CE Delft de tool ABCO2 ontwikkeld. Met deze tool is het mogelijk om op orderniveau de emissies van logistieke activiteiten te berekenen. De tool wordt gebruikt tijdens het orderproces, en geeft bij het aanmaken van een order de CO2 uitstoot van verschillende alternatieven weer. De gebruiker richt zelf een netwerk in, en detailleert dit door een wagenpark, logistieke karakteristieken, en locaties voor overslag te definiëren. Met ordergegevens over langere tijd kan ook het effect van keuzes voor een andere modaliteit, of het bundelen van zendingen gekwantificeerd worden. CE Delft heeft meegeholpen om de rekenmethodiek van de tool te ontwikkelen en heeft emissiekentallen aangeleverd, die in het model zijn opgenomen. Bij de ontwikkeling van het model is rekening gehouden met de beschikbare standaarden hiervoor.

  11. CO2 storage. An internet study by order of the city of Barendrecht, Netherlands; CO2 opslag. Een internet onderzoek in opdracht van Gemeente Barendrecht

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Dijk, T.

    2010-06-15

    The Dutch cabinet has decided that a pilot for CO2 storage will be conducted in the city of Barendrecht. This study has examined how the inhabitants of municipalities that quality for CO2 storage feel about this. [Dutch] Het kabinet heeft besloten dat in Barendrecht een proef wordt uitgevoerd met CO2 opslag. In dit onderzoek is nagegaan hoe inwoners van gemeenten die potentieel in aanmerking komen voor CO2 opslag daarover denken.

  12. Background information on labelling of electricity 2011; Achtergrondgegevens Stroometikettering 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bles, M.; Wielders, M.L.

    2012-02-15

    Since 1 January 2005 it has been mandatory in the Netherlands to specify the source of electricity supplied to consumers and for 2011 CE Delft again determined the Dutch electricity mix. This mix consisted of power generated from natural gas (47%), some of which derived from cogeneration plant (32%), some from pure power stations (15%), coal (15%), nuclear (4%), renewables (31%) and other (2%). The environmental impacts expressed in terms of CO2 emissions and radioactive waste are 300 g CO2/KWh and 0.0001 g nuclear waste/KWh [Dutch] Sinds 1 januari 2005 is etikettering van de herkomst van elektriciteit verplicht in Nederland. CE Delft heeft de mix vastgesteld van de elektriciteit die in Nederland in 2011 geleverd is. De Nederlandse leveringsmix bestaat uit elektriciteit opgewekt uit aardgas (47%), waarvan een deel met WKK (32%) en een deel zonder (15%), kolen (15%), kernenergie (4%), hernieuwbare bronnen (31%) en overige (2%). De milieuconsequenties uitgedrukt in termen van CO2 en radioactief afval zijn respectievelijk 300 g CO2/KWh en 0,0001 g kernafval/KWh.

  13. Polyacrylonitrile-Derived Sponge-Like Micro/Macroporous Carbon for Selective CO2 Separation.

    Science.gov (United States)

    Guo, Li-Ping; Hu, Qing-Tao; Zhang, Peng; Li, Wen-Cui; Lu, An-Hui

    2018-03-25

    CO 2 capture under a dynamical flow situation requires adsorbents possessing balanced proportion of macropores as diffusion path and micropores as adsorption reservoir. However, the construction of interconnected micro-/macropores structure coupled with abundant nitrogen species into one carbon skeleton remains a challenge. Here, we report a new approach to prepare sponge-like carbon with a well-developed micro-/macroporous structure and enriched nitrogen species through aqueous phase polymerization of acrylonitrile in the presence of graphene oxide. The tension stress caused by the uniform thermal shrinkage of polyacrylonitrile during the pyrolysis together with the favorable flexibility of graphene oxide sheets are responsible for the formation of the sponge-like morphology. The synergistic effect of micro-/macroporous framework and rich CO 2 -philic site enables such carbon to decrease resistance to mass transfer and show high CO 2 dynamic selectivity over N 2 (454) and CH 4 (11), as well as good CO 2 capacity at 298 K under low CO 2 partial pressure (0.17 bar, a typical CO 2 partial pressure in flue gas). The above attributes make this porous carbon a promising candidate for CO 2 capture from flue gas, methane sources and other relevant applications. © 2018 Wiley-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  14. Connecting CO2. Feasibility study CO2 network Southwest Netherlands; Connecting CO2. Haalbaarheidsstudie CO2-netwerk Zuidwest-Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rutten, M.

    2009-06-10

    An overview is given of supply and demand of CO2 in the region Southwest Netherlands and the regions Antwerp and Gent in Belgium. Also attention is paid to possible connections between these regions [Dutch] Een inventarisatie wordt gegeven van vraag en aanbod van CO2 in de regio Zuidwest- Nederland en de regios Antwerpen en Gent in Belgie. Ook worden mogelijke koppelingen tussen de regios besproken.

  15. Syngas (CO-H2) production using high temperature micro-tubular solid oxide electrolysers

    International Nuclear Information System (INIS)

    Kleiminger, L.; Li, T.; Li, K.; Kelsall, G.H.

    2015-01-01

    Highlights: • CO 2 and/or H 2 O reduced to CO/H 2 in micro-tubular solid oxide electrolyser (MT-SOE). • MT-SOE: CO 2 , H 2 O | Ni-(ZrO 2 ) 0.92 (Y 2 O 3 ) 0.08 (YSZ) | YSZ | YSZ- La 0.8 Sr 0.2 MnO 3-δ |O 2. • −0.76 A cm −2 achieved at 1.5V and ca. 820°C for H 2 O electrolysis. • Ni wire cathode current collector gave better performance than (Ag wire+Ag paste). • C 18 O 2 in co-electrolysis could not distinguish cathodic and chemical reduction. - Abstract: CO 2 and/or H 2 O were reduced to CO/H 2 in micro-tubular solid oxide electrolysers with yttria-stabilized zirconia (YSZ) electrolyte, Ni-YSZ cermet cathode and strontium(II)-doped lanthanum manganite (LSM) oxygen-evolving anode. At 822 °C, the kinetics of CO 2 reduction were slower (ca. −0.49 A cm −2 at 1.8 V) than H 2 O reduction or co-reduction of CO 2 and H 2 O, which were comparable (ca. −0.83 to −0.77 A cm −2 at 1.8 V). Performances were improved (−0.85 and −1.1 A cm −2 for CO 2 and H 2 O electrolysis, respectively) by substituting the silver current collector with nickel and avoiding blockage of entrances to pores on the inner lumen of micro-tubes induced by silver paste applied previously to decrease contact losses. The change in current collector materials increased ohmic potential losses due to substituting the lower resistance Ag with Ni wire, but decreased electrode polarization losses by 80–93%. For co-electrolysis of CO 2 and H 2 O, isotopically-labelled C 18 O 2 was used to try to distinguish between direct cathodic reduction of CO 2 and its Ni-catalysed chemical reaction with hydrogen from reduction of steam. Unfortunately, oxygen was exchanged between C 18 O 2 and H 2 16 O, enriching oxygen-18 in the steam and substituting oxygen-16 in the carbon dioxide, so the anode off-gas isotopic fractions were meaningless. This occurred even in alumina and YSZ tubes without the micro-tubular reactor, i.e. in the absence of Ni catalyst, though not in quartz tubes

  16. Cost of power generation. The cost and uncertainties of nuclear power and other CO2-emission reduction techniques for large-scale power generation; Kosten van elektriciteitsopwekking. De kosten en onzekerheden van kernenergie en andere CO2-emissie reducerende technieken voor grootschalige elektriciteitsopwekking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Dril, A.W.N. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Bilthoven (Netherlands)

    2008-09-15

    In view of recent social and political discussions on nuclear energy, ECN and PBL have gathered and updated information on the cost of options for reducing CO2 emissions in large scale electricity generation. This memo compares the cost of nuclear energy with other large scale options for electricity generation. Special attention is paid to the uncertainties of the cost of nuclear energy. In addition, some external costs and benefits are examined. This memo does not provide a complete framework for comparing the options for generation of electricity, though. Aspects such as public support, various aspects of sustainability and risks are not addressed in this memo. [mk]. [Dutch] Naar aanleiding van de actuele maatschappelijke en politieke discussie over kernenergie hebben ECN en PBL kosteninformatie over opties om CO2-emissies te beperken bij grootschalige opwekking van elektriciteit verzameld en geactualiseerd. In deze notitie worden de kosten van kernenergie vergeleken met andere grootschalige opties van elektriciteitsopwekking. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de onzekerheden over de kosten van kernenergie. Aanvullend zijn enkele externe kosten en baten beschouwd. Deze notitie geeft echter geen volledig kader om de opties voor de opwekking van elektriciteit met elkaar te vergelijken. Aspecten als draagvlak, diverse duurzaamheidaspecten en risico's zijn in deze notitie namelijk buiten beschouwing gelaten.

  17. Efficient capture of CO2 over ordered micro-mesoporous hybrid carbon nanosphere

    Science.gov (United States)

    Chen, Changwei; Yu, Yanke; He, Chi; Wang, Li; Huang, Huang; Albilali, Reem; Cheng, Jie; Hao, Zhengping

    2018-05-01

    Four kinds of carbon-based adsorbents (micro-mesoporous hybrid carbon nanosphere and N-doped hollow carbon sphere with single-, double- or ruga-shell morphology) with different structural and textural properties were prepared and systematically studied in CO2 capture. All synthesized samples possess high specific surface area (828-910 m2 g-1), large pore volume (0.71-1.81 cm3 g-1), and different micropore contents varied from 2.1% to 46.4%. Amongst, the ordered micro-mesoporous carbon nanosphere (OM-CNS) exhibits the best adsorption performance with CO2 uptake as high as 3.01 mmol g-1 under conditions of 298 K and 1.0 bar, better than most of the reported CO2 adsorbents. The excellent CO2 adsorption capacity of OM-CNS can be reasonably attributed to the synergistic effect of ordered mesopore channels and abundant structural micropores which are beneficial for the diffusion and trapping of CO2 adsorbate. Moreover, the OM-CNS shows excellent CO2 trapping selectivity and superior stability and recyclability, which endow the OM-CNS as a promising and environmental-friendly adsorbent for CO2 capture and separation under practical conditions.

  18. CO2 footprint 2008 District Oud-Zuid, Amsterdam, Netherlands; CO2-voetafdruk 2008 Stadsdeel Oud-Zuid [Amsterdam

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanekamp, E; Van Merksteijn, C [Partners for Innovation, Amsterdam (Netherlands)

    2009-06-15

    The district 'Oud-Zuid' in Amsterdam, Netherlands, plans to become CO2 neutral in 2015. For this purpose, the CO2 footprint of the district is determined and a plan of action developed. By means of scenarios, the district council can make choices for climate investments [Dutch] Stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam wil CO2-neutraal zijn in 2015. Daartoe is de CO2-voetafdruk van Oud-Zuid bepaald en een plan van aanpak uitgewerkt. Met behulp van scenario's zal de stadsdeelraad keuzes kunnen maken over haar klimaatinvesteringen.

  19. Effects of the van der Waals Force on the Dynamics Performance for a Micro Resonant Pressure Sensor

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Lizhong Xu

    2016-01-01

    Full Text Available The micro resonant pressure sensor outputs the frequency signals where the distortion does not take place in a long distance transmission. As the dimensions of the sensor decrease, the effects of the van der Waals forces should be considered. Here, a coupled dynamic model of the micro resonant pressure sensor is proposed and its coupled dynamic equation is given in which the van der Waals force is considered. By the equation, the effects of the van der Waals force on the natural frequencies and vibration amplitudes of the micro resonant pressure sensor are investigated. Results show that the natural frequency and the vibrating amplitudes of the micro resonant pressure sensor are affected significantly by van der Waals force for a small clearance between the film and the base plate, a small initial tension stress of the film, and some other conditions.

  20. Fabrication of a Flexible Micro CO Sensor for Micro Reformer Applications

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Yi-Man Lo

    2010-11-01

    Full Text Available Integration of a reformer and a proton exchange membrane fuel cell (PEMFC is problematic due to the presence in the gas from the reforming process of a slight amount of carbon monoxide. Carbon monoxide poisons the catalyst of the proton exchange membrane fuel cell subsequently degrading the fuel cell performance, and necessitating the sublimation of the reaction gas before supplying to fuel cells. Based on the use of micro-electro-mechanical systems (MEMS technology to manufacture flexible micro CO sensors, this study elucidates the relation between a micro CO sensor and different SnO2 thin film thicknesses. Experimental results indicate that the sensitivity increases at temperatures ranging from 100–300 °C. Additionally, the best sensitivity is obtained at a specific temperature. For instance, the best sensitivity of SnO2 thin film thickness of 100 nm at 300 °C is 59.3%. Moreover, a flexible micro CO sensor is embedded into a micro reformer to determine the CO concentration in each part of a micro reformer in the future, demonstrating the inner reaction of a micro reformer in depth and immediate detection.

  1. Quantitative measurement of carbon isotopic composition in CO2 gas reservoir by Micro-Laser Raman spectroscopy.

    Science.gov (United States)

    Li, Jiajia; Li, Rongxi; Zhao, Bangsheng; Guo, Hui; Zhang, Shuan; Cheng, Jinghua; Wu, Xiaoli

    2018-04-15

    The use of Micro-Laser Raman spectroscopy technology for quantitatively determining gas carbon isotope composition is presented. In this study, 12 CO 2 and 13 CO 2 were mixed with N 2 at various molar fraction ratios to obtain Raman quantification factors (F 12CO2 and F 13CO2 ), which provide a theoretical basis for calculating the δ 13 C value. And the corresponding values were 0.523 (0Raman peak area can be used for the determination of δ 13 C values within the relative errors range of 0.076% to 1.154% in 13 CO 2 / 12 CO 2 binary mixtures when F 12CO2 /F 13CO2 is 0.466972625. In addition, measurement of δ 13 C values by Micro-Laser Raman analysis were carried out on natural CO 2 gas from Shengli Oil-field at room temperature under different pressures. The δ 13 C values obtained by Micro-Laser Raman spectroscopy technology and Isotope Ratio Mass Spectrometry (IRMS) technology are in good agreement with each other, and the relative errors range of δ 13 C values is 1.232%-6.964%. This research provides a fundamental analysis tool for determining gas carbon isotope composition (δ 13 C values) quantitatively by using Micro-Laser Raman spectroscopy. Experiment of results demonstrates that this method has the potential for obtaining δ 13 C values in natural CO 2 gas reservoirs. Copyright © 2018. Published by Elsevier B.V.

  2. Towards greener data centres, 2012-2015. Trends in energy consumptions, renewable energy and CO2 emissions in various scenarios; Vergroenen datacenters 2012-2015. Ontwikkeling van energiegebruik, hiernieuwbare energie en CO2-emissies bij verschillende scenario's

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Afman, M.R.; Wielders, L.M.L.; De Buck, A.

    2012-03-15

    developing world, for example. In all these cases there is plenty of scope for action, with only modest additional costs for datacentre customers [Dutch] CE Delft heeft een studie gedaan naar mogelijkheden om de CO2-uitstoot van de datacenters in Nederland te reduceren. De studie werd uitgevoerd voor ontwikkelingsorganisatie Hivos, die datacenters in Nederland oproept om actief te streven naar energiebesparing en CO2-reductie. In de studie wordt het elektriciteitsgebruik van de datacenters geschat op 1.6 TWh, dit staat gelijk aan het gebruik van 450.000 huishoudens. Naar verwachting zal bij ongewijzigd beleid het elektriciteitsgebruik sterk groeien tot 2.1 TWh in 2015, gelijk aan het gebruik van 600.000 huishoudens en 2% van het totaal in Nederland. Er zijn voor de datacenter sector veel mogelijkheden om zich te vergroenen en zo de CO2-uitstoot terug te dringen: (1) een heel belangrijke eerste stap is energiebesparing door een hogere energie-efficiëntie. De gemeente Amsterdam stelt nu al energie-efficiëntie-eisen aan datacenters, als die eisen ook voor datacenters buiten Amsterdam zouden gelden kan daarmee 20% energiebesparing worden gehaald, het energiegebruik van 85.000 huishoudens. Veel maatregelen zijn nu al rendabel, er lopen dan ook al veel ontwikkelingen; (2) het vergroenen van het energiegebruik is het meest effectief door zelf, of in samenwerking met andere partijen, te investeren in meer opwekking van hernieuwbare energie, tegen meerkosten voor de klant. Dit geeft echte CO2-reductie en er gaat een krachtig signaal van uit. Het afnemen van groene stroom mag dan zeer goedkoop zijn, het zorgt niet voor CO2-reductie. Groene stroom met Milieukeur is schaarser, en kan bijdragen aan bewustwording en een indirect effect op de politiek. Een heel andere mogelijkheid die wel CO2-reductie oplevert, is in bijvoorbeeld ontwikkelingslanden de CO2-uitstoot compenseren door daar hernieuwbare energie op te wekken. In alle gevallen geldt dat veel mogelijk is, en de meerkosten voor

  3. Preliminary S-CO_2 Compressor Design for Micro Modular Reactor

    International Nuclear Information System (INIS)

    Lee, Jekyoung; Cho, Seong Kuk; Kim, Seong Gu; Lee, Jeong Ik

    2016-01-01

    Due to economic benefit of S-CO_2 Brayton cycle which is came from high efficiency and compactness, active research is currently conducted by various research groups and various approaches are suggested to take benefits of S-CO_2 Brayton cycle. KAIST research team also has been working on advanced concept for application of S-CO_2 Brayton cycle to nuclear system and Micro Modular Reactor (MMR) concept was suggested. The preliminary compressor design of S-CO_2 compressor for MMR system was carried out to observe feasibility of compressor design. Preliminary S-CO_2 compressor design for MMR system was successfully conducted and some issues are discovered from the design study. From the previous work done by Cho, conceptual design for MMR system was provided. Thus, further preliminary design should be carried out to obtain feasible S-CO_2 compressor design for MMR system. KAIST_TMD which is turbomachinery in-house code for real gases including S-CO_2 is continuously updated and currently it has 3D geometry construction and design optimization capability

  4. Outline for the Rotterdam Climate Initiative. CO2 emissions up to 2030; Verkenning voor Rotterdam Climate Initiative. CO2-emissies tot 2030

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Plomp, A.J.; Wetzels, W.; Seebregts, A.J.; Kroon, P [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-04-15

    The Rotterdam Climate Initiative (RCI) aims to reduce the CO2 emissions within the city and port of Rotterdam by 50% in 2025 as compared to 1990. This target translates into a total emission of 12 Mton of CO2. In this study, Rotterdam's CO2 emissions have been estimated for the future years 2015, 2020, 2025 and 2030 based on autonomous developments combined with a policy framework that is assumed to be fixed. This study only explores the sectors Energy and Industry and Freight transport within Rotterdam. The results demonstrate that: (a) CO2 emissions resulting from the sector Energy and Industry increase from 26.5 Mton CO2 in 2011 to 33.8 Mton CO2 in 2020, and slightly decrease afterwards to 29.4 Mton CO2 in 2025 and 2030; and (b) CO2 emissions resulting from Freight transport increase from 1.0 Mton CO2 in 2011 to 1.4 Mton CO2 in 2025 and increase further to 1.6 Mton in 2030. This means that these sectors alone already exceed the emission target, and that substantial additional effort will be needed to attain the 50% CO2 reduction target. The estimated CO2 emissions are lower than those reported in the previous study that was published in 2010. Differences are mainly due to lower CO2 emissions from power plants as compared to the study in 2010. These are influenced by many different developments, such as high gas prices, low electricity prices and low CO2 prices. These estimates have been calculated bottom-up as much as possible and with the help of sector models. The realisation of Maasvlakte 2 has been taken into account in these results, which means more space for chemical plants and substantially more freight transfer and transport in Rotterdam [Dutch] Het Rotterdam Climate Initiative (RCI) heeft als doel om de CO2-emissie van de gemeente Rotterdam, inclusief de haven, in 2025 met 50% te reduceren ten opzichte van het basisjaar 1990. Deze doelstelling betekent een emissieniveau van 12 Mton CO2 in 2025 binnen de gemeente Rotterdam. In deze studie is de CO2

  5. Literatuuronderzoek CAM-fotosynthese en CO2-bemesting en CO2-bemesting bij bromelia's

    NARCIS (Netherlands)

    Marissen, A.; Warmenhoven, M.G.

    2004-01-01

    De ‘normale’ wijze van CO2-opname gebeurt bij de meeste planten overdag, wanneer er licht is om de opgenomen CO2 door middel van fotosynthese direct om te zetten in suikers. Hiervoor is het nodig dat de huidmondjes overdag open staan, ‘s nachts zijn huidmondjes meestal dicht. Via de huidmondjes gaat

  6. Quantitative measurement of carbon isotopic composition in CO2 gas reservoir by Micro-Laser Raman spectroscopy

    Science.gov (United States)

    Li, Jiajia; Li, Rongxi; Zhao, Bangsheng; Guo, Hui; Zhang, Shuan; Cheng, Jinghua; Wu, Xiaoli

    2018-04-01

    The use of Micro-Laser Raman spectroscopy technology for quantitatively determining gas carbon isotope composition is presented. In this study, 12CO2 and 13CO2 were mixed with N2 at various molar fraction ratios to obtain Raman quantification factors (F12CO2 and F13CO2), which provide a theoretical basis for calculating the δ13C value. And the corresponding values were 0.523 (0 Laser Raman analysis were carried out on natural CO2 gas from Shengli Oil-field at room temperature under different pressures. The δ13C values obtained by Micro-Laser Raman spectroscopy technology and Isotope Ratio Mass Spectrometry (IRMS) technology are in good agreement with each other, and the relative errors range of δ13C values is 1.232%-6.964%. This research provides a fundamental analysis tool for determining gas carbon isotope composition (δ13C values) quantitatively by using Micro-Laser Raman spectroscopy. Experiment of results demonstrates that this method has the potential for obtaining δ13C values in natural CO2 gas reservoirs.

  7. Calculation of CO2 emissions, primary fossil fuel energy consumption and electric efficiency in the Netherlands; Berekening van de CO2-emissies, het primair fossiel energieverbruik en het rendement van elektriciteit in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Harmelink, M. [Harmelink consulting, Utrecht (Netherlands); Bosselaar, L. [Agentschap NL, DEn Haag (Netherlands); Gerdes, J.; Boonekamp, P. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Segers, R.; Pouwelse, H. [Centraal Bureau voor de Statistiek CBS, Den Haag (Netherlands); Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2012-09-15

    The monitoring of energy and climate policy lacks nationally and internationally accepted general standard values for CO2 emissions of fossil fuel energy consumption per unit of produced, consumed or saved electricity. In the Netherlands this has led to a situation in which different methods and indicators are used for monitoring activities. The methods used are not always transparent. Parties in the Netherlands that are responsible for development of methods and calculation of indicators (NL Agency, PBL, ECN and Statistics Netherlands) find this situation undesirable and took the joint initiative to draw up this report in which transparent standard values and methods for this topic have been included. The target audience of this report are organizations, advisory agencies and businesses that are involved in monitoring and evaluation of energy and climate policy [Dutch] Om het energie-en klimaatbeleid te monitoren zijn er nationaal en internationaal geen algemeen geaccepteerde standaardwaarden beschikbaar voor de CO2-emissies of het primair fossiel energiegebruik per eenheid geproduceerde, geconsumeerde of bespaarde elektriciteit. In Nederland heeft dit geleid tot de situatie dat voor (monitoring-)activiteiten verschillende methoden en kengetallen worden gehanteerd. De gebruikte methoden zijn niet altijd transparant. Partijen die in Nederland verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van methoden en de berekening van kengetallen (Agentschap NL, PBL, ECN en CBS) achten dit een onwenselijke situatie en hebben het gezamenlijke initiatief genomen om dit rapport op te stellen waarin wel transparante standaardwaarden en methoden voor dit onderwerp zijn opgenomen. De doelgroepen voor dit rapport zijn organisaties, adviesbureaus en bedrijven die bezig zijn met de monitoring en evaluatie van energie-en klimaatbeleid.

  8. Het veilig bouwen en beheren van (co-)vergistingsinstallaties voor de productie van biogas : Bestaande kennis, regelgeving en praktijksituaties

    NARCIS (Netherlands)

    Heezen PAM; Mahesh S; Gooijer L; CEV; mev

    2012-01-01

    Voor de productie van biogas door co-vergisting wordt mest vermengd met restanten van bijvoorbeeld oogsten of voedsel die kunnen vergisten. Biogas heeft brandbare en giftige eigenschappen, waardoor grootschalige productie een veiligheidsrisico met zich meebrengt. Biogas is een mengsel van gassen dat

  9. Electronic structure of the alkyne-bridged dicobalt hexacarbonyl complex Co(2) micro-C(2)H(2) (CO)(6): evidence for singlet diradical character and implications for metal-metal bonding.

    Science.gov (United States)

    Platts, James A; Evans, Gareth J S; Coogan, Michael P; Overgaard, Jacob

    2007-08-06

    A series of ab initio calculations are presented on the alkyne-bridged dicobalt hexacarbonyl cluster Co2 micro-C2H2 (CO)6, indicating that this compound has substantial multireference character, which we interpret as evidence of singlet diradical behavior. As a result, standard theoretical methods such as restricted Hartree-Fock (RHF) or Kohn-Sham (RKS) density functional theory cannot properly describe this compound. We have therefore used complete active space (CAS) methods to explore the bonding in and spectroscopic properties of Co2 micro-C2H2 (CO)6. CAS methods identify significant population of a Co-Co antibonding orbital, along with Co-pi* back-bonding, and a relatively large singlet-triplet energy splitting. Analysis of the electron density and related quantities, such as energy densities and atomic overlaps, indicates a small but significant amount of covalent bonding between cobalt centers.

  10. Extra training in greenhouse effect? Identification of starting points for intervention strategies aimed at CO2 reduction in school buildings; Bijscholen in broeikaseffect? Identificatie van aangrijpingspunten voor interventiestrategieen gericht op CO2-reductie in schoolgebouwen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Blaauw, K.; Groot, M.

    2003-07-01

    A survey was held among 550 Dutch institutes for primary, secondary, vocational and adult education to determine and analyze the decisive factors for energy conservation and CO2 reduction in school buildings in the Netherlands. [Dutch] In opdracht van Novem heeft CE een studie verricht naar aangrijpingspunten voor interventiestrategieen gericht op energiebesparing in schoolgebouwen. Aan de hand van een literatuurstudie, verschillende kwalitatieve interviews is als eerste getracht inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van het gebouwenvoorraad en het energieverbruik in gebouwen. Het blijkt dat ruim 50% van de voorraad in de PO en VO sector voor 1975 is gebouwd, waarbij weinig besparende bouwmaatregelen zijn getroffen en binnen circa 5 a 15 jaar wordt vervangen door nieuwbouw of grootschalig gerenoveerd wordt. In de BVE sector is op korte termijn veel nieuwbouw te verwachten. Vervolgens is aan de hand van een schriftelijke enquete onder 550 instellingen in het primair, voortgezet en beroeps- en volwassenenonderwijs bepaald wat de determinanten zijn van CO2 reductie door gebouw en procesmaatregelen. Op basis van 236 geretourneerde enquetes zijn de volgende conclusies te trekken: De grote variatie binnen de VO sector in professionaliteit, wijze van besluitvorming en de rollen van de verschillende actoren maakt het moeilijk eenduidige aangrijpingspunten te identificeren. De scholen zelf geven subsidieregelingen als verreweg de belangrijkste mogelijkheid om energiebesparing op scholen te stimuleren. Dat is niet verwonderlijk gezien het beperkte budget van scholen in het algemeen en met name voor dergelijke activiteiten. Het energiebedrijf wordt door de meeste scholen het belangrijkst gevonden voor informatie over energiebesparing gevolgd door externe adviseurs bij met name grotere scholen. De scholen gaven verder een grote voorkeur aan voor persoonlijke advisering boven andere vormen van informatievoorziening.

  11. Potential energy surface of the CO{sub 2}–N{sub 2} van der Waals complex

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nasri, Sameh; Ajili, Yosra [Laboratoire de Spectroscopie Atomique, Moléculaire et Applications-LSAMA, Université de Tunis El Manar, Tunis (Tunisia); Université Paris-Est, Laboratoire Modélisation et Simulation Multi Echelle, MSME UMR 8208 CNRS, 5 bd Descartes, 77454 Marne-la-Vallée (France); Jaidane, Nejm-Eddine [Laboratoire de Spectroscopie Atomique, Moléculaire et Applications-LSAMA, Université de Tunis El Manar, Tunis (Tunisia); Kalugina, Yulia N. [Department of Optics and Spectroscopy, Tomsk State University, 36 Lenin Ave., Tomsk 634050 (Russian Federation); Halvick, Philippe; Stoecklin, Thierry [Institut des Sciences Moléculaires, Université de Bordeaux, CNRS UMR 5255, 33405 Talence Cedex (France); Hochlaf, Majdi, E-mail: hochlaf@univ-mlv.fr [Université Paris-Est, Laboratoire Modélisation et Simulation Multi Echelle, MSME UMR 8208 CNRS, 5 bd Descartes, 77454 Marne-la-Vallée (France)

    2015-05-07

    Four-dimensional potential energy surface (4D-PES) of the atmospherically relevant CO{sub 2}–N{sub 2} van der Waals complex is generated using the explicitly correlated coupled cluster with single, double, and perturbative triple excitation (CCSD(T)-F12) method in conjunction with the augmented correlation consistent triple zeta (aug-cc-pVTZ) basis set. This 4D-PES is mapped along the intermonomer coordinates. An analytic fit of this 4D-PES is performed. Our extensive computations confirm that the most stable form corresponds to a T-shape structure where the nitrogen molecule points towards the carbon atom of CO{sub 2}. In addition, we located a second isomer and two transition states in the ground state PES of CO{sub 2}–N{sub 2}. All of them lay below the CO{sub 2} + N{sub 2} dissociation limit. This 4D-PES is flat and strongly anisotropic along the intermonomer coordinates. This results in the possibility of the occurrence of large amplitude motions within the complex, such as the inversion of N{sub 2}, as suggested in the recent spectroscopic experiments. Finally, we show that the experimentally established deviations from the C{sub 2v} structure at equilibrium for the most stable isomer are due to the zero-point out-of-plane vibration correction.

  12. Process and Material Design for Micro-Encapsulated Ionic Liquids in Post-Combustion CO2 Capture

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hong, Bo [Univ. of Notre Dame, IN (United States); Brennecke, Joan F [Univ. of Notre Dame, IN (United States); McCready, Mark [Univ. of Notre Dame, IN (United States); Stadtherr, Mark [Univ. of Notre Dame, IN (United States)

    2016-11-18

    Aprotic Heterocyclic Anion (AHA) Ionic Liquids (ILs) have been identified as promising new solvents for post-combustion carbon capture due to their high CO2 uptake and the high tenability 1,2 of their binding energy with CO2. Some of these compounds change phase (solid to liquid) on absorption of CO2; these Phase Change ILs (PCILs)3 offer the additional advantage that part of the heat needed to desorb the CO2 from the absorbent is provided by the heat of fusion as the PCIL solidifies upon release of CO2. However, the relatively high viscosity of AHA ILs and the occurrence of a phase change in PCILs present challenges for conventional absorption equipment. To overcome these challenges we are pursuing the use of new technology to micro-encapsulate the AHA ILs and PCILs. Our partners at Lawrence Livermore National Laboratory have successfully demonstrated this technology in the application of post-combustion carbon capture with sodium and potassium carbonate solutions,4 and have recently shown the feasibility of micro-encapsulation of an AHA IL for carbon capture.5 The large effective surface area and high CO2 permeability of the micro-capsules is expected to offset the drawback of the high IL viscosity and to provide for a more efficient and cost-effective mass transfer operation involving AHA ILs and PCILs. These opportunities, however, present us with both process and materials design questions. For example, what is the target CO2 absorption strength (enthalpy of chemical absorption) for the tunable AHA IL? What is the target for micro-capsule diameter in order to obtain a high mass transfer rate and good fluidization performance? What are the appropriate temperatures and pressures for the absorber and stripper? In order to address these and other questions, we have developed a rate-based model of a post-combustion CO2 capture process using micro-encapsulated ILs. As a performance baseline

  13. Energy conservation. Concerted action between dwelling and occupant. Analysis of the module WoON 2012; Energiebesparing. Een samenspel van woning en bewoner. Analyse van de module Energie WoON 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Tigchelaar, C. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Leidelmeijer, K. [RIGO research en Advies, Amsterdam (Netherlands)

    2013-08-15

    ON-bestand aan de orde. Het rapport gaat onder andere in op trends in energielabels, energiebesparende maatregelen, energiegedrag en -gebruik, woonlasten, investeringen en besparingspotentieel. Op basis van de analyses zijn conclusies en aanbevelingen voor beleid uitgewerkt.

  14. Energy saving and CO2-reduction potential of micro-cogeneration in the Netherlands (2010-2030). Update 2008

    International Nuclear Information System (INIS)

    Van Gastel, M.; De Jong, A.; Schlatmann, S.; Bakker, E.J.; Jeeninga, H.; Boerakker, Y.; Seebregts, A.; Menkveld, M.; Van Wolferen, H.; Turkstra, J.W.; Dam, J.; Harmsen, R.; Rooijers, F.; Koot, M.

    2008-05-01

    Various parties have been asked to come to a joint point of view with regard to establishing the potential of micro CHP for energy saving and CO2 emission reduction in the Netherlands from 2010 to 2030, assuming that micro CHP will have a successful market introduction. The result of this memo is a method for determining the technical potential of micro CHP for the reduction of energy use and CO2 emissions. This report is an update of the 2006 report [mk] [nl

  15. The safe construction and management of co-fermentation biogas plants. Existing knowledge, legislation and practical experiences; Veilig bouwen en beheren van (co-)vergistingsinstallaties voor de productie van biogas. Bestaande kennis, regelgeving en praktijksituaties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Heezen, P.A.M.; Mahesh, S.; Gooijer, L. [Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, Bilthoven (Netherlands)

    2012-01-15

    For the production of biogas by co-fermentation, manure is mixed with organic waste products that can be fermented, such as harvesting residues and food remains. Since biogas possesses both flammable and toxic properties, large-scale production systems are always associated with potential safety risks. Biogas is a mixture of gases and has flammable properties due to the presence of methane (CH4). It is less well known that biogas also has toxic properties when it contains high levels of hydrogen sulfide (H2S). In a previous study, the RIVM recommended that standards pertaining to the minimum safety level be applied for the construction and operation of biogas production plants. A subsequent study by the RIVM concluded that the guideline 'Handreiking (co-)vergisting van mest' ('Manual co-fermentation of manure') provides a basic framework to achieve this recommended minimum safety level. The RIVM therefore recommends that this latter document be used and further supplemented with specific information for inspection and licensing authorities, the main users of this document. The composition of the biogas determines whether or not a specific installation falls within or outside the scope of certain (safety) legislation and, consequently, which specific safety regulations and safety inspections are mandatory. As a clear, consistent and predictable composition of biogas does not exist, stricter monitoring of biogas composition in the different compartments of the production plant is recommended. The current assessment of potential safety risks associated with the production of biogas is that these risks principally relate to those working at the biogas installation and are much less relevant to local residents. Further investigations are needed to determine if this is indeed the case [Dutch] Voor de productie van biogas door co-vergisting wordt mest vermengd met restanten van bijvoorbeeld oogsten of voedsel die kunnen vergisten. Biogas heeft

  16. Kwaliteit biogas-CO2 voor toepassing in de glastuinbouw

    NARCIS (Netherlands)

    Dijk, van C.J.; Meinen, E.; Dueck, T.A.

    2014-01-01

    Een lijst van specificaties voor vloeibaar CO2 uit biogas moet voorkomen dat fytotoxische componenten vanuit het biogas meekomen met de CO2 stroom en een risico vormen voor de gewassen in glastuinbouw. Op basis van eerder uitgevoerde metingen in afgassen van vergistingsinstallaties is een lijst

  17. Meting van ruimtelijke verdeling van temperatuur, luchtvochtigheid en CO2 met behulp van draadloze minisensoren : Smart Dust deel 2a en 2b

    NARCIS (Netherlands)

    Os, van E.A.; Bruins, M.A.; Hemming, J.; Keizer, L.C.P.; Swinkels, G.L.A.M.; Tuijl, van B.A.J.

    2008-01-01

    Het hoofddoel van het project was de ontwikkeling van een goedkoop en eenvoudig inzetbaar meetsysteem om horizontale en verticale verschillen in temperatuur en luchtvochtigheid on-line te meten, en dit is gedeeltelijk gerealiseerd. Voor de tuinderspraktijk betekent dit onderzoek dat een meetsysteem

  18. Micro-CT in situ study of carbonate rock microstructural evolution for geologic CO2 storage

    DEFF Research Database (Denmark)

    Zheng, Yi; Yang, Yan; Rogowska, M.

    2017-01-01

    to achieve this is to find a suitable condition to create a stable 3D space in carbonate rock by injecting liquid to prepare space for the later CO2 injection. Micro-CT imaging is a non-destructive 3D method that can be used to study the property changes of carbonate rocks during and after CO2 injection....... The advance in lab source based micro-CT has made it capable of in situ experiments. We used a commercial bench top micro-CT (Zeiss Versa XRM410) to study the microstructure changes of chalk during liquid injection. Flexible temporal CT resolution is essential in this study because that the time scales...... of coupled physical and chemical processes can be very different. The results validated the feasibility of using a bench top CT system with a pressure cell to monitor the mesoscale multiphase interactions in chalk....

  19. Micro-PIV Study of Supercritical CO2-Water Interactions in Porous Micromodels

    Science.gov (United States)

    Kazemifar, Farzan; Blois, Gianluca; Christensen, Kenneth T.

    2015-11-01

    Multiphase flow of immiscible fluids in porous media is encountered in numerous natural systems and engineering applications such as enhanced oil recovery (EOR), and CO2 sequestration among others. Geological sequestration of CO2 in saline aquifers has emerged as a viable option for reducing CO2 emissions, and thus it has been the subject of numerous studies in recent years. A key objective is improving the accuracy of numerical models used for field-scale simulations by incorporation/better representation of the pore-scale flow physics. This necessitates experimental data for developing, testing and validating such models. We have studied drainage and imbibition processes in a homogeneous, two-dimensional porous micromodel with CO2 and water at reservoir-relevant conditions. Microscopic particle image velocimetry (micro-PIV) technique was applied to obtain spatially- and temporally-resolved velocity vector fields in the aqueous phase. The results provide new insight into the flow processes at the pore scale.

  20. The safe construction and management of co-fermentation biogas plants. Existing knowledge, legislation and practical experiences; Het veilig bouwen en beheren van co-vergistingsinstallaties voor de productie van biogas. Bestaande kennis, regelgeving en praktijksituaties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Heezen, P.A.M.; Mahesh, S.; Gooijer, L.

    2012-01-15

    For the production of biogas by co-fermentation, manure is mixed with organic waste products that can be fermented, such as harvesting residues and food remains. Since biogas possesses both flammable and toxic properties, large-scale production systems are always associated with potential safety risks. Biogas is a mixture of gases and has flammable properties due to the presence of methane (CH4). It is less well known that biogas also has toxic properties when it contains high levels of hydrogen sulfide (H2S). In a previous study, the RIVM recommended that standards pertaining to the minimum safety level be applied for the construction and operation of biogas production plants. A subsequent study by the RIVM concluded that the guideline 'Handreiking (co-)vergisting van mest' (InfoMil, 2010) provides a basic framework to achieve this recommended minimum safety level. The RIVM therefore recommends that this latter document be used and further supplemented with specific information for inspection and licensing authorities, the main users of this document. The composition of the biogas determines whether or not a specific installation falls within or outside the scope of certain (safety) legislation and, consequently, which specific safety regulations and safety inspections are mandatory. As a clear, consistent and predictable composition of biogas does not exist, stricter monitoring of biogas composition in the different compartments of the production plant is recommended. The current assessment of potential safety risks associated with the production of biogas is that these risks principally relate to those working at the biogas installation and are much less relevant to local residents. Further investigations are needed to determine if this is indeed the case [Dutch] Voor de productie van biogas door co-vergisting wordt mest vermengd met restanten van bijvoorbeeld oogsten of voedsel die kunnen vergisten. Biogas heeft brandbare en giftige eigenschappen

  1. Carbon 13 and carbon 14 in trees and the atmospheric CO2 increase

    NARCIS (Netherlands)

    Tans, Petrus Paulus

    1978-01-01

    Bij het verbruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie, aardgas) ten behoeve van de wereld energievoorziening komen zeer grote hoeveelheden koolzuurgas (CO2) vrij. hierdoor wordt het CO2 gehalte van de atmosfeer verhoogd. Het CO2 gas dat uit de verbranding ontstaat neemt deel in de natuurlijke

  2. Groei en gedrag van schelpdieren in vijverteelt, samenvattend eindrapport Zeeuwse tong werkpakket 2

    NARCIS (Netherlands)

    Smaal, A.C.; Jansen, H.M.; Kamermans, P.; Schellekens, T.

    2014-01-01

    De binnendijkse kweek van schelpdieren en micro-algen is in het kader van het project Zeeuwse Tong onderzocht en uitgetest op verschillende schaalniveaus. In de pilots is op praktijkschaal getest wat er nodig is voor een commercieel haalbare productie. In één van de pilots (Colijnsplaat) zijn de

  3. Modern reciprocating compressors for the use of high pressure refrigerants (e.g. R410A, CO2). Criteria for construction and lubricating systems; Moderne zuigercompressoren voor de toepassing van hogedrukkoudemiddelen (zoals R410A, CO2). Eisen aan constructie en smeersystemen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Lande, C. [Uniechemie, Apeldoorn (Netherlands); Grosse-Kracht, R. [Bitzer, Kuehlmaschinenbau, Sindelfingen (Germany)

    2005-09-01

    The use of high pressure refrigerants like R410A (air conditioning and chillers) and CO2 (low temperature cascade in supermarkets) demands changes in the standard fine reciprocating compressors. The design accounts essential criteria like thermodynamic and physical properties and the interaction between refrigerants and applied lubricants. These are high pressures, the mass flow, the vapour density, the high specific cooling capacity, the power consumption and the temperatures of oil and discharge gasses. [Dutch] De toepassing van R410A (in de klimaat-techniek) en CO2 (in lagetemperatuurcascade-installaties voor de supermarkttoepassing) vereist een aanpassing van standaard semi-hermetische zuigercompressoren om de fysische- en thermodynamische eigenschappen van het koudemiddel tot hun recht te laten komen. Dit zijn vooral de optredende drukken, de massastroom, de dampdichtheid, de hoge specifieke koelcapaciteit, het opgenomen vermogen en de olie- en persgastemperatuur.

  4. Comparison of methods to assess cost-effectiveness of CO2 policies for cars; Kosteneffectiviteit CO2-beleid personenauto's. Methodische verkenning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Brink, R.M.M.; Annema, J.A.

    2007-07-01

    The purchase of smaller more fuel-efficient cars seems to have only advantages: the purchase results in less carbon dioxide (CO2) emissions and the purchaser spends less money on the car and the fuel. In spite of this a general trend in buying more fuel-efficient cars is hardly observable in the Netherlands. This report argues that the reason is that consumers value other things in cars (size, comfort, status) next to out-of-pocket money they have to spend on purchase, taxes and fuels. This report recommends to estimating cost-effectiveness of CO2 policies for cars with methods including benefit losses related to buying other cars - smaller, less comfortable - compared to the reference case. This approach results in more realistic cost estimates of CO2 policies compared to methods, which are limited to a 'narrow' - only out-of-pocket money - cost concept. [Dutch] De aanschaf van kleinere, meer energie-efficiente personenauto's lijkt op het eerste gezicht alleen voordelen te hebben: het resulteert in minder CO2-uitstoot en de eigenaar hoeft minder kosten te maken aan brandstof en aanschaf van de auto. Toch is er in Nederland nauwelijks een trend waarneembaar naar zuiniger auto's. In dit rapport wordt gesteld dat de reden hiervoor is dat auto-eigenaren andere zaken (grootte, comfort, status) in auto's waarderen, naast aanschafkosten en brandstofkosten. Kosteneffectiviteit is een krachtig begrip in milieubeleidsevaluatie omdat het inzichtelijk kan maken met welk beleid per uitgegeven euro de meeste emissiereductie kan worden bereikt. Het begrip kosteneffectiviteit is echter niet zo eenduidig als het op het eerste gezicht lijkt. Dit rapport doet de aanbeveling om bij de bepaling van de kosteneffectiviteit van CO2-maatregelen voor personenauto's rekening te houden met welvaartsverliezen die het gevolg zijn van een noodgedwongen overstap naar kleinere, minder comfortabele auto's. Een dergelijke aanpak biedt mogelijkheden om meer

  5. CO2-refrigeration. Investment in an energy efficient supermarket; CO2-koeling. Investeren in een energiezuinige supermarkt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-11-15

    Modem entrepreneurs invest in an energy-neutral supermarket. By that they are working on corporate social responsibility, sustainability and a green image of their company. The reduction of energy consumption results in an indirect reduction of CO2 emission by electric power stations. That is why more and more transcritical refrigeration plants with the natural refrigerant CO2, with global warming impact of 1, will be applied. The energy investment deduction scheme EIA, executed by NL Agency, stimulates a large number of energy saving measures which result in a financial profit for the investing owner or manager. [Dutch] Moderne ondememers investeren in een energieneutrale supermarkt. Ze zijn immers bezig met maatschappelijk verantwoord ondememen, verduurzaming en een groene uitstraling van hun bedrijf. Het terugdringen van het energiegebruik reduceert de indirecte CO2-uitstoot bij de elektriciteitscentrale aanzienlijk. Daarom worden steeds meer transkritische koel-vriesinstallaties die werken met het natuurlijke koudemiddel CO2, met een GWP-waarde van 1, toegepast. De Energie-investeringsaftrekregeling EIA, uitgevoerd door Agentschap NL, stimuleert een groot aantal energiebesparende maatregelen die ten goede komen aan de eigenaar of beheerder.

  6. CO2 capture on micro/meso-porous composites of (zeolite A)/(MCM-41) with Ca2+ located: Computer simulation and experimental studies

    International Nuclear Information System (INIS)

    Jianhai Zhou; Huiling Zhao; Jinxia Li; Yujun Zhu; Jun Hu; Honglai Liu; Ying Hu

    2013-01-01

    Composing of both zeolite and meso-porous structures, micro/meso-porous composites exhibit promising CO 2 capture capabilities. In this work, a full-atomic mimetic 5A-MCM-41 structure with bimodal pores has been constructed, in which the microporous structure of 5A zeolite is constructed and optimized based on zeolite A with Ca and Na cations introduced; whereas the meso-porous MCM-41 structure is produced by caving the cylindrical pores in the obtained 5A zeolite matrix. CO 2 adsorption on 5A-MCM- 41 has been simulated by the grand canonical Monte Carlo (GCMC). The simulation results demonstrated that CO 2 is preferentially adsorbed in micropores, and the CO 2 adsorption capacity and its isosteric heat on 5A-MCM-41 are much larger than those of N 2 . The CO 2 selectivity of 5A-MCM-41 results from the electrostatic interaction of the quadrupole CO 2 molecule with Ca 2+ cations of the zeolite. Furthermore, the hierarchical micro/meso-porous composites are synthesized to verify the simulated predictions. By the hydrothermal reaction using 5A zeolite 'seeds' as the silicon source and hexadecyl trimethylammonium bromide (CTAB) as the meso-porous template, 5A-MCM-41 composites are obtained, the characteristic results show that typical 5A microporous structure is remained and disordered meso-porous networks are produced in the composites.Moreover, the CO 2 adsorption capacity of the 5A-MCM- 41 composites can reach as high as 4.08 mmol/g at 100 kPa and 298 K. These observations have been strongly supported that micro/meso-porous composites with metal ions located would be promising adsorbents for CO 2 separation. (authors)

  7. Latent heat increases storage capacity. Heat transport by truck; Latente warmte vergroot opslagcapaciteit. Warmtetransport per vrachtauto is soms heel slim

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Jong, K.

    2012-11-15

    The project-group Biomass CHP (combined production of heat and power) organized a tour with a workshop in Dortmund, Germany, September 26, 2012, on storage and transport of heat and biogas. There are several projects in Germany involving road transport of heat by means of containers. A swimming pool in Dortmund already is using this option since 2008. Waste heat from a CHP-installation for landfill gas is collected from a waste dump [Dutch] De projectgroep Biomassa en WKK organiseerde 26 September een excursie met workshop in Dortmund over opslag en transport van warmte en biogas. Er zijn in Duitsland al meerdere projecten waarbij warmte per container over de weg wordt vervoerd. Een Dortmunds zwembad werkt hier al sinds 2008 mee. De restwarmte van een wkk op stortgas wordt opgehaald bij een afvalstortplaats.

  8. Mass Enhancement of Nearly Trivalent Compound EuCo2Si2: Studied by the de Haas-van Alphen Experiments and Energy Band Calculations

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ōnuki, Yoshichika; Hedo, Masato; Nakama, Takao; Nakamura, Ai; Aoki, Dai; Boukahil, Mounir; Haga, Yoshinori; Takeuchi, Tetsuya; Harima, Hisatomo

    2015-01-01

    We succeeded in growing single crystals of EuCo 2 Si 2 by the Bridgman method, and carried out the de Haas-van Alphen (dHvA) experiments. EuCo 2 Si 2 was previously studied from a viewpoint of the trivalent electronic state on the basis of the magnetic susceptibility and X-ray absorption experiments, whereas most of the other Eu compounds order magnetically, with the divalent electronic state. The detected dHvA branches in the present experiments are found to be explained by the results of the full potential linearized augmented plane wave energy band calculations on the basis of a local density approximation (LDA) for YCo 2 Si 2 (LDA) and EuCo 2 Si 2 (LDA + U), revealing the trivalent electronic state. The detected cyclotron effective masses are moderately large, ranging from 1.2 to 2.9 m 0

  9. Kalanchoë staat ook 's nachts open voor CO2

    NARCIS (Netherlands)

    Noort, van F.R.

    2005-01-01

    kalanchoë is een plant die 's nachts CO2 kan opnemen om het overdag te gebruiken. Onderzoek maakt duidelijk dat het raadzaam is de eerste twee weken en de laatste fase van de teelt 's nachts CO2 toe te dienen. Van week 3 tot en met 9 moet overdag CO2 gedoseerd worden

  10. Metamorphosis of the coal sector. From dirty to clean?; Metamorfose van de kolensector. Van vies naar schoon?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Heuvel, S.

    2008-05-15

    The author surveys the extreme make-over of the coal industry: from dirty to clean. To many of us, coal might seem the energy source of the past. In many countries of Western Europe, coal mines were closed decades ago and in most cases gas has replaced coal for heating. However, the worldwide use of coal has never been as high as it is today and coal consumption is expected to increase by 70% until 2030. This increase has mainly to do with the rapid growth of energy consumption in China and India. There are, however, environmental problems related to coal, the most prominent being the very high CO2 emissions, causing climate change. Capturing CO2 and burying it in geological formation underground, a technology called Carbon Capture and Storage (CCS), could potentially alleviate the CO2 burden that is inevitably related to coal. However, CCS is not yet a proven method and there are many uncertainties to be taken away. This leaves a gap between the international and European policy goals of decreasing global CO2 emissions and the emissions caused by coal. In fact, it shows the necessity of reaching an international climate agreement (post Kyoto) and of creating a fair efforts sharing balance between the industrialized and developing countries. [Dutch] De auteur geeft een overzicht van de extreme veranderingen in de steenkoolindustrie om deze schoner te laten produceren. Voor velen van ons lijken kolen misschien de energiebron van het verleden. In veel landen van West-Europa, werden kolenmijnen tientallen jaren geleden gesloten en in de meeste gevallen heeft aardgas steenkool vervangen voor verwarming. Echter, het wereldwijde gebruik van steenkool is nog nooit zo hoog geweest als nu en het verbruik van steenkool zal naar verwachting met 70% stijgen tot 2030. Deze stijging heeft vooral te maken met de snelle groei van het energieverbruik in China en India. Er zijn echter milieuproblemen in verband met steenkool, waarvan de meest prominente de zeer hoge CO2-uitstoot

  11. System Design of a Supercritical CO_2 cooled Micro Modular Reactor

    International Nuclear Information System (INIS)

    Kim, Seong Gu; Cho, Seongkuk; Yu, Hwanyeal; Kim, Yonghee; Jeong, Yong Hoon; Lee, Jeong Ik

    2014-01-01

    Small modular reactor (SMR) systems that have advantages of little initial capital cost and small restriction on construction site are being developed by many research organizations around the world. Existing SMR concepts have the same objective: to achieve compact size and a long life core. Most of small modular reactors have much smaller size than the large nuclear power plant. However, existing SMR concepts are not fully modularized. This paper suggests a complete modular reactor with an innovative concept for reactor cooling by using a supercritical carbon dioxide. The authors propose the supercritical CO_2 Brayton cycle (S-CO_2 cycle) as a power conversion system to achieve small volume of power conversion unit (PCU) and to contain the reactor core and PCU in one vessel. A conceptual design of the proposed small modular reactor was developed, which is named as KAIST Micro Modular Reactor (MMR). The supercritical CO_2 Brayton cycle for the S-CO_2 cooled reactor core was optimized and the size of turbomachinery and heat exchanger were estimated preliminary. The nuclear fuel composed with UN was proposed and the core lifetime was obtained from a burnup versus reactivity calculation. Furthermore, a system layout with fully passive safety systems for both normal operation and emergency operation was proposed. (author)

  12. Investigation of water and CO2 (carbon dioxide) flooding using micro-CT (micro-computed tomography) images of Berea sandstone core using finite element simulations

    International Nuclear Information System (INIS)

    Gunde, Akshay C.; Bera, Bijoyendra; Mitra, Sushanta K.

    2010-01-01

    The present study reports a numerical investigation of water and CO 2 (carbon dioxide) flooding at the pore scale of a porous medium. We use high resolution micro-computed tomography (micro-CT) images of Berea sandstone core to obtain the pore geometry. The numerical solution used for the simulation was carried out by a finite element based software package. Level Set method is used to determine the position of the interface between two immiscible fluids when oil is displaced by water and CO 2 , respectively. The present formulation is validated against single-phase flow through the porous structure. It is found that, fluid flow inside the pore space takes place through preferential inlet and outlet pores. For two-phase flow, it is observed that continuous displacement of oil occurs during water flooding but CO 2 is able to displace oil at certain locations in the pores. Also, the separation of flow front is observed in the case of CO 2 flooding. A quantitative comparison of the results obtained in two types of flooding simulations suggests that water displaces a higher volume of oil than CO 2 in the time period for which the simulations are performed.

  13. PCU arrangement of a supercritical CO{sub 2} cooled micro modular reactor

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kim, Seong Gu; Baik, Seungjoon; Cho, Seong Kuk; Oh, Bong Seong; Lee, Jeong Ik [KAIST, Daejeon (Korea, Republic of)

    2016-05-15

    As part of the SMR(Small Modular Reactor)s development effort, the authors propose a concept of supercritical CO{sub 2} (S-CO{sub 2}) cooled fast reactor combined with the S-CO{sub 2} Brayton cycle. The reactor concept is named as KAIST Micro Modular Reactor (MMR). The S-CO{sub 2} Brayton cycle has many strong points when it is used for SMR's power conversion unit. It occupies small footprints due to the compact cycle components and simple layout. Thus, a concept of one module containing the S-CO{sub 2} cooled fast reactor and power conversion system is possible. This module can be shipped via ground transportation (by trailer) or marine transportation. In this study, the authors propose a new conceptual layout for the S-CO{sub 2} cooled direct cycle while considering various issues for arranging cycle components. The new design has an improved cycle efficiency (from 31% to 34%) than the earlier version of MMR by reducing pressure drops in the heat exchangers. As a more efficient option, a recompression recuperated cycle was also designed. It improves 5% of thermal efficiency while 18tons of mass can be added in comparison to the simple recuperated cycle. Even if we adopt recompression cycle as a PCU, the weight of module (152tons) is less than the ground transportable limit (260tons)

  14. Effect of carbonation temperature on CO_2 adsorption capacity of CaO derived from micro/nanostructured aragonite CaCO_3

    International Nuclear Information System (INIS)

    Hlaing, Nwe Ni; Sreekantan, Srimala; Hinode, Hirofumi; Kurniawan, Winarto; Thant, Aye Aye; Othman, Radzali; Mohamed, Abdul Rahman; Salime, Chris

    2016-01-01

    Recent years, CaO-based synthetic materials have been attracted attention as potential adsorbents for CO_2 capture mainly due to their high CO_2 adsorption capacity. In this study, micro/nanostructured aragonite CaCO_3 was synthesized by a simple hydrothermal method with using polyacrylamide (PAM). The structural, morphological and thermal properties of the synthesized sample were investigated by X-ray diffraction (XRD), field-emission scanning electron microscopy (FESEM) and thermogravimetry analysis (TG-DTA). The XRD and FESEM results showed that the obtained sample was aragonite CaCO_3 with aggregated nanorods and microspheres composed of nanorods. A TG-DTA apparatus with Thermoplus 2 software was used to investigate the effect of carbonation temperature on the CO_2 adsorption capacity of CaO derived from aragonite CaCO_3 sample. At 300 °C, the sample reached the CO_2 adsorption capacity of 0.098 g-CO_2/g-adsorbent, whereas the sample achieved the highest capacity of 0.682 g-CO_2/g-adsorbent at 700 °C. The results showed that the carbonation temperature significantly influenced on the CO_2 adsorption capacity of the CaO derived from aragonite CaCO_3.

  15. A Conceptual Study on a Supercritical CO_2-cooled Micro Modular Reactor

    International Nuclear Information System (INIS)

    Yu, Hwanyeal; Hartanto, Donny; Kim, Yonghee

    2014-01-01

    A Micro Modular Reactor (MMR) using Supercritical-CO_2 (S-CO_2) as coolant has been investigated from the neutronics perspective. The MMR is designed to be transportable so it can reach the remote areas. The thermal power of the reactor is 36.2 M Wth. The size of the active core is limited to 1.2 m length and 93.16 cm width. The size of whole core is 2.8 m length and 166.9 cm width. The reactor lifetime design target is 20 years. To maximize the fuel volume fraction in the core, high density uranium nitride UN"1"5 was used. The PbO/MgO reflector was also utilized to improve the neutron economy. The S-CO_2 is chosen as the coolant because it offers a higher thermal efficiency. In this study, neutronics calculations and depletion using McCARD Monte Carlo code has been done to determine the lifetime and behavior of the core. Several important safety parameters such as Control Rod worth, Doppler reactivity coefficients and coolant void reactivity coefficient have also been analyzed. (author)

  16. Performance Estimation of Supercritical Co2 Micro Modular Reactor (MMR) for Varying Cooling Air Temperature

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ahn, Yoonhan; Kim, Seong Gu; Cho, Seong Kuk; Lee, Jeong Ik

    2015-01-01

    A Small Modular Reactor (SMR) receives interests for the various application such as electricity co-generation, small-scale power generation, seawater desalination, district heating and propulsion. As a part of SMR development, supercritical CO2 Micro Modular Reactor (MMR) of 36.2MWth in power is under development by the KAIST research team. To enhance the mobility, the entire system including the power conversion system is designed for the full modularization. Based on the preliminary design, the thermal efficiency is 31.5% when CO2 is sufficiently cooled to the design temperature. A supercritical CO2 MMR is designed to supply electricity to the remote regions. The ambient temperature of the area can influence the compressor inlet temperature as the reactor is cooled with the atmospheric air. To estimate the S-CO2 cycle performance for various environmental conditions, A quasi-static analysis code is developed. For the off design performance of S-CO2 turbomachineries, the experimental result of Sandia National Lab (SNL) is utilized

  17. The reliability of Raman micro-spectroscopy in measuring the density of CO2 mantle fluids

    Science.gov (United States)

    Remigi, S.; Frezzotti, M. L.; Ferrando, S.; Villa, I. M.; Maffeis, A.

    2017-12-01

    Recent evaluations of carbon fluxes into and out the Earth's interior recognize that a significant part of the total outgassing of deep Earth carbon occurs in tectonically active areas (Kelemen and Manning, 2015). Potential tracers of carbon fluxes at mantle depths include CO2 fluid inclusions in peridotites. Raman micro-spectroscopy allows calculating the density of CO2 fluids based on the distance of the CO2 Fermi doublet, Δ, in cm-1 (Rosso and Bodnar, 1995). The aim of this work is to check the reliability of Raman densimeter equations (cf. Lamadrid et al., 2016) for high-density CO2 fluids originating at mantle depths. Forty pure CO2 inclusions in peridotites (El Hierro, Canary Islands) of known density (microthermometry) have been analyzed by Raman micro-spectroscopy. In order to evaluate the influence of contaminants on the reliability of equations, 22 CO2-rich inclusions containing subordinate amounts of N2, CO, SO2 have also been studied. Raman spectrometer analytical conditions are: 532 nm laser, 80 mW emission power, T 18°C, 1800 and 600 grating, 1 accumulation x 80 sec. Daily calibration included diamond and atmosphere N2. Results suggest that the "Raman densimeter" represents an accurate method to calculate the density of CO2 mantle fluids. Equations, however, must be applied only to pure CO2 fluids, since contaminants, even in trace amounts (0.39 mol%), affect the Δ resulting in density overestimation. Present study further highlights how analytical conditions and data processing, such as spectral resolution (i.e., grating), calibration linearity, and statistical treatment of spectra, influence the accuracy and the precision of Δ measurements. As a consequence, specific analytical protocols for single Raman spectrometers should be set up in order to get reliable CO2 density data. Kelemen, Peter B., & Craig E. Manning. PNAS, 112.30 (2015): E3997-E4006.Lamadrid, H. M., Moore, L. R., Moncada, D., Rimstidt, J. D., Burruss, R. C., & Bodnar, R. J. Chem

  18. Micro-CT in situ study of carbonate rock microstructural evolution for geologic CO2 storage

    DEFF Research Database (Denmark)

    Zheng, Yi; Yang, Yan; Rogowska, M.

    2017-01-01

    settings such as the carbonate reservoirs in the North Sea. The final aim of our project is to find out how to control the evolution of petrophysical parameters during CO2 injection using an optimal combination of flow rate, injection pressure and chemical composition of the influent. The first step...... to achieve this is to find a suitable condition to create a stable 3D space in carbonate rock by injecting liquid to prepare space for the later CO2 injection. Micro-CT imaging is a non-destructive 3D method that can be used to study the property changes of carbonate rocks during and after CO2 injection...

  19. Manual licensing procedure co-fermentation of manure. Guideline for the initiator; Handboek vergunningverlening co-vergisting van mest. Wegwijzer voor de initiatiefnemer

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-11-15

    This manual helps licensers assess the opportunities and possible bottlenecks in applying for a license for a co-digester. The manual contains elaborate information on the safety of the co-digester, the influence on the environment, the smell, the noise and the transport movements. Moreover, the licensing procedure is explained [Dutch] Dit handboek helpt vergunningverleners bij het inschatten van de kansen en mogelijke knelpunten bij de aanvraag voor een co-vergister. Het handboek bevat uitgebreide informatie over de veiligheid van de co-vergister, de invloed op de omgeving, de geur, het geluid en transportbewegingen. Daarnaast komt de procedure rond de vergunningverlening aan bod.

  20. Preliminary Design of Supercritical CO{sub 2} Radial Turbine for Micro Modular Reactor

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Cho, Seong Kuk; Lee, Jekyoung; Kim, Seong Gu; Lee, Jeong Ik [KAIST (Korea, Republic of); Cha, Jae Eun [KAERI, Daejeon (Korea, Republic of)

    2016-05-15

    The KAIST research team suggested an innovative concept of SMR called KAIST Micro Modular Reactor (MMR). It is aimed for achieving complete modularization of a nuclear power plant including the Power Conversion Unit (PCU) for simple transportation and installation. In consideration of the maintenance, S-CO{sub 2} has superior characteristic to the light water because it is less corrosive. Table I represents summary of the main design results of KAIST MMR. As such efforts the study on S-CO{sub 2} turbomachinery has been actively conducted because the S-CO{sub 2} Brayton cycle operates under extreme conditions such as high rotational speed, high pressure, and dramatic change of thermodynamic properties near the critical point (30.98 .deg. C, 7377kPa). To achieve higher thermal efficiency, the operation near the critical point is prerequisite in the S-CO{sub 2} Brayton cycle. For these reasons, research works on the S-CO{sub 2} turbomachinery naturally have been focused on the compressor which operates near the critical point. Due to the absence of loss models in S-CO{sub 2} field, loss models with air turbine were first utilized to design and predict the off design performance of a S-CO{sub 2} turbine. To check propriety of the code logic the code results compared with experimental data measured in air condition. The predicted values showed good agreement with the experiment data. Lastly, performance maps for S-CO{sub 2} turbine for the MMR were generated with change of mass flow rate and rotational speed.

  1. Emission of greenhouse gases from sewage installations; Emissies van broeikasgassen van rwzi's

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Voorthuizen, E.; Van Leusden, M.; Visser, A.; Kruit, J. [Royal Haskoning, Amersfoort (Netherlands); Kampschreur, M.; Van Dongen, U.; Van Loosdrecht, M. [Technische Universiteit Delft TUD, Delft (Netherlands)

    2010-03-15

    Emissions of greenhouse gases (CO2, CH4, N2O) from wastewater treatment plants (WWTPs) are monitored. The emission of CO2 from waste water treatment plants (WWTPs) is related to the use of electricity, natural gas or other fossil fuels. The amount and origin of the emission of CH4 and N2O, however, is unknown. Presently emission factors from the IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) and the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM) are used to estimate those emissions. The aim of the study on the title subject was to determine the level of N2O and CH4 emission from Dutch WWTPs to understand the accuracy of the existing emission factors. In this way an estimation of the total greenhouse gas emission from a Dutch WWTP can be made. The emission of N2O and CH4 was measured at three WWTPs in the Netherlands: Papendrecht, Kortenoord and Kralingseveer [Dutch] In deze studie zijn de indirecte en directe emissies van broeikasgassen (CO2, CH4 en N2O) van rwzi's in kaart gebracht aan de hand van metingen. De resultaten hebben aanleiding gegeven voor een vervolgonderzoek waarbij onder meer kennis wordt ontwikkeld op het gebied van methaanvorming (CH4) in de riolering en mogelijkheden om de emissie van methaan op een zuivering te reduceren. Met betrekking tot lachgas N2O wordt onderzoek gedaan naar de vormingsprocessen van lachgas en de wijze waarop deze vrijkomt vanuit een rwzi. Verder worden relaties tussen lachgasemissie en procesparameters inzichtelijk gemaakt. Met deze kennis is het hopelijk in de toekomst mogelijk om maatregelen te nemen die de vorming en emissie van lachgas vanuit rwzi's te reduceren.

  2. Only CO2 as coolant for supermarket Plus Vermaning, Olst, Netherlands; Alleen CO2 als koudemiddel bij Plus Vermaning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Jans, R. [Coolsultancy, Rucphen (Netherlands)

    2010-09-15

    Early July 2009 the Dutch supermarket Plus Vermaning in Olst was reopened. The cooling installation in this supermarket is among the first in the Netherlands equipped with only the natural cooling agent R744 (CO2) and is also equipped with a heat recovery system. A gas connection is no longer required in this store. The time has come to list the experiences. [Dutch] Begin juli 2009 is in Olst, Nederland, de supermarkt van Plus Vermaning heropend. De koelinstallatie in deze supermarkt is als een van de eersten in Nederland uitgevoerd met uitsluitend het natuurlijke koudemiddel R744 (CO2) en is verder voorzien van een warmteterugwinning (WTW) systeem. Een gasaansluiting is in de winkel niet meer aanwezig. Nu is het tijd de ervaringen op een rij te zetten.

  3. CO Sensing Performance of a Micro Thermoelectric Gas Sensor with AuPtPd/SnO2 Catalyst and Effects of a Double Catalyst Structure with Pt/α-Al2O3

    Science.gov (United States)

    Goto, Tomoyo; Itoh, Toshio; Akamatsu, Takafumi; Shin, Woosuck

    2015-01-01

    The CO sensing properties of a micro thermoelectric gas sensor (micro-TGS) with a double AuPtPd/SnO2 and Pt/α-Al2O3 catalyst were investigated. While several nanometer sized Pt and Pd particles were uniformly dispersed on SnO2, the Au particles were aggregated as particles measuring >10 nm in diameter. In situ diffuse reflectance Fourier transform Infrared spectroscopy (DRIFT) analysis of the catalyst showed a CO adsorption peak on Pt and Pd, but no clear peak corresponding to the interaction between CO and Au was detected. Up to 200 °C, CO combustion was more temperature dependent than that of H2, while H2 combustion was activated by repeated exposure to H2 gas during the periodic gas test. Selective CO sensing of the micro-TGS against H2 was attempted using a double catalyst structure with 0.3–30 wt% Pt/α-Al2O3 as a counterpart combustion catalyst. The sensor output of the micro-TGS decreased with increasing Pt content in the Pt/α-Al2O3 catalyst, by cancelling out the combustion heat from the AuPtPd/SnO2 catalyst. In addition, the AuPtPd/SnO2 and 0.3 wt% Pt/α-Al2O3 double catalyst sensor showed good and selective CO detection. We therefore demonstrated that our micro-TGS with double catalyst structure is useful for controlling the gas selectivity of CO against H2. PMID:26694397

  4. Effects of composition of the micro porous layer and the substrate on performance in the electrochemical reduction of CO2 to CO

    Science.gov (United States)

    Kim, Byoungsu; Hillman, Febrian; Ariyoshi, Miho; Fujikawa, Shigenori; Kenis, Paul J. A.

    2016-04-01

    With the development of better catalysts, mass transport limitations are becoming a challenge to high throughput electrochemical reduction of CO2 to CO. In contrast to optimization of electrodes for fuel cells, optimization of gas diffusion electrodes (GDE) - consisting of a carbon fiber substrate (CFS), a micro porous layer (MPL), and a catalyst layer (CL) - for CO2 reduction has not received a lot of attention. Here, we studied the effect of the MPL and CFS composition on cathode performance in electroreduction of CO2 to CO. In a flow reactor, optimized GDEs exhibited a higher partial current density for CO production than Sigracet 35BC, a commercially available GDE. By performing electrochemical impedance spectroscopy in a CO2 flow reactor we determined that a loading of 20 wt% PTFE in the MPL resulted in the best performance. We also investigated the influence of the thickness and wet proof level of CFS with two different feeds, 100% CO2 and the mixture of 50% CO2 and N2, determining that thinner and lower wet proofing of the CFS yields better cathode performance than when using a thicker and higher wet proof level of CFS.

  5. Effect of carbonation temperature on CO{sub 2} adsorption capacity of CaO derived from micro/nanostructured aragonite CaCO{sub 3}

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hlaing, Nwe Ni, E-mail: nwenihlaing76@gmail.com [School of Materials and Mineral Resources Engineering, Engineering Campus, Universiti Sains Malaysia, 14300 Nibong Tebal, Penang (Malaysia); Department of International Development Engineering, Tokyo Institute of Technology, 2-12-1 Ookayama, Meguro-ku, Tokyo (Japan); Department of Physics, University of Yangon, 11041 Kamayut, Yangon (Myanmar); Sreekantan, Srimala, E-mail: srimala@usm.my [School of Materials and Mineral Resources Engineering, Engineering Campus, Universiti Sains Malaysia, 14300 Nibong Tebal, Penang (Malaysia); Hinode, Hirofumi, E-mail: hinode@ide.titech.ac.jp; Kurniawan, Winarto, E-mail: Kurniawan.w.ab@m.titech.ac.jp [Department of International Development Engineering, Tokyo Institute of Technology, 2-12-1 Ookayama, Meguro-ku, Tokyo (Japan); Thant, Aye Aye, E-mail: a2thant@gmail.com [Department of Physics, University of Yangon, 11041 Kamayut, Yangon (Myanmar); Othman, Radzali, E-mail: radzali@utem.edu.my [Faculty of Manufacturing Engineering, Universiti Teknikal Malaysia Melaka, Hang Tuah Jaya, 76100 Durian Tunggal, Malacca (Malaysia); Mohamed, Abdul Rahman, E-mail: chrahman@eng.usm.my [Low Carbon Economy (LCE) Research Group, School of Chemical Engineering, Engineering Campus, Universiti Sains Malaysia, 14300 Nibong Tebal, Penang (Malaysia); Salime, Chris, E-mail: chris.salim@surya.ac.id [Environmental Engineering, Surya University, Tangerang, 15810 Banten (Indonesia)

    2016-07-06

    Recent years, CaO-based synthetic materials have been attracted attention as potential adsorbents for CO{sub 2} capture mainly due to their high CO{sub 2} adsorption capacity. In this study, micro/nanostructured aragonite CaCO{sub 3} was synthesized by a simple hydrothermal method with using polyacrylamide (PAM). The structural, morphological and thermal properties of the synthesized sample were investigated by X-ray diffraction (XRD), field-emission scanning electron microscopy (FESEM) and thermogravimetry analysis (TG-DTA). The XRD and FESEM results showed that the obtained sample was aragonite CaCO{sub 3} with aggregated nanorods and microspheres composed of nanorods. A TG-DTA apparatus with Thermoplus 2 software was used to investigate the effect of carbonation temperature on the CO{sub 2} adsorption capacity of CaO derived from aragonite CaCO{sub 3} sample. At 300 °C, the sample reached the CO{sub 2} adsorption capacity of 0.098 g-CO{sub 2}/g-adsorbent, whereas the sample achieved the highest capacity of 0.682 g-CO{sub 2}/g-adsorbent at 700 °C. The results showed that the carbonation temperature significantly influenced on the CO{sub 2} adsorption capacity of the CaO derived from aragonite CaCO{sub 3}.

  6. Programme Energy and CO2 and Year Plan 2013; Programma Energie en CO2 en Jaarplan 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Broekharst, P.; Medema, D.; Dijkshoorn, A.

    2012-10-15

    Less energy, less CO2 emissions and use of renewable energy sources,are important aspects in the sustainable development of horticulture, strengthening its competitiveness and image. Carbon neutral production and transport is needed to really be sustainable. The program describes an approach for the period 2013-2016, giving concrete results for the year 2013 [Dutch] Minder energiegebruik, minder CO2 uitstoten en meer hernieuwbare energiebronnen inzetten; dat zijn belangrijke aspecten in een duurzame ontwikkeling van de tuinbouw, het versterken van haar concurrentiekracht en imago. Klimaatneutraal produceren en vervoeren is uiteindelijke nodig om echt duurzaam te zijn. Het programma beschrijft een aanpak voor 2013 t/m 2016, waarbij voor 2013 de gewenste resultaten concreet worden benoemd.

  7. Cross disease analysis of co-functional microRNA pairs on a reconstructed network of disease-gene-microRNA tripartite.

    Science.gov (United States)

    Peng, Hui; Lan, Chaowang; Zheng, Yi; Hutvagner, Gyorgy; Tao, Dacheng; Li, Jinyan

    2017-03-24

    MicroRNAs always function cooperatively in their regulation of gene expression. Dysfunctions of these co-functional microRNAs can play significant roles in disease development. We are interested in those multi-disease associated co-functional microRNAs that regulate their common dysfunctional target genes cooperatively in the development of multiple diseases. The research is potentially useful for human disease studies at the transcriptional level and for the study of multi-purpose microRNA therapeutics. We designed a computational method to detect multi-disease associated co-functional microRNA pairs and conducted cross disease analysis on a reconstructed disease-gene-microRNA (DGR) tripartite network. The construction of the DGR tripartite network is by the integration of newly predicted disease-microRNA associations with those relationships of diseases, microRNAs and genes maintained by existing databases. The prediction method uses a set of reliable negative samples of disease-microRNA association and a pre-computed kernel matrix instead of kernel functions. From this reconstructed DGR tripartite network, multi-disease associated co-functional microRNA pairs are detected together with their common dysfunctional target genes and ranked by a novel scoring method. We also conducted proof-of-concept case studies on cancer-related co-functional microRNA pairs as well as on non-cancer disease-related microRNA pairs. With the prioritization of the co-functional microRNAs that relate to a series of diseases, we found that the co-function phenomenon is not unusual. We also confirmed that the regulation of the microRNAs for the development of cancers is more complex and have more unique properties than those of non-cancer diseases.

  8. Adsorption and Desorption Characteristics of Cd2+ and Pb2+ by Micro and Nano-sized Biogenic CaCO3

    Science.gov (United States)

    Liu, Renlu; Guan, Yong; Chen, Liang; Lian, Bin

    2018-01-01

    The purpose of this study was to elucidate the characteristics and mechanisms of adsorption and desorption for heavy metals by micro and nano-sized biogenic CaCO3 induced by Bacillus subtilis, and the pH effect on adsorption was investigated. The results showed that the adsorption characteristics of Cd2+ and Pb2+ are well described by the Langmuir adsorption isothermal equation, and the maximum adsorption amounts for Cd2+ and Pb2+ were 94.340 and 416.667 mg/g, respectively. The maximum removal efficiencies were 97% for Cd2+, 100% for Pb2+, and the desorption rate was smaller than 3%. Further experiments revealed that the biogenic CaCO3 could maintain its high adsorption capability for heavy metals within wide pH ranges (3–8). The FTIR and XRD results showed that, after the biogenic CaCO3 adsorbed Cd2+ or Pb2+, it did not produce a new phase, which indicated that biogenic CaCO3 and heavy metal ions were governed by a physical adsorption process, and the high adsorptive capacity of biogenic CaCO3 for Cd2+ and Pb2+ were mainly attributed to its large total specific surface area. The findings could improve the state of knowledge about biogenic CaCO3 formation in the environment and its potential roles in the biogeochemical cycles of heavy metals. PMID:29434577

  9. Consequences of Market-Based Measures CO2-emission Reduction Maritime Transport for the Netherlands; Gevolgen Market Based Measures CO2-emissiereductie zeevaart voor Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wortelboer-van Donselaar, P.; Kansen, M.; Moorman, S. [Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, Den Haag (Netherlands); Faber, J.; Koopman, M.; Smit, M. [CE Delft, Delft (Netherlands)

    2013-11-15

    The introduction of Market Based Measures (MBMs) to reduce the CO2 emissions of international sea shipping will have relatively limited economic effects for the Netherlands. Moreover, these effects are largely in line with those in other countries. For the Netherlands, however, the manner in which MBMS are organised and enforced is likely to be particularly important, given the importance of ports to the Dutch economy, the country's relatively large bunker sector, and the fact that Dutch shipowners operate relatively small vessels and on a relatively small scale. MBMs include pricing measures in the form of tax or trade systems, as well as other market-related proposals. In this research study, the consequences are analysed of four international MBM proposals for the Netherlands [Dutch] Om de CO2-uitstoot van de internationale zeevaartsector terug te dringen worden momenteel zogeheten Market Based Measures (MBMs), zoals bijvoorbeeld het veilen van emissierechten of het invoeren van een heffing, overwogen. De invoering van de MBMs zal voor Nederland relatief beperkte economische effecten hebben. Deze effecten wijken bovendien niet bijzonder af van die voor andere landen. De wijze waarop de MBMs worden georganiseerd en gehandhaafd, is voor Nederland mogelijk wel van onderscheidend belang. Dit gezien het belang van de havens voor de Nederlandse economie, de relatief grote bunkersector, en de relatief kleine schepen en kleinschaligheid van de Nederlandse reders.

  10. Injector for CESAR (2 MeV electron storage ring): 2-beam, 2 MV van de Graaff generator; tank removed.

    CERN Multimedia

    CERN PhotoLab

    1968-01-01

    The van de Graaff generator in its tank. For voltage-holding, the tank was filled with pressurized extra-dry nitrogen. 2 beams emanated from 2 separate electron-guns. The left beam, for injection into the CESAR ring, was pulsed at 50 Hz, with currents of up to 1 A for 400 ns. The right beam was sent to a spectrometer line. Its pulselength was also 400 ns, but the pulse current was 12 microA, at a rate variable from 50 kHz to 1 MHz. This allowed stabilization of the top-terminal voltage to an unprecedented stability of +- 100 V, i.e. 6E-5. Although built for a nominal voltage of 2 MV, the operational voltage was limited to 1.75 MV in order to minimize voltage break-down events. CESAR was terminated at the end of 1967 and dismantled in 1968. R.Nettleton (left) and H.Burridge (right) are preparing the van de Graaff for shipment to the University of Swansea.

  11. Schuldhulpverlening: Knelpunten en dilemma’s van coördinatoren die vrijwilligers aansturen

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jansje van Middendorp

    2017-03-01

    Full Text Available Schuldhulpverlening: Knelpunten en dilemma’s van coördinatoren die vrijwilligers aansturen De afgelopen jaren is het aantal huishoudens in Nederland met schulden toegenomen. Ook de hoogte van de gemiddelde schuld nam toe. Gemeenten hebben te maken met een groeiende schuldenproblematiek in omvang, maar ook in complexiteit. Sinds 2012 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de regievoering op schuldhulpverlening. Ook op het gebied van zorg en welzijn zijn de afgelopen jaren veranderingen opgetreden in gemeentelijk beleid. Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een integraal aanbod aan ondersteuning en zorg, waarbij de nadruk ligt op participatie en eigen verantwoordelijkheid. In de zorg, welzijn en schuldhulpverlening wordt meer ingezet op het betrekken van vrijwilligers. Van lokale organisaties die vrijwilligers inzetten en van de coördinatoren die deze vrijwilligers aansturen en begeleiden, wordt meer gevraagd op het gebied van werving en inzet van vrijwilligers op verschillende terreinen en voor verschillende doelgroepen.Thuisadministratieprojecten bieden ondersteuning door vrijwilligers aan mensen met administratieve en/of financiële problemen, met als doel toe te werken naar financiële zelfredzaamheid en/of het voorkomen van (grotere financiële problemen. In dit artikel staat de onderzoeksvraag centraal: “Welke knelpunten en dilemma’s ervaren coördinatoren van Thuisadministratieprojecten, en in hoeverre komen die voort uit het huidige gemeentelijke beleid op het terrein van zorg, welzijn en integrale schuldhulpverlening?” Doel van het onderzoek was door inzicht te verkrijgen in problemen die coördinatoren ervaren en het leggen van de relatie met gemeentelijk beleid, aanbevelingen te kunnen doen om de dienstverlening, afstemming en samenwerking tussen gemeenten, beroepskrachten en vrijwilligers van lokale organisaties te verbeteren. De belangrijkste conclusie is dat

  12. Stirling based micro co-generation system for single households

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ribberink, J.S.; Zutt, J.G.M.; Rabou, L.P.L.M.; Beckers, G.J.J. [ECN Clean Fossil Fuels, Petten (Netherlands); Baijens, C.A.W.; Luttikholt, J.J.M. [ATAG Verwarming, Lichtenvoorde (Netherlands)

    2000-04-01

    This paper describes the progress made in the ENATEC development program for a free piston Stirling engine based micro co-generation system that serves the supply of up to 1 kW{sub e} and up to 24 kW heat for domestic heating and/or for hot tap water production for single households at overall system efficiencies of 96%. Experiments show that the free piston Stirling engines from Stirling Technology Company run very reliably and controllably, and that the efficiency targets for the 1 kW{sub e} micro co-generation system are feasible. A ceramic foam burner with good heat transfer characteristics and low NOx emissions was developed. A demonstration micro co-generation unit was built and successfully presented. A 1 kW{sub e} free piston Stirling engine for the European market was developed. High efficiencies at full load and at part load, low emissions, low noise, and minimum maintenance make the Stirling engine based micro co-generation system an attractive candidate for the next generation of domestic boilers in Europe. 5 refs.

  13. Trading CO2 emission; Verhandelbaarheid van CO2-emissies

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Waal, J.F.; Looijenga, A.; Moor, R.; Wissema, E.W.J. [Afdeling Energie, Ministerie van VROM, The Hague (Netherlands)

    2000-06-01

    Systems for CO2-emission trading can take many shapes as developments in Europe show. European developments for emission trading tend to comprehend cap and-trade systems for large emission sources. In the Netherlands a different policy is in preparation. A trading system for sheltered sectors with an option to buy reductions from exposed sectors will be further developed by a Commission, appointed by the minister of environment. Exposed sectors are committed to belong to the top of the world on the area of energy-efficiency. The authors point out that a cap on the distribution of energy carriers natural gas, electricity and fuel seems to be an interesting option to shape the trade scheme. A cap on the distribution of electricity is desirable, but not easy to implement. The possible success of the system depends partly on an experiment with emission reductions. 10 refs.

  14. Experimental studies on the evaporative heat transfer and pressure drop of CO{sub 2} and CO{sub 2}/propane mixtures flowing upward in smooth and micro-fin tubes with outer diameter of 5 mm for an inclination angle of 45

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Cho, Jin Min; Kim, Min Soo [School of Mechanical and Aerospace Engineering, Seoul National University, Seoul 151-744 (Korea); Kim, Yong Jin [School of Mechanical Engineering, Georgia Institute of Technology, Atlanta, GA 30332 (United States)

    2010-08-15

    Heat transfer characteristics show different tendency according to the tube orientations such as horizontal, vertical, and inclined positions. In this study, evaporative heat transfer characteristics and pressure drop of CO{sub 2} and CO{sub 2}/propane mixtures flowing upward are investigated in inclined smooth and micro-fin tubes. Smooth and micro-fin tubes with outer diameter of 5 mm and length of 1.44 m with inclination angle of 45 were chosen as test tubes. Average inner diameters of test tubes are 4.0 mm (smooth tube) and 4.13 mm (micro-fin tube). The tests were conducted at mass fluxes from 212 to 656 kg/m{sup 2} s, saturation temperatures from -10 to 30 C and heat fluxes from 15 to 60 kW/m{sup 2} for CO{sub 2}. In addition, for CO{sub 2}/propane mixtures, the test was carried out at inlet temperatures from -10 to 30 C for several compositions (75/25, 50/50, 25/75 wt%) with the same mass fluxes, heat fluxes applied for CO{sub 2}. Heat transfer coefficients in inclined tube are approximately 1.8-3 times higher than those in horizontal tube and the average pressure drop of inclined tube exists between that of horizontal and vertical tubes. (author)

  15. Micro-PIV measurements of multiphase flow of water and liquid CO2 in 2-D heterogeneous porous micromodels

    Science.gov (United States)

    Li, Yaofa; Kazemifar, Farzan; Blois, Gianluca; Christensen, Kenneth T.

    2017-07-01

    We present an experimental study of pore-scale flow dynamics of liquid CO2 and water in a two-dimensional heterogeneous porous micromodel, inspired by the structure of a reservoir rock, at reservoir-relevant conditions (80 bar, 21°C). The entire process of CO2 infiltration into a water-saturated micromodel was captured using fluorescence microscopy and the micro-PIV method, which together reveal complex fluid displacement patterns and abrupt changes in velocity. The CO2 front migrated through the resident water in an intermittent manner, forming dendritic structures, termed fingers, in directions along, normal to, and even opposing the bulk pressure gradient. Such characteristics indicate the dominance of capillary fingering through the micromodel. Velocity burst events, termed Haines jumps, were also captured in the heterogeneous micromodel, during which the local Reynolds number was estimated to be ˜21 in the CO2 phase, exceeding the range of validity of Darcy's law. Furthermore, these drainage events were observed to be cooperative (i.e., across multiple pores simultaneously), with the zone of influence of such events extending beyond tens of pores, confirming, in a quantitative manner, that Haines jumps are nonlocal phenomena. After CO2 completely breaks through the porous section, shear-induced circulations caused by flowing CO2 were also observed, in agreement with previous studies using a homogeneous porous micromodel. To our knowledge, this study is the first quantitative measurement that incorporates both reservoir-relevant conditions and rock-inspired heterogeneity, and thus will be useful for pore-scale model development and validation.

  16. Low-power-consumption and high-sensitivity NO2 micro gas sensors based on a co-planar micro-heater fabricated by using a CMOS-MEMS process

    International Nuclear Information System (INIS)

    Moon, S. E.; Lee, J. W.; Park, S. J.; Park, J.; Park, K. H.; Kim, J.

    2010-01-01

    Small-scale, low-power-consumption, and high-sensitivity NO 2 gas sensors based on ZnO nanorods are reported in this work. To activate the chemical absorption and desorption for NO 2 gas, we embedded co-planar micro-heater in a micro gas sensor, that was made by using a Complementary Metal-oxide-semiconductor compatible Microelectromechanical Systems(CMOS-MEMS) process. To acquire simple fabrication and low fabrication cost, we located the micro-heater and the sensing electrode in the same plane. High-quality single-crystalline ZnO nanorods were selectively grown by using photolithography and a hydrothermal method. Their structural properties were confirmed by using X-ray diffractometry (XRD), energy dispersive X-ray spectroscopy microanalysis (EDAX), Scanning Electron Microscopy (SEM), and Transmission Electron Microscopy (TEM). The temperature-dependent current-voltage characteristics were measured to optimize the operating temperature of the fabricated devices as a chemical gas sensor. To test the possibility for use as chemical sensor, we measured the NO 2 gas response.

  17. Straatsburg en artikel 2 van die dordtse kerkorde

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    L. F. Schulze

    1966-03-01

    Full Text Available In art. 2 K.O. word daar vier soorte kerklike dienste on dcrskei, nl. „dié van die bedienaars van die Woord, dié van die professore aan die teologiese skool, die van die ouderlinge, en dié van die diakens”.

  18. Preliminary Design of S-CO2 Brayton Cycle for KAIST Micro Modular Reactor

    International Nuclear Information System (INIS)

    Kim, Seong Gu; Kim, Min Gil; Bae, Seong Jun; Lee, Jeong Ik

    2013-01-01

    This paper suggests a complete modular reactor with an innovative concept of reactor cooling by using a supercritical carbon dioxide directly. Authors propose the supercritical CO 2 Brayton cycle (S-CO 2 cycle) as a power conversion system to achieve small volume of power conversion unit (PCU) and to contain the core and PCU in one vessel for the full modularization. This study suggests a conceptual design of small modular reactor including PCU which is named as KAIST Micro Modular Reactor (MMR). As a part of ongoing research of conceptual design of KAIST MMR, preliminary design of power generation cycle was performed in this study. Since the targets of MMR are full modularization of a reactor system with S-CO 2 coolant, authors selected a simple recuperated S-CO 2 Brayton cycle as a power conversion system for KAIST MMR. The size of components of the S-CO 2 cycle is much smaller than existing helium Brayton cycle and steam Rankine cycle, and whole power conversion system can be contained with core and safety system in one containment vessel. From the investigation of the power conversion cycle, recompressing recuperated cycle showed higher efficiency than the simple recuperated cycle. However the volume of heat exchanger for recompressing cycle is too large so more space will be occupied by heat exchanger in the recompressing cycle than the simple recuperated cycle. Thus, authors consider that the simple recuperated cycle is more suitable for MMR. More research for the KAIST MMR will be followed in the future and detailed information of reactor core and safety system will be developed down the road. More refined cycle layout and design of turbomachinery and heat exchanger will be performed in the future study

  19. Waste cleaning using CO2-acid microemulsion

    International Nuclear Information System (INIS)

    Park, Kwangheon; Sung, Jinhyun; Koh, Moonsung; Ju, Minsu

    2011-01-01

    Frequently we need to decontaminate radioactive wastes for volume reduction purposes. Metallic contaminants in wastes can be removed by dissolution to acid; however, this process produces a large amount of liquid acid waste. To reduce this 2ndary liquid waste, we suggest CO 2 -acid emulsion in removing metallic contaminants. Micro- and macro-emulsion of acid in liquid/supercritical CO 2 were successfully made. The formation region of microemulsion (water or acid in CO 2 ) was measured, and stability of the microemulsion was analyzed with respect to surfactant types. We applied micro- and macro-emulsion containing acid to the decontamination of radioactive metallic parts contaminated on the surface. The cleaning methods of micro- and macro-emulsion seemed better compared to the conventional acid cleaning. Moreover, these methods produce very small amount of secondary wastes. (author)

  20. Reduction of the greenhouse effect by means of reduction of foam expander in PUR-foams; Reductie van het broeikaseffect door reductie van blaasmiddel in PUR-systemen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Duin, P.J.

    2003-04-01

    The title project concerns a project to investigate the possibility to substitute HCFC foam expanders by CO2. The project was carried out in the period November 1999 - March 2003. It is expected that in 2003 a strong reduction of CO2-equivalents can be realized in the production of foams. [Dutch] Resina Chemie heeft zich ingezet om de tot dan toe gangbare HCFK's op de meest milieuvriendelijke manier te vervangen. Er is gekozen voor de ontwikkeling van CO2-geblazen systemen met of zonder een geringe hoeveelheid HFK's als steungas. Het project vond plaats van november 1999 tot en met maart 2003. Deze periode beslaat de strategische keuze voor het blaasmiddel, de ontwikkeling en testen van nieuwe systemen en de markt introductie. De verwachting is dat in 2003 een zeer sterke reductie van het aantal CO2-equivalenten kan worden bereikt voor de nieuw ontwikkelde produkten voor discontinue, giet- en vormschuimsystemen.

  1. Micro channel evaporative $CO_2$ cooling for the upgrade of the LHCb vertex detector

    CERN Document Server

    Buytaert, J; Dumps, R; Greening, E; John, M; Leflat, A; Li, Y; Mapelli, A; Nomerotski, A; Romagnoli, G; Verlaat, B

    2013-01-01

    Local thermal management of detector electronics through ultra-thin micro-structured silicon cooling plates is a very promising technique for pixel detectors in high energy physics experiments, especially at the LHC where the heavily irradiated sensors must be operated at temperatures below − 20 1 C. It combines a very high thermal ef fi ciency with a very low addition of mass and space, and suppresses all problems of CTE mismatch between the heat source and the heat sink. In addition, the use of CO 2 as evaporative coolant liquid brings all the bene fi ts of reliable and stable operation, but the high pressures involved impose additional challenges on the micro channel design and the fl uidic connectivity. A series of designs have already been prototyped and tested for LHCb. The challenges, the current status of the measurements and the solutions under development will be described

  2. Gezondheidsrisico's van drinkwater bereid uit oppervlaktewater: een pilotstudie

    NARCIS (Netherlands)

    Mons MN; de Nijs ACM; LWD

    1996-01-01

    De resultaten van een pilotstudie zijn beschreven waarin getracht is via een modelmatige ketenbenadering meer inzicht te geven in de gezondheidsrisico's van drinkwater dat bereid is uit oppervlaktewater. Van twee bestrijdingsmiddelen en het micro-organisme Cryptosporidium is met behulp van

  3. Energy monitor of the Dutch mushroom sector 2010; Energiemonitor van de Nederlandse Paddestoelensector 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Smits, A. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2011-09-15

    For the monitoring of the energy use of the mushroom sector in 2010 92 businesses were approached. 61 businesses sent back filled in questionnaires. Compared to 2009, all types of businesses show a decrease in their energy use per kilogram. The most frequently used energy saving measure is frequency control (93% of the businesses). More than half of the (51%) uses a high efficiency boiler. In the category of energy efficient climate control systems, the moisture deficit regime was most frequently used (41%). The share of sustainable energy (including green electricity) is 7.8%. The avoided CO2 emission in 2010 is 4.970 tons. The CO2 emission per kilogram of mushrooms in 2010 amounted to 171g CO2/kg, which is a decrease of 15% compared to 2005 and 3% lower than in 2009 [Dutch] Voor de monitoring van het energieverbruik door de paddenstoelensector in 2010 zijn 92 bedrijven aangeschreven. Van 61 bedrijven zijn volledig ingevulde vragenlijsten ontvangen. In vergelijking met 2009 is er voor alle bedrijfstypen een afname van het energieverbruik per kilogram. Van de energiebesparende maatregelen worden frequentieregelaars het meest toegepast (93% van de bedrijven). Meer dan de helft (51%) van de bedrijven maakt gebruik van een HR-ketel. Van de energiezuinige klimaatregelingen wordt de vochtdeficitregeling het meest toegepast (41%). Het aandeel duurzame energie (inclusief groene stroom) is 7.8%. De vermeden CO2 uitstoot is in 2010 berekend op 3.970 ton. De CO2 uitstoot per kg paddenstoelen is in 2010 uitgekomen op 171g CO2/kg t.o.v. 2005 een daling van 15%, en 3% lager dan in 2009.

  4. Stirling engine based micro co-generation system for single households

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ribberink, H.; Zutt, S.; Rabou, L.; Beckers, G. [Netherlands Energy Research Foundation (ECN), Petten (Netherlands); Baijens, K.; Luttikholt, J. [Atag Verwarming BV (Netherlands)

    2000-07-01

    This paper describes the progress made in the ENATEC development program for a free piston Stirling engine based micro co-generation system that serves the supply of up to 1 kW{sub e} and up to 24 kW heat for domestic heating and/or for hot tap water production for single households at overall system efficiencies of 96%: Experiments show that the free piston Stirling engines from Stirling Technology Company run very reliably and controllably, and that the efficiency targets for the 1 kW{sub e} micro co-generation system are feasible. A ceramic foam burner with good heat transfer characteristics and low NOx emissions was developed. A demonstration micro co-generation unit was built and successfully presented. A 1 kW{sub e} free piston Stirling engine for the European market was developed. High efficiencies at full load and at part load, low emissions, low noise, and minimum maintenance make the Stirling engine based micro co-generation system an attractive candidate for the next generation of domestic boilers in Europe. (orig.)

  5. Bioelectrochemical conversion of CO2 to chemicals

    NARCIS (Netherlands)

    Bajracharya, Suman; Vanbroekhoven, Karolien; Buisman, Cees J.N.; Strik, David P.B.T.B.; Pant, Deepak

    2017-01-01

    The recent concept of microbial electrosynthesis (MES) has evolved as an electricity-driven production technology for chemicals from low-value carbon dioxide (CO2) using micro-organisms as biocatalysts. MES from CO2 comprises bioelectrochemical reduction of CO2 to multi-carbon organic compounds

  6. Signs of Transition; Tekens van Transitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Leenders, C.; Baidenmann, J.

    2010-05-15

    This book contains 14 inspiring experiences with making the energy system more sustainable that make clear that the energy transition is progressing. Two examples are provided for each of the seven themes: (1) Sustainable electricity (Agriport A7, Wind park Prinses Amalia); (2) Energy in the built environment (passive houses, conceptual building); (3) Chain efficiency (searching for CO2, process intensification); (4) New gas (biogas from manure, High efficiency boiler); (5) Sustainable mobility (electric driving, bus on biogas); (6) greenhouse as source of energy (closing the greenhouses, tomatoes on geothermal heat); and (7) green resources (biorefinery of grass, pyrolisis of biomass) [Dutch] Dit boek bevat veertien inspirerende ervaringen met verduurzaming van de energiehuishouding die duidelijk maken dat er voortgang zit in energietransitie. Er worden twee voorbeelden gegeven voor elk van de zeven thema's: (1) Duurzame Elektriciteit (Agriport A7, Windpark Prinses Amalia); (2) Energie in de Gebouwde Omgeving (Passiefhuizen, Conceptueel Bouwen); (3) Keten-Efficiency (Op zoek naar CO2, Procesintensificatie); (4) Nieuw Gas (Biogas uit mest, HR-e ketel); (5) Duurzame Mobiliteit (Elektrisch rijden, Bus op biogas); (6) Kas als Energiebron (De kassen sluiten, Tomaten op aardwarmte); en (7) Groene Grondstoffen (Bioraffinage van gras, Pyrolyse van biomassa)

  7. Risk Evaluation of the Use of Green Gas in Dutch greenhouses; Risico-evaluatie toepassing Groen Gas in de Nederlandse Glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Dijk, C.J. [Plant Research International PRI, Wageningen (Netherlands); Dueck, Th.A. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands); Burgers, W. [Infomil, Den Haag (Netherlands)

    2009-01-15

    information is available to estimate the possible risks of the remaining components in biogas. The approach in this study represents a worst case scenario because in common practice biogas will be mixed in the existing natural gas network before distributing it to greenhouses. It should be noted that even now, the use of flue gas emitted from combined heat power engines burning natural gas can result in nitrogen oxide concentrations that exceed the effective risk concentration under certain conditions. These effective risk concentrations have in some cases already resulted in negative effects on the growth and production of some greenhouse crops. These risks are independent of the use of biogas as fuel for combined heat power engines. If Dutch horticulturists are to use biogas on a large scale, it is essential that the maximum permissible concentrations be reduced for hydrogen fluoride (by a factor 20), sulphur dioxide (factor 2) and possibly benzene as well (factor 1.7). This is necessary in order to prevent these components becoming a potential risk to greenhouse crops. In addition, more research is advocated on the phytotoxicity of components for which insufficient information is presently available for the estimation of possible risks. [Dutch] Groen Gas (biogas) afkomstig uit vergistings- en vergassingsinstallaties kan een bijdrage leveren aan de energievoorziening als vervanger van fossiel aardgas. Het ambitieniveau ligt op 50% aardgasvervanging in 2050. In de Nederlandse glastuinbouw worden momenteel hoofdzakelijk aardgasgestookte WKK-installaties gebruikt. De installaties leveren elektriciteit voor belichting en levering aan het net, warmte voor de kas en rookgassen voor kooldioxide (CO2) productie t.b.v. gewasgroei en -productie. De glastuinbouwsector wordt als een belangrijke speler gezien voor de afzet van biogas. Indien op grote schaal geproduceerd biogas direct of na toevoeging aan het bestaande aardgasnet als brandstof wordt gebruikt voor installaties in de

  8. Noordervisie 2040 : een co-creative verkenning van de toekomst van Noord-Nederland

    NARCIS (Netherlands)

    Alex van Oost (Provincie Drenthe) (hoofdredactie), [No Value; Haro van Dijk (Provincie Groningen) (redactie), [No Value; Anoesjka Duinstra (Provincie Fryslân) (redactie), [No Value; [et al.], [No Value

    2013-01-01

    NOORDERVISIE 2040 Een nieuwe ruimtelijk-economische visie voor de drie noordelijke provincies. Dat is Noordervisie 2040. De voorloper, KoersNoord, had een looptijd van 2007 tot 2013. Sinds het verschijnen van die visie, is er veel veranderd in de samenleving.

  9. Travel and the ecological footprint in 2005. Environmental load of holidays by people in the Netherlands; Reizen op grote voet in 2005. De milieubelasting van vakanties van Nederlanders

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Bruijn, K.; Dirven, R. [NRIT Onderzoek, Breda (Netherlands); Eijgelaar, E.; Peeters, P. [NHTV Centre for Sustainable Tourism and Transport, Breda (Netherlands)

    2009-07-01

    This report presents the results of a study of the environmental load of Dutch people going on holiday. The environmental load is expressed as the 'ecological footprint', a measure for the environmental space and the carbon footprint, i.e. the CO2 emissions that are responsible for climatic change. The research shows that the holidays of Dutch people account for a share of 7.3% of the ecological footprint of the Netherlands and for 7.9% of all CO2 emissions. The differences between various kinds of travel are wide, though [mk]. [Dutch] Het rapport bevat de resultaten van een onderzoek naar de milieubelasting van de Nederlandse vakantieganger. De milieubelasting wordt uitgedrukt in de 'ecologische voetafdruk', een maat voor de milieugebruiksruimte, en de 'carbon footprint', ofwel de emissies van kooldioxide die verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering. Uit het onderzoek blijkt dat de Nederlandse vakantieganger verantwoordelijk is voor 7,3% van de ecologische voetafdruk van Nederland en 7,9% van de CO2-emissies. De verschillen tussen verschillende reizen zijn echter groot.

  10. Community of Learners (2): samen met vakcollega's op zoek naar een betere introductie van telproblemen

    NARCIS (Netherlands)

    Timmer, Mark

    2014-01-01

    Sinds het schooljaar 2009-2010 wordt er op de Universiteit Twente in de vorm van een "Community of Learners" (CoL) gewerkt aan verbetering van het wiskundeonderwijs. Aan de hand van verscheidene praktijkonderzoeken is reeds duidelijk geworden dat we veel kunnen leren door gezamenlijk één of twee

  11. Enhance performance of micro direct methanol fuel cell by in situ CO2 removal using novel anode flow field with superhydrophobic degassing channels

    Science.gov (United States)

    Liang, Junsheng; Luo, Ying; Zheng, Sheng; Wang, Dazhi

    2017-05-01

    Capillary blocking caused by CO2 bubbles in anode flow field (AFF) is one of the bottlenecks for performance improvement of a micro direct methanol fuel cell (μDMFC). In this work, we present a novel AFF structure with nested layout of hydrophilic fuel channels and superhydrophobic degassing channels which can remove most of CO2 from AFF before it is released to the fuel channels. The new AFFs are fabricated on Ti substrates by using micro photochemical etching combined with anodization and fluorination treatments. Performance of the μDMFCs with and without superhydrophobic degassing channels in their AFF is comparatively studied. Results show that the superhydrophobic degassing channels can significantly speed up the exhaust of CO2 from the AFF. CO2 clogging is not observed in the new AFFs even when their comparison AFFs have been seriously blocked by CO2 slugs under the same operating conditions. 55% and 60% of total CO2 produced in μDMFCs with N-serpentine and N-spiral AFF can be respectively removed by the superhydrophobic degassing channels. The power densities of the μDMFCs equipped with new serpentine and spiral AFFs are respectively improved by 30% and 90% compared with those using conventional AFFs. This means that the new AFFs developed in this work can effectively prevent CO2-induced capillary blocking in the fuel channels, and finally significantly improve the performance of the μDMFCs.

  12. Hierarchically porous micro-rod lithium-rich cathode material Li1.2Ni0.13Mn0.54Co0.13O2 for high performance lithium-ion batteries

    International Nuclear Information System (INIS)

    Zhang, Linjing; Borong, Wu.; Ning, Li.; Feng, Wu.

    2014-01-01

    Graphical abstract: - Highlights: • The hierarchically porous micro-rod Li 1.2 Ni 0.13 Mn 0.54 Co 0.13 O 2 material is prepared by a facile hydrothermal method. • This material exhibits good cycling performance. • It delivers discharge capacities of 280.7, 254.8, 232.3, 225.6, 201.7 and 172.7 mAh g −1 at 0.1 C, 0.2 C, 0.5 C, 1 C, 2 C and 5 C rates, respectively. • Excellent rate capability and cycleability are obtained attributed to the hierarchically porous micro-rod structure. - Abstract: Lithium-rich cathode material Li 1.2 Ni 0.13 Mn 0.54 Co 0.13 O 2 with hierarchically porous micro-rod structures has been synthesized using a facile hydrothermal method. The morphology and XRD patterns explain the formation mechanism of the sample. Micro-rod oxalates precursor with rough surface is formed during the hydrothermal reaction, and then the product with hierarchically porous structures constructed of nanoparticles is synthesized during the sintering process at high temperatures. The electrochemical performance results show that the as-prepared sample exhibits high capacities, good cycleability and outstanding rate capability. It delivers discharge capacities of 280.7, 254.8, 232.3, 225.6, 201.7 and 172.7 mAh g −1 at 0.1 C, 0.2 C, 0.5 C, 1 C, 2 C and 5 C rates, respectively. The cycle voltammograms indicate the good reversibility of the as-prepared Li 1.2 Ni 0.13 Mn 0.54 Co 0.13 O 2 material. The high onset temperature of the exothermal peak in the differential scanning calorimetry curve implies its good thermal stability. The good performance of the as-prepared material is endowed by its hierarchically porous structures

  13. Bepaling van 14C in afvalwater

    NARCIS (Netherlands)

    Hiemstra YS; Kwakman PJM; Nissan LN; Aldenkamp FJ; LSO

    1998-01-01

    In opdracht van de Hoofdinspectie Milieuhygiene van het ministerie van VROM heeft LSO een methode ontwikkeld om 14C in afvalwater van nucleaire installaties te bepalen. De methode meet organisch gebonden-14C en anorganisch-14C in de vorm van carbonaat (14CO32-) in afvalwater. Het rapport

  14. Co-provision in sustainable energy systems: the case of micro-generation

    International Nuclear Information System (INIS)

    Watson, Jim

    2004-01-01

    Electricity generation by individual households (known as micro-generation) is attracting an increasing amount of interest within government, industry and the research community. This paper focuses on the potential for micro-generation to contribute to a more active role for household energy consumers in the development and operation of the energy system. The paper applies the concept of energy service co-provision to aid an understanding of this more active role. It considers a number of alternative models for micro-generation investment that imply different kinds of co-provision by consumers and energy companies. The analysis focuses in particular on the economics of these models in the UK, the associated barriers to micro-generation investment, and the scope for overcoming these barriers through changes in fiscal rules. Having conducted this economic analysis, the paper concludes with a brief discussion of the wider implications of these models for consumer behaviour. In particular, it considers the impact of IT and control systems that might be employed to facilitate energy service co-provision that includes micro-generation

  15. Effect van toepassing effectieve micro-organismen in zomertarwe 2009

    NARCIS (Netherlands)

    Slabbekoorn, J.J.; Dekker, P.H.M.

    2009-01-01

    Drie opeenvolgende jaren is de toepassing van Bokashi en EMA-gewasbespuitingen beproefd op het PPO proefbedrijf Westmaas. De objecten met Bokashi en EMA hadden dezelfde opbrengstniveau als objecten met alleen kunstmeststikstof. Er kon geen meerwaarde worden vastgesteld ten aanzien van

  16. Injector for CESAR (2 MeV electron storage ring): 2-beam, 2 MV van de Graaff generator.

    CERN Multimedia

    CERN PhotoLab

    1963-01-01

    The van de Graaff generator in its tank. For voltage-holding, the tank was filled with pressurized extra-dry nitrogen. 2 beams emanated from 2 separate electron-guns. The left beam, for injection into the CESAR ring, was pulsed at 50 Hz, with currents of up to 1 A for 400 ns. The right beam was sent to a spectrometer line. Its pulselength was also 400 ns, but the pulse current was 12 microA, at a rate variable from 50 kHz to 1 MHz. This allowed stabilization of the top-terminal voltage to an unprecedented stability of +- 100 V, i.e. 6E-5. Although built for a nominal voltage of 2 MV, the operational voltage was limited to 1.75 MV in order to minimize voltage break-down events.

  17. Phase behavior of (CO2 + methanol + lauric acid) system

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ferreira, Franciele M.; Ramos, Luiz P.; Ndiaye, Papa M.; Corazza, Marcos L.

    2011-01-01

    Highlights: → We measured SVL, LLE and VLE for the binary system {lauric acid + methanol + CO 2 }. → Bubble point and dew point were measured at high pressures. → The experimental data were modeled using the Peng-Robinson equation of state with the classical van der Waals mixing rule. - Abstract: In this study the phase equilibrium behaviors of the binary system (CO 2 + lauric acid) and the ternary system (CO 2 + methanol + lauric acid) were determined. The static synthetic method, using a variable-volume view cell, was employed to obtain the experimental data in the temperature range of (293 to 343) K and pressures up to 24 MPa. The mole fractions of carbon dioxide were varied according to the systems as follows: (0.7524 to 0.9955) for the binary system (CO 2 + lauric acid); (0.4616 to 0.9895) for the ternary system (CO 2 + methanol + lauric acid) with a methanol to lauric acid molar ratio of (2:1); and (0.3414 to 0.9182) for the system (CO 2 + methanol + lauric acid) with a methanol to lauric acid molar ratio of (6:1). For these systems (vapor + liquid), (liquid + liquid), (vapor + liquid + liquid), and (solid + fluid) transitions were observed. The phase equilibrium data obtained for the systems were modeled using the Peng-Robinson equation of state with the classical van der Waals mixing rule with a satisfactory correlation between experimental and calculated values.

  18. Monitoring gas-phase CO2 in the headspace of champagne glasses through combined diode laser spectrometry and micro-gas chromatography analysis.

    Science.gov (United States)

    Moriaux, Anne-Laure; Vallon, Raphaël; Parvitte, Bertrand; Zeninari, Virginie; Liger-Belair, Gérard; Cilindre, Clara

    2018-10-30

    During Champagne or sparkling wine tasting, gas-phase CO 2 and volatile organic compounds invade the headspace above glasses, thus progressively modifying the chemical space perceived by the consumer. Gas-phase CO 2 in excess can even cause a very unpleasant tingling sensation perturbing both ortho- and retronasal olfactory perception. Monitoring as accurately as possible the level of gas-phase CO 2 above glasses is therefore a challenge of importance aimed at better understanding the close relationship between the release of CO 2 and a collection of various tasting parameters. Here, the concentration of CO 2 found in the headspace of champagne glasses served under multivariate conditions was accurately monitored, all along the 10 min following pouring, through a new combined approach by a CO 2 -Diode Laser Sensor and micro-gas chromatography. Our results show the strong impact of various tasting conditions (volume dispensed, intensity of effervescence, and glass shape) on the release of gas-phase CO 2 above the champagne surface. Copyright © 2018 Elsevier Ltd. All rights reserved.

  19. Theoretische en practische aspecten van het gebruik van micro-HPLC

    NARCIS (Netherlands)

    de Fluiter P; Jansen EHJM

    1992-01-01

    A practical and theoretical approach for the implementation of micro high performance liquid chromatography (HPLC) is described. A new simple and rapid test procedure was developed in wich a HPLC system can be validated for its suitability for micro-bore columns. It appeared that the detector

  20. Atomic layer MoS2-graphene van der Waals heterostructure nanomechanical resonators.

    Science.gov (United States)

    Ye, Fan; Lee, Jaesung; Feng, Philip X-L

    2017-11-30

    Heterostructures play significant roles in modern semiconductor devices and micro/nanosystems in a plethora of applications in electronics, optoelectronics, and transducers. While state-of-the-art heterostructures often involve stacks of crystalline epi-layers each down to a few nanometers thick, the intriguing limit would be hetero-atomic-layer structures. Here we report the first experimental demonstration of freestanding van der Waals heterostructures and their functional nanomechanical devices. By stacking single-layer (1L) MoS 2 on top of suspended single-, bi-, tri- and four-layer (1L to 4L) graphene sheets, we realize an array of MoS 2 -graphene heterostructures with varying thickness and size. These heterostructures all exhibit robust nanomechanical resonances in the very high frequency (VHF) band (up to ∼100 MHz). We observe that fundamental-mode resonance frequencies of the heterostructure devices fall between the values of graphene and MoS 2 devices. Quality (Q) factors of heterostructure resonators are lower than those of graphene but comparable to those of MoS 2 devices, suggesting interface damping related to interlayer interactions in the van der Waals heterostructures. This study validates suspended atomic layer heterostructures as an effective device platform and provides opportunities for exploiting mechanically coupled effects and interlayer interactions in such devices.

  1. Micro-chemical and micro-structural investigation of archaeological bronze weapons from the Ayanis fortress (lake Van, Eastern Anatolia, Turkey)

    Science.gov (United States)

    Faraldi, F.; Çilingirǒglu, A.; Angelini, E.; Riccucci, C.; De Caro, T.; Batmaz, A.; Mezzi, A.; Caschera, D.; Cortese, B.

    2013-12-01

    Bronze weapons (VII cen BC) found during the archaeological excavation of the Ayanis fortress (lake Van, eastern Anatolia, Turkey) are investigated in order to determine their chemical composition and metallurgical features as well as to identify the micro-chemical and micro-structural nature of the corrosion products grown during long-term burial. Small fragments were sampled from the artefacts and analysed by means of the combined use of optical microscopy (OM), X-ray diffraction (XRD), X-ray photoelectron spectroscopy (XPS), scanning electron microscopy (SEM) and energy dispersive spectrometry (EDS). The results show that the bronze artefacts have been manufactured by using alloys with a controlled and refined chemical composition demonstrating the high level metallurgical competence and skill of the Urartian craftsmen and artists. Furthermore, the micro-structural and metallurgical investigations evidence the presence of equiaxed grains in the matrix, indicating that the artefact were produced by repeated cycles of mechanical shaping and thermal annealing treatments to restore the alloy ductility. From the degradation point of view, the results show the structures and the chemical composition of the stratified corrosion layers (i.e. the patina) where the copper or tin depletion phenomenon is commonly observed with the surface enrichment of some elements coming from the burial soil, mainly Cl, which is related to the high concentration of chlorides in the Ayanis soil. The results reveal also that another source of degradation is the inter-granular corrosion phenomenon likely increased by the metallurgical features of the alloys caused by the high temperature manufacturing process that induces crystallisation and segregation phenomena along the grain boundaries.

  2. Passive Decay Heat Removal System Options for S-CO2 Cooled Micro Modular Reactor

    International Nuclear Information System (INIS)

    Moon, Jangsik; Jeong, Yong Hoon; Lee, Jeong Ik

    2014-01-01

    To achieve modularization of whole reactor system, Micro Modular Reactor (MMR) which has been being developed in KAIST took S-CO 2 Brayton power cycle. The S-CO 2 power cycle is suitable for SMR due to high cycle efficiency, simple layout, small turbine and small heat exchanger. These characteristics of S-CO 2 power cycle enable modular reactor system and make reduced system size. The reduced size and modular system motived MMR to have mobility by large trailer. Due to minimized on-site construction by modular system, MMR can be deployed in any electricity demand, even in isolated area. To achieve the objective, fully passive safety systems of MMR were designed to have high reliability when any offsite power is unavailable. In this research, the basic concept about MMR and Passive Decay Heat Removal (PDHR) system options for MMR are presented. LOCA, LOFA, LOHS and SBO are considered as DBAs of MMR. To cope with the DBAs, passive decay heat removal system is designed. Water cooled PDHR system shows simple layout, but has CCF with reactor systems and cannot cover all DBAs. On the other hand, air cooled PDHR system with two-phase closed thermosyphon shows high reliability due to minimized CCF and is able to cope with all DBAs. Therefore, the PDHR system of MMR will follows the air-cooled PDHR system and the air cooled system will be explored

  3. Corn residue removal and CO2 emissions

    Science.gov (United States)

    Carbon dioxide (CO2), nitrous oxide (N2O), and methane (CH4) are the primary greenhouse gases (GHG) emitted from the soil due to agricultural activities. In the short-term, increases in CO2 emissions indicate increased soil microbial activity. Soil micro-organisms decompose crop residues and release...

  4. De microbemens : Het belang van het onzichtbare leven

    NARCIS (Netherlands)

    Kort, R.

    2017-01-01

    De mens is een wandelend ecosysteem. Ons leven lang verschaffen we de juiste omstandigheden aan een gigantische gemeenschap van micro-organismen in ons lichaam. Toch zien we microben voornamelijk als veroorzakers van ziekte en bederf en proberen we ze juist uit alle macht te verdelgen met

  5. Microbiële genetica: nieuwe mogelijkheden voor preventie en behandeling van (orale) infecties

    NARCIS (Netherlands)

    Deng, D.M.; Crielaard, W.

    2008-01-01

    Meer inzicht in de microbiële genetica van pathogene orale micro-organismen en een nieuw scala van moleculair genetische technieken hebben samen geleid tot andere strategieën in de ontwikkeling van antimicrobiële geneesmiddelen. In dit artikel wordt de belangrijke rol van de kennis van de microbiële

  6. A Conceptual Study of a Supercritical CO2-Cooled Micro Modular Reactor

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Hwanyeal Yu

    2015-12-01

    Full Text Available A neutronics conceptual study of a supercritical CO2-cooled micro modular reactor (MMR has been performed in this work. The suggested MMR is an extremely compact and truck-transportable nuclear reactor. The thermal power of the MMR is 36.2 MWth and it is designed to have a 20-year lifetime without refueling. A salient feature of the MMR is that all the components including the generator are integrated in a small reactor vessel. For a minimal volume and long lifetime of the MMR core, a fast neutron spectrum is utilized in this work. To enhance neutron economy and maximize the fuel volume fraction in the core, a high-density uranium mono-nitride U15N fuel is used in the fast-spectrum MMR. Unlike the conventional supercritical CO2-cooled fast reactors, a replaceable fixed absorber (RFA is introduced in a unique way to minimize the excess reactivity and the power peaking factor of the core. For a compact core design, the drum-type control absorber is adopted as the primary reactivity control mechanism. In this study, the neutronics analyses and depletions have been performed by using the continuous energy Monte Carlo Serpent code with the evaluated nuclear data file ENDF/B-VII.1 Library. The MMR core is characterized in view of several important safety parameters such as control system worth, fuel temperature coefficient (FTC and coolant void reactivity (CVR, etc. In addition, a preliminary thermal-hydraulic analysis has also been performed for the hottest channel of the Korea Advanced Institute of Science and Technology (KAIST MMR.

  7. CO2 capture by gas hydrate crystallization: Application on the CO2-N2 mixture

    International Nuclear Information System (INIS)

    Bouchemoua, A.

    2012-01-01

    CO 2 capture and sequestration represent a major industrial and scientific challenge of this century. There are different methods of CO 2 separation and capture, such as solid adsorption, amines adsorption and cryogenic fractionation. Although these processes are well developed at industrial level, they are energy intensive. Hydrate formation method is a less energy intensive and has an interesting potential to separate carbon dioxide. Gas hydrates are Document crystalline compounds that consist of hydrogen bonded network of water molecules trapping a gas molecule. Gas hydrate formation is favored by high pressure and low temperature. This study was conducted as a part of the SECOHYA ANR Project. The objective is to study the thermodynamic and kinetic conditions of the process to capture CO 2 by gas hydrate crystallization. Firstly, we developed an experimental apparatus to carry out experiments to determine the thermodynamic and kinetic formation conditions of CO 2 -N 2 gas hydrate mixture in water as liquid phase. We showed that the operative pressure may be very important and the temperature very low. For the feasibility of the project, we used TBAB (Tetrabutylammonium Bromide) as thermodynamic additive in the liquid phase. The use of TBAB may reduce considerably the operative pressure. In the second part of this study, we presented a thermodynamic model, based on the van der Waals and Platteeuw model. This model allows the estimation of thermodynamic equilibrium conditions. Experimental equilibrium data of CO 2 -CH 4 and CO 2 -N 2 mixtures are presented and compared to theoretical results. (author)

  8. The CO-H2 van der Waals complex and complex organic molecules in cold molecular clouds: A TMC-1C survey

    Science.gov (United States)

    Potapov, A.; Sánchez-Monge, Á.; Schilke, P.; Graf, U. U.; Möller, Th.; Schlemmer, S.

    2016-10-01

    Context. Almost 200 different species have been detected in the interstellar medium (ISM) during the last decades, revealing not only simple species but complex molecules with more than six atoms. Other exotic compounds, like the weakly-bound dimer (H2)2, have also been detected in astronomical sources like Jupiter. Aims: We aim to detect, for the first time, the CO-H2 van der Waals complex in the ISM, which could be a sensitive indicator for low temperatures if detected. Methods: We used the IRAM 30 m telescope, located in Pico Veleta (Spain), to search for the CO-H2 complex in a cold, dense core in TMC-1C (with a temperature of ~10 K). All the brightest CO-H2 transitions in the 3 mm (80-110 GHz) band were observed with a spectral resolution of 0.5-0.7 km s-1, reaching a rms noise level of ~2 mK. The simultaneous observation of a broad frequency band, 16 GHz, allowed us to conduct a serendipitous spectral line survey. Results: We did not detected any lines belonging to the CO-H2 complex. We set up a new, more stringent upper limit for its abundance to be [CO-H2]/[CO] ~ 5 × 10-6, while we expect the abundance of the complex to be in the range ~10-8-10-3. The spectral line survey has allowed us to detect 75 lines associated with 41 different species (including isotopologues). We detect a number of complex organic species, for example methyl cyanide (CH3CN), methanol (CH3OH), propyne (CH3CCH), and ketene (CH2CO), associated with cold gas (excitation temperatures ~7 K), confirming the presence of these complex species not only in warm objects but also in cold regimes. Based on observations carried out with the IRAM 30 m Telescope. IRAM is supported by INSU/CNRS (France), MPG (Germany) and IGN (Spain).Reduced spectra (FITS files) are only available at the CDS via anonymous ftp to http://cdsarc.u-strasbg.fr (http://130.79.128.5) or via http://cdsarc.u-strasbg.fr/viz-bin/qcat?J/A+A/594/A117

  9. Sustainable transition by HTU. An outline of the score of the HTU-process for sustainability aspects; Duurzame transitie met HTU. Een verkenning van de score van het HTU-proces op duurzaamheidsaspecten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.J.; Kampman, B.E.

    2005-04-15

    Insight is given in the sustainable aspects of the HTU-process (hydrothermal upgrading) for the production of biofuels from wet biomass and organic residues. By means of the HTU-process a reduction of 2.5 - 4.5 Mton CO2 emission can be realized in 2020. For the year 2040 a reduction of 15-30 Mton can be expected. [Dutch] Biofuel BV werkt aan de ontwikkeling van het HTU-proces (hydrothermal upgrading), met als doel om in de toekomst een biobrandstof uit natte biomassa te produceren. In het HTU-proces wordt biomassa bij hoger temperatuur en druk omgezet in 'biocrude', waaruit vervolgens een transportbrandstof kan worden geproduceerd. CE heeft, in opdracht van Biofuel, een duurzaamheidsanalyse van dit proces uitgevoerd. Uitgangspunt daarvoor was het gebruik van natte organische reststromen als grondstof. Deze stromen kunnen met het HTU-proces worden verwerkt, terwijl ze in de huidige praktijk van weinig waarde zijn. De berekeningen laten zien dat met deze technologie ca. 2,5 - 4,5 Mton CO2-reductie per jaar kan worden bereikt in 2020, indien de verdere ontwikkeling van het proces en de marktintroductie verloopt zoals Biofuel op dit moment verwacht. In de jaren erna kan de productiecapaciteit vervolgens verder worden uitgebreid, zodat voor 2040 een CO2-reductie van 15-30 Mton per jaar wordt verwacht. Het proces maakt optimalisatie van afvalverwerking en reststoffen verwijdering mogelijk. Bij verwerking van reststromen zullen de ecologische aspecten beperkt zijn. Er vindt geen ruimtebeslag plaats, waardoor ook geen sprake is van invloed op biodiversiteit of van concurrentie met voedselgewassen. Wat betreft de sociaal economische invloeden biedt het HTU-proces in principe het voordeel dat het proces landen zonder eigen olievoorraden in staat stelt om voertuig brandstoffen uit reststromen - tegen relatief lage kosten - te maken.

  10. Dissolution kinetics of metal coating in HNO3-scCO2 micro-emulsion using QCM

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ju, Min Su; Koh, Moon Sung; Park, Kwang Heon; Kim, Hak Won; Kim, Hong Doo

    2005-01-01

    Radioactive contamination is rising because of an increasing number of nuclear facilities. Among the decontamination methods, the surface decontamination method is especially important. Conventional chemical decontamination methods for surface decontamination cause not only secondary radioactive wastes, but also corrosion and defects on the surface of equipment. Therefore, we require a new surface decontamination method. If CO 2 is used as a solvent for decontamination of radioactive contaminants, the wastes can be effectively reduced by recycling the CO 2 . Supercritical fluid has many good points as a process solvent, including low viscosity, negligible surface tension, and variable selectivity. And supercritical fluids have physical properties of both liquid and gas, such as good penetration with a high dissolution capability. A number of workers applied supercritical CO 2 solvent for cleaning precision devices and waste treatments. Since supercritical CO 2 has its mild critical point at 31 .deg. C and 73.8bar as well as low surface tension, it is a potentially suitable cleaning substance. The operational costs of CO 2 cleaning were estimated to be lower than other cleaning processes. However supercritical CO 2 has limited solubility about contaminated material. To tackle these problem, we researched various aspects of surfactants. Quartz Crystal Microbalance (QCM) is a thickness-shear mode resonator in which the acoustic wave propagates in a direction perpendicular to the crystal surface. The use of QCM as a chemical sensor has its origins in the work of Sauerbrey and King who carried out micro-gravimetric measurements in the gas phase. It was assumed in their work that a thin film applied to a thickness-shear-mode device could be treated in sensor measurements, and a shift in the resonance frequency of an oscillating AT-cut crystal could be correlated quantitatively with a change in mass added to or removed from the surface of the device. Now, the QCM

  11. Numerical Analysis of Flow and Heat Transfer Characteristics of CO2 at Vapour and Supercritical Phases in Micro-Channels

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Rao N.T.

    2016-01-01

    Full Text Available Supercritical carbon dioxide (CO2 has special thermal properties with better heat transfer and flow characteristics. Due to this reason, supercritical CO2 is being used recently in air-condition and refrigeration systems to replace non environmental friendly refrigerants. Even though many researches have been done, there are not many literatures for heat transfer and flow characteristics of supercritical CO2. Therefore, the main purpose of this study is to develop flow and heat transfer CFD models on two different phases; vapour and supercritical of CO2 to investigate the heat transfer characteristics and pressure drop in micro-channels. CO2 is considered to be in different phases with different flow pressures but at same temperature. For the simulation, the CO2 flow was assumed to be turbulent, nonisothermal and Newtonian. The numerical results for both phases are compared. From the numerical analysis, for both vapour and supercritical phases, the heat energy from CO2 gas transferred to water to attain thermal equilibrium. The temperature of CO2 at vapour phase decreased 1.78% compared to supercritical phase, which decreased for 0.56% from the inlet temperature. There was a drastic increase of 72% for average Nu when the phase changed from vapour to supercritical. The average Nu decreased rapidly about 41% after total pressure of 9.0 MPa. Pressure drop (ΔP increased together with Reynolds number (Re for vapour and supercritical phases. When the phase changed from vapour to supercritical, ΔP was increased about 26%. The results obtained from this study can provide information for further investigations on supercritical CO2.

  12. A Micro CO2 Gas Sensor Based on Sensing of pH-Sensitive Hydrogel Swelling by Means of a Pressure Sensor

    NARCIS (Netherlands)

    Herber, S.; Bomer, Johan G.; Olthuis, Wouter; Bergveld, Piet; van den Berg, Albert

    2005-01-01

    In this paper a sensor is presented for the detection of carbon dioxide gas inside the stomach in order to diagnose gastrointestinal ischemia. The operational principle of the sensor is measuring the CO2 induced pressure generation of a confined pH-sensitive hydrogel by means of a micro pressure

  13. Energy monitor of the Dutch mushroom sector 2009; Energiemonitor van de Nederlandse Paddestoelensector 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Smits, A. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2010-10-15

    For the monitoring of the energy use of the mushroom sector, 118 businesses were approached in 2009. The percentage of filled in questionnaires was 78%. The energy saving was 5.9% compared to 2005. The most frequently used energy saving measure is frequency control (93% of all businesses). In the category of energy efficient climate control systems, the moisture deficit regime was most frequently used (30%). Cooling exclusively with groundwater or ground tubes is used very little (only 5% of the businesses), but 16% of the businesses combines it with mechanical cooling. The share of businesses that implemented one or more sustainable energy measures was 30% in 2009. As a result, the realized share of sustainable energy (including green electricity) amounted to 3.7% in 2009. The avoided CO2 emission in 2009 amounted to 3.255 tons. The CO2 emission per kilogram of mushrooms was 175g CO2/kg in 2009, which is s decrease of 16% compared to 2005 and 1% lower than in 2008 [Dutch] Voor de monitoring van het energieverbruik door de paddenstoelensector in 2009 zijn 118 bedrijven aangeschreven. Het percentage bruikbare vragenlijsten is 78%. De energiebesparing was 5,9 % t.o.v. 2005. Van de energiebesparende maatregelen worden frequentieregelaars het meest toegepast (93% van de bedrijven). Van de energiezuinige klimaatregelingen wordt de vochtdeficitregeling het meest toegepast (30%). Koeling uitsluitend met grondwater of met grondbuizen wordt weinig toegepast (slechts op 5% van de bedrijven), maar gecombineerd met mechanische koeling wel op 16% van de bedrijven. Het aandeel bedrijven dat één of meer Duurzame energiemaatregelen heeft getroffen ligt in 2009 op 30%. Het hierdoor gerealiseerde aandeel duurzame energie (inclusief groene stroom) komt in 2009 uit op 3,7%. De vermeden CO2 uitstoot is in 2009 berekend op 3.255 ton. De CO2 uitstoot per kg paddenstoelen is in 2009 uitgekomen op 175g CO2/kg t.o.v. 2005 een daling van16%, en 1% lager dan in 2008.

  14. Plausibiliteitsdocument STONE 2.0 (Globale verkenning van de plausibiliteit van het model STONE versie 2.0 voor de modellering van uit- en afspoeling van N en P).

    NARCIS (Netherlands)

    Overbeek, G.B.J.; Beusen, A.H.W.; Boers, P.C.M.; Born, van den G.J.; Groenendijk, P.; Grinsven, van J.J.M.; Kroon, T.; Meer, van der H.G.; Oosterom, H.P.; Puijenbroek, van P.J.T.M.; Roelsma, J.; Roest, C.W.J.; Rötter, R.; Tiktak, A.; Tol, van S.

    2002-01-01

    STONE is ontwikkeld om landsdekkend voor Nederland de effecten van bemesting en mestbeleid op de emissies van stikstof en fosfaat uit de landbouw naar grond- en oppervlaktewater te verkennen. De nadruk in de hier gerapporteerde plausibiliteitsstudie ligt op vaststelling van de geloofwaardigheid, het

  15. Plausibiliteitsdocument STONE 2.0.Globale verkenning van de plausibiliteit van het model STONE versie 2.0 voor de modellering van uit -en afspoeling van N en P

    NARCIS (Netherlands)

    Overbeek GBJ; Beusen AHW; Boers PCM; Born GJ van den; Groenendijk P; Grinsven JJM; Kroon T; Meer HG van der; Oosterom HP; Puijenbroek PJTM van; Roelsma J; Roest CJW; Rotter R; Tiktak A; Tol S van; LBG; CIM; LAE; LWD

    2002-01-01

    STONE is ontwikkeld om landsdekkend voor Nederland de effecten van bemesting en mestbeleid op de emissies van stikstof en fosfaat uit de landbouw naar grond- en oppervlaktewater te verkennen. De nadruk in de hier gerapporteerde plausibiliteitsstudie ligt op vaststelling van de geloofwaardigheid,

  16. Interfacial phenomena at the compressed co2-water interface

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    B. Bharatwaj

    2006-06-01

    Full Text Available Compressed CO2 is considered to be a viable alternative to toxic volatile organic solvents with potential applications in areas including separation reactions, and materials formation processes. Thus an interest in CO2 stems from the fact that it is very inexpensive, has low toxicity, and is not a regulated. However, compressed CO2 has a zero dipole moment and weak van der Waals forces and thus is a poor solvent for both polar and most high molecular weight solutes, characteristics that severely restrict its applicability. In order to overcome this inherent inability, surfactant-stabilized organic and aqueous dispersions in CO2 have been proposed. This work will discuss fundamentals and recent advances in the design of amphiphiles for the novel CO2-water interface.

  17. Effects of diffuse light in cultivation of roses; Effecten van diffuus licht in de rozenteelt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schapendonk, A. [Plant-Dynamics, Englaan 8, 6703 EW Wageningen (Netherlands); Rappoldt, K. [EcoCurves, Kamperfoelieweg 17, 9753 ER Haren (Netherlands)

    2011-09-15

    An overview is given of the effects of diffuse glass and the rose production and the interactions with light, CO2 and Relative Humidity. Diffuse glass prevents peaks in the horizontal distribution of light and increases the average use of light [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van de effecten van diffuus glas op de opbrengst van roos en de interacties met licht, CO2, en RV. Diffuus glas voorkomt pieken in de horizontale lichtverdeling en verhoogt de gemiddelde lichtbenutting.

  18. Analysis of a New Liquefaction Combined with Desublimation System for CO2 Separation Based on N2/CO2 Phase Equilibrium

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Wenchao Yang

    2015-09-01

    Full Text Available Cryogenic CO2 capture is considered as a promising CO2 capture method due to its energy saving and environmental friendliness. The phase equilibrium analysis of CO2-mixtures at low temperature is crucial for the design and operation of a cryogenic system because it plays an important role in analysis of recovery and purity of the captured CO2. After removal of water and toxic gas, the main components in typical boiler gases are N2/CO2. Therefore, this paper evaluates the reliabilities of different cubic equations of state (EOS and mixing rules for N2/CO2. The results show that Peng-Robinson (PR and Soave-Redlich-Kwong (SRK fit the experimental data well, PR combined with the van der Waals (vdW mixing rule is more accurate than the other models. With temperature decrease, the accuracy of the model improves and the deviation of the N2 vapor fraction is 0.43% at 220 K. Based on the selected calculation model, the thermodynamic properties of N2/CO2 at low temperature are analyzed. According to the results, a new liquefaction combined with a desublimation system is proposed. The total recovery and purity of CO2 production of the new system are satisfactory enough for engineering applications. Additionally, the total energy required by the new system to capture the CO2 is about 3.108 MJ·kg−1 CO2, which appears to be at least 9% lower than desublimation separation when the initial concentration of CO2 is 40%.

  19. All-solid state, flexible, high-energy integrated hybrid micro-supercapacitors based on 3D LSG/CoNi2S4 nanosheets.

    Science.gov (United States)

    Moosavifard, Seyyed Ebrahim; Shamsi, Javad; Altafi, Mohammad Kazem; Moosavifard, Zeinab Sadat

    2016-11-18

    3D LSG/CoNi 2 S 4 //LSG interdigitated microelectrodes have been firstly developed by a facile, scalable and low cost process for all-solid-state, flexible integrated asymmetric micro-supercapacitors. These devices can achieve energy densities of up to 49 W h l -1 which is comparable to those of lead acid batteries.

  20. Energiezuinige teeltsturing bij paprika : proof of principle : testen van dynamische optimalisatie als methode om doelgerichte sturing van de teelt te combineren met energiebesparing

    NARCIS (Netherlands)

    Buwalda, F.; Zwart, de H.F.; Henten, van E.J.; Gelder, de A.; Hemming, J.; Bontsema, J.; Lagas, P.; Mark, van der C.

    2009-01-01

    De noodzaak om efficiënt met energie om te gaan en de uitstoot van CO2 te beperken, wordt niet alleen door de maatschappij aan de sector opgelegd, maar komt ook voort uit economische noodzaak. In verschillende proeven is aangetoond dat winst valt te behalen door af te wijken van de gangbare

  1. Energy Monitor of the Dutch horticulture 2011; Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Velden, N.J.A.; Smit, P.X.

    2012-12-15

    The Energy Monitor for Greenhouse Horticulture charts the energy efficiency, CO2 emissions, the share of sustainable energy and the transition paths of the Greenhouse as Energy Source programme up to and including 2011 [Dutch] Om het energieverbruik in de glastuinbouw in beeld te krijgen en te volgen, is al in 1990 de Energiemonitor in het leven geroepen. Deze monitor publiceert jaarlijks het energieverbruik van de glastuinbouw en de voortgang van de energie-indicatoren energie-efficientie, de CO2-emissie en het aandeel duurzame energie. Voor de monitor wordt gebruik gemaakt van een reeks verschillende databronnen.

  2. Energy Monitor of the Dutch horticulture 2012; Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Velden, N.J.A.; Smit, P.X.

    2013-12-15

    The Energy Monitor for Greenhouse Horticulture charts the energy efficiency, CO2 emissions, the share of sustainable energy and the transition paths of the Greenhouse as Energy Source programme up to and including 2012 [Dutch] Om het energieverbruik in de glastuinbouw in beeld te krijgen en te volgen, is al in 1990 de Energiemonitor in het leven geroepen. Deze monitor publiceert jaarlijks het energieverbruik van de glastuinbouw en de voortgang van de energie-indicatoren energie-efficientie, de CO2-emissie en het aandeel duurzame energie. Voor de monitor wordt gebruik gemaakt van een reeks verschillende databronnen.

  3. Characterizing the Effects of Micro Electrical Discharge Machining Parameters on Material Removal Rate during Micro EDM Drilling of Tungsten Carbide (WC-Co)

    Science.gov (United States)

    Hourmand, Mehdi; Sarhan, Ahmed A. D.; Sayuti, Mohd

    2017-10-01

    Micro-dies, molds and miniaturized products can be manufactured using micro EDM process. In this research, EDM machine and on-machine fabricated CuW micro-electrode were utilized to produce the micro holes in WC-16%Co. The effects of voltage, current, pulse ON time, pulse OFF time, capacitor and rotating speed on Material removal rate (MRR) during micro EDM drilling of WC-16% Co was analyzed using fractional factorial design method. ANOVA analysis shows that increasing current, rotating speed, capacitor and decreasing voltage and pulse ON time lead to the amplify in MRR. It was found that out of all the factors, current and capacitor had the most significant effect on MRR, while the effect of capacitor was more than current. Eventually, it can be concluded that micro holes can be produced using EDM machine.

  4. Different sorbents in calcium looping cycle for CO{sub 2} capture

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Luo, Cong; Zheng, Ying; Ding, Ning [Huazhong Univ. of Science and Technology, Wuhan (China). State Key Lab. of Coal Combustion

    2013-07-01

    Cyclic CO{sub 2} capture using commercial pure micro CaCO{sub 3} and nano CaCO{sub 3} is investigated in this paper which focuses on the different characteristics two different sorbents during high temperature reactions. The results indicate that the nano CaCO{sub 3} sorbent has higher carbonation conversions and carbonation rates than the micro CaCO{sub 3} sorbent in the cyclic reactions. Furthermore, nano sorbent can retain its fast carbonation rates at the beginning dozens of seconds during each cycle. In contrast, the carbonation rates of micro sorbent diminish with the increase of cycle number. But, unfortunately, CaO derived from nano CaCO3 sorbent sinter much easily. Its grains, which are composed of numerous spherical nanocrystallites, experience dramatic morphological changes during high temperature reactions.

  5. Sectorale CO2-emissies tot 2010 Update van Referentieramingen ten behoeve van besluitvorming over Streefwaarden

    NARCIS (Netherlands)

    Boonekamp PGM; Daniels BW; Dril AWN van; Kroon P; Ybema JR; Wijngaart RA van den; ECN; KMD

    2004-01-01

    The Dutch government intends to formulate indicative targets for maximum sectoral CO2- emission levels in the year 2010. To this end the expected future emission levels have been determined for four sectors: Build Environment, Agriculture, Transportation and Industry/ Energy. The study relies

  6. MICRO-MATERIAL HANDLING EMPLOYING E-BEAM GENERATED TOPOGRAPHIES OF COPPER AND ALUMINIUM

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    S. Matope

    2012-01-01

    Full Text Available

    ENGLISH ABSTRACT: This paper focuses on the employment of copper and aluminium in a micro-material handling system actuated by Van der Waals forces. Electron beam (e-beam evaporator deposited both materials on a silicon substrate at a rate of 0.6-1.2 Angstroms/second, vacuum pressure between 2x10-6 and 3x10-6mbar, and at a current less than 10mA. A Veeco NanoMan V Atomic Force Microscope with Nanoscope version 7.3 software was used to analyse the root mean square (rms surface roughnesses of the generated topographies. Rumpf-Rabinovich’s rms formula was used to determine the Van der Waals forces exerted by the surfaces. It was synthesised that an e-beam deposition of 7 minutes’ duration on both materials produced an optimum micro-material handling solution, with copper suitable for the pick-up position and aluminium for the placement position.

    AFRIKAANSE OPSOMMING: Die fokus van die artikel is op die gebruik van koper en aluminium in ‘n mikromateriaalhanteringstelsel, aangedryf deur Van der Waalskragte. ‘n Elektronstraal-verdamper plaas albei materiale op ‘n silikonbasis teen ‘n tempo van 0.6-1.2 Angstrom/sekonde, vakuumdruk tussen 2x10-6 en 3x10-6mbar, en teen ‘n stroom van minder as 10mA. ‘n Veeco NanoMan V Atomic Force mikroskoop, met Nanoscope 7.3 program-matuur is gebruik om die wortel-gemiddelde-kwadraat (wgk oppervlak ruheid van die gegenereerde topografieë te analiseer. Rumpf-Rabinovich se wgk-formule is gebruik om die Van der Waalskrage wat deur die oppervlaktes uitgeoefen word te bepaal. Dit is vasgestel dat ‘n elektronstraalafsetting van 7 minute op albei materiale die optimale materiaalhanteringoplossing bied, met koper geskik vir die optelposisie en aluminium vir die plasingsposisie.

  7. Prioritization of perspectives for a sustainable concrete chain. Cost curve on the basis of a quick scan of 16 sustainability options; Prioritering handelingsperspectieven verduurzaming betonketen. Kostencurve opgesteld op basis van quickscan van 16 door het MVO-netwerk beton geselecteerde verduurzamingsopties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Lieshout, M.; Warringa, G.E.A.; Bergsma, G.C.

    2013-11-15

    The goal of the project is make a rough estimate of the cost curve for 16 options for the medium term to improve the sustainability of the chain in the cement industry. In Chapter 2, the selection process of the sustainability options is described. Appendix A holds the list of options for the medium term. Next, the selected sustainability options are described of which CO2 emission reduction costs and CO2 emission reduction potentials are investigated. In Appendix B, the following aspects are described: ( a) the working principle of the measure (how does this measure contribute to the reduction of CO2 emission in the concrete chain?), (b) the reduction costs (how much are the costs for the reduction of 1 tonne CO2?, (c) the reduction potential (the amount of CO2 emissions that can be avoided on an annual basis, with the production in 2010 as the reference base)? In Chapter 3, the cost curve is presented: What are the reduction costs, What is the reduction potential, How sensitive are the data presented for variations in parameters? In Chapter 4 conclusions and recommendations are presented [Dutch] Het doel van het project is om een ruwe inschatting van de kostencurve op te stellen voor 16 opties voor de middellange termijn om de betonketen te verduurzamen. In Hoofdstuk 2 is het selectieproces van de verduurzamingopties beschreven. In Bijlage A staat de lijst met opties voor de middellange termijn waarmee de begeleidingsgroep begonnen is. Vervolgens beschrijven we welke verduurzamingsopties geselecteerd zijn waarvan de CO2-emissiereductiekosten en het CO2-emissiereductiepotentieel onderzocht zijn. In Bijlage B zijn de volgende aspecten beschreven: (a) het werkingsprincipe van de maatregel (hoe draagt deze maatregel bij aan CO2-emissiereductie in de betonketen?); (b) de reductiekosten (hoeveel kost het om op deze manier een ton CO2 te besparen?); (c) het reductiepotentieel (hoeveel CO2-emissie kan er op deze manier voorkomen worden per jaar, uitgaande van de

  8. CO2, the promises of geological sequestration

    International Nuclear Information System (INIS)

    Rouat, S.

    2006-01-01

    Trapping part of the world CO 2 effluents in the deep underground is a profitable and ecological way to limit the global warming. This digest paper presents the different ways of CO 2 sequestration (depleted oil and gas fields, unexploited coal seams, saline aquifers), the other possible solutions for CO 2 abatement (injection in the bottom of the ocean, conversion into carbonates by injection into basic rocks, fixation by photosynthesis thanks to micro-algae cultivation), and takes stock of the experiments in progress (Snoehvit field in Norway, European project Castor). (J.S.)

  9. Effecten van CO2-labeling op houding en gedrag van consumenten in een kantine-setting

    NARCIS (Netherlands)

    Kolfschoten, C.J.; Janssen, A.M.; Koppen, van C.S.A.; Kole, A.P.W.; Spaargaren, G.

    2012-01-01

    By investigating the effect of CO2-labeling of foods on the attitude and (purchase) behavior of consumers in a canteen setting, the research described in this report aims to contribute to the current (policy) discussion in the Netherlands and Europe on the role of citizen-consumers in the

  10. Electric driving. An attractive challenge; Elektrisch autorijden. Evaluatie van transities op basis van systeemopties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nagelhout, D.; Ros, J.P.M.

    2009-01-15

    Over the past years, electric driving has become more and more attractive because of the development of better batteries. Driving electric vehicles could drastically reduce CO2 emissions, especially if more electricity would be generated by using sustainable energy. As most passenger cars are not used at night, this is the ideal time for charging their batteries. This would be cost-effective because, at that time, there is a surplus of generating capacity, and wind energy could also be used more effectively. Moreover, consumers will be able to drive clean and quiet vehicles at costs that seem surmountable in the future. At least two obstacles still need to be overcome. The first of which is the current maximum range of electric vehicles of around a few hundred kilometres. Battery producers and universities are working hard on the development of batteries that could be charged within 5 to 10 minutes at EV fast-charge stations. This limited range would not be a drawback for the so-called plug-in hybrid electric vehicles (PHEVs), which can run on both fossil fuel and electric power, and are expected to come onto the market in the near future. However, these plug-in hybrids reduce less CO2 and carry slightly higher costs. The second obstacle is the need for a standardised European network of charging stations, and electrical outlets near residences and at commercial and public parking facilities. This report shows the challenges facing the government and the business community of utilising the benefits of electric driving and of overcoming the obstacles. [Dutch] Elektrische auto's - in combinatie met een elektriciteitsproductie op basis van vernieuwbare bronnen en schoon fossiel - hebben de potentie om op lange termijn de CO2-emissie van personenauto's en andere lichte voertuigen met 80-90% terug te brengen. Elektrisch vervoer kan ook de geluidhinder in de stad aanmerkelijk terugdringen. De kosten lijken hiervoor geen beletsel te zijn, want de verwachting is

  11. De kern van HRM. - 2e dr.

    NARCIS (Netherlands)

    Verburg, R.; den Hartog, D.

    2008-01-01

    In dit boek staat de kern van HRM centraal. Op basis van praktijkvoorbeelden, toonaangevende internationale publicaties en onderzoek in Nederland worden essentiële thema's van HRM belicht. Zo komen de volgende onderwerpen aan de orde: - De oorsprong van HRM - De veranderende relatie tussen werkgever

  12. Catalytic combustion of the retentate gas from a CO2/H2 separation membrane reactor for further CO2 enrichment and energy recovery

    International Nuclear Information System (INIS)

    Hwang, Kyung-Ran; Park, Jin-Woo; Lee, Sung-Wook; Hong, Sungkook; Lee, Chun-Boo; Oh, Duck-Kyu; Jin, Min-Ho; Lee, Dong-Wook; Park, Jong-Soo

    2015-01-01

    The CCR (catalytic combustion reaction) of the retentate gas, consisting of 90% CO 2 and 10% H 2 obtained from a CO 2 /H 2 separation membrane reactor, was investigated using a porous Ni metal catalyst in order to recover energy and further enrich CO 2 . A disc-shaped porous Ni metal catalyst, namely Al[0.1]/Ni, was prepared by a simple method and a compact MCR (micro-channel reactor) equipped with a catalyst plate was designed for the CCR. CO 2 and H 2 concentrations of 98.68% and 0.46%, respectively, were achieved at an operating temperature of 400 °C, GHSV (gas-hourly space velocity) of 50,000 h −1 and a H 2 /O 2 ratio (R/O) of 2 in the unit module. In the case of the MCR, a sheet of the Ni metal catalyst was easily installed along with the other metal plates and the concentration of CO 2 in the retentate gas increased up to 96.7%. The differences in temperatures measured before and after the CCR were 31 °C at the product outlet and 19 °C at the N 2 outlet in the MCR. The disc-shaped porous metal catalyst and MCR configuration used in this study exhibit potential advantages, such as high thermal transfer resulting in improved energy recovery rate, simple catalyst preparation, and easy installation of the catalyst in the MCR. - Highlights: • The catalytic combustion of a retentate gas obtained from the H 2 /CO 2 separation membrane. • A disc-shaped porous nickel metal catalyst and a micro-channel reactor for catalytic hydrogen combustion. • CO 2 enrichment up to 98.68% at 400 °C, 50,000 h −1 and H 2 /O 2 ratio of 2.

  13. Direct laser-patterned micro-supercapacitors from paintable MoS2 films.

    Science.gov (United States)

    Cao, Liujun; Yang, Shubin; Gao, Wei; Liu, Zheng; Gong, Yongji; Ma, Lulu; Shi, Gang; Lei, Sidong; Zhang, Yunhuai; Zhang, Shengtao; Vajtai, Robert; Ajayan, Pulickel M

    2013-09-09

    Micrometer-sized electrochemical capacitors have recently attracted attention due to their possible applications in micro-electronic devices. Here, a new approach to large-scale fabrication of high-capacitance, two-dimensional MoS2 film-based micro-supercapacitors is demonstrated via simple and low-cost spray painting of MoS2 nanosheets on Si/SiO2 chip and subsequent laser patterning. The obtained micro-supercapacitors are well defined by ten interdigitated electrodes (five electrodes per polarity) with 4.5 mm length, 820 μm wide for each electrode, 200 μm spacing between two electrodes and the thickness of electrode is ∼0.45 μm. The optimum MoS2 -based micro-supercapacitor exhibits excellent electrochemical performance for energy storage with aqueous electrolytes, with a high area capacitance of 8 mF cm(-2) (volumetric capacitance of 178 F cm(-3) ) and excellent cyclic performance, superior to reported graphene-based micro-supercapacitors. This strategy could provide a good opportunity to develop various micro-/nanosized energy storage devices to satisfy the requirements of portable, flexible, and transparent micro-electronic devices. Copyright © 2013 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  14. Synthesis of Micro/Mesoporous Composites and Their Application as CO2 Adsorbents%微孔/介孔复合分子筛的合成及其对CO2的吸附性能

    Institute of Scientific and Technical Information of China (English)

    马燕辉; 赵会玲; 唐圣杰; 胡军; 刘洪来

    2011-01-01

    采用两步晶化法将合成的沸石前驱液(S)或沸石固体粉末(P)经不同浓度(c)的NaOH处理后,分别以表面活性剂十六烷基三甲基溴化铵(CTAB)软模板或介孔炭(aeso-C)硬模板为导向剂,自组装合成S-β-MCM41(c)、P-β-MCM41(c)、P-ZSM-MCM41(c)、P-ZSM-C系列微孔,介孔复合分子筛.考察了沸石分子筛种类、碱处理液浓度以及介孔模板剂对合成复合分子筛结构与性能的影响.X射线衍射(XRD)、透射电子显微镜(TEM)和氮气吸附-脱附表征结果表明产物具有微孔/介孔多级孔结构.该材料对CO2的吸附能力比纯微孔或介孔材料均有明显提高,其中P-ZSM-MCM41(2)的CO2吸附容量最大可达1.51 mmol·g-1,为ZSM-5沸石吸附量的两倍多.%We synthesized a series of micro/mesoporous composites of S-β-MCM41(c), P-β-MCM41(c),P-ZSM-MCM41(c), P-ZSM-C through a two-step crystallization process. During this process, the microporous zeolite precursor solution (S) or the zeolite powder (P) was first synthesized and treated with NaOH solution with different concentration (c), and then the mesopores were induced by hexadecyltrimethyl-ammoniumbromide (CTAB) as a soft template or mesoporous carbon as a hard template. The effects of the type of inorganic precursor, the base concentration, and the type of mesoporous template on the structure and property of the micro/mesoporous composites were investigated. The results of X-ray diffraction (XRD), transmission electron microscopy (TEM), and nitrogen adsorption-desorption isotherms showed that the products contained micropores and mesopores, simultaneously. The CO2 adsorption capacities of these micro/mesoporous composites were obviously improved compared to the pure microporous or mesoporous materials. Among them, P-ZSM-MCM41(2) had the highest CO2 adsorption capacity of 1.51 mmol·g-1, which was almost twice that of the original ZSM-5.

  15. ECO-driving met behulp van serious gaming en social media (fase 1)

    NARCIS (Netherlands)

    Kuiper, H.; Boonekamp, R.C.; Bijlsma, T.; Jansen, S.T.H.; Obdeijn, C.; Stuiver, A.; Spronkmans, S.; Bijnen, D.; Versteegh, T.

    2013-01-01

    Dit rapport beschrijft fase 1 van een EL&I cofinancieringstraject waarin onderzoek wordt gedaan naar gedragsbeïnvloeding bij automobilisten om CO2-reductie te bereiken met behulp van Serious gaming en Social Media. Het onderzoek sluit goed aan bij het overheidswerkprogramma “Schoon en Zuinig”

  16. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2010; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2011-09-15

    1313 flower bulb businesses were approached for the Dutch Energy Monitor 2010. The response rate was 60%. Compared to 2008, the energy use per hectare decreased with 6.6% in 2010. The energy use per 1000 forced bulbs has decreased with 18.0%. Energy saving measures were implemented at a larger scale compared to 2009. What is most striking is the strong increase in deployment of a lower circulation standard and multi-layer cultivation. The purchase of green electricity is the most frequently used deployment of sustainable energy for electricity (9.2% of the businesses). Deployment of hot air from the greenhouse for drying purposes is the most frequently used deployment of sustainable thermal energy (18.1% of the businesses). The share of sustainable energy amounts to 2.2%. The CO2 emission from direct use of fossil fuels has decreased with 11.8% compared to 2008 [Dutch] Voor de Energiemonitor 2010 zijn 1313 bloembollenbedrijven aangeschreven. De response was 60%. T.o.v. 2008 is het energieverbruik per hectare in 2010 met 6,6% afgenomen. Het energieverbruik per 1000 stuks broeibollen is met 18,0% afgenomen. Energiebesparende maatregelen werden iets meer toegepast dan in 2009. Opvallend is de sterke toename van het toepassen van een lagere circulatienorm en van meerlagenteelt. Aankoop van groene stroom is de meest toegepaste benutting van duurzame energie voor elektra (9,2% van de bedrijven). Het toepassen van warme kaslucht voor het drogen is de meest toegepaste benutting van duurzame thermische energie (18,1% van de bedrijven). Het aandeel duurzame energie komt op 2,2%. De CO2-uitstoot door het directe verbruik van fossiele brandstoffen is t.o.v. 2008 met 11,8% afgenomen.

  17. Kontekstuele bepalers by die beplanning van skoolwoordeboeke

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Herman L. Beyer

    2011-10-01

    Dictionaries. The aim of this article is to contribute to the metalexicographical discussion of school dictionaries. The focus is on contextual determiners that should be accounted for in the planning of school dictionaries: Within the context of a multilingual Namibia, some educational systems that could have an influence on the design of printed school dictionaries for the secondary school phase, i.e. school curricula, the national language policy for schools and the policy of learner-centred education, are explored. This article also argues that the obvious target user of a school dictionary, i.e. the learner, is not the only target user: The teacher is seen as co-target user when dictionary use takes place in the teaching learning situation. Different types of dictionary use instances can be distinguished in the micro-context of the teaching learning situation, i.e. dictionary skills teaching, dictionary-integrated language learning and dictionary-assisted language learning. These types of use should form components of a dictionary pedagogy, which should ultimately result in autonomous dictionary use and the concurrent establishment of an individual dictionary culture with the learner. The lexicographer should take cognisance of all these aspects when a school dictionary is planned in order to introduce the necessary lexicographical innovations. In closing, a few such innovations as well as suggestions for further research are proposed.

  18. Measurement and modeling of high-pressure (vapor + liquid) equilibria of (CO2 + alkanol) binary systems

    International Nuclear Information System (INIS)

    Bejarano, Arturo; Gutierrez, Jorge E.; Araus, Karina A.; Fuente, Juan C. de la

    2011-01-01

    Research highlights: → (Vapor + liquid) equilibria of three (CO 2 + C 5 alcohol) binary systems were measured. → Complementary data are reported at (313, 323 and 333) K and from (2 to 11) MPa. → No liquid immiscibility was observed at the temperatures and pressures studied. → Experimental data were correlated with the PR-EoS and the van de Waals mixing rules. → Correlation results showed relative deviations ≤8 % (liquid) and ≤2 % (vapor). - Abstract: Complementary isothermal (vapor + liquid) equilibria data are reported for the (CO 2 + 3-methyl-2-butanol), (CO 2 + 2-pentanol), and (CO 2 + 3-pentanol) binary systems at temperatures of (313, 323, and 333) K, and at pressure range of (2 to 11) MPa. For all (CO 2 + alcohol) systems, it was visually monitored that there was no liquid immiscibility at the temperatures and pressures studied. The experimental data were correlated with the Peng-Robinson equation of state using the quadratic mixing rules of van der Waals with two adjustable parameters. The calculated (vapor + liquid) equilibria compositions were found to be in good agreement with the experimental data with deviations for the mole fractions <8% and <2% for the liquid and vapor phase, respectively.

  19. Facile synthesis of hierarchical CoMn2O4 microspheres with porous and micro-/nanostructural morphology as anode electrodes for lithium-ion batteries

    Science.gov (United States)

    Li, Yana; Hou, Xianhua; Li, Yajie; Ru, Qiang; Wang, Shaofeng; Hu, Shejun; Lam, Kwok-ho

    2017-09-01

    Hierarchical CoMn2O4 microspheres assembled by nanoparticles have been successfully synthesized by a facile hydrothermal method and a subsequent annealing treatment. XRD detection indicate the crystal structure. SEM and TEM results reveal the 3-dimensional porous and micro-/nanostructural microsphere assembled by nanoparticles with a size of 20-100 nm. The CoMn2O4 electrode show initial specific discharge capacity of approximately 1546 mAh/g at the current rates 100 mA/g with a coulombic efficiency of 66.7% and remarkable specific capacities (1029-485 mAh/g) at various current rates (100-2800 mA/g). [Figure not available: see fulltext.

  20. Have We Overestimated Saline Aquifer CO2 Storage Capacities?

    International Nuclear Information System (INIS)

    Thibeau, S.; Mucha, V.

    2011-01-01

    During future, large scale CO 2 geological storage in saline aquifers, fluid pressure is expected to rise as a consequence of CO 2 injection, but the pressure build up will have to stay below specified values to ensure a safe and long term containment of the CO 2 in the storage site. The pressure build up is the result of two different effects. The first effect is a local overpressure around the injectors, which is due to the high CO 2 velocities around the injectors, and which can be mitigated by adding CO 2 injectors. The second effect is a regional scale pressure build up that will take place if the storage aquifer is closed or if the formation water that flows away from the pressurised area is not large enough to compensate volumetrically the CO 2 injection. This second effect cannot be mitigated by adding additional injectors. In the first section of this paper, we review some major global and regional assessments of CO 2 storage capacities in deep saline aquifers, in term of mass and storage efficiency. These storage capacities are primarily based on a volumetric approach: storage capacity is the volumetric sum of the CO 2 that can be stored through various trapping mechanisms. We then discuss in Section 2 storage efficiencies derived from a pressure build up approach, as stated in the CO2STORE final report (Chadwick A. et al. (eds) (2008) Best Practice for the Storage of CO 2 in Saline Aquifers, Observations and Guidelines from the SACS and CO2STORE Projects, Keyworth, Nottingham, BGS Occasional Publication No. 14) and detailed by Van der Meer and Egberts (van der Meer L.G.H., Egberts P.J.P. (2008) A General Method for Calculating Subsurface CO 2 Storage Capacity, OTC Paper 19309, presented at the OTC Conference held in Houston, Texas, USA, 5-8 May). A quantitative range of such storage efficiency is presented, based on a review of orders of magnitudes of pore and water compressibilities and allowable pressure increase. To illustrate the relevance of this

  1. On the road for 2020. Can solar energy cool and freeze in a sustainable way?; Op weg naar 2020. Kan zonne-energie duurzaam koelen en vriezen?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ezzahiria, S.M.; Infante Ferreira, C.A. [Afdeling Proces en Energie, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands); Krieg, J. [Unilver Food Health Research Institute, Vlaardingen (Netherlands); Van Gerwen, R. [Unilever Engineering Excellence Team, Vlaardingen (Netherlands)

    2009-04-15

    collectors is extremely long. Most factories already use electrically driven vapour compression systems or are considering to implement these systems. An increase in the use of sustainable energy will only take place if the pay-out time for solar energy supported plants is reduced to values which are considered acceptable by the industry (mostly less than 5 years) [Dutch] Op twee fabriekslocaties van Unilever is onderzocht hoeveel brandstof er bespaard zou kunnen worden door toepassing van zonelektrische en/of zonthermische energie. Door deze besparing zal de CO2-emissie van de elektriciteitscentrale worden gereduceerd. Thermische energie wordt opgewekt door het toepassen van zonnecollectoren, terwijl elektrische energie wordt opgewekt door fotovoltaische collectoren. De combinatie van bovengenoemde systemen noemt men een hybride systeem. Er is een aantal zeer uiteenlopende zongedreven koelinstallaties met elkaar vergeleken die onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden veelbelovend zouden kunnen presteren. Onderzoekers hebben enkele jaren.geleden het CycleTempo-model ontwikkeld voor een trigeneratiesysteem, dat warmte, kracht en koude opwekt. De koude werd opgewekt met behulp van een absorptiekoelmachine die werd aangedreven door de warmte uit de WKK. Dit model is als uitgangspunt genomen en is aangepast aan de specifieke configuratie en werkcondities van de referentiefabriek. De elektriciteit wordt nu gebruikt voor aandrijving van de tweetraps dampcompressiekoelsystemen. De thermische energie, afkomstig van de zonnecollectoren, wordt toegevoegd aan de warmwaterstroom. De elektrische energie, afkomstig van de fotovoltaische collectoren, wordt toegevoegd aan de elektrische energie die bij de WKK wordt geproduceerd. Uit het onderzoek is gebleken dat het meest efficiente systeem (met of zonder zonondersteuning) voor beide locaties het hybride systeem is, waarbij zowel een absorptie- als een dampcompressiesysteem wordt ingezet. Een goede tweede voor beide locaties

  2. Effects of CO2 Concentration on Leaf Photosynthesis and Stomatal Conductance of Potatoes Grown Under Different Irradiance Levels and Photoperiods

    Science.gov (United States)

    Wheeler, R. M.; Fitzpatrick, A. H.; Tibbitts, T. W.

    2012-01-01

    Potato (Solanum tuberosum L.) cvs. Russet Burbank, Denali, and Norland, were grown in environmental rooms controlled at approx 350 micro mol/mol (ambient during years 1987/1988) and 1000 micro mol/mol (enriched) CO2 concentrations. Plants and electric lamps were arranged to provide two irradiance zones, 400 and 800 micro mol/mol/square m/S PPF and studies were repeated using two photoperiods (12-h light / 12-h dark and continuous light). Leaf photosynthetic rates and leaf stomatal conductance were measured using fully expanded, upper canopy leaves at weekly intervals throughout growth (21 through 84 days after transplanting). Increasing the CO2 from approx 350 to 1000 micro mol/mol under the 12-h photoperiod increased leaf photosynthetic rates by 39% at 400 micro mol/mol/square m/S PPF and 27% at 800 micro mol/mol/square m/S PPF. Increasing the CO2 from approx 350 to 1000 micro mol/mol under continuous light decreased leaf photosynthetic rates by 7% at 400 micro mol/mol/square m/S PPF and 13% at 800 micro mol/mol/square m/S PPF. Increasing the CO2 from approx 350 to 1000 micro mol/mol under the 12-h photoperiod plants decreased stomatal conductance by an average of 26% at 400 micro mol/mol/square m/S PPF and 42% at 800 micro mol/mol/square m/S PPF. Under continuous light, CO2 enrichment resulted in a small increase (2%) of stomatal conductance at 400 micro mol/mol/square m/S PPF, and a small decrease (3%) at 800 micro mol/mol/square m/S PPF. Results indicate that CO2 enrichment under the 12-h photoperiod showed the expected increase in photosynthesis and decrease in stomatal conductance for a C3 species like potato, but the decreases in leaf photosynthetic rates and minimal effect on conductance from CO2 enrichment under continuous light were not expected. The plant leaves under continuous light showed more chlorosis and some rusty flecking versus plants under the 12-h photoperiod, suggesting the continuous light was more stressful on the plants. The increased

  3. Guideline for making multi-annual maintenance of municipal real estate sustainable; Leidraad verduurzamen meerjaren onderhoud van gemeentelijk vastgoed

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-01-15

    The title guideline is developed for municipalities on the basis of experiences in pilots and with input from more than ten municipalities in the Netherlands. The guideline includes a roadmap for changing a MOP (Multi-year Maintenance Plan) into a DMOP (Sustainable Multi-annual Maintenance Plan). The DMOP also provides advice on outsourcing management and organizing support and communication within the municipality. With structural sustainability of its properties, a municipality can save lot of energy and money and reduce CO2 emission [Dutch] De titel leidraad is ontwikkeld voor gemeenten op basis van ervaringen in pilots en met input van ruim tien gemeenten in Nederland. De leidraad omvat een stappenplan voor het verduurzamen van een MOP (Meerjaren Onderhoudsplan) tot een DMOP (Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan), en geeft daarnaast adviezen voor het uitbesteden van beheer en het organiseren van draagvlak en communicatie binnen de gemeente. Met het structureel verduurzamen van het eigen vastgoed kan een gemeente veel energie en geld besparen en de uitstoot van CO2 beperken.

  4. Electronic band structure of Two-Dimensional WS2/Graphene van der Waals Heterostructures

    Science.gov (United States)

    Henck, Hugo; Ben Aziza, Zeineb; Pierucci, Debora; Laourine, Feriel; Reale, Francesco; Palczynski, Pawel; Chaste, Julien; Silly, Mathieu G.; Bertran, François; Le Fèvre, Patrick; Lhuillier, Emmanuel; Wakamura, Taro; Mattevi, Cecilia; Rault, Julien E.; Calandra, Matteo; Ouerghi, Abdelkarim

    2018-04-01

    Combining single-layer two-dimensional semiconducting transition-metal dichalcogenides (TMDs) with a graphene layer in van der Waals heterostructures offers an intriguing means of controlling the electronic properties through these heterostructures. Here, we report the electronic and structural properties of transferred single-layer W S2 on epitaxial graphene using micro-Raman spectroscopy, angle-resolved photoemission spectroscopy measurements, and density functional theory (DFT) calculations. The results show good electronic properties as well as a well-defined band arising from the strong splitting of the single-layer W S2 valence band at the K points, with a maximum splitting of 0.44 eV. By comparing our DFT results with local and hybrid functionals, we find the top valence band of the experimental heterostructure is close to the calculations for suspended single-layer W S2 . Our results provide an important reference for future studies of electronic properties of W S2 and its applications in valleytronic devices.

  5. The effect of micro-structure on upconversion luminescence of Nd3+/Yb3+ co-doped La2O3-TiO2-ZrO2 glass-ceramics

    Science.gov (United States)

    Zhang, Minghui; Wen, Haiqin; Pan, Xiuhong; Yu, Jianding; Jiang, Meng; Yu, Huimei; Tang, Meibo; Gai, Lijun; Ai, Fei

    2018-03-01

    Nd3+/Yb3+ co-doped La2O3-TiO2-ZrO2 glasses have been prepared by aerodynamic levitation method. The glasses show high refractive index of 2.28 and Abbe number of 18.3. Glass-ceramics heated at 880 °C for 50 min perform the strongest upconversion luminescence. X-ray diffraction patterns of glass-ceramics with different depths indicate that rare earth ions restrain crystallization. Body crystallization mechanism mixed with surface crystallization is confirmed in the heat treatment. Surface crystals achieve priority to grow, resulting in important effects on upconversion luminescence. The results of atomic force microscope and scanning electron microscope indicate that crystal particles with uniform size distribute densely and homogenously on the surface and large amount of glass matrix exists in the glass ceramics heated at 880 °C for 50 min. Crystals in the glass-ceramics present dense structure and strong boundaries, which can reduce the mutual nonradiative relaxation rate among rare earth ions and then improve upconversion luminescence effectively. Based on micro-structural study, the mechanism that upconversion luminescence can be improved by heat treatment has been revealed. The results of micro-structural analysis agree well with the spectra.

  6. SSG or SFM state in CoFe2O4 nano-agglomerates fabricated by micro-emulsion method

    International Nuclear Information System (INIS)

    Poltierova Vejpravova, Jana; Tyrpekl, Vaclav; Danis, Stanislav; Niznansky, Daniel; Sechovsky, Vladimir

    2010-01-01

    We report on magnetic properties of CoFe 2 O 4 nano-agglomerates obtained by micro-emulsion technique under specific conditions. The samples form a unique morphology as observed by transmission electron microscopy and scanning electron microscopy investigations. Concerning magnetic properties, they exhibit a considerable coercivity of almost 1 T at 2 K, which continuously decreases up to the characteristic temperature, T g =350K. The temperature dependence of the zero-field cooled (ZFC) and field cooled (FC) magnetization, respectively, is furcated at the T g , and the temperature dependencies of the a.c. susceptibility exhibit a frequency-dependent maximum at ∼T g . The observed behavior is discussed in terms of the super-spin-glass (SSG) and the super-ferromagnetic (SFM) regime considering the morphology of the nano-agglomerates.

  7. Risk reduction of diseases and plagues caused by energy efficiency measures; Risicobeperking van ziekten en plagen bij energiezuinige maatregelen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hofland-Zijlstra, J.; Messelink, G.; Van Slooten, M.; De Groot, E.; Stevens, L. [Plant Research International, Droevendaalsesteeg 1, 6708 PB Wageningen (Netherlands)

    2012-03-15

    An overview is given of the impact of climatic conditions, e.g. moisture deficit and CO2, on the plant defense system in the greenhouse. Higher CO2 dosages or increased moisture levels have a strong influence on the pest control. Partly, by direct effects on biological control agents and partly through effects on the plant quality. The outcome depends on the prey-predator system. The risk of diseases that are dependent on moisture for their development and weak plants increases. Even though the process of infection may initially be inhibited, in the plant the development goes faster. Tests with young tomato plants in climate chambers indicate that the development of white fly is enhanced on plants that grow at high relative humidity (90%). The expression of pathogen related enzymes seemed not only to be influenced by humidity, but especially through light quality [Dutch] Doel van het onderzoek was om in kaart te brengen wat de effecten zijn van veranderde klimaatfactoren (vochtdeficit en CO2) op de weerstand van de plant en het teeltsysteem. Hogere CO 2 -doseringen of vochtniveaus hebben een sterke invloed op de plaagbestrijding. Deels door directe effecten op biologische bestrijders en deels door effecten op de plantkwaliteit. Per systeem van prooi-belager kan het echter verschillend zijn of dit een bevorderende of remmende invloed is. Het risico op infectie door ziekten die afhankelijk zijn van vocht voor hun ontwikkeling en verzwakte cellen neemt toe. Ook al kan het proces van infectie in eerste instantie geremd worden, eenmaal in de plant gaat de ontwikkeling sneller. Testen met jonge tomatenplanten in klimaatkasten geven aan dat groeikrachtige planten die groeien bij hoge relatieve vochtigheid (90%) de ontwikkeling van kaswittevlieg bevorderen. De expressie van weerstandseiwitten lijken niet alleen beinvloed te worden door luchtvochtigheid, maar vooral door lichtkwaliteit in het gebied van rood licht. Dit biedt interessante aanknopingspunten voor verder

  8. Green gas. Gas of natural gas quality from biomass. Update of the 2004 study; Groen Gas. Gas van aardgaskwaliteit uit biomassa. Update van de studie uit 2004

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Welink, Jan-Henk; Dumont, M.; Kwant, K. Datum januari 2007

    2007-01-15

    In 2004 a study was published on green gas. Green gas is defined as a gaseous energy carrier from renewable biomass with a similar quality as natural gas. As a result of new developments in the field of co-digestion/fermentation the Dutch Ministry of Economic Affairs asked it's agency SenterNovem to update the 2004 study. The aim of the update is (1) to gain insight into operational aspects of green gas projects, e.g. reliability, efficiency and maintenance aspects; (2) stimulate the production of green gas, taking into account the economics of green gas projects, calculation of the financial gap of green gas production, efficient use of biogas (conversion to electricity or directly input into the natural gas distribution systems, and aspects with regard to commercialization and the market; and (3) the potential of green gas. [Dutch] De laatste jaren wordt er gewerkt aan initiatieven om groen gas te produceren. Een recent initiatief is het opwaarderen van biogas tot aardgaskwaliteit door Biogast, wat er toe zal leiden dat al deze zomer Eneco op kleinschalig niveau duurzaam gas levert aan eindverbruikers. Het potentieel aan groen gas dat mogelijk gemaakt zou kunnen worden, is de laatste jaren ook veranderd. Met name de voorspoedige ontwikkelingen op het gebied van co-vergisting met mest zorgen voor een toename van het potentieel. In 2004 is een studie gemaakt over groen gas. Vanwege de voorspoedige ontwikkelingen op het gebied van co-vergisting is de situatie die gold voor het rapport uit 2004 veranderd. Het ministerie van Economische Zaken heeft SenterNovem gevraagd om een update te maken van de studie over groen gas uit 2004. De doelstelling van de update van deze studie Groen Gas is (1) het verkrijgen van inzicht op basis van de huidige ontwikkelingen, in: de bedrijfstechnische aspecten van dergelijke projecten, zoals betrouwbaarheid, rendement en onderhoudsaspecten; (2) aspecten voor het mogelijk stimuleren van de productie van groen gas. Hierbij hoort: (a

  9. ontwikkeling van die gemenereg in die lig van artikels 39(2)

    African Journals Online (AJOL)

    Administrator

    'n Mens kan met reg vra of die ius connubiorum van Brouwer en die Law of. Husband and Wife van ... AD 560 (Geheime Raad) 563. 5 Sien vir besonderhede Hahlo en Kahn SA Legal System and its Background 304. ..... Die Franse chemikus, Antoine Lavoisier, is in 1794 tydens die Franse revolusie tereggestel. Terwyl die ...

  10. Towards a more sustainable heat supply for the built environment in 2050; Naar een duurzamere warmtevoorziening van de gebouwde omgeving in 2050

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Wijngaart, R.A.; Folkert, R.J.M.; Elzenga, H.E.

    2012-04-15

    To curb the CO2 emission of the built environment, a combination of building and environment oriented measures is most efficient. Together, they can reduce the CO2 emission with 15 to 30 per cent. This has financial benefits and leads to larger CO2 reduction in 2050 compared to measures focusing on buildings alone such as insulation or more efficient heating or on environment oriented measures (such as waste heat, geothermal or thermal energy storage) [Dutch] Om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving te beperken, is een combinatie van gebouw- en gebiedsmaatregelen het meest efficient. Samen kunnen ze voor 15 tot 30 procent minder CO2-uitstoot zorgen. Het is financieel voordelig en levert in 2050 een grotere CO2-reductie op dan het nemen van alleen gebouwmaatregelen zoals isolatie of efficientere verwarmingsinstallaties of alleen gebiedsmaatregelen (zoals restwarmte, geothermie of warmte-koudeopslag)

  11. Stimulation of ICT/domotics in houses. The organization of 2 workshops. Final report; De bevordering van ICT/domotica in woningen. De organisatie van 2 workshops. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Romer, J.C. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2003-07-01

    The title project concerns the organization of two workshops on two concrete projects: (1) a building project for 43 dwellings for elderly people in Anna Paulowna, Netherlands, and (2) the building of a home for the elderly people (called Parkzicht) in Hippolytushoef, Netherlands. Preparatory activities for and the organization of the two workshops are described. The first workshop was held October 4th, 2002. The second workshop was planned for December 13th, 2002, but was cancelled. [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van de activiteiten die hebben plaatsgevonden rond 2 concreet te realiseren projecten in Noord-Holland. De activiteiten bestaan uit de voorbereidende activiteiten en de organisatie van twee workshops. Een van de projecten betreft de bouw van 43 woningen voor senioren in Anna Paulowna en het andere project betreft de bouw van het verzorgingstehuis Parkzicht in Hippolytushoef. De 'Anna Paulowna' workshop werd 4 oktober 2002 gehouden. De Hippolytushoef workshop was gepland op 13 december 2002 maar is niet doorgegaan.

  12. A Conceptual Study of Using an Isothermal Compressor on an S-CO{sub 2} Cooled KAIST Micro Modular Reactor (KAIST-MMR)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Heo, Jin Young; Ahn, Yoonhan; Lee, Jeong Ik [KAIST, Daejeon (Korea, Republic of)

    2016-05-15

    Although the isothermal compressor technology is not fully matured for commercialization, its potential to reduce the compressor work and the cycle physical size due to the merging of the compressor and the precooler into one turbomachine can be utilized well especially in a concept such as the KAIST-MMR. Future works include optimization of the cycle layout and parameters to enhance performance, calculation of the heat exchanger sizes, and turbomachinery design of components. The development of small modular reactors (SMR) has been gathering attention due to factory manufacturing, but the power system required for a steam cycle in a water-cooled SMR is significantly large. A new concept called the KAIST Micro Modular Reactor (MMR) has been designed previously to make use of the supercritical CO{sub 2} (S-CO{sub 2}) cycle to significantly decrease the size and to improve its cycle efficiency. To further enhance the advantages of the KAIST-MMR concept, the conventional compressor is replaced with an isothermal compressor in the S-CO{sub 2} cycle.

  13. Measurement and modeling of high-pressure (vapor + liquid) equilibria of (CO{sub 2} + alkanol) binary systems

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bejarano, Arturo; Gutierrez, Jorge E. [Departamento de Ingenieria Quimica y Ambiental, Universidad Tecnica Federico Santa Maria, Avda. Espana 1680, Valparaiso (Chile); Araus, Karina A. [Departamento de Ingenieria Quimica y Bioprocesos, Pontificia Universidad Catolica de Chile, Avda. Vicuna Mackenna 4860, Macul, Santiago (Chile); Fuente, Juan C. de la, E-mail: juan.delafuente@usm.c [Departamento de Ingenieria Quimica y Ambiental, Universidad Tecnica Federico Santa Maria, Avda. Espana 1680, Valparaiso (Chile); Centro Regional de Estudios en Alimentos Saludables, Blanco 1623, Valparaiso (Chile)

    2011-05-15

    Research highlights: (Vapor + liquid) equilibria of three (CO{sub 2} + C{sub 5} alcohol) binary systems were measured. Complementary data are reported at (313, 323 and 333) K and from (2 to 11) MPa. No liquid immiscibility was observed at the temperatures and pressures studied. Experimental data were correlated with the PR-EoS and the van de Waals mixing rules. Correlation results showed relative deviations {<=}8 % (liquid) and {<=}2 % (vapor). - Abstract: Complementary isothermal (vapor + liquid) equilibria data are reported for the (CO{sub 2} + 3-methyl-2-butanol), (CO{sub 2} + 2-pentanol), and (CO{sub 2} + 3-pentanol) binary systems at temperatures of (313, 323, and 333) K, and at pressure range of (2 to 11) MPa. For all (CO{sub 2} + alcohol) systems, it was visually monitored that there was no liquid immiscibility at the temperatures and pressures studied. The experimental data were correlated with the Peng-Robinson equation of state using the quadratic mixing rules of van der Waals with two adjustable parameters. The calculated (vapor + liquid) equilibria compositions were found to be in good agreement with the experimental data with deviations for the mole fractions <8% and <2% for the liquid and vapor phase, respectively.

  14. Energy efficient skating rink by heat recovery and CO2 refrigerant; Energiezuinige schaatsbaan door warmteterugwinning en CO2-koudedrager

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Mooi, R. [IBK Compac, Houten (Netherlands)

    2009-03-15

    In October 2008 a new indoor skating rink was opened in Enschede, Netherlands. The refrigeration plant for this skating rink was designed, delivered and installed by IBK Compac. CO2 was chosen as the secondary refrigerant; CO2 is easily detectable, sustainable and - above all - very energy efficient, since less pumping energy is required and pipes with a smaller diameter can be used. The waste heat of the refrigeration plant is used for the Zamboni (ice resurfacer), for the central heating system and for the unique floor heating system, which is located under the skating rink. [Dutch] In oktober 2008 werd in Enschede de IJsbaan Twente geopend. Het werd een geheel overdekte schaatsbaan, waarvoor IBK Compac de koude-installatie heeft ontworpen, geleverd en geinstalleerd. Gekozen werd voor CO2 als secundaire koudedrager. CO2 is goed detecteerbaar, duurzaam en vooral zeer energie-efficient doordat er minder pompenergie nodig is en er leidingen met een kleinere diameter kunnen worden gebruikt. De restwarmte van de koelinstallatie wordt o.a. benut voor de dweilmachine (Zamboni), voor het cv-blok en voor het unieke vloerverwarmingssysteem dat onder de ijsbaan ligt.

  15. Make biomass chains part of the solution. Recommendation on Indirect Land Use Change (ILUC); Maak biomassaketens deel van de oplossing. Advies over indirecte veranderingen van landgebruik (ILUC)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2010-10-15

    This advice builds on previous advice of the Corbey Committee of November 2009: 'Make agriculture part of the solution'. The advise proposes three measures to prevent indirect land use change (ILUC) in the European framework: (1) Calculate an ILUC value for greenhouse gases by assuming that the use of 1 hectare of agricultural land for biofuels principally leads to the use of 1 hectare additional agricultural land; (2) vary the application of the ILUC value proportionally under the following circumstances: (a) efficiency improvement of agricultural production; (b) if marginal or degraded lands are used; (c) if co-products are used, for example for the food chain; (d) if waste flows are used; and (3) protect biodiversity. The measures are elaborated in this advice. [Dutch] Dit advies bouwt voort op een eerder advies van de Commissie Corbey van november 2009: 'Maak landbouw deel van de oplossing'. Het advies stelde drie maatregelen voor waarmee in Europees verband 'indirect land use change' (ILUC) tegengegaan kan worden: (1) Bereken een ILUC-waarde voor broeikasgasemissies door ervan uit te gaan dat het gebruik van 1 hectare landbouwgrond voor biobrandstoffen in principe leidt tot ingebruikneming van 1 hectare extra landbouwgrond; (2) Varieer de toepassing van de ILUC-waarde proportioneel onder de volgende omstandigheden: (a) efficientieverbetering van de landbouwproductie; (b) indien marginale of gedegradeerde gronden in gebruik worden genomen; (c) indien co-producten worden ingezet voor bijvoorbeeld de voedselketen; (d) Indien reststromen ingezet worden; en (3) Bescherm de biodiversiteit. In dit advies worden deze maatregelen verder uitgewerkt.

  16. Effects of CO(sub 2) and nitrogen fertilization on soils planted with ponderosa pine; FINAL

    International Nuclear Information System (INIS)

    Johnson, D.W.

    1996-01-01

    The effects of elevated CO(sub 2) (ambient, 525, and 700(micro)l l(sup -1))and N fertilization (0, 10, and 20 g N m(sup 2) yr(sup -1)) on soil pCO(sub 2), CO(sub 2) efflux, soil solution chemistry, and soil C and nutrients in an open-top chamber study with Pinus ponderosa are described. Soil pCO(sub 2) and CO(sub 2) efflux were significantly greater with elevated CO(sub 2), at first (second growing season) in the 525(micro)l l(sup -1) and later (fourth and fifth growing seasons) in the 700(micro)l l(sup -1) CO(sub 2) treatments. Soil solution HCO(sub 3)(sup -) concentrations were temporarily elevated in the 525(micro)l l(sup -1) CO(sub 2) treatment during the second growing season, consistent with the elevated pCO(sub 2). Nitrogen fertilization had no consistent effect on soil pCO(sub 2) or CO(sub 2) efflux, but did have the expected negative effect on exchangeable Ca(sup 2+), K(sup+), and Mg(sup 2+), presumed to be caused by increased nitrate leaching. Elevated CO(sub 2) had no consistent effects on exchangeable Ca(sup 2+), K(sup+), and Mg(sup 2+), but did cause temporary reductions in soil NO(sup 3(sup -)) (second growing season). Statistically significant negative effects of elevated CO(sub 2) on soil extractable P were noted in the third and sixth growing seasons. However, these patterns in extractable P reflected pre-treatment differences, which, while not statistically significant, followed the same pattern. Statistically significant effects of elevated CO(sub 2) on total C and N in soils were noted in the third and sixth growing seasons, but these effects were inconsistent among N treatments and years. The clearest effect of elevated CO(sub 2) was in the case of C/N ratio in year 6, where there was a consistent, positive effect. The increases in C/N ratio with elevated CO(sub 2) in year six were largely a result of reductions in soil N rather than increases in soil C. Future papers will assess whether this apparent reduction in soil N could have been

  17. Detectie van Meloidogyne spp. in grondmonsters - een vergelijking van twee technieken

    NARCIS (Netherlands)

    Veenhuizen, P.T.M.; Schoemakers, N.; Vos, J.; Versteegen, F.; Landeweert, R.; Karssen, G.

    2007-01-01

    Hier volgen de samenvattingen van de bijeenkomst van 20 maart 2007 van de KNPV-werkgroep Meloidogyne. 1) Kwantitatieve multiplexdetectie van aaltjes; 2). Meloidogyne chitwoodi en M. fallax: vergelijking visuele beoordeling en Taqman-PCR aan pootaardappelen; 3) Detectie van Meloidogyne spp. in

  18. Eerste inschatting van vrijkomen van plastics als gevolg van slijtage van Mosselzaad-Invagsystemen (MZI's)

    NARCIS (Netherlands)

    Hartog, E.; Brink, van den A.M.; Kamermans, P.

    2014-01-01

    IMARES heeft onderzoek uitgevoerd naar het ontstaan en de aanwezigheid van microplastic zwerfvuil afkomstig van mosselzaad invangsystemen (hierna MZI’s genoemd). Deze studie is onderdeel van een opdracht van het ministerie van EL&I, om de ecologische effecten van opschaling van MZI’s in de

  19. Micro-Hall magnetometry on a Co-organic chain compound

    International Nuclear Information System (INIS)

    Rolland, L.; Simonet, V.; Wernsdorfer, W.; Bogani, L.; Sessoli, R.

    2004-01-01

    The static and dynamical properties of Co-organic chains, with strong magnetic anisotropy, are studied by micro-Hall magnetometry. The low-temperature hysteresis cycles are discussed with respect to the helical structure of the chains. Thermally activated relaxation of the magnetization is observed, compatible with the Glauber model for a 1D Ising system

  20. Micro-Hall magnetometry on a Co-organic chain compound

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rolland, L.; Simonet, V. E-mail: simonet@grenoble.cnrs.fr; Wernsdorfer, W.; Bogani, L.; Sessoli, R

    2004-05-01

    The static and dynamical properties of Co-organic chains, with strong magnetic anisotropy, are studied by micro-Hall magnetometry. The low-temperature hysteresis cycles are discussed with respect to the helical structure of the chains. Thermally activated relaxation of the magnetization is observed, compatible with the Glauber model for a 1D Ising system.

  1. Emulsion-phase synthesis of honeycomb-like Mg{sub 5}(OH){sub 2}(CO{sub 3}){sub 4}.4H{sub 2}O micro-spheres and subsequent decomposition to MgO

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gao Guo, E-mail: gaogaoguoguo@yahoo.com.c [Department of Bio-Nano-Science and Engineering, National Key Laboratory of Nano/Micro Fabrication Technology, Key Laboratory for Thin Film and Microfabrication of Ministry of Education, Institute of Micro-Nano Science and Technology, Shanghai Jiao Tong University, Shanghai 200240 (China); Beijing Key Laboratory of Green Reaction Engineering and Technology, Department of Chemical Engineering, Tsinghua University, Beijing 100084 (China); Xiang Lan, E-mail: xianglan@mail.tsinghua.edu.c [Beijing Key Laboratory of Green Reaction Engineering and Technology, Department of Chemical Engineering, Tsinghua University, Beijing 100084 (China)

    2010-04-09

    Herein we report a simple emulsion-phase route for the synthesis of honeycomb-like basic magnesium carbonate (BMC, Mg{sub 5}(OH){sub 2}(CO{sub 3}){sub 4}.4H{sub 2}O) micro-spheres at 80 {sup o}C. Magnesium(II) salts in water are precipitated by sodium carbonate in the presence of cetyltrimethylammonium bromide (CTAB). Scanning electron microscopy shows the obtained BMC samples are composed of a lot of micro-spheres (diameter ranging from 8 to 10 {mu}m) which are interweaved by a lot of nano-sized thin sheets (thickness of 20-30 nm and length >1 {mu}m). The BMC micro-spheres prepared by this approach are porous and appear to be hollow structures. The size and shape of BMC are related to the CTAB concentration and temperature. The lower concentration of CTAB resulted in the decrease of the micro-spheres sizes. When the temperature was elevated to 110 {sup o}C, hexagonal tablets (thickness of 20 nm, length of each side varies from 400 to 600 nm) can be prepared. After the calcinations for BMC at 600 {sup o}C for 2 h, BMC are almost completely converted to MgO. Transmission electron microscopy indicates that the obtained MgO samples have a poly-crystalline feature. The possible formation mechanism of BMC micro-spheres has been discussed.

  2. Effects of Long-Term CO2 Enrichment on Soil-Atmosphere CH4 Fluxes and the Spatial Micro-Distribution of Methanotrophic Bacteria.

    Science.gov (United States)

    Karbin, Saeed; Guillet, Cécile; Kammann, Claudia I; Niklaus, Pascal A

    2015-01-01

    Effects of elevated atmospheric CO2 concentrations on plant growth and associated C cycling have intensively been studied, but less is known about effects on the fluxes of radiatively active trace gases other than CO2. Net soil-atmosphere CH4 fluxes are determined by the balance of soil microbially-driven methane (CH4) oxidation and methanogenesis, and both might change under elevated CO2. Here, we studied CH4 dynamics in a permanent grassland exposed to elevated CO2 for 14 years. Soil-atmosphere fluxes of CH4 were measured using large static chambers, over a period of four years. The ecosystem was a net sink for atmospheric CH4 for most of the time except summer to fall when net CH4 emissions occurred. We did not detect any elevated CO2 effects on CH4 fluxes, but emissions were difficult to quantify due to their discontinuous nature, most likely because of ebullition from the saturated zone. Potential methanotrophic activity, determined by incubation of fresh sieved soil under standardized conditions, also did not reveal any effect of the CO2 treatment. Finally, we determined the spatial micro-distribution of methanotrophic activity at less than 5× atmospheric (10 ppm) and elevated (10000 ppm) CH4 concentrations, using a novel auto-radiographic technique. These analyses indicated that domains of net CH4 assimilation were distributed throughout the analyzed top 15 cm of soils, with no dependence on CH4 concentration or CO2 treatment. Our investigations suggest that elevated CO2 exerts no or only minor effects on CH4 fluxes in the type of ecosystem we studied, at least as long as soil moisture differences are small or absent as was the case here. The autoradiographic analyses further indicate that the spatial niche of CH4 oxidation does not shift in response to CO2 enrichment or CH4 concentration, and that the same type of methanotrophs may oxidize CH4 from atmospheric and soil-internal sources.

  3. Micro-view-cell for phase behaviour and in situ Raman analysis of heterogeneously catalysed CO2 hydrogenation

    Science.gov (United States)

    Reymond, Helena; Rudolf von Rohr, Philipp

    2017-11-01

    The operando study of CO2 hydrogenation is fundamental for a more rational optimisation of heterogeneous catalyst and reactor designs. To further complement the established efficiency of microreactors in reaction screening and bridge the operating and optical gaps, a micro-view-cell is presented for Raman microscopy at extreme conditions with minimum flow interference for genuine reaction analysis. Based on a flat sapphire window unit sealed in a plug flow-type enclosure holding the sample, the cell features unique 14 mm working distance and 0.36 numerical aperture and resists 400 °C and 500 bars. The use of the cell as an in situ tool for fast process monitoring and surface catalyst characterisation is demonstrated with phase behaviour and chemical analysis of the methanol synthesis over a commercial Cu/ZnO/Al2O3 catalyst.

  4. Cogeneration in the black book; Warmtekracht in verdomhoekje

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Molenaar, T.

    2008-07-01

    The Dutch Ministry of Economic Affairs wants to stop grants for existing CHP plants and only subsidize new initiatives. The VEMW Association for Energy, Environment and Water is afraid that investors will shy away from investing in new CHP plants. [mk]. [Dutch] Het ministerie van Economische Zaken (EZ) wil de subsidie voor bestaande warmtekrachtcentrales stopzetten en alleen nog nieuwe initiatieven subsidieren. De Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) vreest dat daardoor veel investeerders kopschuw worden gemaakt om geld te steken in nieuwe WKK-centrales.

  5. Biodegradable Poly(D,L-lactic-co-glycolic acid)-Based Micro ...

    African Journals Online (AJOL)

    ... drug encapsulation efficiency and release profile of PLGA mico/nanoparticles. The current knowledge of protein instability during preparation, storage and release from PLGA micro/nanoparticles and protein stabilization approaches has also been discussed in this review. Keywords: Poly(D, L-lactic-co-glycolic acid), ...

  6. Soil CO2 flux in response to elevated atmospheric CO2 and nitrogen fertilization: patterns and methods

    Science.gov (United States)

    James M. Vose; Katherine J. Elliott; D.W. Johnson

    1995-01-01

    The evolution of carbon dioxide (CO2) from soils is due to the metabolic activity of roots, mycorrhizae, and soil micro- and macro-organisms. Although precise estimates of carbon (C) recycled to the atmosphere from belowground sources are unavailable, Musselman and Fox (1991) propose that the belowground contribution exceeds 100 Pg y-1...

  7. Accurate van der Waals force field for gas adsorption in porous materials.

    Science.gov (United States)

    Sun, Lei; Yang, Li; Zhang, Ya-Dong; Shi, Qi; Lu, Rui-Feng; Deng, Wei-Qiao

    2017-09-05

    An accurate van der Waals force field (VDW FF) was derived from highly precise quantum mechanical (QM) calculations. Small molecular clusters were used to explore van der Waals interactions between gas molecules and porous materials. The parameters of the accurate van der Waals force field were determined by QM calculations. To validate the force field, the prediction results from the VDW FF were compared with standard FFs, such as UFF, Dreiding, Pcff, and Compass. The results from the VDW FF were in excellent agreement with the experimental measurements. This force field can be applied to the prediction of the gas density (H 2 , CO 2 , C 2 H 4 , CH 4 , N 2 , O 2 ) and adsorption performance inside porous materials, such as covalent organic frameworks (COFs), zeolites and metal organic frameworks (MOFs), consisting of H, B, N, C, O, S, Si, Al, Zn, Mg, Ni, and Co. This work provides a solid basis for studying gas adsorption in porous materials. © 2017 Wiley Periodicals, Inc. © 2017 Wiley Periodicals, Inc.

  8. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2009; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2010-12-15

    1375 flower bulb businesses were approached for the Dutch Energy Monitor 2009. The response rate was 57%. Compared to 2008, the energy use per hectare decreased with 1.5% in 2009. The energy use per 1000 forced bulbs decreased with 9.1%. Energy saving measures were implemented at a slightly larger scale than in 2008. What is striking here is that 78% of the businesses assessed the ethylene-controlled ventilation as non-applicable. The purchase of green electricity is the most frequently used deployment of sustainable energy for electricity (9.8% of all businesses). However, the deployment of wind energy (6 businesses) yields 26% more energy. Deployment of hot greenhouse air for drying purposes is the most frequently used deployment of sustainable thermal energy (17.3% of businesses). The share of sustainable energy amounts to 2.4%. The CO2 emission from direct use of fossil fuels has decreased with 8.1% compared to 2008. [Dutch] Voor de Energiemonitor 2009 zijn 1375 bloembollenbedrijven aangeschreven. De response was 57%. T.o.v. 2008 is het energieverbruik per hectare in 2009 met 1,5% afgenomen. Het energieverbruik per 1000 stuks broeibollen is met 9,1% afgenomen. Energiebesparende maatregelen werden iets meer toegepast dan in 2008. Opvallend hierbij is dat 78% van de bedrijven de ethyleengestuurde ventilatie als niet van toepassing beoordelen. Aankoop van groene stroom is de meest toegepaste benutting van duurzame energie voor elektra (9,8% van de bedrijven). Het toepassen van windenergie (6 bedrijven) brengt echter 26% meer energie op. Het toepassen van warme kaslucht voor het drogen is de meest toegepaste benutting van duurzame thermische energie (17,3% van de bedrijven). Het aandeel duurzame energie komt op 2,4%. De CO2-uitstoot door het directe verbruik van fossiele brandstoffen is t.o.v. 2008 met 8,1% afgenomen.

  9. Support for the revision of regulation on CO2 emissions from light commercial vehicles

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Smokers, R.; Fraga, F.; Verbeek, M.; Willems, F.; Massink, R.; Spreen, J. [TNO, Delft (Netherlands); Norris, J.; Martinez, C. [AEA Technology plc, London (United Kingdom); Kampman, B.; Brinke, L.; Van Essen, H. [CE Delft, Delft (Netherlands); Schilling, S.; Gruhlke, A.; Sander, K. [Institut fuer Oekologie und Politik Oekopol, Hamburg (Netherlands); Breemersch, T.; De Ceuster, G.; Vanherle, K.; Heyndrickx, C. [Transport and Mobility Leuven TML, Leuven (Belgium); Wrigley, S.; O' Brien, S.; Johnson, A. [Ricardo UK, Shoreham-by-Sea, West Sussex (United Kingdom); Buttigieg, D.; Sima, L.; Pagnac, J.; Dhaene, G. [IHS Global Insight, Nijmegen (Netherlands)

    2012-04-15

    Road vehicles make a major contribution to transport sector CO2 emissions and the European Union has several policies in place to reduce their emissions. One of these is the regulation to reduce the CO2 emissions of light commercial vehicles (LCVs or vans), Regulation (EU) 510/2011, often referred to as the vans regulation. This contains a number of review clauses, which require the European Commission to carry out an impact assessment on the 2020 target of 147 gCO2/km, and to assess a number of further issues. The ensuing study addresses a wide range of topics relating to this regulation, and includes the development of cost curves for different LCV segments, the evaluation of different utility parameters, a comparison with the effort needed to reduce the CO2 emissions of passenger cars, an assessment of the impact of electric vehicle penetration and calculation of the effects on the total cost of ownership and the societal abatement costs associated with the 2020 target. CE Delft contributed to this study by developing scenarios for the market uptake of electric vehicles in this vehicle segment, and by providing support to the Commission regarding the economic aspects of the Impact Analysis.

  10. Enclathration of CO2 as a co-guest of structure H hydrates and its implications for CO2 capture and sequestration

    International Nuclear Information System (INIS)

    Lee, Yohan; Lee, Dongyoung; Lee, Jong-Won; Seo, Yongwon

    2016-01-01

    Highlights: • We examine sH hydrates with CO 2 + N 2 + neohexane for CO 2 capture and sequestration. • The structural transition occurs in the CO 2 (40%) + N 2 (60%) + neohexane system. • CO 2 molecules are enclathrated into sH hydrates in the N 2 -rich systems. • CO 2 selectivity in sH hydrates is slightly lower than that in sI hydrates. • ΔH d values provide information on the structural transition of sH to sI hydrates. - Abstract: In this study, the thermodynamic behaviors, cage-specific guest distributions, structural transition, and dissociation enthalpies of sH hydrates with CO 2 + N 2 gas mixtures were investigated for their potential applications to hydrate-based CO 2 capture and sequestration. The stability conditions of the CO 2 + N 2 + water systems and the CO 2 + N 2 + neohexane (2,2-dimethylbutane, NH) + water systems indicated that the gas mixtures in the range of flue gas compositions could form sH hydrates, thereby mitigating the pressure and temperature required for gas hydrate formation. Structure identification using powder X-ray diffraction (PXRD) revealed the coexistence of sI and sH hydrates in the CO 2 (40%) + N 2 (60%) + NH system and the hydrate structure transformed from sH into sI as the CO 2 concentration increased. In addition, the Raman analysis clearly demonstrated that CO 2 molecules were enclathrated into the cages of sH hydrates in the N 2 -rich systems. It was found from direct CO 2 composition measurements that CO 2 selectivity in the sH hydrate phase was slightly lower than that in the corresponding sI hydrate phase. Dissociation enthalpy (ΔH d ) measurements using a high-pressure micro-differential scanning calorimeter (HP μ-DSC) indicated that the ΔH d values could also provide valuable information on the structural transition of sH to sI hydrates with respect to the CO 2 concentration in the feed gas. This study provides a better understanding of the thermodynamic and physicochemical background for CO 2

  11. NiCo2O4 surface coating Li[Ni0.03Mn1.97]O4 micro-/nano- spheres as cathode material for high-performance lithium ion battery

    Science.gov (United States)

    Ye, Pan; Dong, Hui; Xu, Yunlong; Zhao, Chongjun; Liu, Dong

    2018-01-01

    Here we report a novel transitional metal oxide (NiCo2O4) coated Li[Ni0.03Mn1.97]O4 micro-/nano- spheres as high-performance Li-ion battery cathode material. A thin layer of ∼10 nm NiCo2O4 was formed by simple wet-chemistry approach adjacent to the surface of Li[Ni0.03Mn1.97]O4 micro-/nano- spheres, leading to significantly enhanced battery electrochemical performance. The optimized sample(1 wt%) not only delivers excellent discharge capacity and cycling stability improvement at both room temperature and elevated temperatures, but also effectively prevents Mn dissolution while retaining its coating structure intact according to XRF and TEM results. The CV and EIS break-down analysis indicated a much faster electrochemical reaction kinetics, more reversible electrode process and greatly reduced charge transfer and Warburg resistance, clearly illustrating the dual role of NiCo2O4 coating to boost electron transport and Li+ diffusion, and alleviation of manganese dissolving. This approach may render as an efficient technique to realize high-performance lithium ion battery cathode material.

  12. Manuscripten van H.J. Schoemaker uit de periode 1946-1971 : Deel G: Diversen

    NARCIS (Netherlands)

    Schoemaker, H.J.

    1971-01-01

    G1: Verband tussen Fourier-reeks en Fourier-integraal (1959) G2: Isoklinen en Isobachen (1957) G3: Berekening van coëfficiënten in exponentiële functies (1960) G4: Groei van een delta (1958) G5: Influence of bottom roughness on current patterns in freesurface flow (1958) G6: Virtuele massa bij

  13. Mineralogical controls on porosity and water chemistry during O_2-SO_2-CO_2 reaction of CO_2 storage reservoir and cap-rock core

    International Nuclear Information System (INIS)

    Pearce, Julie K.; Golab, Alexandra; Dawson, Grant K.W.; Knuefing, Lydia; Goodwin, Carley; Golding, Suzanne D.

    2016-01-01

    Reservoir and cap-rock core samples with variable lithology's representative of siliciclastic reservoirs used for CO_2 storage have been characterized and reacted at reservoir conditions with an impure CO_2 stream and low salinity brine. Cores from a target CO_2 storage site in Queensland, Australia were tested. Mineralogical controls on the resulting changes to porosity and water chemistry have been identified. The tested siliciclastic reservoir core samples can be grouped generally into three responses to impure CO_2-brine reaction, dependent on mineralogy. The mineralogically clean quartzose reservoir cores had high porosities, with negligible change after reaction, in resolvable porosity or mineralogy, calculated using X-ray micro computed tomography and QEMSCAN. However, strong brine acidification and a high concentration of dissolved sulphate were generated in experiments owing to minimal mineral buffering. Also, the movement of kaolin has the potential to block pore throats and reduce permeability. The reaction of the impure CO_2-brine with calcite-cemented cap-rock core samples caused the largest porosity changes after reaction through calcite dissolution; to the extent that one sample developed a connection of open pores that extended into the core sub-plug. This has the potential to both favor injectivity but also affect CO_2 migration. The dissolution of calcite caused the buffering of acidity resulting in no significant observable silicate dissolution. Clay-rich cap-rock core samples with minor amounts of carbonate minerals had only small changes after reaction. Created porosity appeared mainly disconnected. Changes were instead associated with decreases in density from Fe-leaching of chlorite or dissolution of minor amounts of carbonates and plagioclase. The interbedded sandstone and shale core also developed increased porosity parallel to bedding through dissolution of carbonates and reactive silicates in the sandy layers. Tight interbedded cap

  14. Quality assurance of Co-substrates; Kwaliteitsborging Co-substraten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schipper, E.; Hoekstra, T.; Van der Velden, F. [Control Union Certifications, Zwolle (Netherlands); De Ruiter, T. [Econvert Climate and Energy, Drachten (Netherlands); Ter Braack, E. [Projecten LTO Noord, Zwolle (Netherlands)

    2010-12-15

    The number of manure digesters in the Netherlands is increasing rapidly. The use of co-substrates and their quality are important aspects. These co-substrates, which are often residual flows from industry, deliver a positive contribution to biogas production and thus to the profitability of the digestion plant. A prerequisite is that it must remain possible to use the residue (digestate) of the digester as organic fertilizer. The digestate therefore needs to comply with the legal environmental requirements. [Dutch] Het aantal mestvergisters in Nederland neemt momenteel snel toe. Het gebruik van co-substraten is hierbij van belang, evenals de kwaliteit daarvan. Deze co-substraten, vaak reststromen uit de industrie, leveren een positieve bijdrage aan de biogasproductie en daarmee aan de rentabiliteit van de vergistingsinstallatie. Een voorwaarde is dat het mogelijk moet blijven om het residue (digestaat) van de vergister te gebruiken als een organische meststof. Het digestaat dient daarvoor onder meer te voldoen aan wettelijke milieu-eisen.

  15. Intersectionaliteit en sociale inclusie: het Ei... van Troje. Deel 2: Het Ei van Columbus

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Janneke van Mens-Verhulst

    2009-12-01

    In dit tweede deel van het artikel wordt beargumenteerd dat de intersectionele benadering op termijn echter het Paard van Troje kan blijken te zijn. Met name voor beleid en wetgeving omdat het een complexiteit binnenbrengt waarvan nog niet duidelijk is hoe die moet worden gehanteerd. Bovendien kleven er onderzoeksmethodologische implicaties aan, waardoor de gewenste wetenschappelijke evidentie maar moeilijk tot stand komt. Niettemin kan intersectionaliteit voorlopig een buitengewoon nuttige heuristiek zijn voor vraagstukken van sociale inclusie.

  16. Studying biosphere-atmosphere exchange of CO2 through Carbon-13 stable isotopes

    NARCIS (Netherlands)

    Velde, van der I.R.

    2015-01-01

    Summary Thesis ‘Studying biosphere-atmosphere exchange of CO2 through

    carbon-13 stable isotopes’

    Ivar van der Velde

    Making predictions of future climate is difficult, mainly due to large uncertainties in the carbon cycle. The rate at which carbon is stored in the oceans and

  17. Thermal response in van der Waals heterostructures

    KAUST Repository

    Gandi, Appala

    2016-11-21

    We solve numerically the Boltzmann transport equations of the phonons and electrons to understand the thermoelectric response in heterostructures of M2CO2 (M: Ti, Zr, Hf) MXenes with transition metal dichalcogenide monolayers. Low frequency optical phonons are found to occur as a consequence of the van der Waals bonding, contribute significantly to the thermal transport, and compensate for the reduced contributions of the acoustic phonons (increased scattering cross-sections in heterostructures), such that the thermal conductivities turn out to be similar to those of the bare MXenes. Our results indicate that the important superlattice design approach of thermoelectrics (to reduce the thermal conductivity) may be effective for two-dimensional van der Waals materials when used in conjunction with intercalation. © 2016 IOP Publishing Ltd.

  18. Reconfigurable Diodes Based on Vertical WSe2 Transistors with van der Waals Bonded Contacts.

    Science.gov (United States)

    Avsar, Ahmet; Marinov, Kolyo; Marin, Enrique Gonzalez; Iannaccone, Giuseppe; Watanabe, Kenji; Taniguchi, Takashi; Fiori, Gianluca; Kis, Andras

    2018-05-01

    New device concepts can increase the functionality of scaled electronic devices, with reconfigurable diodes allowing the design of more compact logic gates being one of the examples. In recent years, there has been significant interest in creating reconfigurable diodes based on ultrathin transition metal dichalcogenide crystals due to their unique combination of gate-tunable charge carriers, high mobility, and sizeable band gap. Thanks to their large surface areas, these devices are constructed under planar geometry and the device characteristics are controlled by electrostatic gating through rather complex two independent local gates or ionic-liquid gating. In this work, similar reconfigurable diode action is demonstrated in a WSe 2 transistor by only utilizing van der Waals bonded graphene and Co/h-BN contacts. Toward this, first the charge injection efficiencies into WSe 2 by graphene and Co/h-BN contacts are characterized. While Co/h-BN contact results in nearly Schottky-barrier-free charge injection, graphene/WSe 2 interface has an average barrier height of ≈80 meV. By taking the advantage of the electrostatic transparency of graphene and the different work-function values of graphene and Co/h-BN, vertical devices are constructed where different gate-tunable diode actions are demonstrated. This architecture reveals the opportunities for exploring new device concepts. © 2018 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  19. Analyse van de vervormingen van de Fusee Ceramique daken van de productiehallen in Dongen : Rapport met bevindingen betreffende de vervormingen van de Fuseedaken van de productiehallen van Coca Cola in Dongen

    NARCIS (Netherlands)

    Kamerling, M.W.

    2014-01-01

    In 1962 werden in Dongen bedrijfshallen gemaakt met cilindervormige overkappingen waarin ter besparing van gewicht en cement ceramische elementen, de Fusée's Ceramique, werden gelegd. De schalen worden ondersteund met balken 450*750 mm2 en kolommen 450 * 450 mm2 op een raster van 5,6 m * 20,4 m. Het

  20. Evaluation of digesters in the Netherlands. Phase 2; Evaluatie van de vergisters in Nederland. Fase 2

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Velghe, F.; Wierinck, I. [Organic Waste Systems, Gent (Belgium)

    2013-10-15

    The goal of phase 1 was mapping the digestion sector, including the current bottlenecks. All digestion plants with a grant decision by NL Agency were contacted to support this study. 79 plant operators participated to the comprehensive questionnaire. The phase 1 study relates to the year 2010 and consequently does not include new developments such as green gas. In this report (phase 2) the results of monitoring of 20 digesters for a year are presented. The focus was on cost effectiveness and optimization of the digestion process [Dutch] Een gezonde en kosteneffectieve vergistingssector is van belang voor verdere ontwikkeling van de vergistingsketen. De basis voor deze inventarisatie was een enquete (fase 1). Dat rapport baseerde zich op gegevens van installaties die in 2010 volledig in bedrijf waren. In fase 2 is een twintigtal vergisters een jaar lang gemonitord. De nadruk ligt hier op het verbeteren van de kosteneffectiviteit van het vergistingproces door procesoptimalisatie.

  1. Supply of dry ambient air in Alstroemenia. Test on the impact of the supply of dry ambient air on the microclimate and crops in alstroemeria; Droge buitenlucht toevoeren in Alstroemeria. Praktijkproef naar de invloed van droge buitenlucht toevoeren op microklimaat en gewas in alstroemeria

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Helm, F.; Van Weel, P.; Raaphorst, M.

    2012-08-15

    After one year of dry air distribution in Alstroemeria it is shown that it can effectively lower the vapour deficit between the leaves. It resulted in a decrease of leaf tip damage of 70% compared to the reference, but not to a decrease of spontaneously broken stems. The research is conducted in practice at Hoogenboom Alstroemeria on 1000 m{sup 2} within a larger greenhouse compartment planted with the variety 'Primadonna'. Wageningen UR has conducted the research with an air distribution system of 8 m{sup 3}/m{sup 2} from supplier Lekhabo. The dry air was distributed in the crop by two transparent air tubes. Climate could not be controlled in the research area separate from the reference, therefore more dry air was required than expected, which is contradictive with energy saving. Growers that want to use dry air to either to prevent leaf tips or to save energy will have to find a balance between these two benefits that partly contradict. Both advantages are required to make the investment profitable. It is calculated that nurseries with a relatively small heat and power cogeneration and greenhouses that are already equipped with a second screen can probably profitably invest in a simple and small capacity dry air distribution system [Dutch] Na ruim een jaar opgewarmde buitenlucht toevoeren in Alstroemeria is duidelijk geworden dat hiermee effectief het vocht deficit tussen het gewas verlaagd kan worden. Dit leidde in dit onderzoek tot een afname van vochtblaadjes van 70%, maar niet tot minder afgroeiers. De proef is uitgevoerd in 1000 m{sup 2} binnen een afdeling met het ras Primadonna bij het bedrijf Hoogenboom alstroemeria in Nieuwe Wetering. De proef is door Wageningen UR glastuinbouw uitgevoerd met een installatie voor aanvoer van 8m{sup 3}/m{sup 2} per uur lucht door twee slurven aan de zijkant van het bed. In de proefomgeving kon het klimaat niet apart geregeld worden op het toevoeren van buitenlucht. Hierdoor is steeds relatief veel buitenlucht

  2. Fabrication of a miniature diamond grinding tool using a hybrid process of micro-EDM and co-deposition

    International Nuclear Information System (INIS)

    Chen, Shun-Tong; Lai, Yun-Cheng; Liu, Ching-Chang

    2008-01-01

    A novel miniature diamond grinding tool usable for the precise micro-grinding of miniature parts is presented. A hybrid process that combines 'micro-EDM' with 'precision co-deposition' is proposed. The metal substrate is micro-EDMed to a 50 µm diameter and micro diamonds with 0–2 µm grains are 'electroformed' on the substrate surface, producing a miniature multilayered grinding tool. Nickel and diamond act as binders and cutters, respectively. A partition plate with an array of drilled holes is designed to ensure good convection in the electroforming solution. The dispersion of diamond grains and displacement of nickel ions are noticeably improved. A miniature funnel mould enables the diamond grains to converge towards the cathode to increase their deposition probability on the substrate, thereby improving their distribution on the substrate surface. A micro ZrO 2 ceramic ferrule is finely ground by the developed grinding tool and then yields a surface roughness of R a = 0.085 µm. The proposed approach is applied during the final machining process

  3. Preparation and characterization of composites based on PBAT/Starch blend, micro and nanofillers of bio-CaCO{sub 3}; Preparacao e caracterizacao de compositos baseados na blenda de PBAT/amido, micro e nanocargas de bio-CaCo{sub 3}

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Silva, Valquiria A.; Neto, Jose C. de M.; Moura, Esperidiana A.B. [Instituto de Pesquisas Energeticas e Nucleares (IPEN-CNEN/SP), Sao Paulo, SP (Brazil); Tiimob, Boniface; Rangari, Vijaya K. [Department of Materials Science and Engineering, Tuskegee University, Tuskegee, AL (United States); Silva, Raimundo N.A. da, E-mail: jmacedo@uea.edu.br [Universidade do Estado do Amazonas (UEA), Manaus, AM (Brazil). Escola Superior de Tecnologia. Coordenacao de Engenharia de Materiais

    2015-07-01

    Biodegradable polymeric materials have been used as an alternative to synthetic polymeric materials due to their reduced environmental impact. Among the biodegradable polymers is investigated poly (butylene adipate-co-terephthalate) (PBAT). This polymer has the flexibility, high strain at break and easy processing, but a high cost and low toughness that limits their applications. The development of PBAT blends with thermoplastic starch or other biodegradable polymers may lead to a balance of properties, expand its range of applications and also make it more economically viable. The mechanical properties of biodegradable PBAT blends may be further improved by incorporating micro or nanofillers from renewable sources. This study aimed to the processing and characterization of a PBAT/Starch blend reinforced with 2% (wt.) of bioCaCO{sub 3} nanoparticles (nano-bioCaCO{sub 3}) and 5% (wt.) of bioCaCO{sub 3}-micro (particles ≤ 125 μm). For the preparations were used a co-rotating twin-screw extruder. For the characterization of the prepared materials were used X-ray diffraction (XRD) and tensile test. The XRD results showed the greatest intensity peak of CaCO{sub 3} in the matrix for composites containing bio-CaCO{sub 3} nanofillers suggesting a better interaction between matrix and nanofillers. The results of the tensile test confirmed the better interaction between matrix and nanofillers. These results showed that the addition of only 2 % (wt.) of bio-CaCO{sub 3} nanoparticles in PBAT/Starch blend led to obtaining a tougher material with improved tensile strength and elastic modulus properties regarding the polymer blend. (author)

  4. Ventilation rates in classrooms and performances of students. Preliminary study on their association; Ventilatiedebieten in klaslokalen en prestaties van scholieren

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Shaughnessy, R.J. [The University of Tulsa, Tulsa, OK (United States); Haverinen-Shaughnessy, U.; Nevalainen, A. [Department of Environmental Health, National Public Health Institute, Kuopio (Finland); Moschandreas, D. [Department of Chemical and Environmental Engineering, Illinois Institute of Technology, Chicago, IL (United States)

    2007-10-15

    Poor conditions leading to sub-standard indoor air quality (IAQ) in classrooms have been frequently cited in the literature over the past two decades. However, there is limited data linking poor IAQ in the classrooms to student performance. Whereas, it is assumed that poor IAQ results in reduced attendance and learning potential, and subsequent poor student performance, validating this hypothesis presents a challenge in today's school environment. This study explores the association between student performance on standardized aptitude tests that are administered to students on a yearly basis, to classroom carbon dioxide (CO2) concentrations, which provide a surrogate of ventilation being provided to each room. Data on classroom CO2 concentrations (over a 4-5h time span within a typical school day) were recorded in fifth grade classrooms in 54 elementary schools within a school district in the USA. Results from this preliminary study yield a significant (P<0.10) association between classroom-level ventilation rate and test results in math. They also indicate that non-linear effects may need to be considered for better representation of the association. A larger sample size is required in order to draw more definitive conclusions. [Dutch] Slechte omstandigheden die leiden tot een benedenmaatse binnenluchtkwaliteit (Indoor Air Quality - IAQ) in klaslokalen, zijn in de afgelopen twee decennia regelmatig aangehaald in de literatuur. Toch zijn er weinig onderzoeksresultaten waarin een verband wordt gelegd tussen een slechte IAQ in klaslokalen en de prestatie van scholieren. Er wordt verondersteld dat een slechte IAQ resulteert in een verminderde aanwezigheid en in een verminderd vermogen om te studeren, en daarop volgend in een slechte schoolprestatie. Om die reden zal het valideren van deze hypothese een uitdaging vormen in de schoolomgeving van dit moment. Dit onderzoek bestudeert het verband tussen de prestaties van scholieren en de concentraties koolstofdioxide

  5. CoPt and FePt magnetic alloys grown on van der Waals WSe{sub 2}(0001) surfaces and on arrays of SiO{sub 2} spherical particles

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Makarov, Denys

    2008-06-06

    Modern magnetic recording is based on usage of hard magnetic alloys as a recording media. In order to increase the areal storage density (number of stored bits per square inch), materials with a high value of magnetic anisotropy are required to stabilize the direction of the magnetization and thus satisfy the criteria of thermal stability. The magnetic alloy currently used for hard disk drive production is a granular CoCrPt:SiO2 alloy with a grain size of approximately 7 nm and an anisotropy constant of about 0.4 MJ/m{sup 3}. However, the predicted limit of the highest achievable areal density of this type of granular media is 500-600 Gbit/in{sup 2}. To satisfy the demand of higher densities, new magnetic alloys have to be introduced. The most promising candidates for future ultra-high density magnetic recording applications are chemically L10 ordered FePt and CoPt alloys with anisotropy constants of about 10 MJ/m{sup 3} and 3 MJ/m{sup 3}, respectively. In order to obtain a high value of uniaxial magnetic anisotropy, the substrate temperature during molecular beam epitaxy or sputtering deposition has to be higher than 500 C. For practical use in industrial applications the ordering temperature of the FePt and CoPt alloys has to be reduced. One of the promising approaches to reduce the ordering temperature is related to the enhancement of the adatom mobility by growing the alloy on the chemically saturated surface. In this regard an attempt to reduce the ordering temperature of the CoPt alloy with equiatomic composition was performed in the scope of present work by growing the CoPt alloy on van der Waals WSe{sub 2}(0001) substrates. Moreover, an increase in data density can be gained using the concept of patterned media, where an information unit (bit) is stored in a single nanostructure. The most attractive way to produce patterned magnetic media for ultra-high density magnetic recording applications is based on self-assembly of the magnetic nanostructures. In this

  6. High-Performance Photovoltaic Detector Based on MoTe2 /MoS2 Van der Waals Heterostructure.

    Science.gov (United States)

    Chen, Yan; Wang, Xudong; Wu, Guangjian; Wang, Zhen; Fang, Hehai; Lin, Tie; Sun, Shuo; Shen, Hong; Hu, Weida; Wang, Jianlu; Sun, Jinglan; Meng, Xiangjian; Chu, Junhao

    2018-03-01

    Van der Waals heterostructures based on 2D layered materials have received wide attention for their multiple applications in optoelectronic devices, such as solar cells, light-emitting devices, and photodiodes. In this work, high-performance photovoltaic photodetectors based on MoTe 2 /MoS 2 vertical heterojunctions are demonstrated by exfoliating-restacking approach. The fundamental electric properties and band structures of the junction are revealed and analyzed. It is shown that this kind of photodetectors can operate under zero bias with high on/off ratio (>10 5 ) and ultralow dark current (≈3 pA). Moreover, a fast response time of 60 µs and high photoresponsivity of 46 mA W -1 are also attained at room temperature. The junctions based on 2D materials are expected to constitute the ultimate functional elements of nanoscale electronic and optoelectronic applications. © 2018 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  7. Geomechanical Simulation of CO2 Leakage and Cap Rock Remediation

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nygaard, Runar [Univ. of Missouri, Rolla, MO (United States); Bai, Baojun [Univ. of Missouri, Rolla, MO (United States); Eckert, Andreas [Univ. of Missouri, Rolla, MO (United States)

    2012-09-30

    CO2 sequestration into porous and permeable brine filled aquifers is seen as one of the most likely near-term solutions for reducing greenhouse gases. Safely storing injected CO2, which is less dense than water, requires trapping the CO2 under an impermeable rock which would act as a seal. One of the concerns with CO2 sequestration is the generation of new fractures or reactivation of existing fractures and faults caused by CO2 injection into the sealing formation. Mitigation strategies must be developed to remediate potentially leaking faults or fractures. This project evaluated potential storage scenarios in the state of Missouri and developed coupled reservoir and geomechanic simulations to identify storage potential and leakage risks. Further, several injectable materials used to seal discontinuities were evaluated under subsurface conditions. The four sealant materials investigated were paraffin wax, silica based gel, polymer based gel, and micro-cement, which all significantly reduced the fracture permeability. However, the micro-cement was the most effective sealing agent and the only sealant able to withstand the large differential pressure caused by CO2 or brine injection and create a strong seal to prevent further fracturing.

  8. Van kunst naar kunde: Cybersecurity 2,0

    NARCIS (Netherlands)

    Luiijf, H.A.M.

    2014-01-01

    De economische vooruitgang van veel landen is onlosmakelijk verbonden aan de betrouwbaarheid en het weerstandsvermogen tegen verstoring van hun Informatie- en Communicatie Technologie (ICT). In andere woorden: manage het cyber security risico. Op papier lijkt dat eenvoudig. Je voert een

  9. Ice rink installations working with natural refrigerants; Kunst-ijsbanen met NH3 en CO2, natuurlijker kan het niet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Berends, E. [Grenco, Den Bosch (Netherlands)

    2004-07-01

    In a growing number of countries it is not allowed anymore to use big amounts of ammonia in areas occupied by many people. So new skating halls with direct ammonia systems are not built anymore although those systems are the best solution, concerning ice quality and energy consumption. An indirect system NH3/glycol or brine uses circa 20% more energy. By using (H)CFC's instead of NH3 the energy consumption might even be higher. During the last years CO2 has proven itself not only as an excellent refrigerant but also as a very usable secondary refrigerant in stead of brines, etc. In this article the successful application of the newly developed NH3/CO2 system on an existing ice rink is described. [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van de voordelen en de nadelen van verschillende koelmiddelen voor kunstijsbanen in Nederland (ammoniak, CO2, glycol)

  10. Informatiestroomversnelling. Arbo digitaal: van arpa naar app (2)

    OpenAIRE

    Gallis, R.; Noort, A.

    2012-01-01

    De nieuwe media van vandaag kunnen morgen al achterhaald zijn. Kun je als arboprofessional wel een goede keuze maken uit al die media? In deze serie van drie artikelen geven we een schets van enkele ontwikkelingen rond nieuwe media en arbeidsomstandigheden. In deel twee bekijken we wat er tegenwoordig aan digitale hulpmiddelen is en welke effecten die hebben op de arbowereld. Vakmedianet.

  11. Enhanced methane yield by co-digestion of sewage sludge with micro-algae and catering waste leachate.

    Science.gov (United States)

    2018-04-04

    The co-digestion of different wastes is a promising concept to improve methane generation during anaerobic process. However, the anaerobic co-digestion of catering waste leachate with algal biomass and sewage sludge has not been studied to date. This work investigated the methane generation by the anaerobic co-digestion of different mixtures of catering waste leachate, micro-algal biomass, and sewage sludge. Co-digestion of waste mixture containing equal ratios of three substrates had 39.31% higher methane yield than anaerobic digestion of raw sludge. This was possibly due to a proliferation of methanogens during the co-digestion period induced by multi-phase digestion of different wastes with different degrees of digestibility. Therefore, co-digestion of catering waste leachate, micro-algal biomass, and sewage sludge appears to be an efficient technology for energy conversion from waste resources. The scientific application of this co-digestion technology with these three substrates may play a role in solving important environmental issues of waste management.

  12. Preparation and characterization of composites based on PBAT/Starch blend, micro and nanofillers of bio-CaCO_3

    International Nuclear Information System (INIS)

    Silva, Valquiria A.; Neto, Jose C. de M.; Moura, Esperidiana A.B.; Tiimob, Boniface; Rangari, Vijaya K.; Silva, Raimundo N.A. da

    2015-01-01

    Biodegradable polymeric materials have been used as an alternative to synthetic polymeric materials due to their reduced environmental impact. Among the biodegradable polymers is investigated poly (butylene adipate-co-terephthalate) (PBAT). This polymer has the flexibility, high strain at break and easy processing, but a high cost and low toughness that limits their applications. The development of PBAT blends with thermoplastic starch or other biodegradable polymers may lead to a balance of properties, expand its range of applications and also make it more economically viable. The mechanical properties of biodegradable PBAT blends may be further improved by incorporating micro or nanofillers from renewable sources. This study aimed to the processing and characterization of a PBAT/Starch blend reinforced with 2% (wt.) of bioCaCO_3 nanoparticles (nano-bioCaCO_3) and 5% (wt.) of bioCaCO_3-micro (particles ≤ 125 μm). For the preparations were used a co-rotating twin-screw extruder. For the characterization of the prepared materials were used X-ray diffraction (XRD) and tensile test. The XRD results showed the greatest intensity peak of CaCO_3 in the matrix for composites containing bio-CaCO_3 nanofillers suggesting a better interaction between matrix and nanofillers. The results of the tensile test confirmed the better interaction between matrix and nanofillers. These results showed that the addition of only 2 % (wt.) of bio-CaCO_3 nanoparticles in PBAT/Starch blend led to obtaining a tougher material with improved tensile strength and elastic modulus properties regarding the polymer blend. (author)

  13. Versterking van de loopbaanladder van leraren : wat kunnen we leren van Singapore?

    NARCIS (Netherlands)

    Elffers, L.

    2015-01-01

    In de Lerarenagenda 2013-2020 is een aantal doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de bevordering van de loopbaan en professionele ontwikkeling van leraren. Enerzijds wordt ingezet op het stimuleren van professionalisering van leraren na hun initiële opleiding, anderzijds op het versterken van

  14. EM: effectieve microben of effectieve magie? : Een onderzoek naar de effectiviteit van Effectieve Micro-organismen (EM)

    NARCIS (Netherlands)

    Bruggen, van A.H.C.; Blok, W.J.; Vos, de O.J.; Volker, D.; Diepen, G.

    2008-01-01

    In dit onderzoek werden de effecten bepaald van het microbiële middel EM (Effectieve Microorganismen) op het verloop van het composteringsproces en op de ziektewerendheid tegen wortelziekten. EM werd ook toegevoegd aan biologisch beteelde gronden in de vorm van gefermenteerd organisch materiaal

  15. Micro-patterning of NdFeB and SmCo magnet films for integration into micro-electro-mechanical-systems

    International Nuclear Information System (INIS)

    Walther, A.; Marcoux, C.; Desloges, B.; Grechishkin, R.; Givord, D.; Dempsey, N.M.

    2009-01-01

    The integration of high-performance RE-TM (NdFeB and SmCo) hard magnetic films into micro-electro-mechanical-systems (MEMS) requires their patterning at the micron scale. In this paper we report on the applicability of standard micro-fabrication steps (film deposition onto topographically patterned substrates, wet etching and planarization) to the patterning of 5-8 μm thick RE-TM films. While NdFeB comprehensively fills micron-scaled trenches in patterned substrates, SmCo deposits are characterized by poor filling of the trench corners, which poses a problem for further processing by planarization. The magnetic hysteresis loops of both the NdFeB and SmCo patterned films are comparable to those of non-patterned films prepared under the same deposition/annealing conditions. A micron-scaled multipole magnetic field pattern is directly produced by the unidirectional magnetization of the patterned films. NdFeB and SmCo show similar behavior when wet etched in an amorphous state: etch rates of approximately 1.25 μm/min and vertical side walls which may be attributed to a large lateral over-etch of typically 20 μm. Chemical-mechanical-planarization (CMP) produced material removal rates of 0.5-3 μm/min for amorphous NdFeB. Ar ion etching of such films followed by the deposition of a Ta layer prior to film crystallization prevented degradation in magnetic properties compared to non-patterned films

  16. Micro-patterning of NdFeB and SmCo magnet films for integration into micro-electro-mechanical-systems

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Walther, A. [CEA Leti-MINATEC, 17 rue des Martyrs, 38054 Grenoble (France); Institut Neel, CNRS-UJF, 25 rue des Martyrs, 38042 Grenoble (France); Marcoux, C.; Desloges, B. [CEA Leti-MINATEC, 17 rue des Martyrs, 38054 Grenoble (France); Grechishkin, R. [Laboratory of Magnetoelectronics, Tver State University, 170000 Tver (Russian Federation); Givord, D. [Institut Neel, CNRS-UJF, 25 rue des Martyrs, 38042 Grenoble (France); Dempsey, N.M. [Institut Neel, CNRS-UJF, 25 rue des Martyrs, 38042 Grenoble (France)], E-mail: nora.dempsey@grenoble.cnrs.fr

    2009-03-15

    The integration of high-performance RE-TM (NdFeB and SmCo) hard magnetic films into micro-electro-mechanical-systems (MEMS) requires their patterning at the micron scale. In this paper we report on the applicability of standard micro-fabrication steps (film deposition onto topographically patterned substrates, wet etching and planarization) to the patterning of 5-8 {mu}m thick RE-TM films. While NdFeB comprehensively fills micron-scaled trenches in patterned substrates, SmCo deposits are characterized by poor filling of the trench corners, which poses a problem for further processing by planarization. The magnetic hysteresis loops of both the NdFeB and SmCo patterned films are comparable to those of non-patterned films prepared under the same deposition/annealing conditions. A micron-scaled multipole magnetic field pattern is directly produced by the unidirectional magnetization of the patterned films. NdFeB and SmCo show similar behavior when wet etched in an amorphous state: etch rates of approximately 1.25 {mu}m/min and vertical side walls which may be attributed to a large lateral over-etch of typically 20 {mu}m. Chemical-mechanical-planarization (CMP) produced material removal rates of 0.5-3 {mu}m/min for amorphous NdFeB. Ar ion etching of such films followed by the deposition of a Ta layer prior to film crystallization prevented degradation in magnetic properties compared to non-patterned films.

  17. Search for Bs0 --> micro+ micro- and B0 --> micro+ micro- decays with 2 fb-1 of pp collisions.

    Science.gov (United States)

    Aaltonen, T; Adelman, J; Akimoto, T; Albrow, M G; Alvarez González, B; Amerio, S; Amidei, D; Anastassov, A; Annovi, A; Antos, J; Aoki, M; Apollinari, G; Apresyan, A; Arisawa, T; Artikov, A; Ashmanskas, W; Attal, A; Aurisano, A; Azfar, F; Azzi-Bacchetta, P; Azzurri, P; Bacchetta, N; Badgett, W; Barbaro-Galtieri, A; Barnes, V E; Barnett, B A; Baroiant, S; Bartsch, V; Bauer, G; Beauchemin, P-H; Bedeschi, F; Bednar, P; Behari, S; Bellettini, G; Bellinger, J; Belloni, A; Benjamin, D; Beretvas, A; Beringer, J; Berry, T; Bhatti, A; Binkley, M; Bisello, D; Bizjak, I; Blair, R E; Blocker, C; Blumenfeld, B; Bocci, A; Bodek, A; Boisvert, V; Bolla, G; Bolshov, A; Bortoletto, D; Boudreau, J; Boveia, A; Brau, B; Bridgeman, A; Brigliadori, L; Bromberg, C; Brubaker, E; Budagov, J; Budd, H S; Budd, S; Burkett, K; Busetto, G; Bussey, P; Buzatu, A; Byrum, K L; Cabrera, S; Campanelli, M; Campbell, M; Canelli, F; Canepa, A; Carlsmith, D; Carosi, R; Carrillo, S; Carron, S; Casal, B; Casarsa, M; Castro, A; Catastini, P; Cauz, D; Cavalli-Sforza, M; Cerri, A; Cerrito, L; Chang, S H; Chen, Y C; Chertok, M; Chiarelli, G; Chlachidze, G; Chlebana, F; Cho, K; Chokheli, D; Chou, J P; Choudalakis, G; Chuang, S H; Chung, K; Chung, W H; Chung, Y S; Ciobanu, C I; Ciocci, M A; Clark, A; Clark, D; Compostella, G; Convery, M E; Conway, J; Cooper, B; Copic, K; Cordelli, M; Cortiana, G; Crescioli, F; Cuenca Almenar, C; Cuevas, J; Culbertson, R; Cully, J C; Dagenhart, D; Datta, M; Davies, T; de Barbaro, P; De Cecco, S; Deisher, A; De Lentdecker, G; De Lorenzo, G; Dell'orso, M; Demortier, L; Deng, J; Deninno, M; De Pedis, D; Derwent, P F; Di Giovanni, G P; Dionisi, C; Di Ruzza, B; Dittmann, J R; D'Onofrio, M; Donati, S; Dong, P; Donini, J; Dorigo, T; Dube, S; Efron, J; Erbacher, R; Errede, D; Errede, S; Eusebi, R; Fang, H C; Farrington, S; Fedorko, W T; Feild, R G; Feindt, M; Fernandez, J P; Ferrazza, C; Field, R; Flanagan, G; Forrest, R; Forrester, S; Franklin, M; Freeman, J C; Furic, I; Gallinaro, M; Galyardt, J; Garberson, F; Garcia, J E; Garfinkel, A F; Genser, K; Gerberich, H; Gerdes, D; Giagu, S; Giakoumopolou, V; Giannetti, P; Gibson, K; Gimmell, J L; Ginsburg, C M; Giokaris, N; Giordani, M; Giromini, P; Giunta, M; Glagolev, V; Glenzinski, D; Gold, M; Goldschmidt, N; Golossanov, A; Gomez, G; Gomez-Ceballos, G; Goncharov, M; González, O; Gorelov, I; Goshaw, A T; Goulianos, K; Gresele, A; Grinstein, S; Grosso-Pilcher, C; Grundler, U; Guimaraes da Costa, J; Gunay-Unalan, Z; Haber, C; Hahn, K; Hahn, S R; Halkiadakis, E; Hamilton, A; Han, B-Y; Han, J Y; Handler, R; Happacher, F; Hara, K; Hare, D; Hare, M; Harper, S; Harr, R F; Harris, R M; Hartz, M; Hatakeyama, K; Hauser, J; Hays, C; Heck, M; Heijboer, A; Heinemann, B; Heinrich, J; Henderson, C; Herndon, M; Heuser, J; Hewamanage, S; Hidas, D; Hill, C S; Hirschbuehl, D; Hocker, A; Hou, S; Houlden, M; Hsu, S-C; Huffman, B T; Hughes, R E; Husemann, U; Huston, J; Incandela, J; Introzzi, G; Iori, M; Ivanov, A; Iyutin, B; James, E; Jayatilaka, B; Jeans, D; Jeon, E J; Jindariani, S; Johnson, W; Jones, M; Joo, K K; Jun, S Y; Jung, J E; Junk, T R; Kamon, T; Kar, D; Karchin, P E; Kato, Y; Kephart, R; Kerzel, U; Khotilovich, V; Kilminster, B; Kim, D H; Kim, H S; Kim, J E; Kim, M J; Kim, S B; Kim, S H; Kim, Y K; Kimura, N; Kirsch, L; Klimenko, S; Klute, M; Knuteson, B; Ko, B R; Koay, S A; Kondo, K; Kong, D J; Konigsberg, J; Korytov, A; Kotwal, A V; Kraus, J; Kreps, M; Kroll, J; Krumnack, N; Kruse, M; Krutelyov, V; Kubo, T; Kuhlmann, S E; Kuhr, T; Kulkarni, N P; Kusakabe, Y; Kwang, S; Laasanen, A T; Lai, S; Lami, S; Lammel, S; Lancaster, M; Lander, R L; Lannon, K; Lath, A; Latino, G; Lazzizzera, I; Lecompte, T; Lee, J; Lee, J; Lee, Y J; Lee, S W; Lefèvre, R; Leonardo, N; Leone, S; Levy, S; Lewis, J D; Lin, C; Lin, C S; Linacre, J; Lindgren, M; Lipeles, E; Lister, A; Litvintsev, D O; Liu, T; Lockyer, N S; Loginov, A; Loreti, M; Lovas, L; Lu, R-S; Lucchesi, D; Lueck, J; Luci, C; Lujan, P; Lukens, P; Lungu, G; Lyons, L; Lys, J; Lysak, R; Lytken, E; Mack, P; Macqueen, D; Madrak, R; Maeshima, K; Makhoul, K; Maki, T; Maksimovic, P; Malde, S; Malik, S; Manca, G; Manousakis, A; Margaroli, F; Marino, C; Marino, C P; Martin, A; Martin, M; Martin, V; Martínez, M; Martínez-Ballarín, R; Maruyama, T; Mastrandrea, P; Masubuchi, T; Mattson, M E; Mazzanti, P; McFarland, K S; McIntyre, P; McNulty, R; Mehta, A; Mehtala, P; Menzemer, S; Menzione, A; Merkel, P; Mesropian, C; Messina, A; Miao, T; Miladinovic, N; Miles, J; Miller, R; Mills, C; Milnik, M; Mitra, A; Mitselmakher, G; Miyake, H; Moed, S; Moggi, N; Moon, C S; Moore, R; Morello, M; Movilla Fernandez, P; Mülmenstädt, J; Mukherjee, A; Muller, Th; Mumford, R; Murat, P; Mussini, M; Nachtman, J; Nagai, Y; Nagano, A; Naganoma, J; Nakamura, K; Nakano, I; Napier, A; Necula, V; Neu, C; Neubauer, M S; Nielsen, J; Nodulman, L; Norman, M; Norniella, O; Nurse, E; Oh, S H; Oh, Y D; Oksuzian, I; Okusawa, T; Oldeman, R; Orava, R; Osterberg, K; Pagan Griso, S; Pagliarone, C; Palencia, E; Papadimitriou, V; Papaikonomou, A; Paramonov, A A; Parks, B; Pashapour, S; Patrick, J; Pauletta, G; Paulini, M; Paus, C; Pellett, D E; Penzo, A; Phillips, T J; Piacentino, G; Piedra, J; Pinera, L; Pitts, K; Plager, C; Pondrom, L; Portell, X; Poukhov, O; Pounder, N; Prakoshyn, F; Pronko, A; Proudfoot, J; Ptohos, F; Punzi, G; Pursley, J; Rademacker, J; Rahaman, A; Ramakrishnan, V; Ranjan, N; Redondo, I; Reisert, B; Rekovic, V; Renton, P; Rescigno, M; Richter, S; Rimondi, F; Ristori, L; Robson, A; Rodrigo, T; Rogers, E; Rolli, S; Roser, R; Rossi, M; Rossin, R; Roy, P; Ruiz, A; Russ, J; Rusu, V; Saarikko, H; Safonov, A; Sakumoto, W K; Salamanna, G; Saltó, O; Santi, L; Sarkar, S; Sartori, L; Sato, K; Savoy-Navarro, A; Scheidle, T; Schlabach, P; Schmidt, E E; Schmidt, M A; Schmidt, M P; Schmitt, M; Schwarz, T; Scodellaro, L; Scott, A L; Scribano, A; Scuri, F; Sedov, A; Seidel, S; Seiya, Y; Semenov, A; Sexton-Kennedy, L; Sfyria, A; Shalhout, S Z; Shapiro, M D; Shears, T; Shepard, P F; Sherman, D; Shimojima, M; Shochet, M; Shon, Y; Shreyber, I; Sidoti, A; Sinervo, P; Sisakyan, A; Slaughter, A J; Slaunwhite, J; Sliwa, K; Smith, J R; Snider, F D; Snihur, R; Soderberg, M; Soha, A; Somalwar, S; Sorin, V; Spalding, J; Spinella, F; Spreitzer, T; Squillacioti, P; Stanitzki, M; St Denis, R; Stelzer, B; Stelzer-Chilton, O; Stentz, D; Strologas, J; Stuart, D; Suh, J S; Sukhanov, A; Sun, H; Suslov, I; Suzuki, T; Taffard, A; Takashima, R; Takeuchi, Y; Tanaka, R; Tecchio, M; Teng, P K; Terashi, K; Thom, J; Thompson, A S; Thompson, G A; Thomson, E; Tipton, P; Tiwari, V; Tkaczyk, S; Toback, D; Tokar, S; Tollefson, K; Tomura, T; Tonelli, D; Torre, S; Torretta, D; Tourneur, S; Trischuk, W; Tu, Y; Turini, N; Ukegawa, F; Uozumi, S; Vallecorsa, S; van Remortel, N; Varganov, A; Vataga, E; Vázquez, F; Velev, G; Vellidis, C; Veszpremi, V; Vidal, M; Vidal, R; Vila, I; Vilar, R; Vine, T; Vogel, M; Volobouev, I; Volpi, G; Würthwein, F; Wagner, P; Wagner, R G; Wagner, R L; Wagner-Kuhr, J; Wagner, W; Wakisaka, T; Wallny, R; Wang, S M; Warburton, A; Waters, D; Weinberger, M; Wester, W C; Whitehouse, B; Whiteson, D; Wicklund, A B; Wicklund, E; Williams, G; Williams, H H; Wilson, P; Winer, B L; Wittich, P; Wolbers, S; Wolfe, C; Wright, T; Wu, X; Wynne, S M; Yagil, A; Yamamoto, K; Yamaoka, J; Yamashita, T; Yang, C; Yang, U K; Yang, Y C; Yao, W M; Yeh, G P; Yoh, J; Yorita, K; Yoshida, T; Yu, G B; Yu, I; Yu, S S; Yun, J C; Zanello, L; Zanetti, A; Zaw, I; Zhang, X; Zheng, Y; Zucchelli, S

    2008-03-14

    We have performed a search for B(s)(0) --> micro(+) micro(-) and B(0) --> micro(+) micro(-) decays in pp collisions at square root s = 1.96 TeV using 2 fb(-1) of integrated luminosity collected by the CDF II detector at the Fermilab Tevatron Collider. The observed number of B(s)(0) and B0 candidates is consistent with background expectations. The resulting upper limits on the branching fractions are B(B(s)0) --> micro(+) micro(-)) micro(+) micro(-))<1.8 x 10(-8) at 95% C.L.

  18. Observations on Si-based micro-clusters embedded in TaN thin film deposited by co-sputtering with oxygen contamination

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lee, Young Mi [Beamline Division, Pohang Accelerator Laboratory, POSTECH, Pohang, 305-764 (Korea, Republic of); Jung, Min-Sang; Choi, Duck-Kyun, E-mail: duck@hanyang.ac.kr, E-mail: mcjung@oist.jp [Department of Materials Science and Engineering, Hanyang University, Seoul 133-791 (Korea, Republic of); Jung, Min-Cherl, E-mail: duck@hanyang.ac.kr, E-mail: mcjung@oist.jp [Energy Materials and Surface Sciences Unit, Okinawa Institute of Science and Technology Graduate University, Okinawa, 904-0495 (Japan)

    2015-08-15

    Using scanning electron microscopy (SEM) and high-resolution x-ray photoelectron spectroscopy with the synchrotron radiation we investigated Si-based micro-clusters embedded in TaSiN thin films having oxygen contamination. TaSiN thin films were deposited by co-sputtering on fixed or rotated substrates and with various power conditions of TaN and Si targets. Three types of embedded micro-clusters with the chemical states of pure Si, SiO{sub x}-capped Si, and SiO{sub 2}-capped Si were observed and analyzed using SEM and Si 2p and Ta 4f core-level spectra were derived. Their different resistivities are presumably due to the different chemical states and densities of Si-based micro-clusters.

  19. Observations on Si-based micro-clusters embedded in TaN thin film deposited by co-sputtering with oxygen contamination

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Young Mi Lee

    2015-08-01

    Full Text Available Using scanning electron microscopy (SEM and high-resolution x-ray photoelectron spectroscopy with the synchrotron radiation we investigated Si-based micro-clusters embedded in TaSiN thin films having oxygen contamination. TaSiN thin films were deposited by co-sputtering on fixed or rotated substrates and with various power conditions of TaN and Si targets. Three types of embedded micro-clusters with the chemical states of pure Si, SiOx-capped Si, and SiO2-capped Si were observed and analyzed using SEM and Si 2p and Ta 4f core-level spectra were derived. Their different resistivities are presumably due to the different chemical states and densities of Si-based micro-clusters.

  20. Direct acceleration of electrons by a CO2 laser in a curved plasma waveguide

    CERN Document Server

    Yi, Longqing; Shen, Baifei

    2016-01-01

    Laser plasma interaction with micro-engineered targets at relativistic intensities has been greatly promoted by recent progress in the high contrast lasers and the manufacture of advanced micro- and nano-structures. This opens new possibilities for the physics of laser-matter interaction. Here we propose a novel approach that leverages the advantages of high-pressure CO 2 laser, laser-waveguide interaction, as well as micro-engineered plasma structure to accelerate electrons to peak energy greater than 1 GeV with narrow slice energy spread (~1%) and high overall efficiency. The acceleration gradient is 26 GV/m for a 1.3 TW CO2 laser system. The micro-bunching of a long electron beam leads to the generation of a chain of ultrashort electron bunches with the duration roughly equal to half-laser-cycle. These results open a way for developing a compact and economic electron source for diverse applications.

  1. [Effects of enhanced CO2 fertilization on phytoremediation of DEHP-polluted soil].

    Science.gov (United States)

    Diao, Xiao-Jun; Wang, Shu-Guang; Mu, Nan

    2013-03-01

    Low efficiency of remediation is one of the key issues to be solved in phytoremediation technology. Based on the necessity of reducing CO2 emission in China and the significance of CO2 in plant photosynthesis, this paper studied the effects of enhanced CO2 fertilization on the phytoremediation of polluted soil, selecting the C3 plant mung bean (Vigna radiate) and the C4 plant maize (Zea mays) as test plants for phytoremediation and the DEHP as the target pollutant. DEHP pollution had negative effects on the growth and rhizosphere micro-environment of the two plants. After enhanced CO2 fertilization, the aboveground dry mass of the two plants and the alkaline phosphatase activity in the rhizosphere soils of the two plants increased, the COD activity in the leaves of the two plants decreased, the microbial community in the rhizosphere soils shifted, and the numbers of the microbes with DEHP-tolerance in the rhizosphere soils increased. These changes indicated that enhanced CO2 fertilization could promote the plant growth and the plant tolerance to DEHP stress, and improve the rhizosphere micro-environment. Enhanced CO2 fertilization also increased the DEHP uptake by the two plants, especially their underground parts. All these effects induced the residual DEHP concentration in the rhizospheres of the two plants, especially that of mung bean, decreased obviously, and the phytoremediation efficiency increased. Overall, enhanced CO2 fertilization produced greater effects on C3 plant than on C4 plant. It was suggested that enhanced CO2 fertilization could be a useful measure to enhance the efficiency of phytoremediation.

  2. Toets van STONE versie 2.0. Samenvatting en belangrijkste resultaten

    NARCIS (Netherlands)

    Tiktak A; Beusen AHW; Boumans LJM; Groenedijk P; de Haan BJ; Portielje R; Schotten CGJ; Wolf J; LDL; IMP; Alterra; RIZA

    2003-01-01

    STONE is het landsdekkende nutrientenemissiemodel dat ontwikkeld is voor het evalueren van effecten van milieu- en landbouwbeleid op de belasting met stikstof en fosfaat van het grond- en oppervlaktewater. De commissie Spiertz vroeg in 2000 om validatie van dit model. Om deze reden werd de STONE

  3. New CO2 Sensor with High Resolution and Fast Response

    Science.gov (United States)

    2001-10-25

    that a few solid substances selectively adsorb CO2. Combined with a Quartz Micro Balance (QMB) [1, 2] or a Surface Acoustic Wave (SAW) device [3...cardiovascular or respiratory tracts should be sterile or desinfected disposables to minimize the risk for the spread of harmful microorganisms. To

  4. Struktuur en interaktie analyse van NAD+ en NAD+ analoga in horse liver alcohol dehydrogenase

    NARCIS (Netherlands)

    Beijer, N.A.

    1988-01-01

    Dit verslag beschrijft een studie naar de relatie tussen struktuur en funktie voor het co-enzym NAn+ en zijn analoga in de aktieve holte van het enzym Horse Liver Alcohol Dehydrogenase (LADH). De rol van NAD+ in enzymgekatalyseerde oxidatie-reduktie reakties is die van het bewerkstelligen van een

  5. Simple Stirling engine as cogeneration unit in residential areas; Einfacher Stirling-Motor fuer die Waerme-Kraft-Kopplung (WKK) in kleinen Wohngebaeuden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Budliger, J.P.

    2000-07-01

    Free-piston Stirling engines have been recognized for long as an ideally suited unit for combined heat and power (CHP) production in homes. The considerably improved use of fossil fuel as compared to their separate production, the clean, external combustion process and low noise are major assets, favouring the use of this technology in residential areas. However, up to present, the complexity and correspondingly high cost of these units hampered their practical application. A new, simple concept has recently been devised, which can easily be controlled and operated according to demand. Cost may be reduced substantially as compared to presently known concepts, giving promise for their widespread use in residential homes, as well as in a variety of other applications. (orig.) [German] Freikolben-Stirling-Motoren sind ideale Aggregate fuer die Waerme-Kraft-Kopplung (WKK oder KWK) in kleineren Wohnhaeusern. Der Brennstoff kann wesentlich besser genutzt werden als bei getrennter Bereitung der benoetigten Heizwaerme und der elektrischen Energie. Die saubere, kontinuierliche aeussere Verbrennung und der geringe abgegebene Laerm stellen wichtige Bedingungen fuer einen erfolgreichen Einsatz solcher Systeme im Wohnbereich dar. Bisher verhinderten aber die Komplexitaet der verfuegbaren Systeme den praktischen Einsatz dieser Einheiten. Im Folgenden wird ein neues, einfaches Konzept vorgestellt, welches zuverlaessig funktioniert und auch unter Teillast, dem benoetigten Waermebedarf genau angepasst, betrieben werden kann. Die Herstellungskosten sind wesentlich geringer als bei den bisher bekannten Systemen, was ideale Voraussetzungen fuer deren verbreitete Anwendung im Haushalt, wie in vielfaeltigen anderen Einsatzgebieten darstellt. (orig.)

  6. Characterization of the efficiency of microbore liquid chromatography columns by van Deemter and kinetic plot analysis.

    Science.gov (United States)

    Hetzel, Terence; Loeker, Denise; Teutenberg, Thorsten; Schmidt, Torsten C

    2016-10-01

    The efficiency of miniaturized liquid chromatography columns with inner diameters between 200 and 300 μm has been investigated using a dedicated micro-liquid chromatography system. Fully porous, core-shell and monolithic commercially available stationary phases were compared applying van Deemter and kinetic plot analysis. The sub-2 μm fully porous as well as the 2.7 μm core-shell particle packed columns showed superior efficiency and similar values for the minimum reduced plate heights (2.56-2.69) before correction for extra-column contribution compared to normal-bore columns. Moreover, the influence of extra-column contribution was investigated to demonstrate the difference between apparent and intrinsic efficiency by replacing the column by a zero dead volume union to determine the band spreading caused by the system. It was demonstrated that 72% of the intrinsic efficiency could be reached. The results of the kinetic plot analysis indicate the superior performance of the sub-2 μm fully porous particle packed column for ultra-fast liquid chromatography. © 2016 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  7. Synthesis and characterization of cds-p (nipam-co-maa) hybrid micro gels

    International Nuclear Information System (INIS)

    Khan, M.S.; Khan, G.T.; Khan, A.

    2014-01-01

    Copolymer containing both pH and thermo sensitive properties are very much interesting due to their broad nature to various stimuli. Further, the incorporation of inorganic nanoparticles into stimuli responsive copolymers enhances their utility in different applied nature properties. In the present work such an attempt is made to synthesize copolymer of N-isopropyl acrylamide (NIPAM) and Methacrylic acid (MAA) with CdS nanoparticles. The copolymer of N-isopropyl acrylamide (NIPAM) and Methacrylic acid (MAA) was prepared through emulsion polymerization technique with various compositions and characterized by Fourier transform infrared spectroscopy (FTIR). The microspheres thus prepared were employed as micro-reactors for the deposition of semiconductor cadmium sulfide (CdS) nanoparticles. The obtained composite was characterized using optical, structural and thermal techniques. The micro gels were found to be stable up to 200 degree C. The crystal structure and grain size of Cadmium sulfide-poly (isopropylacrylamide-co-methacrylic acid) (CdS-P(NIPAM-co-MAA)) hybrid micro gels was studied by using X - ray Diffraction. UV Visible spectroscopy and photoluminescence spectroscopy was engaged to get the optical properties of the samples. It was found that the synthesized nanoparticles have a blue shift (higher energy) at about 360 nm which may be due to the typical quantum confinement effects. (author)

  8. Monitoring en Evalautie Pilot Zandmotor Fase 2 - Plan van Aanpak Kwaliteitsborging

    NARCIS (Netherlands)

    Baptist, M.J.; Laane, R.W.P.M.

    2011-01-01

    Dit Plan van Aanpak Kwaliteitsborging beschrijft het proces voor de borging van de inhoudelijke kwaliteit van de tijdens het project op te leveren producten, en de rollen en verantwoordelijkheden van het reviewteam in het geheel van de projectkwaliteit.

  9. Duurzame inzetbaarheid van ouderen: resultaten van de eerste twee metingen van STREAM

    NARCIS (Netherlands)

    Heuvel, S. van den; Ybema, J.F; Leijten, F.; Wind, A. de

    2013-01-01

    In deze notitie richten we ons op voorspellers van duurzame inzetbaarheid, waarbij we gebruik maken van de resultaten van de eerste twee metingen van STREAM en van een interviewstudie bij deelnemers aan STREAM. Meer specifiek gaan we na hoe personen met gezondheidsproblemen toch productief kunnen

  10. Automated 13CO2 analyzing system for the 13C breath test

    International Nuclear Information System (INIS)

    Suehiro, Makiko; Kuroda, Akira; Maeda, Masahiro; Hinaga, Kou; Watanabe, Hiroyuki.

    1987-01-01

    An automated 13 CO 2 analyzing system for the 13 C breath test was designed, built and evaluated. The system, which was designed to be controlled by a micro-computer, includes CO 2 purification, 13 CO 2 abundance measurement, data processing and data filing. This article gives the description of the whole system with flow charts. This system has proved to work well and it has become feasible to dispose of 5 to 6 CO 2 samples per hour. With such a system, the 13 C breath test will be carried out much more easily and will obtain much greater popularity. (author)

  11. Vapor-liquid Phase Equilibria for CO2+Tertpentanol Binary System at Elevated Pressures

    Institute of Scientific and Technical Information of China (English)

    WANG Lin; LUO Jian-cheng; YANG Hao; CHEN Kai-xun

    2011-01-01

    Vapor-liquid phase equilibrium data of tertpentanol in carbon dioxide were measured at temperatures of 313.4,323.4,333.5 and 343.5 K and in the pressure range of 4.56-11.44 MPa.The phase equilibium apparatus used in the work was a variable-volume high-pressure cell.The experimental data were reasonably correlated with Peng-Robinson equation of state(PR-EOS) together with van der Waals-2 two-parameter mixing rules.Henry's Law constants and partial molar volumes of CO2 at infinite dilution were estimated with Krichevsky-Kasarnovsky equation,and Henry's Law constants increase with increasing temperature,however,partial molar volumes of CO2 at infinite dilution are negative whose magnitudes decrease with temperature.Partial molar volumes of CO2 and tertpentanol in liquid phase at equilibrium were calculated.

  12. Fabrication of PLA/CaCO3 hybrid micro-particles as carriers for water-soluble bioactive molecules.

    Science.gov (United States)

    Kudryavtseva, Valeriya L; Zhao, Li; Tverdokhlebov, Sergei I; Sukhorukov, Gleb B

    2017-09-01

    We propose the use of polylactic acid/calcium carbonate (PLA/CaCO 3 ) hybrid micro-particles for achieving improved encapsulation of water-soluble substances. Biodegradable porous CaCO 3 microparticles can be loaded with wide range of bioactive substance. Thus, the formation of hydrophobic polymeric shell on surface of these loaded microparticles results on encapsulation and, hence, sealing internal cargo and preventing their release in aqueous media. In this study, to encapsulate proteins, we explore the solid-in-oil-in-water emulsion method for fabricating core/shell PLA/CaCO 3 systems. We used CaCO 3 particles as a protective core for encapsulated bovine serum albumin, which served as a model protein system. We prepared a PLA coating using dichloromethane as an organic solvent and polyvinyl alcohol as a surfactant for emulsification; in addition, we varied experimental parameters such as surfactant concentration and polymer-to-CaCO 3 ratio to determine their effect on particle-size distribution, encapsulation efficiency and capsule permeability. The results show that the particle size decreased and the size distribution narrowed as the surfactant concentration increased in the external aqueous phase. In addition, when the CaCO 3 /PLA mass ratio dropped below 0.8, the hybrid micro-particles were more likely to resist treatment by ethylenediaminetetraacetic acid and thus retained their bioactive cargos within the polymer-coated micro-particles. Copyright © 2017 Elsevier B.V. All rights reserved.

  13. Bepaling van de kwaliteit van reinigingsprocessen.

    NARCIS (Netherlands)

    Terpstra, P.M.J.

    1993-01-01

    Ingegaan wordt op de operationalisering van het begrip schoon voor verschillende toepassingen. Daarna worden twee recent ontwikkelde onderzoekmethoden gepresenteerd voor de meting van respectievelijk het reinigingseffect van textiel reinigen en het reinigen van harde vloeroppervlakken en enkele met

  14. Verbeteren van functionele fitheid van brandweermensen

    NARCIS (Netherlands)

    van Orden, Claudia Y.D.

    Posterpresentatie over IAG4-project 'Functional Fitness Monitor', een methodiek voor het verbeteren van functionele fitheid van brandweermensen door een combinatie van meten, presenteren van feedback en coaching. Gepresenteerd op Symposium Healthy Work: Good for Business, gehouden op 29 april 2016

  15. Modeling experimental stable isotope results from CO2 adsorption and diffusion experiments

    Science.gov (United States)

    Larson, T. E.

    2012-12-01

    Transport of carbon dioxide through porous media can be affected by diffusion, advection and adsorption processes. Developing new tools to understand which of these processes dominates migration of CO2 or other gases in the subsurface is important to a wide range of applications including CO2 storage. Whereas advection rates are not affected by isotope substitution in CO2, adsorption and diffusion constants are. For example, differences in the binary diffusion constant calculated between C12O2-He and C13O2-He results in a carbon isotope fractionation whereby the front of the chromatographic peak is enriched in carbon-12 and the tail of the peak is enriched in carbon-13. Interestingly, adsorption is shown to have an opposite, apparent inverse affect whereby the lighter isotopologues of CO2 are preferentially retained by the chromatographic column and the heavier isotopologues are eluted first. This apparent inverse chromatographic effect has been ascribed to Van der Waals dispersion forces. Smaller molar volumes of the heavier isotopologues resulting from increased bond strength (shorter bond length) effectively decreases Van der Waals forces in heavier isotopologues compared to lighter isotopologues. Here we discuss the possible application of stable isotope values measured across chromatographic peaks to differentiate diffusion-dominated from adsorption-dominated transport processes for CO2. Separate 1-dimensional flow-through columns were packed with quartz and illite, and one remained empty. Dry helium was used as a carrier gas. Constant flow rate, temperature and column pressure were maintained. After background CO2 concentrations were minimized and constant, a sustained pulse of CO2 was injected at the head of the column and the effluent was sampled at 4 minute intervals for CO2 concentration, and carbon and oxygen isotope ratios. The quartz-sand packed and empty columns resulted in similar trends in concentration and isotope ratios whereby CO2 concentrations

  16. The spectacular rise of holiday kilometers and environmental impacts. Trend analysis of the holiday behaviour of the Dutch in the period 1969-2040; Vakantiekilometers en hun milieu-effecten zullen spectaculair blijven stijgen. Trendanalyse van het Nederlandse vakantiegedrag van 1969 tot 2040

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Mulder, S.; Schalekamp, A.; Sikkel, D.; Zengerink, E.; Van der Horst, T.; Van Velzen, J. [TNS NIPO, Amsterdam (Netherlands); Aalbers, T.; Vringer, K. [Milieu- en Natuur Planbureau MNP, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, Bilthoven (Netherlands)

    2007-02-15

    The number of holiday kilometres is growing rapidly and appears practically immune for issues such as rising fuel costs, economic recessions and even terrorist attacks such as 9/11. We go more often and travel further away: in 1969 we took 7 million long holidays with 8 billion travelling kilometres. These numbers increased to 20 million holidays and 60 billion travelling kilometres in 2005. This was established in an analysis of TNS NIPO, by request of the Netherlands Environmental Assessment Agency (MNP). MNP uses the results for a sustainability survey in which future developments are focused upon. According to trendlines, this growth will even continue spectacularly towards 40 million holidays with 160 billion travelling kilometres in 2040. By then, the Dutch population will go on holiday three times a year and fly more often: 1300 km per person currently to 6000 km in 2040. Levies proposed in the coalition agreement may be able to put a brake on this growth. Holiday traffic by airplane is already responsible for 2.5 percent of our total CO2 emissions. This is twice the share of car traffic for holiday purposes. The CO2 emissions of airplanes amount to approximately 200 gramme equivalents per traveller kilometer (approximately 125 grammes per traveller kilometre for passenger cars). This may decrease by 30 to 40% in the future by using larger and more efficient airplanes, but this will not be enough to compensate for the volume growth. CO2 emissions are expected to triple if policy remains unaltered and levies are not increased.(mk) [Dutch] Het aantal vakantiekilometers groeit zeer snel en blijkt praktisch immuun voor zaken als stijgende brandstofprijzen, economische recessies en zelfs voor aanslagen zoals 9/11. We gaan vaker en verder: in 1969 namen we 7 miljoen lange vakanties met 8 miljard reiskilometers. Deze aantallen stegen naar 20 miljoen vakanties met 60 miljard kilometers in 2005. Dat blijkt uit een analyse van TNS NIPO, in opdracht van het Milieu- en

  17. 'N Pragmatiese benadering tot die Ontwikkeling van Geweegde Aansoekvorm

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    L. J. Fick

    1975-11-01

    Full Text Available Simplified procedures for the development of a weighted application blank to combat labour turnover of co loured employees in the clothing industry are outlined and discussed.   Opsomming Vereenvoudigde prosedures vir die ontwikkeling van ‘n geweegde aansoekvorm ter bekamping van arbeidsomset onder gekleurde werknemers in die klerasiebedryf, word sistematies bespreek.

  18. 09 Van Coller 03.pmd

    African Journals Online (AJOL)

    Owner

    29 Jul 2010 ... strangeness, awakening in it a drama whose actors are all those assumptions and operations which make the text the work of another period”. Die spore van Raka: Oor herskrywing en kanonisering. (Deel 2). H.P. van Coller en A. van Jaarsveld. H. P. van Coller is hoof van die Departement. Afrikaans ...

  19. Van graf tot wieg ; de rol van fintech door de generaties heen

    NARCIS (Netherlands)

    Vries, A. de; Bakas, A.

    2015-01-01

    Als financiële dienstverlener moet je rekening houden met mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de bevolking. Van de hulpbehoevende senior tot de nieuwsgierige kleuter. We vroegen 2 experts wat verschillende levensfasen typeert, hoe deze persona’s tegen technologie aankijken en hoe

  20. Functionele aspecten van de gecomputeriseerde lexicografie

    African Journals Online (AJOL)

    the least possible effort. Keywords: COMPUTERISED LEXICOGRAPHY, ELECTRONIC DICTIONARY, ELEC-. TRONIC PUBLISHING, INFORMATION AND CoMMUNICATION TECHNOLOGY, ON-LINE. ACCESS VIA INTERNET, USER INTERFACE. Samenvatting: Computerisering van de lexicografie heeft er toe geleid dat ...

  1. NiCo2O4-Based Supercapacitor Nanomaterials

    Science.gov (United States)

    Wang, Chenggang; Zhou, E; He, Weidong; Deng, Xiaolong; Huang, Jinzhao; Ding, Meng; Wei, Xianqi; Liu, Xiaojing; Xu, Xijin

    2017-01-01

    In recent years, the research on supercapacitors has ushered in an explosive growth, which mainly focuses on seeking nano-/micro-materials with high energy and power densities. Herein, this review will be arranged from three aspects. We will summarize the controllable architectures of spinel NiCo2O4 fabricated by various approaches. Then, we introduce their performances as supercapacitors due to their excellent electrochemical performance, including superior electronic conductivity and electrochemical activity, together with the low cost and environmental friendliness. Finally, the review will be concluded with the perspectives on the future development of spinel NiCo2O4 utilized as the supercapacitor electrodes. PMID:28336875

  2. NiCo2O4-Based Supercapacitor Nanomaterials

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Chenggang Wang

    2017-02-01

    Full Text Available In recent years, the research on supercapacitors has ushered in an explosive growth, which mainly focuses on seeking nano-/micro-materials with high energy and power densities. Herein, this review will be arranged from three aspects. We will summarize the controllable architectures of spinel NiCo2O4 fabricated by various approaches. Then, we introduce their performances as supercapacitors due to their excellent electrochemical performance, including superior electronic conductivity and electrochemical activity, together with the low cost and environmental friendliness. Finally, the review will be concluded with the perspectives on the future development of spinel NiCo2O4 utilized as the supercapacitor electrodes.

  3. Energy conservation for a sustainable energy supply; Energiebesparing voor een duurzame energievoorziening

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rooijers, F.; Kampman, B.; Bennink, D.; Bles, M.; Van Lieshout, M.; Schepers, B.

    2013-05-15

    Options available for improving energy efficiency in the Netherlands are listed and discussed. As detailed in this report, there is still substantial scope for reducing energy consumption in the production and use of energy carriers, much of it not only attractive from the perspective of society as a whole but also profitable for the actors concerned. By exploiting these opportunities, sustainability targets can be cost-effectively met. The report examines why so much potential is still not being utilised and how this can be remedied. Following a description of the potential for energy conservation, a package of smart, effective policies is recommended to secure this potential [Dutch] De mogelijkheden van energiebesparing in Nederland zijn in kaart gebracht. In deze notitie wordt aangetoond dat bij energiebesparing bij het gebruik en bij de productie van energiedragers nog veel onbenut, maar maatschappelijk aantrekkelijk potentieel ligt, waarvan een groot deel rendabel is. Benutting daarvan leidt ertoe dat de duurzaamheidsdoelen op een kosteneffectieve manier behaald kunnen worden. We hebben onderzocht waarom veel potentieel nu niet benut wordt en hoe dat wel kan gebeuren. Deze analyse beschrijft het besparingspotentieel en biedt voorstellen voor een pakket aan slimme, effectieve beleidsinstrumenten om dit potentieel te realiseren: door inzet van verplichtingen en door energiebesparing aantrekkelijker te maken.

  4. Sequential sputtered Co-HfO{sub 2} granular films

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Chadha, M.; Ng, V.

    2017-03-15

    A systematic study of magnetic, magneto-transport and micro-structural properties of Co-HfO{sub 2} granular films fabricated by sequential sputtering is presented. We demonstrate reduction in ferromagnetic-oxide formation by using HfO{sub 2} as the insulting matrix. Microstructure evaluation of the films showed that the film structure consisted of discrete hcp-Co grains embedded in HfO{sub 2} matrix. Films with varying compositions were prepared and their macroscopic properties were studied. We correlate the variation in these properties to the variation in film microstructure. Our study shows that Co-HfO{sub 2} films with reduced cobalt oxide and varying properties can be prepared using sequential sputtering technique. - Highlights: • Co-HfO{sub 2} granular films were prepared using sequential sputtering. • A reduction in ferromagnetic-oxide formation is observed. • Co-HfO{sub 2} films display superparamagnetism and tunnelling magneto-resistance. • Varying macroscopic properties were achieved by changing film composition. • Applications can be found in moderate MR sensors and high –frequency RF devices.

  5. calvyn oor die leiding van die heilige gees in die verklaring van die

    African Journals Online (AJOL)

    Mittel alters, bis er zur Ruhe kommt bei den kanonischen Schriften der. Urzeit der christlichen Ära (Barth ... (ego tamen dimoveri non possum ab amore compendii, CO 10, 403). Deur die boodskap van die .... Idem ergo spiritus qui per os prophetarum loquutus est, in corda nostra penetret necesse est, ut persuadeat fideliter ...

  6. Ablation of Liquids for Laser Propulsion with TEA CO2 Laser

    National Research Council Canada - National Science Library

    Sinko, John; Kodgis, Lisa; Porter, Simon; Sterling, Enrique; Lin, Jun; Pakhomov, Andrew V; Larson, C. W; Mead, Jr, Franklin B

    2005-01-01

    .... A Transversely Excited at Atmospheric pressure (TEA) CO2 laser operated at 10.6 micro-m, 300 ns pulse width, and 9 J pulse energy was used to ablate liquids contained in various aluminum and glass vessels...

  7. Preliminary Studies of Two-Phase Reactive Process of Sodium-CO2 in S-CO2 Power Conversion Cycle Coupled to SFR System

    International Nuclear Information System (INIS)

    Jung, Hwa Young; Ahn, Yoon Han; Lee, You Ho; Lee, Jeong Ik

    2013-01-01

    As a competing alternative to the steam Rankine cycle, the supercritical CO 2 (S-CO 2 ) Brayton cycle has been highlighted due to its high thermal efficiency, compact turbomachinery and heat exchangers sizes, and the reduced risk of SWRs. While the reduced risk of an SWR is considered as the one of most pronounced benefits of S-CO 2 Brayton cycle, there is still an interaction problem between liquid sodium and CO 2 . Although the chemical interaction between liquid sodium and CO 2 demonstrates less serious potential risks than those of a SWR, the Na/CO 2 interaction should be understood to evaluate safety and reliability of Intermediate Heat eXchanger (IHX). A noticeable characteristic of the reaction environment is that there is a large pressure difference between the liquid sodium and CO 2 side by about 1 and 200 bar, respectively. This would imply that the presence of a micro-crack in a heat exchanger tube will cause a high-pressure leak of CO 2 into liquid sodium side. Although the Na/CO 2 interaction may play an important role in the safety of the SFR reactor system, there has not yet been any research on understanding Na/CO 2 reaction by leakage through IHX. For this problem, the Korea Advanced Institute of Science and Technology (KAIST) research team is studying the mechanism of CO 2 leakage and Na/CO 2 interaction in more details. The KAIST research team developed the MATLAB code, KAIST H XD, which can be used to design and evaluate performance of a heat exchanger of an S-CO 2 cycle. The size of heat exchanger and the amount of CO 2 in the cycle are calculated from the KAIST H XD code to estimate the amount of reaction products in Na/CO 2 interaction as well as liquid sodium

  8. THE INFLUENCE OF CO2 ON WELL CEMENT

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Nediljka Gaurina-Međimurec

    2010-12-01

    Full Text Available Carbon capture and storage is one way to reduce emissions of greenhouse gases in the atmosphere. Underground gas storage operations and CO2 sequestration in aquifers relay on both the proper wellbore construction and sealing properties of the cap rock. CO2 injection candidates may be new wells or old wells. In both cases, the long-term wellbore integrity (up to 1 000 years is one of the key performance criteria in the geological storage of CO2. The potential leakage paths are the migration CO2 along the wellbore due to poor cementation and flow through the cap rock. The permeability and integrity of the set cement will determine how effective it is in preventing the leakage. The integrity of the cap rock is assured by an adequate fracture gradient and by sufficient set cement around the casing across the cap rock and without a micro-annulus. CO2 storage in underground formations has revived the researc of long term influence of the injected CO2 on Portland cements and methods for improving the long term efficiency of the wellbore sealant. Some researchers predicted that set cement will fail when exposed to CO2 leading to potential leakage to the atmosphere or into underground formations that may contain potable water. Other researchers show set cement samples from 30 to 50 year-old wells (CO2 EOR projects that have maintained sealing integrity and prevented CO2 leakage, in spite of some degree of carbonation. One of reasons for the discrepancy between certain research lab tests and actual field performance measurements is the absence of standard protocol for CO2 resistance-testing devices, conditions, or procedures. This paper presents potential flow paths along the wellbore, CO2 behaviour under reservoir conditions, and geochemical alteration of hydrated Portland cement due to supercritical CO2 injection.

  9. Facile formation of 2D Co2P@Co3O4 microsheets through in-situ toptactic conversion and surface corrosion: Bifunctional electrocatalysts towards overall water splitting

    Science.gov (United States)

    Yao, Lihua; Zhang, Nan; Wang, Yin; Ni, Yuanman; Yan, Dongpeng; Hu, Changwen

    2018-01-01

    Exploring efficient non-precious electrocatalysts for both the hydrogen evolution reaction (HER) and oxygen evolution reaction (OER) is crucial for many renewable energy conversion processes. In this work, we report that 2D Co2P@Co3O4 microsheets can be prepared through an in-situ toptactic conversion from single-crystal β-Co(OH)2 microplatelets, associated with a surface phosphatization and corrosion process. The resultant Co2P@Co3O4 2D hybrid materials can further serve as self-supported bifunctional catalytic electrodes to drive the overall water splitting for HER and OER simultaneously, with low overpotentials and high long-term stability. Furthermore, a water electrolyzer based on Co2P@Co3O4 hybrid as both anode and cathode is fabricated, which achieves 10 mA cm-2 current at only 1.57 V during water splitting process. Therefore, this work provides a facile strategy to obtain 2D Co2P-based micro/nanostructures, which act as low-cost and highly active electrocatalysts towards overall water splitting application.

  10. Self-assembled micro-/nanostructured WO3 thin films by aqueous chemical growth and their applications in H2 and CO2 sensing

    Science.gov (United States)

    Sone, B. T.; Nkosi, S. S.; Nkosi, M. M.; Coetsee-Hugo, E.; Swart, H. C.; Maaza, M.

    2018-05-01

    Application of thin film technology is increasing in many areas such as energy production, energy saving, telecommunications, protective and smart coatings, etc. This increased application creates a need for simple, cost-effective methods for the synthesis of highly multifunctional metal oxide thin films. The technique of Aqueous Chemical Growth is presented in this paper as a simple inexpensive means of producing WO3 thin films that find applications in gas sensing, electrochromism and photocatalysis. We demonstrate, through this technique, that heterogeneous nucleation and growth of WO3 thin films on plain glass substrates takes place at low pHs and low temperatures (75-95 °C) without the use of surfactants and template directing methods. The substrates used needed no surface-modification. On the plain glass substrates (soda lime silicates) a variety of micro-nanostructures could be observed most important of which were nanoplatelets that acted as a basic building block for the self-assembly of more hierarchical 3-d microspheres and thin films. The dominant crystallographic structure observed through X-ray diffraction analysis was found to be hexagonal-WO3 and monoclinic WO3. The thin films produced showed a fair degree of porosity. Some of the thin films on glass showed ability to sense, unaided, H2 at 250 °C. Sensor responses were observed to be 1 - 2 orders of magnitude. The films also demonstrated potential to sense CO2 even though this could only be achieved using high concentrations of CO2 gas at temperatures of 300 °C and above. The sensor responses at 300 °C were estimated to be less than 1 order of magnitude.

  11. Measurement and modeling of high-pressure (vapour + liquid) equilibria of (CO2 + alcohol) binary systems

    International Nuclear Information System (INIS)

    Gutierrez, Jorge E.; Bejarano, Arturo; Fuente, Juan C. de la

    2010-01-01

    An apparatus based on a static-analytic method assembled in this work was utilized to perform high pressure (vapour + liquid) equilibria measurements with uncertainties estimated at 2 + 1-propanol), (CO 2 + 2-methyl-1-propanol), (CO 2 + 3-methyl-1-butanol), and (CO 2 + 1-pentanol) binary systems at temperatures of (313, 323, and 333) K, and at pressure range of (2 to 12) MPa. For all the (CO 2 + alcohol) systems, it was visually monitored to insure that there was no liquid immiscibility at the temperatures and pressures studied. The experimental results were correlated with the Peng-Robinson equation of state using the quadratic mixing rules of van der Waals with two adjustable parameters. The calculated (vapour + liquid) equilibria compositions were found to be in good agreement with the experimental values with deviations for the mol fractions <0.12 and <0.05 for the liquid and vapour phase, respectively.

  12. Performance evaluation sun city (stad van de zon) Heerhugowaard, The Netherlands

    NARCIS (Netherlands)

    de Keizer, A.C.; ter Horst, E.; van Sark, W.G.J.H.M.

    2008-01-01

    The “Stad van de Zon” (Sun City) residential area in Heerhugowaard, the Netherlands, , has been designed to be a net zero CO2 emissions area. This would be achieved by installing 3.75 MWp of photovoltaic systems, 100 hectares of forest and three wind turbines of 2.3 MW each. This will be the largest

  13. Enhanced Visible Light Photocatalytic Degradation of Organic Pollutants over Flower-Like Bi2O2CO3 Dotted with Ag@AgBr

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Shuanglong Lin

    2016-10-01

    Full Text Available A facile and feasible oil-in-water self-assembly approach was developed to synthesize flower-like Ag@AgBr/Bi2O2CO3 micro-composites. The photocatalytic activities of the samples were evaluated through methylene blue degradation under visible light irradiation. Compared to Bi2O2CO3, flower-like Ag@AgBr/Bi2O2CO3 micro-composites show enhanced photocatalytic activities. In addition, results indicate that both the physicochemical properties and associated photocatalytic activities of Ag@AgBr/Bi2O2CO3 composites are shown to be dependent on the loading quantity of Ag@AgBr. The highest photocatalytic performance was achieved at 7 wt % Ag@AgBr, degrading 95.18% methylene blue (MB after 20 min of irradiation, which is over 1.52 and 3.56 times more efficient than that of pure Ag@AgBr and pure Bi2O2CO3, respectively. Bisphenol A (BPA was also degraded to further demonstrate the degradation ability of Ag@AgBr/Bi2O2CO3. A photocatalytic mechanism for the degradation of organic compounds over Ag@AgBr/Bi2O2CO3 was proposed. Results from this study illustrate an entirely new approach to fabricate semiconductor composites containing Ag@AgX/bismuth (X = a halogen.

  14. Impact of CO_2-enriched combustion air on micro-gas turbine performance for carbon capture

    International Nuclear Information System (INIS)

    Best, Thom; Finney, Karen N.; Ingham, Derek B.; Pourkashanian, Mohamed

    2016-01-01

    Power generation is one of the largest anthropogenic greenhouse gas emission sources; although it is now reducing in carbon intensity due to switching from coal to gas, this is only part of a bridging solution that will require the utilization of carbon capture technologies. Gas turbines, such as those at the UK Carbon Capture Storage Research Centre's Pilot-scale Advanced CO_2 Capture Technology (UKCCSRC PACT) National Core Facility, have high exhaust gas mass flow rates with relatively low CO_2 concentrations; therefore solvent-based post-combustion capture is energy intensive. Exhaust gas recirculation (EGR) can increase CO_2 levels, reducing the capture energy penalty. The aim of this paper is to simulate EGR through enrichment of the combustion air with CO_2 to assess changes to turbine performance and potential impacts on complete generation and capture systems. The oxidising air was enhanced with CO_2, up to 6.29%vol dry, impacting mechanical performance, reducing both engine speed by over 400 revolutions per minute and compression temperatures. Furthermore, it affected complete combustion, seen in changes to CO and unburned hydrocarbon emissions. This impacted on turbine efficiency, which increased specific fuel consumption (by 2.9%). CO_2 enhancement could therefore result in significant efficiency gains for the capture plant. - Highlights: • Experimental investigation of the impact of exhaust gas recirculation (EGR) on GT performance. • Combustion air was enhanced with CO_2 to simulate EGR. • EGR impact was ascertained by CO and unburned hydrocarbon changes. • Primary factor influencing performance was found to be oxidiser temperature. • Impact of CO_2 enhancement on post-combustion capture efficiency.

  15. Density Fluctuation in Aqueous Solutions and Molecular Origin of Salting-Out Effect for CO2

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ho, Tuan Anh; Ilgen, Anastasia

    2017-01-01

    Using molecular dynamics simulation, we studied the density fluctuations and cavity formation probabilities in aqueous solutions and their effect on the hydration of CO 2 . With increasing salt concentration, we report an increased probability of observing a larger than the average number of species in the probe volume. Our energetic analyses indicate that the van der Waals and electrostatic interactions between CO 2 and aqueous solutions become more favorable with increasing salt concentration, favoring the solubility of CO 2 (salting in). However, due to the decreasing number of cavities forming when salt concentration is increased, the solubility of CO 2 decreases. The formation of cavities was found to be the primary control on the dissolution of gas, and is responsible for the observed CO 2 salting-out effect. Finally, our results provide the fundamental understanding of the density fluctuation in aqueous solutions and the molecular origin of the salting-out effect for real gas.

  16. Siektes van peroksisome - 'n oorsig

    African Journals Online (AJOL)

    (x 14 SOO). Peroksisoomsiektes2. ,3,5.6. Ongeveer 12 genetiese siektes wat as gevolg van foute in die ontwikkeling of in die samestelling van peroksisome antstaan, is reeds beskryf. Volgens die omvang van die biogenetiese fout en die graad van verlies aan peroksisoomfunksies word hierdie sindrome in 3 groepe.

  17. Verdeling van oxytetraxycline (afkomstig van versleping) in diervoeders

    NARCIS (Netherlands)

    Stolker, A.A.M.; Zuidema, T.; Egmond, van H.J.; Jong, de J.; Haelermans, P.J.M.; Hooglugt, J.H.

    2012-01-01

    De laatste jaren is er een toenemende aandacht voor de mogelijke bijdrage van therapeutisch gebruik van antibiotica in de dierhouderij op de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie. Een additionele bron van blootstelling van landbouwhuisdieren aan antibiotica is versleping via diervoeders. In

  18. A model-based understanding of solid-oxide electrolysis cells (SOECs) for syngas production by H2O/CO2 co-electrolysis

    Science.gov (United States)

    Menon, Vikram; Fu, Qingxi; Janardhanan, Vinod M.; Deutschmann, Olaf

    2015-01-01

    High temperature co-electrolysis of H2O and CO2 offers a promising route for syngas (H2, CO) production via efficient use of heat and electricity. The performance of a SOEC during co-electrolysis is investigated by focusing on the interactions between transport processes and electrochemical parameters. Electrochemistry at the three-phase boundary is modeled by a modified Butler-Volmer approach that considers H2O electrolysis and CO2 electrolysis, individually, as electrochemically active charge transfer pathways. The model is independent of the geometrical structure. A 42-step elementary heterogeneous reaction mechanism for the thermo-catalytic chemistry in the fuel electrode, the dusty gas model (DGM) to account for multi-component diffusion through porous media, and a plug flow model for flow through the channels are used in the model. Two sets of experimental data are reproduced by the simulations, in order to deduce parameters of the electrochemical model. The influence of micro-structural properties, inlet cathode gas velocity, and temperature are discussed. Reaction flow analysis is performed, at OCV, to study methane production characteristics and kinetics during co-electrolysis. Simulations are carried out for configurations ranging from simple one-dimensional electrochemical button cells to quasi-two-dimensional co-flow planar cells, to demonstrate the effectiveness of the computational tool for performance and design optimization.

  19. Mycorrhizal responses under elevated CO2 : combining fungal and plant perspectives

    NARCIS (Netherlands)

    Alberton, O.

    2008-01-01

    The rising level of atmospheric carbon dioxide (CO2) combined with increased nutrient (especially nitrogen) availability are predicted to have substantial impacts on plant growth and the functioning of ecosystems. Soil micro-organisms, especially mycorrhizal fungi that form mutualistic associations

  20. MicroMAPS CO Measurements over North America and Europe during Summer-Fall 2004

    Science.gov (United States)

    Connors, Vickie S.; Hopkins, Patrick E.; Reichle, Henry G., Jr.; Morrow, William H.; McMillan, Wallace; Sandy, Mary L.

    2006-01-01

    The MicroMAPS instrument is a nadir-viewing, gas filter-correlated radiometer which operating in the 4.67 micrometer fundamental band of carbon monoxide. Originally designed and built for a space mission, this CO remote sensor is being flown in support of satellite validation and science instrument demonstrations for potential UAV applications. The MicroMAPS instrument system, as flown on Proteus, was designed by a senior student design project in the Aerospace Engineering Department, Virginia Tech, in Blacksburg, VA. and then revised by Systems Engineers at NASA Langley. The final instrument system was integrated and tested at NASA LaRC, in partnership with Scaled Composites and Virginia Space Grant Consortium (VSGC). VSGC supervised the fabrication of the nacelle that houses the instrument system on the right rear tail boom of Proteus. Full system integration and flight testing was performed at Scaled Composites, in Mojave, in June 2004. Its successful performance enabled participation in four international science missions on Proteus: in 2004, INTEX -NA over eastern North America in July, ADRIEX over the Mediterranean region and EAQUATE over the United Kingdom region in September,and TWP-ICE over Darwin, Australia and the surrounding oceans in Jan-Feb 2006. These flights resulted in nearly 300 hours of data. In parallel with the engineering developments, theoretical radiative transfer models were developed specifically for the MicroMAPS instrument system at the University of Virginia, Mechanical Engineering Department by a combined undergraduate and graduate student team. With technical support from Resonance Ltd. in June 2005, the MicroMAPS instrument was calibrated for the conditions under which the Summer-Fall 2004 flights occurred. The analyses of the calibration data, combined with the theoretical radiative transfer models, provide the first data reduction for the science flights reported here. These early results and comparisons with profile data from the

  1. Measurement and modeling of high-pressure (vapour + liquid) equilibria of (CO{sub 2} + alcohol) binary systems

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gutierrez, Jorge E.; Bejarano, Arturo [Departamento de Ingenieria Quimica y Ambiental, Universidad Tecnica Federico Santa Maria, Avda. Espana 1680, Valparaiso (Chile); Fuente, Juan C. de la, E-mail: juan.delafuente@usm.c [Departamento de Ingenieria Quimica y Ambiental, Universidad Tecnica Federico Santa Maria, Avda. Espana 1680, Valparaiso (Chile); Centro Regional de Estudios en Alimentos Saludables, Blanco 1623, Valparaiso (Chile)

    2010-05-15

    An apparatus based on a static-analytic method assembled in this work was utilized to perform high pressure (vapour + liquid) equilibria measurements with uncertainties estimated at <5%. Complementary isothermal (vapour + liquid) equilibria results are reported for the (CO{sub 2} + 1-propanol), (CO{sub 2} + 2-methyl-1-propanol), (CO{sub 2} + 3-methyl-1-butanol), and (CO{sub 2} + 1-pentanol) binary systems at temperatures of (313, 323, and 333) K, and at pressure range of (2 to 12) MPa. For all the (CO{sub 2} + alcohol) systems, it was visually monitored to insure that there was no liquid immiscibility at the temperatures and pressures studied. The experimental results were correlated with the Peng-Robinson equation of state using the quadratic mixing rules of van der Waals with two adjustable parameters. The calculated (vapour + liquid) equilibria compositions were found to be in good agreement with the experimental values with deviations for the mol fractions <0.12 and <0.05 for the liquid and vapour phase, respectively.

  2. Reaction mechanism of CO oxidation on Cu2O(111): A density functional study

    Science.gov (United States)

    Sun, Bao-Zhen; Chen, Wen-Kai; Xu, Yi-Jun

    2010-10-01

    The possible reaction mechanisms for CO oxidation on the perfect Cu2O(111) surface have been investigated by performing periodic density functional theoretical calculations. We find that Cu2O(111) is able to facilitate the CO oxidation with different mechanisms. Four possible mechanisms are explored (denoted as MER1, MER2, MLH1, and MLH2, respectively): MER1 is CO(gas)+O2(ads)-->CO2(gas) MER2 is CO(gas)+O2(ads)-->CO3(ads)-->O(ads)+CO2(gas) MLH1 refers to CO(ads)+O2(ads)-->O(ads)+CO2(ads) and MLH2 refers to CO(ads)+O2(ads)-->OOCO(ads)-->O(ads)+CO2(ads). Our transition state calculations clearly reveal that MER1 and MLH2 are both viable; but MER1 mechanism preferentially operates, in which only a moderate energy barrier (60.22 kJ/mol) needs to be overcome. When CO oxidation takes place along MER2 path, it is facile for CO3 formation, but is difficult for its decomposition, thereby CO3 species can stably exist on Cu2O(111). Of course, the reaction of CO with lattice O of Cu2O(111) is also considered. However, the calculated barrier is 600.00 kJ/mol, which is too large to make the path feasible. So, we believe that on Cu2O(111), CO reacts with adsorbed O, rather than lattice O, to form CO2. This is different from the usual Mars-van Krevene mechanism. The present results enrich our understanding of the catalytic oxidation of CO by copper-based and metal-oxide catalysts.

  3. Selectie van Italiaanse werkwoordsvormen op basis van frequentieonderzoek

    NARCIS (Netherlands)

    Boer, M.G. de

    2009-01-01

    SAMENVATTING Dit artikel is een vroege recensie (mei 1972) van het LIF, de frequentielijst van IBM Italia uit 1971. De auteur concentreert zich op de verschillen met het project van Juilland, dat als uitgangspunt voor het LIF heeft gefungeerd. Op grond van de gegevens van het LIF is een basislijst

  4. Modulation of Metal and Insulator States in 2D Ferromagnetic VS2 by van der Waals Interaction Engineering.

    Science.gov (United States)

    Guo, Yuqiao; Deng, Haitao; Sun, Xu; Li, Xiuling; Zhao, Jiyin; Wu, Junchi; Chu, Wangsheng; Zhang, Sijia; Pan, Haibin; Zheng, Xusheng; Wu, Xiaojun; Jin, Changqing; Wu, Changzheng; Xie, Yi

    2017-08-01

    2D transition-metal dichalcogenides (TMDCs) are currently the key to the development of nanoelectronics. However, TMDCs are predominantly nonmagnetic, greatly hindering the advancement of their spintronic applications. Here, an experimental realization of intrinsic magnetic ordering in a pristine TMDC lattice is reported, bringing a new class of ferromagnetic semiconductors among TMDCs. Through van der Waals (vdW) interaction engineering of 2D vanadium disulfide (VS 2 ), dual regulation of spin properties and bandgap brings about intrinsic ferromagnetism along with a small bandgap, unravelling the decisive role of vdW gaps in determining the electronic states in 2D VS 2 . An overall control of the electronic states of VS 2 is also demonstrated: bond-enlarging triggering a metal-to-semiconductor electronic transition and bond-compression inducing metallization in 2D VS 2 . The pristine VS 2 lattice thus provides a new platform for precise manipulation of both charge and spin degrees of freedom in 2D TMDCs availing spintronic applications. © 2017 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  5. Dry lithography of large-area, thin-film organic semiconductors using frozen CO(2) resists.

    Science.gov (United States)

    Bahlke, Matthias E; Mendoza, Hiroshi A; Ashall, Daniel T; Yin, Allen S; Baldo, Marc A

    2012-12-04

    To address the incompatibility of organic semiconductors with traditional photolithography, an inert, frozen CO(2) resist is demonstrated that forms an in situ shadow mask. Contact with a room-temperature micro-featured stamp is used to pattern the resist. After thin film deposition, the remaining CO(2) is sublimed to lift off unwanted material. Pixel densities of 325 pixels-per-inch are shown. Copyright © 2012 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  6. Natural CO2 migrations in the South-Eastern Basin of France: implications for the CO2 storage in sedimentary formations

    International Nuclear Information System (INIS)

    Rubert, Y.

    2009-03-01

    Study of natural CO 2 analogues brings key informations on the factors governing the long term stability/instability of future anthropogenic CO 2 storages. The main objective of this work, through the study of cores from V.Mo.2 well crosscutting the Montmiral natural reservoir (Valence Basin, France), is to trace the deep CO 2 migrations in fractures. Petrographic, geochemical and micro-thermometric studies of the V.Mo.2 cores were thus performed in order: 1) to describe the reservoir filling conditions and 2) to detect possible CO 2 -leakage through the sediments overlying the reservoir. Fluid inclusions from the Paleozoic crystalline basement record the progressive unmixing of a hot homogeneous aquo-carbonic fluid. The Montmiral reservoir was therefore probably fed by a CO 2 -enriched gas component at the Late Cretaceous-Paleogene. The study of the sedimentary column in V.Mo.2 well, demonstrates that the CO 2 did not migrate towards the surface through the thick marly unit (Domerian-Middle Oxfordian). These marls have acted as an impermeable barrier that prevented the upward migration of fluids. Two main stages of fluid circulation have been recognized: 1) an ante- Callovian one related to the Tethysian extension 2) a tertiary stage during which the upper units underwent a karstification, with CO 2 leakage related but which remained confined into the deeper parts of the Valence Basin. Since the Paleogene, the Montmiral reservoir has apparently remained stable, despite the Pyrenean and alpine orogeneses. This is mainly due to the efficient seal formed by the thick marly levels and also to the local structuration in faulted blocks which apparently acted as efficient lateral barriers. (author)

  7. Fragmentation of neutral van der Waals clusters with visible laser light: A new variant of the Raman effect?

    International Nuclear Information System (INIS)

    Stamatovic, A.; Howorka, F.; Scheier, P.; Maerk, T.D.

    1989-01-01

    We have observed strong photodissociation (using visible laser light) of neutral van der Waals clusters (Ar, N 2 , O 2 , CO 2 , SO 2 , NH 3 ) produced by supersonic expansion and detected by electron ionization/mass spectrometer. Several tests were performed, all of them supporting this surprising discovery. We suggest that Raman induced photodissociation (RIP) is responsible for this phenomenon. This first observation of Raman induced photodissociation provides a new technique for the study of neutral van der Waals clusters. (orig.)

  8. DEUGD. Sustainable energy from concentrated flows in Deventer, Netherlands; DEUGD. Duurzame Energie Uit Geconcentreerde stromen Deventer

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Telkamp, P.; Flameling, A.G. [Tauw, Deventer (Netherlands); Wempe, J.F.D.B.; De Wit, J.B. [Saxion Hogeschool, Deventer (Netherlands)

    2011-12-15

    The Dutch DEUGD project looks at options for expanding the energy produced at the sewage water treatment plant in Deventer (biogas) with concentrated toilet water (blackwater)and organic kitchen waste from new dwellings in the north of Deventer. The research focuses on the feasibility of using the energy content of waste water and organic kitchen waste in the north of Deventer for heating housing projects. Starting point is to first use the existing infrastructure of the sewage water treatment plant (existing sludge digestion and CHP) and subsequently (medium-term) expansion of this infrastructure or of the delivery of biogas. This report presents the results of this feasibility study [Dutch] In het project DEUGD wordt vastgesteld of het mogelijk is om de energie die op de rwzi (rioolwaterzuiveringsinstallatie) Deventer wordt geproduceerd in de vorm van biogas te vergroten met geconcentreerd toiletwater (zwartwater) en organisch keukenafval (GF) uit nieuwe woningen in het noorden van Deventer. Het onderzoek richt zich op de haalbaarheid om de energie-inhoud van het afvalwater en het organisch keukenafval te gebruiken in het noorden van Deventer voor de verwarming van woningbouwprojecten. Uitgangspunt is in eerste instantie het gebruiken van de bestaande infrastructuur op de rwzi (bestaande slibgisting en Warmte-Kracht Koppeling (WKK)) en in tweede instantie (middellange termijn) een uitbreiding van deze infrastructuur of het leveren van biogas. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de uitkomsten van dit haalbaarheidsonderzoek.

  9. ’n Oorsig van die bepaling van die vroeë bakterisidiese aktiwiteit van verskeie antituberkulosemiddels

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    P. R. Donald

    2003-06-01

    Full Text Available Die vroeë bakterisidiese aktiwiteit (VBA van ’n antituberkulosemiddel is die daaglikse afname van M tuberculosis in log10 kolonievormende eenhede per ml sputum, tydens die eerste twee dae van behandeling met die middel. Dit weerspieël die vermoë van ’n middel om aktief metaboliserende organismes in tuberkulose-longholtes te dood. Dit is ’n relatief goedkoop metode om in ’n klein groep pasiënte die antituberkulose-aktiwiteit van ’n middel, binne maande, in vivo te evalueer. Hierdie artikel som ons ondervinding op tydens sewe gepubliseerde VBA-studies, en die bronne van variasie in die prosedure word identifiseer. Die pasiënte in hierdie studies was gemiddeld 33 jaar oud, met ’n gemiddelde gewig van 50 kg en 55% het ekstensiewe of massiewe longaantasting gehad. Die hoogste VBA-waardes (0,50-0,66 is gevind in pasiënte wat isoniasied ontvang het, en die laagste waardes (0,05 en 0,09 respektiewelik was gevind in pasiënte wat die aminoglikosiede amikasien en paromomisien, albei in doserings van 15 mg/kg liggaamsgewig, ontvang het. Die algehele variasie in die VBA van 248 pasiënte was 0,0312, en die variasie toegeskryf aan die proses van sputumproduksie en -versameling was 0,0223. Dit blyk dat die verskillende aspekte van sputumproduksie en -versameling, betrokke by die lewering van ’n verteenwoordigende sputummonster, ’n groter bydrae maak tot variasie tydens die prosedure as die laboratoriumaspekte van die tegniek. Die keuring van pasiënte vir insluiting in VBA-studies, en hulle vermoë om saam te werk om ’n verteenwoordigende sputummonster te produseer, is van deurslaggewende belang in die suksesvolle voltooiing van VBA-studies.

  10. Onderzoek naar een geschikte combinatie toetsmethoden ter bepaling van de aquatische toxiciteit van milieugevaarlijke stoffen. Bijl.2: Onderzoek naar de bruikbaarheid van Lemna minor (eendekroos) voor routine toxiciteitsonderzoek en vergelijking van deze waterplant met eencellige groenalgen

    NARCIS (Netherlands)

    Adema DMM; de Zwart D

    1984-01-01

    Als aanvulling op het project "Onderzoek naar een geschikte combinatie toetsmethoden ter bepaling van de aquatische toxiciteit van milieugevaarlijke stoffen" werd vergelijkend onderzoek verricht naar de bruikbaarheid en gevoeligheid van eendekroos (Lemna minor) als toetsorganisme. Deze

  11. Vervolgonderzoek ecologische risico's Noorderbos : chemische en biologische beschikbaarheid van chroom : rapportage fase 2

    NARCIS (Netherlands)

    Groenenberg, J.E.; Bloem, J.; Faber, J.H.; Dijcker, R.

    2009-01-01

    Dit rapport beschrijft de resultaten van het vervolgonderzoek van de chemische en biologische monitoring van de ernstig met chroom vervuilde bodem van het Noorderbos in Tilburg. Er is specifiek aandacht besteed aan de chemische en biologische beschikbaarheid van metalen met name van chroom waarvan

  12. Die meting van die invloed van organisasiegrootte op bruin werkers se houdings en gedrag

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    R. van der Bank

    1985-11-01

    'n Oorsig van die literatuur dui daarop dat bevindinge onkonsekwent is wat betref die invloed van die grootte van organisasies op veranderlikes soos die doeltreffendheid van personeel-keuringstelsels, opleiding, arbeidsomset, werkafwesigheid, werkdoeltreffendheid en so meer. In Wes-Kaapland is tien "groot" fabrieke geselekteer (aantal bruin werkers 300 of meer en vergelyk met 17 "klein" fabrieke (aantal bruin werkers minder as 50. Met behulp van t-toetse is statisties beduidende verskille gevind ten opsigte van die volgende veranderlikes waarvolgens groot organisasies meer gunstig vertoon: 1 meer keuringstegnieke word gebruik; 2 die doeltreffendheid van die keurings-programme is hoër; 3 meer opleidingstegnieke word gebruik; 4 opleidingsprogramme is meer doeltreffend; 5 werkers is meer tevrede; 6 werkers se gemiddelde beroepsaanpassing is beter, en 7 werkers is meer tevrede met hul salarisse of lone. Geen betekenisvolle verskille is egter gevind ten opsigte van arbeidsomset, werkafwesigheid en werkbehoeftes nie.

  13. Inventarisatie van het voorkomen van bestrijdingsmiddelen in het diepe grondwater in Nederland in 1992

    NARCIS (Netherlands)

    Boland J; van den Berg R; van der Linden AMA; Heusinkveld HAG; Baumann RA; LBG; LOC

    1994-01-01

    In 1991/1992 is een scanning uitgevoerd van residuen van bestrijdingsmid- delen in het grondwater van 5 tot 26 m beneden maaiveld in het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit. 41 Mengmonsters, samengesteld uit 2, 3 of 4 individuele monsters, zijn geanalyseerd en 15 individuele monsters. Met GC/MS

  14. Materials perspective on Casimir and van der Waals interactions

    Science.gov (United States)

    Woods, L. M.; Dalvit, D. A. R.; Tkatchenko, A.; Rodriguez-Lopez, P.; Rodriguez, A. W.; Podgornik, R.

    2016-10-01

    Interactions induced by electromagnetic fluctuations, such as van der Waals and Casimir forces, are of universal nature present at any length scale between any types of systems. Such interactions are important not only for the fundamental science of materials behavior, but also for the design and improvement of micro- and nanostructured devices. In the past decade, many new materials have become available, which has stimulated the need for understanding their dispersive interactions. The field of van der Waals and Casimir forces has experienced an impetus in terms of developing novel theoretical and computational methods to provide new insights into related phenomena. The understanding of such forces has far reaching consequences as it bridges concepts in materials, atomic and molecular physics, condensed-matter physics, high-energy physics, chemistry, and biology. This review summarizes major breakthroughs and emphasizes the common origin of van der Waals and Casimir interactions. Progress related to novel ab initio modeling approaches and their application in various systems, interactions in materials with Dirac-like spectra, force manipulations through nontrivial boundary conditions, and applications of van der Waals forces in organic and biological matter are examined. The outlook of the review is to give the scientific community a materials perspective of van der Waals and Casimir phenomena and stimulate the development of experimental techniques and applications.

  15. Chloroplast DNA haplotype samenstelling van eikenopstanden (categorie "van bekende origine") van de Rassenlijst van Bomen; een aanvullende methode voor identificatie van autochtoniteit

    NARCIS (Netherlands)

    Buiteveld, J.; Boerwinkel, M.C.; Bovenschen, J.; Kranenborg, K.G.; Vries, de S.M.G.

    2005-01-01

    Tegenwoordig kan autochtoon materiaal op de Rassenlijst van Bomen geplaatst worden in de categorie `van bekende origine¿ en heeft daardoor een `officiële¿ status. Identificatie van autochtone opstanden blijft echter nog een lastige zaak. Momenteel worden autochtone opstanden geïdentificeerd met de

  16. Mineral composition of durum wheat grain and pasta under increasing atmospheric CO2 concentrations.

    Science.gov (United States)

    Beleggia, Romina; Fragasso, Mariagiovanna; Miglietta, Franco; Cattivelli, Luigi; Menga, Valeria; Nigro, Franca; Pecchioni, Nicola; Fares, Clara

    2018-03-01

    The concentrations of 10 minerals were investigated in the grain of 12 durum wheat genotypes grown under free air CO 2 enrichment conditions, and in four of their derived pasta samples, using inductively coupled plasma mass spectrometry. Compared to ambient CO 2 (400ppm; AMB), under elevated CO 2 (570ppm; ELE), the micro-element and macro-element contents showed strong and significant decreases in the grain: Mn, -28.3%; Fe, -26.7%; Zn, -21.9%; Mg, -22.7%; Mo, -40.4%; K, -22.4%; and Ca, -19.5%. These variations defined the 12 genotypes as sensitive or non-sensitive to ELE. The pasta samples under AMB and ELE showed decreased mineral contents compared to the grain. Nevertheless, the contributions of the pasta to the recommended daily allowances remained relevant, also for the micro-elements under ELE conditions (range, from 18% of the recommended daily allowance for Zn, to 70% for Mn and Mo). Copyright © 2017 Elsevier Ltd. All rights reserved.

  17. Biologische effectiviteit van bespuitingen: effecten van druppelgrootte en waterkwaliteit

    NARCIS (Netherlands)

    Zande, van de J.C.; Schans, van der D.A.; Koster, A.T.J.

    2004-01-01

    Deze rapportage beschrijft de invloed van watervolume, druppelgrootte en kwaliteit van het tankmengsel op de biologische effectiviteit van bespuitingen. Onder kwaliteit van het tankmengsel wordt in dit verband verstaan: temperatuur, hardheid, pH en zoutgehalte (chloor en ijzerzouten) van de

  18. Migration of carbon dioxide included micro-nano bubble water in porous media and its monitoring

    Science.gov (United States)

    Takemura, T.; Hamamoto, S.; Suzuki, K.; Koichi, O.

    2017-12-01

    The distributed CO2 storage is the small scale storage and its located near the emission areas. In the distributed CO2 storage, the CO2 is neutralized by sediment and underground water in the subsurface region (300-500m depth). Carbon dioxide (CO2) included micro-nano bubbles is one approach in neutralizing CO2 and sediments by increasing CO2 volume per unit volume of water and accelerating the chemical reaction. In order to design underground treatment for CO2 gas in the subsurface, it is required to elucidate the behavior of CO2 included micro-nano bubbles in the water. In this study, we carried out laboratory experiment using the soil tank, and measure the amount of leakage of CO2 gas at the surface. In addition, the process of migration of carbon dioxide included micro-nano bubble was monitored by the nondestructive method, wave velocity and resistivity.

  19. Gradual transition in realising a long-term policy. Evaluation on the basis of six system options; Transitieprocessen en de rol van het beleid. Evaluatie op basis van zes systeemopties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ros, J.P.M.; Van den Born, G.J.; Elzenga, H.E.; Montfoort, J.A.; Nagelhout, D.; Reudink, M.A.; Rood, G.A.; Van Zeijts, H.

    2006-11-15

    The Fourth Dutch National Environmental Policy Plan (NMP4) was published in 2001 in response to the need at that time for a new approach in confronting persistent environmental problems like climate change and decay of global biodiversity. The government at the time saw the urgency of making drastic changes in energy supply, transport, agriculture and the use of natural sources. Although these very fundamental changes implicated that realisation would be a long-term business, an immediate start would help. And this is how the transition policy was introduced. Now, five years later the Netherlands Environmental Assessment Agency (MNP) can conclude after its analysis of six examples of transitions that although NMP4 has supplied the push to taking transition policy seriously, the efficiency of the policy can still be improved. This is possible by putting short-term action more in the service of long-term goals. Companies are still used to short-term results, which are not always in the service of the long-term transition. Although the government has brought several stakeholders together, it is rather reticent about creating a more detailed perspective on the future. The six examples of transitions were found in the areas of: biofuels for transport; biomass for the chemical industry; sustainable aquaculture; market for green services; micro cogeneration; and fuel cell cars running on H2 produced with energy from solar thermal power. Specific reports are available for all these subjects. This report integrates the conclusions from the different reports into general conclusions about transition policy of the Dutch government. [Dutch] In 2001 is het 4e Nationale Milieubeleidsplan (VROM) uitgebracht waarin gezocht is naar een nieuwe aanpak van hardnekkige problemen zoals klimaatverandering en de achteruitgang van mondiale biodiversiteit. Het toenmalige kabinet zag de noodzaak van ingrijpende veranderingen. Die veranderingen zouden pas op de langere termijn tot ingrijpende

  20. Polymer-silica hybrids for separation of CO2 and catalysis of organic reactions

    Science.gov (United States)

    Silva Mojica, Ernesto

    Porous materials comprising polymeric and inorganic segments have attracted interest from the scientific community due to their unique properties and functionalities. The physical and chemical characteristics of these materials can be effectively exploited for adsorption applications. This dissertation covers the experimental techniques for fabrication of poly(vinyl alcohol) (PVA) and silica (SiO2) porous supports, and their functionalization with polyamines for developing adsorbents with potential applications in separation of CO2 and catalysis of organic reactions. The supports were synthesized by processes involving (i) covalent cross-linking of PVA, (ii) hydrolysis and poly-condensation of silica precursors (i,e,. sol-gel synthesis), and formation of porous structures via (iii) direct templating and (iv) phase inversion techniques. Their physical structure was controlled by the proper combination of the preparation procedures, which resulted in micro-structured porous materials in the form of micro-particles, membranes, and pellets. Their adsorption characteristics were tailored by functionalization with polyethyleneimine (PEI), and their physicochemical properties were characterized by vibrational spectroscopy (FTIR, UV-vis), microscopy (SEM), calorimetry (TGA, DSC), and adsorption techniques (BET, step-switch adsorption). Spectroscopic investigations of the interfacial cross-linking reactions of PEI and PVA with glutaraldehyde (GA) revealed that PEI catalyzes the cross-linking reactions of PVA in absence of external acid catalysts. In-situ IR spectroscopy coupled with a focal plane array (FPA) image detector allowed the characterization of a gradient interface on a PEI/PVA composite membrane and the investigation of the cross-linking reactions as a function of time and position. The results served as a basis to postulate possible intermediates, and propose the reaction mechanisms. The formulation of amine-functionalized CO2 capture sorbents was based on the

  1. Positron annihilation characterization of free volume in micro- and macro-modified Cu0.4Co0.4Ni0.4Mn1.8O4 ceramics

    International Nuclear Information System (INIS)

    Klym, H.; Ingram, A.; Shpotyuk, O.; Hadzaman, I.; Solntsev, V.; Hotra, O.; Popov, A.

    2016-01-01

    Free volume and pore size distribution size in functional micro and macro-micro-modified Cu 0.4 Co 0.4 Ni 0.4 Mn 1.8 O 4 ceramics are characterized by positron annihilation lifetime spectroscopy in comparison with Hg-porosimetry and scanning electron microscopy technique. Positron annihilation results are interpreted in terms of model implication positron trapping and ortho-positronium decaying. It is shown that free volume of positron traps are the same type for macro and micro modified Cu 0.4 Co 0.4 Ni 0.4 Mn 1.8 O 4 ceramics. Classic Tao-Eldrup model in spherical approximation is used to calculation of the size of nanopores smaller than 2 nm using the ortho-positronium lifetime.

  2. Measurement and analysis of adsorption isotherms of CO_2 on activated carbon

    International Nuclear Information System (INIS)

    Singh, Vinod Kumar; Anil Kumar, E.

    2016-01-01

    In the present work CO_2 adsorption isotherms of a commercially available activated carbon, Norit Darco type obtained from lignite granular material, were measured. Adsorption isotherms were measured at different temperatures 298 K, 308 K, 318 K and 338 K and over a pressure range of 0–45 bar using Sievert's type experimental setup. Experimental data of CO_2 adsorption isotherms were modelled using Langmuir and Dubinin–Astakhov (D–A) isotherm models. Based on coefficient of correlation and normalized standard deviation it was found that D–A isotherm model was well suited with the experimental data of CO_2 adsorption isotherms. The important thermodynamic properties viz., limiting heat of adsorption at zero coverage, entropy, Gibbs free energy and isosteric heat of adsorption as a function of surface coverage were evaluated using van't Hoff and Clausius–Clapeyron equations. These thermodynamic properties were indicating that CO_2 uptake by activated carbon is a physisorption phenomenon. The adsorption isotherms data and the thermodynamic parameters estimated in the present study are useful for designing of an adsorption based gas storage systems.

  3. Efficacy of Poly-Lactic-Co-Glycolic Acid Micro- and Nanoparticles of Ciprofloxacin Against Bacterial Biofilms.

    Science.gov (United States)

    Thomas, Nicky; Thorn, Chelsea; Richter, Katharina; Thierry, Benjamin; Prestidge, Clive

    2016-10-01

    Bacterial biofilms are associated with a number of recurring infectious diseases and are a major cause for antibiotic resistance. Despite the broad use of polymeric microparticles and nanoparticles in biomedical research, it is not clear which particle size is more effective against biofilms. The purpose of this study was to evaluate the efficacy of sustained release poly-lactic-co-glycolic acid (PLGA) micro- and nanoparticles containing ciprofloxacin against biofilms of Staphylococcus aureus and Pseudomonas aeruginosa. The PLGA particles were prepared by the double emulsion solvent evaporation method. The resulting microparticles (12 μm) and nanoparticles (300 nm) contained drug loads of 7.3% and 4.5% (wt/wt) ciprofloxacin, respectively. Drug release was complete within 1 week following comparable release profiles for both particle sizes. Micro- and nanoparticles demonstrated a similar in vitro antibiofilm performance against mature P aeruginosa and S aureus with marked differences between the 2 strains. The sustained release of ciprofloxacin from micro- and nanoparticles over 6 days was equally effective as the continuous treatment with ciprofloxacin solution over the same period resulting in the eradication of culturable S aureus suggesting that reformulation of ciprofloxacin as sustained release PLGA micro- and nanoparticles might be valuable formulation approaches for the treatment of biofilms. Copyright © 2016 American Pharmacists Association®. Published by Elsevier Inc. All rights reserved.

  4. Verslag van de voorstudie: Paddenstoelen bedrijf van de toekomst

    NARCIS (Netherlands)

    Tuijl, van B.A.J.; Bos, A.P.; Sonnenberg, A.S.M.

    2013-01-01

    Het rapport ‘Paddenstoelenbedrijf van de toekomst’ is het resultaat van een uitgebreid vooronderzoek en geeft de eerste aanzet tot het creëren van gemeenschappelijke visie van de sector op een betere toekomst voor paddenstoelenkwekerijen. Het rapport doet verslag van een reeks interviews en een

  5. Samenstelling van de vluchtige olie van Origanum vulgare L. ssp. vulgare gedurende de ontwikkeling van de plant

    NARCIS (Netherlands)

    Maarse, Henk

    1971-01-01

    INLEIDING EN DOEL VAN HET ONDERZOEK Vele onderzoekers hebben de laatste jaren de vorming van de verbindingen in vluchtige olien van planten bestudeerd door het bepalen van de verandering in de samenstelling van de vluchtige olie tijdens de groei van de plant. Lemli (68) wees als eerste op de

  6. Collective Motion of Micro-organisms from Field Theoretical Viewpoint

    OpenAIRE

    Nojiri, Shin'ichi; Kawamura, Masako; Sugamoto, Akio

    1995-01-01

    We analyze the collective motion of micro-organisms in the fluid and consider the problem of the red tide. The red tide is produced by the condensation of the micro-organisms, which might be a similar phenomenon to the condensation of the strings. We propose a model of the generation of the red tide. By considering the interaction between the micro- organisms mediated by the velocity fields in the fluid, we derive the Van der Waals type equation of state, where the generation of the red tide ...

  7. Onderzoek naar vermindering van de bijvangst van een boomkortuig

    NARCIS (Netherlands)

    Marlen, van B.; Ybema, M.S.; Duijn, van J.B.

    2005-01-01

    In het kader van EU-project RECOVERY werden vergelijkende visserij- en selectiviteitsproeven uitgevoerd in 2002 en 2003 aan boord van MS “Tridens” aan 12 m boomkortuigen. De resultaten van een negental vistuigproeven zijn hier gegeven, gericht op het bepalen van het effect van een grote mazen kap

  8. NiCo2O4-Based Supercapacitor Nanomaterials

    OpenAIRE

    Chenggang Wang; E Zhou; Weidong He; Xiaolong Deng; Jinzhao Huang; Meng Ding; Xianqi Wei; Xiaojing Liu; Xijin Xu

    2017-01-01

    In recent years, the research on supercapacitors has ushered in an explosive growth, which mainly focuses on seeking nano-/micro-materials with high energy and power densities. Herein, this review will be arranged from three aspects. We will summarize the controllable architectures of spinel NiCo2O4 fabricated by various approaches. Then, we introduce their performances as supercapacitors due to their excellent electrochemical performance, including superior electronic conductivity and electr...

  9. Die Romeinse nastrewing van onsterflikheid deur middel van memoria

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    D. R. Fouché

    1985-05-01

    Full Text Available Benewens die omvangryke en nasionale manifestasies van die oorspronklike onsterflikheidsgedagte in die Romeinse gemeenskap, vind ons by die Romein op kleiner skaal in groepe of indiwidueel ’n strewe na onsterflikheid langs die weg van memoria. Soos aangetoon sal word, verskil die pogings van die verskillende groepe radikaal van mekaar, hoewel die strewe en einddoel dieselfde bly, naamlik om deur die daarstelling van memoria op die gebied van woord of daad onsterflikheid te bekom.

  10. Gebruik van elektriciteit: Domotica: Huis van de toekomst: Klas 4 havo

    NARCIS (Netherlands)

    van Buuren, O.; van der Lee, M.

    2008-01-01

    Deze module behandelt elektriciteit en automatisering in huis. We richten ons daarbij ook op het huis van de toekomst. Bij de elektriciteitsleer ligt de nadruk op het gebruik van elektriciteit in huis, bij de automatisering op intelligente systemen in huis. Er komt een vervolg module domotica 2 als

  11. Het planetarium van Hartog van Laun

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Hans Hooijmaaijers

    2009-12-01

    Full Text Available The instrument maker Hartog van Laun devised a special table for an orrery, a lunarium and a tellurium. Van Laun made these instruments for educational purposes, but what makes his planetariums so interesting is the great variety and accuracy of demonstrations one can perform with them. In this paper I will deal with Van Laun and his instrument makers business. I will outline the design of the planetarium and some of the firm’s other instruments. Furthermore I will demonstrate that the detailed description of the planetarium made by Professor Jan Hendrik van Swinden boosted the spread of the instrument.

  12. Environmental impact of concrete use in the Dutch construction industry. Status quo and assessment of improvement options; Milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw. Status quo en toetsing van verbeteropties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bijleveld, M.; Bergsma, G.; Van Lieshout, M.

    2013-04-15

    the Netherlands, the much-used Ecoinvent database (available in LCA software) contains outdated information; (b) There are still no specific environmental data on CEM II, CEM IV, CEM V cements and a number of CEM III grades, even though their footprints differ substantially. Further refinement of these data would therefore enable more precise analysis; (c) There is currently no reporting on the particulate emissions associated with Dutch cement and concrete. To enable a full environmental analysis, such national data should be made available, so that researchers are no longer dependent on Ecoinvent [Dutch] Eind 2012 is de Green Deal 'Verduurzaming betonketen' gesloten tussen de overheid en het MVO Netwerk Beton, waarin 21 bedrijven en 6 brancheorganisaties in de betonketen deelnemen. Het doel van deze Green Deal is een 100% duurzame betonketen in 2050, plus het zetten van concrete stappen daartoe op korte termijn. Vanuit deze Green Deal hebben Rijkswaterstaat en het MVO Netwerk Beton aan CE Delft gevraagd een analyse te doen van de milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw inclusief een analyse van een aantal verbeteropties. In 2010 werd 14 miljoen m3 beton gebruikt in de Nederlandse bouw en ongeveer 550 kton aan wapeningsstaal. Dit betongebruik veroorzaakt in de hele keten een klimaatimpact van 3,5 Mton CO2 (= 1,7% van de Nederlandse nationale emissie). Er is ook gekeken naar de klimaatemissie van energiegebruik tijdens de gebruiksfase van woningen en kantoren in 2010. Als we alleen kijken naar energie voor verwarming van woningen die in 2010 zijn gebouwd, dan schatten we in dat met de huidige EPC-norm (0,8) de klimaatimpact van het betongebruik in een woning ongeveer gelijk staat aan de klimaatimpact van vijf jaar verwarmen van een woning. Over een levensduur van 50 jaar is het energiegebruik voor verwarming van een woning uit 2010 dus grof weg tien keer zoveel dan de energie benodigd voor het beton met wapening in de woning. Verbeteropties die

  13. Application of a two-pool model to soil carbon dynamics under elevated CO2.

    Science.gov (United States)

    van Groenigen, Kees Jan; Xia, Jianyang; Osenberg, Craig W; Luo, Yiqi; Hungate, Bruce A

    2015-12-01

    Elevated atmospheric CO2 concentrations increase plant productivity and affect soil microbial communities, with possible consequences for the turnover rate of soil carbon (C) pools and feedbacks to the atmosphere. In a previous analysis (Van Groenigen et al., 2014), we used experimental data to inform a one-pool model and showed that elevated CO2 increases the decomposition rate of soil organic C, negating the storage potential of soil. However, a two-pool soil model can potentially explain patterns of soil C dynamics without invoking effects of CO2 on decomposition rates. To address this issue, we refit our data to a two-pool soil C model. We found that CO2 enrichment increases decomposition rates of both fast and slow C pools. In addition, elevated CO2 decreased the carbon use efficiency of soil microbes (CUE), thereby further reducing soil C storage. These findings are consistent with numerous empirical studies and corroborate the results from our previous analysis. To facilitate understanding of C dynamics, we suggest that empirical and theoretical studies incorporate multiple soil C pools with potentially variable decomposition rates. © 2015 John Wiley & Sons Ltd.

  14. ‘n Kritiese bespreking van roskam se seining van apartheid as grondslag van die Suid-afrikaanse samelewing

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    N. van Loggerenberg

    1963-03-01

    Full Text Available Segregasie is al deur vele ondersoekers histories tot ’n tradisie uit die stigtingsjaar 1652 met die aankoms van Jan van Riebeeck herlei. Roskam sion dit egter as 'n beleid wat veel later aanvaar is. Hy sien dit as beleid wat bepaalde groepe van die bevolking as 'n politieke eenheid, kragtens ’n sosiale hiërargie, van mekaar wil afskei, isoleer. Dit is vir  hom duidelik dat die politieke eenheid van Ordinansie 50 van 1828 nooit werklikheid geword het nie, en die tradisie van blanke heerskappy pas vir liom as heleid beter in die huidige situasic as segregasie. Roskam is dan van oordeel dat ..white supremacy” daarom die juiste en omskrywende betekenis van segregasie is.

  15. Roadmap Textile 2030; Routekaart Textiel 2030

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wintermans, J. [MODINT, Zeist (Netherlands); Van den Berg, F. [BECO, Rotterdam (Netherlands); Van Hooijdonk, G. [The Bridge, Amersfoort (Netherlands); Luiken, A. [Alcon Advies, Wierden (Netherlands); Brinks, G. [BMA Techne, Almelo (Netherlands); Op den Brouw, H. [Agentschap NL, Den Haag (Netherlands)

    2012-06-15

    For the Roadmap Textile the future market demand was chosen as a starting point Trends in the following five sectors are depicted: Care, Construction, Mobility, Sports and Entertainment, Safety. Opportunities are defined and translated into development targets. Based on 'technological readiness levels' and perceived market opportunities, five new or innovative product market combinations (PMCs) are assigned and calculated for potential savings in energy and raw materials [Dutch] Voor de Routekaart Textiel is de toekomstige marktvraag als vertrekpunt gekozen. Trends in de volgende vijf sectoren zijn in beeld gebracht: Zorg, Bouw, Mobiliteit, Sport en ontspanning, Veiligheid. Vanuit deze trends zijn kansen gedefinieerd, die vervolgens zijn doorvertaald naar ontwikkelingsdoelen. Op basis van de bijbehorende 'technological readiness levels' en de gepercipieerde marktkansen, zijn een vijftal nieuwe dan wel vernieuwende product markt combinaties (pmc's) benoemd en doorgerekend op besparingspotentieel in energie en grondstoffen.

  16. Artikel 2 van die Nederlandse Geloofsbelydenis as geloofsvooronderstelling in die gesprek tussen wetenskap en geloof

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jan A. Erasmus

    2014-09-01

    Full Text Available Artikel 2 van die Nederlandse Geloofsbelydenis bely dat God deur twee middele geken word, te wete deur middel van die skepping, onderhouding en regering van die wêreld (waaronder die wetenskap en deur die heilige en goddelike Woord (die Bybel. Hierdie belydenis is van groot belang vir die gesprek tussen Wetenskap en Teologie. In hierdie artikel word gepoog om die verskille, maar ook die ooreenkomste tussen hierdie twee middele van openbaring uit te lig, elkeen tot sy reg te laat kom, maar hulle ook in balans met mekaar te stel. Die wyse waarop te werk gegaan word, is die volgende: eers word gestel wat vooronderstellings is, asook die plek wat vooronderstellings in die beoefening van wetenskap sowel as geloof inneem. Daarna word nagevors watter perspektiewe artikel 2 van die Nederlandse Geloofsbelydenis as geloofsvooronderstelling vir die wetenskaps- en teologiebeoefening respektiewelik bied. Hieruit word ’n aantal gevolgtrekkings gemaak wat kan help om die problematiek in die wetenskap-geloofsgesprek op te los. Die kernbevinding van hierdie artikel is die volgende: Vanweë die verskil in die aard en die doel tussen Bybelfeite en wetenskaplike navorsingsresultate kan en sal klaarblyklike harmonieprobleme tussen die Skrif en die wetenskap ontstaan. Hierdie is egter slegs klaarblyklike probleme, omdat ’n verrekening van die verskil in die aard en die bedoeling van die wetenskapresultate en die Bybelfeite hierdie probleem sal oplos. Article 2 of the Belgic Confession as faith presupposition in the science-faith debate. Article 2 of the Belgic Confession confesses that God can be known by two means: firstly by studying the creation, preservation and government of the universe (i.e. science and secondly by studying the Word of God (the Bible. This confession is very important for the discussion between science and faith. In this article the similarities, but also the differences between these two means of revelation are researched. The aim is to

  17. Detectie van ziektesymptomen met behulp van fluorescentiebeelden

    NARCIS (Netherlands)

    Loon, van P.C.C.

    2004-01-01

    Rapport over de positie van de biologische paddestoelenteelt op intersectoraal en (inter)-regionaal niveau. Het overzicht in tabel- en schemavorm van de stromen grondstoffen en producten verduidelijkt de intersectorale positie van de champignonteelt. Dit kan een aanzet zijn bij het signaleren en

  18. Een revisie van de taxonomie van gifkikkers

    NARCIS (Netherlands)

    Poelman, E.H.

    2007-01-01

    Recent kwam het lang verwachte ruim tweehonderdvijftig pagina`s tellende manuscript uit met daarin een revisie van de taxonomie van gifkikkers. De auteurs onder leiding van Taran Grant stellen een nieuwe taxonomie voor, die de familie Dendrobatidae met haar tien algemener geaccepteerde genera

  19. De toekomst van flex : een onderzoek van tno naar flexstrategieën van Nederlandse bedrijven

    NARCIS (Netherlands)

    Verbiest, S.E.; Goudswaard, A.; Wijk, E.B. van

    2014-01-01

    In 2020 zal het personeelsbestand van organisaties voor 30% uit flexkrachten bestaan. Op dit moment is dat 25%. Dit blijkt uit een onderzoek van TNO onder 900 ondernemingen in opdracht van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). Het blijkt dat met name organisaties die al gebruikmaken van

  20. De trek van kruiden van volgroeid wortelmateriaal : handleiding van A tot Z in beknopte vorm

    NARCIS (Netherlands)

    Wijk, van C.A.P.

    2005-01-01

    Deze teelthandleiding richt zich op de trek van vooral dragon, krulpeterselie, rucola en munt, uitgaande van wortelmateriaal dat in de vollegrond wordt geteeld. Deze forcering richt zich zowel op aanbod van kruiden in potjes als de meermalige oogst van het gesneden product in een kas of een

  1. Numerieke simulatie van de blastbelasting op vlucht MH17 van Malaysia Airlines als gevolg van de detonatie van een gevechtslading (U)

    NARCIS (Netherlands)

    2015-01-01

    De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) onderzoekt de crash van vlucht MH17 van Malaysia Airlines die plaatsvond op donderdag 17 juli 2014 in de regio Donetsk (Oekraïne). De OVV wil een duidelijk beeld geven van de oorzaak van de crash. Een mogelijke oorzaak is fatale schade aan het vliegtuig als

  2. Adsorção de CO2 em peneiras moleculares micro e mesoporosas

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Thiago G. Oliveira

    2014-01-01

    Full Text Available Microporous molecular sieves of type Y, Beta, ZSM-5, ZSM-12 and ZSM-35, and mesoporous molecular sieves of type MCM-41 and MCM-48, and these sieves modified with triethanolamine and ethylenediamine were obtained and characterized by XRD, FTIR, TGA and nitrogen adsorption. The adsorption tests were performed by the gravimetric method under a stream of CO2 at ambient temperature and pressure. The adsorbents studied showed maximum adsorption capacity of carbon dioxide in the range of 13.1 to 85.5 mg of CO2 per gram of adsorbent.

  3. A quick scan of economic value of offshore wind versus biomass co-combustion; Quick scan economische waarde van wind op zee versus biomassabijstook

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rooijers, F.J.; Bennink, D.; Blom, M.J.

    2013-05-15

    Co-combustion of biomass in conventional power stations is currently cheaper than offshore wind power. By the year 2025, though, both forms of renewable energy are expected to be similarly priced. Because offshore wind yields more added value for the Dutch economy and employment than biomass cocombustion, it would seem more logical to earmark more of the funds under the SDE (Dutch renewable energy subsidy scheme) for the former. At the request of the Netherlands Society for Nature and Environment (Natuur en Milieu) CE Delft compared the two generating options to assess how the Netherlands can boost use of renewable energy in the economically wisest manner in the years ahead. This issue is also to be discussed in upcoming consultations under the umbrella of the Netherlands Social and Economic Council (SER), where a new national energy agreement is to be hammered out [Dutch] Biomassabijstook is op dit moment goedkoper dan wind op zee. De verwachting is echter dat tegen 2025 de prijs van beide vormen van hernieuwbare energie vergelijkbaar kunnen zijn. Doordat de toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid van wind op zee groter is dan van biomassabijstook, lijkt het logischer dat uit de SDE-gelden meer wind op zee dan biomassa bijstook wordt betaald. Voor Natuur en Milieu heeft CE Delft een vergelijking gemaakt tussen deze twee technieken om de vraag te beantwoorden op welke economisch verstandige manier Nederland de komende jaren het gebruik van hernieuwbare energie kan realiseren. Die vraag is ook aan de orde in het SER-overleg dat de komende maand moet leiden tot een Energieakkoord.

  4. Filosofiese tendense in die wordinggeskiedenis van ons verstaan van die fisiese natuur

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    D. F. M. Strauss

    2006-09-01

    Full Text Available Die ontstaan van ’n lang tradisie van natuurwetenskaplike denke is in antieke Griekeland te vind – die bakermat van die Westerse beskawing en die bron van geartikuleerde rasionele besinning. Die vroegste fases van die Griekse kultuur het reeds geboorte geskenk aan ’n teoretiese nadenke oor die heelal. Die Pythagoreërs is veral bekend vir hul klem op die verklaringskrag van getalsverhoudinge. In hul tese dat “alles getal is” het hulle egter slegs rasionale getalle (breuke erken en gevolglik uiteindelik vasgeloop in die ontdekking van irrasionale getalle wat tot die geometrisering van die Griekse wiskunde gelei het en tegelyk die bedding gevorm het van waaruit ’n magtige tradisie van ruimte-metafisika gegroei het wat die hele middeleeuse tydperk omspan het. Die vermeende statiese syn is in die mees ekstreme geval – die skool van Parmenides en die argumente van Zeno teen veelheid en beweging – tot in die uiteindelike antinomiese konsekwensies daarvan deurdink. Dit was egter eers die vroeg-moderne tyd – die voorgangers en nakomelinge van Galilei – wat naas getal en ruimte ’n waardering ontwikkel het vir die verklaringskrag van beweging (vergelyk die klassieke meganistiese wêreldbeeld van die heelal as ’n meganisme van stofdeeltjies in beweging. Maar ook hierdie meganistiese reduksie (waardeur alle fisiese verskynsels herlei is tot die beweging van al of niegelade massapunte sou uiteindelik misluk omdat dit nie van die onomkeerbaarheid van fisiese prosesse rekenskap kon gee nie. Gevolglik beliggaam eers die fisika van die 20ste eeu ’n erkenning van die deurslaggewend-stempelende rol van energie-werking (dus van die fisiese aspek in die aard van stoflike dinge en prosesse. Die artikel word afgesluit met ’n vlugtige verduideliking van die implikasies van die voorafgaande argumentasie vir ’n benadering van die misterie van die bestaan van materie.

  5. Beoordeling van het gedrag van bestrijdingsmiddelen in de verzadigde zone van de bodem

    NARCIS (Netherlands)

    Linden AMA van der; Beek CGEM van; Boesten JJTI; Leistra M; Meinardi CR; Puijker LM; LBG

    1994-01-01

    In het MeerJarenPlan-Gewasbescherming van 1991 is de mogelijkheid gegeven om door middel van onderzoek in de verzadigde fase van de bodem aan te tonen dat bestrijdingsmiddelen, die kunnen uitspoelen naar de verzadigde zone, alsnog voor toelating in aanmerking kunnen komen als de

  6. Resources and geothermal heat in the Netherlands. Annual report 2011. An overview of exploration and exploitation activities and of underground gas storage; Delfstoffen en Aardwarmte in Nederland. Jaarverslag 2011. Een overzicht van opsporings- en winningsactiviteiten en van ondergrondse gasopslag

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-11-15

    Traditionally, this annual report publishes the activities and results of the exploration and extraction of hydrocarbons in the Netherlands. Starting this year the report will be expanded with the exploration and extraction activities of rock salt and geothermal heat and the underground storage of resources (natural gas, nitrogen, CO2 and water). The first part of the annual report addresses the developments in the year 2011. This part also includes a prognosis for the extraction of natural gas for the next 25 years. Next, a number of tables illustrate developments in the field of licenses and exploration activities (seismic research and drilling) in 2011. The chapter on hydrocarbons is concluded with an overview of the extracted volumes of natural gas, condensate and petroleum and the gas flows in storage facilities. There are new chapters on exploration and extraction of rock salt and geothermal heat. Another new chapter addresses storage of resources. The second part of the annual report illustrates the situation per 1 January 2012 and the developments over the last decades in a number of overviews. The annexes, finally, include general maps of the situation as of 1 January 2012 [Dutch] Het Jaarverslag rapporteert over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte in Nederland. Daarnaast komt de ondergrondse opslag van stoffen (aardgas, stikstof, CO2 en water) aan de orde. Daarmee worden alle opsporings-, winnings- en opslagactiviteiten in Nederland en het Nederlandse deel van het Continentaal plat, vallend onder het regime van de Mijnbouwwet, gezamenlijk gerapporteerd. Het eerste deel van het jaarverslag gaat in op de ontwikkelingen in het jaar 2011. Zoals in voorgaande jaren richt dit deel zich op de opsporing, winning en de ondergrondse opslag van koolwaterstoffen. Dit betreft een overzicht van de veranderingen in de aardgas- en aardolievoorraden gedurende 2011 en de daaruit volgende situatie per 1

  7. Grafting poly ethylene glycol chains for antifouling purposes using supercritical CO2

    DEFF Research Database (Denmark)

    Lokanathan, Arcot R.

    2011-01-01

    solvent in processes involving PEG grafting for antifouling purposes. Significant chemical efficiency and extremely low surface tension makes scCO2 an apt solvent for Grafting PEG brushes into three dimensional micro or nano porous scaffolds related to tissue engineering. References: 1. Peter Kingshott...

  8. Optimization of Maghemite (γ-Fe2O3) Nano-Powder Mixed micro-EDM of CoCrMo with Multiple Responses Using Gray Relational Analysis (GRA)

    Science.gov (United States)

    Mejid Elsiti, Nagwa; Noordin, M. Y.; Idris, Ani; Saed Majeed, Faraj

    2017-10-01

    This paper presents an optimization of process parameters of Micro-Electrical Discharge Machining (EDM) process with (γ-Fe2O3) nano-powder mixed dielectric using multi-response optimization Grey Relational Analysis (GRA) method instead of single response optimization. These parameters were optimized based on 2-Level factorial design combined with Grey Relational Analysis. The machining parameters such as peak current, gap voltage, and pulse on time were chosen for experimentation. The performance characteristics chosen for this study are material removal rate (MRR), tool wear rate (TWR), Taper and Overcut. Experiments were conducted using electrolyte copper as the tool and CoCrMo as the workpiece. Experimental results have been improved through this approach.

  9. Ordered nanoporous carbon for increasing CO2 capture

    International Nuclear Information System (INIS)

    Yoo, Hye-Min; Lee, Seul-Yi; Park, Soo-Jin

    2013-01-01

    Ordered nanoporous carbons (ONCs) were prepared using a soft-templating method. The prepared ONCs materials were subjected to a controlled carbonization temperature over the temperature range, 700–1000 °C, to increase the specific surface area and total pore volume of ordered nanoporous carbon followed by carbonization of the phenolic resin. ONCs materials synthesized at various carbonization temperatures were used as adsorbents to improve the CO 2 adsorption efficiency. The surface properties of the ONCs materials were examined by X-ray photoelectron spectroscopy. The structural properties of the ONCs materials were analyzed by X-ray diffraction. The textural properties of the ONCs materials were examined using the N 2 /77 K adsorption isotherms according to the Brunauer–Emmett–Teller equation. The CO 2 adsorption capacity was measured by CO 2 isothermal adsorption at 298 K/30 bar and 298 K/1 bar. The carbonization temperature was found to have a major effect on the CO 2 adsorption capacity, resulting from the specific surface area and total pore volumes of the ONCs materials. - Graphical abstract: This schematic diagram described synthesis of ONCs. Highlights: ► ONCs materials can be prepared readily using the direct-triblock-copolymer-templating method. ► The distributions show that prominent development can be observed around the micro-pore region. ► The soft-templating method provides opportunities for controlling the pore structure of ONCs. ► From thermal power plants for CO2 capture by adsorption technology, is a new direction.

  10. Onderzoek naar de effecten van snoezelen op het gedrag van demente verpleeghuisbewoners en de werkbeleving van verzorgenden.

    NARCIS (Netherlands)

    Weert, J. van; Peter, J.; Dulmen, S. van; Ribbe, M.; Bensing, J.

    2004-01-01

    Het effect van snoezelen in de 24-uurszorg op de stemming en het gedrag van demente ouderen is nooit eerder onderzocht. Ook is in geen van de eerdere studies het effect onderzocht van snoezelen op de werkbeleving van verzorgenden. Uit onderzoek is bekend dat in verpleeghuizen waar geen

  11. Elevated CO{sub 2} in a prototype free-air CO{sub 2} enrichment facility affects photosynthetic nitrogen relations in a maturing pine forest

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ellsworth, D.S.; LaRoche, J.; Hendrey, G.R.

    1998-03-01

    A maturing loblolly pine (Pinus taeda L.) forest was exposed to elevated CO{sub 2} in the natural environment in a perturbation study conducted over three seasons using the free-air CO{sub 2} enrichment (FACE) technique. At the time measurements were begun in this study, the pine canopy was comprised entirely of foliage which had developed under elevated CO{sub 2} conditions (atmospheric CO{sub 2} {approx} 550 {micro}mol/mol{sup {minus}1}). Measurements of leaf photosynthetic responses to CO{sub 2} were taken to examine the effects of elevated CO{sub 2} on photosynthetic N nutrition in a pine canopy under elevated CO{sub 2}. Photosynthetic CO{sub 2} response curves (A-c{sub i} curves) were similar in FACE trees under elevated CO{sub 2} compared with counterpart trees in ambient plots for the first foliage cohort produced in the second season of CO{sub 2} exposure, with changes in curve form detected in the foliage cohorts subsequently produced under elevated CO{sub 2}. Differences in the functional relationship between carboxylation rate and N{sub a} suggest that for a given N{sub a} allocated among successive cohorts of foliage in the upper canopy, V{sub c max} was 17% lower in FACE versus Ambient trees. The authors also found that foliar Rubisco content per unit total protein derived from Western blot analysis was lower in late-season foliage in FACE foliage compared with ambient-grown foliage. The results illustrate a potentially important mode of physiological adjustment to growth conditions that may operate in forest canopies. Findings suggest that mature loblolly pine trees growing in the field may have the capacity for shifts in intrinsic nitrogen utilization for photosynthesis under elevated CO{sub 2} that are not dependent on changes in leaf N. Findings suggest a need for continued examination of internal feedbacks at the whole-tree and ecosystem level in forests that may influence long-term photosynthetic responses to elevated CO{sub 2}.

  12. Beoordeling van het gedrag van bestrijdingsmiddelen in de verzadigde zone van de bodem

    NARCIS (Netherlands)

    Linden, van der A.M.A.; Beek, van C.G.E.M.; Boesten, J.J.T.I.; Leistra, M.; Meinardi, C.R.; Puijker, L.M.

    1999-01-01

    In het MeerJarenPlan-Gewasbescherming van 1991 is de mogelijkheid gegeven om door middel van onderzoek in de verzadigde fase van de bodem aan te tonen dat bestrijdingsmiddelen, die kunnen uitspoelen naar de verzadigde zone, alsnog voor toelating in aanmerking kunnen komen als de omzettingssnelheid

  13. Vehicle emissions of greenhouse gases and related tracers from a tunnel study: : CO: CO2, N2O: CO2, CH4: CO2, O2: CO2 ratios, and the stable isotopes 13C and 18O in CO2 and CO

    NARCIS (Netherlands)

    Popa, Maria Elena; Vollmer, M. K.; Jordan, A.; Brand, W. A.; Pathirana, S. L.; Rothe, M.; Röckmann, T.

    2014-01-01

    Measurements of CO2, CO, N2O and CH4 mole fractions, O2/N2 ratios and the stable isotopes 13C and 18O in CO2 and CO have been performed in air samples from the Islisberg highway tunnel (Switzerland). The molar CO : CO2 ratios, with an average of (4.15 ± 0.34) ppb:ppm, are lower than reported in

  14. The interaction of super-intense ultra-short laser pulse and micro-clusters with large atomic clusters

    International Nuclear Information System (INIS)

    Miao Jingwei; Yang Chaowen; An Zhu; Yuan Xuedong; Sun Weiguo; Luo Xiaobing; Wang Hu; Bai Lixing; Shi Miangong; Miao Lei; Zhen Zhijian; Gu Yuqin; Liu Hongjie; Zhu Zhouseng; Sun Liwei; Liao Xuehua

    2007-01-01

    The fusion mechanism of large deuterium clusters (100-1000 Atoms/per cluster) in super-intense ultra-short laser pulse field, Coulomb explosions of micro-cluster in solids, gases and Large-size clusters have been studied using the interaction of a high-intensity femtosecond laser pulses with large deuterium clusters, collision of high-quality beam of micro-cluster from 2.5 MV van de Graaff accelerator with solids, gases and large clusters. The experimental advance of the project is reported. (authors)

  15. Bepaling van de optredende temperaturen bij tunnelcompostering van geitenmest

    NARCIS (Netherlands)

    Melse, R.W.; Sauvage, de G.J.; Roest, H.I.J.

    2010-01-01

    Het doel van het project is om inzicht te krijgen in de composteerbaarheid van geitenmest en het hiermee samenhangende temperatuursverloop . Bepaald dient te worden welke temperaturen tijdens het composteren van geitenmest worden bereikt om op basis daarvan een inschatting te kunnen maken van de

  16. Kleinschalige raffinage van bietenblad : eerste verkenning van de moglijkheden

    NARCIS (Netherlands)

    Wolf, de P.L.; Visser, de C.L.M.; Keijsers, E.R.P.; Meesters, K.P.H.; Heesakkers, J.W.M.; Aerts, M.

    2013-01-01

    Doelstelling van de eerste fase van het onderzoek was ‘het verkennen van kleinschalige keten(s) voor de raffinage van bietenblad’, met aandacht voor de technologische en economische haalbaarheid. Deze verkenning vormt de basis voor de volgende fase, waarin kansrijke opties verder worden uitgewerkt

  17. Measurement of Atmospheric CO2 Column Concentrations to Cloud Tops With a Pulsed Multi-Wavelength Airborne Lidar

    Science.gov (United States)

    Mao, Jianping; Ramanathan, Anand; Abshire, James B.; Kawa, Stephan R.; Riris, Haris; Allan, Graham R.; Rodriguez, Michael R.; Hasselbrack, William E.; Sun, Xiaoli; Numata, Kenji; hide

    2018-01-01

    We have measured the column-averaged atmospheric CO2 mixing ratio to a variety of cloud tops by using an airborne pulsed multi-wavelength integrated-path differential absorption (IPDA) lidar. Airborne measurements were made at altitudes up to 13 km during the 2011, 2013 and 2014 NASA Active Sensing of CO2 Emissions over Nights, Days, and Seasons (ASCENDS) science campaigns flown in the United States West and Midwest and were compared to those from an in situ sensor. Analysis of the lidar backscatter profiles shows the average cloud top reflectance was approx. 5% for the CO2 measurement at 1572.335 nm except to cirrus clouds, which had lower reflectance. The energies for 1 micro-s wide laser pulses reflected from cloud tops were sufficient to allow clear identification of CO2 absorption line shape and then to allow retrievals of atmospheric column CO2 from the aircraft to cloud tops more than 90% of the time. Retrievals from the CO2 measurements to cloud tops had minimal bias but larger standard deviations when compared to those made to the ground, depending on cloud top roughness and reflectance. The measurements show this new capability helps resolve CO2 horizontal and vertical gradients in the atmosphere. When used with nearby full-column measurements to ground, the CO2 measurements to cloud tops can be used to estimate the partial-column CO2 concentration below clouds, which should lead to better estimates of surface carbon sources and sinks. This additional capability of the range-resolved CO2 IPDA lidar technique provides a new benefit for studying the carbon cycle in future airborne and space-based CO2 missions.

  18. Presence of the vancomycin resistance gene cluster vanC1, vanXYc, and vanT in Enterococcus casseliflavus.

    Science.gov (United States)

    Hölzel, Christina; Bauer, Johann; Stegherr, Eva-Maria; Schwaiger, Karin

    2014-04-01

    The three chromosomally located clustered genes vanC1, vanXYc, and vanT confer intrinsic resistance to vancomycin and are used for species identification of Enterococcus gallinarum. In this study, 28 strains belonging to the E. gallinarum/casseliflavus group isolated from cloacal swabs from laying hens were screened for the presence of vanC1. As confirmed by species-specific multiplex PCR, 11 vanC1-positive strains were identified as E. gallinarum. Surprisingly, one yellow pigmented strain, verified as E. casseliflavus by species-specific multiplex PCR, was also vanC1 positive; vanXYc and vanT were additionally detectable in this strain. To our knowledge, this is the first report of vanC1, vanXYc, and vanT in E. casseliflavus. The minimum inhibitory concentration of vancomycin was 4 mg/L. Real-time reverse transcription-PCR revealed that none of the clustered genes was expressed in this strain. Even if the genes seem not to be active, there is a certain risk that they will be transferred to other bacteria where they might be functionally expressed. Therefore, it may be advisable to expand the search for vanC1, vanXYc, and vanT from E. gallinarum to other (enterococcal) species. This study confirms that enterococci live up to their name as being reservoir bacteria and should therefore always be closely monitored.

  19. In-Situ X-ray Tomography Study of Cement Exposed to CO2 Saturated Brine

    DEFF Research Database (Denmark)

    Chavez Panduro, E. A.; Torsæter, M.; Gawel, K.

    2017-01-01

    For successful CO2 storage in underground reservoirs, the potential problem of CO2 leakage needs to be addressed. A profoundly improved understanding of the behavior of fractured cement under realistic subsurface conditions including elevated temperature, high pressure and the presence of CO2...... saturated brine is required. Here, we report in situ X-ray micro computed tomography (μ-CT) studies visualizing the microstructural changes upon exposure of cured Portland cement with an artificially engineered leakage path (cavity) to CO2 saturated brine at high pressure. Carbonation of the bulk cement......, self-healing of the leakage path in the cement specimen, and leaching of CaCO3 were thus directly observed. The precipitation of CaCO3, which is of key importance as a possible healing mechanism of fractured cement, was found to be enhanced in confined regions having limited access to CO2...

  20. Die gebruik van parallelplaatreologie vir die bepaling van die intrinsieke viskositeit van poli-etileentereftalaat

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    O. C. Vorster

    2005-09-01

    Full Text Available Die bepaling van die intrinsieke viskositeit van poli-etileentereftalaat word bemoeilik deur die feit dat daar tans slegs twee metodes in gebruik is. In die eerste metode word die bepaling deur middel van oplossingsviskometrie gedoen, maar die toksisiteit van die oplosmiddel, asook die tydperk wat dit neem om die bepaling te doen, is ’n probleem. Die tweede metode word beperk deur die kompleksiteit en beskikbaarheid van die apparatuur in Suid-Afrika. In hierdie studie word ’n alternatiewe metode, gebaseer op parallelplaatreologie, voorgestel wat albei hierdie probleme oorkom en die resultate sodoende verkry, word vergelyk met dié wat met bestaande metodes verkry is.

  1. Monitoring and evaluation pilots Energy Box and Energy vouchers. Measuring the success rate of two instruments for energy saving in households; Monitoring en evaluatie pilots Energiebox en Energiebon. Succesmeting van twee instrumenten voor energiebesparing bij huishoudens

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Groot, M.I.; Koot, M.C.M.; Schepers, B.L.; Wielders, L.M.L. [CE, Delft (Netherlands); Jungblut, P. [Blauw Research, Rotterdam (Netherlands)

    2007-06-15

    The Dutch government wants to incite energy saving behavior in households and increase the use of energy saving products. By means of the pilot projects of the Energy Box and the Energy Voucher the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment wants to examine if these instruments can contribute to changing behavior and the corresponding CO2 reduction. This final report describes the results of the monitoring and evaluation study of the pilots with the aim of establishing how the actions are values in real life, which products are actually used and what the direct and indirect effects are of these actions on energy saving, CO2 reduction and changing behavior [mk]. [Dutch] De overheid wil Nederlandse huishoudens aanzetten tot energiebesparend gedrag en gebruik van energiebesparende producten. Met de uitgevoerde pilotprojecten van de Energiebox en de Energiebon wil het Ministerie van VROM onderzoeken of met deze instrumenten een bijdrage kan worden geleverd aan gedragsverandering en de daarmee samenhangende CO2-reductie. In deze eindrapportage worden de resultaten van de monitoring en evaluatiestudie van de pilots beschreven met als doel: Bepalen hoe de acties in de praktijk gewaardeerd worden, welke producten daadwerkelijk worden gebruikt en welk directe en indirecte effecten de acties hebben op energiebesparing, CO2-reductie en gedragsverandering.

  2. Starting points for the reference path in the evaluation of the SER Energy Agreement for Sustainable Growth; Uitgangspunten voor het referentiepad bij de evaluatie van het SER-energieakkoord

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Koelemeijer, R.; Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands); Van Dril, T.; Seebregts, A. [ECN Beleidsstudies, Amsterdam (Netherlands)

    2013-09-01

    The effect of the measures from the SER (Social and Economic Council of the Netherlands) energy agreement on energy, renewable energy and greenhouse gas emissions is assessed by ECN and PBL in relation to the so-called SER-reference path. This paper provides an overview of the assumptions for this reference path with regard to policy, macro-economic development, demography and energy prices and the CO2 price and gives the effect on the price for electricity [Dutch] Het effect van de maatregelen uit het SER-energieakkoord op energiegebruik, hernieuwbare energie en broeikasgasemissies is door ECN en PBL geraamd ten opzichte van het z.g. SER-referentiepad. Deze notitie geeft een overzicht van de gehanteerde uitgangspunten voor dit referentiepad ten aanzien van beleid, macro-economische groei, demografie en energie- en de CO2-prijs en geeft het effect daarvan op de elektriciteitsprijs.

  3. Endopolygalacturonases van Botrytis cinerea: karakteristieken in vitro

    NARCIS (Netherlands)

    Krooshof, G.H.; Kester, H.C.M.; Burgers, K.; Benen, J.A.E.

    2003-01-01

    In dit artikel samenvattingen van lezingen van zeven presentaties van zestien onderzoekers van de KNPV-werkgroep Botrytis die op 18 september 2002 hun jaarlijkse bijeenkomst op het PPO Bomen in Boskoop hielden. De lezingen hadden de volgende onderwerpen: 1) Botrytis problems in hardy ornamentals; 2)

  4. Die hermeneutiek van gereformeerde kerkreg

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Andries le Roux du Plooy

    2012-10-01

    Full Text Available Die artikel het op die belangrikheid en noodsaaklikheid van ‘n hermeneutiek vir die gereformeerde kerkreg gefokus. Die kerkregtelike dokument wat besonderlik ter sake was, is die kerkorde van die Gereformeerde kerke in Suid-Afrika, met sy besondere band met die Dordtse kerkorde van 1618 en 1619. Agtereenvolgens is aandag gegee aan die volgende aspekte soos (1 die eiesoortige aard van ‘n kerkorde as ‘n teologiese dokument en teks, in onderskeiding van regsdokumente; (2 die aard van die hermeneutiek van kerkreg; (3 enkele teorieë oor die interpretasie of uitleg van tekste, veral regstekste en (4 normatiewe vooronderstellings en reëls vir die interpretasie en verstaan van die teks en artikels van die kerkorde asook besluite van kerklike vergaderinge. Die gevolgtrekking was dat weinig indringende navorsing gedoen is oor die saak van hermeneutiek vir kerkreg, hoewel dit noodsaaklik is. Duidelike hermeneutiese reëls is gesuggereer en verduidelik, wat sou kon meehelp dat kerke en kerklike vergaderinge die artikels van die kerkorde asook besluite en reglemente wat daarop berus het, kan interpreteer en toepas. The hermeneutics of reformed church polity. The article focused on the importance and urgency of a design for reformed hermeneutics on church polity. The Church Order referred to in the article is the Church Order of the Reformed Churches in South Africa, which are closely related to the Church Order of Dordt of 1618 and 1619. The following aspects received attention namely (1  the unique character of a Church Order, in comparison to and distinguished from legal documents and statutes; (2 the character and nature of hermeneutics of church polity; (3 theories of interpretation in the common law tradition and their relevance to church polity and (4 normative presuppositions and marks for the interpretation and understanding of the text and articles of the Church Order, as well as the resolutions of church assemblies. It was found that

  5. Charging up for the future of plug-in hybrids and range extenders. An exploration of options for increased battery utilisation; Opladen voor de toekomst van plug-in hybrides en range extenders. Een verkenning naar mogelijkheden voor vergroten van het elektrische gebruik

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Essen, H.; Schroten, A.; Aarnink, S.

    2013-05-15

    If the full potential of plug-in hybrids and electric cars with a range extender is to be usefully exploited, it is important that these vehicles be used in battery mode as much as possible. This means that users' charging and driving behaviour needs to be positively influenced. This can be achieved through suitably designed financial incentives on the part of employers and government, further expansion of battery-charging infrastructure, and transferring knowledge on driving style. Improved driving and charging behaviour will lead to lower effective fuel consumption, reduced CO2 emissions and improved air quality. These are some of the results of this study in which it is examined how the performance of plug-in hybrids and cars with a range extender can be improved. It is the first study to look into the factors governing practical usage of such vehicles and the options available to the various parties to improve that usage. To this end a literature study was carried out and interviews were held with employers, leasing companies, trade associations, government agencies and other parties [Dutch] Om het potentieel van plug-in hybrides en elektrische auto's met een range extender te benutten is het van belang dat deze auto's zoveel mogelijk elektrisch worden gereden. Hiervoor is het nodig om het oplaad- en rijgedrag van de gebruikers positief te beïnvloeden. Dit kan door het geven van slimme financiële prikkels door werkgevers en overheid, het verder uitbreiden van de laadinfrastructuur en kennisoverdracht over rijgedrag. Een verbeterd rij- en laadgedrag zorgt voor een lager brandstofpraktijkverbruik, minder CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit. Dit staat onder meer in de studie 'Opladen voor de toekomst van plug-in hybrides en range extenders' van CE Delft, waarin op verzoek van de Nederlandse importeurs van Toyota en Opel is onderzocht hoe het elektrisch gebruik kan worden verbeterd. Hierin is voor het eerst gekeken naar de factoren

  6. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2008; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2008

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2009-09-15

    1450 flower bulb businesses were approached for the Dutch Energy Monitor 2008. The response rate was 56%. A comparison with the energy use of 2007 or 2006 proved to be of little use due to the differences between the various databases. The calculated energy use data per crop in 2008 are suitable as reference values for the monitoring up to 2011. The Energy Efficiency Index of 2008 was set at 100. 25 energy saving measures have been examined in the monitoring to see to what extent they are used. Strikingly, only 11% of the businesses used the ethylene analyzer. Insulation of the cold store, frequency-controlled ventilators and rounded outlets in the system wall were used relatively often (by respectively 70%, 50% and 38% of the businesses). In forcing, energy shields, façade insulation and pre-growing/multi-layer cultivation score relatively high (respectively 55%, 53% and 24%). Deployment of the climate computer in growing and forcing also scores relatively high at 65%. The most frequently used measure is deployment of a high efficiency condensing boiler (77%). Sustainable energy is used in nearly 20% of the businesses, deployment of hot greenhouse air for drying being the most frequently used measure (76 businesses). Green electricity is the second sustainable energy source (purchased by nearly 5% of businesses). The share of sustainable energy is thus 2.3%. The CO2 emission resulting from direct use of fossil fuels at 495 of the monitored businesses was calculated to amount to 30,541 tons in cultivation (drying and storage) and 25.002 in forcing (greenhouse heating). The total amount is thus 55.544 tons. [Dutch] Voor de Energiemonitor 2008 zijn 1450 bloembollenbedrijven aangeschreven. De response was 56%. Een vergelijking met het energieverbruik in 2007 of in 2006 is door de afwijkende samenstellingen van de verschillende databases weinig zinvol gebleken. De berekende energieverbruikscijfers per gewas van 2008 zijn wel goed bruikbaar als referentiewaarden voor

  7. Fractional CO2 laser treatment for vaginal laxity: A preclinical study.

    Science.gov (United States)

    Kwon, Tae-Rin; Kim, Jong Hwan; Seok, Joon; Kim, Jae Min; Bak, Dong-Ho; Choi, Mi-Ji; Mun, Seok Kyun; Kim, Chan Woong; Ahn, Seungwon; Kim, Beom Joon

    2018-05-07

    Various studies have investigated treatment for vaginal laxity with microablative fractional carbon dioxide CO 2 laser in humans; however, this treatment has not yet been studied in an animal model. Herein, we evaluate the therapeutic effects of fractional CO 2 laser for tissue remodeling of vaginal mucosa using a porcine model, with the aim of improving vaginal laxity. The fractional CO 2 laser enables minimally invasive and non-incisional procedures. By precisely controlling the laser energy pulses, energy is sent to the vaginal canal and the introitus area to induce thermal denaturation and contraction of collagen. We examined the effects of fractional CO 2 laser on a porcine model via clinical observation and ultrasound measurement. Also, thermal lesions were histologically examined via hematoxylin-eosin staining, Masson's trichrome staining, and Elastica van Gieson staining and immunohistochemistry. The three treatment groups, which were determined according to the amount of laser-energy applied (60, 90, and 120 mJ), showed slight thermal denaturation in the vaginal mucosa, but no abnormal reactions, such as excessive hemorrhaging, vesicles, or erythema, were observed. Histologically, we also confirmed that the denatured lamina propria induced by fractional CO 2 laser was dose-dependently increased after laser treatment. The treatment groups also showed an increase in collagen and elastic fibers due to neocollagenesis and angiogenesis, and the vaginal walls became firmer and tighter because of increased capillary and vessel formation. Also, use of the fractional CO 2 laser increased HSP (heat shock protein) 70 and collagen type I synthesis. Our results show that microablative fractional CO 2 laser can produce remodeling of the vaginal connective tissue without causing damage to surrounding tissue, and the process of mucosa remodeling while under wound dressings enables collagen to increase and the vaginal wall to become thick and tightened. Lasers Surg. Med

  8. Wear resistance of nano- and micro-crystalline diamond coatings onto WC-Co with Cr/CrN interlayers

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Polini, Riccardo [Dipartimento di Scienze e Tecnologie Chimiche, Universita di Roma Tor Vergata, Via della Ricerca Scientifica, 1, Rome, 00133 (Italy); Barletta, Massimiliano, E-mail: barletta@ing.uniroma2.i [Dipartimento di Ingegneria Meccanica, Universita di Roma Tor Vergata, Via del Politecnico, 1, Rome, 00133 (Italy); Cristofanilli, Giacomo [Dipartimento di Scienze e Tecnologie Chimiche, Universita di Roma Tor Vergata, Via della Ricerca Scientifica, 1, Rome, 00133 (Italy)

    2010-12-30

    Cr/CrN bi-layers have been used recently to promote the growth of high quality Hot Filament Chemical Vapour Deposition (HFCVD) diamond coatings onto Co-cemented tungsten carbide (WC-6 wt.%Co) substrates. In the present investigation, the influence of the crystalline size of the diamond coatings on their wear endurance is looked into. Nano- (NDC) and micro-crystalline Diamond Coatings (MDC) were deposited by HFCVD onto untreated and Fluidized Bed (FB) treated Cr/CrN interlayers. NDCs, characterized by a cauliflower-like morphology, showed improved wear resistance. However, the superimposition of NDCs onto Cr/CrN interlayers micro-corrugated by FB treatment was found to be the most promising choice, leading to the formation of highly adherent and wear resistant coatings.

  9. Micro-electro-mechanical systems (MEMS)-based micro-scale direct methanol fuel cell development

    International Nuclear Information System (INIS)

    Yao, S.-C.; Tang Xudong; Hsieh, C.-C.; Alyousef, Yousef; Vladimer, Michael; Fedder, Gary K.; Amon, Cristina H.

    2006-01-01

    This paper describes a high-power density, silicon-based micro-scale direct methanol fuel cell (DMFC), under development at Carnegie Mellon. Major issues in the DMFC design include the water management and energy-efficient micro fluidic sub-systems. The air flow and the methanol circulation are both at a natural draft, while a passive liquid-gas separator removes CO 2 from the methanol chamber. An effective approach for maximizing the DMFC energy density, pumping the excess water back to the anode, is illustrated. The proposed DMFC contains several unique features: a silicon wafer with arrays of etched holes selectively coated with a non-wetting agent for collecting water at the cathode; a silicon membrane micro pump for pumping the collected water back to the anode; and a passive liquid-gas separator for CO 2 removal. All of these silicon-based components are fabricated using micro-electro-mechanical systems (MEMS)-based processes on the same silicon wafer, so that interconnections are eliminated, and integration efforts as well as post-fabrication costs are both minimized. The resulting fuel cell has an overall size of one cubic inch, produces a net output of 10 mW, and has an energy density three to five times higher than that of current lithium-ion batteries

  10. Die identifisering van maatstawwe vir die navorsingsprestasie van akademici

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    H. A. Labuschagne

    1990-06-01

    Full Text Available Identification of criteria for academic research performance. At South African universities, the achievement of objectives is usually measured in terms of so-called "process criteria" (e.g. pass rates, instead of performance criteria which reflect the quality of academic personnel. Stimulated by the need to identify valid indices of research performance, as a component of academic performance, this study investigated the dimensionality of several criteria, identified from empirical and literature studies. It was found that various valid criteria could be represented by six constructs, viz.: the stature of the researcher as scientist; scientific contributions; enhancement of own profession; community development; participation in research projects; and giving advice to persons or institutions outside the university. Opsomming By Suid-Afrikaanse universiteite word doelwitbereiking gewoonlik aan die hand van sogenaamde "prosesmaat-stawwe" (bv. slaagsyfers in plaas van prestasiemaatstawwe wat die gehalte van akademiese personeel weerspieel, gemeet. Na aanleiding van 'n behoefte aan die identifisering van geldige rigtingwysers vir navorsingsprestasie as 'n komponent van akademiese prestasie, is daar ondersoek ingestel na die dimensionaliteit van verskillende maatstawwe wat vooraf deur middel van empiriese- en literatuurstudies geidentifiseer is. Daar is gevind dat verskeie geldige maatstawwe deur ses konstrukte verteenwoordig word, te wete: die statuur van die navorser as wetenskaplike, wetenskaplike bydraes, uitbouing van eie professie, gemeenskapsontwikkeling, deelname aan navorsingsprojekte en advieslewering aan persone of instellings buite die Universiteit.

  11. The role of van der waals interaction on quantum-mechanical tunneling

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Takayanagi, Toshiyuki; Kurosaki, Yuzuru [Japan Atomic Energy Research Inst., Tokai, Ibaraki (Japan). Tokai Research Establishment

    1998-10-01

    We present three-dimensional quantum cumulative reaction probabilities for the F + H{sub 2}, D{sub 2}, and HD reactions with a special emphasis on resonances associated with quasi-bound states localized in the reactant van der Waals region of the potential energy surface. The accurate ab initio potential surface of Stark and Werner and the less accurate 5SEC-W surface developed by Truhlar and co-workers have been employed. (author)

  12. Invloed van minerale olie op de bestrijding van Phytophthora infestans in pootaardappelen

    NARCIS (Netherlands)

    Spits, H.G.; Bus, C.B.

    2003-01-01

    De invloed van toevoeging van olie aan een fungicide op de werking van het fungicide is afhankelijk van het gebruikte fungicide. Gezamenlijk spuiten van olie en Aviso DF, Curzate M en mogelijk ook Acrobat, verhoogt de curatieve werking van deze fungiciden. Gezamenlijk spuiten van olie en Aviso DF,

  13. B. J. van der Merwe . Pentateugtradisies in die prediking van ...

    African Journals Online (AJOL)

    B. J. van der Merwe . Pentateugtradisies in die prediking van Deuterojesaja. Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor in de Godgeleerdheid aan de Rijkuniversiteit te Groningen. Uitg. J. B. Wolters, Groningen, Djakarta. 1955. 280 bls.

  14. n Oorsig van die huidige stand van navorsing oor die

    African Journals Online (AJOL)

    Test

    7 Jun 2011 ... Die eerste maal wat dit as deel van die teks van 1 Johannes aangehaal word, is in die. 4de eeu in 'n Latynse teks, Liber Apologeticus (hf 4). Eers aan die einde van die 16de eeu is dit in 'n amptelike Katolieke uitgawe van die Vulgaat ingesluit. Die doel van die Johannesbriewe. Waarom is die Briewe ...

  15. Oorlewing van die skerpioen Opistophthalmus pugnax (Scorpionidae ná blootstelling aan ’n letale dosis SO2-gas

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Willie J. van Aardt

    2013-02-01

    Full Text Available Skerpioene is bekend vir hul aanpasbaarheid by toestande in ’n droë habitat, min voedsel en radioaktiewe bestraling. Niks is bekend oor hul aanpasbaarheid by skadelike gasse nie. Resultate van hierdie eksperiment by Opistophthalmus pugnax bewys dat hulle ’n hoë dosis van 1000 dele per miljoen SO2 kan oorleef wat nie die geval is by die mens nie. Byvoorbeeld, die suurstofverbruikskoers neem eerder toe van 4.16 µmol/g-1 uur-1 na 7.69 µmol/g-1uur-1, een uur ná blootstelling aan SO2. Veertig minute na blootstelling was die ṀO2 steeds bykans twee keer hoër in vergelyking met die ṀO2 aan die begin. Hierdie bevinding moet deur verdere eksperimente nagevors word, veral wat die rol van spirakulumsluiting speel by blootstelling aan SO2.

  16. Johannes Maccovius (1588-1644) zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de gereformeerde theologie van de zeventiende eeuw

    NARCIS (Netherlands)

    Asselt, W.J. van

    2006-01-01

    In de kerkelijke geschiedschrijving behoort Jan Makowsky (1588-1644) bepaald niet tot de categorie van auteurs die op enigerlei sympathie kunnen rekenen(1). Deze Poolse aristocraat en zwager van Rembrandt(2), die bijna dertig jaar lang theologie en filosofie doceerde aan de universiteit van

  17. Winter time burst of CO2 from the High Arctic soils of Svalbard

    DEFF Research Database (Denmark)

    Friborg, Thomas; Hansen, Birger; Elberling, Bo

    of relatively few measurements which appear to give small and constant emission rates. Further, most studies of the processes behind winter time emission of CO2 conclude that the flux during this time of year can be linked to the respiratory release of CO2 from soil micro organisms, which is temperature...... the winter at a high arctic location in Svalbard (78°N). Measurements were conducted in the field during the winter season of 2004-2005 and show reliable and continuous measurements of CO2 fluxes down to a level of 0.01 ìmol m-2 s-1 and good correspondence with other types of soil chambers. Our results...... indicate that a substantial part of the annual CO2 emission from the ecosystem occur during the freeze in period, where more CO2 is emitted from the soil over a few weeks than the accumulated flux for the rest of the winter. During the coldest part of the...

  18. Stroming en samenstelling van de sprengen en het grondwater van de Veluwe in 1996; een vergelijking met de toestand van 1986

    NARCIS (Netherlands)

    Meinardi CR; LBG

    1999-01-01

    Monsters water uit sprengen en grondwater van de Veluwe zijn onderzocht op concentraties van hoofdcomponenten en van microcomponenten (bepalingen door NITG). Onderzoek is gedaan ter bepaling van verblijftijden in de bodem van grondwater en van het water in sprengen. De intrekgebieden van de

  19. Superplasticity and Micro-arrayed Deep-Drawing Behavior of Ni-Co/GO Nanocomposite

    Science.gov (United States)

    Wang, Guofeng; Zhao, Shanshan; Li, You; Yang, Chao; Liu, Siyu

    2017-10-01

    In this article, Ni-Co/GO nanocomposite was fabricated by AC pulse electrodeposition method. The room temperature strength tests and the superplasticity of the nanocomposite were investigated by the tensile tests. A 5 × 5 micro-arrayed deep-drawing die was designed to explore the feasibility of micro-forming. The as-deposited material has a narrow grain size distribution with a mean grain size of 50 nm. The addition of GO as a reinforcing phase can effectively enhance the room temperature tensile strength of the nanocomposite, but reduce the plasticity. When adding GO to the plating bath, a maximum elongation of 467% was observed for the specimen with a GO content of 0.01 g/L at 773 K and a strain rate of 1.67 × 10-3 s-1 by tensile tests. Micro-arrayed deep-drawing tests were subsequently performed with male die diameter of 0.58 mm and female die diameter of 0.8 mm. The experimental relative drawing height values were measured and compared with the deep-drawing parts without GO additive. It is found that the micro-arrayed deep-drawing with rigid male die at high temperature was feasible and forming parts with good shape could be got. The thickness distribution analysis of the deep-drawing parts showed that wall thickness changed ranging from 53 to 95 μm, and the thickness reduction at the punch fillet is the most obvious.

  20. A. VAN SELMS. LUKAS SE SEGSMAN VIR DIE GESKIEDENIS VAN ...

    African Journals Online (AJOL)

    Test

    oordele aan die eerste drie hoofstukke van sy Evangelie, het Lukas onder „van ..... Simon te onderskei van Simon Petrus, hoef ons nie erns te maak nie. .... op hulle beurt vereenselwig met Mosa van Jos. .... i&) Lukas der Arzt. Leipzig, 1906.

  1. Closed-form solution for static pull-in voltage of electrostatically actuated clamped-clamped micro/nano beams under the effect of fringing field and van der Waals force

    Science.gov (United States)

    Bhojawala, V. M.; Vakharia, D. P.

    2017-12-01

    This investigation provides an accurate prediction of static pull-in voltage for clamped-clamped micro/nano beams based on distributed model. The Euler-Bernoulli beam theory is used adapting geometric non-linearity of beam, internal (residual) stress, van der Waals force, distributed electrostatic force and fringing field effects for deriving governing differential equation. The Galerkin discretisation method is used to make reduced-order model of the governing differential equation. A regime plot is presented in the current work for determining the number of modes required in reduced-order model to obtain completely converged pull-in voltage for micro/nano beams. A closed-form relation is developed based on the relationship obtained from curve fitting of pull-in instability plots and subsequent non-linear regression for the proposed relation. The output of regression analysis provides Chi-square (χ 2) tolerance value equals to 1  ×  10-9, adjusted R-square value equals to 0.999 29 and P-value equals to zero, these statistical parameters indicate the convergence of non-linear fit, accuracy of fitted data and significance of the proposed model respectively. The closed-form equation is validated using available data of experimental and numerical results. The relative maximum error of 4.08% in comparison to several available experimental and numerical data proves the reliability of the proposed closed-form equation.

  2. Digitale incunabelen : Over het belang van het archiveren van websites

    NARCIS (Netherlands)

    Voerman, Gerrit; Keyzer, Andreas; den Hollander, Franciscus

    'Het geheugen van Nederland verpulvert'. Zo luidde de noodkreet van ruim twintig grote bibliotheken in het voorjaar van 1998. In een advertentie in enkele landelijke dagbladen vroegen deze bibliotheken om honderden miljoenen guldens voor het restaureren, fotograferen en digitaliseren van boeken en

  3. Digitale incunabelen : Over het belang van het archiveren van websites

    NARCIS (Netherlands)

    Voerman, Gerrit; Keyzer, Andreas; den Hollander, Franciscus

    2000-01-01

    'Het geheugen van Nederland verpulvert'. Zo luidde de noodkreet van ruim twintig grote bibliotheken in het voorjaar van 1998. In een advertentie in enkele landelijke dagbladen vroegen deze bibliotheken om honderden miljoenen guldens voor het restaureren, fotograferen en digitaliseren van boeken en

  4. Inclusie door interprofessionele samenwerking. : Resultaten van de proeftuinen van PACT.

    NARCIS (Netherlands)

    Doornenbal, Jeannette; Fukkink, Ruben; van Yperen, Tom; Balledux, Mariëlle; Spoelstra, Jolanda; Verseveld, Marloes

    2017-01-01

    Deze rapportage gaat over de resultaten van de PACT-proeftuinen waaraan in opdracht van Het Kinderopvangfonds van 2015 tot 2017 is gewerkt. PACT-proeftuinen zijn innovatieve praktijken waarin door middel van interprofessionele samenwerking tussen de kinderopvang, het basisonderwijs en de zorg wordt

  5. Die opleiding van bedryfsielkundiges aan die universiteit van Fort Hare

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    W. Botha

    1977-11-01

    Full Text Available Die Departement Bedryfsielkunde aan die Universiteit van Fort Hare is 'n relatiewe jong departement en het eers in 1965 tot stand gekom. Voor hierdie datum is Bedryfsielkunde as 'n kort kursus deur die departement van suiwer Sielkunde aangebied en een van die destydse dosente, Dr. W. Backer, het die inisiatief geneem om 'n selfstandige departement van Bedryfsielkunde in die Fakulteit van Ekonomiese Wetenskappe op die been te bring.

  6. Herziening van de zedendelicten? : Een analyse van Titel XIV, Tweede Boek, Wetboek van Strafrecht met het oog op samenhang, complexiteit en normstelling

    NARCIS (Netherlands)

    Lindenberg, Kai; van Dijk, Alwin

    2015-01-01

    De zedendelicten zoals omschreven in Titel XIV, Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht, zijn geen rustig bezit. Sinds 1886 – en met name de laatste vijfentwintig jaar – is veel aan de zedentitel gesleuteld en toegevoegd. Diverse malen is daarbij gesproken over algehele herziening, maar uiteindelijk

  7. Herziening van de zedendelicten? : Een analyse van Titel XIV, Tweede Boek, Wetboek van Strafrecht met het oog op samenhang, complexiteit en normstelling

    NARCIS (Netherlands)

    Lindenberg, Kai; van Dijk, Alwin

    2016-01-01

    De zedendelicten zoals omschreven in Titel XIV, Boek 2 van het Wetboek van Strafrecht, zijn geen rustig bezit. Sinds 1886 – en met name de laatste vijfentwintig jaar – is veel aan de zedentitel gesleuteld en toegevoegd. Diverse malen is daarbij gesproken over algehele herziening, maar uiteindelijk

  8. CO2 EFFECTS ON MOJAVE DESERT PLANT INTERACTIONS

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    L. A. DEFALCO; G. C. FERNANDEZ; S. D. SMITH; R. S. NOWAK

    2004-01-01

    Seasonal and interannual droughts characteristic of deserts have the potential to modify plant interactions as atmospheric CO{sub 2} concentrations continue to rise. At the Nevada Desert FACE (free-air CO{sub 2} enrichment) facility in the northern Mojave Desert, the effects of elevated atmospheric C02 (550 vs. ambient {approx}360 {micro}mol mol{sup -1}) on plant interactions were examined during two years of high and low rainfall. Results suggest that CO{sub 2} effects on the interaction between native species and their understory herbs are dependent on the strength of competition when rainfall is plentiful, but are unimportant during annual drought. Seasonal rainfall for 1999 was 23% the long-term average for the area, and neither elevated CO{sub 2} nor the low production of herbaceous neighbors had an effect on relative growth rate (RGR, d{sup -1}) and reproductive effort (RE, number of flowers g{sup -1}) for Achnatherum hymenoides (early season perennial C{sub 3} grass), Pleuraphis rigida (late season perennial C{sub 4} grass), and Larrea tridentata (evergreen C{sub 3} shrub). In contrast, 1998 received 213% the average rainfall. Consequently, the decrease in RGR and increase in RE for Achnatherum, whose period of growth overlaps directly with that of its neighbors, was exaggerated at elevated CO{sub 2}. However, competitive effects of neighbors on Eriogonum trichopes (a winter annual growing in shrub interspaces), Pleuraphis and Larrea were not affected by elevated CO{sub 2}, and possible explanations are discussed. Contrary to expectations, the invasive annual neighbor Bromus madritensis ssp. rubens had little influence on target plant responses because densities in 1998 and 1999 at this site were well below those found in other studies where it has negatively affected perennial plant growth. The extent that elevated CO{sub 2} reduces the performance of Achnatherum in successive years to cause its loss from the plant community depends more on future pressure

  9. Results of a survey on the sustainable import of biomass; Resultaat Enquete duurzame import van biomassa

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bergsma, G.C.; Groot, M.I.

    2006-06-15

    of their own accord. Attention was drawn surprisingly often to the importance of small holdings, i.e. 'family farms', and maximisation of yields and CO2 reductions per hectare of farmland. It is recommended to take this latter issue on board, in part as a means of elaborating the aspect of 'preventing competition with food production' in practical terms. Based on the survey results, the report concludes with several concrete recommendations on sustainability criteria for biomass. The report published by the Cramer Commission in August 2006 is largely grounded in these survey results and the accompanying evaluation. [Dutch] In de strijd tegen klimaatverandering wordt steeds vaker biomassa ingezet als alternatief voor fossiele brandstoffen. Van belang is dat de winst aan duurzaamheid die Nederland hierdoor kan boeken, niet ten koste gaat van duurzaamheid in de productielanden. Een set aspecten (voedselvoorziening, natuur, welvaart en welzijn, arbeidsomstandigheden, milieuzorg, bodemkwaliteit en waterkwaliteit) is ontwikkeld aan de hand waarvan de duurzaamheid van biomassa aangetoond kan worden. Voor het toetsen van draagvlak hiervoor heeft CE een webenquete uitgezet onder stakeholders. Hierop hebben 104 respondenten gereageerd. In het rapport zijn alle resultaten en conclusies gespreid over NGO's, bedrijfsleven, overheid en algemeen gerapporteerd. Een aantal opvallende conclusies zijn: Het merendeel van de respondenten acht een duurzaamheidstoets voor biomassa mogelijk mits er adequate duurzaamheideisen gesteld worden (68%); Vrijwel alle respondenten vinden dat de duurzaamheidscriteria moeten gelden voor alle toepassingen van biomassa (90%); Of duurzaamheidscriteria afhankelijk moeten zijn van de productieregio wordt door de respondenten heel verschillend gezien (helft voor helft tegen); Veel NGO's vinden dat duurzaamheidscriteria specifiek zouden moeten zijn per biomassastroom (50%), in tegenstelling tot het bedrijfsleven dat pleit voor

  10. Thermo physical and flow properties of CO{sub 2} hydrate slurry - Scientific paper

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Sari, O.; Hu, J.; Eicher, S.; Egolf, P. W. [Institute of Thermal Engineering, University of Applied Sciences of Western Switzerland, Yverdon-les-Bains (Switzerland); Homsy, P. [Nestec, Vevey (Switzerland)

    2008-07-01

    The apparent viscosity and flow regime of CO{sub 2} hydrate slurry were investigated with a XL7-100 on-line resonant viscometer. Possible reasons for the viscosity changes before and after the nucleation of hydrates are discussed. In addition, super saturation of the CO{sub 2} solution under certain pressure and temperature conditions as well as its density and apparent viscosity were examined. The hydrate's solid fraction and the dissociation enthalpy were evaluated by an on-line Micro DSC system. Real-time coupled multi-electrode array sensor (CMAS) probes were applied to measure the maximal localized corrosion rate of three different materials subjected to CO{sub 2} hydrate slurry and saturated CO{sub 2} solution in the temperature range of 1 to 18 {sup o}C and pressure range of 25 to 30 bar. The density of CO{sub 2} hydrate slurry was also experimentally investigated and the relation between the density and the solid fraction has been established. (author)

  11. THz absorption spectrum of the CO2–H2O complex: Observation and assignment of intermolecular van der Waals vibrations

    DEFF Research Database (Denmark)

    Andersen, Jonas; Heimdal, J.; Wallin Mahler Andersen, Denise

    2014-01-01

    have been assigned and provide crucial observables for benchmark theoretical descriptions of this systems’ flat intermolecular potential energy surface. A (semi)-empirical value for the zero-point energy of 273 ± 15 cm−1 from the class of intermolecular van der Waals vibrations is proposed...... and the combination with high-level quantum chemical calculations provides a value of 726 ± 15 cm−1 for the dissociation energy D0...

  12. Het effect van creatief schrijven op het lezen van korte verhalen

    NARCIS (Netherlands)

    Janssen, T.; van den Bergh, H.

    2010-01-01

    Schrijven en lezen zijn complementaire vaardigheden, niet alleen bij referentiële teksten, maar ook bij fictionele. Janssen en Van den Bergh doen verslag van een onderzoek naar de invloed van creatief schrijven op het lezen van verhalen. Als leerlingen, voorafgaand aan het lezen van een verhaal, een

  13. Die spel van assosiasies in en om 'Die verlossing van die beeld' van Breyten Breytenbach

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    P.A. du Toit

    2005-07-01

    Full Text Available The play of association in and around 'The liberation of the image' by Breyten Breytenbach This analysis focuses on the conjunction of memory and imagination, which is an important impulse in, and key to, Breytenbach’s work. The play with language and with associations, the foregrounding, in the short story, “Die verlossing van die beeld” (Breytenbach, 1983 with its metafictional title and apparently divergent motifs (rain/water, watch, onion, the death and burial of a grandfather acts, as it were, as an invitation to the reader to become a co-player. The reader ventures on a search for traces, intertextual links within the Breytenbach oeuvre and for already acknowledged influences such as Surrealism (which in turn casts some light on the strange title of the story and the Eastern philosophies such as Zen and the even older Taoism. The analysis also takes into account the context in which “Mouroir” was written, namely Breytenbach’s term in prison (1975-1982. Seeing that the writer had to hand in his manuscripts to the jail authorities regularly, he might have decided, consciously or by intuition, to hide some thoughts and feelings behind a screen or a mask, in, for example in “Die verlossing van die beeld”, a lighter tone and irony.

  14. Databank van de lithografische opbouw en morfologische ontwikkeling van de uiterwaarden van de Midden-Waal

    NARCIS (Netherlands)

    Hebinck, K.A.

    2008-01-01

    In de uiterwaarden zijn de komende decennia veel ingrepen gepland. Een goede kennis van de sedimentatiedynamiek en morfologische ontwikkeling van de uiterwaarden is daarbij een vereiste. Daartoe is een digitale databank (op CD bij dit rapport) opgesteld van de opbouw en geomorfologische ontwikkeling

  15. Surface properties of poly(acrylonitrile) (PAN) precipitation polymerized in supercritical CO2 and the influence of the molecular weight.

    Science.gov (United States)

    Shen, Qing; Gu, Qing-Feng; Hu, Jian-Feng; Teng, Xin-Rong; Zhu, Yun-Feng

    2003-11-15

    In this paper, the surface properties, e.g., the total surface free energy and the related Lifshitz-van der Waals and Lewis acid-base components, of polyacrylonitrile (PAN) precipitation polymerized in supercritical CO(2) have been characterized. Moreover, the influence of molecular weight varying has been also investigated. Results show that the surface properties of PAN resulting from supercritical CO(2) are different from those obtained by the conventional method. Of these data, one important finding is that the supercritical CO(2) PAN seems to decrease the surface free energy with the increased molecular weight. Based on previous recorded NMR spectra of this PAN and especially compared to commercial PAN, such phenomena are discussed and ascribed to an increase of the H-bonds and a reduction of the isotacticity in the supercritical CO(2) condition for PAN.

  16. Weyl-van der Waerden spinor technic for spin-3/2 fermions

    International Nuclear Information System (INIS)

    Novaes, S.F.; Spehler, D.

    1991-09-01

    We use the Weyl-van der Waerden spinor technic to construct helicity wave functions for massless and massive spin-3/2 fermions. We apply our formalism to evaluate helicity amplitudes taking into account some phenomenological couplings involving these particles. (author)

  17. ELEVATED CO{sub 2} IN A PROTOTYPE FREE-AIR CO{sub 2} ENRICHMENT FACILITY AFFECTS PHOTOSYNTHETIC NITROGEN RELATIONS IN A MATURING PINE FOREST

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    ELLSWORTH,D.S.; LA ROCHE,J.; HENDREY,G.R.

    1998-03-01

    A maturing loblolly pine (Pinus taeda L.) forest was exposed to elevated CO{sub 2} in the natural environment in a perturbation study conducted over three seasons using the free-air CO{sub 2} enrichment (FACE) technique. At the time measurements were begun in this study, the pine canopy was comprised entirely of foliage which had developed under elevated CO{sub 2} conditions (atmospheric [CO{sub 2}] {approx} 550 {micro}mol mol{sup {minus}1}). Measurements of leaf photosynthetic responses to CO{sub 2} were taken to examine the effects of elevated CO{sub 2} on photosynthetic N nutrition in a pine canopy under elevated CO{sub 2}. Photosynthetic CO{sub 2} response curves (A-c{sub i} curves) were similar in FACE trees under elevated CO{sub 2} compared with counterpart trees in ambient plots for the first foliage cohort produced in the second season of CO{sub 2} exposure, with changes in curve form detected in the foliage cohorts subsequently produced under elevated CO{sub 2}. Differences in the functional relationship between carboxylation rate and N{sub a} suggest that for a given N{sub a} allocated among successive cohorts of foliage in the upper canopy, V{sub c max} was 17% lower in FACE versus Ambient trees. The authors also found that foliar Rubisco content per unit total protein derived from Western blot analysis was lower in late-season foliage in FACE foliage compared with ambient-grown foliage. The results illustrate a potentially important mode of physiological adjustment to growth conditions that may operate in forest canopies. Their findings suggest that mature loblolly pine trees growing in the field may have the capacity for shifts in intrinsic nitrogen utilization for photosynthesis under elevated CO{sub 2} that are not dependent on changes in leaf N. While carboxylation efficiency per unit N apparently decreased under elevated CO{sub 2}, photosynthetic rates in trees at elevated CO{sub 2} concentrations {approx} 550 pmol mol{sub {minus}1} are still

  18. Construct 3D porous hollow Co3O4 micro-sphere: A potential oxidizer of nano-energetic materials with superior reactivity

    Science.gov (United States)

    Wang, Jun; Zheng, Bo; Qiao, Zhiqiang; Chen, Jin; Zhang, Liyuan; Zhang, Long; Li, Zhaoqian; Zhang, Xingquan; Yang, Guangcheng

    2018-06-01

    High energy density and rapid reactivity are the future trend for nano-energetic materials. Energetic performance of nano-energetic materials depends on the interfacial diffusion and mass transfer during the reacted process. However, the development of desired structure to significantly enhance reactivity still remains challenging. Here we focused on the design and preparation of 3D porous hollow Co3O4 micro-spheres, in which gas-blowing agents (air) and maximize interfacial interactions were introduced to enhance mass transport and reduce the diffusion distance between the oxidizer and fuel (Aluminum). The 3D hierarchical Co3O4/Al based nano-energetic materials show a low-onset decomposition temperature (423 °C), and high heat output (3118 J g-1) resulting from porous and hollow nano-structure of Co3O4 micro-spheres. Furthermore, 3D hierarchical Co3O4/Al arrays were directly fabricated on the silicon substrate, which was fully compatible with silicon-based microelectromechanical systems to achieve functional nanoenergetics-on-a-chip. This approach provides a simple and efficient way to fabricate 3D ordered nano-energetic arrays with superior reactivity and the potential on the application in micro-energetic devices.

  19. Local climate policy in Alkmaar, Netherlands. Policy analysis from A to Z; Lokaal Klimaatbeleid in Alkmaar. Beleidsanalyse van A tot Z

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Burger, H.; Heinink, H. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2002-04-01

    This report describes the results of the final phase of a research project about local climate policy. An ideal model of a climate management system was tested by practise for the municipality of Alkmaar. In this case study ECN analysed numerous policy documents as well as the process of building a new soccer stadium. We looked if the municipal organisation passed through all the steps of this climate management system and if it used any mechanisms through which the external integration of climate policy in policies other than environmental policy fields could be enhanced. The report shows that though the model was not running effectively in Alkmaar, the municipal organisation still managed to partly integrate climate policy in non-environment policy areas. For the major part this can be contributed to enthusiastic and hard-working sustainability coordinators. Had the systematic approach been in place, the municipality would clearly be more accurate in its network policy steering which proved necessary to realise the new soccer stadium. [Dutch] Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar lokaal klimaatbeleid in Alkmaar. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de eerste maanden van 2001. Het is onderdeel van het onderzoeksproject 'Lokale overheden en klimaatbeleid' dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Onderzoek Programma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering (NOP-MLK). Doelstelling van het onderzoek is te analyseren in hoeverre er in de dagelijkse Alkmaarse beleidspraktijk sprake is van integraal klimaatbeleid. Daartoe is er een analyse gemaakt van beleidsdocumenten en het proces rond de bouw van het nieuwe AZ-voetbalstadion. De conclusies hebben betrekking op de stand van zaken op het moment van onderzoek. In de periode tussen onderzoek en publicatie is veel gebeurd. Zo is Alkmaar sterk betrokken bij afspraken voor CO2- reductie met de provincie, bij het CO2- servicepunt en bij het bovengenoemde klimaatconvenant. De conclusies

  20. Fluorescentievingerafdruk van Aardappel, Melganzenvoet en Mais : Eerste resultaten van plantonderscheid met behulp van fluorescentie

    NARCIS (Netherlands)

    Groot, T.T.; Nieuwenhuizen, A.T.

    2012-01-01

    Als het spectrum van één “soort” (gewas) vergeleken wordt met de rest (onkruid) neemt het onderscheid van het “gewas” af tot 70%. Het lijkt dus nodig ook de spectra van alle soorten onkruid in het veld te kennen om een goed onderscheid mogelijk te maken. De doelstelling voor deze metingen is een

  1. Proeven van tekstkritiek. Een onderzoek betreffende de tekstgeschiedenis van de Renout van Montalbaen en de Perceval

    NARCIS (Netherlands)

    Hogenhout-Mulder, Maaike Janna

    1984-01-01

    In dit proefschrift wordt een poging gedaan de tekstgeschiedenis te achterhalen van twee Middelnederlandse tekstfragmenten: een gedeelte uit de RENOUT VAN MONTALBAEN en een gedeelte uit de PERCEVAL. ... Zie: Twee tekstfragmenten als object van onderzoek

  2. Air pollutant and greenhouse gas emissions of passenger cars. A comparison of standard-based values and practical data per fuel type; Luchtvervuilende en klimaatemissies van personenauto's. Een vergelijking van norm- en praktijkwaarden per brandstofsoort

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Essen, H.P.; Van Grinsven, A.H.; Hoen, M.J.J. ' t

    2013-10-15

    Although tax regulations provide an incentive for buying a car with reduced CO2 emissions, in the coming years the share of diesel vehicles in the business segment is likely to grow, thus unintentionally threatening air quality. This is because the NOx emissions of a modern Euro 5 diesel car are still very high in practice. Despite the NOx Euro standards for diesel vehicles having been substantially tightened since 1992, in practice there proves to have been very little progress, with Euro 5 diesel vehicles still emitting approximately the same amount of NOx as 21 years ago, as the present study shows [Dutch] De fiscale regels stimuleren de verkoop van auto's die minder CO2 uitstoten, maar zorgen de komende jaren naar verwachting voor een groei van het aandeel dieselauto's in het zakelijke segment. Deze groei vormt onbedoeld een bedreiging voor de luchtkwaliteit. Dit komt doordat de luchtvervuilende NOx-emissie van een moderne Euro 5-dieselauto's in de praktijk nog altijd erg hoog is. Ondanks dat de NOx-Euronormen voor diesels sinds 1992 flink zijn aangescherpt, blijkt in de praktijk dat er nauwelijks progressie is geboekt en dat een Euro 5-diesel nog steeds gemiddeld evenveel NOx-uitstoot als 21 jaar geleden.

  3. Invoering van algemene vaardigheden: mogelijkheden van een vakoverstijgende aanpak

    NARCIS (Netherlands)

    Leenders, F.J.

    2003-01-01

    Centrale vraag: Het onderzoek richtte zich op de implementatie van vakoverstijgend vaardighedenonderwijs in de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs. Belangrijkste conclusies: De brochure bevat onder meer een beschrijving van vijf scholen waar op verschillende wijze vaardighedenonderwijs

  4. Resultaten van het Rijkswaterstaat JAMP 2009 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.). Biologische gegevens van bot en milieukritische stoffen in bot

    OpenAIRE

    Hoek-van Nieuwenhuizen, van, M.; Barneveld, van, E.

    2010-01-01

    De in dit rapport beschreven werkzaamheden zijn in 2009 door IMARES uitgevoerd op basis van een opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens van bot (visziekten). De benodigde monsters bot werden verzameld door IMARES. Tevens werd materiaal van bot verzameld voor chemisch onderzoek en geanalyseerd.

  5. Theoretical study of the microscopic appearance of the capture and storage of CO2 by zeolites: Studies of Zn-imidazole and triazole clusters with CO2

    International Nuclear Information System (INIS)

    Boulmene, Rida

    2016-01-01

    Several experimental and theoretical studies have shown the ability of zeolitic-imidazole frameworks (ZIFs) materials to capture the CO 2 gas. In this study, we have focused on the interaction of CO 2 with one of the sub-unit of ZIFs i.e. the complex between the imidazole and zinc (Im-Zn+q, q = 0,1, 2) or triazole without zinc. Various adsorption sites are examined for these complexes.The calculations were performed using ab initio methods MP2; CCSD(T)-F12 and density functional theory with PBE PBE0, M1 and M05-2X functionals with different basis set (aug-cc-pVDZ, aug-cc-pVTZ and 6-311++G(d, p), tightly integrated in GAUSSIAN and MOLPRO packages. The Grimme corrections for dispersion forces description (DFT-D3) are also included. Our results shows that the stability of our complex structures is achieved by the presence of strong covalent bonds (chemical bonds of organic ligands) and also by Van der Waals and hydrogen weak bonds. Both types of bonding are in competition. This allowed us to better understand the experimental observations. (author)

  6. Landelijke beelden van de diffuse metaalbelasting van de bodem en de metaalgehalten in de bovengrond, alsmede de relatie tussen gehalten en belasting

    NARCIS (Netherlands)

    van Drecht G; Boumans LJM; Fraters B; Reijnders HFR; van Duijvenbooden W; LBG

    1996-01-01

    Schattingen van de diffuse belasting van de bodem met zware metalen zijn beschikbaar voor elke gemeente, grondsoort en grondgebruik. De zware metalenbelasting per gridcel van 500 x 500 m2 werd berekend door gebruik te maken van kaarten van de grondsoort en het grondgebruik. De gepresenteerde

  7. Enhancement of Wound Healing by Non-Thermal N2/Ar Micro-Plasma Exposure in Mice with Fractional-CO2-Laser-Induced Wounds

    Science.gov (United States)

    Shao, Pei-Lin; Liao, Jiunn-Der; Wong, Tak-Wah; Wang, Yi-Cheng; Leu, Steve; Yip, Hon-Kan

    2016-01-01

    Micro-plasma is a possible alternative treatment for wound management. The effect of micro-plasma on wound healing depends on its composition and temperature. The authors previously developed a capillary-tube-based micro-plasma system that can generate micro-plasma with a high nitric oxide-containing species composition and mild working temperature. Here, the efficacy of micro-plasma treatment on wound healing in a laser-induced skin wound mouse model was investigated. A partial thickness wound was created in the back skin of each mouse and then treated with micro-plasma. Non-invasive methods, namely wound closure kinetics, optical coherence tomography (OCT), and laser Doppler scanning, were used to measure the healing efficiency in the wound area. Neo-tissue growth and the expressions of matrix metallopeptidase-3 (MMP-3) and laminin in the wound area were assessed using histological and immunohistochemistry (IHC) analysis. The results show that micro-plasma treatment promoted wound healing. Micro-plasma treatment significantly reduced the wound bed region. The OCT images and histological analysis indicates more pronounced tissue regrowth in the wound bed region after micro-plasma treatment. The laser Doppler images shows that micro-plasma treatment promoted blood flow in the wound bed region. The IHC results show that the level of laminin increased in the wound bed region after micro-plasma treatment, whereas the level of MMP-3 decreased. Based on these results, micro-plasma has potential to be used to promote the healing of skin wounds clinically. PMID:27248979

  8. Resultaten van het Rijkswaterstaat JAMP 2008 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.). Biologische gegevens van bot en milieukritische stoffen in bot

    NARCIS (Netherlands)

    Hoek-van Nieuwenhuizen, van M.; Barneveld, van E.

    2009-01-01

    De in dit rapport beschreven werkzaamheden zijn door Wageningen IMARES uitgevoerd op basis van een opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens van bot. De benodigde monsters

  9. Afbouw van het Wsw-bestand: actualisatie op basis van Wsw-gegevens ultimo 2013

    NARCIS (Netherlands)

    Berden, C.; Tempelman, C.

    2014-01-01

    In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft SEO Economisch Onderzoek onderzoek gedaan naar de verdeling van het Participatiebudget over gemeenten. Een onderdeel van dit onderzoek vormde het voorspellen van de afbouw van het huidige zittend bestand in de Wsw op basis van

  10. Resultaten van het Rijkswaterstaat JAMP 2009 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.). Biologische gegevens van bot en milieukritische stoffen in bot

    NARCIS (Netherlands)

    Hoek-van Nieuwenhuizen, van M.; Barneveld, van E.

    2010-01-01

    De in dit rapport beschreven werkzaamheden zijn in 2009 door IMARES uitgevoerd op basis van een opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens van bot (visziekten). De benodigde

  11. Die beskerming van biologiese diversiteit deur gebruik te maak van die gevoeligheidsvariasie van spesies vir toksiese stowwe

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    A. J. Reinecke

    2003-09-01

    Full Text Available Pogings om algemeen geldende standaarde of maatstawwe vir omgewingskwaliteit op te stel vir die beskerming van Suid-Afrika se ryk biodiversiteit word bemoeilik deur die feit dat spesies baie kan verskil  ten opsigte van hulle gevoeligheid vir toksiese stowwe. Daar kan dus nie sonder meer vanaf een spesie na ’n ander geëkstrapoleer word nie. Deur egter juis gebruik te maak van hierdie variasie in gevoeligheid van spesies, kan die assessering van die risiko wat besoedelingstowwe vir organismes inhou wel op ’n meer wetenskaplike grondslag bedryf word. Hierdie konsep gaan uit van die standpunt dat indien kwaliteitskriteriums opgestel word wat die sensitiefste spesies beskerm, alle ander spesies outomaties beskerm word. Hierdie bydrae fokus op die gebruik van sensitiwiteitsverspreidings van spesies as metode en kyk oorsigtelik en krities na die aard en toepassings van die ekstrapolasiemodelle wat op hierdie verspreidings gebaseer is. Die moontlike aanwending daarvan en die argumente ten gunste daarvan en daarteen word bespreek. Die gevolgtrekking word gemaak dat spesie-sensitiwiteitsverspreidings wel nuttige aanwending kan vind, maar dat  gegewens oor die gevoeligheid van plaaslike spesies  baie skaars is. Hoewel dit reeds bruikbaar is, kan die algemene aanwending daarvan  in Suid-Afrika aansienlik uitgebrei word indien meer navorsing gedoen word om betroubare toksisiteitsgegewens vir verskillende spesies in te win, sodat die model meer verfyn kan word. Daarvoor moet gestandaardiseerde toksisiteitstoetse vir plaaslike spesies eers ontwikkel word.

  12. Gevolgen van hydrocephalus

    NARCIS (Netherlands)

    Tromp, Cornelis Nicolaas

    1984-01-01

    Hydrocephalus is een aandoening van het centrale zenuwstelsel die de clinicus vrij lang voor grote problemen ten aanzien van de behandeling heeft qesteld. Door de toepassing van de ventriculo-atriale shunttechniek zijn de behandelingsmogelijkheden van hydrocephalus sterk verbeterd. Deze studie

  13. Overzicht van de onderzoekresultaten van kroketten, bitterballen en frikandellen van 1986

    NARCIS (Netherlands)

    Cazemier, G.; Veen, van der N.G.

    1987-01-01

    In 1986 werden in opdracht van de AID 54 monsters frikandellen en 237 monsters kroketten en bitterballen door het RIKILT onderzocht op de eisen, zoals die zijn vastgelegd in de Kwaliteitsverordening Kroketten, Bitterballen en Frika(n)dellen. In dit verslag zijn de analyseresultaten van deze monsters

  14. CO Sensing Performance of a Micro Thermoelectric Gas Sensor with AuPtPd/SnO₂ Catalyst and Effects of a Double Catalyst Structure with Pt/α-Al₂O₃.

    Science.gov (United States)

    Goto, Tomoyo; Itoh, Toshio; Akamatsu, Takafumi; Shin, Woosuck

    2015-12-15

    The CO sensing properties of a micro thermoelectric gas sensor (micro-TGS) with a double AuPtPd/SnO₂ and Pt/α-Al₂O₃ catalyst were investigated. While several nanometer sized Pt and Pd particles were uniformly dispersed on SnO₂, the Au particles were aggregated as particles measuring >10 nm in diameter. In situ diffuse reflectance Fourier transform Infrared spectroscopy (DRIFT) analysis of the catalyst showed a CO adsorption peak on Pt and Pd, but no clear peak corresponding to the interaction between CO and Au was detected. Up to 200 °C, CO combustion was more temperature dependent than that of H₂, while H₂ combustion was activated by repeated exposure to H₂ gas during the periodic gas test. Selective CO sensing of the micro-TGS against H₂ was attempted using a double catalyst structure with 0.3-30 wt% Pt/α-Al₂O₃ as a counterpart combustion catalyst. The sensor output of the micro-TGS decreased with increasing Pt content in the Pt/α-Al₂O₃ catalyst, by cancelling out the combustion heat from the AuPtPd/SnO₂ catalyst. In addition, the AuPtPd/SnO₂ and 0.3 wt% Pt/α-Al₂O₃ double catalyst sensor showed good and selective CO detection. We therefore demonstrated that our micro-TGS with double catalyst structure is useful for controlling the gas selectivity of CO against H₂.

  15. MoS2 /Rubrene van der Waals Heterostructure: Toward Ambipolar Field-Effect Transistors and Inverter Circuits.

    Science.gov (United States)

    He, Xuexia; Chow, WaiLeong; Liu, Fucai; Tay, BengKang; Liu, Zheng

    2017-01-01

    2D transition metal dichalcogenides are promising channel materials for the next-generation electronic device. Here, vertically 2D heterostructures, so called van der Waals solids, are constructed using inorganic molybdenum sulfide (MoS 2 ) few layers and organic crystal - 5,6,11,12-tetraphenylnaphthacene (rubrene). In this work, ambipolar field-effect transistors are successfully achieved based on MoS 2 and rubrene crystals with the well balanced electron and hole mobilities of 1.27 and 0.36 cm 2 V -1 s -1 , respectively. The ambipolar behavior is explained based on the band alignment of MoS 2 and rubrene. Furthermore, being a building block, the MoS 2 /rubrene ambipolar transistors are used to fabricate CMOS (complementary metal oxide semiconductor) inverters that show good performance with a gain of 2.3 at a switching threshold voltage of -26 V. This work paves a way to the novel organic/inorganic ultrathin heterostructure based flexible electronics and optoelectronic devices. © 2016 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  16. CH4 recovery and CO2 sequestration using flue gas in natural gas hydrates as revealed by a micro-differential scanning calorimeter

    International Nuclear Information System (INIS)

    Lee, Yohan; Kim, Yunju; Lee, Jaehyoung; Lee, Huen; Seo, Yongwon

    2015-01-01

    Highlights: • The extent of the replacement was improved due to the enclathration of N 2 in small cages. • The dissociation enthalpies of the replaced gas hydrates were measured. • There was no noticeable heat flow change during the CH 4 –flue gas replacement. • The replacement could occur without significant destruction of gas hydrates. - Abstract: The CH 4 –flue gas replacement in naturally occurring gas hydrates has attracted significant attention due to its potential as a method of exploitation of clean energy and sequestration of CO 2 . In the replacement process, the thermodynamic and structural properties of the mixed gas hydrates are critical factors to predict the heat flow in the hydrate-bearing sediments and the heat required for hydrate dissociation, and to evaluate the CO 2 storage capacity of hydrate reservoirs. In this study, the 13 C NMR and gas composition analyses confirmed that the preferential enclathration of N 2 molecules in small 5 12 cages of structure I hydrates improved the extent of the CH 4 recovery. A high pressure micro-differential scanning calorimeter (HP μ-DSC) provided reliable hydrate stability conditions and heat of dissociation values in the porous silica gels after the replacement, which confirmed that CH 4 in the hydrates was successfully replaced with flue gas. A heat flow change associated with the dissociation and formation of hydrates was not noticeable during the CH 4 –flue gas replacement. Therefore, this study reveals that CH 4 –flue gas swapping occurs without structural transitions and significant hydrate dissociations

  17. Van Three Mile Island tot Piper Alpha : veiligheidsmanagement en veiligheidssystemen, een overzicht van Engels- en Nederlandstaligge literatuur, Deel 2, de periode 1979-1988

    NARCIS (Netherlands)

    Swuste, P.; Groeneweg, J.; Gulijk, C. van; Zwaard, W.; Lemkowitz, S.

    2015-01-01

    Vraagstelling: Wat is de invloed geweest van algemene managementstromingen en onderzoek naar de oorzaken van ongevallen en rampen op het management van veiligheid, in de periode tussen Three Nile Island en Piper Alpha? Binnen welke context heeft deze ontwikkeling plaats gevonden en wat is de invloed

  18. ʼn Kritiese evaluering van wetgewing wat die gesondheid van ...

    African Journals Online (AJOL)

    User

    gereguleer wat "basiese watervoorsiening" omskryf as "die voorgeskrewe minimum standaard van watervoorsieningsdienste wat nodig is vir die betroubare voorsiening van ʼn toereikende hoeveelheid en gehalte water aan huishoudings, met inbegrip van informele huishoudings, om lewe en persoonlike higiëne te steun".

  19. R&D- en marketing-benadering van sensorisch onderzoek. Deel 2: Integratie.

    NARCIS (Netherlands)

    Schifferstein, H.N.J.; Trijp, van J.C.M.

    1994-01-01

    In deel 1 over dit onderwerp is ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen de twee genoemde benaderingen. Deel 2 gaat over de mogelijkheden en voordelen, alsmede over de problemen bij integratie. De literatuurverwijzingen zijn een selectie van een uitgebreide lijst. Deze kan worden

  20. Capillary filling rules and displacement mechanisms for spontaneous imbibition of CO2 for carbon storage and EOR using micro-model experiments and pore scale simulation

    Science.gov (United States)

    Chapman, E.; Yang, J.; Crawshaw, J.; Boek, E. S.

    2012-04-01

    In the 1980s, Lenormand et al. carried out their pioneering work on displacement mechanisms of fluids in etched networks [1]. Here we further examine displacement mechanisms in relation to capillary filling rules for spontaneous imbibition. Understanding the role of spontaneous imbibition in fluid displacement is essential for refining pore network models. Generally, pore network models use simple capillary filling rules and here we examine the validity of these rules for spontaneous imbibition. Improvement of pore network models is vital for the process of 'up-scaling' to the field scale for both enhanced oil recovery (EOR) and carbon sequestration. In this work, we present our experimental microfluidic research into the displacement of both supercritical CO2/deionised water (DI) systems and analogous n-decane/air - where supercritical CO2 and n-decane are the respective wetting fluids - controlled by imbibition at the pore scale. We conducted our experiments in etched PMMA and silicon/glass micro-fluidic hydrophobic chips. We first investigate displacement in single etched pore junctions, followed by displacement in complex network designs representing actual rock thin sections, i.e. Berea sandstone and Sucrosic dolomite. The n-decane/air experiments were conducted under ambient conditions, whereas the supercritical CO2/DI water experiments were conducted under high temperature and pressure in order to replicate reservoir conditions. Fluid displacement in all experiments was captured via a high speed video microscope. The direction and type of displacement the imbibing fluid takes when it enters a junction is dependent on the number of possible channels in which the wetting fluid can imbibe, i.e. I1, I2 and I3 [1]. Depending on the experiment conducted, the micro-models were initially filled with either DI water or air before the wetting fluid was injected. We found that the imbibition of the wetting fluid through a single pore is primarily controlled by the

  1. Biodegradation of oil palm empty fruit bunch by composite micro-organisms

    International Nuclear Information System (INIS)

    Yusri Atan; Mat Rasol Awang; Mohammed Omar; Azizah Hashim; Tamikazu Kume; Shoji Hashimoto

    1998-01-01

    A comparison study on the comparative biodegradation ability on EFB by five groups of composite micro-organisms [Organomine, Thomas, Ohres C, Ohres II and micro-organisms from POME (palm oil mill effluent)] has been performed with the aim of producing a compost at a faster rate than that by natural biodegradation. The experiment was carried out by mixing 50 gram EFB (dry weight basis) with 3% ammonium sulphate to which was added 1% composite micro-organisms and water to produce a composting media of moisture content about 60%. Respiration of composite micro-organisms as well as from decomposition of EFB releasing CO sub 2. The choice of useful micro-organisms was based on its ability to degrade EFB as reflected by higher evolution rate of CO sub 2 released and retaining higher percentage of nitrogen in the final product

  2. New bases for the evaluation of interaction energies: An ab initio study of the CO-Ne van der Waals complex intermolecular potential and ro-vibrational spectrum

    International Nuclear Information System (INIS)

    Bouzon Capelo, Silvia; Baranowska-Laczkowska, Angelika; Fernandez, Berta

    2011-01-01

    Graphical abstract: CO-Ne IPES. Highlights: → From the LPol, MLPol, and aug-pc-2 bases we obtained new bases for the evaluation of CO-Ne interaction energies. → We checked the bases on the evaluation of the rovibrational spectrum. → The results were satisfactory, being the new bases more efficient than those previously available. - Abstract: Recently we have derived new efficient basis sets for the evaluation of interaction energies in the X-Y (X, Y = He, Ne, Ar) van der Waals complexes. Here we extend the study to the CO-Ne complex. For this, we start with a systematic basis set study, where the LPol, MLPol and Jensen's aug-pc-2 basis sets are considered as starting point (for the Ne atom LPol bases are developed). As reference we take interaction energy results obtained with Dunning's augmented correlation consistent polarized valence basis sets. In all cases we test extensions with different sets of midbond functions. With the selected bases we evaluate CCSD(T) interaction potentials, and to check the potentials further, we obtain the ro-vibrational spectrum of the complex. The results are compared to the available experimental data.

  3. Karakterisering van het Etimologiewoordeboek van Afrikaans (EWA

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Fons Moerdijk

    2011-10-01

    Full Text Available

    Samenvatting: Zesendertig jaar na Afrikaanse etimologieë van Boshoff en Nienaber verscheener in 2003 een nieuw etymologisch woordenboek van het Afrikaans: het Etimologiewoordeboek vanAfrikaans (EWA. Tussen die twee woordenboeken bestaat een wezenlijk verschil. Het werk vanBoshoff en Nienaber is vrijwel alleen toegankelijk voor specialisten en niet specifiek bedoeld vooreen breed publiek. EWA is juist allereerst bestemd voor de leek die zich interesseert voor de oorsprongen de geschiedenis van de eigen taal. Daarnaast biedt het ook de etymoloog en historischtaalkundige een hoop gegevens en inspiratie voor nader onderzoek. Als etymologisch woordenboekbezit EWA een aantal bijzondere, eigen kenmerken. De selectie van de woorden is bepaalddoor het beoogde gebruikerspubliek. Als gevolg daarvan bevat EWA verscheidene typen woordendie in traditionele etymologische woordenboeken doorgaans veronachtzaamd worden, zoals afleidingen,samenstellingen, neologismen en gemeenzame spreektaalwoorden. De artikelstructuurwordt gekenmerkt door een hoge graad van uniformiteit en consistentie. Het accent ligt op dezogenaamde etymologia proxima, de etymologie waarbij men één stap teruggaat en de meestdirecte herkomst van het woord biedt. Voorts is speciale aandacht besteed aan polysemie: nietalleen de herkomst van de dominante betekenis van een woord wordt gegeven, maar ook die vanzijn eventuele andere betekenis(sen. Benoemingsmotieven komen ook veelvuldig aan bod. In eeneventuele tweede druk zouden opvallende verschillen in vorm of betekenis altijd verklaard of inieder geval besproken moeten worden. Dat blijft nu nogal eens achterwege. Ook zou voorafgaandaan zo'n volgende editie meer onderzoek naar woordhistorisch materiaal uit primaire bronnenvoor met name de 17de–19de eeuw verricht moeten worden. Het zou mooi zijn als deze eersteuitgave van EWA de aanleiding tot een dergelijk onderzoek zou vormen.

    Sleutelwoorden: BENOEMINGSMOTIEF, ETYMOLOGIA PROXIMA

  4. In Situ Local Contact Angle Measurement in a CO2-Brine-Sand System Using Microfocused X-ray CT.

    Science.gov (United States)

    Lv, Pengfei; Liu, Yu; Wang, Zhe; Liu, Shuyang; Jiang, Lanlan; Chen, Junlin; Song, Yongchen

    2017-04-11

    The wettability of porous media is of major interest in a broad range of natural and engineering applications. The wettability of a fluid on a solid surface is usually evaluated by the contact angle between them. While in situ local contact angle measurements are complicated by the topology of porous media, which can make it difficult to use traditional methods, recent advances in microfocused X-ray computed tomography (micro-CT) and image processing techniques have made it possible to measure contact angles on the scale of the pore sizes in such media. However, the effects of ionic strength, CO 2 phase, and flow pattern (drainage or imbibition) on pore-scale contact angle distribution are still not clear and have not been reported in detail in previous studies. In this study, we employed a micro-CT scanner for in situ investigation of local contact angles in a CO 2 -brine-sand system under various conditions. The effects of ionic strength, CO 2 phase, and flow pattern on the local contact-angle distribution were examined in detail. The results showed that the local contact angles vary over a wide range as a result of the interaction of surface contaminants, roughness, pore topology, and capillarity. The wettability of a porous surface could thus slowly weaken with increasing ionic strength, and the average contact angle could significantly increase when gaseous CO 2 (gCO 2 ) turns into supercritical CO 2 (scCO 2 ). Contact angle hysteresis also occurred between drainage and imbibition procedures, and the hysteresis was more significant under gCO 2 condition.

  5. Accurate electrostatic and van der Waals pull-in prediction for fully clamped nano/micro-beams using linear universal graphs of pull-in instability

    Science.gov (United States)

    Tahani, Masoud; Askari, Amir R.

    2014-09-01

    In spite of the fact that pull-in instability of electrically actuated nano/micro-beams has been investigated by many researchers to date, no explicit formula has been presented yet which can predict pull-in voltage based on a geometrically non-linear and distributed parameter model. The objective of present paper is to introduce a simple and accurate formula to predict this value for a fully clamped electrostatically actuated nano/micro-beam. To this end, a non-linear Euler-Bernoulli beam model is employed, which accounts for the axial residual stress, geometric non-linearity of mid-plane stretching, distributed electrostatic force and the van der Waals (vdW) attraction. The non-linear boundary value governing equation of equilibrium is non-dimensionalized and solved iteratively through single-term Galerkin based reduced order model (ROM). The solutions are validated thorough direct comparison with experimental and other existing results reported in previous studies. Pull-in instability under electrical and vdW loads are also investigated using universal graphs. Based on the results of these graphs, non-dimensional pull-in and vdW parameters, which are defined in the text, vary linearly versus the other dimensionless parameters of the problem. Using this fact, some linear equations are presented to predict pull-in voltage, the maximum allowable length, the so-called detachment length, and the minimum allowable gap for a nano/micro-system. These linear equations are also reduced to a couple of universal pull-in formulas for systems with small initial gap. The accuracy of the universal pull-in formulas are also validated by comparing its results with available experimental and some previous geometric linear and closed-form findings published in the literature.

  6. Hybrid van der Waals p-n Heterojunctions based on SnO and 2D MoS2

    KAUST Repository

    Wang, Zhenwei; He, Xin; Zhang, Xixiang; Alshareef, Husam N.

    2016-01-01

    A p-type oxide/2D hybrid van der Waals p-n heterojunction is demonstrated for the first time between SnO (tin monoxide) (the p-type oxide) and 2D MoS2 (molybdenum disulfide), showing an ideality factor of 2 and rectification ratio up to 10

  7. Kwantificatie van de invloed van regen op de verkeerdoorstroming

    NARCIS (Netherlands)

    Calvert, S.C.; Van Stralen, W.; Molin, E.J.E.

    2013-01-01

    Kwantificatie van de invloed van regen op de verkeerdoorstroming Het is bekend dat het weer invloed heeft op het verkeer op snelwegen, en in het bijzonder filevorming. Op de eerste plaats wordt de wegcapaciteit tijdelijk beïnvloed door een verandering in rijgedrag van bestuurders. Ten tweede

  8. Resultaten van het RWS-RIKZ JAMP 2005 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.) : Biologische gegevens van bot en milieukritische stoofen in bot

    NARCIS (Netherlands)

    Kotterman, M.J.J.

    2006-01-01

    In opdracht van RWS-RIKZ werden door het RIVO werkzaamheden uitgevoerd in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens van bot. De werkzaamheden bestonden uit het verzamelen van monsters bot waarvan

  9. 'Uytnemende Schilder van Antwerpen' : Joos van Cleve: atelier, productie en werkmethoden

    NARCIS (Netherlands)

    Leeflang, Micha

    2007-01-01

    Joos van Cleve (ca. 1480-1541) was een van de meest invloedrijke Antwerpse schilders in de eerste helft van dezestiende eeuw. Hij kreeg belangrijke opdrachten voor portretten en altaarstukken van onder anderen de Franse koning Frans I. Micha Leeflang onderzocht met name de materieel-technische

  10. Comparison of macro-gravimetric and micro-colorimetric lipid determination methods.

    Science.gov (United States)

    Inouye, Laura S; Lotufo, Guiherme R

    2006-10-15

    In order to validate a method for lipid analysis of small tissue samples, the standard macro-gravimetric method of Bligh-Dyer (1959) [E.G. Bligh, W.J. Dyer, Can. J. Biochem. Physiol. 37 (1959) 911] and a modification of the micro-colorimetric assay developed by Van Handel (1985) [E. Van Handel, J. Am. Mosq. Control Assoc. 1 (1985) 302] were compared. No significant differences were observed for wet tissues of two species of fish. However, limited analysis of wet tissue of the amphipod, Leptocheirusplumulosus, indicated that the Bligh-Dyer gravimetric method generated higher lipid values, most likely due to the inclusion of non-lipid materials. Additionally, significant differences between the methods were observed with dry tissues, with the micro-colorimetric method consistently reporting calculated lipid values greater than as reported by the gravimetric method. This was most likely due to poor extraction of dry tissue in the standard Bligh-Dyer method, as no significant differences were found when analyzing a single composite extract. The data presented supports the conclusion that the micro-colorimetric method described in this paper is accurate, rapid, and minimizes time and solvent use.

  11. Ex-ante evaluation of Green Deals Energy; Ex-ante evaluatie van Green Deals Energie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Elzenga, H.; Kruitwagen, S.

    2012-06-15

    An overview is given of the results of a study of the bottlenecks experienced by initiators in the realization of green projects, the solutions for which the Dutch government has chosen, and the role that local authorities play in it. An important research question is to what extent it is likely that Green Deal projects will lead to imitation by others. The research has focused on four themes: Onshore wind energy, Energy production from co- fermentation of manure, Energy conservation of heat in the built environment, and Decentralised electricity generation with solar panels [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van de resultaten van een onderzoek naar de knelpunten die initiatiefnemers ervaren bij de realisatie van groene projecten, de oplossingsrichtingen waarvoor de Rijksoverheid heeft gekozen, en de rol die decentrale overheden daarin spelen. Een belangrijke onderzoeksvraag is in hoeverre het aannemelijk is dat Green Deal-projecten zullen leiden tot navolging door anderen. Het onderzoek heeft zich toegespitst op vier thema's: Windenergie op land, Energieproductie uit (co)vergisting van mest, Energiebesparing op warmte in de gebouwde omgeving, en Decentrale elektriciteitsopwekking met zonnepanelen.

  12. Resultaten van het RWS-RIKZ JAMP 2006 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.). Biologische gegevens van bot en milieukritische stoffen in bot

    OpenAIRE

    Kotterman, M.J.J.; Barneveld, van, E.

    2007-01-01

    De in dit rapport beschreven werkzaamheden werden door IMARES uitgevoerd op basis van een opdracht van Rijkswaterstaat- Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens van bot. De benodigde monsters bot werden verzameld door IMARES. Tevens werd materiaal van bot verzameld voor chemisch onderzoek en geanalyseerd.

  13. Toepassing van de basisvrachtbenadering op fosfaat van compost; advies

    NARCIS (Netherlands)

    Ehlert, P.A.I.

    2005-01-01

    Bij het vormgeven van het stelsel van gebruiksnormen is een maatschappelijke discussie ontstaan over de aanvoer van fosfaat met grond in compost en zwarte grond. Deze deskstudie gaat in op vragen die hierbij gesteld zijn. Het aandeel grond in compost en zwarte grond en de hoeveelheid fosfaat daarin

  14. "Die beiteltjie" van N.P. van Wyk Louw en

    African Journals Online (AJOL)

    Tom

    belangrike kenmerk van die postmodernisme is, wil ek dit nie tot abso- lute kenmerk verhef nie. Een van die .... oorgang vanaf 'n epistemologiese ingesteldheid tot 'n ontologiese ingesteldheid demonstreer en ..... the neglected and a whole range of phenomena which have been denied a history. Die formulering van die ...

  15. Invioed van de zuurtegraad van varkensurine op de ammoniakemissie

    NARCIS (Netherlands)

    Eizing, A.; Aarnink, A.J.A.

    1996-01-01

    Dit rapport beschrijft het effect van een lagere urine-pH op de ammoniakemissie in een varkensstal. Het onderzoek is uitgevoerd in een modelopstelling met de zogenaamde stalsimulator, waarbij de invloed van de urine-pH op de ammoniakemissie werd onderzocht. Hiervoor werd de urine van vleesvarkens op

  16. Ontwerp van een interventie om de groenteconsumptie van jongeren te verhogen

    NARCIS (Netherlands)

    Gilissen, L.J.W.J.; Meer, van der I.M.; Reinders, M.J.; Sluis, van der A.A.; Woltering, E.J.

    2011-01-01

    In dit rapport zullen verschillende mogelijke strategieën besproken worden die ingezet kunnen worden om de consumptie van groenten door jongeren te verhogen. De centrale vragen van dit onderzoek zijn: 1) Hoe kunnen groenten in het eetpatroon van jongeren een vaste plek van voldoende omvang krijgen?

  17. Clean Sea Wind. Vision of nature and environmental orgnizations on the development of wind turbine arrays and offshore; Frisse Zeewind. Visie van de natuur- en milieuorganisaties op de ontwikkeling van windturbine park en offshore

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2002-05-01

    This brochure contains the point of view of several nature and environmental organizations in the Netherlands with respect to offshore windenergy (i.e. outside the 12 seamiles zone). It is their opinion that social and public support for offshore wind energy must be as large as possible. A development plan is drafted which pleads for development of offshore wind energy in phases, taking into consideration all the impacts on nature, safety and landscapes. [Dutch] Deze brochure bevat het standpunt van diverse natuur- en milieuorganisaties in Nederland over de ontwikkeling van offshore windenergie (buiten de 12 zeemijlszone). Zij steunen de beleidsdoelstelling van de Nederlandse regering om tot 2020 6000 MW aan windenergie op zee te realiseren, vanwege de noodzaak de uitstoot van CO2 sterk te verminderen. Naar hun mening is het van groot belang dat het draagvlak voor offshore windenergie zo groot mogelijk is. Daarvoor dienen de effecten op natuur, veiligheid en landschap zo beperkt mogelijk te zijn en daardoor maatschappelijk aanvaardbaar. Op dit moment is er weinig bekend over deze effecten, omdat er nog bijna geen ervaring is met offshore windenergie. In deze brochure wordt een ontwikkelingsplan gepresenteerd, waarin wordt gepleit voor het ontwikkelen van offshore windenergie in fasen. Deze aanpak gaat uit van een voorzichtig maar doortastend begin, om te vermijden dat er in enig stadium verkeerde keuzen worden gemaakt voor natuur, landschap of veiligheid. Met zo'n gefaseerde aanpak kan bovendien optimaal worden ingespeeld op de ontwikkeling van de techniek. Door een zorgvuldige aanpak is het draagvlak voor offshore windenergie gewaarborgd en zal er sprake zijn van echte duurzame, groene stroom.

  18. PEBAX®/PAN Hollow Fiber Membranes for CO2/CH4 Separation

    Czech Academy of Sciences Publication Activity Database

    Esposito, E.; Clarizia, G.; Bernardo, P.; Jansen, J. C.; Sedláková, Zuzana; Izák, Pavel; Curcio, S.; de Cindio, B.; Tasselli, F.

    2015-01-01

    Roč. 94, SI (2015), s. 53-61 ISSN 0255-2701. [International Congress of Chemical and Process Engineering CHISA 2014 /21./ and Conference PRES 2014 /17./. Prague, 23.08.2014-27.08.2014] R&D Projects: GA ČR GA14-12695S Grant - others:INRP(IT) MicroPERLA:PON01_01840 Institutional support: RVO:67985858 Keywords : composite membrane * hollow fibers * CO2/CH4 separation Subject RIV: CF - Physical ; Theoretical Chemistry Impact factor: 2.154, year: 2015

  19. Reductie van het kiemgetal van bacteriën op champignons : literatuuroverzicht

    NARCIS (Netherlands)

    Baars, J.J.P.

    2006-01-01

    Dit rapport bevat een literatuurstudie waarin een overzicht wordt gegeven van de beschikbare literatuur m.b.t. hoogte van het kiemgetal van bacteriën op champignons en de grondstoffen voor de champignonteelt, aanwezigheid van pathogene bacteriën op champignons die in de retail worden aangeboden en

  20. Het handwerk van de theorie in de praktijk van het Sociaal Werk

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Hans Oostrik

    2010-06-01

    Sociaal werk is een narratieve praktijk. Vanuit een sociaal-constructivistische invalshoek, reflecteert de auteur in dit artikel op de vraag hoe vanuit deze narratieve praktijk tot theoretische handelingsmodellen kan worden gekomen. Drie elementen spelen daarbij een rol, welke door de auteur worden behandeld. Ten eerste zijn dat de vaardigheden van de professional, die bijdragen aan conceptualisering, zoals daar zijn: het signaleren van kwesties, het analyseren en vormen van begrippen en het ontwerpen van conceptuele modellen. Ten tweede kunnen theoretische modellen in de praktijk van het sociaal werk gebruikt worden als instrumenten om die praktijk als het ware te theoretiseren of reflectief te maken. De praktijk wordt met behulp van modellen zoals scenario’s en stappenplannen, verbeterd en verder ontwikkeld. Ten derde bestaat het handwerk van de theorie in het innemen van een theoretische houding of praktische verstandigheid waardoor sociaal werkers beter om kunnen gaan met de complexiteit van hun praktijk.

  1. Effecten van wintergewassen op verliezen en benutting van stikstof bij de teelt van snijmaos; verslag van onderzoek op ROC Aver-Heino tussen voorjaar 1991 en najaar 1994

    NARCIS (Netherlands)

    Dijk, van W.; Schröder, J.J.; Holte, ten L.; Groot, de W.J.M.

    1995-01-01

    Tussen 1988 en 1994 is onderzoek verricht naar de effecten van wintergewassen (winterrogge en onderzaai van gras) op de verliezen en benutting van stikstof bij continuteelt van snijmaos op zandgrond. Gemiddeld over de gehele onderzoeksperiode nam zowel rogge als gras 30-40 kg/ha op in de

  2. CO2 interfacial properties: application to multiphase flow at reservoir conditions

    International Nuclear Information System (INIS)

    Chalbaud, C.

    2007-07-01

    In this work we deal with the interfacial properties of CO 2 at reservoir conditions with a special interest on deep saline aquifers. Each chapter of this dissertation represents a different physical scale studied with different experimental devices and simulation tools. The results obtained in the first part of this study represent a complete data set of brine-CO 2 interfacial tension at reservoir conditions. A semi-analytical equation is proposed in order to facilitate the work of reservoir engineers. The second deals with the interfacial properties at the pore scale using glass micro-models at different wettability conditions. This part shows the wetting behavior of CO 2 on hydrophobic or oil-wet solid surfaces. A pore network model was used for the interpretation and exploitation of these results. The third part corresponds to two different experimental approaches at the core scale at different wettability conditions associated to a modelling at flue Darcy scale. This part is a significant contribution to the validation of COORES compositional reservoir simulator developed by IFP. It has also allow us to estimate multiphase properties, Pc and kr, for brine-CO 2 systems at reservoir conditions. This study presents the necessary scales to model CO 2 storage in deep saline aquifers. (author)

  3. Gebruik van TaqMan PCR voor het kwantificeren van Fusarium spp. en Microdochium nivale in gewassen en gewasresten van tarwe.

    NARCIS (Netherlands)

    Köhl, J.; Haas, de B.H.; Kastelein, P.; Burgers, S.L.G.E.; Waalwijk, C.

    2005-01-01

    Infecties van tarwe door toxigene Fusarium spp. kunnen leiden tot contaminatie van graan met diverse mycotoxines. Voorkoming van mycotoxinebesmetting is uit oogpunt van voedselveiligheid, diergezondheid, maar ook bedrijfseconomisch, vereist. Voor vier Fusariumsoorten is een kwantitatieve detectie

  4. Van die Gasredakteur

    African Journals Online (AJOL)

    cherish and teach.'1. Die Fakulteit Geneeskunde van die Universiteit van die Oranje-Vrystaat het pragtig gegroei ge- durende die eerste 21 jaar van sy bestaan. Die entoesiasme, doelgerigtheid, harde werk en inisia- tiewe van 'n groot aantal persone was hiervoor verantwoordelik. 'If we see a bit more clearly than they, it is ...

  5. Natural CO{sub 2} migrations in the South-Eastern Basin of France: implications for the CO{sub 2} storage in sedimentary formations; Contribution a la connaissance des migrations de CO{sub 2} naturel dans le Bassin du Sud-Est de la France: enseignements pour le stockage geologique du CO{sub 2} dans les reservoirs sedimentaires

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rubert, Y.

    2009-03-15

    Study of natural CO{sub 2} analogues brings key informations on the factors governing the long term stability/instability of future anthropogenic CO{sub 2} storages. The main objective of this work, through the study of cores from V.Mo.2 well crosscutting the Montmiral natural reservoir (Valence Basin, France), is to trace the deep CO{sub 2} migrations in fractures. Petrographic, geochemical and micro-thermometric studies of the V.Mo.2 cores were thus performed in order: 1) to describe the reservoir filling conditions and 2) to detect possible CO{sub 2}-leakage through the sediments overlying the reservoir. Fluid inclusions from the Paleozoic crystalline basement record the progressive unmixing of a hot homogeneous aquo-carbonic fluid. The Montmiral reservoir was therefore probably fed by a CO{sub 2}-enriched gas component at the Late Cretaceous-Paleogene. The study of the sedimentary column in V.Mo.2 well, demonstrates that the CO{sub 2} did not migrate towards the surface through the thick marly unit (Domerian-Middle Oxfordian). These marls have acted as an impermeable barrier that prevented the upward migration of fluids. Two main stages of fluid circulation have been recognized: 1) an ante- Callovian one related to the Tethysian extension 2) a tertiary stage during which the upper units underwent a karstification, with CO{sub 2} leakage related but which remained confined into the deeper parts of the Valence Basin. Since the Paleogene, the Montmiral reservoir has apparently remained stable, despite the Pyrenean and alpine orogeneses. This is mainly due to the efficient seal formed by the thick marly levels and also to the local structuration in faulted blocks which apparently acted as efficient lateral barriers. (author)

  6. Preparation and characterization of self-assembled percolative BaTiO3–CoFe2O4 nanocomposites via magnetron co-sputtering

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Qian Yang

    2014-04-01

    Full Text Available BaTiO3–CoFe2O4 composite films were prepared on (100 SrTiO3 substrates by using a radio-frequency magnetron co-sputtering method at 750 °C. These films contained highly (001-oriented crystalline phases of perovskite BaTiO3 and spinel CoFe2O4, which can form a self-assembled nanostructure with BaTiO3 well-dispersed into CoFe2O4 under optimized sputtering conditions. A prominent dielectric percolation behavior was observed in the self-assembled nanocomposite. Compared with pure BaTiO3 films sputtered under similar conditions, the nanocomposite film showed higher dielectric constants and lower dielectric losses together with a dramatically suppressed frequency dispersion. This dielectric percolation phenomenon can be explained by the 'micro-capacitor' model, which was supported by measurement results of the electric polarization and leakage current.

  7. De werking van de hydro- en acetylverbindingen van kinidine en kinine op het hart van Rana esculenta

    NARCIS (Netherlands)

    Sibie, Johan Dirk

    1942-01-01

    In hoofdstuk I werd een inleiding gegeven betreffende de geschiedenis van de kina en van het begin der kinacultuur op Java, de chemie der kinaälkaloïden en enkele aspecten der pharmacologische werking van de kinaderivaten. ... Zie: Samenvatting

  8. Introductie van de Chevon : een zoektocht naar de afzet van geitenvlees

    NARCIS (Netherlands)

    Eleveld, I.; Louis Bolk,

    2008-01-01

    Het afmesten en afzetten van lammeren op een biologisch bedrijf is geen gemakkelijke weg. Aan de smaak van het vlees zal het niet liggen. De chevon, lammeren met een leeftijd van 5 tot 7 maand, geven vlees met karakter: een vleugje geit! De onbekendheid van het vlees vereist een zorgvuldige

  9. Natural resources and geothermal energy in the Netherlands. Annual report 2012. A review of exploration and production activities and underground storage; Delfstoffen en Aardwarmte in Nederland. Jaarverslag 2012. Een overzicht van opsporings- en winningsactiviteiten en van ondergrondse opslag

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-06-15

    The annual review reports on the activities and results of exploration and production of hydrocarbons, rock salt and geothermal energy in the Netherlands. Moreover the underground storage of various substances (e.g. natural gas, nitrogen, CO2 and brackish water) is included as well. In this way all the exploration, production and storage activities in the Netherlands and the Netherlands' part of the Continental shelf, related to the realm of the Mining Act, are combined in this report. The first section of the report deals with developments during the year 2012. The section shows the developments in the exploration, production and underground storage of hydrocarbons. It concerns changes in natural gas and oil resource estimates during 2012 and the way these changes affected the situation at 1 January 2013. This section also presents a prognosis for the gas production for the next 25 years. This year the remaining resources of natural gas and oil are reported in accordance with the Petroleum Resource Management System. This system should lead to a uniform classification of all reported resources. Subsequently, a number of tables summarise developments during 2012, with respect to licences and exploration efforts (seismic surveys and wells drilled). This section ends with a summary of the volumes of natural gas, condensate and oil that were produced in 2012. The subsequent chapters report on the exploration for and production of coal, rock salt and geothermal energy and on the underground storage of substances. The second section comprises a large number of annexes that report on the current situation as well as on historical developments during the past decades. Subsequently an overview of the situation as at 1 January 2013 is presented in the final part of the review [Dutch] Het Jaarverslag rapporteert over de activiteiten en resultaten van de opsporing en winning van koolwaterstoffen, steenzout en aardwarmte in Nederland. Daarnaast komt de ondergrondse opslag

  10. Ternary chalcogenide micro-pseudocapacitors for on-chip energy storage

    KAUST Repository

    Kurra, Narendra

    2015-05-11

    We report the successful fabrication of a micro-pseudocapacitor based on ternary nickel cobalt sulfide for the first time, with performance substantially exceeding that of previously reported micro-pseudocapacitors based on binary sulfides. CoNi2S4 micro-pseudocapacitor exhibits a maximum energy density of 18.7 mWh/cm3 at a power density of 1163 mW/cm3, opens up an avenue for exploring new family of ternary oxides/sulfides based micro-pseudocapacitors.

  11. Ternary chalcogenide micro-pseudocapacitors for on-chip energy storage

    KAUST Repository

    Kurra, Narendra; Xia, Chuan; Hedhili, Mohamed N.; Alshareef, Husam N.

    2015-01-01

    We report the successful fabrication of a micro-pseudocapacitor based on ternary nickel cobalt sulfide for the first time, with performance substantially exceeding that of previously reported micro-pseudocapacitors based on binary sulfides. CoNi2S4 micro-pseudocapacitor exhibits a maximum energy density of 18.7 mWh/cm3 at a power density of 1163 mW/cm3, opens up an avenue for exploring new family of ternary oxides/sulfides based micro-pseudocapacitors.

  12. De auteursrechtelijke aansprakelijkheid van intermediairs, het kabelpiratenarrest revisited in de tijd van Internet

    NARCIS (Netherlands)

    Dommering, E.J.; Verkade, D.W.F.; Visser, D.J.G.

    1998-01-01

    Het kabelpiratenarrest vestigde de auteursrechtelijke aansprakelijkheid van de kabelexploitant voor het verspreiden van gestolen films die clandestien na de uitzendingen van de reguliere omroepen werden uitgezonden met gebruikmaking van de centrale antenne-inrichting van KTA. Zouden wij de

  13. De mislukte missie van mr. Maarten van Naarden als luitenant-stadhouder van Stad en Lande 1541-1557

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    F. Postma

    2005-01-01

    Full Text Available Maarten van Naarden’s failed mission  as lieutenant-stadholder of the province of Groningen, 1541-1557In November 1557, Maarten van Naarden resigned from his post as lieutenant-stadholder of the province of Groningen and left the province after staying there for sixteen years. Van Naarden’s resignation was preceded by a number of conflicts with the Groningen town council and the States of the province. However, these conflicts were neither confined to Van Naarden nor the province of Groningen. They had also taken place  in other provinces in the Northeast of the Netherlands. What makes Van Naarden’s clash with the Groningen provincial authorities in the 1550s so important is that it clarifies the principles that were at stake. These principles were less apparent in the conflicts between the representatives of the central government in Friesland, Overijssel and Gelderland. It was a struggle in which Van Naarden tried, as his opponents rightly saw it, to introduce the ‘constitution’ of Utrecht in the town and county of Groningen. In Utrecht, which had been annexed by Charles V in 1528, the autonomy of the province had been reduced to next to nothing. The only authority still resting with the States was the surveillance of the provincial dikes and waterways. All their other areas of authority had been taken over by the provincial court of which Van Naarden had been president between 1537 and 1541. To avoid the same thing happening to them, Van Naarden was ordered to appear before the Groningen States assembly in January 1556. At this meeting, the weakness of his position became crystal clear. None of the members took his side. Because the government lacked the means to keep Van Naarden in office, his withdrawal from Groningen was inevitable. What we see behind the story of Van Naarden more clearly than in the conflicts in the neighbouring provinces is the outline of the absolute state that Van Naarden’s superiors had in mind for the

  14. DIE ROL VAN DIE TAALWETENSKAP IN DIE ONTWIKKELING VAN ...

    African Journals Online (AJOL)

    aanslag op die sogenaamde "Intentional Fallacy", heelwat verder. n. Mens sou hier eintlik ook op die invloed van Lacan se toepassing van. De Sacs sure op Freud moet wys, en op Macherey se Theory of Literary. Production. Barthes is naamlik besig om repressie teen te werk, en die teks as produksieproses in stede van ...

  15. 'n Voordrag van Adrianus van Seims oor hermeneutiek | Boshoff ...

    African Journals Online (AJOL)

    A lecture on hermeneutics by Adrianus van Seims This article is the content of a lecture on hermeneutics given by A van Seims. After a few opening words on the introduction to the lecture and its content, the presentation is reproduced in its entirety. Van Seims considers that hermeneutics is concerned not only with ...

  16. "Krakende kaken"; psychiatrische beschouwingen over het syndroom van het pijnlijke, slecht functionerende kaakgewricht (Arthrosis deformans van het kaakgewricht of het syndroom van Costen)

    NARCIS (Netherlands)

    Schuler, Jacques

    1966-01-01

    Naar aanleiding van klinische indrukken en mede op grond van literatuurgegevens werd een psychiatrisch onderzoek verricht naar het aandeel van psychogene factoren bij het tot stand komen van kaakgewrichtsklachten. Het klachtencomplex dat van stoornissen in de functie van het kaakgewricht het gevolg

  17. Design of a micro-Wankel rotary engine for MEMS fabrication

    Science.gov (United States)

    Jiang, Kyle C.; Prewett, Philip D.; Ward, M. C. L.; Tian, Y.; Yang, H.

    2001-04-01

    This paper presents the design of a micro Wankel engine for deep etching micro fabrication. The micro engine design is part of a research program in progress to develop a micro actuator to supply torque for driving micro machines. To begin with, the research work concentrates on the micro Wankel engine powered by liquid CO2. Then, a Wankel internal combustion engines will be investigated. The Wankel engine is a planetary rotation engine. It is selected because of its largely 2D structure which is suitable for lithographic processes. The engine has been simplified and redesigned to suit the fabrication processes. In particular, the fuel inlet has been moved to the top cover of the housing from the side, and the outlet is made as a groove on the housing, so that the both parts can be etched. A synchronization valve is mounted on the engine to control the supply of CO2. One of advantages of the micro engines is their high energy density compared with batteries. A research study has been conducted in comparing energy densities of commonly used fuels. It shows that the energy densities of fuels for combustion engines are 10 - 30 times higher than that of batteries. The deigns of the micro Wankel engines have been tested for verification by finite element analysis, CAD assembly, and construction of a prototype, which proves the design is valid.

  18. Quantitative analysis of H2O and CO2 in cordierite using polarized FTIR spectroscopy

    Science.gov (United States)

    Della Ventura, Giancarlo; Radica, Francesco; Bellatreccia, Fabio; Cavallo, Andrea; Capitelli, Francesco; Harley, Simon

    2012-11-01

    We report a FTIR (Fourier transform infrared) study of a set of cordierite samples from different occurrence and with different H2O/CO2 content. The specimens were fully characterized by a combination of techniques including optical microscopy, single-crystal X-ray diffraction, EMPA (electron microprobe analysis), SIMS (secondary ion mass spectrometry), and FTIR spectroscopy. All cordierites are orthorhombic Ccmm. According to the EMPA data, the Si/Al ratio is always close to 5:4; X Mg ranges from 76.31 to 96.63, and additional octahedral constituents occur in very small amounts. Extraframework K and Ca are negligible, while Na reaches the values up to 0.84 apfu. SIMS shows H2O up to 1.52 and CO2 up to 1.11 wt%. Optically transparent single crystals were oriented using the spindle stage and examined by FTIR micro-spectroscopy under polarized light. On the basis of the polarizing behaviour, the observed bands were assigned to water molecules in two different orientations and to CO2 molecules in the structural channels. The IR spectra also show the presence of small amounts of CO in the samples. Refined integrated molar absorption coefficients were calibrated for the quantitative microanalysis of both H2O and CO2 in cordierite based on single-crystal polarized-light FTIR spectroscopy. For H2O the integrated molar coefficients for type I and type II water molecules (ν3 modes) were calculated separately and are [I]ɛ = 5,200 ± 700 l mol-1 cm-2 and [II]ɛ = 13,000 ± 3,000 l mol-1 cm-2, respectively. For CO2 the integrated coefficient is \\varepsilon_{{{{CO}}_{ 2} }} = 19,000 ± 2,000 l mol-1 cm-2.

  19. Voedselverspilling, waarden van voedsel in de keten : de mogelijke rol van het groene onderwijs bij het oplossen van een maatschappelijke opgave

    OpenAIRE

    Waarts, Y.R.; Onwezen, M.C.; Wiersinga, R.C.; Eppink, M.M.; Thoden van Velzen, E.U.; Timmermans, A.J.M.

    2009-01-01

    Het doel van deze verkenning is om op basis van literatuur en interviews met belangrijkste stakeholders een visie te formuleren over de wijze waarop het groene onderwijs een bijdrage kan leveren aan het verminderen van voedselverliezen binnen alle schakels van de keten inclusief de consument, en aan de nuttige toepassing van reststromen.

  20. die impak van metodologie op die verstaan van die nuwe testament

    African Journals Online (AJOL)

    voorbeeld eers een maal deur die bril van die vorm- en redaksiekritiek na die Evangelies gekyk het, dink jy vir altyd anders oor hulle tot- standkoming. Inderdaad, nuwe metodes lei tot nuwe perspektiewe! Dit is dan ook waar die fokus van hierdie artikel val: die impak van metodologie op die verstaan van die Nuwe ...

  1. Effectieve bestrijding van varroa

    NARCIS (Netherlands)

    Cornelissen, B.; Blacquiere, T.; Steen, van der J.J.M.

    2010-01-01

    De varroa mijtziekte (Varroa destructor) is de belangrijkste bedreiging van de Europese honingbij. Wintersterfte van honingbijen is in de meeste gevallen toe te schrijven aan deze ziekte. Deze brochure van de WUR biedt informatie over de biologie van varroa, de effecten van varroa op honingbijen en

  2. Energy Plan Greenport Greenhouse II. Outline of the conservation options of the greenhouse concept; Energieplan Greenportkas II. Verkenning van de besparingsmogelijkheden van het kasconcept

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kempkes, F.; Verkerke, W.; Poot, E. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands)

    2012-02-15

    op het gebied van de vocht en minimumbuisregeling. Dit bleek een besparing ten opzichte van de Greenportkas I van 28% op te leveren. Deze uitkomst is bediscussieerd met de ondernemer en met de energie coördinatoren van Kas als Energiebron. Dit leidde tot geleidelijke aanpassingen in de bouwplannen, die vervolgens door het onderzoek opnieuw werden doorgerekend. Vervolgens is in diverse feed back loops de in dit onderzoek gegenereerde kennis besproken met de ondernemer, waarna nieuwe rekensessies volgden. De uiteindelijke configuratie voor Greenportkas II is een combinatie van elementen uit Het Nieuwe Belichten en Het Nieuwe Telen, een dubbeldek met 4 x AR coating, zonder koeling en een verschuiving in de teeltperiode. De besparing op elektriciteit bedraagt 70% ten opzichte van Greenportkas I. Op de benodigde aanvullende warmte wordt in termen van primaire energie niet bespaard, omdat er geen warmte (als restproduct van de koudeproductie) en minder overschot van lampwarmte beschikbaar komt. In absolute termen wordt er in het Greenportkas II concept wel ca. 25% minder warmte gebruikt dan in de Greenportkas I.

  3. Prediking aan die hand van die metafoor van fiksieskryf

    African Journals Online (AJOL)

    p1243322

    HTS 64(3) 2008 siening van die self en waarheid. In die pre-moderne paradigma kan die dominante metafoor verstaan word aan die hand van 'n spieël wat die lig uit 'n transendente oorsprong weerkaats, terwyl die moderne paradigma uitgedruk word met die metafoor van 'n lamp wat 'n eie, oorspronklike lig binne die self.

  4. ’n Etiek van liefde: Die etiese perspektiewe van die Heidelbergse Kategismus

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Koos Vorster

    2013-06-01

    Full Text Available Hierdie artikel behandel die etiese perspektiewe van die Heidelbergse Kategismus – een van die prominente belydenisskrifte in die gereformeerde tradisie. Die etiese relevansie is ingebed in die konfessie se verklaring van die tien gebooie. Die artikel verduidelik dat die etiek van die Heidelbergse Kategismus ten diepste ’n karakteretiek is en dat dit gelowiges oproep tot ’n etiek van liefde. Hierdie liefde sluit in liefde vir die verbondsgemeenskap, die bediening van die Woord, die heiligheid van God en die waardigheid van mense, die gemeenskap van die gelowiges, gesag, die lewe, die huwelik, privaatbesit en arbeid asook waarheid en geregtigheid. As gevolg van die sinekdogeekarakter van die wet is hierdie etiek van liefde vandag baie relevant. This article deals with the ethical relevance of one of the prominent confessions in the reformed tradition, namely the Heidelberg Cathechism. The ethical relevance lies in the confession’s elucidation of the ten commandments and its application to moral conduct. The article explains that the ethics of the Heidelberg Catechism is essentially a virtue ethics calling for an ethics of love. This love should include love for the covenantal communion, ministry of the Word, the holiness of God and the dignity of people, the communion of the saints, authority, life, marriage, private property and labour, and truth and justice. Due to the synecdochical character of the ten commandments this ethics of love is highy relevant in the present times.

  5. Optimaliseren van een biovergister

    NARCIS (Netherlands)

    van der Bij, Joost; Rademaker, Mark; Visser, Klaas; de Vries, Herman

    2014-01-01

    Dit rapport beschrijft onderzoek van conversie van biomassa in een Swill-gasser geplaatst bij het Van der Valk restaurant in Cuijk. De Swill-gasser is een biomassa vergister voor restaurant afval. Het onderzoek heeft zich gericht op het optimaliseren van de data acquisitie en op het bepalen van de

  6. Kenmerkend van hierdie afdeling is die tema van ouderdom wat in ...

    African Journals Online (AJOL)

    8 Apr 2016 ... Kenmerkend van hierdie afdeling is die tema van ouderdom wat in menige van die stories voorkom. Hier is dit die onvermydelike aftakelingsproses van die liggaam (en verstand) wat 'n beduidende invloed op die skrywer het. In verhale soos “Wat 'n lieflike geraas”, “Die ou met die overall”, “Lofredes en ...

  7. Preparation, characterization and nonlinear absorption studies of cuprous oxide nanoclusters, micro-cubes and micro-particles

    Science.gov (United States)

    Sekhar, H.; Narayana Rao, D.

    2012-07-01

    Cuprous oxide nanoclusters, micro-cubes and micro-particles were successfully synthesized by reducing copper(II) salt with ascorbic acid in the presence of sodium hydroxide via a co-precipitation method. The X-ray diffraction and FTIR studies revealed that the formation of pure single-phase cubic. Raman and EPR spectral studies show the presence of CuO in as-synthesized powders of Cu2O. Transmission electron microscopy and field emission scanning electron microscopy data revealed that the morphology evolves from nanoclusters to micro-cubes and micro-particles by increasing the concentration of NaOH. Linear optical measurements show absorption peak maximum shifts towards red with changing morphology from nanoclusters to micro-cubes and micro-particles. The nonlinear optical properties were studied using open aperture Z-scan technique with 532 nm 6 ns laser pulses. Samples-exhibited both saturable as well as reverse saturable absorption. Due to confinement effects (enhanced band gap), we observed enhanced nonlinear absorption coefficient (β) in the case of nanoclusters compared to their micro-cubes and micro-particles.

  8. Bepaling van enkele neurotransmitters, monoaminen, en metabolieten, met behulp van Continuous Flowapparatuur

    NARCIS (Netherlands)

    Eigeman L; Schonewille F; Borst M; van der Laan JW

    1986-01-01

    Bij het onderzoek in de psychofarmacologie kan kennis van de effecten van stoffen op de omzettingssnelheid van neurotransmitters een belangrijk aspect zijn. Met de huidige psychofarmaca lijken vooral de klassieke neurotransmitters zoals de monoaminen, noradrenaline, dopamine en serotonine van

  9. Kansen voor conflictbemiddeling : Verslag van een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van conflictbemiddeling

    NARCIS (Netherlands)

    Geveke, Henk; Plant, Ernelies; Thieme, Marianneke; Verberk, Marielle

    1998-01-01

    In opdracht van het Platform ADR, een klankbordgroep en denktank op het gebied van alternatieve geschilbeslechting, is onderzoek verricht naar de toepasbaarheid van een specifieke vorm van Alternative Dispute Resolution (ADR): conflictbemiddeling (mediation). De onderzoeksopdracht was als volgt: het

  10. Experimental Ion Mobility measurements in Ne-CO$_2$ and CO$_2$-N$_2$ mixtures

    CERN Document Server

    Encarnação, P.M.C.C.; Veenhof, R.; Neves, P.N.B.; Santos, F.P.; Trindade, A.M.F.; Borges, F.I.G.M.; Conde, C.A.N.

    2016-01-01

    In this paper we present the experimental results for the mobility, K0, of ions in neon-carbon dioxide (Ne-CO2) and carbon dioxide-nitrogen (CO2-N2) gaseous mixtures for total pressures ranging from 8–12 Torr, reduced electric fields in the 10–25 Td range, at room temperature. Regarding the Ne-CO2 mixture only one peak was observed for CO2 concentrations above 25%, which has been identified as an ion originated in CO2, while below 25% of CO2 a second-small peak appears at the left side of the main peak, which has been attributed to impurities. The mobility values for the main peak range between 3.51 ± 0.05 and 1.07 ± 0.01 cm2V−1s−1 in the 10%-99% interval of CO2, and from 4.61 ± 0.19 to 3.00 ± 0.09 cm2V−1s−1 for the second peak observed (10%–25% of CO2). For the CO2-N2, the time-of-arrival spectra displayed only one peak for CO2 concentrations above 10%, which was attributed to ions originated in CO2, namely CO2+(CO2), with a second peak appearing for CO2 concentrations below 10%. This secon...

  11. Results of a European interlaboratory comparison on CO2 sorption on activated carbon and coals

    Science.gov (United States)

    Gensterblum, Yves; Busch, Andreas; Krooss, Bernhard; de Weireld, Guy; Billemont, Pierre; van Hemert, Patrick; Wolf, Karl-Heinz

    2013-04-01

    For the assessment of CO2 storage in coal seams or enhanced coalbed methane production (ECBM), the sorption properties of natural coals are important parameters. Since more and more laboratories worldwide are concerned with measurements of gas sorption on coal it is indispensable to establish quality standards for such experiments. The first two interlaboratory studies on CO2 sorption on coal (Goodman et al. 2004, 2007) revealed a poor agreement of sorption isotherms among the participating laboratories, particularly in the high-pressure range. During the MOVECBM (http://www.movecbm.eu/) project funded by the European Commission (6th framework), an interlaboratory comparison of CO2 sorption on selected coals and activated carbon was initiated. Measurements were performed on dry samples at 45° C using the manometric and the gravimetric method. up to a final pressure of 15 MPa. The first set of high-pressure sorption measurements was performed on a Filtrasorb 400 activated carbon sample in order to minimise heterogeneity effects and to optimize the experimental procedures for the individual (manometric or gravimetric) methods (Gensterblum et al. 2009). Since comparability for the activated carbon was excellent, the measurements were continued using natural coals of various rank (anthracite, bituminous coal and lignite) to study the influence of heterogeneities and varying starting conditions on the CO2 sorption properties (Gensterblum et al. 2010). Compared to the poor reproducibility observed in previous interlaboratory studies (Goodman et al., 2004, 2007) this European study showed excellent agreement (van Hemert, P. Billemont, A. Busch, B.M. Krooss, G. de Weireld, D. Prinz , K.-H.A.A. Wolf, "European inter-laboratory comparison of high pressure CO2 sorption isotherms. II: natural coals" IJCG, 2010, 84, 115-124 Gensterblum Y., P. van Hemert, P. Billemont, A. Busch, D. Charriére, D. Li, B.M. Krooss, G. de Weireld, D. Prinz , K.-H.A.A. Wolf, "European inter

  12. Manganese oxide micro-supercapacitors with ultra-high areal capacitance

    Science.gov (United States)

    Wang, Xu; Myers, Benjamin D.; Yan, Jian; Shekhawat, Gajendra; Dravid, Vinayak; Lee, Pooi See

    2013-05-01

    A symmetric micro-supercapacitor is constructed by electrochemically depositing manganese oxide onto micro-patterned current collectors. High surface-to-volume ratio of manganese oxide and short diffusion distance between electrodes give an ultra-high areal capacitance of 56.3 mF cm-2 at a current density of 27.2 μA cm-2.A symmetric micro-supercapacitor is constructed by electrochemically depositing manganese oxide onto micro-patterned current collectors. High surface-to-volume ratio of manganese oxide and short diffusion distance between electrodes give an ultra-high areal capacitance of 56.3 mF cm-2 at a current density of 27.2 μA cm-2. Electronic supplementary information (ESI) available: Experimental procedures; optical images of micro-supercapacitors; areal capacitances of samples M-0.3C, M-0.6C and M-0.9C; illustration of interdigital finger electrodes; Nyquist plot of Co(OH)2 deposited on micro-electrodes. See DOI: 10.1039/c3nr00210a

  13. De mislukte missie van mr. Maarten van Naarden als luitenant-stadhouder van Stad en Lande 1541-1557

    NARCIS (Netherlands)

    Postma, F.

    2005-01-01

    Maarten van Naarden’s failed mission as lieutenant-stadholder of the province of Groningen, 1541-1557 In November 1557, Maarten van Naarden resigned from his post as lieutenant-stadholder of the province of Groningen and left the province after staying there for sixteen years. Van Naarden’s

  14. Ondersoek na ’n teoretiese onderskraging van boekkuns: Die toepassing van Bakhtin se dialogisme en heteroglossia op geselekteerde voorbeelde van kunstenaarsboeke

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    David Paton

    2012-11-01

    Full Text Available Onlangse navorsingsprojekte en konferensies oor boekkuns het gereageer op Johanna Drucker se oproep in 2005 dat noodsaaklike navorsingswerk gedoen moet word om ’n deegliker teoretiese basis vir die terrein van boekkunsproduksie te vestig. Die deelname van kunstenaars en ander praktisyns van boekkuns veroorsaak dat gesprekke en besprekings noodwendig en voorspelbaar neig na die praktyk en weg van die teorie. In die lig van die behoefte aan die bepaling van ’n toepaslike visie waarvolgens die kunsboek meer eksplisiet, ook teoreties, ondersoek kan word, ondersoek hierdie artikel Stéphane Mallarmé en Marcel Broodthaers se Un coup de dés publikasies, Buzz Spector se simplifiserende Marcel Broodthaers, Ulises Carrion se For fans and scholars alike, en Helen Douglas en Telfer Stokes se Real fiction. Hierdie spesifieke voorbeelde, en hulle onderlinge verbande en dialoog met mekaar, word ondersoek vanuit die perspektief van die Russiese filosoof en literêre teoretikus Mikhail Bakhtin se werk oor dialogisme en heteroglossia (‘ander-tongigheid’. Hierdie begrippe demonstreer die dialogiese, multivokale en veeltongige wisselwerking tussen en binne historiese werke as kultuuruitings. Deur die analise toon ek aan dat hierde begrippe toepaslike en funksionele raamwerke uitmaak vir die analise van spesifieke aspekte wat die teenwoordigheid van kunstenaarsboeke aankondig in die wêreld: selfbewustheid en omvattende diskoers wat wederkerend toepaslik is. Ek stel voor dat Bakthin se idees oor dialogisme en heteroglossie gebruik word as die teoretiese begronding van die kunstenaarsboek as ’n dinamiese visuele taal wat in ’n netwerk van ander tekste staan en deel is van die proses van die eindelose herbeskrywing van die wêreld.

  15. Beslisbevoegdheden en Verantwoordelijkheden van de Uitgestegen Soldaat. Deel A: Verplaatsen van Beslisbevoegdheden (Authority and Responsibility of the Dismounted Soldier. Part A. Empowering the Dismounted Soldier)

    Science.gov (United States)

    2007-04-01

    en verantwoordelijkheden van de uitgestegen soldaat Deel A: verplaatsen van beslisbevoegdheden Datumn april 2007 Auteur (s) R. de Bruin ITE. van Bernmel...Admiraal, Bureau SMP Auteur (s) R. de Bruin Program maleider Projectleider I.E. van Bemnmel dr. W.A. Lotens, A.J. van Vliet, A.J. van Vijet TNO Defensie en...Leadership Theory en wordt relevant geacht voor de ontvangers van aanvullende beslisbevoegdheden. 2.1.3 Het oogmerk van de hogere commandant Een ander

  16. Hindering effects in diffusion of CO2/CH4 mixtures in ZIF-8 crystals

    NARCIS (Netherlands)

    Chmelik, C.; van Baten, J.; Krishna, R.

    2012-01-01

    Cage-type micro-porous materials such as LTA, CHA, SAPO-34, DDR, ERI, ZIF-7, and ZIF-8 have significant potential for use in membrane technologies for CO2 capture. The permeation selectivities are governed by a combination of adsorption and diffusion selectivities, each of which can be separately

  17. Binary interaction parameters for nonpolar systems with cubic equations of state: a theoretical approach 1. CO2/hydrocarbons using SRK equation of state

    DEFF Research Database (Denmark)

    Coutinho, João A.P.; Kontogeorgis, Georgios M.; Stenby, Erling H.

    1994-01-01

    This work shows that, when suitable theoretically based combining rules are used for the cross energy and cross co-volume parameters, cubic equations of state (EoS) with the van der Waals one-fluid mixing rules can adequately represent phase equilibria for the asymmetric CO2/hydrocarbon mixtures...... for the prediction of phase behavior of petroleum fluids. A brief theoretical analysis on the temperature dependency of the Kij interaction parameter is also presented....

  18. Resultaten van het RWS-RIKZ JAMP 2006 monitoringsprogramma van bot (Platichthys flesus L.). Biologische gegevens van bot en milieukritische stoffen in bot

    NARCIS (Netherlands)

    Kotterman, M.J.J.; Barneveld, van E.

    2007-01-01

    De in dit rapport beschreven werkzaamheden werden door IMARES uitgevoerd op basis van een opdracht van Rijkswaterstaat- Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) in het kader van het Joint Assessment and Monitoring Program van de OSPARCOM. De opdracht hield in het verkrijgen van biologische gegevens

  19. Voedingpraktyke en behoeftes van hulpbron-arm gemeenskappe deur die oë van laerskoolonderwysers

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ronel Ferreira

    2013-02-01

    Full Text Available In hierdie artikel bespreek ons die persepsies van onderwysers (n = 45 wat betref die voedingpraktyke van ’n steekproef laerskoolleerders en hul gesinne in ’n hulpbron-arm gemeenskap. Ons fokus spesifiek op die behoeftes, praktyke en verwagtings ten opsigte van die gebruik van voedsel, wat die produksie, keuse en voorbereiding van voedsel impliseer. Ons studie vorm die eerste deel van ’n groter institusionele navorsingprojek. Vir die doel van ons studie het ons deelnemende refleksie en aksie-gebaseerde werkwinkels gehou om data te genereer en tydens die interpretasie van bevindinge op interpretivisme staatgemaak. Hierdie studie beklemtoon die behoeftes van hulpbron-arm en werklose gemeenskapslede wat dikwels genoodsaak is om teen verlaagde pryse voedsel te koop waarvan die kwaliteit nie optimaal is nie. ’n Verskraalde ontbyt, middagete of aandete waarvan die keuse algemeen beperk is tot swart tee, pap en een of twee snye ou brood, bevestig die manifestasies van armoede in hulpbron-arm gemeenskappe. Maaltye is dikwels beperk tot groot hoeveelhede koolhidrate, min groente, ingelegde vis, pap met inkomazi en marog. Hoenderpote en afval vul soms die spyskaart aan. Onderwysers beklemtoon die feit dat gemeenskapslede tipies op skenkings van werkgewers, kerke en kruidenierswinkels staatmaak om hul voedselbegroting aan te vul. Onderwysers fokus verder op die behoeftes aan opleiding vir gemeenskapslede. Na hulle mening moet gemeenskappe ingelig word oor voedselproduksie, groentetuine, die wyses waarop die kwaliteit van grond bepaal kan word, besproeiing en die toepassing van volhoubare wisselbou. Die artikel word afgesluit met uitvoerbare en leersame wenke vir die opleiding van landelike gemeenskappe. Op grond van dié navorsingsbevindinge word ’n intervensieprogram tans ontwikkel, met die doel om dit in die onderskeie deelnemende skole te implementeer ter bevordering van gesonde voedselverwante gedrag en welsyn.

  20. Beheersing van valse meeldauw in de akkerbouwmatige teelt van peterselie

    NARCIS (Netherlands)

    Mheen, van der H.J.C.J.; Lamers, J.G.

    2009-01-01

    In 2007 en 2008 heeft PPO-agv in opdracht van het Productwschap Akkerbouw onderzoek gedaan naar de beheersing van valse meeldauw in de akkerbouwmatige teelt van peterselie. Diverse fungicidentoepassingen zijn in staat om de peterselie (in meer of mindere mate) tegen valse meeldauw te beschermen.

  1. Rechargeable Al-CO2 Batteries for Reversible Utilization of CO2.

    Science.gov (United States)

    Ma, Wenqing; Liu, Xizheng; Li, Chao; Yin, Huiming; Xi, Wei; Liu, Ruirui; He, Guang; Zhao, Xian; Luo, Jun; Ding, Yi

    2018-05-21

    The excessive emission of CO 2 and the energy crisis are two major issues facing humanity. Thus, the electrochemical reduction of CO 2 and its utilization in metal-CO 2 batteries have attracted wide attention because the batteries can simultaneously accelerate CO 2 fixation/utilization and energy storage/release. Here, rechargeable Al-CO 2 batteries are proposed and realized, which use chemically stable Al as the anode. The batteries display small discharge/charge voltage gaps down to 0.091 V and high energy efficiencies up to 87.7%, indicating an efficient battery performance. Their chemical reaction mechanism to produce the performance is revealed to be 4Al + 9CO 22Al 2 (CO 3 ) 3 + 3C, by which CO 2 is reversibly utilized. These batteries are envisaged to effectively and safely serve as a potential CO 2 fixation/utilization strategy with stable Al. © 2018 The Authors. Published by WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  2. Battery requirements and technologies for micro hybrid applications

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Karden, Eckhard; Ploumen, Serve; Spijker, Engbert [Ford Forschungszentrum Aachen GmbH (Germany); Kok, Daniel [Ford Dunton Engineering Center, Basildon, Essex (United Kingdom)

    2010-07-01

    Micro hybrids are part of all European carmakers' CO{sub 2} roadmaps and will get high market share, becoming a standard fit for mainstream powertrains. Starting from vehicle level, the paper outlines system requirements and typical technical solutions. A case study demonstrates potential and limitations of regenerative braking in micro hybrid systems. The lead/acid battery dynamic charge acceptance (DCA) is a major limitation for efficient energy recuperation, and hence fuel and CO{sub 2} saving in micro hybrids. Strengths and weaknesses of the lead/acid battery are discussed with respect to both classical automotive as well as the new micro hybrid applications. The latter impose characteristic high demands on the starting - lighting - ignition (SLI) battery or the storage system that is going to replace it, namely extensive shallow cycling at partial state of charge (PSOC) and significantly improved DCA. Delivering these additional functions robustly and reliably at minimum on-cost for high-volume applications is the key challenge that the automotive lead/acid battery industry is currently confronted with. (orig.)

  3. Strong room-temperature ferromagnetism in VSe2 monolayers on van der Waals substrates

    Science.gov (United States)

    Bonilla, Manuel; Kolekar, Sadhu; Ma, Yujing; Diaz, Horacio Coy; Kalappattil, Vijaysankar; Das, Raja; Eggers, Tatiana; Gutierrez, Humberto R.; Phan, Manh-Huong; Batzill, Matthias

    2018-04-01

    Reduced dimensionality and interlayer coupling in van der Waals materials gives rise to fundamentally different electronic1, optical2 and many-body quantum3-5 properties in monolayers compared with the bulk. This layer-dependence permits the discovery of novel material properties in the monolayer regime. Ferromagnetic order in two-dimensional materials is a coveted property that would allow fundamental studies of spin behaviour in low dimensions and enable new spintronics applications6-8. Recent studies have shown that for the bulk-ferromagnetic layered materials CrI3 (ref. 9) and Cr2Ge2Te6 (ref. 10), ferromagnetic order is maintained down to the ultrathin limit at low temperatures. Contrary to these observations, we report the emergence of strong ferromagnetic ordering for monolayer VSe2, a material that is paramagnetic in the bulk11,12. Importantly, the ferromagnetic ordering with a large magnetic moment persists to above room temperature, making VSe2 an attractive material for van der Waals spintronics applications.

  4. Inzicht in het presteren van de executieketen : Ontwikkeling van een monitor voor het meten van Kritieke Prestatie Indicatoren in de Executieketen

    NARCIS (Netherlands)

    Braak, S.W. van den; Netten, C.P.M.; Witzenburg, R. van

    2013-01-01

    Dit zijn de voorlopige resultaten van het ontwikkelprojcet Monitor Kritieke Prestatie Indicatoren Executieketen. Het structureel meten van de vastgestelde Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI's) behelst het periodiek verzamelen, bewerken en presenteren van grote hoeveelheden data van verschillende

  5. Vergelijking van vangsten van een 12 m pulskor met een conventionele wekkerboomkor

    NARCIS (Netherlands)

    Marlen, van B.; Ybema, M.S.; Kraayenoord, A.; Vries, de M.; Rink, G.J.

    2005-01-01

    In het kader van de ontwikkeling van een pulskor als alternatief voor de conventionele boomkor met wekkerkettingen werd in nov-dec 2004 en jan 2005 onderzoek uitgevoerd op het visserij-onderzoekingsvaartuig “Tridens” naar de vangstverschillen van beide visserijtechnieken en de overleving van door

  6. Het gebruik van antropometrische gegevens bij het opstellen van normen voor kantoorstoelen

    NARCIS (Netherlands)

    Groot, M.D. de; Voorbij, A.I.M.; Molenbroek, J.F.M.

    2003-01-01

    De fysieke belasting van werknemers is bij het invoeren van de personal computer veranderd. De werkplekken zijn zitplekken geworden. Het aantal gebruikers van kantoorstoelen is daarmee enorm toegenomen. Achter een monitor zitten mensen vaak lang achter elkaar in dezelfde houding, wat in weerwil van

  7. Silicene on MoS2: role of the van der Waals interaction

    KAUST Repository

    Zhu, Jiajie; Schwingenschlö gl, Udo

    2015-01-01

    We demonstrate for silicene on MoS2 substrate the limitations of the predictive power of first principles calculations based on van der Waals density functional theory. Only the optB86b-vdW functional is found to give reasonable agreement

  8. Research on a pellet co-precipitation micro-filtration process for the treatment of liquid waste containing strontium

    International Nuclear Information System (INIS)

    Xin Luo; North China Institute of Science and Technology, Beijing; Guanghui Zhang; Xue Wang; Ping Gu

    2013-01-01

    The chemical precipitation method for radioactive wastewater treatment has the advantages of being simple and cost-effective. However, difficulties with the solid–liquid separation and sludge concentration restrict the application of this method. In this paper, a pellet co-precipitation micro-filtration (PCM) process was studied for treating strontium-containing wastewater on a laboratory scale. The seed was prepared by CaCO 3 powders. Sr 2+ and CO 3 2- were constantly crystallised on the seed surface, with Na 2 CO 3 as the precipitating agent in the pellet reactor. The following membrane separator with the addition of FeCl 3 enhanced the treatment effect. The average strontium concentrations in the raw water and in the effluent were 12.0 and 0.0220 mg/L, respectively. The strontium decontamination factor (DF) increased with the operation time, with an average value of 577. The precipitate particles formed gradually grew larger, with good sedimentation properties. When the experiment was complete, the formed precipitate was separated easily from the liquid phase and directly discharged. The concentration factor (CF) was 1,958. In the PCM process, crystallisation was the main mechanism for strontium removal, with the influent strontium level playing an important role. Membrane pore blockage and cake layer formation could help to further intercept the strontium crystallites. Furthermore, ferric chloride coagulation in the membrane separator also contributed to strontium removal. The PCM process has potential for wider application in the removal of strontium from wastewater. (author)

  9. De verleidelijkheid van het grote gebaar : Het werk van Dogma

    NARCIS (Netherlands)

    Teerds, P.J.

    2013-01-01

    In vier portacabins op het parkeerterrein van de Delftse Faculteit Bouwkunde is nog tot volgende week de tentoonstelling 11+1 projects te zien, een overzichtstentoonstelling van het intrigerende werk van het Brusselse bureau Dogma. Met de tentoonstelling zet de faculteit na de brand in 2008 weer een

  10. De afschaffing van de bezwaarfase bij boetebesluiten van de ACM

    NARCIS (Netherlands)

    Jans, J.H.; Outhuijse, A.

    Per 1 maart 2013 ontstaat door samenvoeging van de NMa, de OPTA en de Consumentenautoriteit, de Autoriteit Consument en Markt. Om de ACM slagvaardig te laten functioneren, wordt voorgesteld het handhavingsinstrumentarium m.b.t. het markttoezicht van de ACM te vereenvoudigen. Eén van de voorstellen

  11. Implementatie van de Surviving Sepsis Campaign bundels : Monitoring van ervaringen

    NARCIS (Netherlands)

    Lilian Vloet; J. Schouten; N. Stevens; A. Rensen; A. Willems; F. Zeegers

    2011-01-01

    Sepsis komt vaak voor in ziekenhuizen. Ernstige sepsis is verantwoordelijk voor 10 - 20% van alle Intensive Care (IC) opnames en is de belangrijkste doodsoorzaak op niet-cardiale IC?s. De gemiddelde mortaliteit van volwassenen met ernstige sepsis op de IC is 33% en van volwassenen met septische

  12. Opvang en vervoederen van hemelwater op Aver Heino

    NARCIS (Netherlands)

    Verstappen-Boerekamp, J.A.M.; Wolters, G.M.V.H.; Schooten, van H.A.

    2000-01-01

    Op Aver Heino wordt sinds het najaar van 1995 van 2000 m2 dakoppervlak hemelwater opgevangen om te gebruiken voor het drenken van vee. In deze 3z jaar is met hemelwateropvang voor 50 % in de waterbehoefte voor het vee voorzien.

  13. CO2 diffuse emission from maar lake: An example in Changbai volcanic field, NE China

    Science.gov (United States)

    Sun, Yutao; Guo, Zhengfu; Liu, Jiaqi; Du, Jianguo

    2018-01-01

    Numerous maars and monogenetic volcanic cones are distributed in northeast China, which are related to westward deep subduction of the Pacific Ocean lithosphere, comprising a significant part of the "Pacific Ring of Fire". It is well known that diffuse CO2 emissions from monogenetic volcanoes, including wet (e.g., maar lake) and dry degassing systems (e.g., soil diffuse emission, fault degassing, etc.), may contribute to budget of globally nature-derived greenhouse gases. However, their relationship between wet (e.g., maar lake) and concomitant dry degassing systems (e.g., soil diffuse emission, fault degassing, etc.) related to monogenetic volcanic field is poorly understood. Yuanchi maar, one of the typical monogenetic volcanic systems, is located on the eastern flank of Tianchi caldera in Changbai volcanic field of northeast China, which displays all of three forms of CO2 degassing including the maar lake, soil micro-seepage and fault degassing. Measurements of efflux of CO2 diffusion from the Yuanchi maar system (YMS) indicate that the average values of CO2 emissions from soil micro-seepage, fault degassing and water-air interface diffusion are 24.3 ± 23.3 g m- 2 d- 1, 39.2 ± 22.4 g m- 2 d- 1 and 2.4 ± 1.1 g m- 2 d- 1, respectively. The minimum output of CO2 diffuse emission from the YMS to the atmosphere is about 176.1 ± 88.3 ton/yr, of which 80.4% results from the dry degassing system. Degassing from the fault contributes to the most of CO2 emissions in all of the three forms of degassing in the YMS. Contributions of mantle, crust, air and organic CO2 to the soil gas are 0.01-0.10%, 10-20%, 32-36% and 48-54%, respectively, which are quantitatively constrained by a He-C isotope coupling calculation model. We propose that CO2 exsolves from the upper mantle melting beneath the Tianchi caldera, which migrates to the crustal magma chamber and further transports to the surface of YMS along the deep fault system. During the transportation processes, the emission

  14. [Synthesis and characterization of CO-3(2-) doping nano-hydroxyapatite].

    Science.gov (United States)

    Liao, Jian-Guo; Li, Yan-Qun; Duan, Xing-Ze; Liu, Qiong

    2014-11-01

    CO3(2-) doping is an effective method to increase the biological activity of nano-hydroxyapatite (n-HA). In the present study, calcium nitrate and trisodium phosphate were chosen as raw materials, with a certain amount of Na2CO3 as a source of CO-3(2-) ions, to synthesize nano-carbonate hydroxyapatite (n-CHA) slurry by solution precipitation method. The structure and micro-morphology of n-CHA were characterized by transmission electron microscope (TEM), X-ray diffraction (XRD), Fourier transform-infrared spectroscopy (FTIR) and Raman spectroscopy (RS). The results revealed that the synthetic n-HA crystals are acicular in nanometer scale and have a crystal size of 20-30 nm in diameter and 60-80 nm in length, which are similar to natural bone apatite. And the crystallinity of n-CHA crystals decreases to the increment of CO3(2-). Samples with more CO3(2) have composition and structure more similar to the bone apatite. The value of lattice parameters a decreases, value of c increases, and c/a value increases with the increase in the amount of CO3(2-), in accordance with crystal cell parameters change rule of type B replacement. In the AB mixed type (substitution OH- and PO4(3-)) CHA, IR characteristic peak of CO3(2-) out-of-plane bending vibration appears at 872 cm(-1), meanwhile, the asymmetry flexible vibration band is split into band at 1 454 cm(-1) and band at 1 420 cm(-1), while weak CO3(2)-peak appears at 1 540 cm(-1). CO3(2-) Raman peak of symmetric stretching vibration appears at 1 122 cm(-1). CO3(2-) B-type (substitution PO4(3-)) peak appeared at 1 071 cm(-1). Through the calculation of integral area ratio of PO4(3-)/ CO3(2-), OH-/CO3(2-), and PO4(3-)/OH-, low quantity CO3(2-) is B-type and high quantity CO3(2-) is A-type (substitution OH-). The results show that the synthesized apatite crystals are AB hybrid substitued nano-carbonate hydroxyapatite, however B-type replacement is the main substitute mode. Due to similarity inthe shape, size, crystal structure

  15. Wellbore integrity analysis of a natural CO2 producer

    KAUST Repository

    Crow, Walter

    2010-03-01

    Long-term integrity of existing wells in a CO2-rich environment is essential for ensuring that geological sequestration of CO2 will be an effective technology for mitigating greenhouse gas-induced climate change. The potential for wellbore leakage depends in part on the quality of the original construction as well as geochemical and geomechanical stresses that occur over its life-cycle. Field data are essential for assessing the integrated effect of these factors and their impact on wellbore integrity, defined as the maintenance of isolation between subsurface intervals. In this report, we investigate a 30-year-old well from a natural CO2 production reservoir using a suite of downhole and laboratory tests to characterize isolation performance. These tests included mineralogical and hydrological characterization of 10 core samples of casing/cement/formation, wireline surveys to evaluate well conditions, fluid samples and an in situ permeability test. We find evidence for CO2 migration in the occurrence of carbonated cement and calculate that the effective permeability of an 11′-region of the wellbore barrier system was between 0.5 and 1 milliDarcy. Despite these observations, we find that the amount of fluid migration along the wellbore was probably small because of several factors: the amount of carbonation decreased with distance from the reservoir, cement permeability was low (0.3-30 microDarcy), the cement-casing and cement-formation interfaces were tight, the casing was not corroded, fluid samples lacked CO2, and the pressure gradient between reservoir and caprock was maintained. We conclude that the barrier system has ultimately performed well over the last 3 decades. These results will be used as part of a broader effort to develop a long-term predictive simulation tool to assess wellbore integrity performance in CO2 storage sites. © 2009 Elsevier Ltd. All rights reserved.

  16. Using coupled micropillar compression and micro-Laue diffraction to investigate deformation mechanisms in a complex metallic alloy Al{sub 13}Co{sub 4}

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bhowmik, Ayan, E-mail: a.bhowmik@ic.ac.uk; Britton, T. Ben; Sernicola, Giorgio; Dye, David [Department of Materials, Imperial College London, Exhibition Road, London SW7 2AZ (United Kingdom); Dolbnya, Igor P. [Diamond Light Source, Didcot, Oxfordshire OX11 0DE (United Kingdom); Jones, Nicholas G.; Walter, Claudia; Clegg, William J. [Department of Materials Science and Metallurgy, University of Cambridge, Cambridge CB3 0FS (United Kingdom); Gille, Peter [Crystallographic Section, Department of Earth and Environmental Sciences, Ludwig-Maximilians-Universität München, Munich D-80333 (Germany); Giuliani, Finn [Department of Materials, Imperial College London, Exhibition Road, London SW7 2AZ (United Kingdom); Department of Mechanical Engineering, Imperial College London, London SW7 2AZ (United Kingdom)

    2016-03-14

    In this study, we have used in-situ micro-Laue diffraction combined with micropillar compression of focused ion beam milled Al{sub 13}Co{sub 4} complex metallic alloy to investigate the evolution of deformation in Al{sub 13}Co{sub 4}. Streaking of the Laue spots shows that the onset of plastic flow occurs at stresses as low as 0.8 GPa, although macroscopic yield only becomes apparent at 2 GPa. The measured misorientations, obtained from peak splitting, enable the geometrically necessary dislocation density to be estimated as 1.1 × 10{sup 13 }m{sup −2}.

  17. Omkering van de bewijslast: knelpunten in de regeling en bij de toepassing van de omkering van de sanctie (deel I)

    NARCIS (Netherlands)

    Okhuizen, E.C.G.

    2013-01-01

    De omkering van de bewijslast als processuele sanctie op het niet nakomen van de aangifteplicht en de daaraan verbonden bijkomende verplichtingen lijken niet weg te denken uit ons belastingrecht. De sanctie kwam al voor in de fiscale wetgeving die dateert van vóór de invoering van de Algemene wet

  18. CO{sub 2} interfacial properties: application to multiphase flow at reservoir conditions; Proprietes interfaciales du CO{sub 2}: application aux ecoulements en milieu poreux en pression et temperature

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Chalbaud, C

    2007-07-15

    In this work we deal with the interfacial properties of CO{sub 2} at reservoir conditions with a special interest on deep saline aquifers. Each chapter of this dissertation represents a different physical scale studied with different experimental devices and simulation tools. The results obtained in the first part of this study represent a complete data set of brine-CO{sub 2} interfacial tension at reservoir conditions. A semi-analytical equation is proposed in order to facilitate the work of reservoir engineers. The second deals with the interfacial properties at the pore scale using glass micro-models at different wettability conditions. This part shows the wetting behavior of CO{sub 2} on hydrophobic or oil-wet solid surfaces. A pore network model was used for the interpretation and exploitation of these results. The third part corresponds to two different experimental approaches at the core scale at different wettability conditions associated to a modelling at flue Darcy scale. This part is a significant contribution to the validation of COORES compositional reservoir simulator developed by IFP. It has also allow us to estimate multiphase properties, Pc and kr, for brine-CO{sub 2} systems at reservoir conditions. This study presents the necessary scales to model CO{sub 2} storage in deep saline aquifers. (author)

  19. Vervluchtiging van EPTC, tri-allaat en parathion na bespuiting van een kleigrond

    NARCIS (Netherlands)

    Bor, G.; Berg, van den F.; Smelt, J.H.; Peppel-Groen, van de A.E.; Leistra, M.

    1995-01-01

    Op tien tijdstippen na de bespuiting van een onbegroeide kleigrond met EPTC, tri-allaat en parathion werden de snelheden van vervluchtiging van deze middelen bepaald met de kapmethode en de theoretisch-profielmethode (TP-methode). De vervluchtiging was het hoogst op de dag van toepassing. In de

  20. Enkele aspecten van de diagnostiek van hypophysaire insufficiëntie bij kinderen

    NARCIS (Netherlands)

    Israëls, Albertus Leonard Maurits

    1960-01-01

    In dit proefschrift is een onderzoek beschreven, dat naar de functie van de hypophyse bij kinderen met tekenen van hypophysaire insufficiëntie werd ingesteld. Het onderzoek werd in de kinderkliniek van het Academisch Ziekenhuis te Groningen verricht. In hoofdstuk I is een overzicht van de literatuur

  1. VT-NRK Toepassing bioplastics : verbeteren van de technische eigenschappen van PLA-folies

    NARCIS (Netherlands)

    Molenveld, K.; Schennink, G.G.J.

    2009-01-01

    Het doel van dit project, VT-NRK toepassing bioplastics, is het genereren en verspreiden van kennis met betrekking tot het verbeteren van de technische eigenschappen van PLA folies. De kennis is bedoeld voor de bedrijven die binnen de kunststofindustrie aangesloten zijn bij de MJA én folies

  2. Rituele van plesier: Dolf van Coller se Die Bieliebalies

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    J. van Wyk

    1998-04-01

    Full Text Available Rituals of pleasure: Dolf van Coller’s Die Bieliebalies This article is an analysis of Dolf van Coller's Die Bieliebalies (1993, read as a hedonist text. It has many points of similarity with what Bakhtin (1984 called grotesque realism, and with Nietzsche’s views as expounded in The birth of tragedy (1956. By comparing Van Caller's text to that of Bakhtin and Nietzsche, a counter-discourse to contemporary moral discourses such as feminism is explored. Van Coller’s use of laughter as a relativising mechanism is very liberating in the context where petty morality intervenes dogmatically in the field of literature and other spheres of life.

  3. Global anthropogenic emissions of carbon monoxide and non-methane volatile organic compounds as input for the CH4-CO-OH-cycle; A contribution to IMAGE, the Integrated Model for the Assessment of the Greenhouse Effect

    NARCIS (Netherlands)

    Swart RJ

    1988-01-01

    Het rapport is het resultaat van een korte studie n.a.v. het RIVM-rapport nr. 758471002 m.b.t. een model voor de rol van methaan in het broeikasprobleem. De in dit laatste rapport gehanteerde evenredigheid tussen CO2-emissies en aan verbruik van fossiele brandstoffen gerelateerde CO- en

  4. Stable isotope reactive transport modeling in water-rock interactions during CO2 injection

    Science.gov (United States)

    Hidalgo, Juan J.; Lagneau, Vincent; Agrinier, Pierre

    2010-05-01

    Stable isotopes can be of great usefulness in the characterization and monitoring of CO2 sequestration sites. Stable isotopes can be used to track the migration of the CO2 plume and identify leakage sources. Moreover, they provide unique information about the chemical reactions that take place on the CO2-water-rock system. However, there is a lack of appropriate tools that help modelers to incorporate stable isotope information into the flow and transport models used in CO2 sequestration problems. In this work, we present a numerical tool for modeling the transport of stable isotopes in groundwater reactive systems. The code is an extension of the groundwater single-phase flow and reactive transport code HYTEC [2]. HYTEC's transport module was modified to include element isotopes as separate species. This way, it is able to track isotope composition of the system by computing the mixing between the background water and the injected solution accounting for the dependency of diffusion on the isotope mass. The chemical module and database have been expanded to included isotopic exchange with minerals and the isotope fractionation associated with chemical reactions and mineral dissolution or precipitation. The performance of the code is illustrated through a series of column synthetic models. The code is also used to model the aqueous phase CO2 injection test carried out at the Lamont-Doherty Earth Observatory site (Palisades, New York, USA) [1]. References [1] N. Assayag, J. Matter, M. Ader, D. Goldberg, and P. Agrinier. Water-rock interactions during a CO2 injection field-test: Implications on host rock dissolution and alteration effects. Chemical Geology, 265(1-2):227-235, July 2009. [2] Jan van der Lee, Laurent De Windt, Vincent Lagneau, and Patrick Goblet. Module-oriented modeling of reactive transport with HYTEC. Computers & Geosciences, 29(3):265-275, April 2003.

  5. A procedure for the evaluation of 2D radiographic texture analysis to assess 3D bone micro-architecture; Evaluation de l'analyse de la texture de radiographies 2D pour evaluer les micro architecture 3D d'os

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Apostol, L.; Peyrin, F.; Yot, S.; Basset, O.; Odet, Ch. [CREATIS - Centre National de la Recherche Scientifique (UMR CNRS 5515), 69 - Villeurbanne (France); Apostal, L.; Boller, E. [European Synchrotron Radiation Facility (ESRF), 38 - Grenoble (France); Tabary, J.; Dinten, J.M. [CEA Grenoble, Lab. d' Electronique et de Technologie de l' Informatique (LETI), 38 (France); Boudousq, V.; Kotzki, P.O. [Faculte de Medecine, Lab. de Biophysique Medicale, 30 - Nimes (France)

    2004-07-01

    Although the diagnosis of osteoporosis is mainly based on Dual X-ray Absorptiometry, it has been shown that trabecular bone micro-architecture is also an important factor in regards of fracture risk, which can be efficiently assessed in vitro using three-dimensional x-ray microtomography ({mu}CT). In vivo, techniques based on high-resolution x-ray radiography associated to texture analysis have been proposed to investigate bone micro-architecture, but their relevance for giving pertinent 3D information is unclear. The purpose of this work was to develop a method for evaluating the relationships between 3D micro-architecture and 2D texture parameters, and optimizing the conditions for radiographic imaging. Bone sample images taken from cortical to cortical were acquired using 3D-synchrotron x-ray {mu}CT at the ESRF. The 3D digital images were further used for two purposes: 1) quantification of three-dimensional bone micro-architecture, 2) simulation of realistic x-ray radiographs under different acquisition conditions. Texture analysis was then applied to these 2D radiographs using a large variety of methods (co-occurrence, spectrum, fractal...). First results of the statistical analysis between 2D and 3D parameters allowed identifying the most relevant 2D texture parameters. (authors)

  6. Die ontwikkeling van menslike potensiaal in die Republiek van Suid ...

    African Journals Online (AJOL)

    Erna Kinsey

    Dit het dus ook te doen met lewenstandaard, aangesien lewenstandaard `n bepalende faktor is met betrekking tot die optimale ontwikkeling van menslike potensiaal. Ander minder materiële aspekte van menslike potensiaal het te doen met menslike vryheid, waaronder vryheid van spraak, beweging en keuse ter sake is.

  7. Performance evaluation sun city (stad van de zon) Heerhugowaard, The Netherlands

    OpenAIRE

    de Keizer, A.C.; ter Horst, E.; van Sark, W.G.J.H.M.

    2008-01-01

    The “Stad van de Zon” (Sun City) residential area in Heerhugowaard, the Netherlands, , has been designed to be a net zero CO2 emissions area. This would be achieved by installing 3.75 MWp of photovoltaic systems, 100 hectares of forest and three wind turbines of 2.3 MW each. This will be the largest PV-related project in the world. Together with PV-projects in Alkmaar and Langedijk the project will have a total installed peak power of 5 MWp. The residential area has been built since 2002. 1.0...

  8. Katalytisch verbranden van varkensmest

    NARCIS (Netherlands)

    Hendriks, J.

    1995-01-01

    Door het verbranden van mest kan het mestvolume worden verkleind. Binnenkort gaat op het Varkensproefbedrijf 'Zuid- en West-Nederland' in Sterksel onderzoek van start om de mogelijkheden van het katalytisch verbranden van varkensmest te bekijken.

  9. Witte vlekken in het bereik van NME? : raamwerk voor het meten van gebruik en de effecten van NME in het primair onderwijs

    NARCIS (Netherlands)

    Vreke, J.; Langers, F.; Berg, van den A.E.

    2011-01-01

    In het NME-beleid wordt het geven van NME ingezet als instrument om bij te dragen aan het reduceren van de achteruitgang, in omvang en kwaliteit, van natuur en milieu. Het bereik van NME moet aangeven in hoeverre NME de bevolking heeft bereikt en aan dit doel heeft bijgedragen. Het identificeren van

  10. Produktie van pigmenten

    NARCIS (Netherlands)

    Etman EJ; Duesmann HB; Eijssen PHM; LAE

    1994-01-01

    Dit rapport over de produktie van pigmenten is gepubliceerd binnen het Samenwerkingsproject Procesbeschrijvingen Industrie Nederland (SPIN). In het kader van dit project is informatie verzameld over industriele bedrijven of industriele processen ter ondersteuning van het overheidsbeleid op het

  11. Process intensification characteristics of a microreactor absorber for enhanced CO_2 capture

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ganapathy, Harish; Steinmayer, Sascha; Shooshtari, Amir; Dessiatoun, Serguei; Ohadi, Michael M.; Alshehhi, Mohamed

    2016-01-01

    Highlights: • Enhanced gas separation/CO_2 capture using aqueous DEA in micro-structured absorber. • 15 straight parallel channels with hydraulic diameter of 456 μm. • Achieved close to 100% absorption efficiency under certain operating conditions. • Mass transfer coefficients 1–3 orders of magnitude higher than conventional absorbers. • Substantial intensification of absorption process achievable using microreactors. - Abstract: Gas separation processes, including post-combustion carbon capture (PCCC) by chemical absorption using liquid solvents can be substantially enhanced using high performance micro-structured surfaces to enhance the surface area available for reaction. The present paper studies the hydrodynamics and mass transfer performance of gas–liquid absorption of CO_2 into aqueous diethanolamine in a micro-structured reactor. The system was designed to comprise 15 straight parallel channels in a cross flow inlet configuration. The hydraulic diameter of each channel was 456 μm. The performance of the reactor was studied with respect to the absorption efficiency, mass transfer coefficient, acid gas loading ratio, and pressure drop. A flow pattern map was developed using available regime transition criteria. Parametric studies varying the gas and liquid flow rates, as well as their respective concentrations at the reactor inlet, were conducted. The two-phase pressure drop was compared against the predictions of a piecewise model and a reasonably good agreement was obtained. Absorption efficiencies close to 100% were observed under certain operating conditions. The presently achieved values of liquid-side volumetric mass transfer coefficients were between 1–3 orders of magnitude higher than those reported for most conventional gas–liquid absorption systems, which can be attributed to the inherent high specific interfacial area provided through micro-structured surfaces. The results reported here indicate the substantial levels of process

  12. Sterilization of microorganisms by the supercritical carbon dioxide micro-bubble method.

    Science.gov (United States)

    Ishikawa, H; Shimoda, M; Shiratsuchi, H; Osajima, Y

    1995-10-01

    Lactobacillus brevis and Saccharomyces cerevisiae were completely sterilized by the supercritical (SC) CO2 micro-bubble method. Gaseous (G) and liquid (LQ) CO2 were used in a similar manner to compare the sterilizing effect. Among the three treatments, the microorganisms were only effectively sterilized by the SC CO2 treatment at 25 MPa and 35 degrees C.

  13. Het effect van het bijvoeren van tarwe aan vleeskuikens op de slachtrendementen

    NARCIS (Netherlands)

    Middelkoop, van J.H.; Harn, van J.

    1994-01-01

    Tarwe bijvoeren aan vleeskuikens staat momenteel volop in de belangstelling. Redenen hiervoor zijn de lage prijs van de tarwe en het positieve effect dat tarwe kan hebben op de resultaten en gezondheid van de koppel. Door het bijvoeren van tarwe wordt de werking van de spiermaag en de ontwikkeling

  14. Relations between anisotropic defects, structural evolution, and van der Waals bonding in 2H-NbSe2

    International Nuclear Information System (INIS)

    Gavarri, J.R.; Mokrani, R.; Boulesteix, C.; Vacquier, G.

    1988-01-01

    Correlations between anisotropic defects and van der Waals interactions have been established for the layer compound 2H-NbSe 2 which is investigated by low temperature X-ray diffraction techniques. Thermal expansion coefficients and anisotropic Debye temperatures are determined. A diffraction profile analysis reveals the existence of lattice distortions independent of the temperature. They are due to layer defects. To interpret the structural evolution data, the thermal expansion functions, α a (T) and α c (T) are simulated in the low temperature range which yield the elastic constants and the Grueneisen parameters. Using bond energy models, the Van der Waals nature of interlayer Se-Se interactions is confirmed by a model of thermal expansion of bonds and connected with the C 13 component of the elastic tensor. Such interactions can explain the presence of some layer defects that can be 4H-NbSe 2 nuclei in the 2H host lattice. In addition, no strong change in the Grueneisen parameters is clearly shown to occur at the 35 K transition of 2H-NbSe 2 . (author)

  15. Het zelfreinigend vermogen van de wetenschap: parapsychologie en peer review 2.0

    NARCIS (Netherlands)

    Kievit, R.A.

    2011-01-01

    Onlangs werd opnieuw het bestaan van parapsychologische fenomenen geclaimd. Al vóór publicatie leidde dit tot discussies op wetenschappelijke weblogs. Rogier A. Kievit illustreert met deze casus het zelfcorrigerende vermogen van het vak.

  16. Microseismic Monitoring of CO2 Injection at the Penn West Enhanced Oil Recovery Pilot Project, Canada: Implications for Detection of Wellbore Leakage

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Gonzalo Zambrano-Narváez

    2013-09-01

    Full Text Available A passive seismic monitoring campaign was carried out in the frame of a CO2-Enhanced Oil Recovery (EOR pilot project in Alberta, Canada. Our analysis focuses on a two-week period during which prominent downhole pressure fluctuations in the reservoir were accompanied by a leakage of CO2 and CH4 along the monitoring well equipped with an array of short-period borehole geophones. We applied state of the art seismological processing schemes to the continuous seismic waveform recordings. During the analyzed time period we did not find evidence of induced micro-seismicity associated with CO2 injection. Instead, we identified signals related to the leakage of CO2 and CH4, in that seven out of the eight geophones show a clearly elevated noise level framing the onset time of leakage along the monitoring well. Our results confirm that micro-seismic monitoring of reservoir treatment can contribute towards improved reservoir monitoring and leakage detection.

  17. Microseismic monitoring of CO2 injection at the Penn West Enhanced Oil Recovery pilot project, Canada: implications for detection of wellbore leakage.

    Science.gov (United States)

    Martínez-Garzón, Patricia; Bohnhoff, Marco; Kwiatek, Grzegorz; Zambrano-Narváez, Gonzalo; Chalaturnyk, Rick

    2013-09-02

    A passive seismic monitoring campaign was carried out in the frame of a CO2-Enhanced Oil Recovery (EOR) pilot project in Alberta, Canada. Our analysis focuses on a two-week period during which prominent downhole pressure fluctuations in the reservoir were accompanied by a leakage of CO2 and CH4 along the monitoring well equipped with an array of short-period borehole geophones. We applied state of the art seismological processing schemes to the continuous seismic waveform recordings. During the analyzed time period we did not find evidence of induced micro-seismicity associated with CO2 injection. Instead, we identified signals related to the leakage of CO2 and CH4, in that seven out of the eight geophones show a clearly elevated noise level framing the onset time of leakage along the monitoring well. Our results confirm that micro-seismic monitoring of reservoir treatment can contribute towards improved reservoir monitoring and leakage detection.

  18. St. Teresa van Avila: sentrale figuur in die werk van Cussons en Van Wyk Louw

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    H. van Vuuren

    1989-05-01

    Full Text Available A central poem in Van Wyk Louw’s Tristia (1962, is “H. Teresa van Avila flap uit” (literally translated: “Saint Teresa of Avila talks too much/babbles uncontrollably”. This article illustrates how intertextual reading helped to clarify the poem. Teresa of Avila’s The way of perfection (a translation of the Spanish work El Camino de la Perfección, 1573 is the intertext of the Van Wyk Louw poem. In the last section of the article it is shown how the figure of St. Teresa of Avila is central not only to Van Wyk Louw’s Tristia (1962, but also to the oeuvre of Sheila Cussons, which underlines a strong intertextuality between these two Afrikaans oeuvres.

  19. Catalisadores sol-gel de Ni-SiO2 e Ni-Al2O3 aplicados na reforma de metano com CO2 = Ni-SiO2 and Ni-Al2O3 sol-gel catalysts applied to methane reforming with CO2

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Giane Gonçalves

    2005-01-01

    Full Text Available A reação de reforma do metano com CO2 apresenta-se como um processopromissor de geração de gás de síntese e hidrogênio. Neste sentido, foram preparados catalisadores de níquel-sílica e níquel-alumina pelo método sol-gel, com carga metálica nominal de 8% em massa. Os catalisadores foram caracterizados por redução à temperatura programada, análise termogravimétrica e determinação da área superficial específica. A reação de reforma do metano com CO2 foi realizada em um micro-reator contendo 500 mg de catalisador, previamente ativado em uma mistura redutora contendo hidrogênio. Osensaios de reforma a seco do metano foram realizados a 800°C, na pressão atmosférica, por um período de 12 horas, com uma razão molar de alimentação de [CO2:CH4] = 6. Os produtos da reação foram analisados por cromatografia gasosa. Dentre os catalisadoresavaliados, nas condições de reação estudadas, o catalisador de níquel suportado em sílica foi o que apresentou o melhor desempenho.The dry reforming reaction of methane comes as a promising process of syngas and hydrogen. Nickel catalysts on Al2O3 and SiO2 were synthesized by sol-gel method, with metalic load of 8% weight. The catalysts were characterized by temperature programmed reduction (TPR, termogravimetry analysis (TGA and specific surface area measurements (BET. The dry reforming reaction was performed in a micro reactor packed with 500 mg of catalyst, previously activated in atmosphere of hydrogen. The dry reforming tests were done at 800oC and atmospheric pressure by a period of 12 hours, with a molar ratio in the feeding of [CO2:CH4] = 6. The products of the reaction were analyzed by gas chromatograph. The Ni-SiO2 catalysts showed better performance.

  20. Selective wetting-induced micro-electrode patterning for flexible micro-supercapacitors.

    Science.gov (United States)

    Kim, Sung-Kon; Koo, Hyung-Jun; Lee, Aeri; Braun, Paul V

    2014-08-13

    Selective wetting-induced micro-electrode patterning is used to fabricate flexible micro-supercapacitors (mSCs). The resulting mSCs exhibit high performance, mechanical stability, stable cycle life, and hold great promise for facile integration into flexible devices requiring on-chip energy storage. © 2014 WILEY-VCH Verlag GmbH & Co. KGaA, Weinheim.

  1. Coal lithotypes before and after saturation with CO2; insights from micro- and mesoporosity, fluidity, and functional group distribution

    Science.gov (United States)

    Mastalerz, Maria; Drobniak, A.; Walker, R.; Morse, D.

    2010-01-01

    Four lithotypes, vitrain, bright clarain, clarain, and fusain, were hand-picked from the core of the Pennsylvanian Springfield Coal Member (Petersburg Formation) in Illinois. These lithotypes were analyzed petrographically and for meso- and micropore characteristics, functional group distribution using FTIR techniques, and fluidity. High-pressure CO2 adsorption isotherm analyses of these lithotypes were performed and, subsequently, all samples were reanalyzed in order to investigate the effects of CO2. After the high-pressure adsorption isotherm analysis was conducted and the samples were reanalyzed, there was a decrease in BET surface area for vitrain from 31.5m2/g in the original sample to 28.5m2/g, as determined by low-pressure nitrogen adsorption. Bright clarain and clarain recorded a minimal decrease in BET surface area, whereas for fusain there was an increase from 6.6m2/g to 7.9m2/g. Using low-pressure CO2 adsorption techniques, a small decrease in the quantity of the adsorbed CO2 is recorded for vitrain and bright clarain, no difference is observed for clarain, and there is an increase in the quantity of the adsorbed CO2 for fusain. Comparison of the FTIR spectra before and after CO2 injection for all lithotypes showed no differences with respect to functional group distribution, testifying against chemical nature of CO2 adsorption. Gieseler plastometry shows that: 1) softening temperature is higher for the post-CO2 sample (389.5??C vs. 386??C); 2) solidification temperature is lower for the post-CO2 sample (443.5??C vs. 451??C); and 3) the maximum fluidity is significantly lower for the post-CO2 sample (4 ddpm vs. 14 ddpm). ?? 2010 Elsevier B.V.

  2. Die gebruik van ’n reologiese tegniek in die bepaling van die verhardingsreaksiekinetika van ’n reaktiewe poliësterpoeierdeklaag

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    O. C. Vorster

    2004-09-01

    Full Text Available

    Die studie van die verhardingsreaksiekinetika van deklae word bemoeilik deur die aanwesigheid van vlugtige stowwe, pigmente en bypigmente. In hierdie studie word die verhardingsreaksiekinetika van ’n karboksielgetermineerde poliëstertriglisediel-isosianuraat deur middel van parallelplaatspanningsreometrie bepaal. Jeltye is verkry en skaleringseksponente bepaal. ’n Nuwe metode vir die voorspelling van die verloop van die reaksie word voorgestel en vergelyk met resultate verkry deur middel van differensiël skanderingskalorimetrie.

    Abstract

    The use of a rheological technique in the determination of the curing kinetics of a reactive polyester powder coating

    In this article a study of the curing process of carboxyl terminated polyester-triglycidyl isocyanurate systems is reported. A comparison is made between the generally used Differential Scanning Calorimetric methods and rheokinetic methods, using a parallel plate oscillating stress rheometer. Gel times were determined and scaling exponents calculated. A new method for the estimation of the extent of reaction is presented and compared with results obtained by means of differential scanning calorimetry

  3. Basalt Reactivity Variability with Reservoir Depth in Supercritical CO2 and Aqueous Phases

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schaef, Herbert T.; McGrail, B. Peter; Owen, Antionette T.

    2011-04-01

    were sparse, conditions corresponding to deeper depths showed increasing carbonate precipitation. Basalts exposed to aqueous dissolved CO{sub 2} (25.5 MPa, 116 C) for 30 days were coated in tiny nodules of precipitate ({approx}100 {micro}m in diameter) that were identified by micro x-ray diffraction as ankerite, [Ca(Fe,Mg)(CO{sub 3}){sub 2}], a variety of dolomite commonly associated with hydrothermal and metamorphic environments. Surface characterization by SEM revealed well-developed round nodules composed of discrete individual platelets. In contrast, reaction products forming on the basalt in the corresponding wet scCO{sub 2} phase had completely different morphology, appearing in an optical microscope as a surface coating instead of discrete nodules. Examination by SEM revealed layers of discrete platelets forming a cover over a few discrete nodules. Longer test durations (180 days) produced severe iron staining along with minerals structures similar to rhodochrosite and kutnohorite. These preliminary experiments show strong evidence of the faster rate of increase in mineralization reactions taking place in the scCO{sub 2} phase, transformation reactions that are just beginning to be explored in detail.

  4. Handelsstromen van pluimveevlees

    NARCIS (Netherlands)

    Tacken, G.M.L.; Horne, van P.L.M.

    2006-01-01

    Dit onderzoek geeft inzicht in de goederenstromen van (rauw) pluimveevlees binnen envooral naar Nederland en de daarmee gepaard gaande zoönoserisico's. Het onderzoek biedtinput voor het nog op te zetten controlebeleid, waarmee handhaving van het beleidsvoornemenom het aanbieden van rauw

  5. Bekalking en toevoegen van nutriënten; evaluatie van de effecten op de vitaliteit van het bos; een veldonderzoek naar boomgroei

    NARCIS (Netherlands)

    Wolf, R.J.A.M.; Engels, M.E.; Knotters, M.; Schraven, R.; Boertjes, M.

    2006-01-01

    Dit rapport doet verslag van een deelonderzoek uit de Evaluatie van effectgerichte maatregelen in multifunctionele bossen 2004-2005 en is gericht op de effecten van de maatregelen bemes-ting en bekalking in bossen als overbruggingsmaatregel in het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur (OBN).

  6. CO2 sequestration

    International Nuclear Information System (INIS)

    Favre, E.; Jammes, L.; Guyot, F.; Prinzhofer, A.; Le Thiez, P.

    2009-01-01

    This document presents the summary of a conference-debate held at the Academie des Sciences (Paris, France) on the topic of CO 2 sequestration. Five papers are reviewed: problems and solutions for the CO 2 sequestration; observation and surveillance of reservoirs; genesis of carbonates and geological storage of CO 2 ; CO 2 sequestration in volcanic and ultra-basic rocks; CO 2 sequestration, transport and geological storage: scientific and economical perspectives

  7. Fabrication of microlens arrays using a CO2-assisted embossing technique

    International Nuclear Information System (INIS)

    Huang, Tzu-Chien; Chan, Bin-Da; Ciou, Jyun-Kai; Yang, Sen-Yeu

    2009-01-01

    This paper reports a method to fabricate microlens arrays with a low processing temperature and a low pressure. The method is based on embossing a softened polymeric substrate over a mold with micro-hole arrays. Due to the effect of capillary and surface tension, microlens arrays can be formed. The embossing medium is CO 2 gas, which supplies a uniform pressing pressure so that large-area microlens arrays can be fabricated. CO 2 gas also acts as a solvent to plasticize the polymer substrates. With the special dissolving ability and isotropic pressing capacity of CO 2 gas, microlens arrays can be fabricated at a low temperature (lower than T g ) and free of thermal-induced residual stress. Such a combined mechanism of dissolving and embossing with CO 2 gas makes the fabrication of microlens arrays direct with complex processes, and is more compatible for optical usage. In the study, it is also found that the sag height of microlens changes when different CO 2 dissolving pressure and time are used. This makes it easy to fabricate microlens arrays of different geometries without using different molds. The quality, uniformity and optical property of the fabricated microlens arrays have been verified with measurements of the dimensions, surface smoothness, focal length, transmittance and light intensity through the fabricated microlens arrays

  8. Manuscripten van H.J. Schoemaker uit de periode 1946-1971 : Deel C: Getijden, Getij-reproductie en Getij-analyse

    NARCIS (Netherlands)

    Schoemaker, H.J.

    1971-01-01

    C1: Getijstromen in zee (1962) C2: Roterende coördinatiesystemen; centrifugale kracht en Coriolis-kracht1 (1958) C3: Invloed van aardrotatie bij waterloopkundig onderzoek² (1958) C4: Roterende cylinder in een parallelstroom tussen twee evenwijdige wanden (1958) C5: Reproduction of geostrophic

  9. Micro-heterogeneities in R2O-RO-B2O3

    International Nuclear Information System (INIS)

    Kawazoe, H.; Kokumai, H.; Hosono, H.; Kanazawa, T.

    1980-01-01

    ESR of incorporated Cu 2+ was used in the detection of micro-inhomogeneity in xR 2 O x yMgO x (100-x-y)B 2 O 3 glasses. The inhomogeneous region determined by ESR was found to be far wider than that obtained by opalescence. It was concluded that in the glasses of x + y approx. 2+ tends to accelerate the simultaneous formation of boroxol and diborate groups and in the glasses of x + y approx. < 15, boroxol group and pyroborate ion. The conclusion was confirmed by laser Raman scattering. Molecular volume was measured over the whole glass-forming region to explore the correlation between the micro-structure and a macroscopic property of the glasses. It showed no marked change at the specified composition where micro-structure changed. (orig.)

  10. Die berekening van vloeiing in ’n roterende annulus deur die metode van kunsmatige saamdrukbaarheid

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    H. Grobler

    1987-03-01

    Full Text Available Die vloeiing van ’n onsaamdrukbare, viskeuse vloeier word ondersoek aan die hand van die numeriese oplossing van die gediskretiseerde Navier-Stokes- en kontinuiteitsbeheervergelykings. In die besonder word vloeiing in ’n annulus bestaande uit twee koaksiale silinders wat elk ten opsigte van die ander kan roteer, en met ’n voorgeskrewe drukval oor die lengte van die silinder, beskou. Die oplossings word bereken deur die toepassing van Chorin se metode van kunsmatige saamdrukbaarheid, waarin die tydonafhanklike beheervergelykings getransformeer word na tydafhanklike hulpvergelykings deur die invoering van ’n kunsmatige toestandsvergelyking. Die oplossing van die hulpvergelykings konvergeer na ’n stasionêre oplossing, wat ooreenstem met die oplossing van die oorspronklike tydonafhanklike beheervergelykings. Die gedrag van die vloeier, wanneer ten voile ontwikkelde laminêre vloeiing bereik word, is met sukses bereken. ’n Eenvoudige model vir die bepaling van ontwikkeling van vloeiing langs die annulus vir enige gegewe invloeisnelheidsprofiel word voorgestel. Die berekende resultate stem ooreen met die resultate wat uit die fisika van die probleem verwag word.

  11. Het format van de stad. Een evaluatie van recente Nederlandse stadsgeschiedenissen

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    P. Kooij

    2002-01-01

    Full Text Available R. Kunst, Leeuwarden 750-2000. Hoofdstad van Friesland; A. van der Schoor, N. Schadee, Stad in aanwas. Geschiedenis van Rotterdam tot 1813; P. van de Laar, Stad van formaat. Geschiedenis van Rotterdam in de negentiende en twintigste eeuw; R.E. de Bruin, 'Een paradijs vol weelde'. Geschiedenis van de stad Utrecht.The shape of the city. An evaluation of recent historical studies on Dutch townsUrban history in the Netherlands started roundabout 1970. It was initially promoted by mainly economic and social historians who used concepts derived from geography which centred on town and country relations, urban networks, and migration. The spatial factor was considered to be a core feature, also inside the towns and cities. An alternative view, however, argued that a completely introspective urban history, focussing on one city, would result in more integration. This hypothesis has been proved in a number of recent, more or less integral urban histories, commissioned by several independent municipal authorities in individual cities. They show that a combination of internal and external elements offers the best results with regard to integration.

  12. Psigologiese benadering van pastorale arbeid

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    D. J. Strümpfer

    1969-03-01

    Full Text Available In die spreektaal van ons Afrikaanse kerke is ons lief om die bedienaar van die Woord aan te dui as „die predikant”, „die leraar” of „die dominee”. Miskien plaas ons met hierdie semantiese gebruik van terme wat lering en proklamering impliseer, ’n ongelukkige klem op die preekamp. Daarteenoor, het ons semanties miskien iets te leer van die Pinkstersektes wat die benaming „pastoor” verkies, of die Amerikaanse ge­ bruik van die term „the pastor”. Ons is wel lief om te praat van „ons herder en leraar”. Veelal word die herderlike, of pastorale, deel van die taak van die bedienaar van die Woord egter in sy eie gedagtes, asook in die gedagtes van sy gemeentelede, deur die leraarskap op die agtergrond gedwing. Al te dikwels word hy deur gemeentelede beskou as iemand wat op Sondag op die kansel gesien moet word en wat niks met die res van hul lewens te doen het nie. Herstel van die pastoraat sal deel moet wees van die proses om die ontkerstening van die hedendaagse lewe teen te gaan.

  13. A procedure for the evaluation of 2D radiographic texture analysis to assess 3D bone micro-architecture

    International Nuclear Information System (INIS)

    Apostol, L.; Peyrin, F.; Yot, S.; Basset, O.; Odet, Ch.; Apostal, L.; Peyrin, F.; Boller, E.; Tabary, J.; Dinten, J.M.; Boudousq, V.; Kotzki, P.O.

    2004-01-01

    Although the diagnosis of osteoporosis is mainly based on Dual X-ray Absorptiometry, it has been shown that trabecular bone micro-architecture is also an important factor in regards of fracture risk, which can be efficiently assessed in vitro using three-dimensional x-ray microtomography (μCT). In vivo, techniques based on high-resolution x-ray radiography associated to texture analysis have been proposed to investigate bone micro-architecture, but their relevance for giving pertinent 3D information is unclear. The purpose of this work was to develop a method for evaluating the relationships between 3D micro-architecture and 2D texture parameters, and optimizing the conditions for radiographic imaging. Bone sample images taken from cortical to cortical were acquired using 3D-synchrotron x-ray μCT at the ESRF. The 3D digital images were further used for two purposes: 1) quantification of three-dimensional bone micro-architecture, 2) simulation of realistic x-ray radiographs under different acquisition conditions. Texture analysis was then applied to these 2D radiographs using a large variety of methods (co-occurrence, spectrum, fractal...). First results of the statistical analysis between 2D and 3D parameters allowed identifying the most relevant 2D texture parameters. (authors)

  14. Verlies van (thuis en haard. Het belang van verliesbegeleiding als onderdeel van de maatschappelijke begeleiding binnen het Vluchtelingenwerk, regio Utrecht

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Birgit Hoogenberk

    2014-06-01

    Full Text Available Loss of home and house. The importance of loss counseling as a part of refugee social supportIn this article it is advocated that it is important that the implementation of loss counseling is part of social support for refugees, also called integrative eclectic working. Social support from VluchtelingenWerk, also known as Refugee Council, is about supporting the client in an effective manner with their personal problems which can hinder their integration. Because the target group of VluchtelingenWerk is a group of people whom have suffered many losses, attention should be brought to this subject. Unfortunately in current work methods there is no room for loss counseling, partly due to the lack of methodological tools. The losses associated with this group have a lot of impact on their daily lives and often are the source of functional limitations. By offering loss counseling and multi-method grief counseling, volunteers and employees are offered tools to make loss more negotiable. In this article different examples will be discussed and the new loss model of Stroebe and Schut will be explained. What will be clarified is the importance of the implementation of loss counseling, for the well-being and the integration process of clients as well as achieving organizational goals.Verlies van (thuis en haard. Het belang van verliesbegeleiding als onderdeel van de maatschappelijke begeleiding binnen het VluchtelingenWerk, regio UtrechtIn dit artikel wordt gepleit voor het implementeren van verliesbegeleiding als onderdeel van de maatschappelijke begeleiding, er is sprake van integratief eclectisch werken. De maatschappelijke begeleiding van het VluchtelingenWerk heeft als taak de cliënt zo goed mogelijk te begeleiden bij persoonlijke problemen die de inburgering kunnen belemmeren. Aangezien de doelgroep van het VluchtelingenWerk bestaat uit mensen die ontzettend veel verliezen hebben geleden dient hier aandacht voor te zijn. Helaas is in de huidige

  15. Design-theoretical study of cascade CO2 sub-critical mechanical compression/butane ejector cooling cycle

    KAUST Repository

    Petrenko, V.O.

    2011-11-01

    In this paper an innovative micro-trigeneration system composed of a cogeneration system and a cascade refrigeration cycle is proposed. The cogeneration system is a combined heat and power system for electricity generation and heat production. The cascade refrigeration cycle is the combination of a CO2 mechanical compression refrigerating machine (MCRM), powered by generated electricity, and an ejector cooling machine (ECM), driven by waste heat and using refrigerant R600. Effect of the cycle operating conditions on ejector and ejector cycle performances is studied. Optimal geometry of the ejector and performance characteristics of ECM are determined at wide range of the operating conditions. The paper also describes a theoretical analysis of the CO2 sub-critical cycle and shows the effect of the MCRM evaporating temperature on the cascade system performance. The obtained data provide necessary information to design a small-scale cascade system with cooling capacity of 10 kW for application in micro-trigeneration systems. © 2010 Elsevier Ltd and IIR. All rights reserved.

  16. Impacts of the abolition of NOx emission trade; Effecten van de afschaffing van NOx- emissiehandel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kroon, P [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2012-09-15

    The consequences of abolishing the NOx emission trade have been analyzed for the installations that are covered by BEMS legislation (Dutch decree on emission limits for medium-sized combustion plants). The following aspects have been analyzed: What are the enforcement costs if these installations need to comply with BEMS requirements as of 2014?; How are these costs distributed across the various sectors and in particular for the sectors of onshore/offshore gas and oil extraction, greenhouse horticulture and hospitals?; To what extent can costs be lowered by allowing a 2-,3- or 5-year delay of the implementation date for existing installations in BEMS? To answer the above questions, data were used from the NEA (Netherlands Emission Authority) at sector level. Model calculations were conducted to determine the costs and effects [Dutch] De gevolgen van de afschaffing van NOx-emissiehandel zijn geanalyseerd voor het installatiepark dat terugvalt op BEMS-wetgeving (Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties). De volgende zaken zijn geanalyseerd: Wat zijn de nalevingskosten indien vanaf 2014 deze installaties aan de BEMS-eisen moeten voldoen?; Hoe zijn deze kosten verdeeld over de verschillende sectoren en in het bijzonder voor de sectoren offshore/onshore gas- en oliewinning, de glastuinbouw en ziekenhuizen?; In hoeverre zijn de kosten te verlagen door 2, 3 of 5 jaar uitstel te geven ten opzichte van de implementatiedatum voor bestaande installaties in BEMS? Voor het beantwoorden van de bovenstaande vragen is gebruik gemaakt van gegevens van de NEa (Nederlandse Emissie autoriteit) op sectorniveau. Met modelberekeningen zijn hiermee kosten en effecten bepaald.

  17. Economische gevolgen van ontwapening

    NARCIS (Netherlands)

    Duisenberg, Willem Frederik

    1965-01-01

    Samenvatting van de gehele studie 4.1. Economie en ontwapening Ontwapening betekent in deze studie de algehele, snelle afschaffing van alle militaire maatregelen in aIle landen. Het negeren van de politieke waarschijnlijkheden die veeleer wijzen op een zeer geleidelijke afschaffing van slechts

  18. Neurotoxische effecten van broomcyclohexaan

    NARCIS (Netherlands)

    Velsen; F.L.van; Danse; L.H.J.C.; Vries; L.J.de; Liefde; A.de

    1984-01-01

    Kortdurende toediening (4-7 dagen) van broomcyclohexaan (BCH) veroorzaakt in een dosering van 1200 mg/kg lichaamsgewicht (per maagsonde) necrose van gegranuleerde cellen in de korrellaag van de kleine hersenen. In deze doseringen zijn ook gedragsafwijkingen waargenomen d.m.v. een objectieve

  19. Evaluatie van het gebruik van de iPad in het klaslokaal : Een onderzoek naar het iPadgebruik onder brugklasleerlingen van een Leeuwarder Lyceum

    NARCIS (Netherlands)

    Klaas Jan Huizing; Chantal Philipsen; Luka Linster

    2013-01-01

    In november 2012 kregen alle brugklasleerlingen van het Leeuwarder Lyceum een iPad uitgereikt. Dit nieuwe ‘device’ is de aanjager van onderwijsvernieuwingen op het gebied van digitalisering van lesmateriaal. Sowijs volgde de implementatie van de iPad en vroeg zich af: hoe is het iPadgebruik na een

  20. Leven en werken van Geert Reinders. De grondlegger van de immunologie.

    NARCIS (Netherlands)

    Bruins, Luitje Hendrik

    1951-01-01

    De levensgeschiedenis van Geert Reinders is het relaas van de vele prestaties, waartoe deze man ondanks een zeer gebrekkige schoolopleiding in staat was. Hij was werkzaam als molenaar, boer, koopman, redger, gemeentesecretaris, secretaris en ontvanger van een groot zijlvest, veeartsenijdeskundige;

  1. Evaluering van Suid-Afrikaanse protelenbronne: Gebruik van ...

    African Journals Online (AJOL)

    binding as measure of protein quality in fish-meal South. African fish-meals differing in origin, composition and ... technique could serve as a quality control measure at the processing plants in the fish-meal industry. .... aangepas tot 'n vlak wat verseker dat die. Prometerlesing heer isas 'n kleurstotbinding van 2,0 mmol.l - 1.

  2. Die rol van die blanke werker in die motivering van die swart werker

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    G. J. Oosthuizen

    1980-11-01

    Opsomming Die motivering van die Swart werker kan nie in die huidige situasie in isolasie bestudeer word nie, omdat die Blanke werker steeds in die bestuursposisie is en daarom die motivering van die Swart werker kan beïnvloed. Hierdie ondersoek was daarop gerig om die rol van die Blanke werker in die motivering van die Swart werker nader te ondersoek. Die houding en die leierskapsbenadering van die Blanke werker teenoor die Swart werker is gemeet, asook die behoeftes wat volgens die Blanke werker by die Swart werker bestaan, bevredig is, of nie bestaan nie. Die behoeftes van Swart werkers, soos deur hulleself gesien, is ook ondersoek. Ten opsigte van sekere aspekte is beduidende verskille gevind.

  3. De eeuw van de Beeldenstorm

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    F. Postma

    1988-01-01

    Full Text Available P. van Boheemen, N.P.J. van der Lof, E. van Meurs, Het boek in Nederland in de 16e eeuw S. Groenveld, Ketters en papen onder Filips II. Het godsdienstig leven in de tweede helft van de zestiende eeuw R. Kistemaker, M. Jonker, De smaak van de elite. Amsterdam in de eeuw van de Beeldenstorm W.Th. Kloek, Kunst voor de Beeldenstorm. Noord-Nederlandse kunst ca 1525-1580, [I], Inleiding, [II, Catalogus] J.R. ter Molen, A.P.E. Ruempol, A.G.A. Dongen, Huisraad van een molenaarsweduwe. Gebruiksvoorwerpen uit een 16e eeuwse boedelinventaris M. de Roever, B. Bakker, Woelige tijden. Amsterdam in de eeuw van de Beeldenstorm I.M. Veldman, Leerrijke reeksen van Maarten van Heemskerck

  4. Benaderingen van over

    NARCIS (Netherlands)

    Boer, M.G. de

    2010-01-01

    SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de relatie tussen de betekenissen van het Nederlandse voorzetsel over en een aantal corpora bestudeerd. Het hoofdstuk begint met een analyse van de voorbeelden uit Uit het leven van Dik Trom (1891); daarna wordt de woordenboekinformatie behandeld en vergeleken

  5. Genomic and expression analysis of the vanG-like gene cluster of Clostridium difficile.

    Science.gov (United States)

    Peltier, Johann; Courtin, Pascal; El Meouche, Imane; Catel-Ferreira, Manuella; Chapot-Chartier, Marie-Pierre; Lemée, Ludovic; Pons, Jean-Louis

    2013-07-01

    Primary antibiotic treatment of Clostridium difficile intestinal diseases requires metronidazole or vancomycin therapy. A cluster of genes homologous to enterococcal glycopeptides resistance vanG genes was found in the genome of C. difficile 630, although this strain remains sensitive to vancomycin. This vanG-like gene cluster was found to consist of five ORFs: the regulatory region consisting of vanR and vanS and the effector region consisting of vanG, vanXY and vanT. We found that 57 out of 83 C. difficile strains, representative of the main lineages of the species, harbour this vanG-like cluster. The cluster is expressed as an operon and, when present, is found at the same genomic location in all strains. The vanG, vanXY and vanT homologues in C. difficile 630 are co-transcribed and expressed to a low level throughout the growth phases in the absence of vancomycin. Conversely, the expression of these genes is strongly induced in the presence of subinhibitory concentrations of vancomycin, indicating that the vanG-like operon is functional at the transcriptional level in C. difficile. Hydrophilic interaction liquid chromatography (HILIC-HPLC) and MS analysis of cytoplasmic peptidoglycan precursors of C. difficile 630 grown without vancomycin revealed the exclusive presence of a UDP-MurNAc-pentapeptide with an alanine at the C terminus. UDP-MurNAc-pentapeptide [d-Ala] was also the only peptidoglycan precursor detected in C. difficile grown in the presence of vancomycin, corroborating the lack of vancomycin resistance. Peptidoglycan structures of a vanG-like mutant strain and of a strain lacking the vanG-like cluster did not differ from the C. difficile 630 strain, indicating that the vanG-like cluster also has no impact on cell-wall composition.

  6. Fabrication, modification and application of (BiO)_2CO_3-based photocatalysts: A review

    International Nuclear Information System (INIS)

    Ni, Zilin; Sun, Yanjuan; Zhang, Yuxin; Dong, Fan

    2016-01-01

    Graphical abstract: - Highlights: • The (BiO)_2CO_3 with Aurivillius structure y is an emergent material. • Synthesis of (BiO)_2CO_3 micro/nano structures was reviewed. • The mechanisms of (BiO)_2CO_3 based nanocomposites were discussed. • Doping (BiO)_2CO_3 with nonmetals for enhanced activity was highlighted. • Multi-functional applications of (BiO)_2CO_3 based derivatives was demonstrated. - Abstract: (BiO)_2CO_3 (BOC), a fascinating material, belongs to the Aurivillius-related oxide family with an intergrowth texture in which Bi_2O_2"2"+ layers and CO_3"2"− layers are orthogonal to each other. BOC is a suitable candidate for various fields, such as healthcare, photocatalysis, humidity sensor, nonlinear optical application and supercapacitors. Recently, the photocatalysis properties of (BiO)_2CO_3 have been gained increased attention. BOC has a wide band gap (3.1–3.5 eV), which constrains its visible light absorption and utilization. In order to enhance the visible light driven photocatalytic performance of BOC, many modification strategies have been developed. According to the discrepancies of different coupling mechanisms, six primary systems of BOC-based nanocomposites can be classified and summarized: namely, metal/BOC heterojunction, single metal oxides (metal sulfides)/BOC heterostructure, bismuth-based metallic acid salts (Bi_xMO_y)/BOC, bismuth oxyhalides (BiOX)/BOC, metal-free semiconductor/BOC and the BOC-based complex heterojunction. Doping BOC with nonmetals (C, N and oxygen vacancy) is unique strategy and warrants a separate categorization. In this review, we first give a detailed description of the strategies to fabricate various BOC micro/nano structures. Next, the mechanisms of photocatalytic activity enhancement are elaborated in three parts, including BOC-based nanocomposites, nonmetal doping and formation of oxygen vacancy. The enhanced photocatalytic activity of BOC-based systems can be attributed to the unique interaction of

  7. Die effek van intelligensie op die verhouding tussen lokus van kontrole en taakkompleksiteit

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    F. G. de Kock

    1995-06-01

    Full Text Available The effect of intelligence on the relationship between locus of control and task complexity. The aim of the study was to establish the effects of intelligence on the relationship between locus of control and task complexity. These constructs were selected by virtue of their importance in the literature, as well as the lack of empirical research regarding the assumed relationship which exists between them. The Human Sciences Research Council's (HSRC General Scholastic Aptitude Test (ASAT was used for measuring intelligence, Duttweiler's Internal Control Index (ICI was used for determining locus of control and the Raven's Advanced Progressive Matrices (APM was used as a criterion for coping with task complexity. These instruments were administered to 292 subjects to determine whether the relationship between locus of control and task complexity was effected when the effect of intelligence was controlled. The results indicated a significant relationship between locus of control and task complexity, however the relationship was no longer significant after the effect of intelligence was controlled. Opsomming Die doel van die studie was om die effek van intelligensie op die verhouding tussen lokus van kontrole en taak-kompleksiteit te ondersoek. Hierdie konstrukte is gekies na aanleiding van hulle belangrikheid in die literatuur asook die leemte in empiric se navorsing rakende die veronderstelde verband wat tussen hulle bestaan. Die Algemene Skolastiese Aanlegtoets (ASAT van die Raad vir Geesteswetenskaplike Navorsing (RGN is gebruik vir die meting van intelligensie, die Internal Control Index (ICI van Duttweiler is gebruik vir die meting van lokus van kontrole en die Advanced Progressive Matrices (APM van Raven is gebruik as maatstaf vir die bantering van taakkompleksiteit. Die genoemde meetinstrumente is op 292 proefpersone toegepas om te bepaal of die verband tussen lokus van kontrole en taakkompleksiteit geaffekteer word wanneer daar vir die effek

  8. Ziekten van het ruggenmerg

    NARCIS (Netherlands)

    Groen, Robertus; Kuks, Joannes; Snoek, Jozef; Kuks, Jan B.M.; Snoek, Jos W.

    2016-01-01

    Er zijn vele oorzaken voor een myelopathie. Beschadiging van het myelum kan compleet zijn (zoals in het geval van een complete dwarslaesie), maar is vaker incompleet (zoals bij een incomplete traumatische dwarslaesie en de meeste vormen van myelopathie op basis van niet-traumatische oorzaken). Er

  9. DIE PREDIKANT: DIENAAR VAN GOD OF NET 'N GEWONE ...

    African Journals Online (AJOL)

    admin

    Ons Howe het tot dusver gemeentes van verskillende denominasies konsekwent as ... VGKSA11 het die Hoogste Hof van Appèl bevind dat die howe al meermale ...... STRAUSS, P.J.. 1999. Die goedkeuring van kerkrade vir 'n nuwe verband in die NG Kerkfamilie. Acta Theologica 19(2):32-54. VAN JAARSVELD, S.R.. 2006.

  10. Regarding fuel prices and automobility. A brief analysis of price and cost elasticities; Over brandstofprijzen en automobiliteit. Een beknopte analyse van prijs- en kostenelasticiteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Groot, W.

    2012-01-15

    Car drivers do not drive significantly less when fuel prices at the pump rise. If fuel prices increase by approximately 12.5 percent, the long-term decrease in car kilometres travelled is just 2.5 percent. Higher fuel prices have also not resulted in a more fuel-efficient 'car fleet' (i.e. the range of available car model types). The fuel consumption rate per kilometre remained relatively constant from the late 1980s to 2009, although recent years have seen a marked improvement in the per kilometre fuel consumption rate, as measured in CO2 emissions of new passenger cars. These were the findings of the title study, conducted by the KiM Netherlands Institute for Transport Policy Analysis. This study was based on data covering the period 1980 to 2009. The majority of the definitive effects of higher fuel prices revealed in this study were less pronounced than the effects previously cited in available literature, especially with regard to the long-term effects [Dutch] Uit de titel studie blijkt dat automobilisten in beperkte mate minder gaan rijden als de brandstofprijzen aan de pomp stijgen. Een stijging van de benzineprijs met ongeveer 12,5 procent leidt op langere termijn tot een vermindering van de hoeveelheid afgelegde kilometers met 2,5 procent. De hoge brandstofprijzen hebben ook niet geleid tot een zuiniger wagenpark. Het benzineverbruik per kilometer is tussen het eind van de jaren tachtig en 2009 vrijwel gelijk gebleven. Met als kanttekening dat in de meest recente jaren sprake is van een zichtbare verbetering van het verbruik per kilometer, afgemeten aan de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's. Het KiM heeft zich in de studie gebaseerd op cijfers over de periode 1980-2009. De meeste in het onderzoek vastgestelde effecten van hogere benzineprijzen zijn kleiner dan de effecten die in de beschikbare literatuur zijn aangetroffen. Dit geldt vooral voor de effecten op de lange termijn.

  11. Regarding fuel prices and automobility. A brief analysis of price and cost elasticities; Over brandstofprijzen en automobiliteit. Een beknopte analyse van prijs- en kostenelasticiteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Groot, W.

    2012-01-15

    Car drivers do not drive significantly less when fuel prices at the pump rise. If fuel prices increase by approximately 12.5 percent, the long-term decrease in car kilometres travelled is just 2.5 percent. Higher fuel prices have also not resulted in a more fuel-efficient 'car fleet' (i.e. the range of available car model types). The fuel consumption rate per kilometre remained relatively constant from the late 1980s to 2009, although recent years have seen a marked improvement in the per kilometre fuel consumption rate, as measured in CO2 emissions of new passenger cars. These were the findings of the title study, conducted by the KiM Netherlands Institute for Transport Policy Analysis. This study was based on data covering the period 1980 to 2009. The majority of the definitive effects of higher fuel prices revealed in this study were less pronounced than the effects previously cited in available literature, especially with regard to the long-term effects [Dutch] Uit de titel studie blijkt dat automobilisten in beperkte mate minder gaan rijden als de brandstofprijzen aan de pomp stijgen. Een stijging van de benzineprijs met ongeveer 12,5 procent leidt op langere termijn tot een vermindering van de hoeveelheid afgelegde kilometers met 2,5 procent. De hoge brandstofprijzen hebben ook niet geleid tot een zuiniger wagenpark. Het benzineverbruik per kilometer is tussen het eind van de jaren tachtig en 2009 vrijwel gelijk gebleven. Met als kanttekening dat in de meest recente jaren sprake is van een zichtbare verbetering van het verbruik per kilometer, afgemeten aan de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's. Het KiM heeft zich in de studie gebaseerd op cijfers over de periode 1980-2009. De meeste in het onderzoek vastgestelde effecten van hogere benzineprijzen zijn kleiner dan de effecten die in de beschikbare literatuur zijn aangetroffen. Dit geldt vooral voor de effecten op de lange termijn.

  12. Effectiviteit van facultatief aansluitonderwijs wiskunde in de transitie van voortgezet naar hoger onderwijs

    NARCIS (Netherlands)

    Tempelaar, D.T.; Rienties, B.; Kaper, W.; Giesbers, B.; Gastel, van L.J.; Vrie, van de E.M.; Kooij, van der H.; Cuypers, H.

    2011-01-01

    Samenvatting Wat is het effect van vrijwillig aansluitonderwijs, zoals het remediërend wiskundeonderwijs dat op veel instellingen voor hoger onderwijs wordt gegeven ter verbetering van de doorstroom? Bepaling van de doelmatigheid van dit onderwijs wordt bemoeilijkt door selectie-effecten die kunnen

  13. De opdeling van Centraal-Afrika, 1875-1885 : een analyse van twee territoriale conflicten

    NARCIS (Netherlands)

    Foeken, D.W.J.

    1992-01-01

    Deze studie beschrijft een politiek-historisch proces en vormt een bijdrage aan de systematische studie van internationale territoriale conflicten vanuit het gezichtspunt van de politieke geografie. Tevens worden aspecten van het Europese imperialisme van de late 19e eeuw nader verklaard. De

  14. De economische kracht van de baggerindustrie: clusterstudie met behulp van de 'methode Porter'

    NARCIS (Netherlands)

    Jacobs, D.; Limpens, I.; Kuijper, J.; Ven, B. van de

    1993-01-01

    Deze clusterstudie van de Nederlands-Belgische baggerindustrie is uitgevoerd in opdracht van IHC Holland, de belangrijkste bouwer van baggerschepen ter wereld, en de Vereniging Centrale Baggerbedrijf, de branche-organisatie van aannemers in de bagger. De bedoeling is een beter inzicht te krijgen in

  15. Maatskaplike aspekte van geriatriese sorg

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    D. Louw

    1979-09-01

    Full Text Available Dit is maar enkele dekades gelede dat Westerse gemeenskappe bewus geword het van die besondere behoeftes van die relatief groot en nog steeds groeiende persentasie bejaardes in hulle midde. Nie alleen het die liggaamlike behoeftes van liggaamlike afgetakelde bejaardes die aandag getrek nie maar die gemeenskappe het ook bewus geword van die maatskaplike behoeftes van ouerwordendes in ’n tydperk wat gekenmerk is deur die dramatiese veranderings in die lewenswyses van ons mense — veranderinge wat in baie opsigte ’n negatiewe invloed gehad het op die lewensomstandighede van ’n groot groep bejaardes. Welsynsbeplanners het besef dat hulle in hulle beplanning spesiale voorsiening moes maak vir die lewensbehoeftes van hierdie groep in die gemeenskap en dat hulle in die verband ’n groot agterstand het om in te haal. Geneeshere wat belang begin stel het in die gesondheidsbehoeftes van bejaardes het ook besef dat gevestigde geneeskundige praktyke geensins voldoen aan die spesifieke behoeftes van ’n groot groep bejaardes nie en dat groot aanpassings gemaak moes word met betrekking tot hulle benaderings en metodes van behandeling van hierdie pasiente.

  16. Betekenis van Legionella-soorten voor preventiebeleid van leidingwaterinstallaties

    NARCIS (Netherlands)

    Versteegh JFM; Brandsema PS; Lodder WJ; de Roda Husman AM; Schalk JAC; van der Aa NGFM; IMG; LZO; EPI

    2009-01-01

    Het RIVM adviseert om de huidige normstelling voor het preventiebeleid van Legionella te handhaven en niet uitsluitend op Legionella pneumophila te richten. Als andere Legionella-soorten worden aangetroffen kan er ook groei van Legionella pneumophila optreden. Als er dan geen maatregelen worden

  17. The effect of ventilation on cognitive performance of pupils in a primary school; Het effect van ventilatie op cognitieve prestaties van leerlingen op een basisschool

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Gids, W.F.; Phaff, J.C. [TNO Bouw en Ondergrond, Delft (Netherlands); Van Oel, C.J. [Real Estate and Housing, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands); De Vries, J.; Kalkman, A. [Cauberg-Huygen Raadgevend Ingenieurs, Rotterdam (Netherlands)

    2007-01-15

    The objective of this study was to examine if students from primary school have better cognitive performances under demand-controlled ventilation circumstances than under standard ventilation circumstances. The standard ventilation circumstances correspond to common ventilation conditions with strongly increasing CO2 concentrations in the class room as the morning or afternoon progresses, resulting from the fact that manual ventilation provisions are insufficiently used in a conscious manner. This study examined if the cognitive performances of primary school students from group 7 and 8 for a number of neuro-psychological tasks decreased less quickly with demand-controlled ventilation than with standard ventilation with increasing CO2 concentrations. [mk]. [Dutch] Doel van het hier beschreven onderzoek was om na te gaan of basisschoolleerlingen betere cognitieve prestaties leveren bij vraaggestuurde ventilatie dan bij standaard ventilatieomstandigheden. De genoemde standaard ventilatieomstandigheden komen overeen met gangbare ventilatiecondities waarbij de CO2 concentraties in een klaslokaal sterk oplopen naarmate de ochtend of middag vordert, omdat de handmatige ventilatievoorzieningen onvoldoende bewust worden gebruikt. Onderzocht is of bij basisschoolleerlingen uit groep 7 en 8 de cognitieve prestaties op een aantal neuropsychologische taken gedurende de dag minder sterk afnemen bij vraaggestuurde ventilatie dan bij standaard ventilatie met oplopende CO2 concentraties.

  18. Geochemische bodematlas van Nederland

    NARCIS (Netherlands)

    Mol, G.; Spijker, J.H.; Gaans, van P.; Römkens, P.F.A.M.

    2012-01-01

    Deze Geochemische bodematlas geeft een uniek overzicht van de chemische samenstelling van de bodem in Nederland. Bodemmonsters van meer dan 350 locaties zijn geanalyseerd op meer dan 40 chemische elementen. De atlas geeft niet alleen informatie over de door de mens beïnvloede toplaag van de bodem,

  19. Diffraction efficiency enhancement of femtosecond laser-engraved diffraction gratings due to CO2 laser polishing

    International Nuclear Information System (INIS)

    Choi, Hun-Kook; Jung, Deok; Sohn, Ik-Bu; Noh, Young-Chul; Lee, Yong-Tak; Kim, Jin-Tae; Ahsan, Shamim

    2014-01-01

    This research demonstrates laser-assisted fabrication of high-efficiency diffraction gratings in fused-silica glass samples. Initially, femtosecond laser pulses are used to engrave diffraction gratings on the glass surfaces. Then, these micro-patterned glass samples undergo CO 2 laser polishing process. unpolished diffraction gratings encoded in the glass samples show an overall diffraction efficiency of 18.1%. diffraction gratings imprinted on the glass samples and then polished four times by using a CO 2 laser beam attain a diffraction efficiency of 32.7%. We also investigate the diffraction patterns of the diffraction gratings encoded on fused-silica glass surfaces. The proposed CO 2 laser polishing technique shows great potential in patterning high-efficiency diffraction gratings on the surfaces of various transparent materials.

  20. Evaluatie van bemesting en bekalking in bossen en de ontwikkeling van onbehandelde bossen

    NARCIS (Netherlands)

    Olsthoorn, A.F.M.; Berg, van den C.A.; Gruijter, de J.J.

    2006-01-01

    Dit rapport doet verslag van een deelonderzoek uit de Evaluatie van effectgerichte maatregelen in multifunctionele bossen 2004-2005 en is gericht op de effecten van de maatregelen bemesting en bekalking in bossen als overbruggingsmaatregel in het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur (OBN). Na