WorldWideScience

Sample records for aanvullend voorzieningen gebruiksonderzoek

  1. Ethylene controlled ventilation. Energy conservation in the project 'Klep Dicht' (Close the Valve) and results of supplementary research; Ethyleengestuurde ventilatie. Energiebesparing in het project 'Klep Dicht' en resultaten van aanvullend onderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands); Langner-Noort, L. [DLV Plant, Wageningen (Netherlands)

    2007-11-15

    The project ‘Close the Valve’ has been initiated with the aim of demonstrating the energy conservation options through ethylene-controlled ventilation of tulip flower bulb. During previous meetings on the ethylene analyzer, there were some urgent questions about practical use: What happens with the ethylene content during an Actellic treatment?; What is the influence of the ethylene content in outdoor air?; How is the ethylene distribution in the storage room?; The supplementary research involved the effect of ethylene in outdoor air, the distribution of ethylene in the cold store, and the behavior of ethylene during the period of the Actellic treatment (Actellic is an insecticide) [Dutch] Het project 'Klep Dicht' is opgezet met als doel de energiebesparingsmogelijkheden door ethyleengestuurde ventilatie van tulpenbollen te demonstreren. Tijdens eerdere bijeenkomsten over de ethyleenanalyser, kwamen een aantal dringende vragen uit de praktijk naar voren: Wat gebeurt er met het ethyleengehalte tijdens een Actellic-behandeling?; Hoe zit het met de invloed van het ethyleengehalte in de buitenlucht?; Hoe zit het met de ethyleenverdeling in de bewaarruimte? Het aanvullende onderzoek betrof het effect van ethyleen in de buitenlucht, de verdeling van het ethyleen in de bewaarcel, en het gedrag van ethyleen tijdens de periode van de actellicbehandeling (actellic is een insecticide)

  2. GPS'en en andere nieuwe vormen van recreatie in de natuur

    NARCIS (Netherlands)

    Boer, de T.A.; Raffe, van J.K.

    2003-01-01

    Alterra verrichtte een verkennend onderzoek naar een aantal nieuwere recreatievormen: GPS-wandelen, struinen, mountainbiken, paalkamperen, laarzenpaden en speelbossen. Welke voorzieningen zijn nodig, kosten en baten, effecten op de natuur en het draagvlak voor de natuur, etc. De consequenties van

  3. Provisions distributed

    NARCIS (Netherlands)

    Martin Olsthoorn; Evert Pommer; Michiel Ras; Ab van der Torre; Jean Marie Wildeboer Schut

    2017-01-01

    Original title: Voorzieningen verdeeld Citizens ‘profit’ from the government when they receive income support because they are unable to generate an income themselves. They also profit when they make use of provisions such as care, support, education, public transport, sport, culture

  4. Schoon water voor La Libertad in Nicaragua

    NARCIS (Netherlands)

    Hattum, van T.; Jacobi, J.; Dijkstra, I.

    2009-01-01

    Waterschap Rijn en IJssel gaat samen met Vitens Evides International, de gemeente Doetinchem en Lettinga Associates Foundation (LeAF) de 14.000 inwoners van La Libertad in Nicaragua helpen aan schoon drinkwater en betere sanitaire voorzieningen. Het Nederlandse consortium heeft subsidie van onder

  5. Plussen en minnen : MKBA’s op ICT-gebied in kaart gebracht

    NARCIS (Netherlands)

    Koopmans, C.; van Benthem, M.

    De Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid werkt aan een advies over digitale voorzieningen en diensten van de overheid. Voor deze studiegroep heeft het ministerie van BZK behoefte aan meer inzicht in de belangrijkste maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) die op dit terrein zijn

  6. Meetstrategie bij kernongevallen voor Steuncentrum RIVM

    NARCIS (Netherlands)

    Pruppers MJM; Smetsers RCGM; LSO

    1994-01-01

    Het ongeval met de kerncentrale van Tsjernobyl in april 1986 en de gevolgen daarvan waren aanleiding voor de Nederlandse overheid om de voorzieningen voor de kernongevallen-bestrijding in Nederland te evalueren en te verbeteren. De resultaten van de evaluatie zijn verwerkt in het Nationaal Plan

  7. ICT governance, management and organization 2009

    NARCIS (Netherlands)

    dr. Th.J.G. Thiadens

    2009-01-01

    Vertaling van Sturing en organisatie van ICT voorzieningen. This book deals with the topic ICT governance, management and organization. Basis of the book is the control paradigm. This paradigm makes a distinction between the organization and its governance. So first an ICT organzation is built up.

  8. Management van World-Wide Web Servers

    NARCIS (Netherlands)

    van Hengstum, F.P.H.; Pras, Aiko

    1996-01-01

    Het World Wide Web is een populaire Internet toepassing waarmee het mogelijk is documenten aan willekeurige Internet gebruikers aan te bieden. Omdat hiervoor nog geen voorzieningen zijn getroffen, was het tot voor kort niet goed mogelijk het World Wide Web op afstand te beheren. De Universiteit

  9. Educational and clinical aspects of peripheral nerve blockade

    NARCIS (Netherlands)

    Wegener, J.T.

    2013-01-01

    Een continue perifere zenuwblokkade van de nervus-femoralis biedt patiënten bij het ondergaan van een totale knie arthroplastiek een betere postoperatieve pijnstilling dan intraveneuze of epidurale pijnbestrijding. Er werd onderzocht of een aanvullende de nervus-ischiadicusblockade tot een snellere

  10. Verrassende witte laesies

    NARCIS (Netherlands)

    Nolte, J.W.; van der Waal, I.

    2011-01-01

    Een 46-jarige man presenteerde zich met witte laesies van het mondslijmvlies. Een eerder genomen biopsie leverde geen classificerende diagnose en behandeling met mondspoelmiddelen gaf geen verbetering. Naar aanleiding van een nieuw biopt werd door de patholoog aanvullend onderzoek verricht, waarbij

  11. Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2006

    NARCIS (Netherlands)

    van Veen MG; Koedijk FDH; van den Broek IVF; Op de Coul ELM; de Boer IM; van Sighem AI; van der Sande MAB; EPI/Cib

    2007-01-01

    De landelijk dekkende soa-centra waar voor hoogrisicogroepen een laagdrempelige aanvullende curatieve soazorg wordt geboden, vormen de basis van de nationale soa surveillance. Ook in 2006 was chlamydia de meest gediagnosticeerde bacteriele soa in de soa-centra. Het percentage positieve testen bij

  12. Multidetector-row computed tomography imaging of prosthetic heart valves: clinical and experimental aspects

    NARCIS (Netherlands)

    Symersky, P.

    2012-01-01

    Tot voor kort had het afbeelden van hartklepprothesen (kunstkleppen) door middel van een CT-scan geen aanvullende waarde. Kunstkleppen zijn bewegende metalen objecten, en daardoor werden CT-beelden vervormd door artefacten en dubbelcontouren. De huidige CT-systemen kunnen echter vaak wel een

  13. Voederbomen in trek

    NARCIS (Netherlands)

    Eekeren, van N.J.M.; Luske, B.L.; Vonk, M.; Anssems, E.

    2015-01-01

    Bladeren en twijgen van bomen en struiken hebben potentie in het rantsoen van koeien, geiten en schapen, omdat ze een aanvullende bron zijn van eiwit, mineralen en sporenelementen. Daarnaast bevatten veel bomen secundaire plantenstoffen die een positief effect kunnen hebben op de vertering en de

  14. WP3: wettelijke regelingen over gebruik van kruiden bij landbouwhuisdieren

    NARCIS (Netherlands)

    Groot, M.J.; Noordam, M.Y.; Kleter, G.A.

    2007-01-01

    Dit rapport is geschreven in het kader van het LNV onderzoeksproject FYTO-V (www.fytov.nl) en beschrijft de wettelijke regelingen voor het gebruik van kruiden bij landbouwhuisdieren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen gebruik van kruiden als onderdeel van diervoeder, als aanvullend diervoeder, als

  15. Erwinia besmet de plant ook via de wortels

    NARCIS (Netherlands)

    Wolf, van der J.M.; Czajkowski, R.L.; Velvis, H.; Doorn, van J.

    2008-01-01

    Door een viertal Nederlandse wetenschappers is onlangs aanvullend onderzoek verricht naar besmettingen van Erwinia chrysanthemi in plantenwortels. Daaruit is gebleken dat de bacterie veel makkelijker de plant binnenkomt en zich in de plant verspreidt dan ooit gedacht. Binnen één dag kan de bacterie

  16. De land- en tuinbouw in Teteringen : een landinrichtingsgebied ten noorden van Breda

    NARCIS (Netherlands)

    Heeres, H.J.

    1987-01-01

    Op basis van gegevens van meitellingen en aanvullende informatie worden de veranderingen in de structuur van de land- en tuinbouw in de periode 1980-'85 geanalyseerd. Hierbij is extra aandacht besteed aan de effecten van de melkcontingentering en de mestwetgeving op de bedrijfsvoering. Daarnaast

  17. Het aanvullen van een leemte in de overeenkomst naar Nederlands en Engels recht

    NARCIS (Netherlands)

    Hendrikx, A.M.M.; Boom, van W.H.; Breedveld-de, Voogd C.G.; Castermans, A.G.; De, Deugd-Dijkman M.D.R.M.; Hijma, J.

    2016-01-01

    In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de rol van de redelijkheid en billijkheid bij de aanvulling van een leemte in een overeenkomst naar Nederlands recht en de aanvullende werking van implied terms in het Engelse recht, waarbij ook gekeken zal worden naar de verschillen tussen beide

  18. Synthesis of novel branched polymers for enhanced oil recovery

    NARCIS (Netherlands)

    van Mastrigt, Frank

    2017-01-01

    De energievraag neemt de komende jaren toe en hoewel het relatieve aandeel olie licht zal afnemen, neemt de absolute vraag met 24% toe tussen 2010 en 2030. Om in de vraag te voorzien, worden aanvullende maatregelen getroffen, zoals de injectie van materialen die van nature niet aanwezig zijn in

  19. QR-codes maken entree in de bibliotheek: barcode nieuwe stijl

    NARCIS (Netherlands)

    Braak, P.

    2010-01-01

    QR (Quick Response) codes zijn barcodes die je met een mobiele telefoon kunt lezen. Ze zijn steeds vaker te vinden op posters, advertenties en andere producten. Meestal bevat een QR-code een URL. Na het scannen opent op de telefoon direct een (mobiele) website met aanvullende informatie over hetgeen

  20. A. Moerdijk en R. Tempelaars (redactie). Van A tot Z en verder ...

    African Journals Online (AJOL)

    rbr

    op CD-ROM en elektroniese databasisse as redes vir sy optimistiese toekoms- perspektief. Volgens Moerdijk kan die leemtes wat in die gedrukte weergawe van die. WNT voorkom, aangevul word met die elektroniese weergawe wat in 1995 op. CD-ROM verskyn het. Deur gebruik te maak van die CD-ROM is aanvullende.

  1. 06 Smuts 02.pmd

    African Journals Online (AJOL)

    Owner

    23 Jun 2009 ... Die gedigtitel funk- sioneer by uitnemendheid samevattend en aanvullend by die lees van die gedig. Die woord “nekra” suggereer ook nekrofilia (seks met die dode). Die koppeling en teen- oormekaarstel van die poësie en die seksuele figureer in baie van die gedigte in hierdie bundel. Die rigor mortis van ...

  2. Beslisbevoegdheden en Verantwoordelijkheden van de Uitgestegen Soldaat. Deel A: Verplaatsen van Beslisbevoegdheden (Authority and Responsibility of the Dismounted Soldier. Part A. Empowering the Dismounted Soldier)

    Science.gov (United States)

    2007-04-01

    en verantwoordelijkheden van de uitgestegen soldaat Deel A: verplaatsen van beslisbevoegdheden Datumn april 2007 Auteur (s) R. de Bruin ITE. van Bernmel...Admiraal, Bureau SMP Auteur (s) R. de Bruin Program maleider Projectleider I.E. van Bemnmel dr. W.A. Lotens, A.J. van Vliet, A.J. van Vijet TNO Defensie en...Leadership Theory en wordt relevant geacht voor de ontvangers van aanvullende beslisbevoegdheden. 2.1.3 Het oogmerk van de hogere commandant Een ander

  3. Aanvullend commentaar op art. 511a Sv

    NARCIS (Netherlands)

    van Laanen, F.; Melai, A.L.; Groenhuijsen, M.S.

    2005-01-01

    Schr. geeft een actueel wetenschappelijk commentaar op art. 511a Sv. Daarin komt met name de hedendaagse werkingssfeer aan de orde van deze bepaling, waarin is gesteld dat de berechting van strafbare feiten die ingevolge enige wet aan de burgerlijke rechter is opgedragen, ter terechtzitting van de

  4. Twijfels over tekort aan of overaanbod van aangepaste voorzieningen voor gehandicapten.

    NARCIS (Netherlands)

    Lengkeek, J.

    1989-01-01

    Er is onderzoek nodig naar het huidige aanbod van aangepaste recreatievoorzieningen voor gehandicapten. De bestaande cijfers spreken elkaar tegen: houdt men de minimumvraag tegen het maximumaanbod dan is er sprake van een overaanbod; vergelijkt men echter de maximumvraag met het minimumaanbod, dan

  5. Sea Basing Logistiek

    Science.gov (United States)

    2007-11-01

    athankelijkheden, de hoeveelheid situatie? Auteur (s) ir. P.L.H. Cleophas drs. M.H.M. Delmee PROGRAMMA PROJECT drs. S. Hoesmans drs. P.G.M. van Scheepstal drs...hiertussen een aanvullende belangrijke schakel. In theorie worden binnen de CLAS en CZSK verschillende methoden voor het plannen van een operatie gehanteerd...J.H.A.Blokker MCM drs P.G.M. van Scheepstal Afdelingshoofd Auteur 72/72 TNO-rapport I TNO-DV 2007 A452 TNO-rapport I TNO-DV 2007 A452 Bijlage A 11/4 A Fysiek

  6. Echografie is van belang als aanvullend onderzoek bij mammografie

    NARCIS (Netherlands)

    den Heeten, G. J.; van Rooij, W. J.; Roukema, J. A.

    1993-01-01

    The results of three years of diagnostic imaging of the breast were evaluated retrospectively, with special attention to the influence of ultrasonography. In 5245 mammographic investigations, 1841 supplementary ultrasonograms were considered necessary (35%). Malignancy of the breast was diagnosed in

  7. DataCenterCooling. Climatization for extreme low energy consumption. Part 1; DataCenterKoeling. Klimatisering voor extreem laag energiegebruik. Deel 1

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Havenaar, D.

    2012-12-15

    A data center (or computer center) for IT equipment (e.g. servers) has various amenities (e.g. air conditioning, fire alarm system and backup energy / power emergency supply). Additionally, a datacenter consist of fast Internet connections and physical security measures with access and camera control. Previously, each company had irs own server space with energy consuming comfort air conditioning systems in which their ICT equipment was placed [Dutch] Een datacenter (rekencentrum) voor bedrijfskritische ICT-apparatuur zoals servers, heeft diverse voorzieningen (klimaatbeheersing, brandmeldsysteem en back-up energie/noodstroomvoorziening. Daarnaast bevat een datacenter snelle internetverbindingen en is het voorzien van fysieke veiligheidsmaatregelen met toegangscontrole en camerabewaking. Voorheen hadden bedrijven ieder hun eigen serverruimte met energie verslindende comfort airco installaties) waarin hun ICT-apparatuur was geplaatst.

  8. DataCenterCooling. Climatization for extreme low energy consumption. Part 2; DataCenterKoeling. Klimatisering voor extreem laag energiegebruik. Deel 2

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Havenaar, D.

    2013-01-15

    A data center (or computer center) for IT equipment (e.g. servers) has various amenities (e.g. air conditioning, fire alarm system and backup energy / power emergency supply). Additionally, a datacenter consist of fast Internet connections and physical security measures with access and camera control. Previously, each company had irs own server space with energy consuming comfort air conditioning systems in which their ICT equipment was placed [Dutch] Een datacenter (rekencentrum) voor bedrijfskritische ICT-apparatuur zoals servers, heeft diverse voorzieningen (klimaatbeheersing, brandmeldsysteem en back-up energie/noodstroomvoorziening. Daarnaast bevat een datacenter snelle internetverbindingen en is het voorzien van fysieke veiligheidsmaatregelen met toegangscontrole en camerabewaking. Voorheen hadden bedrijven ieder hun eigen serverruimte met energie verslindende comfort airco installaties) waarin hun ICT-apparatuur was geplaatst.

  9. De brievenbus 2012: aanvullend onderzoek aan boord van HA13

    NARCIS (Netherlands)

    Steenbergen, J.; Machiels, M.A.M.; Nijman, R.R.

    2012-01-01

    Voor het vissen op garnalen gebruiken vissers netten met fijne mazen. Door die fijne mazen is bijvangst van (kleine) vis en bodemdieren vrijwel onvermijdelijk. Om ongewenste bijvangsten te verminderen zijn garnalenvissers in Nederland verplicht om met de zogenoemde zeeflap te vissen. In perioden met

  10. De variabiliteit van Veronica hederifolia L. in Nederland. Aanvullende gegevens

    NARCIS (Netherlands)

    Jongh, de S.E.; Kern, J.H.

    1973-01-01

    An additional study on chromosome numbers of 41 specimens of Veronica hederifolia L. subsp. hederifolia and subsp. lucorum (Klett. & Richt.) Hartl. by W. M. Luyt (Laboratory for Experimental Plant taxonomy, Leiden) revealed, that 2n=54 and 2n=36 respectively for most specimens from the Netherlands;

  11. Bestrijding van aviaire influenza onder pluimvee: vaccinatie als aanvullende mogelijkheid

    NARCIS (Netherlands)

    Aarle, P van; Breytenbach, J; Schueller, S

    2006-01-01

    Since mid-December 2003, highly pathogenic avian influenza (HPAI) has caused an epidemic in the Asian poultry sector and avian influenza cases have been reported in Europe, the Middle East and Africa. Human fatalities catapulted avian influenza into the public arena with fears of a possible global

  12. ’n Aanvullende formulier gefokus op die verhouding tussen Pasga en die nagmaal

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    B.J. de Klerk

    2011-06-01

    Full Text Available A supplementary formulary focused on the relation between Passover and Holy Communion Can a supplementary formulary that especially focuses on the relation between Passover and Holy Communion enrich the celebration of Holy Communion? After an investigation into the course of events during Passover and the two moments Jesus links up with during the institution of Holy Communion, the researcher found that the following aspects can at least add to the meaning and experience of the celebration. During the eating of the bread (at Passover: the bread of sorrow, the participant is guided to think of and experience the sorrow of slavery to sin and to consciously surrender this guilt to Christ. The believer directly receives the assurance of the forgiveness of sins. During the drinking of the cup of thanksgiving the believer experiences the festive joy of redemption and reconciliation, and consequently feels a new beginning breaking through. This urges the believer to purify his/her life from the old sinful habits (the old yeast as the result and consequence of the celebration of the Communion. The Communion should, due to its unique eschatological perspective (in contradiction to Passover have the effect that the death of Christ is proclaimed in the daily life of the believer until He comes. An example of such a possible supplementary formulary is included.

  13. A new school. Can it be improved? Report of a search. Part 1; Een nieuwe school. Kan het ook beter? Verslag van een zoektocht. Deel 1

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bronsema, B. [Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands)

    2002-08-01

    While the situation in schools may have improved, new problems have also arisen. E.g. air quality which was never an issue years ago, and the increase of asthma and allergies, particularly among children and young adults. Is our society unable to build good schools, are the budgets too low, is there too little knowledge or is it a combination of factors?. [Dutch] De situatie op scholen is weliswaar enigszins verbeterd, maar er zijn ook nieuwe problemen gekomen. Denk maar aan de luchtverontreiniging die we vroeger nauwelijks kenden en aan de sterke groei van astma en allergie, vooral bij kinderen en jong volwassenen. Denk ook aan de ICT voorzieningen (die er vaak niet zijn) en het computeronderwijs, waarmee het op de meeste scholen maar behelpen is. Is onze samenleving niet in staat goede scholen te bouwen, zijn de budgetten te laag, moet er bij de bouw beter worden nagedacht, is er te weinig kennis of is het een combinatie van factoren? Nadenken kost geen geld en dat is een goede reden om daarmee te beginnen.

  14. Final report of the NIDO-programme 'Growing old in your own home'; Eindrapportage NIDO-programma 'In eigen omgeving oud worden'

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kester, J.; Bakker, E.J. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2005-01-01

    The aim of the title programme (EOW, abbreviated in Dutch) of the National Initiative Sustainable Development (NIDO, abbreviated in Dutch) was to initiate and stimulate the development of sustainable houses for elderly people with more comfort and safety and low use of energy and materials, focusing on information and communication technology applications, also know as domotics. In this report an overview is given of the EOW programme, its contents and results. [Dutch] Met het programma 'In Eigen Omgeving Oud Worden' (EOW) heeft NIDO (Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling) zich gericht op het wonen en de zorg voor ouderen. Doelstelling van het programma is om een impuls te geven aan de ontwikkeling van duurzame woningen voor ouderen, met meer comfort en veiligheid en een zo laag mogelijk energie- en materiaalgebruik. Hierbij wordt gefocust op de rol die ICT-toepassingen in en om de woning en bijbehorende diensten - ook wel 'domotica' genoemd - kunnen spelen. Het gaat om extra voorzieningen in woningen op het gebied van veiligheid, comfort en zorg. Duurzaam domotica toepassen betekent vraaggericht aanbieden, diensten combineren, veiligheid optimaliseren en extra energiegebruik in woningen beperken. Dit rapport beschrijft de opzet, de inhoud en de resultaten van dit programma.

  15. Een patiënt met een longabces, primair behandeld met drainage en aanvullend met antibiotica

    NARCIS (Netherlands)

    Heddema, E. R.; Teengs, J. P.; Kunst, P. W. A.

    2002-01-01

    A 45-year-old woman presented herself with coughing, nocturnal sweating, weight loss, and chest pain, left laterally. In the previous 5 months she had been treated twice with antibiotics due to a suspected pneumonia. With the help of a CT scan, 2 subpleural lung abscesses were diagnosed. The primary

  16. De relatie tussen het niveau van de openbare verlichting en de verkeersveiligheid : een aanvullende literatuurstudie.

    NARCIS (Netherlands)

    Schreuder, D.A.

    1988-01-01

    Public lighting has a fourfold function. It has to ensure the civil security, to improve traffic flow and traffic safety at night and to improve the feeling of safety of the residents. A cost benefit analysis should be made to determine the quantitative relationship between the quality of life

  17. Towards minimum energy houses with EPC {<=}0; Op weg naar minimum energie woningen met EPC {<=}0

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Den Dulk, F.W. [Piode - ontwerp- en adviesbureau BNA, Amersfoort (Netherlands)

    2012-09-15

    The purpose of the publication is to inform stakeholders about the current state concerning energy efficient building of houses and residential buildings. Also guidance is provided with regard to steps to follow and some practical examples are given. The energy concepts shown are based on known and marketable techniques. An energy concept is a balanced and tailored set of design measures, building construction facilities, installation and (sustainable) energy supply. Optimization is based on energy savings and costs and benefits and it must also meet requirements for health, safety, comfort and ease of operation [Dutch] Het doel van de publicatie is om belanghebbenden te informeren over de huidige stand van zaken m.b.t. vergaand energiezuinig bouwen. Tevens wordt een handreiking geboden over de te volgen stappen en zijn een aantal voorbeelden opgenomen over de praktijk. De publicatie is beperkt tot seriematige woningbouw. De energieconcepten zijn op het niveau van de individuele woning of een woongebouw. De weergegeven energieconcepten zijn gebaseerd op bekende- en marktrijpe technieken. Een energieconcept is een afgewogen en op elkaar afgestemd samenstel van ontwerpmaatregelen, bouwkundige maatregelen en voorzieningen, de installatie en de (duurzame) energievoorziening . Optimalisatie vindt plaats op basis van energiebesparing en kosten/baten terwijl tevens moet worden voldaan aan eisen voor veiligheid, gezondheid, comfort en bedieningsgemak.

  18. The Netherlands in a sustainable world. Poverty, climate and biodiversity. Second Sustainability Outlook; Nederland en een duurzame wereld. Armoede, klimaat en biodiversiteit. Tweede Duurzaamheidsverkenning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanemaaijer, A.; De Ridder, W.; Aalbers, T.; Eickhout, B.; Hilderink, H.; Hitman, L.; Manders, T.; Nagelhout, D.; Petersen, A. (eds.)

    2007-11-15

    Poverty reduction, climate change and biodiversity loss to be tackled as an integrated global problem. The world is too small to simultaneously produce enough food (including meat) for everyone and to deliver biofuels on a large enough scale to slow down climate change and maintain biodiversity. In this report sufficient options for fighting poverty, tackling climate change and limiting the loss of biodiversity are presented and discussed. The costs of these options can be limited to a few percent of GDP in 2040. However this will only be possible with coordinated international policies. [Dutch] In de Tweede Duurzaamheidsverkening staan drie duurzaamheidsvraagstukken centraal: het ontwikkelingsvraagstuk, de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies. Deze verkenning beschrijft de trends en de beleidsopties om de internationaal afgesproken doelen voor deze vraagstukken dichterbij te brengen. Er is voor gekozen om te werken met een Trendscenario van de OESO dat loopt tot 2040. In een Trendscenario wordt geen aanvullend beleid verondersteld, zoals het recent afgesproken EU-klimaatbeleid. Vervolgens zijn additionele beleidsopties geinventariseerd, gericht op het dichterbij brengen van de doelen. Vanuit verschillende visies op de wereld (wereldbeelden) zijn daarna de geidentificeerde beleidsopties geanalyseerd.

  19. Cost of power generation. The cost and uncertainties of nuclear power and other CO2-emission reduction techniques for large-scale power generation; Kosten van elektriciteitsopwekking. De kosten en onzekerheden van kernenergie en andere CO2-emissie reducerende technieken voor grootschalige elektriciteitsopwekking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Dril, A.W.N. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Verdonk, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Bilthoven (Netherlands)

    2008-09-15

    In view of recent social and political discussions on nuclear energy, ECN and PBL have gathered and updated information on the cost of options for reducing CO2 emissions in large scale electricity generation. This memo compares the cost of nuclear energy with other large scale options for electricity generation. Special attention is paid to the uncertainties of the cost of nuclear energy. In addition, some external costs and benefits are examined. This memo does not provide a complete framework for comparing the options for generation of electricity, though. Aspects such as public support, various aspects of sustainability and risks are not addressed in this memo. [mk]. [Dutch] Naar aanleiding van de actuele maatschappelijke en politieke discussie over kernenergie hebben ECN en PBL kosteninformatie over opties om CO2-emissies te beperken bij grootschalige opwekking van elektriciteit verzameld en geactualiseerd. In deze notitie worden de kosten van kernenergie vergeleken met andere grootschalige opties van elektriciteitsopwekking. Daarbij wordt speciale aandacht besteed aan de onzekerheden over de kosten van kernenergie. Aanvullend zijn enkele externe kosten en baten beschouwd. Deze notitie geeft echter geen volledig kader om de opties voor de opwekking van elektriciteit met elkaar te vergelijken. Aspecten als draagvlak, diverse duurzaamheidaspecten en risico's zijn in deze notitie namelijk buiten beschouwing gelaten.

  20. Automation of technical facilities in buildings. Is standardization a utopia or is it becoming reality? Special issue; Automatisering van technische voorzieningen in gebouwen. Themanummer

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Halmos, G.G.B. [Halmos Adviseurs, The Hague (Netherlands); Harmsen, J.G. [Unica Regeltechniek, Zwolle (Netherlands); Koetsier, H.A. [HiTECHnologies, IJsselstein (Netherlands); Bessems, P.J.J. [Nederlands Normalisatie Instituut NNI, Delft (Netherlands); Van der Neut Kolfschoten, J.A. [Honeywell, Amsterdam (Netherlands)

    1998-02-01

    In five articles an impression is given of the lectures that were presented during the symposium on the title subject (21 October 1997). The main subjects concern the need for standardization of communication between the different systems (mainly indoor climate systems) and disciplines in a building

  1. Supplementary advise for geothermal energy in the SDE+ 2013 (Dutch Renewable Energy Scheme); Aanvullend advies geothermie in SDE+ 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lako, P.; Luxembourg, S.L.; Lensink, S.M. [ECN Policy Studies, Petten (Netherlands); In ' t Groen, B. [DNV KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-12-11

    This memo answers questions from the Ministry of Economic Affairs to ECN and DNV KEMA on the support for geothermal energy projects in the SDE+ 2013 [Dutch] Deze notitie beantwoordt vragen die het Ministerie van Economische Zaken (EZ) aan ECN en DNV KEMA gesteld heeft over de ondersteuning van geothermieprojecten in de SDE+ 2013. De beantwoording van de vragen is in het licht te zien van voorkoming van overstimulering en beperking van overreservering van middelen door de SDE+. Het advies in deze notitie is een aanvulling op het advies op de basisbedragen SDE+ 2013 dat geconsulteerd is met de sector. Na dit advies heeft EZ gevraagd naar de mogelijkheden voor het maximeren van het maximaal subsidiabele productievermogen en de wenselijkheid om de hoogte van de SDE+-subsidie te laten afhangen van het projectvermogen en de potentie van een referentie-installatie voor geothermische warmteopwekking op grote diepte. ECN en DNV KEMA adviseren de SDE+-ondersteuning voor geothermische warmte open te stellen voor grotere projectvermogens dan het vermogen van de referentie-installatie uit het advies voor de basisbedragen 2013.

  2. Chloroplast DNA haplotype samenstelling van eikenopstanden (categorie "van bekende origine") van de Rassenlijst van Bomen; een aanvullende methode voor identificatie van autochtoniteit

    NARCIS (Netherlands)

    Buiteveld, J.; Boerwinkel, M.C.; Bovenschen, J.; Kranenborg, K.G.; Vries, de S.M.G.

    2005-01-01

    Tegenwoordig kan autochtoon materiaal op de Rassenlijst van Bomen geplaatst worden in de categorie `van bekende origine¿ en heeft daardoor een `officiële¿ status. Identificatie van autochtone opstanden blijft echter nog een lastige zaak. Momenteel worden autochtone opstanden geïdentificeerd met de

  3. De zichtbaarheid van wegmarkeringen op natte wegen : een aanvullende literatuurstudie ten behoeve van de SCI/SVT-verkgroep E9 "Zichtbaarheid van megmarkeringen op natte wegdekken.

    NARCIS (Netherlands)

    Schreuder, D.A.

    1985-01-01

    Road markings, notably lane markers, are often only poorly visible when the road is wet. This is particularly a problem at night on unlit roads. In 1978 a literature report was published on this matter. See PB 14153: A new literature report, mainly from the literature after 1978 to 1985, is

  4. Aanvullende inventarisaties van vogels met vaste nesten, amfibieën en vleermuizen in de wijken Groot Oosterhout, Laauwik en Citadel in het ontwikkelingsgebied de Waalsprong te Nijmegen

    NARCIS (Netherlands)

    Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M.; Stumpel, A.H.P.; Verboom, B.; Blitterswijk, van H.

    2008-01-01

    In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een update van beschermde soorten in de wijken ‘Groot Oosterhout’, ‘Laauwik’ en ‘Citadel’ in het ontwikkelingsgebied ‘De Waalsprong’ te Nijmegen. De inventarisatie biedt recente gegevens voor vogels met vaste nesten, vleermuizen en amfibieën. In

  5. A comparison between (passive) NO2 measurements and results of calculations for 2010; Een vergelijking tussen (passieve) NO2-metingen en rekenresultaten in 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Uiterwijk, J.W.; Wesseling, J.; Nguyen, L.

    2012-02-15

    Measurements of Nitrogen dioxide (NO2) concentrations using so-called Palmes tubes and formal reference methods show relatively small differences, of 10-15%, compared to results of calculations using Dutch standard calculation methods. This is concluded from research conducted by the RIVM for the ministry of Infrastructure and the Environment. These measurements were performed in order to determine concentration levels at locations where permanent measurements of the National Air Quality Measurement Network are not available. Palmes tubes are small plastic tubes containing a chemical agent that reacts with NO2, allowing to determine the NO2 concentration. These additional measurements are performed at several background locations in cities, along several highways, near a busy shipping lane and close to several tunnel exits. Where possible the results have been compared to results of calculations using official legal Dutch standard calculation methods. A good agreement was observed between measured and calculated concentrations in streets and along the highways. Measurements along a busy shipping lane showed only a small increase in concentration. Close to exits of traffic tunnels high NO2 concentrations were measured [Dutch] Metingen van stikstofdioxide (NO2) concentraties met zogeheten Palmesbuisjes en formele referentiemethoden laten betrekkelijk kleine verschillen, van 10-15%, zien met resultaten van berekeningen met wettelijk voorgeschreven standaardrekenmethoden. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze metingen zijn uitgevoerd om een beeld te krijgen van de concentraties in gebieden waar geen continue metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) worden verricht. Palmesbuisjes zijn kleine plastic buisjes met daarin een chemisch actieve stof die NO2 aan zich bindt, waarmee de NO2-concentratie worden bepaald. De aanvullende metingen hiermee vinden plaats op verschillende

  6. Het beoordelen van het aspect verkeersveiligheid met behulp van kencijfers van wegtypen : advies betreffende het conceptrapport `Aanvullend onderzoek ten behoeve van de Projectnota en de Milieu-effectrapportage Rijksweg 57' (DHV, 1992).

    NARCIS (Netherlands)

    Janssen, S.T.M.C.

    1993-01-01

    The DHV Environment and Infrastructure's 1992 draft report 'Additional study for the benefit of the project note and the environment-effect reporting concerning the Dutch highway 57' compares the design of a highway with that of a "non-accessible to slow traffic road". This was carried out for the

  7. Facilitating nurses’ knowledge of the utilisation of reflexology in adults with chronic diseases to enable informed health education during comprehensive nursing care

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Elna Steenkamp

    2012-05-01

    Full Text Available An integrative literature review of identified scientific evidence, published from January 2000 to December 2008, of the utilisation of reflexology as complementary and alternative medicine (CAM modalities to promote well-being and quality of life in adults with chronic diseases was done to facilitate nurses to give informed health education during comprehensive nursing care to patients with chronic diseases. Selected accessible databases were searched purposefully for research articles (N = 1171. Pre-set inclusion criteria were applied during the study selection process. The methodological study quality was reviewed and appraised with appropriate tools from the Critical Appraisal Skills Programme (CASP and the American Dietetic Association’s (ADA Evidence analysis manual (n = 21. Evidence extraction, analysis and synthesis of studies (n = 18 were done through the evidence class rating and level of strength as prescribed in the manuals of ADA and CASP. Findings indicate statistically significant reduction in the frequency of seizures in patients with intractable epilepsy, an improvement of sensory and urinary symptoms associated with multiple sclerosis and clinically significant reduction of anxiety and pain in patients with cancer and fibromyalgia syndrome. These findings can be utilised by nurses to inform patients with these chronic diseases about alternative ways of treatment. Opsomming ‘n Geïntegreerde literatuur oorsig van ge-identifiseerde wetenskaplike bewyse, gepubliseer vanaf Januarie 2000 tot Desember 2008, was gedoen oor die gebruik van refleksologie as aanvullende en alternatiewe behandelingsmodalitieit om welsyn en lewenskwaliteit te bevorder by volwassenes met kroniese siekte om verpleegkundiges te fasiliteer om ingeligte gesondheidsvoorligting te gee gedurende omvattende verpleegsorg aan pasiente met kroniese siektes. Geselekteerde toeganklike databasisse was doelbewustelik deursoek vir navorsingsartikels (N = 1171. Vooraf

  8. Interventieteams: werken op het snijvlak van rechtstaat en maatschappelijke urgentie

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jacqueline de Savornin Lohman

    2009-06-01

    Full Text Available Today communities often cope with juvenile delinquency or misconduct by its citizens such as fraudulent claims for social security benefit. Multi-problem families require specialist intervention. The response of policy makers has been to develop intervention programmes whereby the intervention teams – following instructions laid down in a protocol – visit the homes. These teams consist of civil servants, professionals, and employees of public institutions and companies such as electricity companies. From a policy approach Intervention Teams are efficient. However, their action tends to conflict with the judicial approach. Citizens complained with success in Court and at the Ombudsman’s office, because their privacy was violated by the intrusive action of these teams. The response of the law has been to require each team-member to prove his identity and to disclose the precise reason for his visit. In practice this formal requirement impedes effective problem solving on the spot. The author proposes as third possibility the context-oriented approach. The concept of ‘dynamic legitimacy’ is useful to give this approach a normative base. It includes the perspective of the occupant, whose privacy is at stake. Research into ‘best practices’ confirms that teamwork as close as possible ‘at the front door’, if firmly rooted in judicial principles and standards of decency, is a condition for successful interventions. De hedendaagse samenleving wordt regelmatig geconfronteerd met jeugdcriminaliteit of wangedrag door burgers, zoals misbruik van sociale voorzieningen. Multi-probleemgezinnen vereisen specialistische interventies. Beleidsmakers hebben als reactie interventieprogramma’s ontwikkeld waarin huisbezoek door interventieteams een belangrijke plaats inneemt. Deze teams bestaan uit ambtenaren, professionals, en werknemers van publieke instellingen en organisaties zoals elektriciteitsbedrijven. Vanuit een beleidsperspectief zijn deze

  9. Energy Plan Greenport Greenhouse II. Outline of the conservation options of the greenhouse concept; Energieplan Greenportkas II. Verkenning van de besparingsmogelijkheden van het kasconcept

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kempkes, F.; Verkerke, W.; Poot, E. [Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen (Netherlands)

    2012-02-15

    op het gebied van de vocht en minimumbuisregeling. Dit bleek een besparing ten opzichte van de Greenportkas I van 28% op te leveren. Deze uitkomst is bediscussieerd met de ondernemer en met de energie coördinatoren van Kas als Energiebron. Dit leidde tot geleidelijke aanpassingen in de bouwplannen, die vervolgens door het onderzoek opnieuw werden doorgerekend. Vervolgens is in diverse feed back loops de in dit onderzoek gegenereerde kennis besproken met de ondernemer, waarna nieuwe rekensessies volgden. De uiteindelijke configuratie voor Greenportkas II is een combinatie van elementen uit Het Nieuwe Belichten en Het Nieuwe Telen, een dubbeldek met 4 x AR coating, zonder koeling en een verschuiving in de teeltperiode. De besparing op elektriciteit bedraagt 70% ten opzichte van Greenportkas I. Op de benodigde aanvullende warmte wordt in termen van primaire energie niet bespaard, omdat er geen warmte (als restproduct van de koudeproductie) en minder overschot van lampwarmte beschikbaar komt. In absolute termen wordt er in het Greenportkas II concept wel ca. 25% minder warmte gebruikt dan in de Greenportkas I.

  10. Autonomy and heteronomy. Integration and sustainability of essential flows in the built environment; Autonomie en heteronomie. Integratie en verduurzaming van essentiele stromen in de gebouwde omgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Timmeren, A.

    2006-06-23

    The main research questions in this thesis are: (1) How can sustainable types of reuse and an environment-minded supply of the essential 'flows' of energy and sanitation be established in the built-up environment?; and (2) Is there an optimum scale, and what are the consequences for the built-up environment? Background questions are: (a) To what extent are the current technical (infra)structures decisive for the possibilities and impossibilities of 'sustainable development'? (b) Can the central or decentralized solution of the essential flows generate further processes of preservation at a higher scale level?; (c) Is there an optimal scale for autonomy per flow, and, if there is, what is this optimal scale?; (d) To what extent can user participation and involvement increase by solving sustainability issues?; (e) Should the various techniques for the optimisation of the flows be combined in a 'device' and can this be done, or should they be integrated separately into existing (infra)structures or buildings?. [Dutch] De methoden en technieken die worden toegepast bij de huidige essenti infrastructuren voor de energie- en sanitatievoorziening zijn te duiden als traditioneel en centralisatie- paradigma volgend. Er is sprake van schaalvergroting. Door de globalisering in combinatie met de liberalisatie van de energie- en (in mindere mate) vaste afvalmarkt is dit zelfs structureel. Er is toenemende heteronomie van essenti voorzieningen, vooral van energie en sanitatie. Stringente regelgeving maakt dit vaak onontkoombaar. Oplossingen voor nieuwe of bestaande problemen zijn daarbij als padafhankelijk en endogeen te karakteriseren. Er wordt slechts weinig gedaan aan de onderliggende milieuproblemen. Sterker nog, ook deze nieuwe oplossingen hebben vrijwel altijd onverwachte en onbedoelde neveneffecten, en kunnen opnieuw tot problemen leiden. Het besef dat andere, meer duurzame alternatieven gevonden kunnen worden door juist af te stappen van de

  11. Bridging social capital through sports: an explorative study on (improving inter-ethnic contact at two soccer clubs in the Netherlands

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Stijn Verhagen

    2014-12-01

    Staat (IS, hebben grote impact op het maatschappelijke debat in Nederland. Desalniettemin is het geloof in de sociaal integratieve functie van sport in Nederland niet afgenomen. Van sport, en dan vooral van sportdeelname binnen verenigingsverband, wordt verwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de sociale cohesie en sociale integratie van minderheden. Uit onderzoek weten we al langer dat beleidsmakers de sociaal integratieve functie van sport overschatten. Sport is geen wondermiddel. Sport brengt mensen samen, maar kan mensen ook uitsluiten door het samenbrengen van gelijkgestemden. In dit artikel verkennen we of (en hoe sport, en dan met name voetbal, kan leiden tot overbruggend sociaal kapitaal (“bridging social capital”, ondanks dat mensen vooral sporten met gelijkgestemden. We baseren onze resultaten op enquêtes en een beperkt aantal aanvullende interviews bij twee voetbalverenigingen in de stad Utrecht. We concluderen dat ondanks dat sport segregatie bevordert, er binnen sportverenigingsverband een ontwikkeling is van sociale inclusie en interetnische contacten. Het onderzoek geeft aan dat extra voorwaarden kunnen worden gecreëerd om begrip en onderling respect te vergroten.

  12. Het gebruik van geneesmiddelen en drugs door verkeersdeelnemers en het effect op de verkeersveiligheid : een (aanvullende) literatuurstudie met het doel het inzicht in de omvang van geneesmiddelen- en drugsgebruik door verkeersdeelnemers in Nederland en het effect daarvan op de betrokkenheid bij ongevallen te vergroten.

    NARCIS (Netherlands)

    Vis, A.A.

    1989-01-01

    It has been known for a long time, mainly from experimental research, that the use of some prescribed drugs, particularly when they affect the central nervous system, can have a negative effect on different aspects and skills important for the execution of complicated tasks, like for example, the

  13. Community support and participation among persons with disabilities. A study in three European countries

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jean-Pierre Wilken

    2014-09-01

    on supporting the participation of their clients in public life and in the development of different roles pertaining to citizenship.Ondersteuning bij participatie in de samenleving van mensen met beperkingen. Een studie in drie Europese landenDit artikel beschrijft een Europees project dat gericht was op sociale participatie en burgerschap van mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking. Het project vond plaats in drie landen (Estland, Hongarije en Nederland en in vier steden (Tallinn, Budapest, Amersfoort en Maastricht. Het omvatte onderzoek en activiteiten op het niveau van beleid, organisatie en uitvoeringspraktijk. Op beleidsniveau vormden het UN-Verdrag voor Mensen met een Handicap, en de European Disability Strategy het referentiekader om te kijken naar landelijk en lokaal beleid, naar de dagelijkse realiteit van mensen met een beperking en naar de steun die professionele organisaties bieden met betrekking tot participatie en inclusie. Het project leverde een aantal inzichten, aanbevelingen en methoden op, die de kwaliteit van de dienstverlening en de mogelijkheden voor participatie in de samenleving kunnen verbeteren. In dit artikel presenteren we een aantal bevindingen. Hoewel de omstandigheden in ieder land verschillend zijn qua beleid, cultuur en voorzieningen, valt op dat mensen met beperkingen gelijksoortige problemen ervaren.De studie laat zien dat in alle drie de landen de toegang tot hulp- en dienstverlening verbeterd kan worden. Barrières zijn onder andere bureaucratische procedures en een gebrek aan bepaalde diensten. In iedere stad en in ieder land zijn er aanzienlijke belemmeringen als het gaat om participatie op het terrein van huisvesting, werk en vrijetijdsbesteding. Naast financiële problemen is er de barrière van stigma en zelfstigma. Marginalisatie houdt mensen in een ongelijke positie en heeft een negatieve invloed op herstel en participatie. In alle landen zouden professionals een sterkere focus moeten hebben op het

  14. Options to reduce the required energy for cooling in datahotels. ICT. Keep a cool head; Mogelijkheden tot vermindering van de benodigde koelenergie in datahotels. ICT. Houd het hoofd koel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Sijpheer, N.C.; Ligthart, F.A.T.M. [ECN Zonne-energie, Petten (Netherlands)

    2002-02-01

    groeien. Met name de koeling van computerruimten vormt een groot deel van de energievraag. Reductie van de koelvraag door middel van het verhogen van de temperatuur in de computerruimten en het toepassen van vrije koeling resulteert in een lager energiegebruik. In de ICT sector bestaat de angst dat het verhogen van de ruimtetemperatuur een negatief effect heeft op de levensduur van de apparatuur. Naar aanleiding hiervan is een overzicht gemaakt van de klimaateisen van de computerapparatuur; de vermogensopname van de computerapparatuur; het werkelijk opgenomen vermogen van de computerapparatuur; de energiebesparingen door het verhogen van de ruimtetemperatuur in de computerruimten; en de energiebesparing door het toepassen van vrije koeling. Het koelen van de computerruimtes op een lagere temperatuur dan 30C is voor de onderzochte apparatuur niet noodzakelijk. Een minimale marge van 5C ten opzichte van de nominale werktemperatuur van de apparatuur kan het energiegebruik van de koelmachines met bijna 60% terugbrengen. Dat is ongeveer 13% van het totale energiegebruik. Wanneer tevens vrije koeling wordt toegepast, kan 95% van de energie benodigd voor de koelmachines worden bespaard, ofwel 21% op het totale energiegebruik. Het opgenomen vermogen van de computerapparatuur bedraagt circa 23% van het opgestelde vermogen. Wanneer de koelinstallatie wordt gedimensioneerd op het opgestelde vermogen van de apparatuur, zal de capaciteit van de installatie bijna een factor 5 te groot zijn. De eisen ten aanzien van de relatieve vochtigheid van de lucht in de computerruimten voor de apparatuur zijn over het algemeen niet strikt. Veelal ligt deze eis tussen de 10% en 90%. Ontvochtigen of bevochtigen kan een grote bijdrage hebben in het energiegebruik voor klimatiseren en is volgens de klimaateisen in de specificaties niet nodig. Praktisch aanvullend onderzoek naar de invloed van een verhoogde omgevingstemperatuur op de betrouwbaarheid van computerapparatuur, kan uitwijzen of de nominaal

  15. Outline for the Rotterdam Climate Initiative. CO2 emissions up to 2030; Verkenning voor Rotterdam Climate Initiative. CO2-emissies tot 2030

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Plomp, A.J.; Wetzels, W.; Seebregts, A.J.; Kroon, P [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-04-15

    -emissie opnieuw verkend voor de zichtjaren 2015, 2020, 2025 en 2030 onder aanname van een vaststaand beleidskader en rekening houdend met autonome ontwikkelingen. Deze studie is alleen uitgevoerd voor de sectoren Energie en Industrie en Vrachtvervoer binnen de gemeentegrenzen van Rotterdam. De resultaten laten zien dat: (a) De CO2-emissie uit de sector Energie en Industrie stijgt van 26,5 Mton CO2 in 2011 naar 33,8 Mton CO2 in 2020, om vervolgens weer af te nemen naar 29,4 Mton CO2 in 2025 en 2030; en (b) de CO2-emissie ten gevolge van Vrachttransport stijgt van 1,0 Mton CO2 in 2011 naar 1,4 Mton CO2 in 2025 en stijgt vervolgens door naar 1,6 Mton in 2030. Dit betekent dat alleen al de sectoren Energie en Industrie en Vrachttransport onder vaststaand beleid naar verwachting de doelstelling met een factor 2,5 zullen overschrijden. De aanvullende beleidsinspanning om de doelstelling te realiseren, dient dus met een benodigde reductie van ongeveer 19 Mton CO2 voor deze sectoren rekening te houden. De verwachte CO2-emissies in deze Verkenning zijn lager dan die in een eerder uitgevoerde studie uit 2010. Dit wordt veroorzaakt door met name lagere CO2-emissies uit de elektriciteitscentrales, ten opzichte van de toenmalige studie, ten gevolge van diverse ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt. De berekende CO2-emissies zijn gebaseerd op een vaststaand beleidskader en autonome ontwikkelingen. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een bottom-up analyse van de diverse sectoren; zo nodig zijn berekeningen met behulp van sectorale modellen uitgevoerd. De realisatie van de Maasvlakte 2 betekent meer ruimte voor chemie en meer ruimte voor op- en overslag van vracht; de effecten hiervan zijn eveneens meegenomen in deze berekeningen.

  16. A clean slate. For a future of possibilities; Schonelei. Voor een toekomst van mogelijkheden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Luttik, P.; Boosten, G. [Stichting DoTank, Bussum (Netherlands); Smit, H.; Tersteeg, J. [WING Proces Consultancy, Wageningen UR, Wageningen (Netherlands)

    2006-12-15

    a situation must be created that is aimed at renewal and innovation. A stimulating environment with guarantees for result driven investments, instead of a system of subsidies that is incomprehensible. We also have to look for new co-operation partners, not based on contracts and demands for specific results, but based on transparency, trust and shared ambitions. Everything has to be directed at the creation of new values. At this moment in time a number of results of the Clean Slate project are being elaborated. [Dutch] De landbouw staat in Nederland onder druk. Ondanks de inspanningen van velen om de agrarische sector in Nederland te laten floreren, is het niet ondenkbaar dat op een termijn van 30-50 jaar (delen van de) landbouw uit (delen van) Nederland zijn verdwenen. Het nadenken over de consequenties van deze ontwikkeling is zeker in agrarische kringen nog taboe. Dit belemmert niet alleen het zicht op nieuwe kansen die door het verdwijnen van landbouw ontstaan, het blokkeert ook de bewustwording ten aanzien van het kostbare dat dan verloren gaat. Het project 'Schonelei' concentreert zich op de kansenkant. Uitgangspunt is een viertal extreme scenario's voor het verdwijnen van de grondgebonden landbouw uit ons land. Die scenario's dienden als inspiratie voor de ontwikkeling van nieuwe concepten of aanzetten daartoe. Dat heeft een rijke oogst opgeleverd. Een negental concepten wordt in het rapport verder uitgewerkt, namelijk: Zeelandbouw (landbouw in zee); Bioport (Nederland niet meer als draaischijf voor fossiele energie, maar voor biomassa); Vraaggestuurde microketens (in tegenstelling tot aanbodgerichte bulkketens); Lokale autonomie (in plaats van centrale voorzieningen); Overbruggend eten (eten als manier om mensen nader tot elkaar te brengen); Nature at your fingertips (natuur aantrekkelijker maken door haar deels te virtualiseren); Waardevol sterven (over een nieuwe beleving van de laatste levensfase); Waardegedreven financiele

  17. Supplementary study of possible risks and consequences of the exploration and exploitation of shale and coal gas in the Netherlands. Final report of the research questions A and B; Aanvullend onderzoek naar mogelijke risico's en gevolgen van de opsporing en winning van schalie- en steenkoolgas in Nederland. Eindrapport onderzoeksvragen A en B

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-08-15

    The Dutch Ministry of Economic Affairs has given the consortium consisting of Witteveen and Bos, Arcadis and Fugro an assignment to investigate the possible risks and effects of exploration and exploitation of shale gas and coal bed methane in The Netherlands. The main questions of the research have been outlined in 55 research question that have been answered in the shape of technical notes. This summary contains the most important findings of this research. Attention is paid to Conventional versus unconventional gas, Footprint and nuisance, Methane emissions and climate footprint, Earthquakes and subsidence, Water usage, Fraccing fluid, Safety, Ground water, Relation with current legislation [Dutch] Het Ministerie van Economische Zaken heeft het consortium Witteveen+Bos, Arcadis en Fugro opdracht gegeven voor een onderzoek naar mogelijke risico's en gevolgen van opsporen en winnen van schaliegas (en steenkoolgas) in Nederland. De hoofdvragen van het onderzoek zijn uitgewerkt in 55 onderzoeksvragen, die in achtergrondnotities zijn beantwoord. Aandacht is besteed aan Conventioneel versus onconventioneel gas, Ruimtebeslag en hinder, Methaanemissies en klimaatvoetafdruk, Bodembewegingen, Watergebruik, Frac-vloeistof, Veiligheid, Grondwater, en de Relatie met huidige mijnbouwwetgeving.

  18. Noise in relation to climate change. A first orientation; Geluid in relatie tot Klimaatverandering. Een eerste Verkenning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kamp, I.

    2010-11-15

    confirmed in our panel survey. Headaches come forward as the most important health complaint. At national the size of these effects can be neglected but in the near future an increase can be expected when no solutions are found for these problems. Measures are to be sought in technical fine-tuning of ventilation and cooling systems. In addition impacts of wind turbines ask for a different approach; research has shown that annoyance from WT results primarily from visual aspects and a feeling that the privacy is intruded and not exclusively from acoustical aspects. Effective interventions may therefore lie much more in the realm of communication and participation in the decision making process regarding the placement of wind turbines. Based on this first orientation more research is recommended into the effects of ventilation and cooling installation and wind turbine noise, including the different noise-spectra and vibration aspects and with specific attention for perceptions of, knowledge about and acceptance of these new energy saving measures. [Dutch] Klimaatverandering wordt verondersteld samen te gaan met een aantal adaptieve maatregelen, die mogelijk van invloed zijn op de verschillende geluiden waar mensen aan worden blootgesteld en de hiermee samenhangende hinder en gezondheidsklachten. Tegen deze achtergrond heeft VROM het centrum voor milieu, gezondheid en omgevingskwaliteit (MGO) gevraagd na te gaan welke adaptieve maatregelen relevant zijn in verband met omgevingsgeluid. Hierover is nog weinig bekend en geluid vormt geen onderdeel van betekenis bij de besluitvorming rond adaptieve maatregelen. In dit rapport wordt verslag gedaan van een eerste verkenning van de literatuur en een aanvullende panelstudie naar de invloed van ventilatie systemen, airco's en windturbines op hinder, slaapverstoring en niet specifieke lichamelijke klachten. Uit de literatuur komt een drietal potentiele geluidproblemen naar voren, die indirect samenhangen met maatregelen tegen

  19. Sustainable protein from biogas. The perspective of susteine; Duurzaam eiwit uit biogas. Verkenning van het perspectief van susteine

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Oosterhuis, N. [Easthouse Business Solutions, Rolde (Netherlands); Hooijer, H. [We-Do Interim Management and Consultancy, Culemborg (Netherlands)

    2007-12-15

    aanvullend onderzoekstraject vraagt. Binnen de Europese markt behoeft een afzet van 10.000 ton/jaar geen probleem te vormen. De meest hoogwaardige toepassing is in biggenvoeders. Technisch is productie van Susteine op basis van biogas in principe mogelijk. Voorwaarde is wel dat het methaan uit biogas zodanig wordt gezuiverd dat het voldoet als grondstof voor eiwitproductie. Hiervoor zijn technologieen beschikbaar. De kwaliteitseisen aan de grondstof zouden moeten worden vastgelegd; hier is uiteraard nader onderzoek voor nodig. Een belangrijk knelpunt voor de financieel-economische haalbaarheid is de schaalgrootte van de biogasinstallatie. Voor productie van 10.000 t eiwit/jaar is globaal 30-35 miljoen m{sup 3} biogas nodig, oftewel 2 miljoen ton mest. Dit leidt tot een ongewenst aantal transportbewegingen, ook mede gezien het feit dat een vergelijkbare hoeveelheid digestaat (rest van de biogasproductie) moet worden afgevoerd. Een unieke kans in Nederland is het gebruik van het aardgasnet voor het 'transport' van het (bio)gas. Hierdoor zou de mestvergisting lokaal kunnen gebeuren, terwijl de eiwitproductie centraal kan plaatsvinden. Deze oplossing is echter vooralsnog niet toegelaten. Een aanbeveling is om deze optie nader te onderzoeken. Een tweede knelpunt in de financieel-economische haalbaarheid vormt de afzet van digestaat. Dit is een algemeen probleem bij de mestvergisting. In omringende landen wordt gewerkt aan het drogen van digestaat, en toepassing als brandstof. De vrijkomende mineralenstroom kan worden ingezet als kunstmestvervanging. Ook dit zal onderhevig zijn aan wet- en regelgeving (Minas), hetgeen de invoering bemoeilijkt. Als alternatief kan worden gedacht aan het isoleren van de mineralen uit digestaat en het zover zuiveren van deze stroom dat lozing mogelijk wordt. De kosten van een dergelijk proces zullen aanzienlijk zijn, maar de mineralen kunnen tegelijkertijd een toegevoegde waarde opleveren. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat eerder

  20. Impact of screens on air quality. Final report of a study on the performance of (sound)screens on the air quality along highways; Invloed schermen op de luchtkwaliteit. Eindrapport onderzoek naar de werking van (geluids)schermen op de luchtkwaliteit langs snelwegen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Blokland, G.; Hooghwerff, J.; Tollenaar, C. [M en P Raadgevende Ingenieurs, Aalsmeer (Netherlands)

    2009-12-15

    eerste windtunneltesten bevestigden dit met reductiewaarden op 15 m achter het scherm die varieerden tussen een factor 1,7 voor een standaard 4 m scherm tot een factor 16 voor een enkelzijdig 16 m scherm. Een bredere inventarisatie van effecten van schermen en mogelijkheden deze met andere configuraties, inclusief vegetatie, te verbeteren gaf eveneens een groot potentieel aan tot het met schermconstructies terugdringen van de concentraties ongewenste stoffen. Deze studie leverde echter meer bescheiden reducties op voor standaardconfiguraties. Verbetering werd verondersteld door het semi-permeabel maken van het scherm. Er werd aanbevolen in de constructie gebruik te maken van allerlei vegetatie om daarbij de verdere positieve effecten op PM's en NOx te genereren. Vervolgens is in een drietal prijsvragen de markt uitgedaagd om met innovatieve ontwerpen te komen. De eerste serie betrof 'ready to build' ontwerpen. Hieruit is een viertal ontwerpen geselecteerd voor praktijktesten. De tweede serie betrof meer experimentele ontwerpen. Hieruit is eveneens een viertal geselecteerd waarvan met desk studies en laboratorium testen de effectiviteit in kaart gebracht. De derde serie had een meer futuristisch karakter en hier heeft het aanvullende onderzoek zich beperkt tot artist impressions en een haalbaarheidsstudie. In een breed opgezet praktijkgericht experimenteel onderzoek is aantal schermconstructies gedetailleerd onderzocht en op hun effect voor luchtkwaliteit getest. Er is simultaan meetdata vergaard van de concentraties NO2, NOx en fijnstof op een drietal posities achter het scherm en op vergelijkbare posities in een onafgeschermde situatie. De belangrijkste bevinding is dat de verwachte (extra) effecten van innovatieve schermen in de praktijk niet vastgesteld konden worden. Voor het (in het onderzoek gehanteerde) referentiescherm (dunne glazen wand) werd op 10 m achter het scherm een reductie effect op NO2 van 14 ({+-}10)%, op NOx van 20 ({+-}6)% en van PM10