WorldWideScience

Sample records for betaalbare duurzame samenleving

  1. Transition management. Key to a sustainable society; Transitiemanagement. Sleutel voor een duurzame samenleving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rotmans, J. [International Centre for Integrative Studies ICIS, Universiteit Maastricht, Maastricht (Netherlands)

    2003-07-01

    Via transitions outdated societal systems need to be replaced by new societal and sustainable systems. In this book attention is paid to how the renewal process can be steered. The first part deals with the transition philosophy, while the second part is dedicated to a series of practical examples in the field of water, agriculture, energy, construction, mobility and biodiversity which must bring us to a new, sustainable society. [Dutch] Het creeren van een duurzame samenleving is van levensbelang voor de huidige en toekomstige generaties. Toch krijgt duurzaamheid van de politiek nog steeds niet de aandacht die zij verdient. Dit boek biedt daarom een vernieuwende en uitdagende kijk op deze grote maatschappelijke opgave. Onze tegenwoordige samenleving is verre van duurzaam; ondanks het veelgeroemde 'poldermodel' zijn we er tot nu toe niet in geslaagd de hardnekkige problemen in sectoren als de landbouw, de gezondheidszorg en de energievoorziening het hoofd te bieden. Meer en meer wordt duidelijk dat een duurzame samenleving een echte cultuuromslag vergt. Via transities - maatschappelijke overgangen die tijd, durf en energie vergen - zullen verouderde maatschappelijke systemen (deels) moeten worden afgebroken om vervolgens opnieuw te worden opgebouwd. Dit boek gaat in op de wijze waarop dit noodzakelijke vernieuwingsproces kan worden gestuurd. Het eerste deel behandelt het transitiedenken, inclusief de achterliggende filosofie. In het tweede deel staat het transitiehandelen centraal, aan de hand van een serie praktijkvoorbeelden op de terreinen water, landbouw, energie, de bouwsector, mobiliteit en biodiversiteit. Een inspirerend boek voor iedereen die een bijdrage wil leveren aan de totstandkoming van een nieuwe, duurzame samenleving.

  2. Sustainable energy. Program of action for sustainable development. National actions; Duurzame Daadkracht. Actieprogramma Duurzame Ontwikkeling. Nationale deel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2003-07-04

    In the title program it is described how the Netherlands will fulfil the agreements that were made at the Johannesburg summit on sustainable development. The program consists of an international and a national strategy. In this document the national strategy will be dealt with. [Dutch] In november 2002 stemde de ministerraad in met het Actieprogramma voor Duurzame Ontwikkeling, getiteld 'Duurzame Daadkracht'. Hierin beschrijft het kabinet hoe invulling wordt gegeven aan de afspraken die tijdens de Wereldtop over Duurzame Ontwikkeling in september in Johannesburg zijn gemaakt. Het actieprogramma bestaat uit een internationale en een nationale strategie. Beide strategieen kunnen en mogen niet los van elkaar worden gezien. Coherentie tussen binnenlands beleid en wat in internationaal verband te ondernemen is cruciaal. In de internationale strategie wordt uiteengezet op welke concrete doelen Nederland zich op het vlak van duurzame ontwikkeling in de nabije toekomst met voorrang zal richten. Daarbij wordt aangegeven met welke middelen Nederland aan het realiseren van die doelen zal bijdragen. De concrete maatregelen zijn gericht op de vijf thema's die door secretaris-generaal van de Verenigde Naties als prioriteiten zijn aangegeven: water, energie, gezondheid, landbouw en biodiversiteit. Het kabinet voegt daar het thema handel en investeringen aan toe, vanwege de bijdrage die zij kunnen leveren aan het bereiken van duurzame ontwikkeling, en meer in het bijzonder armoedebestrijding.

  3. Vision for 2030; Visie 2030

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2008-02-15

    This is the long term vision of the Dutch Transmission System Operator TenneT with respect to the 380kV and 220 kV parts of the national electricity distribution grid. In this vision 4 trend scenarios have been developed. The scenarios 'Green Revolution' and 'Sustainable transition' are based on a sustainable society whereas 'Money rules' and 'New strongholds' depict a society that mainly depends on fossil fuels. For 'Green revolution' and 'Money rules' a free global market is assumed and for 'Sustainable transition' and 'New strongholds' a regionally oriented market with protectionism is assumed. [mk]. [Dutch] Een langetermijnvisie van de Nederlandse Transmission System Operator TenneT op het 380 kV en 220kV deel van het landelijke elektriciteitstransportnet. Daarvoor zijn vier trendscenario's ontwikkeld. De scenario's Groene Revolutie en Duurzame Transitie gaan uit van een duurzame samenleving terwijl Geld Regeert en Nieuwe Burchten een samenleving hanteert die vooral afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Voor Groene Revolutie en Geld Regeert wordt een vrije mondiale markt verondersteld en voor Duurzame Transitie en Nieuwe Burchten een regionaal georienteerde markt waarbij sprake is van protectionisme.

  4. Progress Report Sustainable Energy 2006; Voortgangsrapportage Duurzame Daadkracht 2006

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2007-02-15

    In the title program it is described how the Netherlands will fulfil the agreements that were made at the Johannesburg summit on sustainable development. The program consists of an international and a national strategy. In this document an overview is given of the results so far. The focus is on administration, energy and biological diversity. [Dutch] Het Actieprogramma Duurzame Ontwikkeling, getiteld 'Duurzame Daadkracht' (2003), is de Nederlandse uitwerking van de afspraken die in 2002 op de World Summit on Sustainable Development (WSSD) in Johannesburg zijn gemaakt. In de voorliggende voortgangsrapportage over 2006 worden de vorderingen in het bereiken van de ambities van het rijk, zowel voor het nationale als het internationale deel, verder uitgediept. Daarbij is dit jaar gekozen voor een meer thematische benadering dan in voorgaande rapportages, mede naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 4 oktober 2006 over de rapportage 2005. De thema's zijn bestuur, energie en biodiversiteit. In hoofdstuk 2 wordt een beschouwing gegeven over de aansturing van duurzame ontwikkeling, een thema dat in 2006 vooral in internationale bijeenkomsten veel aandacht kreeg. Hoofdstuk 3 belicht het thema duurzame energiehuishouding. In hoofdstuk 4 wordt het thema natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit nader bezien. Hoofdstuk 5 geeft informatie over een aantal relevante instrumenten, waaronder de internationale partnerschappen, innovatieprojecten en de peer review van het Nederlandse duurzaamheidsbeleid. Hoofdstuk 6 presenteert de voortgang in duurzaam inkopen bij de Rijksoverheid en illustreert aan de hand van een aantal voorbeelden de wijze waarop vijf ministeries concreet invulling geven aan duurzame ontwikkeling binnen de eigen organisatie. De bijlage bevat een afkortingenregister.

  5. Een pleidooi voor duurzame diplomatie

    NARCIS (Netherlands)

    R.J.M. van Tulder (Rob); T. Dietz (Ton)

    2017-01-01

    textabstractIn een recent verschenen notitie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken wordt een pleidooi gehouden voor 'diplomatie van duurzame ontwikkeling'. Het Nederlandse buitenlandse beleid heeft de laatste jaren sterk ingezet op zogenaamde 'economische diplomatie'. Daarmee lijkt een stap

  6. Naar een dashboard duurzame inzetbaarheid

    NARCIS (Netherlands)

    Blatter, B.; Dorenbosch, L.; Keijzer, L.

    2015-01-01

    Vlaanderen kent de Monitor Werkbaar Werk als informatiebron over de kwaliteit van werk voor de Vlaamse Regering, sociale partners, werkgevers en andere arbeidsmarktpartijen. Nederland kent sinds 2010 een soortgelijk instrument: het Dashboard Duurzame Inzetbaarheid. In deze bijdrage zetten we het

  7. Een pleidooi voor duurzame diplomatie

    NARCIS (Netherlands)

    Tulder, van R.; Dietz, T.

    2017-01-01

    In een recent verschenen notitie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken wordt een pleidooi gehouden voor ‘diplomatie van duurzame ontwikkeling’. Het Nederlandse buitenlandse beleid heeft de laatste jaren sterk ingezet op zogenaamde ‘economische diplomatie’. Daarmee lijkt een stap gezet te

  8. Successful sustainable renovation; Succesvolle duurzame renovatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Doorn, A.Q.C.M.; De Ruyter, G.M. [Yacht, Randstad, Diemen (Netherlands); Kaper, A.A. [Ballast Nedam, Nieuwegein (Netherlands)

    2011-04-15

    Building Brains has been set up by TNO as a cooperative and started September 21, 2009. The aim of the project was to answer the question how the energy consumption in the Netherlands can be reduced by 50% up to 2030 or how the built environment can be made energy-neutral. This issue of the magazine is dedicated to Building Brains project. It is often said that Smart defined ambitions and strict process management are important ingredients for successful realization of building projects. Sustainable real estate developments can be considered as highly ambitious projects. To find out how and why sustainable renovation projects actually became sustainable, a group of professionals systematically evaluated 21 leading Dutch real estate renovation projects. For each project they interviewed the client, consultant, architect and contractor. Based on the results it was concluded that a pre-defined (sustainability) ambition is not a necessity to realize a project that can be considered sustainable in practice. [Dutch] Building Brains is een door TNO opgezet samenwerkingsproject dat op 21 september 2009 van start ging. Het doel van het project is antwoord te geven op de vraag hoe tot 2030 het energiegebruik in Nederland kan worden gehalveerd of hoe de gebouwde omgeving energieneutraal kan worden gemaakt. Deze aflevering van het tijdschrift TVVL is vrijwel geheel gewijd aan het Building Brains project. Een jaar lang zijn de succes- en faalfactoren van duurzame renovatieprojecten onderzocht. Voor 21 projecten zijn in totaal 73 actoren geinterviewd. Er werd een vragenlijst gebruikt, die vanuit vijf invalshoeken was opgesteld: ambitiestelling, duurzame maatregelen, actoren, beleidsomgeving en proces. Per project zijn opdrachtgevers, architecten, aannemers, adviseurs en gebruikers geinterviewd. Alle data is verwerkt in een database. De projecten voldoen aan het selectiecriterium Trias Energetica. Het accent lag op woningbouw, waar de grootste uitdaging ligt voor duurzame

  9. 'Gezonde en duurzame keus moet makkelijker worden'

    NARCIS (Netherlands)

    Duijzer, G.

    2011-01-01

    De Britse conservatieve premier David Cameron ziet het helemaal zitten, nudging. Als reclamemakers consumenten kunnen beïnvloeden bepaalde chips te kopen, dan kun je de niet-rationeel kiezende consument net zo goed een zetje geven in de richting van gezonde en duurzame aankopen. Wageningen UR

  10. Fit 4 Sustainable Employability : Sensortechnologie en duurzame inzetbaarheid

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. Hugo Velthuijsen

    2014-01-01

    Self-tracking devices (sensortechnologie) als middel om het zelfinzicht en zelfmanagement van medewerkers op het gebied van gezond gedrag te vergroten. Doel: een hogere mate van duurzame inzetbaarheid, omdat werknemers bewuster en beter toegerust worden als het gaat om gezond gedrag.

  11. Sustainable energy. Progress report 2004. National and international strategy; Duurzame Daadkracht. Voortgangsrapportage 2004. Nationale en internationale strategie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2004-12-01

    In the title program it is described how the Netherlands will fulfil the agreements that were made at the Johannesburg summit on sustainable development. The program consists of an international and a national strategy. In this document an overview is given of the results so far. [Dutch] In deze voortgangsrapportage van Duurzame Daadkracht, het Actieprogramma duurzame ontwikkeling, wordt aangegeven hoe de stand van zaken is ten aanzien van de ambities en voorgenomen acties, die beschreven staan in zowel het nationale als het internationale deel van het actieprogramma. Duurzame Daadkracht is de Nederlandse uitwerking van de afspraken die op de World Summit on Sustainable Development (WSSD) in Johannesburg zijn gemaakt. De kern van het nationale deel is dat de Nederlandse overheid er naar streeft om zich bij al haar activiteiten (van beleidsontwikkeling tot bijvoorbeeld de eigen huisvesting) te richten op duurzame ontwikkeling. Dit is uitgewerkt aan de hand van te ontwikkelen instrumenten en ruim twintig beleidsprogramma's. Het internationale deel concentreert zich op de internationale inspanningen van de Nederlandse overheid op het gebied van de institutionele ontwikkeling, publiek-private partnerschappen als instrument, de prioritaire thema's water, energie, gezondheid, landbouw en biodiversiteit, op duurzame handel en investeringen.

  12. Clear road for sustainable fuels? Study on the willingness of consumers to switch to sustainable fuels; Weg vrij voor duurzame brandstoffen? Onderzoek naar bereidheid consument om over te schakelen op duurzame brandstoffen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Amelsfoort, A.; Zwier, R.

    2007-07-01

    In the Netherlands, there are currently hardly any filling stations where various types of sustainable fuels are available next to the regular fuels. Green Planet wants to start a filling station in the province of Drenthe. However, first Green Planet want to examine if consumers are prepared to switch to sustainable fuels. In addition, they want to know how these fuels should be properly introduced. The authors have sent questionnaires to more than 300 car drivers in the provinces of Groningen en Drenthe. Based on the results of the questionnaire a marketing strategy was developed recommending to start offering sustainable fuels, and especially B10/E10 and CNG. The consumer must be informed about the composition of sustainable fuels and possible consequences that driving on sustainable fuels may have for cars and the environment. [mk]. [Dutch] In Nederland zijn op dit moment praktisch geen tankstations waar, naast reguliere brandstoffen, verschillende soorten duurzame brandstoffen worden aangeboden. Green Planet wil hiervoor een tankstation beginnen in de provincie Drenthe. Green Planet wil echter eerst laten onderzoeken of consumenten bereid zijn om op duurzame brandstoffen te gaan rijden. Daarnaast wil zij graag weten op welke wijze deze brandstoffen moeten worden geintroduceerd. De auteurs hebben een enquete uitgezet onder ruim 300 autorijders in Groningen en Drenthe. Op basis van de enqueteresultaten is een marketingstrategie opgesteld waarin wordt aanbevolen om duurzame brandstoffen te gaan aanbieden, met nadruk op B10/E10 en CNG. Hierbij moet de consument vooral ingelicht worden over de samenstelling van duurzame brandstoffen en over eventuele consequenties van het rijden op duurzame brandstoffen voor auto en milieu.

  13. Local sustainable energy companies. A few visions from the market; Lokale duurzame energiebedrijven. Een aantal visies uit de markt

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Faasen, E.; Van Ee, M.; Chatelin, M. (eds.)

    2009-10-15

    In local sustainable energy companies it is all about renewable energy initiatives I which the local authorities play an important steering role. In this publication a number of experts from the renewable energy sector have their say. [Dutch] Bij lokale duurzame energiebedrijven gaat het om duurzame energie-initiatieven waarbij de decentrale overheid een belangrijke regisserende rol speelt. In deze publikatie wordt een aantal experts uit de duurzame energiesector aan het woord gelaten.

  14. Consumer-oriented Sustainable Energy Concepts; Consumentgerichte Duurzame Energieconcepten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kuiper, H.J. [Universiteit Twente UT, Enschede (Netherlands)

    2009-10-15

    A study on the willingness of potential buyers of newly built houses to invest in energy efficient systems in order to realize a sustainable dwelling [Dutch] Een onder zoek naar de bereidheid van potentiele kopers van nieuwbouw woningen tot het investeren in energetische systemen om te komen tot een duurzame woning.

  15. De Unie congresnota : een andere blik op mens en samenleving : blikopener : leven en werken in een netwerksamenleving

    NARCIS (Netherlands)

    Dalen, E.J. van; Dirk, H.; Kruse, L.; Teuwen, J.

    2003-01-01

    De tijd van heldere organisatiestructuren is nog niet zo lang geleden. Taken waren afgebakend, kansen en bedreigingen behoorlijk goed in te schatten. In hoog tempo echter veranderen de samenleving, organisaties, markten en individuele wensen en verwachtingen. Typerende kenmerken zijn complexiteit en

  16. De duurzame controller neemt leiding in een traditie naar maatschappelijk verantwoord ondernemen

    NARCIS (Netherlands)

    Boersma-de Jong, Margreet F.

    2015-01-01

    Steeds meer dringt het besef door dat er geen andere weg meer is dan duurzaam ondernemen. Organisaties die dit inzien streven naar meer dan al- leen nanciële winstmaximalisatie: er moet ook winst worden gecreëerd voor de mens, samenleving en milieu. Als de MVO-ambities meer zijn dan window-dressing,

  17. Pension fund investments in Dutch sustainable energy. A quick scan; Beleggingen van pensioenfondsen in Nederlandse duurzame energie. Een quick scan

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Gelder, J.W.; De Wilde, J. [Profundo, Amsterdam (Netherlands)

    2013-05-15

    It was examined whether Dutch pension funds invest (part of) their private investments in sustainable energy in the Netherlands. If possible, investments in private renewable energy are specified as much as possible [Dutch] Er is onderzocht of Nederlandse pensioenfondsen (een deel van) hun private beleggingen in duurzame energie in Nederland beleggen. Indien mogelijk zijn de investeringen in private duurzame energie zoveel mogelijk gespecificeerd.

  18. Duurzame inzetbaarheid van ouderen: resultaten van de eerste twee metingen van STREAM

    NARCIS (Netherlands)

    Heuvel, S. van den; Ybema, J.F; Leijten, F.; Wind, A. de

    2013-01-01

    In deze notitie richten we ons op voorspellers van duurzame inzetbaarheid, waarbij we gebruik maken van de resultaten van de eerste twee metingen van STREAM en van een interviewstudie bij deelnemers aan STREAM. Meer specifiek gaan we na hoe personen met gezondheidsproblemen toch productief kunnen

  19. Sociaal-economische aspecten van het Nederlandse gewasbeschermingsbeleid. Tussenevaluatie nota Duurzame Gewasbescherming, deelrapport Economie 1

    NARCIS (Netherlands)

    Lauwere, de C.C.; Bremmer, J.; Gaag, van der D.J.; Linden, van der T.; Meer, van der R.W.; Netjes, A.; Spruijt, J.; Wal, van der E.

    2006-01-01

    In het deelproject economie wordt de economische doelstelling van de nota Duurzame Gewasbescherming geëvalueerd. Op basis van de beschikbare gegevens kan niet worden aangetoond dat Nederlandse telers concurrentienadeel ondervinden van nationaal gewasbeschermingsbeleid. Telers staan redelijk positief

  20. Measures for sustainable energy in the livestock farming industry; Maatregelen duurzame energie veehouderijsector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schellekens, J. [DLV Bouw Milieu en Techniek, Uden (Netherlands)

    2010-07-15

    The sectors of pig farming, poultry farming and veal farming have been examined for sustainable energy deployment options in agricultural businesses. These are systems are ready for practice and to be used by individual businesses. Background information is provided on energy saving, deployment of photovoltaic energy, solar collectors, biomass incineration, heat pumps, air conditioning with ground water, and practical experiences in the deployment of sustainable energy systems. Moreover, an overview is given of subsidies and fiscal opportunities for sustainable energy deployment by agricultural businesses [Dutch] Voor de sectoren varkenshouderij, pluimveehouderij en vleeskalverhouderij is onderzocht wat de toepassingsmogelijkheden zijn van duurzame energie (DE) op agrarische bedrijven. Het betreft systemen welke praktijkrijp zijn en te gebruiken op individuele bedrijven. Er wordt achtergrondinformatie gegeven over energiebesparing, toepassen van photovoltaische energie, zonnecollectoren, verbranden van biomassa, warmtepompen, luchtconditionering met grondwater, praktijkervaringen in de toepassing van duurzame energiesystemen. Ook wordt een overzicht geven van subsidies en fiscale mogelijkheden voor toepassen van DE-systemen op agrarische bedrijven.

  1. Towards a future-proof energy system for the Netherlands; Naar een toekomstbestendig energiesysteem voor Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Weterings, R.; Van Harmelen, T.; Gjaltema, J.; Jongeneel, S.; Manshanden, W.; Poliakov, E. [TNO Behavioural and Societal Sciences, Delft (Netherlands); Faaij, A.; Van den Broek, M.; Dengerink, J. [Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Londo, M.; Schoots, K. [ECN Beleidsstudies, Amsterdam (Netherlands)

    2013-03-15

    The analysis performed has two goals: (1) mapping of the most important opportunities and threats of the transition to a sustainable energy supply for the economy and society of the Netherlands, and (2) identify where significant gaps are in the knowledge that is required for a transition to a future-proof energy system for Netherlands [Dutch] De uitgevoerde analyse heeft twee doelen: (1) In beeld brengen van de belangrijkste kansen en bedreigingen van de transitie naar een duurzame energievoorziening voor economie en samenleving van Nederland; en (2) Nagaan waar belangrijke lacunes liggen in de benodigde kennis voor een transitie naar een toekomstbestendig energiesysteem in Nederland.

  2. Wrong effects of apparent sustainable solutions. The Dutch impact on global biodiversity; Averechtse effecten van schijnbaar duurzame oplossingen. De Nederlandse invloed op de mondiale biodiversiteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rood, T.; Alkemade, R. [Milieu- en Natuur Planbureau MNP, Bilthoven (Netherlands)

    2005-09-01

    What is the value of sustainable development in a specific country if imported products have negative effects in the country from where those products were imported. Apparently sustainable solutions in one's own country might have negative effects somewhere else, sooner or later. A clear picture of the ecological claim of a country is one of the methods to find the right way towards a sustainable future. [Dutch] Wat is een duurzame ontwikkeling van een land waard als de producten die men importeert elders nadelig uitwerken? Schijnbaar duurzame oplossingen in eigen land kunnen elders of later tot het tegendeel leiden. Een helder beeld van de ecologische claim van een land is een van de methoden voor het vinden van de weg naar duurzame ontwikkeling.

  3. Innovation. Chances for sustainable development; Innovatie. Kansen voor duurzame ontwikkeling

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Weterings, R. [TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie TNO-MEP, Apeldoorn (Netherlands)

    2004-05-01

    Technological innovation can play an important part in the process of sustainable development, but only when innovation is more than developing new high-tech solutions. Applying new innovative technology must result in positive environmental effects. [Dutch] Technologische innovatie kan een sleutelrol spelen in het streven naar duurzame ontwikkeling. Maar dan moet innovatie wel meer zijn dan alleen ontwikkelen van nieuwe 'high tech' oplossingen. Juist in de toepassing van nieuwe technologie in de praktijk blijkt namelijk of innovatie al of geen milieusucces oplevert.

  4. New techniques no guarantee for sustainable use of energy; Nieuwe techniekebn zijn geen garantie voor meer duurzame energiebenutting

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hogeling, J. [ISSO, Rotterdam (Netherlands)

    2011-12-15

    It is not certain that the application of new installation techniques, such as heat pumps, solar water heaters and PV panels actually achieves the intended savings. That guarantee can be assured if the installations are covered by ackowledged product or process certification systems. The Renewable Energy Directive of the EU enforces the Dutch government to certify renewable energy systems. But how, is not yet clear. [Dutch] Het is niet zeker dat de toepassing van nieuwe installatietechnieken zoals warmtepompen, zonneboilers en pv-panelen de beoogde energiebesparing daadwerkelijk realiseert. Deze waarborg heeft men wel wanneer de installaties onder erkende product- of procescertificatiesystemen tot stand komen. De Duurzame Energie Richtlijn van de EU verplicht onze overheid per 2013 te regelen dat deze duurzame energietoepassingen onder een certificatie worden gerealiseerd. Maar hoe, dat is nog niet duidelijk.

  5. Subsidies and sustainable development. Concepts, methodology and state of the art in literature; Subsidies en duurzame ontwikkeling. Concepten, methodologie en stand van zaken van de literatuur

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bachus, K. [Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA, KU Leuven, Leuven (Belgium)

    2012-04-15

    This paper is the 1st research paper as part of the Centre for Sustainable Development project on the theme 'subsidies and sustainable development'. It gives a conceptual and methodological framework on the relation between subsidies and sustainable development. In the 2nd paper attention is given to an application of the methodology to map subsidies for two Flemish subsidies: (1) the Flemish Renovation Incentive and Surcharge Rights in the Flemish agricultural sector [Dutch] Dit paper is het 1e onderzoekspaper in het kader van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling over het thema 'subsidies en duurzame ontwikkeling'. Het geeft een conceptueel en methodologisch kader over het verband tussen subsidies en duurzame ontwikkeling. In het 1e paper werden de concepten en de methoden besproken. De methode werd toegepast op twee Vlaamse subsidies, namelijk de Vlaamse Renovatiepremie en de Toeslagrechten in de Vlaamse landbouw.

  6. Sustainable Energy Business Visits 2009; Duurzame Energie bedrijfsbezoeken 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gielen, J.H. [C Point, DLV Plant, Horst (Netherlands)

    2010-03-15

    Because the Steering Committee for Long-term Agreements on Energy for Mushrooms found the sustainable energy business visits of 2008 very valuable, it was decided in 2009 to assign Cpoint the task of conducting sustainable energy advisory visits, enabling mushroom cultivators to sign up for a free of charge sustainable energy visit. This report summarizes the results of these business visits [Dutch] Omdat de Duurzame Energie (DE) bedrijfsbezoeken van 2008 door de Stuurgroep MJA-e Paddestoelen als erg waardevol zijn ervaren, is er ook voor het jaar 2009 aan Cpoint een opdracht voor het uitvoeren van DE adviesbezoeken verstrekt, waarbij champignontelers zich konden opgeven voor een gratis DE adviesbezoek. In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van de bedrijfsbezoeken.

  7. Sustainable Energy for All. Inaugural speech; Een duurzame energievoorziening voor iedereen. Intreerede

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Wijk, A.J.M.

    2011-12-07

    According to the author, there is no energy crisis; nor is there an energy shortage. Three observations illustrate this proposition: (1) We are wasting about 98% of our energy; (2) In one hour, the earth receives more energy from the sun than we consume worldwide in one year; and (3) sustainable energy is all around us. Next, the observations are elaborated and a plan is launched to set up a Green Campus: a living lab, an inspiring place where businesses and university can meet and a place where everyone can get an impression of the energy systems of the future. This way the author is hoping to take a next, important step in the realization of his dream, which is a sustainable energy system for all [Dutch] De auteur stelt dat er geen energiecrisis, geen energietekort is. Drie observaties illustreren deze stelling: (1) We verspillen ruwweg 98% van onze energie; (2) In een uur ontvangt de aarde meer energie van de zon, dan we wereldwijd in een jaar verbruiken; en (3) Duurzame energie is overal rond om ons heen. Vervolgens worden de observaties toegelicht en een plan gelanceerd om een Green Campus op te zetten: een living lab, een inspirerende plek waar bedrijven en universiteit elkaar ontmoeten en een plek waar een ieder een beeld kan krijgen op de energiesystemen van de toekomst. Daarmee hoopt de auteur een volgende en belangrijke stap te zetten in de realisatie van zijn droom, een duurzame energievoorziening voor iedereen.

  8. Duurzame Landbouw in Beeld 2010 : resultaten van de Nederlandse land- en tuinbouw op het gebied van People, Planet en Profit

    NARCIS (Netherlands)

    Boone, J.A.; Dolman, M.A.

    2010-01-01

    Duurzame Landbouw in Beeld 2010 geeft de resultaten weer van de Nederlandse land- en tuinbouw op alle relevante duurzaamheidsaspecten. Zowel de meest recente cijfers als de langetermijnontwikkelingen worden gepresenteerd. Naast de resultaten voor de sector als geheel worden de sectoren akkerbouw,

  9. Sustainable storage of data. Energy conservation by sustainable storage in colleges; Duurzame opslag van data. Energiebesparing door duurzame opslag binnen het hoger onderwijs

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-11-15

    SURFnet, the Dutch organization of for colleges and universities in the field of ICT, issued another innovation scheme in the field of sustainability and ICT for 2012. The aim of the innovation scheme is to encourage people to start sustainable projects by means of ICT. In this context the College of Arnhem and Nijmegen (HAN) executed a project in which the possibilities to save energy through sustainable storage of data in its educational facilities [Dutch] SURFnet, de samenwerkingsorganisatie van hogescholen en universiteiten op het gebied van ICT, heeft voor 2012 opnieuw een innovatieregeling op het gebied van duurzaamheid en ICT uitgeschreven. Doel van de innovatieregeling is om instellingen te stimuleren projecten te starten om door middel van of met ICT structureel bij te dragen aan verduurzaming. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft in dit kader een project uitgevoerd waarin is onderzocht wat de mogelijkheden zijn om energie te besparen d.m.v. duurzame opslag van data in haar onderwijsinstelling.

  10. Subsidies and sustainable development. Case studies in the Flemish agricultural and housing policies; Subsidies en duurzame ontwikkeling. Casestudies in het Vlaamse landbouw- en woonbeleid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bachus, K. [Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving HIVA, KU Leuven, Leuven (Belgium)

    2012-04-15

    This paper is the 2nd research paper as part of the Centre for Sustainable Development project on the theme 'subsidies and sustainable development'. Attention is given to an application of the methodology to map subsidies. In the 1st paper the concept and method are discussed. The method was used for two Flemish subsidies: (1) the Flemish Renovation Incentive and Surcharge Rights in the Flemish agricultural sector [Dutch] Dit paper is het 2e onderzoekspaper in het kader van het Steunpunt Duurzame Ontwikkeling over het thema 'subsidies en duurzame ontwikkeling'. Aandacht wordt besteed aan een toepassing van de methodologie om subsidies in kaart te brengen. In het 1e paper werden de concepten en de methoden besproken. De methode werd toegepast op twee Vlaamse subsidies, namelijk de Vlaamse Renovatiepremie en de Toeslagrechten in de Vlaamse landbouw.

  11. Investment in sustainable electricity production by Dutch banks. A case study for the Fair Bank Guide; Investeringen in duurzame elektriciteitsopwekking door Nederlandse banken. Een onderzoeksrapport voor de Eerlijke Bankwijzer

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Gelder, J.W.; Kouwenhoven, D.

    2010-05-15

    This report contains the results of the second case study commissioned by the Fair Bank Guide on the financing practices of twelve investigated banks in the Netherlands. It has been examined which part of the investments in electricity generation by Dutch banks involves electricity generation from sustainable sources (sustainable electricity generation) [Dutch] Dit rapport bevat de resultaten van het tweede onderzoek in opdracht van de Eerlijke Bankwijzer naar de financieringspraktijk van twaalf onderzochte banken in Nederland. Hiermee is in kaart gebracht welk deel van de investeringen in elektriciteitsopwekking door de Nederlandse banken, betrekking heeft op elektriciteitsopwekking met behulp van duurzame energiebronnen ('duurzame elektriciteitsopwekking')

  12. The energetic society. Searching for a steering philosophy for a clean economy; De energieke samenleving. Op zoek naar een sturingsfilosofie voor een schone economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hajer, M.

    2011-06-15

    The creativity and innovation powers of citizens and businesses in the Dutch society offer opportunities for 'green growth'. Deployment of this energetic society requires adjustment in thinking and actions of the Dutch government. This signal report offers tools for the government's new role. [Dutch] De in de maatschappij aanwezige creativiteit en innovatiekracht van burgers en bedrijven biedt kansen voor 'groene groei'. Het inzetten van deze energieke samenleving vraagt een aanpassing in het denken en doen van de Rijksoverheid. In dit signalenrapport worden handvatten gegeven voor die nieuwe rol van de overheid.

  13. Ambition, policy and consistency. The ins and outs of 16% sustainable energy in 2020; Ambitie, beleid en consistentie. Het ABC van 16% Duurzame Energie in 2020

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kaat, A.

    2013-01-15

    This memo outlines the options to realize the target of 16% sustainable energy for 2020 via production in the Netherlands [Dutch] De notitie verkent de oplossingen om via productie in Nederland de doelstelling voor duurzame energie te halen: 16% in 2020.

  14. Outline of sustainable energy technology for flower bulb businesses. An economic analysis of decentralized energy production options; Verkenning duurzame energietechnieken toepasbaar op bloembollenbedrijven. Een economische analyse van decentrale opwekkingsmogelijkheden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Putten, K. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2011-05-15

    An overview is offered of the available sustainable energy sources and techniques that are available for decentralized energy generation in the flower bulb sector. By comparing the expected increase of gas and electricity prices to the expected price decrease of new, sustainable technologies, an estimate was made regarding the year in which these techniques will become financially appealing for flower bulb businesses. This comparison takes into account the various growth scenarios and the allocation of subsidies [Dutch] Een overzicht wordt gegeven van beschikbare duurzame energiebronnen en technieken waarmee decentraal energie kan worden opgewekt in de bloembollensector. Door de verwachte stijging van de gas en elektriciteitsprijzen uit te zetten tegen de verwachte prijsdaling van de nieuwe, duurzame technologieen, is een schatting gemaakt van het jaar waarin deze technieken financieel aantrekkelijk worden voor bloembollenbedrijven. Hierbij is rekening gehouden met verschillende groeiscenario's en het wel of niet verkrijgen van subsidie.

  15. Sustainable comfort services. The impact of a combination of comfort and environment; Duurzame gemaksdiensten. Combinatie van gemak en milieu biedt kansen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Keizer, I.; Van Swigchem, J.

    2002-03-01

    The aim of the study on the title subject is to determine the environmental impact of so-called sustainable and environment-friendly comfort services which are offered to individual consumers from a central point. The comfort services discussed in this report are a laundry service, delivery or messenger service, and a meal service or domestic caterer. [Dutch] Mensen die werk en prive(of zorg) combineren, leiden een druk bestaan, waardoor de behoefte bestaat om bijvoorbeeld huishoudelijke taken efficient in te richten. Verhoging van gemak en comfort gaat echter vaak gepaard met een toename van de milieudruk: meer apparatuur, dus hogere energieverbruik, en meer behoefte aan mobiliteit. Voor het Ministerie van VROM ligt de uitdaging in het zoeken naar kansen die zowel gemak opleveren als winst voor het milieu. en mogelijk concept hiervoor wordt gezien in zogenaamde 'duurzame gemaksdiensten', zoals een was-, boodschappen- en een maaltijdservice, die aangeboden worden op een centraal punt: het dienstenknooppunt. Elk van deze services blijkt kansen te bieden, varierend van reducties in energiegebruik (max. 36% per huishouden per jaar) tot een (forse) reductie van het aantal gereden autokilometers. oordat deze kansen echter optimaal benut kunnen worden, is een aantal aspecten van belang om verder te onderzoeken: de werkelijke vraag naar duurzame gemaksdiensten vanuit de consument, de locatie van het dienstenknooppunt en het vervoer op en rondom het knooppunt.

  16. Local energy. Decentralized sustainable electricity. Business case and societal cost benefit analysis; Lokaal energiek. Decentrale duurzame elektriciteit. Business case en maatschappelijke kosten-batenanalyse

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-01-15

    The Dutch government plans to facilitate production of electricity for own use and remove barriers. A good understanding of the effects of decentralized electricity production on the existing (energy) system is lacking. A study has been carried out on the social value of local sustainable energy production in the Netherlands: at the local level and for the Netherlands as a whole. The research focuses on groups of small-scale domestic consumers and households that produce sustainable electricity from renewable sources for their own use, mainly by means of wind turbines and solar panels. The central question is: what happens when 50% of the households in the Netherlands produce their own electricity, locally and sustainable? [Dutch] De Nederlandse overheid wil elektriciteitsopwekking voor eigen gebruik faciliteren en belemmeringen hiervoor wegnemen. Een goed inzicht in de effecten van decentrale electriciteitsproductie op het bestaande (energie)systeem ontbreekt. Er is onderzoek gedaan naar de maatschappelijke waarde van lokale duurzame energieproductie in Nederland: op lokaal niveau en voor Nederland als geheel. Het onderzoek richt zich op groepen kleinverbruikers/huishoudens die hernieuwbare, duurzame elektriciteit produceren voor eigen gebruik, voornamelijk met windmolens en zonnepanelen. De centrale vraag is: wat gebeurt er als 50% van de huishoudens in Nederland hun eigen elektriciteit decentraal duurzaam opwekt?.

  17. Working together. Best practices in sustainable utility building; Samen aan de slag. Best practices in duurzame utiliteitsbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Franzen, E.; Verstraete, E.; Mathlener, R.; Wenting, R. [PricewaterhouseCoopers PwC, s.l. (Netherlands); De Waal, L.; Kuijpers, S.; Veendrick, P.; Scheelbeek, J. [Rabobank International, Utrecht (Netherlands); Fraanje, P. [Bouwend Nederland, Zoetermeer (Netherlands)

    2011-10-15

    Rabobank and PwC have taken the initiative to work with players in the construction and real estate sector to find success factors of sustainable construction of utility buildings. With the cooperation of industry leaders is a selection is made of case studies, quotes and findings. They are illustrative and should inspire to seek a personal interpretation of sustainability. [Dutch] Rabobank en PwC hebben het initiatief genomen om samen met spelers in de bouw- en vastgoedsector te zoeken naar succesfactoren van duurzame utiliteitsbouw. Met medewerking van toonaangevende bedrijven is een selectie gemaakt uit praktijkvoorbeelden, quotes en bevindingen. Ze zijn illustratief en moeten inspireren om op zoek te gaan naar een eigen invulling van duurzaamheid.

  18. Towards a sustainable livestock sector. Developments between 2000 and 2010; Op weg naar een duurzame veehouderij. Ontwikkelingen tussen 2000 en 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Zeijts, H.; Van Eerdt, M.M.; Willems, W.J.; Rood, G.A.; Den Boer, A.C.; Nijdam, D.S.

    2010-06-15

    A more sustainable livestock sector has been the ambition of the Dutch Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality. The goals have been set high. More sustainable production methods are still needed, as is healthier livestock, animal suffering has to be kept to a minimum, and all of this in a healthy commercial climate. The Netherlands Environmental Assessment Agency has drawn up the balance of progress made over the past ten years. Unquestionably, the sector is moving towards sustainability. However, development is slow and so far the desired 'redesign' is not visible - a redesign that was recommended by the Wijffels Committee in 2001. Advances have been made in certain areas. Today, animal suffering is less than it was some ten years ago. New vaccination methods with different policies have resulted in less of a need for the application of large-scale animal euthanasia. The use of sustainable stables is gaining ground, albeit at a modest pace. The success of free-range egg farming demonstrates that consumers can coerce a market towards sustainability. Further, there has been a spectacular decrease in emissions of nitrogen and phosphates into the environment. However, in other areas little or no progress has been made. Long-distance transport of livestock takes place just as often as it did in 2000. Livestock farmers still use excessive amounts of antibiotics, and the consumer knows little about the environmental burden of products coming from the livestock industry. The Netherlands Environmental Assessment Agency is also looking towards the future. With clear goals and a tight schedule, the desired 'redesign' could still be developed. [Dutch] De doelstelling van dit rapport is om kwantitatief en kwalitatief inzicht te geven in de vorderingen die tussen 2000 en 2010 zijn gemaakt in het tot stand brengen van een duurzame veehouderij, geordend naar de zes speerpunten uit de Toekomstvisie op de veehouderij. De ontwikkelingen worden verklaard

  19. Where does sustainable growth end? Inaugural speech; Waar eindigt duurzame groei? Inaugurele rede

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gerlagh, R.

    2010-11-15

    After a brief explanation about several characteristics of capitalism, a number of environmental issues are discussed, paying particular attention to the climate issue. In this context an answer is given to the question what sustainability means and how sustainability can be implemented. A price tag needs to be attached to the use of nature and the environment. Several examples are given in support of the value of scarce nature and how difficult it is to distribute this value evenly. Finally, insight is given in the conditions for sustainable growth as well as the main obstacles. [Dutch] Na een korte uiteenzetting van enkele kenmerken van het kapitalisme wordt een aantal milieuproblemen voor het voetlicht gebracht met speciale aandacht voor het klimaatprobleem. In deze context wordt de vraag beantwoord wat duurzaamheid betekent en hoe duurzaamheid kan worden geimplementeerd. Aan het gebruik van natuur en milieu moet een prijskaartje komen te hangen. Er worden voorbeelden gegeven waaruit blijkt hoe waardevol schaarse natuur is, en hoe moeilijk het is deze waarde eerlijk te verdelen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in de voorwaarden voor duurzame groei, en de belangrijkste obstakels.

  20. Sustainable innovation in the building sector. An analysis of chances and constraints; Duurzame innovatie in de bouwsector. Een analyse van kansen en belemmeringen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Suurs, R. [TNO, Delft (Netherlands); Van Niekerk, E.; Van Barreveld, C. [3D BluePrint, Amsterdam (Netherlands); Urlings, M. [LSWA architecten, Oirschot (Netherlands)

    2011-04-15

    Building Brains has been set up by TNO as a cooperative and started September 21, 2009. The aim of the project was to answer the question how the energy consumption in the Netherlands can be reduced by 50% up to 2030 or how the built environment can be made energy-neutral. This issue of the magazine is dedicated to Building Brains project. The building construction sector is in need for sustainable innovation. This transition process calls for new organisational forms, new regulations, shifting markets, etc. To establish this, firms and governments should join forces to set up a network that stimulates and fosters sustainable innovation, an Innovation System. This is the only way to successfully support sustainable innovations in the construction sector. An Innovation System Analysis of the development of 'Building Information Systems' provides insights in the actual opportunities and threats offered by innovation in current building practice. [Dutch] Building Brains is een door TNO opgezet samenwerkingsproject dat op 21 september 2009 van start ging. Het doel van het project is antwoord te geven op de vraag hoe tot 2030 het energiegebruik in Nederland kan worden gehalveerd of hoe de gebouwde omgeving energieneutraal kan worden gemaakt. Deze aflevering van het tijdschrift TVVL is vrijwel geheel gewijd aan het Building Brains project. Onder druk van een veranderende wereld en forse economische terugval, neemt de roep om duurzame innovatie in de bouwsector toe. Dit vraagt om nieuwe organisatiestructuren, aangepaste regelgeving, opkomende markten, etc. Bedrijven en overheden zullen samen een netwerk moeten opbouwen dat duurzame innovatie faciliteert en versnelt. Alleen zo krijgen opkomende innovaties de kans om de bouwsector ingrijpend te veranderen. Een 'lnnovatie Systeem Analyse' (lSA) van de Nederlandse ontwikkelingen op het gebied van Bouw Informatie Modellen (BIM) geeft inzicht in de kansen en belemmeringen.

  1. Energy Agreement for Sustainable Growth; Energieakkoord voor duurzame groei

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-09-01

    The SER (Social and Economic Council of the Netherlands) Energy Agreement for Sustainable Growth outlines the ambition to provide a long-term perspective for the Dutch energy economy with short and medium term agreements. Therefore, a large number of concrete measures and elaborations are agreed upon. Quantitative assessments are made of the effects for 2020-2023. Because there are almost no concrete measures for a longer period and the uncertainties are increasing for the longer term, calculations were not carried out for years after 2023. The extent to which the agreed steps contribute to the necessary building blocks for the energy transition in the long term is assessed qualitatively. Agreed targets in the agreement are: (1) A reduction in final energy consumption by an average of 1.5% per year; (2) 100 PJ energy conservation in final energy consumption in 2020; (3) 14% renewable energy by 2020 and 16% in 2023; (4) at least 15,000 jobs with an emphasis on the next few years [Dutch] Het SER-Energieakkoord voor duurzame groei schetst als ambitie het bieden van een langetermijnperspectief voor onze energiehuishouding met afspraken voor de korte en middellange termijn. Het is daartoe een groot aantal concrete maatregelen en nadere uitwerkingen overeengekomen. ECN/PBL hebben met het EIB een kwantitatieve doorrekening gemaakt van de effecten voor 2020/23. Omdat er vrijwel geen concrete maatregelen zijn afgesproken die gericht zijn op een verder liggende periode en de onzekerheden op langere termijn steeds meer toenemen, is geen doorrekening voor latere jaren gemaakt. De mate waarin de afgesproken stappen bijdragen aan de nodige bouwstenen voor de energietransitie op langere termijn is kwalitatief beoordeeld. Afgesproken doelen in het akkoord zijn: (1) Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5% per jaar; (2) 100 PJ besparing in het finale energieverbruik in 2020; (3) 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% in 2023; (4) Tenminste 15.000 banen met

  2. (Koop)starters voor en tijdens de crisis op de Nederlandse woningmarkt

    NARCIS (Netherlands)

    Dol, C.P.; Boumeester, H.J.F.M.

    2016-01-01

    In de discussies rond 'starters op de woningmarkt' lijkt het er wel op alsof starters op de woningmarkt altijd het kind van de rekening zijn; zowel voor als tijdens de meest recente crisis (2008-2013). Lange wachtlijsten voor betaalbare (sociale) huurwoningen, (te) hoge prijzen in de particuliere

  3. The Index for Sustainable Economic Welfare for Flanders, Belgium, 1990-2009; De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) voor Vlaanderen, 1990-2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bleys, B. [Geassocieerde Faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde, Hogeschool Gent, Associatie Universiteit Gent, Gent (Belgium)

    2012-05-15

    In this report the Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) is compiled for Flanders for the period 1990-2009. The index is a measure of economic welfare in that it measures the contribution of a country's or region's economy to the overall level of well-being of its citizens. In this regard, the ISEW can be regarded as an indicator for the economic dimension of well-being [Dutch] In deze studie wordt de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW - Index of Sustainable Economic Welfare) berekend voor Vlaanderen voor de periode 1990-2009. Deze index is een maatstaf voor economische welvaart en meet de bijdrage van het economische systeem van een land of regio tot het algemene welzijn van haar bevolking. De ISEW kan dus gezien worden als een indicator voor de economische dimensie van welzijn.

  4. Sustainable development appreciated? The development of a monitor on sustainability consciousness and behaviour; Maatschappelijke waardering van duurzame ontwikkeling. Achtergrondrapport bij de Duurzaamheidsverkenning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Beckers, T.A.M.; Harkink, E.W.F.P.M.; Van Ingen, E.J. [Telos, Universiteit van Tilburg, Tilburg (Netherlands); Lampert MA; Van der Lelij, B.; Van Ossenbruggen, R. [Motivaction, Motivaction (Netherlands)

    2004-07-01

    voor duurzame producten of diensten. Daarnaast laat recent onderzoek zien dat de belangstelling voor duurzame producten of diensten verschilt tussen consumenten. Hoe is dit te verklaren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden deden Telos en Motivaction in opdracht van het MNP-RIVM onderzoek naar het duurzaamheidbewustzijn en -gedrag van de Nederlandse bevolking. Er werden drie duurzaamheidsegmenten gevonden, op grond van de waardenpatronen van mensen. Laag duurzamen: zijn sterk gericht op leven in het hier en nu, houden erg van gemak, stellen het eigen belang centraal, zijn hedonistisch en materialistisch ingesteld, zijn niet bezorgd over het milieu. Middelhoog duurzamen: zijn bezorgd over het milieu, willen milieubewust leven, zijn gehecht aan maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven, zijn betrokken bij de buurt, voelen zich verantwoordelijk voor de maatschappij. Hoog duurzamen: hebben dezelfde mentaliteit als middelhoog duurzamen en willen daarnaast ook bewust milieuvriendelijk consumeren, meer betalen voor milieuvriendelijke en natuurlijk gefabriceerde producten en zijn tevens betrokken bij de wereldgemeenschap. De duurzaamheidsegmenten zijn vergeleken met de door Motivaction ontwikkelde 'sociale milieus'. Traditionele burgers enerzijds en kosmopolieten/ postmaterialisten anderzijds bleken het meest duurzaam. Bij de eerste gaat het vooral om zorg en behoud van de eigen omgeving, bij de tweede vooral om mondiale betrokkenheid. Men kan met andere woorden vanuit een totaal verschillende waardenorientatie tot duurzaamheid komen. Opvallend was verder dat generaties sterk blijken te verschillen in de mate van duurzaamheid. Jongere generaties vinden duurzame ontwikkeling een stuk minder belangrijk dan ouderen. Dit kan waarschijnlijk deels worden toegeschreven aan de levensfase waarin men zich bevindt, maar er zijn ook aanwijzingen dat duurzaamheid minder goed aansluit bij het waardenpatroon van jongere generaties.

  5. Behavior practices in transition. The behavior practices method tested in two cases. Sustainable living and sustainable tourist's mobility; Gedragspraktijken in Transitie. De Gedragspraktijkenbenadering getoetst in twee gevallen. Duurzaam wonen en Duurzame toeristische mobiliteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Spaargaren, G.; Beckers, T.; Martens, S.; Bargeman, B.; Van Es, T.

    2002-07-01

    A cooperative of social-scientific researchers form the universities of Tilburg and Wageningen (both in the Netherlands) developed an analytical framework based on which environmental policy experts can develop favourable strategies and stimulate sustainable consumption. In chapter 1 an overview is given of existing models and results of previous studies. In chapter 2 the behavior practices method is explained, while in chapter 3 the research questions are formulated. In chapter 4 attention is paid to the results of the title case studies. [Dutch] In een samenwerkingsverband van Tilburgse en Wageningse sociaal-wetenschappelijke onderzoekers is sinds 1999 gewerkt aan de ontwikkeling van een analytisch, conceptueel kader, dat betrokkenen bij het milieubeleid in staat moet stellen kansrijke strategieen te ontwikkelen om duurzame consumptie te bevorderen. Na een kritische analyse van bestaande verklaringsmodellen werd gepleit voor een sociologisering van het wetenschappelijk en beleidsmatig benaderen van burger-consumenten, geinspireerd door het werk van Anthony Giddens en Ulrich Beck. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de voornaamste resultaten van de eerdere studies en wordt de opzet van dit onderzoek uiteengezet. In hoofdstuk 2 wordt de Gedragspraktijkenbenadering nader toegelicht. Hoofdstuk 3 bevat de algemene onderzoeksvragen. Hoofdstuk 4 is een samenvatting van de resultaten van de casestudies 'Duurzame toeristische mobiliteit' en 'Duurzaam wonen'. In hoofdstuk 5 komen de conclusies ten behoeve van het milieubeleid aan bod.

  6. Rekrutering door politieke partijen bij gemeenteraadsverkiezingen : problemen en perspectieven

    NARCIS (Netherlands)

    Voerman, Gerrit; Boogers, Marcel

    2006-01-01

    Politieke partijen vervullen van oudsher een belangrijke schakelfunctie tussen openbaar bestuur en samenleving. Ten eerste brengen zij belangen, wensen, ideeën en dergelijke binnen de samenleving bijeen in een samenhangend politiek program. In de tweede plaats rekruteren en selecteren zij kandidaten

  7. Malaysian Cinema, Asian Film : Border Crossings and National Culture

    NARCIS (Netherlands)

    Heide, van der William

    2002-01-01

    William van der Heide maakt in dit boek een vergelijking tussen de samenstelling en het karakter van de Maleisische samenleving en het karakter van de in Maleisië geproduceerde en gedistribueerde films. De auteur karakteriseert Maleisië als een pluralistische samenleving, die bestaat uit een

  8. Focusing on sustainable energy ambitions in the area development process. 2. ed.; Centraal stellen van duurzame energieambities in het gebiedsontwikkelingsproces

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-03-15

    Many local authorities have established firm energy ambitions. Making the built environment more sustainable, both by means of energy saving measures and by making the remaining energy use sustainable, are important focus points. The question rises how sustainable energy ambitions can be embedded in the area development process. Area developments related to new buildings or demolition/new building projects often involve lengthy and complex projects. Projects in which many parties and interests play a role, in which many instruments can be used and energy concepts can be applied. This report provides an overview of the area development process and the corresponding instruments and concepts. [Dutch] Veel gemeenten hebben stevige energieambities vastgesteld. Verduurzaming van de gebouwde omgeving, zowel door energiebesparingsmaatregelen als door het duurzaam invullen van het resterende energieverbruik, zijn daarbij belangrijke aangrijpingspunten. De vraag is hoe duurzame energieambities goed verankerd kunnen worden in het gebiedsontwikkelingsproces. Bij gebiedsontwikkeling van nieuwbouw of sloop/nieuwbouw projecten gaat het vaak om langdurige complexe projecten. Projecten waarbij vele partijen en belangen een rol spelen, diverse instrumenten kunnen worden gebruikt en energieconcepten kunnen worden toegepast. Dit rapport geeft een overzicht van het gebiedsontwikkelingsproces en de bijbehorende instrumenten en concepten.

  9. Goal-driven evaluations of sustainable products

    NARCIS (Netherlands)

    Perlaviciute, Goda

    2014-01-01

    Door de aanschaf van duurzame producten zoals “groene” levensmiddelen en duurzame energiebronnen kunnen milieuproblemen worden verminderd. Maar hoe beoordelen mensen deze producten? Deze vraag is belangrijk omdat mensen duurzame producten alleen zullen aanschaffen als ze voldoende aantrekkelijk

  10. Towards a sustainable agriculture in 2030. An essay on transition; Naar een duurzame landbouw in 2030. Een essay over transitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hees, E.M.; Van der Weijden, W.J.; Hin, C.J.A.

    2002-05-01

    Sustainable development of the agricultural sector in the Netherlands is high on the list of priorities in the environmental policy of the Netherlands. In this report special attention is paid to sustainability indicators which can be used in the transition of a Dutch National Environmental Balance towards a Dutch National Sustainability Balance. The report consists of three parts: (1) an essay in the form of an imaginary review from the year 2030 back to the transition process of the agricultural sector from the year 2000 onwards; (2) 14 texts on proposals for economical, socio-cultural and ecological indicators; and (3) four maps which present chances for offering 'green' services in Dutch agricultural areas. [Dutch] Een van de sectoren waar duurzame ontwikkeling hard nodig is, is de landbouw. Het 4e Nationaal Miliebeleidsplan (NMP4) noernt de landbouw naast de energiesector en biodiversiteit als een prioritaire sector. In dit rapport is een visie neergelegdeen met speciale aandacht voor duurzaamheidindicatoren. Die indicatoren zouden bouwstenen kunnen zijn voor de voorgenomen overgang van een Nationale Milieubalans naar een Nationale Duurzaamheidsbalans. Dit rapport bestaat uit drie uiteenlopende delen: een essay in de vorm van een denkbeeldige terugblik vanuit het jaar 2030 naar het transitieproces dat de landbouw vanaf 2000 heeft doorgemaakt; een 14-tal tekstuele bijIagen, met onder meer voorstellen voor te hanteren economische, sociaal-culturele en ecologische indicatoren; en een viertal kaart-bijlagen waarop staat aangegeven waar in het Nederlandse landbouwareaal kansen liggen voor groene diensten.

  11. Methodisch werken aan systeeminnovaties

    NARCIS (Netherlands)

    Vogelezang, J.V.M.; Wijnands, F.G.

    2009-01-01

    Bij de opgave van de Nederlandse landbouw om zich te ontwikkelen tot een duurzame sector, is het zoeken naar vernieuwingen die een trendbreuk teweegbrengen en het tempo van duurzame ontwikkeling versnellen. De Systeeminnovatieprogramma’s dragen hieraan in vele projecten bij door nieuwe,

  12. Duurzaamheidinspiratie voor nieuwe gemeenteraadsverkiezingen 2018 in governance monitor

    NARCIS (Netherlands)

    Zoeteman, Bastiaan

    2017-01-01

    Begin dit jaar hebben Telos en VNG International voor het eerst een Governance monitor duurzame gemeenten gepubliceerd. Deze monitor is opgesteld in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu waarbij de Nationale monitor duurzame gemeenten van Telos - die de basis is voor de

  13. Dilemma's of sustainable consumption. A study of public support for making consumption more sustainable; Dilemma's rond duurzame consumptie. Een onderzoek naar het draagvlak voor verduurzaming van consumptie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vringer, K.; Vollebergh, H.; Dietz, F. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands); Van Soest, D. [VU University, Amsterdam (Netherlands); Van der Heijden, E. [Tilburg University, Tilburg (Netherlands)

    2013-02-15

    Dutch consumers choose sustainable products only sparsely. But at the same time, Dutch consumers indicate that they find sustainability important and that the government should take measures. A frequently heard explanation is the social dilemma in which everyone is better off if all decide to consume more sustainable, whereas for every individual it is even better to not do this themselves. The question that rises is: do consumers truly want to become more sustainable? To answer this question, the social support for enhancing the sustainability of consumption and corresponding dilemmas have been examined by means of an economic behavioural experiment. The study confirms that a large group of consumers deem sustainability important, but do not always act on their beliefs. As people do not always match their behaviour with what they deem important, the currently limited market shares of more sustainable product variants are not reliable predictors of the social support for government policy. To encourage more sustainable consumption, it therefore seems useful if the Dutch government emphasizes the pleasure of individually contributing to sustainability, ensuring the consumer's awareness of other people also buying the more sustainable product variants. Consumers prefer soft persuasion through for example subsidies, even if this is more expensive for them than mandatory measures [Dutch] Consumenten kiezen maar mondjesmaat voor duurzame producten. Tegelijk geven zij aan verduurzaming belangrijk te vinden en ook dat de overheid maatregelen moet nemen. Een veel gehoorde verklaring is het sociaal dilemma waarin iedereen beter af is als allen duurzamer gaan consumeren, maar het voor elk individu nóg beter is om dat zelf niet te doen. De vraag is: Willen consumenten wel echt verduurzamen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het draagvlak voor de verduurzaming van consumptie en de bijbehorende dilemma's met behulp van een economisch gedragsexperiment nader

  14. Learning from the energetic rural area. Local and regional coalitions for sustainable development of rural areas; Leren van het energieke platteland. Lokale en regionale coalities voor duurzame plattelands ontwikkeling

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Farjon, H.; Arnouts, R.

    2013-07-15

    Citizens and businesses start on a regular basis, and in cooperation with the Dutch government, initiatives to improve the living environment in rural areas. In this study, 32 examples are discussed to detect issues that can be improved. The examples concern more or less successful partnerships for sustainable rural development, in which the market, citizens and civil society play a prominent role. Four issues for improvement are identified: (1) Other accents are required in laws and regulations for the living environment; (2) The Dutch government must give smart directions by means of levies and incentives; (3) A vision of the governments is essential; and (4) Towards a proactive, facilitating government [Dutch] Burgers en bedrijven nemen regelmatig samen met overheden initiatieven om de leefomgeving op het platteland te verbeteren. In deze studie zijn 32 praktijkvoorbeelden onder de loep genomen om die verbeterpunten op te sporen. Het gaat om meer of minder succesvolle samenwerkingsverbanden voor duurzame plattelandsontwikkeling, waarin marktpartijen, burgers en het maatschappelijk middenveld een vooraanstaande rol spelen. Hierbij worden vier verbeterpunten gesignaleerd: (1) Andere accenten gewenst in wet- en regelgeving voor de leefomgeving; (2) Slimmer sturen met heffingen en vergoedingen door de overheid; (3) Visie van overheden is onontbeerlijk; en (4) Naar een proactieve, faciliterende overheid.

  15. Alternatives for thermal legionella control; Alternatieven thermische legionellabestrijding

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Lieshout, M.

    2008-03-15

    One supplier considers his system a breakthrough in legionella control. Another claims decisively that his system provides the only affordable and effective solution. It is clear that manufacturers have their own way of finding alternatives in those cases where thermal control for complex existing installations prove not to be effective. (mk) [Dutch] De ene leverancier noemt zijn systeem een doorbraak in de legionellabestrijding. Een ander beweert met grote stelligheid dat zijn systeem de enige betaalbare en effectieve oplossing is. Duidelijk is dat fabrikanten op hun eigen manier een oplossing zoeken naar alternatieven, daar waar het thermisch beheer voor complexe bestaande installaties niet effectief blijk te zijn.

  16. Bedrijven en kennisinstellingen actief met Biomimicry

    OpenAIRE

    Overbeek, G.; Vogelzang, T.A.

    2014-01-01

    Biomimicry is innovatie geïnspireerd door de natuur en gaat over wat je kunt leren van de natuur i.p.v. wat je eruit kunt gebruiken. De lessen kunnen leiden tot duurzame ontwerpprincipes voor tal van productieprocessen. Daarmee biedt biomimicry een oplossingsgerichte manier van denken voor de groene of de circulaire economie, omdat de natuur bij haar duurzame ontwerpprincipes minder energie en materialen gebruikt en daarmee CO2 uitstoot en grondstoffen bespaart. De vraag is nu hoe biomimicry ...

  17. Compost duurzaam ingezet. De Compost Scorekaarten: een instrument voor het afwegen van de waarde van compost

    OpenAIRE

    Schrik, Yannick; Koopmans, Chris

    2015-01-01

    Het duurzame gebruik van een reststof zoals compost hangt sterk samen met de waarde die de compost heeft bij toepassing. Deze publicatie geeft via heldere Compost Score Kaarten inzicht in het vinden van de juiste compostsoort voor het gewenste doel. Of het nu gaat om organischestofvoorziening, verbetering van de bodemstructuur of de nutriëntenvoorziening van gewassen: een bewuste keuze voor de compostsoort en –kwaliteit draagt bij aan een duurzame inzet en duurzaam hergebruik van reststoffen.

  18. Het vaststellen van de mate van religieuze tolerantie bij leraren in ...

    African Journals Online (AJOL)

    30 juni 2016 ... school een afspiegeling van wat er in de samenleving gebeurt. ... the most important preconditions for social justice, fairness and peaceful coexistence. ...... Cush, D. & Francis, D., 2006, '“Positive pluralism” to awareness, ...

  19. From useful to beloved - the relationship of man's animal

    NARCIS (Netherlands)

    Stassen, E.N.

    2006-01-01

    Samenvatting van de oratie 'Van bruikbaar tot dierbaar : over de relatie mens dier' van prof. dr. Elsbeth Stassen, hoogleraar Dier en Samenleving aan Wageningen Universiteit, over de complexe en dynamische wereld van de mens-dier-relatie

  20. Welzijnsbeleid in de lokale samenleving

    NARCIS (Netherlands)

    W. Wiertsema; L.A.J. Cordia; A.A.M. van Egeraat; J.E. Heikoop; M.H. Kwekkeboom; A.W. van der Pennen; V. Veldheer

    1993-01-01

    Een omschrijving wordt gegeven van het begrip 'welzijn'. Aandacht wordt geschonken aan de taak die de overheid in de huidige tijd vervult ten aanzien van het welzijn. Nadat de opzet van het onderzoek wordt aangegeven, wordt een beschrijving gegeven van het monitoring-systeem waarmee de

  1. Kennisagenda biomimicry 2015-2018

    NARCIS (Netherlands)

    Vogelzang, T.A.; Vader, J.; Michels, R.

    2016-01-01

    Biomimicry , de ontwerpfilosofie die de natuur als inspiratiebron ziet voor innovaties, kan grote ecologische en economische voordelen opleveren voor onze samenleving wanneer het bre ed wordt ingezet ten behoeve van maatschappelijke en wetenschappelijke vraagstukken. Het biedt ook veel

  2. E-business your business : van website tot strategie

    NARCIS (Netherlands)

    drs Boudewijn Raessens

    2007-01-01

    Informatie- en communicatietechnologie (ICT) is doorgedrongen tot alle niveaus van de economie en samenleving. Bestaande grenzen tussen markten, bedrijven en consumenten worden opengebroken en nieuwe producten en diensten zijn steeds sneller, slimmer en goedkoper beschikbaar voor grote groepen

  3. De vrijheid van meningsuiting en hate speech: een rechtsvergelijking met de VS

    NARCIS (Netherlands)

    van Vugt, Eva

    2016-01-01

    De vrijheid van meningsuiting is een groot goed in een democratische samenleving maar kan onder bepaalde voorwaarden ingeperkt worden. Haatuitingen genieten bijvoorbeeld in veel westerse democratieën geen (volledige) bescherming. De VS vormt een uitzondering in dit opzicht

  4. Effect of a Green Investment Society on the Dutch Renewable Energy Scheme (SDE); Effect Groene Investeringsmaatschappij op SDE

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lensink, S.M.; Van Stralen, J. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2012-11-27

    On request of the Holland Financial Centre, ECN has projected the potential benefits of a Green Investment Company for the expenditure of the SDE+ Scheme (Renewable Energy Incentivisation Scheme). To this end, a calculation was made of the effects of an interest rebate for sustainable energy projects [Dutch] Op verzoek van Holland Financial Centre heeft ECN geraamd wat de voordelen kunnen zijn van een Groene Investeringsmaatschappij op de uitgaven voor de SDE+ (Stimuleringsregeling Duurzame Energie). Hiertoe diende een berekening gemaakt te worden van de effecten van een rentekorting voor duurzame energieprojecten.

  5. Criminaliteit en criminologie in een gedigitaliseerde wereld

    NARCIS (Netherlands)

    J.G. van Erp (Judith); D.W. Stol; J. van Wilsem (Johan)

    2013-01-01

    markdownabstract__Abstract__ Wat betekent de komst van het internet voor criminaliteit en de bestrijding ervan? Dit themanummer staat stil bij deze belangrijke ontwikkeling in onze samenleving. In deze redactionele inleiding staan we allereerst stil bij de aan het internet gelieerde

  6. Good Governance : negotiated settlemens for FCPA violations as a model

    NARCIS (Netherlands)

    Abiola Makinwa

    2013-01-01

    De versnippering van de internationale samenleving vermindert de kans op een overkoepelend model van global governance. Meer waarschijnlijk is het ontstaan van bepaalde processen van bestuur die zich ontwikkelen als reactie op specifieke mondiale vraagstukken. Dit artikel beschrijft het proces van

  7. Noordervisie 2040 : een co-creative verkenning van de toekomst van Noord-Nederland

    NARCIS (Netherlands)

    Alex van Oost (Provincie Drenthe) (hoofdredactie), [No Value; Haro van Dijk (Provincie Groningen) (redactie), [No Value; Anoesjka Duinstra (Provincie Fryslân) (redactie), [No Value; [et al.], [No Value

    2013-01-01

    NOORDERVISIE 2040 Een nieuwe ruimtelijk-economische visie voor de drie noordelijke provincies. Dat is Noordervisie 2040. De voorloper, KoersNoord, had een looptijd van 2007 tot 2013. Sinds het verschijnen van die visie, is er veel veranderd in de samenleving.

  8. Acute and chronic pancreatitis: epidemiology and clinical aspects

    NARCIS (Netherlands)

    Spanier, B.W.M.

    2011-01-01

    In Nederland zijn de afgelopen jaren de incidentiecijfers en de ziekenhuisopnamen voor acute en chronische alvleesklierontsteking (pancreatitis) gestegen. De verwachting is dat deze blijven toenemen bij een vergrijzende samenleving. Uit de EARL-studie van Marcel Spanier komt naar voren dat bij acute

  9. Groepsgewijze ambulante alcoholdetoxificatie: eerste resultaten

    NARCIS (Netherlands)

    Dijkstra, B.A.G.; Kisjes, H.; Jong, C.A.J. de

    2011-01-01

    Alcoholgebruik is wijd verspreid in de Nederlandse samenleving. Slechts 0,3% van de mensen met alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid klopt aan bij de verslavingszorg. In de praktijk blijkt er een groot verschil te bestaan tussen intramurale en individuele ambulante detoxificatie. Om dit hiaat op

  10. Naar nieuwe verdienmodellen : vanwege het provisieverbod: voor intermediairs in de financiële dienstverlening - Research verslag

    NARCIS (Netherlands)

    André Kloosterman

    2013-01-01

    Het intermediair in de financiële dienstverlening speelt een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving. De verkoop van financiële producten zoals verzekeringen, hypotheken, pensioenen, financiële planningen, etc. vindt grofweg op twee verschillende manieren plaats: hetzij rechtstreeks via de

  11. Technostress reikt verder dan alleen technologie

    NARCIS (Netherlands)

    Kamsteeg-van Egmond, M.; Dam, L. van; Eerenbeemt, J. van den; Hermans, L.; Zwaan, L. van der

    2017-01-01

    Vaak associeert men technostress met ‘frustratie met niet-werkende techniek’, ‘gedwongen werken met onbegrijpelijke software’ of ‘digitalisering’. Maar technostress is een veel breder en complexer fenomeen in onze samenleving en op onze werkvloeren geworden. En veel mensen realiseren zich niet dat

  12. Recht en Computer

    NARCIS (Netherlands)

    van der Hof, Simone; Lodder, A.R.; Zwenne, G.J.

    2014-01-01

    Dertig geleden waren er nog nauwelijks computers, twintig jaar geleden werd internet amper gebruikt en 10 jaar geleden bestond er nog geen smart phone en waren vrienden niet in hoofdzaak virtueel. De samenleving is ingrijpend veranderd en van het recht in de informatiemaatschappij kan hetzelfde

  13. 'Het gaat niet over zwart en wit'

    NARCIS (Netherlands)

    Drs. Kennedy Aquilino Tielman; prof dr Douwe Beijaard; Dr. Perry den Brok; Dr. S. Bolhuis

    2009-01-01

    'Het gaat niet over zwart en wit' De meeste mbo-scholen hebben samenwerking tussen de leerlingen hoog in het vaandel. Kunnen samenwerken is belangrijk voor de latere beroepsuitoefening en het functioneren van de leerlingen in de samenleving. De grote culturele diversiteit binnen de leerlingpopulatie

  14. Het eind van maatschappelijk verantwoord ondernemen

    NARCIS (Netherlands)

    Kolk, A.

    2003-01-01

    Hoe gaan ondernemingen, managers en accountants om met eisen en verwachtingen van de samenleving? Deze vraag - na affaires zoals Enron en de bouwfraude actueler dan ooit - heeft tot grote aandacht voor 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' (MVO) geleid. Juist nu echter betoogt Kolk dat het einde

  15. E-Business your business; over de effectiviteit van E-Commerce

    NARCIS (Netherlands)

    drs Boudewijn Raessens

    2003-01-01

    2e ed. Internet heeft in korte tijd een enorme invloed gekregen op onze samenleving. E-mail is in vijf jaar uitgegroeid tot een intensief gebruikt communicatiemiddel. De algemene trend op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) is dat technologie kleiner, sneller, slimmer,

  16. Professionaliteitsopvatting en inclusief onderwijs

    NARCIS (Netherlands)

    Wilbert Vonck; Jos Bergkamp

    2005-01-01

    Het denken over inclusief onderwijs gaat over de vormgeving van onderwijs op een zodanige manier dat alle leerlingen daarbinnen een plaats kunnen vinden. Voordat die stap echter kan worden genomen, moet er gekeken worden naar welk 'mandaat' leerkrachten daarbij van de samenleving nodig hebben. Dit

  17. Jeugd met beperkingen

    NARCIS (Netherlands)

    Sjoerd Kooiker

    2006-01-01

    Voor kinderen en jongeren met een lichamelijke of verstandelijke beperking is 'gewoon meedoen' in de samenleving geen vanzelfsprekendheid.  Zij ervaren vaak meer obstakels bij het naar school gaan, het vinden van een baan en in hun vrijetijdsbesteding dan andere kinderen en jongeren. Ook

  18. Mexico and the global problematic: power relations, knowledge and communication in neoliberal Mexico

    NARCIS (Netherlands)

    Gómez-Llata Cázares, E.G.

    2012-01-01

    Enrique Gómez-Llata onderzocht welke sociale structuren tussen 1980 en 2010 hebben bijgedragen aan de toename van armoede en agressie in de Mexicaanse samenleving. Hij richtte zich met name op de communicatiepraktijken die tijdens deze periode in Mexico gebruikelijk waren. Gómez-Llata concludeert

  19. Societal discontent : Deciphering the Zeitgeist

    NARCIS (Netherlands)

    van der Bles, Anne Marthe

    2017-01-01

    Onrust en onbehagen zijn karakteristieke kenmerken voor deze tijd. In veel landen, waaronder Nederland, is de stemming in de samenleving dat de maatschappij diepe problemen heeft, verrot is. De campagne van president Donald Trump droeg bijvoorbeeld het idee uit dat de Amerikaanse maatschappij in

  20. Platform; trendbreuk mogelijk?

    NARCIS (Netherlands)

    Mabelis, A.A.

    1999-01-01

    Volgens het Nationale Milieubeleidsplan is een trendbreuk in onze samenleving noodzakelijk om de gewenste milieu-doelen te halen. Hoe moet dit bereikt worden? Alleen voorlichting is niet voldoende voor gedragsverandering, en het overheidsbeleid m.b.t. natuur- en milieueducatie zet nog geen zoden aan

  1. Lack of political leadership hinders energy transition. The necessity of cooperation between market parties. Special on Energy Transition; Gemis aan politiek leiderschap belemmert energietransitie. Samenwerking tussen marktpartijen noodzakelijk. Themanummer Energietransitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Mil, R. (ed.)

    2008-10-15

    Energy use in the Netherlands must be reduced significantly and the use of sustainable energy increased quickly in order to realize the ambitious targets of 20% sustainable energy in 2020, among other things. Five experts who are involved in the energy transition trajectory consider the targets feasible, but they miss government leadership. [mk]. [Dutch] Het energiegebruik in Nederland moet sterk omlaag en het gebruik van duurzame energie snel omhoog om de ambitieuze doelstellingen van onder meer 20 procent duurzame energie in 2020 te realiseren. Vijf experts die betrokken zijn bij het energietransitietraject vinden de doelstellingen haalbaar, maar missen leiderschap van de overheid.

  2. Reflection on the role of the Dutch government in sustainable supply chains. New phase in the transition of sustainable products; Reflectie op rol overheid bij verduurzaming productketens. Nieuwe fase in transitie naar duurzame producten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vermeulen, W. [Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Innovatie, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Kok, M.; Van Oorschot, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2011-03-15

    This article is based on an exploratory study which analyses some of the earliest multi-actor sustainable supply chain governance systems in order to answer the key research questions: Which strategies and instruments do governments - national and supranational - apply in advancing sustainable production and consumption in global supply chains; and What is known about the effectiveness of these strategies and instruments? The study focuses on two supply chains with the longest history of addressing imports from developing countries (tropical timber and coffee). These two supply chains are compared with two supply chains that are gaining increasing attention: - cocoa and tea. The study shows that the two most 'mature' global sustainable supply chains are market led in issuing voluntary certification and that buying certified products is starting to become mainstream and increasingly effective. The sustainable supply chains for tea and cocoa are more recent developments but may develop faster because of the lessons learnt in sustainable supply chains developed earlier. [Dutch] Het marktaandeei van meerdere duurzame producten is inmiddels het nichestadium ontstegen. Die verduurzaming wordt door de overheid primair gezien als een verantwoordelijkheid van de maatschappelijke partners (bedrijfsleven, burgers en belangenorganisaties). Hierbij speelt de overheid slechts een begeleidende rol vanuit de zijlijn. Naarmate de marktaandelen verder toenemen is vanwege tekortkomingen in de markt reflectie op die rol nodig. Als illustratie wordt in dit artikel ingegaan op ontwikkelingen in twee productketens: koffie en hout.

  3. Teaching Robotics in Primary School

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. Lou Slangen

    2016-01-01

    Robotica onderwijzen in de basisschool De hedendaagse samenleving heeft burgers nodig die beschikken over de kennis en vaardigheden die nodig zijn om verantwoordelijk en op een zinvolle wijze deel te nemen aan de op technologie gebaseerde wereld om hen heen. Het is daarom algemeen aanvaard dat

  4. Te hard van stapel gelopen.

    NARCIS (Netherlands)

    W-J. Verhoeven (Willem-Jan)

    2008-01-01

    textabstractHoe goed we ook trachten de samenleving te organiseren, fraude maakt er deel van uit. Dit blijkt uit spraakmakende grote schandalen zoals de Enron-zaak, de Bouwfraude-zaak en de Nigerian letter scams. Maar fraude komt ook op minder geruchtmakende schaal voor, zoals oplichting op

  5. Inclusief Onderwijs - Dilemma's en Uitdagingen

    NARCIS (Netherlands)

    Dr. Hans Schuman

    2010-01-01

    Het boek beschrijft de worsteling van het Nederlandse onderwijs met het omgaan met en het vormgeven van diversiteit. Het laat zien hoe het huidige gesegregeerde systeem is ontstaan en wat de gevolgen zijn voor kinderen, jongeren en hun ouders. Een samenleving die begint met uitsluiten, blijft

  6. Dutch industry, smart(est) industry

    NARCIS (Netherlands)

    Sol, E.J.; Steinbuch, M.; Keulen, F. van; Houten, F.J.A.M.; Horst, T.J.J. van der

    2015-01-01

    Digitalisering verandert onze samenleving. De combinatie van opkomende technologieën, zoals het Internet, micro-sensoren, 3D-printing en big data maakt volledig nieuwe producten en diensten mogelijk. In de industrie wordt niet voor niets gesproken over een vierde industriële revolutie. Het is voor

  7. De techniek van de Nederlandse samenleving

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    G. Vanpaemel

    2005-01-01

    Full Text Available Technology in Dutch societyTIN-20 takes the traditional history of technology one step further and transforms it into a contextual history of technical artefacts. In this way, technology (and the technical genius behind it is reduced to little more than a plaything between social actors. The author argues that more attention should be given to the particular features of technological (and scientific genius and to an archaeology of this genius in the material, and particularly spiritual, evolution of Dutch society.

  8. Sociale media: nieuwe wegen naar sociale innovatie

    NARCIS (Netherlands)

    Salverda, I.E.; Jagt, van der P.D.; Willemse, R.; Onwezen, M.C.; Top, J.L.

    2013-01-01

    Hoewel de rol en impact van internet en de sociale media in de samenleving algemeen worden aangenomen, is het nog niet duidelijk of en hoe het communiceren en delen van informatie via internet en de sociale media bijdragen aan het ontstaan van sociale innovatie. Hoofdvragen van deze verkenning zijn

  9. Dam tot damloop : economische en maatschappelijke waarde

    NARCIS (Netherlands)

    de Nooij, Michiel; Horsselenberg, Peter

    2014-01-01

    Ruim 36.757 lopers (op de hoofdafstand!) en 115.000 bezoekers langs het parcours van het centrum van Amsterdam naar het centrum van Zaanstad, maakt de Dam tot damloop een groot evenement (het grootste hardloop evenement van Nederland) met een flinke impact op de (lokale) samenleving en economie. Dit

  10. Een feitenvrije geneeskunde?

    NARCIS (Netherlands)

    Bossuyt, P. M. M.

    2017-01-01

    A recently released report by the Dutch Council for Public Health and Society ('Raad voor Volksgezondheid en Samenleving') is subtitled "About the illusion of evidence-based practice in healthcare". The author argues that this report is a sign of the times, a period of "post-truth medicine" and

  11. Wat maakt een slimme meter echt slim?

    NARCIS (Netherlands)

    Smit, Gerardus Johannes Maria; Kokkeler, Andre B.J.; Bakker, Vincent; Bosman, M.G.C.; Molderink, Albert; Croes, Roel

    In de Tweede Kamer laaide in 2008 een discussie op naar aanleiding van geluiden uit de samenleving over het wel of niet verplicht installeren van slimme meters in huizen. Voor- en tegenstanders van een verplichte invoer gebruiken ondertussen alle media om de algemene opinie te beïnvloeden.

  12. The good and bad of stress : implications for memory and adaptive processes

    NARCIS (Netherlands)

    Wichmann, Romy

    2012-01-01

    Stress spedt een steeds grotere rol in onze moderne samenleving. Iedereen is er ooit mee geconfronteerd en moet ermee omgaan. Echter hoeft stress niet noodzakelijk slecht te zi.in. Op de korte termiin kan stress, of de lichamelijke reactie op stress, ons helpen om in tijden van druk beter te

  13. Potential for energy saving and renewable energy in Utrecht, Netherlands. Preliminary validation for the Utrecht municipality; Potentieel energiebesparing en duurzame energie Utrecht. Onderbouwingsnotitie voor de gemeente Utrecht

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Benner, J.H.B.; Warringa, G.E.A.

    2012-10-15

    Utrecht has stated its intention to achieve CO2 neutrality of the local energy supply by 2030. Having conducted its own exploratory study into the steps that would need to be taken to achieve this aim, City Hall asked CE Delft to pass judgment on the target and how it is hoped to be achieved. While characterized by both CE Delft and interviewed scientists as very substantial, Utrecht's ambitions are also regarded as a worthy aim to pursue. City Hall's estimates of the reduction potential of the envisaged measures 28% of total projected emission cuts in 2030 via energy efficiency measures and 35% via renewable energy - are deemed realistic by CE Delft. Although the potential reduction via all options was estimated on the basis of the maximum feasible potential, there still remains a substantial policy gap. The analysis makes clear that robust policy choices are required in order to come close to achieving the stated ambitions [Dutch] De gemeente Utrecht heeft zich tot doel gesteld om in 2030 de lokale energievoorziening CO2-neutraal te hebben. Binnen de gemeente is een ambtelijke verkenning uitgevoerd naar de maatregelen om invulling te geven aan deze ambitie. Utrecht heeft CE Delft gevraagd een oordeel te geven over de ambitie en de invulling daarvan. De ambitie van Utrecht wordt zowel door CE Delft als geïnterviewde wetenschappers getypeerd als fors, maar tegelijk als een goed punt aan de horizon om naar toe te werken. De inschattingen van Utrecht rond het reductiepotentieel van de maatregelen worden door CE Delft beoordeeld als realistisch. Dit houdt in dat 28% van de totaal verwachte uitstoot in 2030 wordt gereduceerd door besparingsmaatregelen en 35% met de inzet van duurzame energie. Hoewel bij de inschatting van de mogelijke reductie voor alle opties is gerekend met het maximaal haalbare potentieel resteert er een aanzienlijk beleidsgat. De analyse maakt duidelijk dat echte beleidskeuzen nodig zijn om realisatie van de ambitie te benaderen.

  14. Voedsel en recht in de jagersverzamelaarssamenleving van de Inuit

    NARCIS (Netherlands)

    Bastmeijer, Kees; Rasing, Willem

    2014-01-01

    Als één van de laatste artikelen van de Rode draad ‘Voedsel en recht’ maken wij een uitstap naar een samenleving waarin jacht en voedsel nog in sterke mate het dagelijks leven bepaalden: de traditionele Inuit (Eskimo’s). Welke regels over voedsel kenden zij? En kunnen deze normen ons iets vertellen

  15. Over burgerparticipatie, welzijnsbeleid en de WMO. Historiografie van de werksoort maatschappelijk activeringswerk

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Judith Metz

    2009-06-01

    Full Text Available Starting at January, 2007 the Netherlands have new legislation that has high expectations of social support by the civil society. Central question in this article is where the appeal on the Dutch civil society comes from and how it is related to national social policy. This question is answered by a historiography of the relatively unknown, specific kind of Dutch welfare work, called “maatschappelijk activeringswerk”. The function of this specific kind of welfare work is to build and activate networks concentrated around a shared religion or worldview to contribute to the welfare of Dutch society. Thereby the historiography of this specific kind of welfare work can function as a model of how the commitment and contribution of the Dutch citizens and their associations to the welfare of society has developed. This article provides also insight in the change of the allocation of responsibility for the welfare of society between citizens, government and social institutions. De Wmo doet voor de zorg voor het welzijn van de samenleving een beroep op de civil society. Dit artikel tracht antwoord te geven op de vraag waar dat beroep op de civil society in de Wmo eigenlijk vandaan komt en hoe dat beroep zich verhoudt tot het welzijnsbeleid en tot de verdeling van de verantwoordelijkheid voor dat welzijn van de samenleving. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een historiografie van de werksoort maatschappelijk activeringswerk. Deze historigrafie laat zien hoe de betrokkenheid van burgers en hun verbanden bij het welzijn van de Nederlandse samenleving zich heeft ontwikkeld. Het artikel geeft eveneens inzicht in de veranderingen in de verdeling van verantwoordelijkheden voor het maatschappelijk welzijn tussen burgers, overheid en sociale verbanden.

  16. Ebola: werknemers in de frontlijn

    NARCIS (Netherlands)

    Maas, Jaap

    2015-01-01

    Ebola is de zoveelste zoönose die de Nederlandse samenleving treft binnen een paar jaar tijd. Denk maar aan de Mexicaanse griep, het Schmallenbergvirus, H5N8 aviaire influenza, MERS-CoV16, Q-koorts en de ziekte van Lyme. De schaal waarop Nederlandse UMC’s en andere ketenpartners zich voorbereiden op

  17. Integrated production - Product zonder markt?

    NARCIS (Netherlands)

    Zadoks, J.C.

    2001-01-01

    Het vermarkten van zowel ecologisch als economisch duurzame landbouwproducten (vollegrondsgroenten die geïntegreerd of biologisch zijn geproduceerd) was de rode draad op een internationale workshop in Amsterdam

  18. Duurzame landbouw in beeld

    OpenAIRE

    Brouwer, F.M.; Bont, de, C.J.A.M.; Leneman, H.; Meulen, van der, H.A.B.

    2005-01-01

    Sustainable agriculture in the picture provides a systematic overview of the available data that are relevant for debate on transitions towards sustainable agriculture. Review for the agocomplex, greenhouse horticulture, dairy farming and pig farming. Indicators on economy, environment, nature, animal welfare, human and animal health. Results achieved in practice for the three dimensions of sustainable agriculture, namely economics ('profit'), ecology ('planet') and socio-cultural ('people').

  19. Duurzame landbouw in beeld

    NARCIS (Netherlands)

    Brouwer, F.M.; Bont, de C.J.A.M.; Leneman, H.; Meulen, van der H.A.B.

    2005-01-01

    Sustainable agriculture in the picture provides a systematic overview of the available data that are relevant for debate on transitions towards sustainable agriculture. Review for the agocomplex, greenhouse horticulture, dairy farming and pig farming. Indicators on economy, environment, nature,

  20. Crisis! Re/Constructing Europe

    NARCIS (Netherlands)

    Coumans, Anke

    2014-01-01

    Elk jaar wordt een afgelegen locatie, zoals een eiland, getransformeerd tot een internationale ontmoetingsplaats waar workshops over kunst, media, gaming, wetenschap, technologie en duurzame innovatie worden gegeven. De uitwisselingsweek is transdisciplinair en stimuleert dialoog en actieve

  1. Towards Self-Healing Organic Electronics

    NARCIS (Netherlands)

    Oostra, Antoon

    2016-01-01

    Om broeikasgassen te verminderen moet de energieconsumptie van onder andere verlichting verminderd worden en moet de duurzame energieopbrengst verhoogd worden. Organische lichtgevende diodes (OLEDs) en organische zonnecellen (OSCs) zijn twee technologische toevoegingen aan de huidige op kristallijne

  2. Micro-alg doet oliepalm na

    NARCIS (Netherlands)

    Jaeger, de L.

    2015-01-01

    Veel plantaardige olie in ons dieet komt van palmolieplantages uit Zuidoost-Azië waarvoor regenwoud is gekapt. Promovendus Lenny de Jaeger zocht naar een alg die deze olie op duurzame wijze kan maken. Hij ontwikkelde een veelbelovende kandidaat.

  3. Varkenshouder spil in ontwerp duurzaam systeem

    NARCIS (Netherlands)

    Waninge, A.

    2009-01-01

    In het verleden zetten varkenshouders nogal eens vraagtekens bij het realiteitsgehalte van schetsen van futuristische varkenshouderijsystemen. Binnen het project ‘Varkansen’ krijgen varkenshouders de kans zelf mee te praten over de ontwikkeling van een duurzame varkenshouderij. Zowel onderzoekers

  4. Smart operation; Slim bezig

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Stokman, H. [Direct Current, Aalsmeer (Netherlands)

    2012-04-15

    In the project Decent a direct current (DC) grid has been developed as a medium and low voltage DC distribution network. Already all electronic devices work on DC, and renewable resources produce DC. The DC grid connects the DC users and resources directly. The project is the first testing area in Europe where, in addition to the users and resources, the intelligent infrastructure itself will be working on DC. It will also demonstrate that DC is more efficient and uses less raw material than alternating current (AC) [Dutch] De energiewereld staat aan de vooravond van revolutionaire veranderingen. Duurzame opwekking van elektriciteit wordt steeds belangrijker, omdat fossiele brandstoffen in rap tempo opraken. Om grootschalige duurzame opwekking in de nabije toekomst mogelijk te kunnen maken, zat het huidige 'verouderde' elektriciteitsnet en de infrastructuur aangepast moeten worden. Innoveren met gelijkspanning biedt de oplossing.

  5. Opportunities for farmers: 'Safe' vegetables for Hanoi

    NARCIS (Netherlands)

    Wijk, van M.S.; Huu Cuong, T.; Nguyen Anh Tru,; Pham Van Hoi,

    2005-01-01

    Vietnamese boeren gebruiken voor de intensieve groententeelt veel verschillende pesticiden, waaronder zeer gevaarlijke. Nieuwe, winstgevende markten zijn een stimulans om over te gaan op meer duurzame productie. Het huidige marketing systeem maakt het moeilijk een 100 procent waterdichte "veilige"

  6. Towards human and social sustainability indicators

    NARCIS (Netherlands)

    Hilderink HBM; LOK

    2004-01-01

    Sinds de Brundtland commissie het rapport ten aanzien van duurzame ontwikkeling heeft gepresenteerd, heeft een groot aantal instellingen getracht deze te operationaliseren en/of the verfijnen met andere, gerelateerde concepten. In deze nieuwe concepten komen aspecten als armoede en

  7. Isoproturon in de graanteelt : alternatieven voor isoproturon voor schoner water

    NARCIS (Netherlands)

    Slabbekoorn, J.J.; Zeeland, van M.G.; Weide, van der R.Y.

    2006-01-01

    Binnen het praktijknetwerk Telen met toekomst testen en beoordelen agrarisch ondernemers nieuwe duurzame teeltmaatregelen in de praktijk. Eén daarvan is het zoeken van alternatieven voor isoproturon. Hiermee proberen zij een stap dichter bij de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de kaderrichtlijn

  8. Fit4SE: Quantified Self @Work

    NARCIS (Netherlands)

    Gritter, Anita; Lentferink, Aniek

    2016-01-01

    De poster is gepresenteerd tijdens het congres Healthy Work, Good for Business, Health Hub Roden op 29 april 2016. De poster presenteert het promotietraject waarbinnen wearable technology en persuasive eCoaching worden gecombineerd om duurzame inzetbaarheid onder werknemers te bevorderen. Wearable

  9. Towards human and social sustainability indicators

    NARCIS (Netherlands)

    Hilderink HBM; LOK

    2004-01-01

    Sinds de Brundtland commissie het rapport ten aanzien van duurzame ontwikkeling heeft gepresenteerd, heeft een groot aantal instellingen getracht deze te operationaliseren en/of the verfijnen met andere, gerelateerde concepten. In deze nieuwe concepten komen aspecten als armoede en ontwikkeling,

  10. Toekomst intensieve veehouderij in Zuid-Holland

    NARCIS (Netherlands)

    Vermeij, I.; Migchels, G.; Vogelzang, T.A.

    2013-01-01

    De intensieve veehouderij in Zuid-Holland is de afgelopen tien jaar gehalveerd. De Provinciale Staten willen de intensieve veehouderij in Zuid- Holland te convergeren naar een diervriendelijke, duurzame en meer extensieve bedrijfsvoering. De provincie kan zich hiervoor richten op veehouderijsystemen

  11. CFD voor een gezonde en comfortabele stedelijke omgeving

    NARCIS (Netherlands)

    Blocken, B.J.E.

    2010-01-01

    Stedebouwfysica omvat de studie van fysische processen om te zorgen voor een gezonde, comfortabele en duurzame stedelijke omgeving. Dit artikel bespreekt kort de belangrijke rol die CFD-simulaties hierin kunnen spelen, op voorwaarde dat hun nauwkeurigheid en betrouwbaarheid gegarandeerd zijn. Het

  12. Criminaliteit en criminologie in een gedigitaliseerde wereld

    OpenAIRE

    Erp, Judith; Stol, D.W.; Wilsem, Johan

    2013-01-01

    markdownabstract__Abstract__ Wat betekent de komst van het internet voor criminaliteit en de bestrijding ervan? Dit themanummer staat stil bij deze belangrijke ontwikkeling in onze samenleving. In deze redactionele inleiding staan we allereerst stil bij de aan het internet gelieerde criminaliteit: cybercrime. Wat is het precies? Vervolgens richten we ons op de criminologische hoofdvragen die de opkomst van het internet met zich meebrengt. Ontstaat hierdoor meer criminaliteit? Wie zijn de betr...

  13. Duurzame vernieuwing in naoorlogse wijken

    NARCIS (Netherlands)

    Bus, André Gerardus

    2001-01-01

    The majority of human activities, including consumption, take place in urban areas. These activities are possible through the input and output of streams like energy, water, materials, goods and waste. Due to human activities citizens are often confronted with local environmental problems like air

  14. Brandstof en plastic uit dezelfde biomassa

    NARCIS (Netherlands)

    Ree, van R.

    2009-01-01

    De productie van tweede generatie biobrandstoffen is nog te duur om aan de grote vraag naar duurzame brandstof te kunnen voldoen. Een consortium van internationale organisaties werkt daarom aan een beter productieproces en wil meer uit biomassa gaan halen dan alleen ethanol

  15. Natural resource use for food : land, water and energy in production and consumption systems

    NARCIS (Netherlands)

    Leenes, Popkje Winfrieda

    2006-01-01

    We consumeren steeds meer vlees, fruit, koffie en alcohol. Daardoor is er meer land, water en energie nodig voor onze voedselproductie. Inmiddels nemen mensen in ontwikkelingslanden ons niet-duurzame westerse eetpatroon over. Dit kan de druk op schaarse natuurlijke hulpbronnen verder vergroten.

  16. Marketing strategy & organization : Building sustainable business

    NARCIS (Netherlands)

    Moenaert, R.K.; Robben, H.S.J.; Gouw, de M.

    2012-01-01

    Marketing als duurzame business. Hét basiswerk over het plannen en implementeren van marketingactiviteiten om het concurrentievermogen van een organisatie te optimaliseren. Een science-based en praktische synthese van ideeën en modellen die een duurzaam onderscheid in de markt daadwerkelijk mogelijk

  17. Oude graslanden, bron van genetische diversiteit

    NARCIS (Netherlands)

    Treuren, van R.; Soest, van L.J.M.

    2002-01-01

    Het Centrum voor Genetische Bronnen onderzoekt, aan de hand van Engels raaigras en witte klaver, de genetische diversiteit in oude, extensief beheerde graslanden in Nederland. De aanwezige diversiteit kan dienen als basis voor de ontwikkeling van nieuwe rassen voor duurzame landbouw. De eerste

  18. Landbouwwetenschappen in de samenleving van nu en morgen.

    NARCIS (Netherlands)

    Kleefmann, F.

    1986-01-01

    Verslag van een bekroonde inzending op een prijsvraag in het jubileumthema van het KGVL (Koninklijk Genootschap van Landbouw) "Zijn en blijven er landbouwwetenschappen?". De auteur noemt in zijn essay drie aspekten van de landbouw welke drie omvangrijke probleemvelden omvatten. Hij wijst op de

  19. Inclusie, (on)gewoon doen!: Eindrapportage onderzoek professionals en inclusie

    OpenAIRE

    Wilken, Jean Pierre; Knevel, Jeroen

    2015-01-01

    Werken aan meer inclusie en participatie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig. Wat is er nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Wat wordt van mensen met beperking zelf en hun netwerk gevraagd? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? Antwoorden op deze vragen kan het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.

  20. Technostress reikt verder dan alleen technologie

    OpenAIRE

    Kamsteeg-van Egmond, M.; Dam, L. van; Eerenbeemt, J. van den; Hermans, L.; Zwaan, L. van der

    2017-01-01

    Vaak associeert men technostress met ‘frustratie met niet-werkende techniek’, ‘gedwongen werken met onbegrijpelijke software’ of ‘digitalisering’. Maar technostress is een veel breder en complexer fenomeen in onze samenleving en op onze werkvloeren geworden. En veel mensen realiseren zich niet dat de belangrijkste oorzaken van technostress zich onder de oppervlakte bevinden. In deze brochure beschrijven we technostress, leggen we de vinger op dieper liggende oorzaken van technostress en wijze...

  1. Recht en Computer

    OpenAIRE

    van der Hof, Simone; Lodder, A.R.; Zwenne, G.J.

    2014-01-01

    Dertig geleden waren er nog nauwelijks computers, twintig jaar geleden werd internet amper gebruikt en 10 jaar geleden bestond er nog geen smart phone en waren vrienden niet in hoofdzaak virtueel. De samenleving is ingrijpend veranderd en van het recht in de informatiemaatschappij kan hetzelfde gezegd worden. Dit boek biedt een uitgebreid overzicht, in 17 hoofdstukken, geschreven door specialisten op het gebied van ICT en Internetrecht. Aan de orde komen onder andere Cybercrime, Intellectuele...

  2. The price of air pollution; De prijs van luchtverontreiniging

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hiemstra-Holtkamp, I.V.L. [Astma Fonds, Leusden (Netherlands)

    2006-04-15

    The mortality in the Netherlands as a result of exposure to particulates is 18,000 per year. Less known is the high number of cases of sickness cased by air pollution and related cost for the Dutch society. [Dutch] Het sterftecijfer in Nederland als gevolg van blootstelling aan fijn stof is jaarlijks circa 18.000. Minder bekend is de verhoogde ziektelast die luchtverontreiniging veroorzaakt en de kosten die daarmee gepaard gaan voor de Nederlandse samenleving.

  3. Finance as an Instrument to a Sustainable Company

    NARCIS (Netherlands)

    A.B.M. Soppe (Aloy)

    2006-01-01

    textabstractIn dit proefschrift wordt de rol van de financiering- en beleggingstheorie onderzocht voor een duurzame onderneming. Het doel van deze studies is de ontwikkeling van terminologie over, en het verwerven van inzicht in het duurzaamheidsconcept, zoals toegepast op de theorie en de praktijk

  4. Facilitating the Growth of Local Energy Communities

    NARCIS (Netherlands)

    Timmerman, Willem Hendrik

    2017-01-01

    Energietransitie staat hoog op de agenda. Op de route naar een duurzamer energiesysteem zien we de laatste jaren een grote toename van het aantal lokale energie communities. Deze energie communities streven naar duurzaamheid door middel van het stimuleren van energiebesparingen en het realiseren van

  5. Goed Gietwater: Werkpakket 2: Kwaliteit gietwater en groeiprestaties

    NARCIS (Netherlands)

    Blok, C.; IJdo, M.L.; Maas, van der A.A.; Marrewijk, van I.

    2012-01-01

    Referaat De opkweeksector stelt hoge eisen aan de kwaliteit van gietwater ter voorkoming van groeiremming en ziekten. Lozingen en emissies zijn soms een uitweg om risico’s te mijden. Het project Goed Gietwater beoogt de ontwikkeling van een duurzame watertechnologie voor opkweekbedrijven in de

  6. "This one is stronger" : Spotlights on the lifelong learning professional-in-action

    NARCIS (Netherlands)

    van der Linden, Josje

    2016-01-01

    Om te kunnen omgaan met de veranderende realiteit in leven en werk, wordt wereldwijd een leven lang leren aangemoedigd. Het vierde duurzame ontwikkelingsdoel, vastgesteld in september 2015, weerspiegelt dit: “het verzekeren van kwalitatief goed onderwijs en het bevorderen van de mogelijkheden om een

  7. Over de zin en onzin van ecolabels

    NARCIS (Netherlands)

    Duim, van der V.R.

    2004-01-01

    In dit forum een discussie over de zin en onzin van ecolabels en keurmerken in toerisme. Voorstanders van eco-labeling plaatsen het debat in de context van een brede visie op milieuverandering. Labels zijn voor duurzame ontwikkeling een essentieel instrument om de belangen van burger-consumenten in

  8. Risico's 'groen' gas voor CO2 - dosering ingeschat : Interview met Tom Dueck en Chris van Dijk

    NARCIS (Netherlands)

    Visser, Peter; Dueck, T.A.; Dijk, van C.J.

    2009-01-01

    De overheid wil gebruik van duurzaam 'groen gas' ofwel 'biogas' stimuleren. De vraag is of dit gas een verhoogd risico oplevert bij het gebruik van rookgassen voor CO2-dosering in de tuinbouw. Biogas kan mee helpen aan het gebruik van duurzamer energie in de glastuinbouw

  9. Enterprising with new energy; Ondernemen met nieuwe energie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2010-12-15

    To realize the transition to a clean economy in 2040 the Dutch province of Utrecht needs to eliminate the emission of 12.1 Mton CO2 annually. Based on the strategy developed by Jeremy Rifkin, the province of Utrecht wants to realize energy saving objectives, have sustainable energy sources used by energy companies and other energy suppliers, adjust dwellings to make them function as ten thousands of small sustainable energy plants, increase the capacity for energy storage and establish an intelligent energy grid. [Dutch] Voor de transitie naar een schone economie in 2040 moet Utrecht een einde hebben gemaakt aan de emissie van 12,1 megaton CO2 per jaar. Gebaseerd op een door Jeremy Rifkin ontwikkelde strategie wil de provincie Utrecht energiebesparingsdoelstellingen realiseren, duurzame energiebronnen door energiebedrijven en andere energieleveranciers laten toepassen, woningen en gebouwen aanpassen zodat zij gaan functioneren als tienduizenden kleine, duurzame energiecentrales, de capaciteit voor energieopslag vergroten, en een intelligent energienet opzetten.

  10. The Silicon Valley Eco System. High-energetic in many ways; Het Silicon Valley Eco Systeem: hoogenergetisch in vele opzichten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Heuvel, J.

    2012-04-15

    The highly commended Silicon Valley Eco System is bubbling with energy with regard to the subjects that are focused upon, including sustainable energy, or the widely available expertise that is needed for the developments, good ideas, capital and optimism, fed by frequent examples of extraordinarily successful companies. The sheer endlessness of network opportunities joins all these elements frequently. This article addresses several noteworthy interactions in the field of sustainable energy over the last period. [Dutch] Het veel geroemde Silicon Valley eco systeem bruist van energie in de vorm van de onderwerpen waar men zich op richt, waaronder duurzame energie, of de ruim aanwezige expertise die nodig is voor de ontwikkelingen, goede ideeen, kapitaal, en optimisme, gevoed door regelmatige voorbeelden van buitensporig succesvolle bedrijven. De schier oneindige netwerkmogelijkheden brengen al deze elementen met grote regelmaat bij elkaar. In dit artikel volgen enkele vermeldenswaardige interacties op het vlak van duurzame energie uit de afgelopen periode.

  11. Werken aan inclusie: Lessen uit zeven proeftuinen

    OpenAIRE

    Knevel, Jeroen; Wilken, Jean Pierre

    2016-01-01

    Inclusie is een begrip met een hoog ideëel gehalte, waaraan verschillende interpretaties gegeven worden. Een van de meest concrete omschrijvingen vinden we bij Schuurman en Nass (2015) die onder inclusie verstaan: ‘De situatie waarin iemand geen obstakels ervaart om mee te kunnen doen aan de samenleving en specifieke maatregelen voor mensen met een beperking vrijwel niet nodig zijn. Het betekent dat iedereen ongeacht zijn achtergrond of huidige situatie er als vanzelfsprekend bij hoort, ervaa...

  12. Leerstrategieën, leren en verantwoordelijkheid

    OpenAIRE

    Bolhuis, S.M.

    2004-01-01

    De oratie is opgebouwd in drie hoofdstukken. Onder 'Leren en onderwijs' wordt betoogd waarom het onderwijs moet uitgaan van een bredere visie op leren, inclusief leerstrategieën. Daarbij wordt de relatie tussen kennis en leren besproken en de vele manieren waarom mensen in hun leven leren. Onder 'Kerntaak van het onderwijs' gaat het om de belangrijke verantwoordelijkheid van onderwijs in het handhaven en steeds opnieuw vormgeven van een open, democratische en humane samenleving. Onder 'Thema'...

  13. Bedrijven en kennisinstellingen actief met Biomimicry

    NARCIS (Netherlands)

    Overbeek, G.; Vogelzang, T.A.

    2014-01-01

    Biomimicry is innovatie geïnspireerd door de natuur en gaat over wat je kunt leren van de natuur i.p.v. wat je eruit kunt gebruiken. De lessen kunnen leiden tot duurzame ontwerpprincipes voor tal van productieprocessen. Daarmee biedt biomimicry een oplossingsgerichte manier van denken voor de groene

  14. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2010; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2011-09-15

    1313 flower bulb businesses were approached for the Dutch Energy Monitor 2010. The response rate was 60%. Compared to 2008, the energy use per hectare decreased with 6.6% in 2010. The energy use per 1000 forced bulbs has decreased with 18.0%. Energy saving measures were implemented at a larger scale compared to 2009. What is most striking is the strong increase in deployment of a lower circulation standard and multi-layer cultivation. The purchase of green electricity is the most frequently used deployment of sustainable energy for electricity (9.2% of the businesses). Deployment of hot air from the greenhouse for drying purposes is the most frequently used deployment of sustainable thermal energy (18.1% of the businesses). The share of sustainable energy amounts to 2.2%. The CO2 emission from direct use of fossil fuels has decreased with 11.8% compared to 2008 [Dutch] Voor de Energiemonitor 2010 zijn 1313 bloembollenbedrijven aangeschreven. De response was 60%. T.o.v. 2008 is het energieverbruik per hectare in 2010 met 6,6% afgenomen. Het energieverbruik per 1000 stuks broeibollen is met 18,0% afgenomen. Energiebesparende maatregelen werden iets meer toegepast dan in 2009. Opvallend is de sterke toename van het toepassen van een lagere circulatienorm en van meerlagenteelt. Aankoop van groene stroom is de meest toegepaste benutting van duurzame energie voor elektra (9,2% van de bedrijven). Het toepassen van warme kaslucht voor het drogen is de meest toegepaste benutting van duurzame thermische energie (18,1% van de bedrijven). Het aandeel duurzame energie komt op 2,2%. De CO2-uitstoot door het directe verbruik van fossiele brandstoffen is t.o.v. 2008 met 11,8% afgenomen.

  15. Energy conservation indicators cold and heat storage. Revision factsheet cold and heat storage 2009; Besparingskentallen koude- en warmteopslag. Herziening factsheet koude- en warmteopslag 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bosselaar, L. [SenterNovem, Utrecht (Netherlands); Koenders, M.J.B.; Van Helden, M.J.C.; Kleinlugtenbelt, J.H. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2009-08-15

    The aim of the title revision is to update the existing indicators for cold and heat storage as given in the Protocol Monitoring Sustainable Energy [Dutch] Het doel van het onderzoek is om de bestaande set van kentallen voor koude- en warmteopslag uit het Protocol Monitoring Duurzame Energie te actualiseren.

  16. Biobakkie koffie?

    NARCIS (Netherlands)

    Potting, J.M.B.

    2013-01-01

    Dit document bevat een populaire samenvatting van de resultaten van het project “Duurzame verbekering”. Het project heeft gelopen van najaar 2010 tot juni 2013, en is in gang gezet naar aanleiding van de wens van het Facilitair Bedrijf van Wageningen UR om het gebruik van wegwerpbekers door de eigen

  17. Competent werken aan inclusie

    OpenAIRE

    Van Puyenbroeck, Joris; Verhaegen, Inge; Vos, Els

    2012-01-01

    Vanuit de visie van sociale inclusie worden rollen voor de opvoeder/begeleider van ‘ondersteuner en ontwikkelaar van netwerken’ en ‘preventiewerker’ belangrijker dan ooit. Het is de opvoeder of begeleider die de taak heeft om ervoor te zorgen dat de ondersteuningsvraag van de cliënt zo goed mogelijk gerealiseerd wordt. Daarbij heeft hij niet alleen belangrijke rol in het empoweren of het versterken van individuen, maar is het evengoed zijn taak, bruggen te slaan naar de samenleving. Sociale ...

  18. Kleine plattelandskernen in de Nederlandse samenleving : schaalvergroting en dorpsbinding

    NARCIS (Netherlands)

    Groot, J.P.

    1972-01-01

    The 'increase of scale' as a process of social change has a detrimental effect on many small communities in the country. The number of inhabitants in some hamlets, villages, country-towns and other small rural communities is decreasing; small communities have lost to some extent their function as

  19. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2009; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2010-12-15

    1375 flower bulb businesses were approached for the Dutch Energy Monitor 2009. The response rate was 57%. Compared to 2008, the energy use per hectare decreased with 1.5% in 2009. The energy use per 1000 forced bulbs decreased with 9.1%. Energy saving measures were implemented at a slightly larger scale than in 2008. What is striking here is that 78% of the businesses assessed the ethylene-controlled ventilation as non-applicable. The purchase of green electricity is the most frequently used deployment of sustainable energy for electricity (9.8% of all businesses). However, the deployment of wind energy (6 businesses) yields 26% more energy. Deployment of hot greenhouse air for drying purposes is the most frequently used deployment of sustainable thermal energy (17.3% of businesses). The share of sustainable energy amounts to 2.4%. The CO2 emission from direct use of fossil fuels has decreased with 8.1% compared to 2008. [Dutch] Voor de Energiemonitor 2009 zijn 1375 bloembollenbedrijven aangeschreven. De response was 57%. T.o.v. 2008 is het energieverbruik per hectare in 2009 met 1,5% afgenomen. Het energieverbruik per 1000 stuks broeibollen is met 9,1% afgenomen. Energiebesparende maatregelen werden iets meer toegepast dan in 2008. Opvallend hierbij is dat 78% van de bedrijven de ethyleengestuurde ventilatie als niet van toepassing beoordelen. Aankoop van groene stroom is de meest toegepaste benutting van duurzame energie voor elektra (9,8% van de bedrijven). Het toepassen van windenergie (6 bedrijven) brengt echter 26% meer energie op. Het toepassen van warme kaslucht voor het drogen is de meest toegepaste benutting van duurzame thermische energie (17,3% van de bedrijven). Het aandeel duurzame energie komt op 2,4%. De CO2-uitstoot door het directe verbruik van fossiele brandstoffen is t.o.v. 2008 met 8,1% afgenomen.

  20. Certification of sustainability of import of green basic materials. On the necessity and possibilities; Certificering van duurzaamheid van import van groene grondstoffen. Over noodzaak en mogelijkheden

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bergsma, G.C. [CE, Delft (Netherlands); Hamelynck, B.G. [Eostra, Sibrandabuorren (Netherlands)

    2005-03-15

    It is expected that in the Netherlands in the near future large quantities of biomass are required to produce electricity, automotive fuels and for the chemical industry. Import of biomass will be inevitable. A working group on this subject studied the criteria for the import of different types of biomass. [Dutch] Voor de toekomst wordt een grootschalige inzet van biomassa voorzien als bron voor elektriciteit, voertuigbrandstoffen en de chemie. De visie die is geformuleerd in de transitie biomassa spreekt zelfs over 30% biomassa in de nationale energie-voorziening in 2040. Import is daarbij onvermijdelijk. Maar hoe kan dit op een duurzame wijze? Inzet van biomassa als duurzame bron, terwijl in het land van herkomst de voedselproductie in het gedrang komt of de biodiversiteit wordt aangetast, is uiteraard niet wenselijk. De vraag is dan ook aan welke criteria de import van verschillende typen biomassa moet voldoen. Hierover is het afgelopen jaar in een werkgroep binnen de energietransitie nagedacht. Dat heeft een algemene lijst opgeleverd met relevante thema's.

  1. Residents use energy, buildings do not; Bewoners gebruiken energie, gebouwen niet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Abdalla, G. [BAM Techniek, Benningbroek (Netherlands)

    2013-07-15

    Innovative HVAC systems and energy saving measurements are essential elements in sustainable housing projects. The way residents use their HVAC systems can strongly affect the achievement of project sustainability goals. Residents' interaction can be influenced by their behavior, needs, expectations and lifestyle. This article is based on the thesis 'Sustainable Residential Districts: the residents' role in project success'. The study recommends building professionals employing HVAC systems that satisfy both resident's needs and behavior in a sustainable way and coaching residents to use their HVAC systems in an energy efficient way [Dutch] Bewoners zijn de spil in duurzame woninginitiatieven. Zij bepalen voor een groot deel het slagen of mislukken van een project. Maar wat is precies hun invloed? De vraagstelling 'Een verkeerde installatie of verkeerd gebruik?' is een goed startpunt om technische oplossingen en gedrag van bewoners aan elkaar te koppelen om zo knelpunten en mogelijke antwoorden te ontdekken. Dit artikel belicht de bevindingen van het proefschrift 'Sustainable Residential Districts: the residents' role in project success'. Hierin is uitgebreid onderzocht welke bewoners-gerelateerde aspecten van belang zijn in duurzame wijken.

  2. Domotics in existing houses for elderly people. Evaluation of the project Lidwinahof. People, Planet, Profit; Domotica in bestaande seniorenwoningen. Evaluatie project Lidwinahof. People, Planet, Profit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schouw, J.; Corpeleijn, M.; Poiesz, E. [CEA, Rotterdam (Netherlands)

    2003-08-01

    Domotics is applied in 49 houses for elderly people of the building complex Lidwinahof in Best, Netherlands. The domotics application concerns the functions safety (burglary, control of access, fire), care (emergency call, measurement of activity) and comfort (lighting). Among all residents an evaluation has been carried out from the perspective of sustainable development. A precondition for sustainable development is a balance between social, ecological and economical benefits (People, Planet and Profit). Results before and after the application of domotics are compared. [Dutch] De afgelopen jaren hebben diverse woningcorporaties een pilot-project met domotica uitgevoerd, met name met toepassingen op het gebied van wonen en zorg. Domein (woningcorporatie in Eindhoven, Best en Son en Breugel) was in het voorjaar van 2002 de eerste woningcorporatie die domotica heeft toegepast in de bestaande bouw (49 seniorenwoningen van het complex Lidwinahof in Best). Het systeem bevatte de functies veiligheid (inbraak, toegangscontrole, brand), zorg (noodoproep, activiteitsmeting) en comfort (verlichting). Onder alle bewoners is een evaluatie uitgevoerd vanuit het perspectief van duurzame ontwikkeling. Voorwaarde voor duurzame ontwikkeling is een balans tussen sociale, ecologische en economische opbrengsten (People, Planet en Profit). De resultaten op deze drie gebieden voor en na toepassing van domotica zijn vergeleken.

  3. Final report of the NIDO-programme 'Growing old in your own home'; Eindrapportage NIDO-programma 'In eigen omgeving oud worden'

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kester, J.; Bakker, E.J. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2005-01-01

    The aim of the title programme (EOW, abbreviated in Dutch) of the National Initiative Sustainable Development (NIDO, abbreviated in Dutch) was to initiate and stimulate the development of sustainable houses for elderly people with more comfort and safety and low use of energy and materials, focusing on information and communication technology applications, also know as domotics. In this report an overview is given of the EOW programme, its contents and results. [Dutch] Met het programma 'In Eigen Omgeving Oud Worden' (EOW) heeft NIDO (Nationaal Initiatief Duurzame Ontwikkeling) zich gericht op het wonen en de zorg voor ouderen. Doelstelling van het programma is om een impuls te geven aan de ontwikkeling van duurzame woningen voor ouderen, met meer comfort en veiligheid en een zo laag mogelijk energie- en materiaalgebruik. Hierbij wordt gefocust op de rol die ICT-toepassingen in en om de woning en bijbehorende diensten - ook wel 'domotica' genoemd - kunnen spelen. Het gaat om extra voorzieningen in woningen op het gebied van veiligheid, comfort en zorg. Duurzaam domotica toepassen betekent vraaggericht aanbieden, diensten combineren, veiligheid optimaliseren en extra energiegebruik in woningen beperken. Dit rapport beschrijft de opzet, de inhoud en de resultaten van dit programma.

  4. Signs of Transition; Tekens van Transitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Leenders, C.; Baidenmann, J.

    2010-05-15

    This book contains 14 inspiring experiences with making the energy system more sustainable that make clear that the energy transition is progressing. Two examples are provided for each of the seven themes: (1) Sustainable electricity (Agriport A7, Wind park Prinses Amalia); (2) Energy in the built environment (passive houses, conceptual building); (3) Chain efficiency (searching for CO2, process intensification); (4) New gas (biogas from manure, High efficiency boiler); (5) Sustainable mobility (electric driving, bus on biogas); (6) greenhouse as source of energy (closing the greenhouses, tomatoes on geothermal heat); and (7) green resources (biorefinery of grass, pyrolisis of biomass) [Dutch] Dit boek bevat veertien inspirerende ervaringen met verduurzaming van de energiehuishouding die duidelijk maken dat er voortgang zit in energietransitie. Er worden twee voorbeelden gegeven voor elk van de zeven thema's: (1) Duurzame Elektriciteit (Agriport A7, Windpark Prinses Amalia); (2) Energie in de Gebouwde Omgeving (Passiefhuizen, Conceptueel Bouwen); (3) Keten-Efficiency (Op zoek naar CO2, Procesintensificatie); (4) Nieuw Gas (Biogas uit mest, HR-e ketel); (5) Duurzame Mobiliteit (Elektrisch rijden, Bus op biogas); (6) Kas als Energiebron (De kassen sluiten, Tomaten op aardwarmte); en (7) Groene Grondstoffen (Bioraffinage van gras, Pyrolyse van biomassa)

  5. Een Middeleeuwse samenleving : het land van Heusden (ca. 1360 - 1515)

    OpenAIRE

    Hoppenbrouwers, P.C.M.

    1992-01-01

    The Land van Heusden (at present Province of Northernsituated in the western part of the river-area of the Central Netherlands. In the medieval period it consisted of sixteen villages and the small town of Heusden, founded in the first half of the 13th century along the river Meuse, midway between two major cities, Dordrecht and 's-Hertogenbosch. The riverlandscape was characterized by the alternation of sandy stream ridges and natural levees, inhabited since prehistoric times, and extensive ...

  6. Toezicht in de open samenleving : Maatschappelijke controle op multinationale ondernemingen

    OpenAIRE

    van Erp, J.G.

    2016-01-01

    Globalisering creëert nieuwe mogelijkheden voor het houden van toezicht op multinationale ondernemingen. Dat is de kern van de oratie die professor Judith van Erp uitsprak bij de aanvaarding van de leerstoel Publieke Instituties aan de Universiteit Utrecht. Globalisering heeft voor ondernemingen veel nieuwe mogelijkheden gecreëerd, maar ook nieuwe gelegenheden voor organisatiecriminaliteit. Daarom moet toezicht zich vernieuwen. In haar leerstoel wil Van Erp nieuwe toezichtinstituties onderzoe...

  7. Toezicht in de open samenleving : Maatschappelijke controle op multinationale ondernemingen

    NARCIS (Netherlands)

    van Erp, J.G.|info:eu-repo/dai/nl/161941958

    2016-01-01

    Globalisering creëert nieuwe mogelijkheden voor het houden van toezicht op multinationale ondernemingen. Dat is de kern van de oratie die professor Judith van Erp uitsprak bij de aanvaarding van de leerstoel Publieke Instituties aan de Universiteit Utrecht. Globalisering heeft voor ondernemingen

  8. Een Middeleeuwse samenleving : het land van Heusden (ca. 1360 - 1515)

    NARCIS (Netherlands)

    Hoppenbrouwers, P.C.M.

    1992-01-01

    The Land van Heusden (at present Province of Northernsituated in the western part of the river-area of the Central Netherlands. In the medieval period it consisted of sixteen villages and the small town of Heusden, founded in the first half of the 13th century along the river Meuse, midway

  9. Flower Life: ontwikkeling duurzame bloembehandelingstechnologieën

    NARCIS (Netherlands)

    Woltering, E.J.; Harkema, H.

    2012-01-01

    Adequate behandeling van snijbloemen ter voorkoming van ethyleeneffecten, vatverstopping en blad(vergelings)problemen is een noodzaak bij langdurige bewaring en transport. De middelen die hiervoor beschikbaar zijn worden toegepast als voorbehandeling, transportbehandeling of nabehandeling. Een

  10. New feedstocks for biofuels. Alternative 1st generation of energy crops; Nieuwe Grondstoffen voor Biobrandstoffen. Alternatieve 1e Generatie Energiegewassen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Elbersen, W. [Agrotechnology and Food Sciences Group, WUR-AFSG, Wageningen (Netherlands); Oyen, L. [Plant Resources of Tropical Africa, WUR-PROTA, Wageningen (Netherlands)

    2009-08-15

    A brief overview is provided of a number of alternative crops that can supply feedstocks for 1st generation biofuels and a brief analysis is conducted of the option for renewable biofuel production. [Dutch] Er wordt een kort overzicht gegeven van een aantal alternatieve gewassen die grondstoffen voor 1e generatie biobrandstoffen kunnen leveren en wordt er een korte analyse gegeven van de mogelijkheid voor duurzame biobrandstofproductie.

  11. Isoproturon in de graanteelt : alternatieven voor isoproturon voor schoner water

    OpenAIRE

    Slabbekoorn, J.J.; Zeeland, van, M.G.; Weide, van der, R.Y.

    2006-01-01

    Binnen het praktijknetwerk Telen met toekomst testen en beoordelen agrarisch ondernemers nieuwe duurzame teeltmaatregelen in de praktijk. Eén daarvan is het zoeken van alternatieven voor isoproturon. Hiermee proberen zij een stap dichter bij de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de kaderrichtlijn water (KRW) te komen. Isoproturon is een stof die vaak in hoge concentraties wordt aangetroffen in oppervlaktewateren. Door waterschappen wordt deze stof aangemerkt als 'probleemstof'. In deze brochur...

  12. Dutch Energy Investment Allowance (EIA). Annual report 2012; Energie-Investeringsaftrek (EIA). Jaarverslag 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-07-15

    By means of the Energy Investment Allowance (EIA) the Ministry of Economic Affairs supports investments of businesses, industrial associations and other parties in accelerating innovative, energy saving sustainable initiatives and technologies. In this report the results for 2012 are presented [Dutch] Met de EIA ondersteunt het Ministerie van Economische Zaken bedrijven bij het investeren in innovatieve, energiebesparende en duurzame technieken. In dit verslag over 2012 worden resultaten weergegeven.

  13. Deelname aan de samenleving van mensen met een beperking: participatiemonitor 2007.

    NARCIS (Netherlands)

    Hoogen, P. van den; Cardol, M.; Speet, M.; Spreeuwenberg, P.; Rijken, M.

    2008-01-01

    Hoe doen mensen met een beperking mee in de maatschappij? Mensen met een lichamelijke beperking wonen en werken meestal net als iedereen, en ook zij zijn niet altijd tevreden met hun werk. Mensen met een verstandelijke beperking wonen en werken vaak in een speciale omgeving. Het overheidsbeleid

  14. Deelname aan de samenleving van mensen met een beperking: participatiemonitor 2007.

    OpenAIRE

    Hoogen, P. van den; Cardol, M.; Speet, M.; Spreeuwenberg, P.; Rijken, M.

    2008-01-01

    Hoe doen mensen met een beperking mee in de maatschappij? Mensen met een lichamelijke beperking wonen en werken meestal net als iedereen, en ook zij zijn niet altijd tevreden met hun werk. Mensen met een verstandelijke beperking wonen en werken vaak in een speciale omgeving. Het overheidsbeleid is erop gericht dat iedereen – dus ook mensen met een beperking – zoveel mogelijk ‘gewoon mee kan doen’ in de maatschappij. Bijvoorbeeld werken bij een gewone werkgever, schoolgaan op een gewone school...

  15. Zelfregulering als een vernieuwend concept van professionaliteit

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Gerard Donkers

    2014-03-01

    vernieuwend concept van professionaliteitIn deze bijdrage wordt allereerst ingegaan op drie bronnen van kennis die ten grondslag liggen aan de zelfreguleringsbenadering van Donkers. In de eerste plaats is dat een historisch onderzoek naar het West-Europese denken over veranderen en veranderbaarheid van mens en samenleving. Uit dit onderzoek komt een drietal veranderkundige paradigma’s naar voren die in iedere periode van de moderne geschiedenis op elkaar botsten en met die botsingen zichzelf verder hebben verfijnd en gedifferentieerd. Een tweede bron zijn praktijkgerichte onderzoeken die zijn verricht naar een aantal methodieken van sociale interventie. De derde bron is een kritische reflectie op hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen. In die reflectie wordt met name stilgestaan bij allerlei vormen van onteigening van zelfregie-in-dialoog met anderen en bij processen van fragmentering van de complexe maatschappelijke werkelijkheid. Vanuit deze drie kennisbronnen wordt gepleit voor een vernieuwend concept van professionaliteit dat gekenmerkt wordt door gerichtheid op versterking van het zelfregulerend vermogen van mens, organisatie en samenleving.In het vervolg van deze bijdrage wijst Henk Geertsema op de relatie tussen veranderen en beïnvloeden en de kwestie van de waarden die daarmee verbonden is. In een situatie van een transitie van de derde orde, zoals zich momenteel in de Nederlandse samenleving voordoet, is de eindtoestand onduidelijk wat de noodzaak om waardendiscussies te voeren versterkt. De laat-moderne samenleving lijkt gevangen in opvattingen over individualiteit die een relationele ontologie en de daarmee verbonden wederkerige verantwoordelijkheid sterk onder druk zet. De afhankelijkheid van anonieme systemen wordt daarnaast steeds meer onzichtbaar, terwijl die vergaand de vormgeving van het bestaan sturen. Wil er opnieuw ruimte komen voor een relationele ontologie met de mogelijkheid om de kracht van varieteit en meervoudigheid van vormgevingen van het

  16. Scan for sustainability in higher education 2010 [in the Netherlands]; Scan duurzaamheid ICT in hoger onderwijs 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Westrienen, G. [SURFfoundation, Utrecht (Netherlands)

    2010-12-15

    A scan among nine higher education institutions in 2010 shows that much can be gained by using sustainable ICT. The higher education can save at least 44 percent on energy use of ICT equipment at work stations and in data centers. [Dutch] Een scan in 2010 bij negen hogeronderwijsinstellingen toont dat met duurzame ICT nog veel winst is te behalen. Het hoger onderwijs kan zeker 44 procent besparen op het energieverbruik van ICT-apparatuur op werkplekken en in datacenters.

  17. Milking systems and milking robots. Insight in energy consumption; Melksystemen en melkrobots. Inzicht in energiegebruik

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wientjes, H.; Rougoor, C. [DLV Rundvee Advies, Uden (Netherlands)

    2012-03-15

    Insight is given in the energy consumption during milking and how much energy can be saved. The goal is to reduce greenhouse gas emissions, produce renewable energy and the minimization of energy consumption in the dairy industry [Dutch] Inzicht wordt gegeven in het energieverbruik bij de melkwinning en de vraag welke energiebesparing hierbij nog haalbaar is. Het doel is vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, productie van duurzame energie en de minimalisatie van het energieverbruik in de melkveehouderij.

  18. Sustainable Energy Survey. Main report

    International Nuclear Information System (INIS)

    2011-02-01

    This report shows the results of a quick survey of current developments in the Dutch sustainable energy market. The companies and organizations, which are all members of the branch organizations under the umbrella of the Duurzame Energie Koepel, were interviewed about their situation in relation to the credit crisis and their vision on what is needed to put a halt to (further) slumping in the sustainable energy branch and in fact to promote the growth in turnover and employment. [nl

  19. Information on district initiatives on energy conservation in the Dutch province Noord-Holland. Learning for an effective method and communication strategy; Kennisdocument wijkinitiatieven energiebesparing Noord-Holland. Leerpunten voor een effectieve aanpak en communicatiestrategie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dubbelhuis, D. [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2013-03-15

    In the Dutch province North Holland several district projects were started in recent years with the purpose to save energy. The Renewable Energy Service Centre analyzed ten such initiatives with the aim to provide municipalities and other initiators with knowledge and information about the experiences [Dutch] In Noord-Holland zijn de afgelopen jaren diverse wijkprojecten opgestart, gericht op energiebesparing. Het Servicepunt Duurzame Energie analyseerde tien van deze initiatieven met het doel om gemeenten en andere initiatiefnemers kennis te laten nemen van de leerervaringen.

  20. A bio-energy plant in your neighborhood. Answers to your questions; Een bio-energiecentrale bij u in de buurt. Antwoorden op uw vragen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2008-06-15

    This brochure is intended for municipalities and initiators and discusses the following subjects: What is a bio-energy plant?; How large is a bio-energy plant?; What do you see?; Renewable energy: clean and always available; Bio-energy: what is it? [mk]. [Dutch] De brochure is bedoeld voor gemeenten en initiatiefnemers en behandelt de volgende onderwerpen: Wat is een bio-energiecentrale?; Hoe groot is een bio-energiecentrale?; Wat neem je waar?; Duurzame energie: schoon en altijd aanwezig; Bio-energie: wat is dat?.

  1. Dutch Energy Investment Allowance (EIA). Energy List for 2013; Energie-investeringsaftrek (EIA). Energielijst 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-01-15

    The Energy Investment Allowance (EIA) is a tax system by means of which the Dutch government supports companies with investments in energy-saving equipment and renewable energy. This brochure explains the assets eligible for EIA and how the scheme works [Dutch] De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling waarmee de overheid ondersteuning biedt voor bedrijven bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. In deze brochure wordt uitgelegd welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen voor EIA en hoe de regeling werkt.

  2. Essay review: Een eeuw op zijn kop

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ad Maas

    2015-02-01

    Full Text Available Beschouwing naar aanleiding van de publicatie van (1 Andreas Weber, Hybrid ambitions. Science, governance, and empire (Leiden: Leiden University Press 2012. xi+263 pp., ISBN: 978-90-8728-1663, € 49,95; (2 Martin P.M. Weiss, The masses and the muses. A history of Teylers Museum in the nineteenth century (Dissertatie: Universiteit Leiden 2013. ix+332 pp.; (3 Hieke Huistra, Preparations on the move. The Leiden anatomical collections in the nineteenth century (Dissertatie: Universiteit Leiden 2013. ix+163 pp.; (4 P.A.J. Caljé, Student, universiteit en samenleving. De Groningse universiteit in de negentiende eeuw (Hilversum: Verloren 2009. 631 pp., ISBN: 978-90-6550-978-9, € 49,-.

  3. Construction, jobs and affordable energy in the north of the Netherlands; Bouwen, Banen en Betaalbare energie in Noord-Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Blom, M.; Schepers, B. [CE Delft, Delft (Netherlands); Tieben, B. [SEO Economic Research, Amsterdam (Netherlands)

    2013-03-15

    Additional investments to boost the energy efficiency of the housing stock in the north of the Netherlands can create a substantial number of new jobs in construction and supply industries. That is the conclusion of a pilot study carried out by CE Delft and SEO Economic Research. Depending on the energy efficiency target adopted, an annual investment of around euro 400 million would lead to some 4,500 new jobs (in the first year). This would mean over 2,000 unemployed construction workers being able to return to work. To realise these investments requires a 'quantum leap' in funding. For an efficiency improvement scenario of 2% per annum this would mean a quadrupling of present investment plans in this part of the country [Dutch] Extra investeringen in energiebesparing van bestaande woningen kunnen voor Noord-Nederland een fors aantal banen in de bouw en de toeleverende industrie op leveren. Dat is de conclusie uit een verkenning die door CE Delft en SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de Natuur en Milieufederatie Drenthe is uitgevoerd. Afhankelijk van de besparingsdoelstelling leiden investeringen van zo'n 400 miljoen per jaar tot zo'n 4.500 extra banen (eerste jaar). Daarmee kunnen ruim 2.000 werkloze bouwvakkers aan het werk worden geholpen. Om deze investeringen te kunnen realiseren, is een forse schaalsprong nodig in het financieringsaanbod. In het scenario van 2%+ per jaar komt dit neer op een verviervoudiging van de huidige investeringsambitie in Noord-Nederland.

  4. Working paper 'Using the benefits of the subsoil'; Discussiestuk 'Benutten van de baten van de ondergrond'

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Duijn, M.; Ellen, G.J.; Jonkhoff, W.; Reijs, T.

    2009-04-15

    SKB, The Dutch Centre for Soil Quality Management and Knowledge Transfer, is currently establishing a new development program addressing four social issues: (1) (ground)water management, (2) geothermal energy, (3) ecosystem services, and (4) benefits of sustainable development of the subsoil. [Dutch] SKB is momenteel bezig een nieuw ontwikkelingsprogramma op te zetten rondom vier maatschappelijke issues: (1) (grond) waterbeheer, (2) bodem-energie, (3) ecosysteem-diensten, en (4) ondergronds ruimtegebruik. Voor deze issues worden de (potentiele) baten van een duurzame ontwikkeling van de ondergrond in beeld gebracht.

  5. Benefits of the subsoil; Baten van de ondergrond

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Duijn, M.; Ellen, G.J.; Jonkhoff, W.; Reijs, T.

    2009-05-15

    SKB, The Dutch Centre for Soil Quality Management and Knowledge Transfer, is currently establishing a new development program addressing four social issues: (1) (ground)water management, (2) geothermal energy, (3) ecosystem services, and (4) benefits of sustainable development of the subsoil [Dutch] SKB is momenteel bezig een nieuw ontwikkelingsprogramma op te zetten rondom vier maatschappelijke issues: (1) (grond) waterbeheer, (2) bodem-energie, (3) ecosysteem-diensten, en (4) ondergronds ruimtegebruik. Voor deze issues worden de (potentiele) baten van een duurzame ontwikkeling van de ondergrond in beeld gebracht.

  6. Geluk in landen: Een empirische studie naar condities voor een gelukkige samenleving

    NARCIS (Netherlands)

    M.C. Berg (Maarten)

    2010-01-01

    textabstractJeremy Bentham (1789) was the founding father of utilitarianism, a social philosophy that stressed the importance of happiness (“the sum of pleasures and pains”). Bentham argued that policy-makers should strive for “the greatest happiness for the greatest number”. Bentham’s

  7. Consequences of sustainable development 2010; Consequenties duurzame ontwikkeling 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lanting, R.W. [TNO Bouw, Rijswijk (Netherlands)

    1998-11-01

    SBR is a member of the `Conseil International du Batiment` (CIB) and participates in the CIB Working Group 82: Future Studies in Construction. The working group has been asked to outline the future of sustainable construction in the year 2010 and the consequences for businesses. So far, 13 countries, including the Netherlands, will contribute to the project. SBR decided to bring the results of the Dutch contribution to the attention of the Dutch building construction sector in the form of a policy study. The long-term consequences of the Dutch policy in the field of building construction are described. Also, an overview is given of the targets for the year 2010 and the challenges for the construction sector with respect to urban development and urban infrastructure, and new and existing buildings

  8. Maatschappelijke waardering van duurzame ontwikkeling. Achtergrondrapport bij de Duurzaamheidsverkenning

    NARCIS (Netherlands)

    Beckers TAM; Harkink EWFPM; Ingen EJ van; Lampert MA; Lelij B van der; Ossenbruggen R van; Telos; Motivaction; NMD

    2004-01-01

    From several studies it follows that Dutch consumers are not really interested in buying sustainable products or services. But these studies also conclude that some consumers are more sustainable in their purchasing behaviour than others. In order to explain this difference the Dutch population was

  9. Kippen in de wei is een ecologisch duurzame neventak.

    NARCIS (Netherlands)

    Bassler, A.; Oomen, G.J.M.

    1998-01-01

    To prevent problems with parasites and accumulation of manure, an experiment was performed with layers on pasture, together with cows and sheep. Calculations were made for additional feeding with cereals and the possible reduction in feed costs. The maximum number of chickens per ha on a pasture

  10. Tracking and trailing. A travel guide for the energy transition; Spoorzoeken en wegbereiden. Een reisgids voor de energietransitie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hekkenberg, M.; Londo, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2011-09-15

    Our energy system, which is one of the pillars of the Dutch society, will probably be subjected to drastic changes in the coming decades. It will become a difficult and painful process at times. Policy makers have the task of directing these changes with a clear view on opportunities and threats. This guide aims to offer Dutch policy makers some strategic insights and tools. [Dutch] Onze energiehuishouding, 1 van de pijlers van de Nederlandse samenleving, zal de komende decennia drastische veranderingen ondergaan. Dat zal een bij tijd en wijle moeizaam en pijnlijk proces worden. Aan beleidsmakers de taak die veranderingen te regisseren met een helder oog voor kansen en bedreigingen. Deze gids beoogt Nederlandse beleidsmakers voor die taak enkele strategische inzichten en handvatten te bieden.

  11. SDE Plus, SDE and MEP. Annual review 2012; SDE+, SDE en MEP. Jaarbericht 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-05-15

    This annual report describes the applications for SDE subsidy (renewable energy support scheme) in the period 2008-2012, the new SDE Plus which starts in 2013, and the MEP transition scheme (MEP stands for 'Environmental quality of electricity production', predecessor of SDE for the period 2003-2006) and applications from the MEP scheme [Dutch] Het jaarbericht 2012 voor de SDE+, SDE en MEP presenteert de resultaten van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+ vanaf 2013 en SDE, 2008-2012) en de voorganger van de SDE, de subsidieregeling Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie.

  12. Dreaming with a sense of reality. Winner of the 2004 Royal Shell Award for biofuels research professor Wim van Swaaij; Dromen met realiteitszin. Prof. Wim van Swaaij wint Koninklijke/Shell prijs voor biobrandstoffen-research

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Wit, P. (ed.)

    2004-12-01

    According to the winner of the 2004 Royal Shell Award for Sustainable Development biofuels will play a very important role in the world energy supply. However, the cultivation of energy crops may not be at the expense of the cultivation of crops for food. [Dutch] Biobrandstoffen gaan een zeer belangrijke rol spelen in de wereldenergievoorziening, stelt prof. Wim van Swaaij. Deze winnaar van de Koninklijke/Shell Prijs voor duurzame ontwikkeling 2004 vindt wel dat de teelt van energiegewassen niet ten nadele mag gaan van de teelt van voedingsgewassen.

  13. Echte natuur : een sociaaltheoretisch onderzoek naar natuurwaardering en natuurbescherming in de moderne samenleving

    NARCIS (Netherlands)

    Koppen, van C.S.A.

    2002-01-01

    The subject of nature valuation and nature conservation has attracted a vast body of social research. And yet there is hardly an accepted theoretical framework with which to clarify dominant present-day concepts of nature and their social backgrounds. Many of today's authors would

  14. Eiland op drift : de sociale organisatie van een kleine Caribische samenleving : St. Eustatius

    NARCIS (Netherlands)

    Bor, van den W.

    1979-01-01

    The island of St. Eustatius is one of the least known and forgotten places within the Kingdom of the Netherlands. Yet the island does have an illustrious history and it played an important part in trade within the Caribbean area, particularly in the eighteenth century. St. Eustatius was an important

  15. De Leidse fabriekskinderen. Kinderarbeid, industrialisatie en samenleving in een Hollandse stad, 1800-1914

    NARCIS (Netherlands)

    Smit, C.B.A.

    2014-01-01

    The thesis is a case study into the development of child labor in the Netherlands in the nineteenth century (up to 1914), focusing on Leiden. Child labor in this study is defined as the market-orientated production of goods and services by people under the age of sixteen years. Concentrating on one

  16. Energy Monitor of the Dutch horticulture 2011; Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Velden, N.J.A.; Smit, P.X.

    2012-12-15

    The Energy Monitor for Greenhouse Horticulture charts the energy efficiency, CO2 emissions, the share of sustainable energy and the transition paths of the Greenhouse as Energy Source programme up to and including 2011 [Dutch] Om het energieverbruik in de glastuinbouw in beeld te krijgen en te volgen, is al in 1990 de Energiemonitor in het leven geroepen. Deze monitor publiceert jaarlijks het energieverbruik van de glastuinbouw en de voortgang van de energie-indicatoren energie-efficientie, de CO2-emissie en het aandeel duurzame energie. Voor de monitor wordt gebruik gemaakt van een reeks verschillende databronnen.

  17. Energy Monitor of the Dutch horticulture 2012; Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Velden, N.J.A.; Smit, P.X.

    2013-12-15

    The Energy Monitor for Greenhouse Horticulture charts the energy efficiency, CO2 emissions, the share of sustainable energy and the transition paths of the Greenhouse as Energy Source programme up to and including 2012 [Dutch] Om het energieverbruik in de glastuinbouw in beeld te krijgen en te volgen, is al in 1990 de Energiemonitor in het leven geroepen. Deze monitor publiceert jaarlijks het energieverbruik van de glastuinbouw en de voortgang van de energie-indicatoren energie-efficientie, de CO2-emissie en het aandeel duurzame energie. Voor de monitor wordt gebruik gemaakt van een reeks verschillende databronnen.

  18. The sustainability scaffold. Steps forward in biofuels policy; De duurzaamheidssteiger. Stappen vooruit in het biobrandstoffenbeleid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-06-26

    This memo supplements previous recommendations of the Committee Corbey and is intended as a contribution to the debate on increasing the blending obligation of biofuels. The memo maps arguments, and describes six steps of a scaffold by means of which a sustainable bio-economy can be achieved [Dutch] Deze notitie is een aanvulling op eerdere adviezen van de Commissie Corbey en is bedoeld als bijdrage aan de discussie over de verhoging van de bijmengverplichting van biobrandstoffen. De notitie brengt argumenten in kaart en omschrijft zes treden van een steiger waarmee het doel - een duurzame bio-economie - bereikt zou kunnen worden.

  19. Study on energy efficient mushroom business in 2010. Highest feasible level of energy conservation and energy efficiency; Onderzoek naar het energiezuinig paddenstoelenbedrijf anno 2010. Hoogst haalbare niveau van energiereductie en energie-efficiency

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Suurmeijer, J.M.; Mikkers, E. [Grontmij, Amersfoort (Netherlands); Hilkens, J. [AdVisie, Herkenbosch (Netherlands)

    2010-06-15

    Targets of Dutch mushroom cultivation businesses include an energy efficiency improvement of 2.5% annually, implementation of sustainable energy options, and climate-neutral and economically viable cultivation by new mushroom cultivation businesses that are to be built in 2020. This report describes the measures that could be implemented in support of these targets [Dutch] De doelstellingen voor paddestoelenbedrijven zijn een energie-efficientie verbetering van 2,5% per jaar, implementatie van duurzame energieopties, en klimaatneutrale en economisch rendabele teelt van de in 2020 nieuw te bouwen paddenstoelenbedrijven. In dit rapport staan de maatregelen beschreven die genomen kunnen worden ter ondersteuning van de doelstellingen.

  20. Dutch Energy Investment Allowance (EIA). Annual report 2011; Energie-Investeringsaftrek (EIA). Jaarverslag 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-07-15

    In this 2011 report some examples are given of companies that have made use of the Energy Investment Allowance (EIA). Two of these companies agreed upon a so-called 'Green Deal' with the Dutch government. The purpose of Green Deals is to support businesses, industrial associations and other parties in accelerating sustainable initiatives [Dutch] In dit verslag over 2011 staan enkele voorbeelden van bedrijven die in 2011 gebruik hebben gemaakt van de EIA. Twee van deze bedrijven hebben een Green Deal met de overheid afgesloten. Green Deals moeten bedrijven, brancheorganisaties en andere partijen helpen om duurzame initiatieven te versnellen.

  1. Sustainable energy with thermochemical storage; Duurzame energie met thermochemische opslag

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bakker, M. [ECN Efficiency and Infrastructure, Petten (Netherlands)

    2010-03-15

    The Energy research Centre of the Netherlands ECN) foresees an important role for heat in sustainable construction of buildings. Using salt hydrates the surplus of heat can be stored in the summer which then can be used in the winter. By means of thermochemical storage natural gas for heating tap water or houses is no longer necessary. [Dutch] Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) ziet voor warmteopslag een belangrijke rol weggelegd in het duurzaam bouwen. Met behulp van zouthydraten kan de overtollige warmte in de zomer opgeslagen worden om deze in de winter weer vrij te maken. Met deze thermochemische opslag is in de nabije toekomst aardgas overbodig voor de verwarming van kraanwater of woonhuis.

  2. Een Duurzame Alliantie : Gilden en Regenten in Zeeland, 1600-1800

    NARCIS (Netherlands)

    Remmerswaal, L.H.

    2006-01-01

    From the late Middle Ages until the mid-eighteenth century, guilds exerted substantial social control in cities and towns throughout Western Europe. Their functions covered social and cultural affairs, politics and economics and defined social relations within urban communities. The literature

  3. A sustainable start. Towards sustainable ICT in higher education and research; Een duurzame start. Op weg naar duurzame ICT in het hoger onderwijs en onderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Helmholt, K.A.; Bomhof, F.W. [TNO Informatie- en Communicatie Technologie, Delft (Netherlands)

    2011-03-15

    This document has listed a number of general considerations with regard to sustainability and addresses the more specific situation of the educational institutions: relatively large use of computer equipment and the presence of large groups of people that cannot be considered 'employees'. This document sets out to sketch a wide framework and subsequently focuses on the working environment of an I(C)T manager of a large educational institute who has been given the assignment of making ICT more sustainable. Attention is paid to questions such as: when is ICT sustainable?; how can you measure/account for the sustainability of ICT?; and what are current methods/measures for realizing sustainability of/with ICT?. [Dutch] In dit document wordt een aantal algemene overwegingen m.b.t. duurzaamheid op een rij gezet en wordt ingegaan op de specifiekere situatie waarin onderwijsinstellingen zich bevinden: het gebruik van relatief veel computerapparatuur, en de aanwezigheid van grote groepen mensen die niet als 'werknemer' beschouwd kunnen worden. Dit document begint met het schetsen van een groot kader en focust vervolgens meer in op de werkomgeving van een I(C)T-manager van een grote onderwijsinstelling die de opdracht krijgt 'de ICT duurzaam te maken'. Daarbij is aandacht besteed aan antwoorden op de volgende vragen: wanneer is ICT duurzaam?; hoe kun je de duurzaamheid van ICT meten/verantwoorden?; en wat zijn huidige methoden/maatregelen om duurzaamheid van en met ICT bereiken?.

  4. Roadmap Waste Water Chain [up to 2030]. Vision; Routekaart Afvalwaterketen [tot 2030]. Visiebrochure

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Roemgens, B.; Kruizinga, E. [DNV, Bilthoven (Netherlands)

    2012-06-15

    Included in this view brochure are directions how municipalities and water boards can contribute to a sustainable society by converting waste into clean raw materials, energy and clean water. In the Roadmap innovative ideas are elaborated for the built environment, the industrial area, the land-based industries and rural areas, where opportunities are for (re-)use of wastewater and raw materials [Dutch] In deze visiebrochure zijn richtingen opgenomen hoe gemeenten en waterschappen in 2030 een bijdrage willen leveren aan de verduurzaming van de samenleving door afval om te zetten in schone grondstoffen en energie en schoon water. In de Routekaart worden arrangementen uitgewerkt voor de bebouwde omgeving, het industrieel gebied, de grondgebonden industrie en het landelijk gebied waarin een mogelijke uitwerking wordt gegeven van de kansen die liggen in het (her-)gebruik van afvalwater en haar grondstoffen.

  5. De Nederlandse economie tijdens de Tweede Wereldoorlog bekeken vanuit een Vlaams/Belgisch perspectief

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    E. Buyst

    2004-01-01

    Full Text Available H.A.M. Klemann, Nederland 1938-1948. Economie en samenleving in jaren van oorlog en bezettingThe Netherlands economy during World War II viewed from a Flemish/Belgian perspectiveHein Klemann’s book provides a general overview of the performance of the Dutch economy during World War II. It also deals with exploitation by the German war machine, production for the black market, price controls, and monetary and fiscal policies. The reconstructed macro-economic data, such as the evolution of real wages, is sometimes prone to serious methodological flaws. For other variables, such as agricultural production in 1945 and international trade, it is clear that more research is necessary to produce reliable indicators. Despite these critical remarks, Klemann’s book offers a valuable synthesis, and other countries, such as Belgium, can use it as a source of inspiration.

  6. Background information for the SER Energy Agreement for Sustainable Growth calculations. Sectors Industry, Agriculture and Horticulture; Achtergronddocument bij doorrekening Energieakkoord. Sectoren industrie en land- en tuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wetzels, W. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-09-01

    On September 4, 2013, representatives of employers' associations, trade union federations, environmental organizations, the Dutch government and civil society have signed an Energy Agreement for Sustainable Growth. ECN and PBL have been asked to evaluate this agreement. This report gives background information on the evaluation of the measures aimed at improving energy efficiency in industry and agriculture [Dutch] Op 4 september 2013 is het 'Energieakkoord voor duurzame groei' getekend. ECN en PBL zijn gevraagd het akkoord te beoordelen en door te rekenen. Dit rapport dient als achtergronddocument bij de doorrekening van de maatregelen gericht op energiebesparing in de industrie en land- en tuinbouw.

  7. Background information on the estimation of short-term effects of the Energy Agreement for Sustainable Growth on renewable energy; Toelichting inschatting korte-termijneffecten Energieakkoord op hernieuwbare energie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hekkenberg, M.; Londo, H.M.; Lensink, S.M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands)

    2013-09-01

    On September 4, 2013, representatives of employers' associations, trade union federations, environmental organizations, the Dutch government and civil society have signed an Energy Agreement for Sustainable Growth. ECN and PBL have been asked to evaluate this agreement. This report gives background information on the evaluation of the measures aimed at improving energy efficiency in industry and agriculture [Dutch] Op 4 september 2013 is het 'Energieakkoord voor duurzame groei' getekend. ECN en PBL zijn gevraagd het akkoord te beoordelen en door te rekenen. Dit rapport dient als achtergronddocument bij de doorrekening van de maatregelen gericht op energiebesparing in de industrie en land- en tuinbouw.

  8. Multi Criteria Decision Making (MCDM). Complex problems made easy; Multi Criteria Decision Making (MCDM). Complexe vraagstukken behapbaar maken

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Oeffelen, E.C.M.; Van Zundert, K.; Westerlaekn, A.C. [TNO, Delft (Netherlands)

    2011-12-15

    The existing housing stock needs to become smarter and more sustainable in its energy use. From a technical viewpoint, renovations can usually be realized successfully, but the multitude of preconditions such as phasing and the degree of inconvenience for residents often turn renovation into a complex matter. The MCDM method can be a suitable instrument in handling complex renovation issues. [Dutch] In de bestaande woningvoorraad moet slimmer en vooral duurzamer met energie worden omgegaan. Technisch gezien is een renovatie vaak goed realiseerbaar, maar vele randvoorwaarden, zoals fasering en mate van overlast voor bewoners, maken renovatievraagstukken vaak complex. De MCDM-methodiek kan een geschikt hulpmiddel zijn bij het aanpakken van complexe renovatievraagstukken.

  9. With tactful policy towards sustainable mobility; Met beleid naar duurzame mobiliteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wagter, H. [Platform Duurzame Mobiliteit, Ministerie van Verkeer en Waterstaat VenW, Den Haag (Netherlands); Weterings, R. [TNO, Delft (Netherlands)

    2009-11-12

    This report offers a view on policy measures that may be needed to realize the CO2 reduction targets for traffic and transport in 2020 and beyond. It provides a summary of the results of a dialogue supervised by TNO between key persons from trade and industry, the government, social organizations and knowledge institutes. Four thematic work sessions were dedicated to identifying the measures that hold the largest reduction potential, an exploration was done to find out how the measures can realize maximum impact and what is needed for these measures to realize maximum impact. The result will be used as input for the evaluation of 'Clean and Efficient' and for further policy development. [Dutch] Het voorliggende rapport biedt zicht op de beleidsmaatregelen die mogelijk nodig zijn om de CO2-reductiedoelen voor verkeer en vervoer in 2020 en verder te behalen. Het vormt een samenvatting van de resultaten van een door TNO begeleidde dialoog tussen sleutelpersonen uit bedrijfsleven, overheid, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. In vier thematische werksessies zijn de maatregelen met het grootste reductiepotentieel geidentificeerd, is verkend hoe de haalbaarheid gemaximaliseerd kan worden en wat er voor nodig is om met deze maatregelen maximale impact te realiseren. Het resultaat vormt input voor de evaluatie van 'Schoon en Zuinig' en voor verdere beleidsontwikkeling.

  10. Sustainable mobility. Sustainable development and the passenger transportation facilities structure in the Randstad, Netherlands; Duurzame mobiliteit. Duurzame ontwikkeling en de voorzieningenstructuur van het personenvervoer in de Randstad

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Baggen, J.

    1994-06-23

    The environmental problems in the Netherlands and the necessity of a sustainable development are outlined in chapter 1. Sustainable development is situated and studied in the area of tension of environment/ecology and economy. Sustainable mobility is located in the area of tension between amenity and accessibility. In chapter 2 a conceptual framework is created to indicate ways that result in a lasting compatibility of (car)mobility with both physical environment and social-economic development. In chapter 3 instruments are chosen for the empirical part of this study: reduction of unwanted car mobility by construction of alternative infrastructure (public transport) in combination with a reduction (prevention) of mobility needs by means of physical planning. A theoretical system description of transport systems in their spatial and regional-economic context is given, resulting in a layout for present and future transport systems, based on transport mode (private and public transport), function (main route or feeder) and spatial level (from international to local). In chapter 4 spatial levels are the basis for a description and analysis of developments and policy in the fields of physical planning, transport and environment. Chapter 6 gives a description and an analysis of present facilities structures and their effects on amenity in the area of study. In chapter 7 a number of land-use scenarios for facilities structures and effects on amenity of passenger transport in future are designed for the Randstad in 2015. These scenarios are chosen on the basis of a number of factors that effect land-use planning: the exogenous effects of demographic developments and endogenous effects of physical planning on future land-use of the study area. A combination of these two factors results in four land-use scenarios. They are mainly supplemented with various configurations of housing locations on the basis of different physical planning principles. (Abstract Truncated)

  11. The Vision on Wind. Space for Wind Turbines in Amsterdam, Netherlands; De Windvisie. Ruimte voor windmolens in Amsterdam

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Godschalk, M.; Jacobs, S.; Van der Linden, K.; Plomp, M.; Rijntjes, R.; Ruiter, R.; Ydema, G.; Zonderland, H.

    2012-07-15

    With drafting the 'Wind Vision' the city of Amsterdam takes the initiative to realize more windmills in Amsterdam. Amsterdam aims for an efficient, sustainable energy, which will also benefit the Amsterdam population economically. The 'Wind Vision' shows that there are enough opportunities to supply one third of the households in Amsterdam with renewable electricity [Dutch] Met de Windvisie neemt Amsterdam het initiatief om meer windmolens in Amsterdam te realiseren. Amsterdam streeft naar een efficiente, duurzame energieopwekking, waar Amsterdammers ook economisch van kunnen profiteren. De Windvisie laat zien dat er op dit moment in de stad kansen zijn om genoeg windmolens te realiseren om een derde van de Amsterdamse huishoudens van duurzaam opgewekte elektriciteit te voorzien.

  12. The sustainability benefit and economic profit of the Green Projects Regulation; De duurzaamheidswinst en economische winst Regeling groenprojecten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Warringa, G.E.A.; Afman, M.R.; Blom, M.J.

    2013-02-15

    In 1995, the Dutch government launched the Green Projects Scheme with the aim to stimulate the market introduction of innovative sustainable measures. The main conclusion from the study is that the title scheme is a cost effective tool to achieve environmental goals. The scheme has stimulated innovation and ensured that environmental innovations have found their way to the market [Dutch] In 1995 heeft de overheid de Regeling groenprojecten opgestart met als doel de marktintroductie te stimuleren van innovatieve duurzame maatregelen. De belangrijkste conclusie uit de titel studie is dat de regeling een kosteneffectief instrument is om milieudoelen te realiseren. De regeling heeft innovatie gestimuleerd en ervoor gezorgd dat milieu-innovaties de weg naar de markt hebben gevonden.

  13. The energy market model. What is the space for smart grid service concepts; Het energiemarktmodel. Wat is de ruimte voor smart grid dienstverleningsconcepten?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kieft, A.; Niesten, E.; Alkemade, F. [Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Maandag, M. [DNV Kema, Arnhem (Netherlands); Van Melle, T.; Haaksma, V. [Ecofys, Utrecht (Netherlands); Van Beek, K. [Stedin, Rotterdam (Netherlands)

    2013-02-15

    The report provides starters in the Dutch energy market an overview of how the current model, focusing on centralized power generation, works. The report also shows how the energy market model should work to promote decentralized renewable electricity production and new smart grid services. It also discusses in detail questions about the energy market model various actors might have [Dutch] Het rapport geeft starters op de Nederlandse energiemarkt een overzicht hoe het huidige model, gericht op centrale elektriciteitsproductie, in elkaar steekt. Ook laat het rapport zien hoe het energiemarktmodel zou moeten werken om decentrale duurzame elektriciteitsproductie en nieuwe smart grid diensten te bevorderen. Daarbij wordt uitgebreid ingegaan op vragen over het energiemarktmodel die leven bij verschillende actoren.

  14. Data Warehouse Emissieregistratie. A new tool to sustainability; Data Warehouse Emissieregistratie. Een nieuw instrument op weg naar duurzaamheid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Grootveld, G. [VROM-Inpsectie, Den Haag (Netherlands); Op den Kamp, A. [OpdenKamp Adviesgroep, Den Haag (Netherlands)

    2002-12-01

    An overview is given of the possibilities to use and search the title database which contains data on emission of pollution sources in different sectors in the Netherlands. [Dutch] De voorliggende publicatie illustreert de kracht van het Data Warehouse aan de hand van zeven voorbeelden in de hoofdstukken 3 tot en met 9. Daarbij wordt telkens ook een doorkijk naar duurzame ontwikkeling gegeven.In hoofdstuk 10 worden twee cases met een korte handleiding behandeld. In hoofdstuk 1 staat achtergrondinformatie over de milieubeleidketen en de plaats die monitoring daarin neemt. In hoofdstuk 2 worden kort de drie dimensies van het Data Warehouse en de mogelijkheden die het Data Warehouse biedt beschreven (www.emissieregistratie.nl)

  15. Programme Energy and CO2 and Year Plan 2013; Programma Energie en CO2 en Jaarplan 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Broekharst, P.; Medema, D.; Dijkshoorn, A.

    2012-10-15

    Less energy, less CO2 emissions and use of renewable energy sources,are important aspects in the sustainable development of horticulture, strengthening its competitiveness and image. Carbon neutral production and transport is needed to really be sustainable. The program describes an approach for the period 2013-2016, giving concrete results for the year 2013 [Dutch] Minder energiegebruik, minder CO2 uitstoten en meer hernieuwbare energiebronnen inzetten; dat zijn belangrijke aspecten in een duurzame ontwikkeling van de tuinbouw, het versterken van haar concurrentiekracht en imago. Klimaatneutraal produceren en vervoeren is uiteindelijke nodig om echt duurzaam te zijn. Het programma beschrijft een aanpak voor 2013 t/m 2016, waarbij voor 2013 de gewenste resultaten concreet worden benoemd.

  16. Degeneratie en dressuur. Natuurgeneeswijze, vegetarisme en naturisme als ontwerpen voor een moderne samenleving, 1890-1950

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    E. Peeters

    2004-01-01

    Full Text Available Degeneration and dressage. Natural cures, vegetarianism and naturalism as building blocks for a modern society, 1890-1950Aloïs van Son, a natural therapist from Antwerp, presided over a successful medical practice in the 1920s en 1930s and strongly believed that his search for a drug-free ‘natural’ therapy was rooted in a much broader struggle against a ‘degenerate’ society that had lost touch with nature. It was only by changing oneself (Selbstreform, Van Son preached, that the modern individual could heal society. In this article, a crucial autobiographical confession by this headstrong and charismatic therapist will help to deepen our understanding of the ‘life reform’ movement (Lebensreform as it developed between 1890 and 1950 not only in societies of natural therapists, vegetarians and naturists in Germany, but also among their Belgian counterparts. My aim is not, as has been done before, to provide an accurate qualification of the ‘modern’ or ‘antimodern’ character of the exterior ideology of this movement. On the contrary; I will try to lay bare the interior dynamics of ‘life reform’ practices. I will argue that opponents like Van Son found in the ascetic experience that these practices not only provided a refuge from but also gave access to modern reality.

  17. Monitor Sustainable Netherlands 2011; Monitor Duurzaam Nederland 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-09-15

    The Monitor provides an image of the sustainability of the Dutch society. It shows which areas are successful and what the 'concerns for tomorrow' are from the point of view of sustainability. An analysis is conducted of how the Netherlands are doing in the fields of climate change, biodiversity, health, knowledge, graying and social cohesion. These and many other topics are discussed in this monitor by means of a number of sustainability indicators and detail analyses [mk]. [Dutch] De Monitor geeft een beeld van de duurzaamheid van de Nederlandse samenleving. Het laat zien op welke terreinen het goed gaat en waar er vanuit een duurzaamheidsoptiek 'zorgen voor morgen' bestaan. Geanalyseerd wordt hoe ons land ervoor staat op het gebied van klimaatverandering, biodiversiteit, gezondheid, kennis, vergrijzing en sociale cohesie. Deze, en vele andere onderwerpen worden in deze monitor behandeld aan de hand van een set van duurzaamheidsindicatoren en detailanalyses.

  18. Monitor Sustainable Netherlands 2009; Monitor Duurzaam Nederland 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2009-02-15

    The Monitor provides an image of the sustainability of the Dutch society. It shows which areas are successful and what the 'concerns for tomorrow' are from the point of view of sustainability. An analysis is conducted of how the Netherlands are doing in the fields of climate change, biodiversity, health, knowledge, graying and social cohesion. These and many other topics are discussed in this monitor by means of a number of sustainability indicators and detail analyses [mk]. [Dutch] De Monitor geeft een beeld van de duurzaamheid van de Nederlandse samenleving. Hij laat zien op welke terreinen het goed gaat en waar er vanuit een duurzaamheidsoptiek 'zorgen voor morgen' bestaan. Geanalyseerd wordt hoe ons land ervoor staat op het gebied van klimaatverandering, biodiversiteit, gezondheid, kennis, vergrijzing en sociale cohesie. Deze, en vele andere onderwerpen worden in deze monitor behandeld aan de hand van een set van duurzaamheidsindicatoren en detailanalyses.

  19. Hydrogen-powered road vehicles. Positive and negative health effects of new fuel; Waterstof in het wegverkeer. Voor- en nadelen voor de gezondheid van een nieuwe vorm van brandstof

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2008-09-15

    environmental factors and public health. [Dutch] De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen - met zijn politieke, maatschappelijke en milieunadelen - zorgt ervoor dat alternatieve energiebronnen volop in de belangstelling staan. Het gebruik van waterstof wordt als een veelbelovende optie gezien, in het bijzonder voor het wegverkeer. Volgens een toekomstvisie van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) zou in 2050 ruim de helft van de auto's in Nederland op waterstof kunnen rijden. Vooropgesteld dat de waterstof wordt geproduceerd uit duurzame energiebronnen, zou daarmee ook de emissie van kooldioxide aan banden worden gelegd. Zowel in de Verenigde Staten, Japan en Europa worden door overheden en het bedrijfsleven dan ook grote bedragen geinvesteerd in de ontwikkeling van de benodigde technologie, die over enkele decennia een op waterstof gebaseerde economie mogelijk moet maken. Overschakeling naar waterstof als energievoorziening voor het wegverkeer zou ingrijpende gevolgen hebben voor de samenleving. Zoals bij elke nieuwe technologie het geval is, biedt dat kansen, maar zijn er onvermijdelijk ook nadelen. In het geval van waterstof zijn sommige van die nadelen bekend, en tot op zekere hoogte beheersbaar. Andere zullen echter pas na introductie en toepassing aan het licht komen. Dit inzicht, gevoegd bij het maatschappelijke belang van een eventuele omschakeling op waterstof, was voor de Gezondheidsraad aanleiding om nu alvast in te gaan op de voor- en nadelen die waterstof als nieuwe energievorm kan hebben voor de volksgezondheid. Juist in deze fase is het van belang om een beeld te krijgen van de mogelijke gezondheidseffecten, te weten waar de lacunes in de kennis zitten, en aan te geven wat de beste manier is om daar mee om te gaan.

  20. Energy conservation for a sustainable energy supply; Energiebesparing voor een duurzame energievoorziening

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Rooijers, F.; Kampman, B.; Bennink, D.; Bles, M.; Van Lieshout, M.; Schepers, B.

    2013-05-15

    Options available for improving energy efficiency in the Netherlands are listed and discussed. As detailed in this report, there is still substantial scope for reducing energy consumption in the production and use of energy carriers, much of it not only attractive from the perspective of society as a whole but also profitable for the actors concerned. By exploiting these opportunities, sustainability targets can be cost-effectively met. The report examines why so much potential is still not being utilised and how this can be remedied. Following a description of the potential for energy conservation, a package of smart, effective policies is recommended to secure this potential [Dutch] De mogelijkheden van energiebesparing in Nederland zijn in kaart gebracht. In deze notitie wordt aangetoond dat bij energiebesparing bij het gebruik en bij de productie van energiedragers nog veel onbenut, maar maatschappelijk aantrekkelijk potentieel ligt, waarvan een groot deel rendabel is. Benutting daarvan leidt ertoe dat de duurzaamheidsdoelen op een kosteneffectieve manier behaald kunnen worden. We hebben onderzocht waarom veel potentieel nu niet benut wordt en hoe dat wel kan gebeuren. Deze analyse beschrijft het besparingspotentieel en biedt voorstellen voor een pakket aan slimme, effectieve beleidsinstrumenten om dit potentieel te realiseren: door inzet van verplichtingen en door energiebesparing aantrekkelijker te maken.

  1. 81 options. Technology for sustainable development; 81 mogelijkheden. Technologie voor duurzame ontwikkeling

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Weterings, R.; Kuijper, J.; Smeets, E. [TNO Studiecentrum voor Technologie en Beleid TNO-STB, Apeldoorn (Netherlands); Annokee, G.J. [TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie TNO-MEP, Apeldoorn (Netherlands); Minne, B. [Centraal Planbureau CPB, The Hague (Netherlands)

    1997-03-01

    An outline is given of the chances and threats of technological developments for the environment in the next 25 years. First, the most important technological supply-side developments were inventorized and assessed for their environmental relevance and in the light of three CPB-scenarios. From the results of the analysis it appears that their are many options to improve the environmental efficiency of products and processes. An important motive to develop environment-efficient technology is the price of energy. A higher price for energy will stimulate the development of energy efficient products and processes. Also the interest for dematerialization will increase while the processing of basic materials and the use of materials requires energy too. A second important motive is the demand for environment-efficient products. The market introduction of new environment-friendly products strongly depends on the quality consciousness (including the environmental quality) of the consumer. With respect to the environmental policy it can be concluded that technological innovation is important in the transfer of a decontamination-based policy to a prevention-based policy. 95 refs.

  2. Community support and participation among persons with disabilities. A study in three European countries

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jean-Pierre Wilken

    2014-09-01

    on supporting the participation of their clients in public life and in the development of different roles pertaining to citizenship.Ondersteuning bij participatie in de samenleving van mensen met beperkingen. Een studie in drie Europese landenDit artikel beschrijft een Europees project dat gericht was op sociale participatie en burgerschap van mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking. Het project vond plaats in drie landen (Estland, Hongarije en Nederland en in vier steden (Tallinn, Budapest, Amersfoort en Maastricht. Het omvatte onderzoek en activiteiten op het niveau van beleid, organisatie en uitvoeringspraktijk. Op beleidsniveau vormden het UN-Verdrag voor Mensen met een Handicap, en de European Disability Strategy het referentiekader om te kijken naar landelijk en lokaal beleid, naar de dagelijkse realiteit van mensen met een beperking en naar de steun die professionele organisaties bieden met betrekking tot participatie en inclusie. Het project leverde een aantal inzichten, aanbevelingen en methoden op, die de kwaliteit van de dienstverlening en de mogelijkheden voor participatie in de samenleving kunnen verbeteren. In dit artikel presenteren we een aantal bevindingen. Hoewel de omstandigheden in ieder land verschillend zijn qua beleid, cultuur en voorzieningen, valt op dat mensen met beperkingen gelijksoortige problemen ervaren.De studie laat zien dat in alle drie de landen de toegang tot hulp- en dienstverlening verbeterd kan worden. Barrières zijn onder andere bureaucratische procedures en een gebrek aan bepaalde diensten. In iedere stad en in ieder land zijn er aanzienlijke belemmeringen als het gaat om participatie op het terrein van huisvesting, werk en vrijetijdsbesteding. Naast financiële problemen is er de barrière van stigma en zelfstigma. Marginalisatie houdt mensen in een ongelijke positie en heeft een negatieve invloed op herstel en participatie. In alle landen zouden professionals een sterkere focus moeten hebben op het

  3. What is sauce for the goose is sauce for the gander. Plea of Transport and Logistics Netherlands for a practical and transparent system to calculate societal cost in the transportation sector in order to realize governmental targets for equal treatment of means of transportation; Gelijke monniken, gelijke kappen. Pleidooi van Transport en Logistiek Nederland voor een praktisch en transparant systeem van doorberekening van maatschappelijke kosten in de transportsector om overheidsdoelstellingen te halen bij gelijke behandeling van vervoerswijzen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ohm, R.; Poppink, P. (eds.)

    2002-07-01

    ; Application requires a set of measures. [Dutch] Dit rapport verdiept zich in de maatschappelijke kosten van het goederentransport voor de Nederlandse samenleving in 2002. TLN borduurt daarbij voort op het rapport 'Efficiente prijzen voor het verkeer' (1999), dat CE in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft geschreven. Met dit rapport wil TLN een constructieve bijdrage leveren aan de uitwerking van de Witboeken 'Fair payment for infrastructure use' (1998) en 'European transport policy for 2010, Time to decide' (2001) van de Europese Commissie, en de Nederlandse discussies op het punt van de internalisering van de maatschappelijke kosten. Met 'Gelijke monniken, gelijke kappen' is zoveel mogelijk gezocht naar de achterkant van het gelijk en niet naar de uitvergroting van de verschillen tussen de diverse vervoerswijzen. Uiteindelijk gaat het er om dat de transportsector als geheel zijn belangrijke rol voor de samenleving duurzaam kan vervullen, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Om dat doel te bereiken dienen alle vervoerswijzen gelijk behandeld te worden en de overheid de transportsector via het systeem van heffingen prikkels te geven de marginale maatschappelijke kosten te internaliseren. Daar waar dat niet lukt, zal de overheid de opbrengsten van heffingen ten goede moeten laten komen aan het doel waarvoor ze worden geheven, t.w. bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. De volgende punten komen aan de orde:Marginale kosten per definitie kosten van duurste maatregel om doel te bereiken; Geen enkele vervoerswijze betaalt alle marginale kosten; Transportkosten stijgen minste bij wegvervoer en meeste bij binnenvaart; Markt verandert qua modal split, werkgelegenheid en havenoverslag; Marktmodel of overheidsmodel?; Overheidsmodel zorgt voor zwaardere lasten voor spoor en binnenvaart; Onbetaalde rekening valt in praktijk lager uit dan in theorie; Wensen van bedrijfsleven en samenleving zijn door politiek te

  4. Nederlandse kerkarchitectuur in de twintigste eeuw : functie en betekenis van het kerkgebouw in een veranderende samenleving

    NARCIS (Netherlands)

    Melchers, Marisa Johanna

    2011-01-01

    This doctoral thesis describes the cultural history of Dutch church architecture in the twentieth century, a period in which more than 5,000 churches were built in the Netherlands. The majority of these houses of worship are not listed buildings and suffer from a lack of maintenance. Because of the

  5. Ruggengraat van de stedelijke samenleving : De rol van de gilden in de stad Utrecht, 1528-1818

    NARCIS (Netherlands)

    Slokker, N.H.

    2009-01-01

    Dutch historiography of the guilds was ‘sectarian’ throughout the nineteenth and much of the twentieth centuries. Catholics, Protestants, and National Socialists expressed appreciation for the guild system for various reasons. Marxists and Liberals took a more critical view and Liberals had the

  6. A sustainable swimming pool, an example for society; Een duurzaam zwembad, een voorbeeld voor de samenleving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Klok, T. [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2009-11-15

    Swimming pools are public buildings. Generally, the local authorities are responsible for their housing. New constructions or renovations are usually based on high ambitions for environmental conservation, partly because no other building uses as much energy as a swimming pool. [Dutch] Een zwembad is een publiek gebouw. Meestal is de gemeentelijke overheid verantwoordelijk voor de huisvesting. Bij nieuwbouw of renovatie zijn de ambities met betrekking tot milieubesparing vaak hoog, mede omdat bijna geen enkel gebouw is zo energie-intensief als een zwembad.

  7. Energy monitor of the Dutch mushroom sector 2009; Energiemonitor van de Nederlandse Paddestoelensector 2009

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Smits, A. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2010-10-15

    For the monitoring of the energy use of the mushroom sector, 118 businesses were approached in 2009. The percentage of filled in questionnaires was 78%. The energy saving was 5.9% compared to 2005. The most frequently used energy saving measure is frequency control (93% of all businesses). In the category of energy efficient climate control systems, the moisture deficit regime was most frequently used (30%). Cooling exclusively with groundwater or ground tubes is used very little (only 5% of the businesses), but 16% of the businesses combines it with mechanical cooling. The share of businesses that implemented one or more sustainable energy measures was 30% in 2009. As a result, the realized share of sustainable energy (including green electricity) amounted to 3.7% in 2009. The avoided CO2 emission in 2009 amounted to 3.255 tons. The CO2 emission per kilogram of mushrooms was 175g CO2/kg in 2009, which is s decrease of 16% compared to 2005 and 1% lower than in 2008 [Dutch] Voor de monitoring van het energieverbruik door de paddenstoelensector in 2009 zijn 118 bedrijven aangeschreven. Het percentage bruikbare vragenlijsten is 78%. De energiebesparing was 5,9 % t.o.v. 2005. Van de energiebesparende maatregelen worden frequentieregelaars het meest toegepast (93% van de bedrijven). Van de energiezuinige klimaatregelingen wordt de vochtdeficitregeling het meest toegepast (30%). Koeling uitsluitend met grondwater of met grondbuizen wordt weinig toegepast (slechts op 5% van de bedrijven), maar gecombineerd met mechanische koeling wel op 16% van de bedrijven. Het aandeel bedrijven dat één of meer Duurzame energiemaatregelen heeft getroffen ligt in 2009 op 30%. Het hierdoor gerealiseerde aandeel duurzame energie (inclusief groene stroom) komt in 2009 uit op 3,7%. De vermeden CO2 uitstoot is in 2009 berekend op 3.255 ton. De CO2 uitstoot per kg paddenstoelen is in 2009 uitgekomen op 175g CO2/kg t.o.v. 2005 een daling van16%, en 1% lager dan in 2008.

  8. TNT Green Office. NESK Final Report; TNT Green Office, Hoofddorp. NESK Eindrapportage

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Spek, C; Van Rheenen, M [OVG Projectontwikkeling, Rotterdam (Netherlands)

    2011-12-15

    The aim of the collaboration between TNT (courier and express services) and Triodos/OVG (bank and project developer) was to realize CO2 free Green Offices in the Netherlands. The building is both developed and exploited by the same parties based on an innovative contract in which design, construction and maintenance and management are arranged. These parties are also responsible for the sustainable energy system of the building [Dutch] Doelstelling van de samenwerking tussen TNT (koerier en expresdiensten) en Triodos/OVG (bank en projectontwikkelaar) was het realiseren van CO2-emissievrije Green Offices in Nederland. Hierbij wordt het gebouw ontwikkeld en geexploiteerd door dezelfde partijen op basis van een innovatief contract waarin ontwerp, bouw, onderhoud en beheer zijn vastgelegd. Deze partijen zijn ook verantwoordelijk voor de duurzame energievoorziening van het gebouw.

  9. Energy monitor of the Dutch flower bulb sector 2008; Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2008

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2009-09-15

    de verdere monitoring t/m 2011. De Energie Efficientie Index van 2008 wordt dan op 100 gesteld. Voor 25 energiebesparende maatregelen is in de monitoring nagegaan in hoeverre deze werden toegepast, Opvallend hierbij is dat slechts op 11% van de bedrijven de ethyleen analyser wordt toegepast. Isolatie van de bewaarcel, frequentie-geregelde ventilatoren en de afgeronde uitblaasopening in de systeemwand worden relatief veel toegepast (door respectievelijk 70%, 50% en 38% van de bedrijven). In de broeierij scoren energieschermen, gevel-isolatie en voortrekken/meerlagenteelt relatief hoog (respectievelijk 55%, 53% en 24 %). Ook het toepassen van de klimaatcomputer in teelt en broei scoort met ruim 65% hoog. Meest toegepaste maatregel is het gebruik van HR:ketels (77%). Duurzame energie wordt op bijna 20% van de bedrijven toegepast, waarbij het gebruik van warme kaslucht voor drogen het meest toegepast wordt (door 76 bedrijven). Groene stroom is de tweede duurzame energiebron (aangekocht door bijna 5% van de bedrijven). Het aandeel duurzame energie komt hiermee op 2,3%. De CO2-uitstoot door het directe verbruik van fossiele brandstoffen van de 495 gemonitorde bedrijven is berekend op 30.541 ton bij de teelt (drogen en bewaren) en 25.003 bij de broei (kasverwarming). In totaal 55.544 ton.

  10. A new school. Can it be improved? Report of a search. Part 1; Een nieuwe school. Kan het ook beter? Verslag van een zoektocht. Deel 1

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bronsema, B. [Faculteit der Bouwkunde, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands)

    2002-08-01

    While the situation in schools may have improved, new problems have also arisen. E.g. air quality which was never an issue years ago, and the increase of asthma and allergies, particularly among children and young adults. Is our society unable to build good schools, are the budgets too low, is there too little knowledge or is it a combination of factors?. [Dutch] De situatie op scholen is weliswaar enigszins verbeterd, maar er zijn ook nieuwe problemen gekomen. Denk maar aan de luchtverontreiniging die we vroeger nauwelijks kenden en aan de sterke groei van astma en allergie, vooral bij kinderen en jong volwassenen. Denk ook aan de ICT voorzieningen (die er vaak niet zijn) en het computeronderwijs, waarmee het op de meeste scholen maar behelpen is. Is onze samenleving niet in staat goede scholen te bouwen, zijn de budgetten te laag, moet er bij de bouw beter worden nagedacht, is er te weinig kennis of is het een combinatie van factoren? Nadenken kost geen geld en dat is een goede reden om daarmee te beginnen.

  11. Roadmap NRK 2012-2030; Routekaart NRK 2012-2030

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Krebbekx, J.; Duivenvoorde, G.; De Wolf, W. [Berenschot Groep, Utrecht (Netherlands); Lenselink, J. [Energy Experts International, Huissen (Netherlands)

    2012-01-15

    This roadmap identifies how RKI companies (rubber and synthetic materials) can create new revenue opportunities: development of sustainable products, switching from petroleum to carbon chains from biobased materials, closing the material chain (reuse/recycling). Also within their own organizations more efficiency can be achieved by continuing to invest in innovation in processes and innovation in the organization itself. A selective overview is given of innovation projects [Dutch] In deze routekaart wordt aangegeven op welke wijze RKI-bedrijven (rubber en kunststoffen) nieuwe omzetkansen kunnen creeren: ontwikkelen van duurzame producten; overschakelen van aardolie naar koolstofketens uit biobased materialen; sluiten van de materiaalketen (hergebruik/recycling). Ook binnen de eigen organisatie kan er meer rendement worden behaald door te blijven investeren in innovatie in de eigen processen en innovatie in de eigen organisatie. Er is een overzicht gegeven van alle mogelijke verzamelde en geselecteerde innovatieprojecten.

  12. MIA and VAMIL Annual Report 2012; MIA en VAMIL Jaarverslag 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-06-15

    The Dutch government is committed to green growth, for a strong, sustainable economy. This requires investment in innovative environmental technologies. The Ministry of Infrastructure and the Environment encourages these investments with the tools Environmental Investment Deduction (MIA) and the Random depreciation of environmental investments (Vamil). This annual report shows that entrepreneurs in 2012 made good use of MIA and Vamil. There were particularly many investments in clean driving and boating [Dutch] Het kabinet zet in op groene groei, voor een sterke, duurzame economie. Daarvoor zijn investeringen in innovatieve milieu­technieken noodzakelijk. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu stimuleert deze investeringen met de instrumenten Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Uit dit jaarverslag blijkt dat ondernemers in 2012 goed gebruik maakten van MIA en Vamil. Er waren met name veel investeringen in schoon rijden en varen.

  13. Point of view on the 'Priority for Sustainable' concept. With respect to the revision of the Dutch Electricity Law and the Natural Gas Law; Standpunt 'Voorrang voor duurzaam'. Naar aanleiding van de herziening van de elektriciteitswet en gaswet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2010-01-15

    The Netherlands wants to operate at the forefront in the transition to an energy system that is based on sustainable energy and a decreased dependence on fossil fuels. The transition to this system is a long-winded societal process, based on combinations of technological, financial and social innovation. The Dutch Energy Transition Governance Board was commissioned by the Dutch government to develop a transition path that makes such a system change possible, feasible and successful. [Dutch] Nederland wil internationaal voorop lopen in de overgang naar een energiesysteem dat stoelt op duurzame energie en een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. De transitie naar dit systeem is een maatschappelijk traject van lange adem, gebaseerd op combinaties van technologische, financiele en sociale innovatie. Het Regieorgaan Energietransitie heeft in opdracht van de regering een transitieroute ontwikkeld waarlangs deze systeemverandering mogelijk, haalbaar en kansrijk is.

  14. Inspection method as a tool for 'Bouwtransport'. Quality of building facade determines the functioning of installations; Ontwikkelde inspectiemethodiek Bouwtransport kan helpen. Kwaliteit gebouwschil bepaalt functioneren installaties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ten Bolscher, G.H. [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2012-02-15

    Buildings that have energy efficient or sustainable energy systems with low temperature heating have high demands when it comes to the constructional quality. Defects in the building facade often cause comfort complaints resulting from draught or cold radiation. To support local authorities and construction parties, the Dutch province of North Holland developed an inspection method: BouwTransparant. This instrument supports local authorities, environmental agencies and construction parties in realizing the EPC requirements. [Dutch] Gebouwen met energie-efficiente of duurzame energiesystemen met lage-temperatuurverwarming stellen hoge eisen aan de bouwkundige kwaliteit. Gebreken in de gebouwschil veroorzaken vaak comfortklachten door tocht of koudestraling. Om gemeenten en bouwende partijen te ondersteunen heeft de provincie Noord-Holland een inspectiemethodiek ontwikkeld: BouwTransparant. Dit is een instrument om gemeenten, milieudiensten en bouwende partijen te ondersteunen bij de realisatie van de EPC-eisen.

  15. Community Care and the Care Transition in the Netherlands

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Ymke Kelders

    2016-12-01

    Full Text Available “Community care” en de zorgtransitie in Nederland De transitie in de gezondheidszorg in Nederland is al jaren een centraal thema in de politiek en het maatschappelijke debat. De recente veranderingen vereisen (opnieuw aandacht in onder andere onderzoek en onderwijs. In dit artikel reflecteren we op de ideologie en doelen die schuilen achter de transitie in Nederland en linken we deze naar het onderzoek en onderwijs dat georganiseerd wordt door het lectoraat Community Care. Wat betekent het “nieuwe denken” van de transitie voor het Community Care gedachtegoed in relatie tot onderwijs en onderzoek? Het lectoraat Community Care van de Hogeschool van Amsterdam houdt zich bezig met verschillende onderzoeksonderwerpen verdeeld onder drie stromingen: informele zorg, sociale inclusie en netwerkversterking. Binnen deze drie onderzoekslijnen wordt er gefocust op zorg door de samenleving en hoe dit gelinkt kan worden aan professionele zorg. In dit artikel zetten we uiteen waarom dit relevant is in onderzoek en onderwijs, zeker wanneer de transitie in Nederland eens temeer benadrukt dat zorg in en door de samenleving belangrijk is, en de rol van de zorgprofessional verandert. Tot slot reflecteren we op de manieren waarop we dit gedachtegoed en het huidige zorgbeleid kunnen vertalen in onderwijs voor studenten die later in het sociaal- en zorgdomein werkzaam zullen zijn. Community Care and the Care Transition in the NetherlandsThe transition taking place within the Dutch healthcare system has been a central theme in politics and public debate for decades. The recent changes again demand the full attention of researchers and educators in the field. In this article, we reflect on the current ideology and goals of the transition and link these to the range of ideas that lie behind the ideal of “community care”. Additionally, we pose the question of what these changes may mean for research and education within the social care domain in general and

  16. Samen kom je er wel. Een afstudeerartikel over het Skejby halfway house: een huis waar delinquenten en studenten onder één dak wonen

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Eline Broker

    2016-03-01

    Full Text Available Together you will get there. A graduation article on the Skejby halfway house: a house where delinquents and students live togetherThe Skejby house is unique and produces remarkable results. The recidivism percentage among its’ delinquent inhabitants is over 20% lower than in the halfway houses where only prisoners reside. The aim of Skejby is to ease the transition between imprisonment and reentry in society. The experiment, in which students and prisoners live together, originates from the idea that behavioral transformation is realized most effectively within a socially engaged group. The principal of collective responsibility is dominant in Skejby, resulting in a feeling of belonging to a group among the delinquents. In this group, the students serve as prosocial role models. Consequently, the standards and values that are picked up in prison are reshaped into much needed skills that are required for living a “regular” life in society. In contrast to the reintegration program in Skejby, the Dutch reintegration program mainly consists of one-to-one consultations between the delinquent and the probation officer. The reintegration thus does not take place in a group to which the delinquent can relate, while it is precisely this unique communal feeling of belonging that induces behavioral change in the prisoners. SAMENVATTING Samen kom je er wel. Een afstudeerartikel over het Skejby halfway house: een huis waar delinquenten en studenten onder één dak wonenHet Skejby house is uniek in zijn soort en boekt opmerkelijke resultaten: het recidivepercentage ligt ruim 20% lager dan bij halfway huizen waar alleen delinquenten wonen. Skejby heeft als doel om de overgang tussen gevangenis en samenleving zo klein mogelijk te maken. Het experiment, waarbij studenten en delinquenten samen wonen, komt voort uit het idee dat gedragsverandering het best bewerkstelligt wordt binnen een sociaal verbonden groep. In Skejby heerst het principe van

  17. How environment friendly is sustainable building? The quantification of the environmental burden of houses; Hoe milieuvriendelijk is duurzaam bouwen? De milieubelasting van woningen gekwantificeerd

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Klunder, G.

    2002-07-01

    The aim of the study on the title subject is to identify developments, strategies, chances and bottlenecks with respect to sustainable construction of houses as an integrated part of an ecological city. The main subject of the study is to determine and assess options to reduce the environmental burden of dwellings, focusing on building materials, energy consumption and use of water. [Dutch] Het DIOC-DGO (Delfts Interfacultair Onderzoekscentrum Duurzaam Gebouwde omgeving) van de Technische Universiteit Delft verricht onderzoek naar een duurzame en leefbare omgeving. De doelstelling van het onderzoek is: het identificeren van ontwikkelingen, strategieen, kansen en knelpunten met betrekking tot duurzame nieuwbouw van woningen als integraal onderdeel van een ecologische stad. De probleemstelling luidt: hoe kan de milieubelasting van woningen substantieel worden verminderd? De stand van zaken anno 2002 is dat 30 procent van de woningen duurzaam wordt gebouwd. In de Voorbeeldprojecten duurzaam en energiezuinig bouwen worden bijna standaard rogips of natuurgips, beton met puingranulaat, naadafdichting met PE of EPDM en oplosmiddelarme verf toegepast. Uit de milieuanalyse blijkt dat de milieubelasting in de pas loopt met de grootte van de woning. De fundering, gevels en binnenwanden en vloeren zijn verantwoordelijk voor 80 tot 90 procent van de materiaalstroom. Verwacht wordt dat in de komende decennia de bestaande materialen verder worden geoptimaliseerd en ontwikkeld. Er worden vooruitstrevende ontwikkelingen voorzien in bouwtechnieken. Energiegebruik kan in drie stappen verminderd worden: het voorkomen van onnodig gebruik, het gebruik van eindeloze bronnen en het verstandige gebruik van eindige bronnen, dat wil zeggen schoon en met een hoog rendement. Enkele conclusies zijn: de milieubelasting van watergebruik speelt een ondergeschikte rol, innovaties in materialen en bouwtechnieken blijven sterk achter bij innovaties in installaties. Aanbevolen wordt: de overheid moet

  18. Waiting lists in the electricity sector. Method for the connection regime in the Netherlands and the United Kingdom; Wachtlijsten in de elektriciteitssector. De aanpak van het aansluitregime in Nederland en Groot-Brittannie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Neut Kolfschoten, M.E.

    2008-01-15

    In the past few years the Netherlands and Great Britain have seen a significant increase in the number of connection applications from both conventional and renewable generators. As there is insufficient transmission capacity to accommodate these applications a queue system was introduced. These queues are considered an obstacle for meeting the government's renewable targets and therefore in both countries a review of the current access regime was kicked off. Despite or perhaps due to their 'consensus culture' the Dutch government has decided on the way forward, whereas in Great Britain the options - including capacity auctions - are still being debated. In the Netherlands the connection queue will be abolished, every generator will be able to connect before wider system reinforcements have been carried out and constraints will be resolved by the introduction of congestion management. Although this may seem a sensible way forward as it is expected that it will result in indirect priority access for renewables, it may still be useful to consider the mixed British experience with regards to congestion management. The article describes the background to the connection queues and it provides a high-level overview of the regulatory framework and the developments and ongoing debates in the Netherlands and Great Britain. [Dutch] De laatste jaren is in Nederland en Groot-Brittannie het aantal aanvragen voor aansluitingen door zowel conventionele producenten als producenten van duurzame energie enorm toegenomen. Hierdoor is er een tekort aan capaciteit op het hoogspanningsnet ontstaan waardoor de invoering van wachtlijsten noodzakelijk werd. Deze wachtlijsten staan mogelijk het behalen van duurzame energie doelstellingen in de weg en mede om die reden wordt er in beide landen gekeken hoe het aansluitregime kan worden aangepast. Ondanks - of misschien dankzij het poldermodel is er in Nederland wat betreft het aansluitregime inmiddels een duidelijke keuze

  19. Analysis of the environmental and nature impacts of 'Building Bridges'. Coalition VVD-PvdA, October 29, 2012. A quick scan; Analyse van de milieu- en natuureffecten van 'Bruggen slaan'. Regeerakkoord VVD-PvdA d.d. 29 oktober 2012. Een quick-scan

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dietz, F. (ed.)

    2012-11-15

    The coalition between the political parties VVD (liberals) and PvdA (socialists) connects the transition to a sustainable economy and green growth to strengthening the competitive capacity of the Dutch economy. The role of the Dutch government in the coalition aims at creating a framework and to provide facilities to realize the transition. In this memo the results of an analysis of the impacts of the coalition are given for the themes Energy and Climate, Nature, Transport and Traffic, and Green Growth [Dutch] Het Regeerakkoord VVD-PvdA koppelt de transitie naar een duurzame economie en groene groei aan het versterken van het concurrentievermogen van de Nederlandse economie. De rol van de rijksoverheid wordt in het regeerakkoord met name ingevuld als kaderstellend en faciliterend. De PBL-notitie analyseert de effecten van het regeringsakkoord voor de thema's Energie en Klimaat, Natuur, Verkeer en Vervoer, en Groene groei.

  20. Strategic stock management task for building corporations. Energy as part of the house quality; Strategisch voorraadbeheer taak woningcorporaties. Energie als onderdeel van de woonkwaliteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Burdorf, E. [DWA installatie en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2006-03-15

    From a strategic stock management perspective building corporations should have a vision on what is important for future target groups: young or old, families or singles, income, etc. Those aspects have a great impact on the level of facilities and provisions in houses and the possibility to adjust houses by applying domotics, comfort cooling, care facilities, the use of renewable energy systems. [Dutch] Vanuit het strategisch voorraadbeheer van woningcorporaties is een visie op de toekomstige doelgroepen van belang. Vindt er een verschuiving plaats van jong naar oud? Gezinnen of juist alleenstaanden? Welke inkomensgroepen worden bediend? Dergelijke vragen hebben grote invloed op het voorzieningenniveau in de woningen. Flexibiliteit inbouwen door woningen gemakkelijk aanpasbaar te maken voor domotica, comfortkoeling, zorgfuncties, en met oog voor de opties voor duurzame energie. Want met de huidige stijgende energieprijzen kunnen de energielasten stijgen tot 40 procent van de woonkosten. Dat vraagt aandacht voor de post energie.

  1. Sustainable cooling of server rooms and data centres; Duurzaam koelen van serverruimtes en datacenters

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Opschoor, S.; Drooger, P. [DWA installatie- en energieadvies, Bodegraven (Netherlands)

    2009-12-15

    Reduction of energy consumption of server rooms and data centers with renevvable cooling systems is very efficient. The first step should be to determine the demand for cold and heat. The use of waste energy and renewable eaergy sources in combination with underground energy storage result in substantial saving of energy: up to 40% and a payback period of 4 years. [Dutch] Voor serverruimtes en datacenters loont het om alle opties om energie te besparen te onderzoeken m.b.v. een stappenplan. Daarin gaat het erom de reductie van de energiebehoefte, benutting van de vrijkomende energie, het gebruik van duurzame energiebronnen en efficient gebruik van fossiele brandstoffen te inventariseren. In dit artikel worden enkele voorbeelden gegeven: reduceren van de koelbehoefte bij de Dienst Informatie en Administratie (DIA) van de gemeente Groningen; .realisatie van een installatie met energieopslag en warmtepomp bij het internetbedrijf Cisco Systems in Amsterdam.

  2. Scenario's voor duurzame energie in verkeer en vervoer; beoordeling op verschillende criteria voor duurzaamheid

    NARCIS (Netherlands)

    Brink RMM van den; RIM

    2003-01-01

    The study documented here deals with the technical potential of sustainable energy sources to reduce the use of fossil fuels in the long term (2050) by more than 80% compared to their use in 1990. Biomass alone was shown to have insufficient potential to reach this goal where CO2 emissions are

  3. Study on sustainable energy supply for Triflor [tulip business]; Onderzoek duurzame energievoorziening Triflor [tulpenbedrijf

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Nijssen, J.

    2009-09-15

    The energy supply of the Tulip cultivation and hot-bed company Triflor has been mapped and the economic feasibility of various alternatives has been studied. [Dutch] De energievoorziening van het tulpenteelt- en broeibedrijf Triflor, Nieuwe Niedorp, is in kaart gebracht en de economische haalbaarheid van diverse alternatieven is onderzocht.

  4. Policy and jurisprudence aspects of climate adaptation; Beleids- en rechtswetenschappelijke aspecten van klimaatadaptatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Driessen, P.P.J.; De Gier, A.A.J.; Van Rijswick, H.F.M.W.; Schueler, B.J. [Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Meijerink, S.V. [Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen (Netherlands); Pot, W.D.; Termeer, C.J.A.M. [Wageningen UR, Wageningen (Netherlands); Reudink, M.A.; Tennekes, J. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2011-07-15

    Questions about the desirable and the most appropriate measures for adaptation of Dutch society to climate change are dealt with. By means of a test one can answer the question whether a proposed measure of climate adaptation is desirable and successful. The first part (A) contains an introductory essay (Towards a climate proof Netherlands, the institutional context). The second part (B) contains the description of the four key elements: Is it appropriate? Is it allowed? Does it fit in? Is it adaptive? This 'four-step test; is applied to three cases related to climate adaptation. [Dutch] Vragen over de wenselijke en de meest geschikte maatregelen voor adaptatie van de Nederlandse samenleving aan de klimaatverandering worden behandeld vanuit een geintegreerde wetenschappelijke benadering. Met behulp van een toets kan men de vraag beantwoorden of een voorgenomen maatregel van klimaatadaptatie wenselijk en succesvol kan zijn. Het eerste deel (A) bevat een inleidend essay (Op weg naar een klimaatbestendig Nederland, de institutionele context). Het tweede deel (B) bevat de beschrijving van de vier elementen van de toets: Hoort het? Mag het? Past het? Is het adaptief? Deze 'Vier-stappentoets' wordt toegepast op een drietal casussen die betrekking hebben op klimaatadaptatie.

  5. Gezond door landbouw en groen. De betekenis van landbouw en groen voor de gezondheid van de stedelijke samenleving

    NARCIS (Netherlands)

    Hassink, J.

    2006-01-01

    De stedelijke gebieden van Nederland krijgen het steeds benauwder. Nieuwbouw verdringt meer en meer het groen in en om de stad, terwijl de 24-uurs-economie de mensen opjaagt. Kwetsbare groepen, onder wie cliënten met een verstandelijke beperking of psychische problematiek, mensen met een

  6. Energy supply for the Zuidas district [Amsterdam, Netherlands] 1995-2005, 2005-2020. Review, analysis and preview; Energievoorziening Zuidas 1995-2005, 2005-2020. Terugblik, analyse, vooruitblik

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Frederiks, N.

    2005-07-15

    The project The Zuidas in Amsterdam, Netherlands, is the connection between the residential areas Amsterdam South and Buitenveldertbaan. It is a large spatial development that generates significant strategic and economic effects for both municipality, region and the Netherlands. Amsterdam plans to generate and use as much sustainable energy as possible in the most efficient way. This report describes how the Zuidas can become a sustainable and energy efficient project. The public version of the report is described in DMB magazine No. 1 [Dutch] Het projectgebied De Zuidas in Amsterdam vormt de verbinding tussen woonwijken (Zuid en Buitenveldert). Het is een groot ruimtelijk-ontwikkelingsproject dat belangrijke strategische en economische effecten genereert voor zowel gemeente, regio als Nederland. Amsterdam wil zoveel mogelijk duurzame energie efficiënt opwekken en gebruiken. In dit rapport wordt beschreven hoe de Zuidas een duurzaam en energiezuinig project moet worden. De publieksversie wordt beschreven in DMB magazine nr. 1.

  7. Active energy interaction. In between transparent facade/roof and environment; Actieve energie-interactie. Tussen transparant gevel/dak en omgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Zeiler, W.; Quanjel, E. [Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Bouwkunde, unit Building Physics and Services, Eindhoven (Netherlands); Timmermans, D.; Van Gerve, M. [Brakel Atmos, Uden (Netherlands)

    2012-03-15

    Optimal use of daylight is possible with glass or other transparent material. During the year solar heat can be utilized. How can you design innovative transparent roof/wall concepts and products which add value to daylight, comfort and energy?. [Dutch] Transparante dakconstructies bij gevelaanbouwen of serres bieden veel voordelen voor daglichttoetreding en passieve zonneverwarming. Deze toepassingen nemen daarom toe bij nieuwbouw en renovatie. Maar vooral in de zomer zijn er problemen met oververhitting. Optimalisatie gedurende het gehele jaar is gewenst. Zo ontstaat de meest comfortabele en energiezuinige situatie. Gebruikers eisen duurzame, energiezuinige en comfortabele woningen en kantoren. Hierdoor zijn de afgelopen decennia gebouwen overmatig geisoleerd, waardoor de gebruiker vervreemd is geraakt van zijn natuurlijke omgeving. Goed bouwen met glas of andere transparante materialen maakt optimale benutting van daglicht mogelijk. Ook kan gedurende grote delen van het jaar de zonnewarmte benut worden. Hoe realiseer je een afgestemde ontwerpmethodiek en afwegingsmodel voor innovatieve transparante dak/gevel-concepten en producten die een meerwaarde hebben voor daglicht, comfort en energiegebruik?.

  8. Options for shallow geothermal energy for horticulture; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-15

    Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager.

  9. Cooling concept with energy storage for ICT; Koelconcept met energieopslag voor ICT

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van der Wilt, P. [Compertius, Amsterdam (Netherlands)

    2009-12-15

    Renewable energy concepts with energy storage in the soil are not only about technique. To ensure successful implementation of energy storage in the soil for various branches cooperation needs to be sought with parties who know specific branches very well. In addition to the technical aspects, it is at least as important that the needs and working methods of a market segment are thoroughly known to ensure optimal linkage of source systems to the systems and operational processes of the client. [Dutch] Bij ontwikkelde duurzame energieconcepten met inzet van energieopslag in de bodem gaat het niet alleen om techniek, Om energieopslag in de bodem voor verschillende branches met succes in te zetten, is samenwerking nodig met partijen die een specifieke branche goed kennen. Naast de techniek is het minstens zo belangrijk ook de behoeftes en werkwijzen van een marktsegment door en door te kennen, om bronsystemen zo optimaal te koppelen aan de systemen en bedrijfsprocessen van de klant.

  10. Energy efficiency and use of natural gas show a changed view of energy consumption in the USA in 2011; Energie efficientie en gasgebruik leidden tot een veranderd beeld van energieverbuik in de VS in 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Louzada, K.

    2012-11-15

    The Lawrence Livermore National Laboratory (LLNL) recently published estimates of energy consumption in the USA. The total energy consumption in the USA decreased by almost 2% since 2008. This decrease is attributed to increasing energy efficiency in households and transport. The increase in renewable energy shows how the current policy has promoted the growth of these technologies. In addition, the use of natural gas increased significantly as a result of shale gas extraction and reduced use of coal [Dutch] Het Lawrence Livermore National Laboratory (LLNL) publiceerde recentelijk schattingen van het energieverbruik in de VS. Het totale energieverbruik in de VS is met bijna 2% gedaald sinds 2008. Deze daling wordt toegeschreven aan toenemende energie-efficientie in huishoudens en transport. De toename van duurzame energie geeft weer hoe het huidige beleid de groei van deze technologieen heeft bevorderd. Daarnaast is door de opkomst van schaliegas winning het gebruik van aardgas aanzienlijk toegenomen en het gebruik van steenkool afgenomen.

  11. Energetic nature on and around Veluwe. Biomass as a resource for a green economy; Energieke natuur op en rond de Veluwe. Biomassa als grondstof voor een groene economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Soest, J.P. [Advies voor Duurzaamheid, Klarenbeek (Netherlands); Blom, M. [CE, Delft (Netherlands)

    2006-10-15

    The possibility to produce more biomass from the nature reserve Veluwe in the mid-part of the Netherlands in combination with preserving the nature in this area has been elaborated. [Dutch] De mogelijkheid om meer biomassa voor energie op en rond de Veluwe te winnen zodanig dat de natuur er door wordt versterkt wordt is in dit rapport uitgewerkt. Daarmee kan biomassa een welkome bijdrage zijn aan behoud en ontwikkeling van de natuur. De actualiteit, bijvoorbeeld recente rapporten van de Rekenkamer en het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP), wijst uit dat het natuurbeleid niet op schema ligt; nieuwe 'motoren' achter natuurontwikkeling zijn dringend gewenst. Ook uit oogpunt van transitie naar een duurzame energiehuishouding is 'Energieke natuur' van belang. In veel energiescenario's groeit het aandeel van biomassa, maar er zijn grote zorgen dat deze ontwikkeling ten koste gaat van natuur, biodiversiteit en voedselproductie. Het hier beschreven concept laat zien dat biomassa, mits goed georganiseerd, een positieve bijdrage kan leveren.

  12. The availability of biomass for energy in the agricultural industry; De beschikbaarheid van biomassa voor energie in de Agro-industrie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Elbersen, W. [Wageningen UR Food and Biobased Research, Wageningen (Netherlands); Janssens, B. [Wageningen UR LEI, Wageningen (Netherlands); Koppejan, J. [Procede Biomass, Enschede (Netherlands)

    2010-01-15

    The Dutch Agricultural Covenant included a target for sustainable energy of 200 PJ. The agricultural industry is expected to contribute 75 to 125 PJ (bio-energy). The sector is wondering whether this target is realistic. The aim of this project was to map the quality and quantity of residual flows in the agricultural industry that exist and are available or are already deployed for bio-energy (in the Netherlands), both today and in 2020. [Dutch] In het Agroconvenant is een doelstelling opgenomen voor duurzame energie van 200 PJ. Van de agro-industrie wordt een bijdrage van 75 tot 125 PJ (bio-energie) verwacht. De sector vraagt zich af of deze doelstelling wel realistisch is. Het doel van dit project was het in kaart brengen van de kwaliteit en kwantiteit van reststromen uit de agro-industrie die aanwezig of beschikbaar zijn of reeds (in Nederland) ingezet worden voor bio-energie nu en in 2020.

  13. Roadmap NRK 2012-2030. Annex; Routekaart NRK 2012-2030. Bijlage

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Krebbekx, J.; Duivenvoorde, G.; De Wolf, W. [Berenschot Groep, Utrecht (Netherlands); Lenselink, J. [Energy Experts International, Huissen (Netherlands)

    2012-01-15

    This roadmap identifies how RKI companies (rubber and synthetic materials) can create new revenue opportunities: development of sustainable products, switching from petroleum to carbon chains from biobased materials, closing the material chain (reuse/recycling). Also within their own organizations more efficiency can be achieved by continuing to invest in innovation in processes and innovation in the organization itself. A selective overview is given of innovation projects. This report is a separate annex to the main report [Dutch] In deze routekaart wordt aangegeven op welke wijze RKI-bedrijven (rubber en kunststoffen) nieuwe omzetkansen kunnen creeren: ontwikkelen van duurzame producten; overschakelen van aardolie naar koolstofketens uit biobased materialen; sluiten van de materiaalketen (hergebruik/recycling). Ook binnen de eigen organisatie kan er meer rendement worden behaald door te blijven investeren in innovatie in de eigen processen en innovatie in de eigen organisatie. Er is een overzicht gegeven van alle mogelijke verzamelde en geselecteerde innovatieprojecten. Deze publikatie is een aparte bijlage bij het hoofdrapport.

  14. Emission Trading System in the SER Energy Agreement for Sustainable Growth. Macro-economic calculation by means of WorldScan; ETS in het SER Energieakkoord. Macro-economische doorrekening met WorldScan

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brink, C. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2013-09-01

    The Dutch National Energy Agreement for Sustainable Growth aims at strengthening the European system for emissions trading by a more strict emission ceiling. Also, the agreement aims at guarantee the competitiveness of global energy intensive businesses by adjusting the allocation method for emission rights. In the calculations for the energy agreement this is reflected in the adjustment of the ETS pricing path. In this memo the calculations with the equilibrium model WordlScan are described and presented [Dutch] Het Nationaal Energieakkoord voor Duurzame Groei zet in op een versterking van het Europees systeem voor emissiehandel (ETS) door aanscherpen van het emissieplafond. Verder wil het akkoord de concurrentiepositie van het mondiaal opererende energie-intensieve bedrijfsleven borgen door aanpassing van de allocatiemethode voor emissierechten. In de doorrekening van het Energieakkoord is deze inzet tot uitdrukking gebracht in een aanpassing van het ETS-prijspad. Deze notitie beschrijft de berekeningen met het algemeen evenwichtsmodel WorldScan waar deze aanpassing van het ETS-prijspad op is gebaseerd.

  15. Energy conservation and sustainable employment. Curse or blessing?; Energiebesparing en duurzame arbeid. Vloek of zegen?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Settels, P.J.M. [Safety, Health Services and Ergonomics, ING HR-Nederland, Amsterdam (Netherlands)

    2010-11-15

    Energy conservation and sustainable employment is a contradiction. Sustainable employment is the fine tuning between work, tools and people. Sustainable physical working conditions and seasonal influences on human beings. Daylight Prevention for heat and cold resistance. Good illuminance is justified light. Improper light brings discomfort and costs money. LED lighting when it is not applied in the right way; costs of leakage. Integration of technology and human expertise provides sustainable human vitality, lower maintenance facilities, proper energy bills, higher returns for the company. Profit for management and shareholders and for the Netherlands as a whole. [Dutch] Uit verschillende onderzoeken blijkt dat positieve waardering meer en langduriger een hoger prestatie rendement oplevert, dan te wijzen op het verbeteren van de slechte prestaties. In dit artikel wordt een en ander opgehangen aan pogingen van bedrijven om energie te besparen en de arbeid duurzaam te maken en de werkomstandigheden te verbeteren.

  16. Sustainable eye-catcher. Greenhouse complex Anthura in Bleiswijk, Netherlands; Duurzame blikvanger. Kassencomplex Anthura in Bleiswijk

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Overeijnder, F. [Overeijnder Van den Dool, Capelle aan den IJssel (Netherlands); Snellens, N.C. [Priva, De Lier (Netherlands)

    2011-06-15

    The architecture is impressive and a true eye catcher. Anthura's greenhouse building complex seems futuristic, but also stems from the design of the impressive greenhouses of the Royal Botanic Gardens of Kew, in London and the distinguished orangeries of castles and palaces. At the same time, the complex is a beautiful and modern example of sustainable and innovative entrepreneurship in glasshouse horticulture. The new 'Hortus Anthura' offers a pleasant and healthy climate for both crops and employees, is a great addition to the surrounding area, saves the environment and the climate and provides higher quality products. [Dutch] De indrukwekkende architectuur is een regegrechte blikvanger. Het kassencomplex van Anthura in Bleiswijk doet futuristisch aan, maar grijpt ook terug op de vormgeving van indrukwekkende greenhouses in de Royal Botanic Gardens van Kew in Londen en de deftige oranjerieen van kastelen en paleizen. Tegelijk is het complex een fraai en actueel voorbeeld van duurzaam en innovatief ondernemen in de glastuinbouw. De nieuwe 'Hortus Anthura' biedt zowel de planten als de medewerkers een goed leefklimaat, is een aanwinst voor de omgeving, spaart milieu en klimaat en levert een kwalitatief beter product.

  17. Total Energy. Sustainable cooling and heating in supermarkets; Total Energy. Duurzame koeling en verwarming supermarkten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-03-15

    In 8 articles attention is paid to different aspects of cooling and heating in supermarkets: new coolants in the food retail sector, the climate plan of the Dutch Food Retail Association (CBL), he Round Table discussion with between CBL and supermarket chains about research results, approach and targets, the use of CO2 refrigeration in supermarkets, leakage of coolants from refrigerators and freezers in Dutch supermarkets, the energy efficient and environment-friendly refrigerator and freezer equipment of the distribution centre of supermarket chain C1000 in Raalte, Netherlands, changes for cooling techniques in the EIA energy list (Energy investment deduction scheme) and finally education options for the refrigeration industry in the Netherlands. [Dutch] In 8 artikelen wordt aandacht geschonken aan verschillende aspecten m.b.t. koeling en verwarming in supermarkten: nieuwe koelmiddelen in de 'food retail sector, het klimaatplan van de brancheorganisatie Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), het Rondetafel overleg met de CBL en supermarktketens over onderzoeksresultaten, aanpak en doelen, de toepassing van CO2 koeling in supermarkten, lekkage van koelmiddelen uit koel- en vriesinstallaties in Nederlandse supermarkten, de energiezuinige en milieuvriendelijke koel-vriesinstallatie van het distributiecentrum van de supermarktketen C1000 in Raalte, wijzigingen voor koeltechniek in de EIA energielijst (Energie Investeringsaftrek subsidieregeling), en tenslotte opleidingsmogelijkheden voor de koeltechnische sector in Nederland.

  18. Duurzame Mobiliteit: ook verkeersveiligheidseffecten in beeld brengen : een kwalitatief overzicht van feitelijke en mogelijke verkeersveiligheidswinst.

    NARCIS (Netherlands)

    Schoon, C.C.

    2011-01-01

    Sustainable Mobility: also point out the road safety effects; A qualitative overview of actual and possible road safety gains. Mobility and sustainability are of vital importance for modern society. The two are combined in the concept Sustainable Mobility: an environment-friendly type of mobility.

  19. Duurzame Ontwikkeling door Collectief Bewonersinitiatief. Leidraad voor professionals om bewonersgroepen aan de duurzaamheidsopgave te verbinden

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Fred Sanders

    2014-08-01

    Full Text Available ‘The joint residents’ initiative aimed at renewable energy optimization has been increasing in The Netherlands. This is evident from the survey carried out for this study during 2012 of ‘renewable energy residents initiative’ in The Netherlands, as well as the changing government policy. The engineering sector is contributing to this development by introducing new types of energy systems for housing complexes with multiple households. The underlying reasons for this change are the societal change towards less government involvement and the increase of civilian initiative in society. The underlying reason is the disappointing outcome of the current energy program, referring to the monitoring of the ‘Central Planning Bureau’ (CPB, 2009, and the ‘Energy Research Centre of The Netherlands’ ( ECN, 2010. The agreements with third parties, housing associations and developers did not result in the required and desired results (Ministry VROM & NEPROM, 2008 (Ministry VROM & Aedes, 2009. The task of the governmental program ‘Clean and Efficient ‘ for the ‘ urban environment’ is daunting (Ministry VROM, 2007a. Before 2020, CO2 emissions must (with 1990 as reference be reduced by 30 %. Renewable energy share will have to contribute 20% to this decrease (in the less stringent ‘Energy Agreement’ (Ministry EZ, 2013 this contribution of renewable energy has remained unchanged unless the new 14% target for 2020. This is in accordance with the restated agreements with the rental sector and project development entrepreneurs (Ministry BZK & Hire Partners, 2012 (Ministry BZK & Partners, 2012. This is further supported by recent government policies. In 2011, the government developed, the ‘Plan for energy saving within urban environment‘ (Ministry BiZa, 2011b, including the ‘Block for Block’ program (Ministry BiZa, 2011a which was aimed at reducing the energy consumption on the basis of clusters of homes. In addition, the program ‘Promoting Renewable Energy’ ( SDE emerged during this period and the subsequent ‘National Energy Agreement for Sustainable Growth’ (hereinafter called the ‘Energy Agreement’ (Ministry EZ, 2013 which are focusing on the achievement of the national goals for renewable energy emphasizing on citizen participation and initiative. However, in practice there is no breakthrough in this field: the inventory of ‘joint residents initiative’ for ‘renewable energy’ conducted in 2012 showed that only 0.2 % of Dutch households are involved. This result is consistent with the conceptual model of the ‘Transition Theory‘ ( Rotmans, 2003 (Rogers 2003. According to this model- based approach for the introduction of renewable energy innovations only 2 to 3% of the population of the ‘innovation type’ would like to participate in new developments. This could increase to 15% if the group described as ‘early adopters ‘ would participate as well. As such it will be necessary to further research the possibilities of stimulating sustainable development through ‘joint residents initiatives’. Sustainable development according to the approach of the UN Brundtland Commission (1987, includes both a physical as well a social and sustainable developments places in a durable context: ‘the developments that meet the needs of the present without compromising those of future generations.’ This would require a perfect and sustainable balance of ecological, economic and social interests. Within an urban environment, the restructuring activities (technical quality, the quality of living and quality of life in neighbourhoods and districts, social problem solving (how people interact in social cohesion and sustainability challenges (environmental, energy -related as well as the sustainability challenge (now and in the future are to be the most timely and urgent. The relationships, described by Brundtland between physical, social and sustainable, laid the groundwork to involve the knowledge and experience of ‘residents initiatives’ in the Dutch neighbourhood restructuring challenges, for investigating ‘the potential’ of residents initiating renewable energy in the home environment. As was reflected in the central research question: ‘Under which conditions do social cohesion and sustainable corporate residents initiative influence each other successfully, for the sake of renewable energy in the built environment for living?’ In order to be able to answer the central research question, two lines of research were followed; in addition to research on conditions for social cohesion (a social collective of residents, conditions for residents collectives to invest in renewable energy were investigated. The research methodology included a combination of literature review, case studies at various levels (group discussions, interviews and research among professionals (group discussions. This included (besides the literature search all qualitative research to get the motivations and reasons behind ‘residents decisions’ more clear. The above mentioned case studies included both neighbourhoods that are known for the present social cohesion and sustainability realized as a result of ‘residents initiative’. This included the districts IJburg Amsterdam and Hoograven Utrecht, some ecological neighbourhoods in The Netherlands, as well as the GWL site in Amsterdam and ‘City of the Sun’ in Heerhugowaard. The geographic scale on which ‘residents initiatives’ appear, has therewith a part of the research and a component in analyses. Finally, group discussions with professionals regarding the role of resident initiatives, both in urban development (real estate professionals and energy transition (renewable energy in the environment (energy professionals were conducted. This was included to establish the attitude and roles of professionals towards ‘residents initiative’. The conclusion is that three ‘Blocking dilemmas’ further prevent the development of ‘joint residents initiative’ for renewable energy. These ‘Blocking themes’ are: the limited motivation of residents to act sustainably, that social and sustainable ‘residents initiatives’ are not mutual acting together giving start conditions, and the fact that the professionals involved primarily act with a long term view and not short term as residents that generally do. The survey results also provide insight into new perspective for a more significant transition to renewable energy from joint initiative of resident groups. Three ‘Chance Full development opportunities’ may also contribute. These are: mainly the ‘Pull’ conditions motivate residents, residents are willing to follow ‘leaders’ (residents and/or professionals, and social cohesion provides durability on ‘joint residents initiatives’. Involvement and integration of renewable energy through ‘joint residents initiative’ cannot therefore be considered separately from the entire spectrum of sustainable development of energy sources. This because residents (individually and in groups derive their motivation to improve the quality of life in their home environment rather, both socially and physically, as that on the basis of the renewable energy aspects alone. For a far-reaching transition of ‘residents involvement’, beyond that of the ‘early adopters’, it is not only necessary that professionals and residents are aware of this, leaders (initiating residents or professionals are needed to start such initiatives. Only when this condition is fulfilled, projects on neighbourhood scale will be successful. The underlying reason is that residents and professionals due to their underlying interests rather act on the scale of the individual property (including the immediate environment and the scale of the neighbourhood, the city and the region, respectively. Both local and national government can make a substantial contributions by informing citizens on a less fragmented basis, and more so as a part of the viability statement. Furthermore, taken the above aspects in the contract and covenant formation with professional companies will also improve the situation. Above all, professionals will need to listen (and to act in accordance with to what motivates people in any situation. To obtain a full impression of the ‘Pull’ factors of residents is the first step to a successful transition towards a more significant integration of renewable energy sources in the urban environment in The Netherlands.

  20. Land, kennis, moed en eenheid: conflicterende discoursen binnen samenleving en gezin over landbouw en droogte in Noordoost Brazilië

    NARCIS (Netherlands)

    Peerboom, I.B.F.C.

    2012-01-01

    This dissertation examines the survival strategies of family farmers in Conceição do Coité, Bahia, in semi-arid Brazil in 1997 and 2008 by using the livelihood framework. It analyses natural capital (land), human capital (work ethic and knowledge), and social capital (mutual aid). Greater access to

  1. Commercial green electricity products; Zakelijke groenestroomproducten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wielders, L.M.L.; Afman, M.R.

    2012-12-15

    The Dutch 100% Sustainable Energy: Green ICT campaign initiated by Hivos targets data centres, appealing to these companies to consider the environmental footprint of the electricity they use. Hivos is keen for a debate on greener alternatives and wanted a review of the sustainability of the various options available for buying 'green power' on the commercial market in the Netherlands, with a reasoned discussion of each. That review, laid down in this report, examines and discusses the various 'green power products' for the commercial market, providing a springboard for data centres to switch to a 'greener' product. To that end 'green power products' were categorized to highlight the differences between them. The highest score was given to renewable energy produced without any operating subsidy (the so-called SDE+ scheme), or with the higher price being paid for entirely by customers. Supply in these two categories is still fairly negligible, as this essentially represents an energy market in which renewables are cost-competitive with 'grey' electricity, or one in which customers are willing to pay (far) more for their electricity. The lowest scores were assigned to renewable power sourced in other countries and to 'grey' electricity [Dutch] De Hivos-bedrijvencampagne 100% Sustainable Energy: Green ICT richt zich op de datacenterbedrijven. De datacenterbedrijven worden aangesproken op de duurzaamheid van hun keuze voor de ingekochte elektriciteit. Hivos wil het gesprek aangaan over meer duurzame alternatieven. Hiervoor heeft Hivos behoefte aan een overzicht van de duurzaamheid van de verschillende opties voor de afname van duurzame elektriciteit (groene stroom) zoals die op de zakelijke markt in Nederland worden aangeboden, inclusief een onderbouwing. Dit rapport geeft een overzicht en inzicht in de verschillende groenestroomproducten voor de zakelijke markt zodat de datacenters kunnen overstappen op een

  2. Environmental taxes and green growth. Exploring possibilities within energy and climate policy; Milieubelastingen en Groene Groei. Verkenning van de mogelijkheden in het kader van het energie- en klimaatbeleid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Vollebergh, H.

    2012-08-15

    , vormt een belangrijk onderdeel van beleid dat gericht is op duurzame economische groei. Deze notitie verkent welke relevante afwegingen spelen bij de inzet van het belastinginstrument als onderdeel van beleid gericht op duurzame economische groei. Deze afwegingen worden geëvalueerd aan de hand van gangbare criteria als (allocatieve) doeltreffendheid en doelmatigheid, rechtvaardigheid en uitvoerbaarheid. De focus ligt in het bijzonder bij de twee belangrijkste terreinen waarop Nederland milieubelastingen heft, te weten de belastingen op energieverbruik en verkeer en vervoer.

  3. Brief overview of the role of ICT in saving energy; Beknopt overzicht van de rol van ICT bij de besparing van energie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wartena, C.

    2008-02-15

    10 percent energy saving can be realized in households, offices and trade by means of smart information and communication technology. The saving is realized by a range of innovative measures that lead to this percentage without loss of comfort. One example is the heating in houses and offices by means of 'intelligent' software based on behavioral patterns and weather forecasts and on energy efficient hardware. The wide application of smart ICT in society can lead to 5 percent energy saving, thus rendering the 6 percent energy reduction target of the Kyoto Protocol within arm's reach. [mk]. [Dutch] Het is mogelijk om in huishoudens, kantoren en handel minstens 10 procent van het energiegebruik te besparen door de inzet van slimme informatie- en communicatietechnologie. De besparing wordt bereikt door een scala aan vernieuwende maatregelen die, zonder verlies van comfort, bij elkaar tot dit percentage leiden. Een voorbeeld is het door 'intelligente' software regelen van verwarming in huizen en kantoren afhankelijk van gedragspatronen en weersvoorspellingen en aan energiezuinigere hardware. De brede toepassing van slimme ICT in de samenleving kan ertoe leiden dat ongeveer 5 procent energie kan worden bespaard en dat de 6 procent energiereductie waartoe Nederland zich in het kader van het Kyoto-protocol heeft verplicht, binnen handbereik komt.

  4. Transition pathway for climate-neutral mushroom cultivation. The agenda for a climate-neutral and economic effective mushroom cultivation in 2020; Transitiepad klimaatneutrale paddenstoelenteelt. De agenda voor een klimaatneutrale en economisch rendabele paddenstoelenteelt in 2020

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Suurmeijer, J.M. [Grontmij, Amersfoort (Netherlands); Hilkens, J. [AdVisie, Herkenbosch (Netherlands)

    2011-11-15

    To realize the ambition of climate-neutral and economically viable mushroom cultivation in new businesses as of 2020, a vision and a transition pathway need to be developed. The energy saving options discussed in the report 'Onderzoek naar het energiezuinig paddenstoelenbedrijf anno 2010' ('Study of an energy efficient mushroom cultivation business in 2010') serve as starting point. Three transition pathways have been developed. Each transition pathway contributes to a future-proof mushroom cultivation sector, to increasing energy efficiency or to deployment of sustainable energy in the mushroom cultivation sector [Dutch] Voor het realiseren van de ambitie om vanaf 2020 in nieuwe bedrijven klimaatneutraal en economisch rendabel paddenstoelen te kunnen telen, dient een visie en een transitiepad te worden opgesteld. De energiebesparingsopties uit het rapport 'Onderzoek naar het energiezuinig paddenstoelenbedrijf anno 2010' dienen hierbij als uitgangspunt. Er zijn drie transitiepaden ontwikkeld. Elk transitiepad geeft zijn bijdrage aan een toekomstbestendige paddenstoelensector, aan het verhogen van de energie-efficiency of aan de toepassing van duurzame energie in de paddenstoelensector.

  5. Evaluation of the long-term agreement on energy efficiency in the mushroom sector [in the Netherlands]; Evaluatie Meerjaren Afspraak energie in de Paddestoelensector

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lemmens, P.A.E. [et al.] [HAS KennisTransfer, Den Bosch (Netherlands)

    2005-08-15

    In 1998, the Long-Term Agreement on energy efficiency for the mushroom cultivation sector was signed by the Dutch Ministry of Economic Affairs and representatives of the mushroom cultivation sector. The main consideration were improvement of the sector's image, cost reductions, increasing awareness and preservation of a relatively beneficial energy rate. In the Long-Term Agreement, the target for 2005 was to realize an energy efficiency improvement of 20% compared to the year 1995 (reference year) and to strive for 5% sustainable energy deployment in 2005 [Dutch] In 1998 is de Meerjarenafspraak Energie voor de paddestoelensector ondertekend door het Ministerie van Economische Zaken en de vertegenwoordiging van de paddestoelensector met als belangrijkste overwegingen verbetering van het imago van de sector, kostenbeperking, bewustwording en behoud van een relatief voordelig energietarief. In de Meerjarenafspraak is als doel gesteld om in 2005 een verbetering van de energie-efficiency te realiseren van 20% ten opzichte van het jaar 1995 (basisjaar) en te streven naar 5% gebruik van duurzame energie in 2005.

  6. Progress report on Green Deals 2012; Voortgangsrapportage Green Deals 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-10-15

    In the Dutch governmental coalition agreement the Green Deal approach was announced in the autumn of 2010. The focus of the Green Deals is for people and companies to develop sustainable initiatives that contribute to economic growth. This progress report provides an overview of the deals that this bottom-up approach has yielded. The report also provides information on the progress of the deals and the interim results of the approach and the individual deals. Also attention is paid to how the 131 Green Deals score on innovation and entrepreneurship [Dutch] In het regeerakkoord van het kabinet is in het najaar van 2010 de Green Deal-aanpak aangekondigd. Centraal in de aanpak staat dat mensen en bedrijven zoveel mogelijk ruimte krijgen voor eigen duurzame initiatieven die bijdragen aan economische groei. Deze voortgangsrapportage geeft een overzicht van de deals die deze bottom-up aanpak heeft opgeleverd. De rapportage informeert bovendien over de voortgang van de deals en over de tussentijdse resultaten van zowel de aanpak als de afzonderlijke deals. Ook wordt gekeken hoe de 131 Green Deals scoren op innovatief vermogen en ondernemerschap.

  7. Dutch Energy Investment Allowance (EIA) 2004; Energie Investeringsaftrek 2004

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2004-07-01

    The purpose of the title incentive (EIA) is to stimulate energy conservation and the use of renewable energy in the Dutch industry and businesses. This brochure provides information on the changes with respect to the year 2003, how the EIA can be applied, and examples of energy investments (the so-called Energy List) [Dutch] Doel van de regeling Energie-investeringsaftrek (EIA) is energiebesparing en de inzet van duurzame energie door het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren. In deel 1 van deze brochure vindt u de wijzigingen ten opzichte van het jaar 2003. In deel 2 treft u een uitleg aan over de werking van de EIA. In deel 3 leest u hoe u gebruik kunt maken van deze regeling. In deel 4 is een overzicht opgenomen met omschrijvingen en voorbeelden van energie-investeringen, de zogenoemde Energielijst. In deel 5 zitten bestelbonnen waarmee u brochures voor de diverse fiscale regelingen kunt aanvragen. Deel 6 is een formulier waarmee u een voorstel kunt doen om de voor u liggende Energielijst 2004 voor 2005 aan te vullen of te wijzigen.

  8. Extra price of climate-neutral consumer products; Meerprijs klimaatneutrale consumentenproducten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Swigchem, J.; De Haan, F.

    2001-04-01

    Climate-neutral production of consumer products means (1) prevent the emission of CO2 (e.g. by saving energy and using renewable energy), and/or (2) compensate CO2 emission by afforestation. The extra price to realize this was calculated for three different products: paper diapers, coffee and deepfrozen green beans. [Dutch] In de titel studie is berekend tegen welke meerprijs producenten hun producten klimaatneutraal kunnen produceren. De meerprijs is berekend van drie producten: papieren luiers, koffie en diepvriessperciebonen. Deze zijn uitsluitend gekozen als voorbeeld, en zijn (binnen de gestelde criteria) willekeurig. Klimaatneutraal produceren houdt in: (1) voorkomen dat CO2-emissies vrijkomen (bijvoorbeeld door energie te besparen en duurzame energie in te zetten), en/of (2) de CO2-emissies die vrijkomen compenseren door bijvoorbeeld bosaanplant. Uit de studie blijkt dat circa 90% van de CO2-emissies die een gevolg zijn van de productie van de onderzochte producten, tegen geringe meerkosten kunnen worden gereduceerd of gecompenseerd. Een combinatie van energie-efficiency maatregelen en compensatie door bosaanplant levert de laagste meerkosten op.

  9. Progress report energy from renewable sources in the Netherlands 2009-2010. Directive 2009/28/EG; Voortgangsrapportage energie uit hernieuwbare bronnen in Nederland 2009-2010. Richtlijn 2009/28/EG

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-12-15

    This report describes the progress the Netherlands has made in the field of sustainable energy in 2009 and 2010. It is an obligatory report sent to the European Commission late 2011. The reported progress is the effect of the policy and measures that were taken in the reporting period (2009 and 2010). A description is provided of the outlines of the new energy policy. The report also describes the effect of new policy on the indicative figures for 2020 as calculated by the Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL)and ECN [Dutch] Dit rapport beschrijft de voortgang die Nederland heeft gemaakt in 2009 en 2010 op het gebied van duurzame energie. Het gaat om een verplichte rapportage die eind 2011 aan de Europese Commissie is gestuurd. De beschreven voortgang is het effect van het in de rapportageperiode (2009 en 2010) vigerende beleid en maatregelen. Een beschrijving van het nieuwe energiebeleid op hoofdlijnen is gegeven. Ook is het effect beschreven van het nieuwe beleid op het streefcijfer 2020 zoals doorgerekend door Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en ECN.

  10. Energy efficiency ground-source energy system, Environmental Protection Law, article 'Heat and cold storage, value for money'; Energierendement bodemenergiesysteem, Wet milieubeheer, artikel 'WKO, waar voor je geld'

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lambregts, E.G.M.; Teunissen, P.O.M.; Beukenhorst, E.

    2013-01-15

    Upscaling of ground-source energy systems can contribute to heat and cold storage systems and thus reduce CO2 emission for the Amsterdam municipality. Based on the results of the project 'Heat and cold storage; Value for money' a proposal was made to the Dutch Ministry of Infrastructure and Environment to include a regulation 'energy efficiency heat and cold storage' in the Environmental Protection Law [Dutch] In het kader van de CO2 doelstelling van Amsterdam om 40% CO2 te reduceren in 2025 t.o.v. van 1990 wordt de verdere opschaling van de techniek bodemenergiesysteem gezien als een techniek die in belangrijke mate kan bijdragen aan de pijler 'transitie duurzame warmte en koude'. Op landelijk en gemeentelijk niveau werd gesignaleerd dat (open) bodemenergiesystemen in de exploitatiefase veelal onvoldoende functioneerden. In dit rapport wordt op basis van de resultaten van het project 'WKO, waar voor je geld' een voorstel aan het Ministerie van I en M gedaan om een voorschrift 'energierendement wko' op te nemen in het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer.

  11. DEUGD. Sustainable energy from concentrated flows in Deventer, Netherlands; DEUGD. Duurzame Energie Uit Geconcentreerde stromen Deventer

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Telkamp, P.; Flameling, A.G. [Tauw, Deventer (Netherlands); Wempe, J.F.D.B.; De Wit, J.B. [Saxion Hogeschool, Deventer (Netherlands)

    2011-12-15

    The Dutch DEUGD project looks at options for expanding the energy produced at the sewage water treatment plant in Deventer (biogas) with concentrated toilet water (blackwater)and organic kitchen waste from new dwellings in the north of Deventer. The research focuses on the feasibility of using the energy content of waste water and organic kitchen waste in the north of Deventer for heating housing projects. Starting point is to first use the existing infrastructure of the sewage water treatment plant (existing sludge digestion and CHP) and subsequently (medium-term) expansion of this infrastructure or of the delivery of biogas. This report presents the results of this feasibility study [Dutch] In het project DEUGD wordt vastgesteld of het mogelijk is om de energie die op de rwzi (rioolwaterzuiveringsinstallatie) Deventer wordt geproduceerd in de vorm van biogas te vergroten met geconcentreerd toiletwater (zwartwater) en organisch keukenafval (GF) uit nieuwe woningen in het noorden van Deventer. Het onderzoek richt zich op de haalbaarheid om de energie-inhoud van het afvalwater en het organisch keukenafval te gebruiken in het noorden van Deventer voor de verwarming van woningbouwprojecten. Uitgangspunt is in eerste instantie het gebruiken van de bestaande infrastructuur op de rwzi (bestaande slibgisting en Warmte-Kracht Koppeling (WKK)) en in tweede instantie (middellange termijn) een uitbreiding van deze infrastructuur of het leveren van biogas. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de uitkomsten van dit haalbaarheidsonderzoek.

  12. Results of a survey on the sustainable import of biomass; Resultaat Enquete duurzame import van biomassa

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bergsma, G.C.; Groot, M.I.

    2006-06-15

    As part of an array of strategies to combat climate change, biomass is being used increasingly as a substitute for fossil fuels. It is important that the sustainability benefits thus accruing to the Netherlands are not at the expense of sustainable development in producer countries. Against this background the 'Sustainable biomass imports' project group is developing a set of criteria for evaluating the sustainability of biomass projects. To assess support for such criteria, CE conducted an internet survey among the various stakeholders (NGOs, industry, government), drawing a total of 104 responses. This report presents all the results and conclusions of the survey, for each category of stakeholders and overall. Among the most striking conclusions are the following: The majority of respondents see a sustainability audit on biomass as feasible, provided the sustainability criteria are adequate for the purpose (68%); Almost all the respondents are of the opinion that such sustainability criteria should apply to all applications of biomass (90%); On the issue of whether these criteria should vary according to the producer region concerned, respondents were divided (50% for, 50% against); Many NGOs state there should be different sustainability criteria in force for different biomass flows (50%), in contrast to industry, which argues for a uniform set of criteria for all flows; Most respondents hold that any biomass criteria should apply to both subsidised and unsubsidised projects; At the same time, a sizable majority of respondents state that subsidisation of biomass projects should depend on the degree of sustainability (72%) and in particular on the CO2 emission cuts achieved, this being regarded as the single most important factor; When it comes to the issue of GMO, opinions differ markedly between NGOs and industry, with some 75% of NGOs wanting this aspect included, but only 10% of industry; Respondents also commented on a number of additional issues of their own accord. Attention was drawn surprisingly often to the importance of small holdings, i.e. 'family farms', and maximisation of yields and CO2 reductions per hectare of farmland. It is recommended to take this latter issue on board, in part as a means of elaborating the aspect of 'preventing competition with food production' in practical terms. Based on the survey results, the report concludes with several concrete recommendations on sustainability criteria for biomass. The report published by the Cramer Commission in August 2006 is largely grounded in these survey results and the accompanying evaluation. [Dutch] In de strijd tegen klimaatverandering wordt steeds vaker biomassa ingezet als alternatief voor fossiele brandstoffen. Van belang is dat de winst aan duurzaamheid die Nederland hierdoor kan boeken, niet ten koste gaat van duurzaamheid in de productielanden. Een set aspecten (voedselvoorziening, natuur, welvaart en welzijn, arbeidsomstandigheden, milieuzorg, bodemkwaliteit en waterkwaliteit) is ontwikkeld aan de hand waarvan de duurzaamheid van biomassa aangetoond kan worden. Voor het toetsen van draagvlak hiervoor heeft CE een webenquete uitgezet onder stakeholders. Hierop hebben 104 respondenten gereageerd. In het rapport zijn alle resultaten en conclusies gespreid over NGO's, bedrijfsleven, overheid en algemeen gerapporteerd. Een aantal opvallende conclusies zijn: Het merendeel van de respondenten acht een duurzaamheidstoets voor biomassa mogelijk mits er adequate duurzaamheideisen gesteld worden (68%); Vrijwel alle respondenten vinden dat de duurzaamheidscriteria moeten gelden voor alle toepassingen van biomassa (90%); Of duurzaamheidscriteria afhankelijk moeten zijn van de productieregio wordt door de respondenten heel verschillend gezien (helft voor helft tegen); Veel NGO's vinden dat duurzaamheidscriteria specifiek zouden moeten zijn per biomassastroom (50%), in tegenstelling tot het bedrijfsleven dat pleit voor een gelijke set aan criteria voor alle stromen. Het merendeel van de respondenten vindt dat biomassacriteria moeten gelden voor zowel projecten met als zonder subsidie. Wel geeft een grote meerderheid aan dat subsidie voor biomassa afhankelijk dient te zijn van de mate van duurzaamheid (72%) en dan met name ook van de CO2-emissiereductie omdat dit als belangrijkste factor wordt gezien. Wat betreft het aspect GMO bestaat een groot verschil van mening tussen NGO's en bedrijven. Circa 75% van de NGO's wil dit meenemen en slechts 10% van de bedrijven. Spontaan zijn ook een aantal aspecten toegevoegd. Opvallend vaak worden aandacht voor kleinschalige gezinslandbouw en een zo hoog mogelijk opbrengst en CO2-reductie per hectare landbouwgrond genoemd. Aanbevolen wordt dit laatste punt ook mee te nemen mede om het aspect 'voorkomen van concurrentie met voedselproductie' praktisch vorm te geven.

  13. Energy from salt and sweet water by means of osmosis. A visualization at the Afsluitdijk, Netherlands; Energie uit zout en zoet water met osmose. Een visualisatie bij de Afsluitdijk

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Molenbroek, E.C. [Ecofys Netherlands, Utrecht (Netherlands)

    2007-10-17

    Osmotic energy is a promising source of renewable energy: quiet, clean and continuously available. The technical potential for Europe is estimated to be 200 TWh (over the whole world 1600 TWh), of which 16 TWh in the Netherlands and 1.6 TWh (1.6x10{sup 12} Wh) at the Afsluitdijk (32 km long dike in the Netherlands). The electricity production at the Afsluitdijk would be sufficient to supply electricity to 500,000 households. Osmotic energy power plants will be built where fresh water enters into the sea. In the Netherlands, Rijkswaterstaat manages dikes and other infrastructural works along the coast. In addition to this main task Rijkswaterstaat (RWS) has an active policy to minimise the use of energy of the infrastructural works in its care and to use sustainable energy as much as possible. This is the reason why Rijkswaterstaat wants to gain more in-depth knowledge of the properties and future possibilities of osmotic energy. For this purpose Ecofys has described the technology, the state of the art and the costs of the two existing types of osmotic energy generation and has made a visualisation of a future 10 MW power station at the Afsluitdijk. Attention is paid to the PRO-route (Pressure Retarded Osmosis) and the RED-option (Reverse ElectroDialysis) [Dutch] Osmotische energie is een veelbelovende duurzame energiebron: stil, schoon en continu beschikbaar. Het potentieel voor Europa wordt geschat op 200 TWh (over de hele wereld 1600 TWh), waarvan 16 TWh in Nederland en 1.6 TWh (1.6x10{sup 12} Wh) aan de Afsluitdijk. De energieproductie aan de Afsluitdijk zou goed zijn voor de elektriciteitsbehoefte van 500.000 huishoudens. Osmotische energiecentrales zullen komen te staan waar zoet water in zee stroomt. In Nederland beheert Rijkswaterstaat de dijken en andere infrastructurele werken langs de kust. Naast deze hoofdtaak heeft Rijkswaterstaat (RWS) een actief beleid om het energieverbruik van de infrastructurele werken onder haar beheer te minimaliseren en

  14. Het soortelijk gewicht van kunst in een open samenleving: de classificatie van cultuuruitingen in Nederland en andere Westerse landen na 1950

    NARCIS (Netherlands)

    M.S.S.E. Janssen (Susanne)

    2005-01-01

    textabstractActors in the field of culture (producers, mediators, consumers, etc,) continuously classify cultural products according to their alleged meaning, style, quality, effects or other properties. Such classifications do not emanate from the content of cultural objects, but are socially

  15. Buildings move. The benefit of sustainable renovation of office buildings; Gebouwen bewegen. De winst van duurzame kantoorrenovatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Miert, M. [Bureau Van Miert, Breda (Netherlands); De Ruiter, P. [Architectenbureau Paul de Ruiter, Amsterdam (Netherlands); Verburgt, P.

    2012-05-15

    Within the programme 'EnergieSprong' the development of the so-called Transition Formula was initiated that shows how existing offices can be renovated into energy efficient or even energy neutral buildings. A multidisciplinary view on the existing office buildings stock and users' demand has led to four renovation strategies which are described in this book [Dutch] EnergieSprong heeft het initiatief genomen dit boek te ontwikkelen waarin de Transitieformule laat zien hoe het vandaag de dag mogelijk is om bestaande kantoren heel energiezuinig of zelfs energieneutraal te renoveren. Een multidisciplinaire kijk op de bestaande kantorenvoorraad en de huidige vraag van gebruikers heeft geleid tot een viertal renovatiestrategieen die in dit boek beschreven worden.

  16. Tailoring of mobility advices to consumers. Executive summary; Tailoring van mobiliteitsadviezen aan consumenten. Managementsamenvatting

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Weerdt, I.; Jonkers, R. [ResCon, Haarlem (Netherlands)

    2003-09-01

    An outline is given of the options to apply so-called computer tailoring in the field of mobility. A feasibility study has been carried out for the realization of a computerized tailored mobility programme. Tailoring is a method, based on social-scientific theories on behavioral change, by means of which information is tailored to individual circumstances, preferences and motivation. [Dutch] De mogelijkheden van computer tailoring (tailoring is een methodiek die gebaseerd is op sociaal-wetenschappelijke theorieen over gedragsverandering, waarbij de aangeboden informatie is afgestemd op individuele omstandigheden, preferenties en motivaties) op het gebied van mobiliteit worden verkend. Er is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd ter voorbereiding op de realisatie van een computer tailored mobiliteitsprogramma. In dit onderzoek is nagegaan: of consumenten belangstelling hebben voor informatie op maat over mobiliteit; waar consumenten zelf de meeste mogelijkheden zien om hun mobiliteitspatroon te veranderen (en dus meer duurzame mobiliteitsopties toe te passen); hoe het gedrag van consumenten m.b.t. mobiliteit d.m.v. een tailoring systeem gericht beinvloed kan worden; of er organisaties te vinden zijn die de exploitatie van een tailoring systeem m.b.t. mobiliteit op zich zouden willen nemen; of de ontwikkeling van een dergelijk systeem kosten effectief kan zijn.

  17. Tailoring of mobility advices to consumers. A determinants survey; Tailoring van mobiliteitsadviezen aan consumenten. Een determinantenonderzoek

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Weerdt, I.; Jonkers, R. [ResCon, Haarlem (Netherlands)

    2003-08-01

    An outline is given of the options to apply so-called computer tailoring in the field of mobility. A feasibility study has been carried out for the realization of a computerized tailored mobility programme. Tailoring is a method, based on social-scientific theories on behavioral change, by means of which information is tailored to individual circumstances, preferences and motivation. [Dutch] De mogelijkheden van computer tailoring (tailoring is een methodiek die gebaseerd is op sociaal-wetenschappelijke theorieen over gedragsverandering, waarbij de aangeboden informatie is afgestemd op individuele omstandigheden, preferenties en motivaties) op het gebied van mobiliteit worden verkend. Er is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd ter voorbereiding op de realisatie van een computer tailored mobiliteitsprogramma. In dit onderzoek is nagegaan: of consumenten belangstelling hebben voor informatie op maat over mobiliteit; waar consumenten zelf de meeste mogelijkheden zien om hun mobiliteitspatroon te veranderen (en dus meer duurzame mobiliteitsopties toe te passen); hoe het gedrag van consumenten m.b.t. mobiliteit d.m.v. een tailoring systeem gericht beinvloed kan worden; of er organisaties te vinden zijn die de exploitatie van een tailoring systeem m.b.t. mobiliteit op zich zouden willen nemen; of de ontwikkeling van een dergelijk systeem kosten effectief kan zijn.

  18. Hycycle. The feasibility of the introduction of the hydrogen bicycle to the Dutch citizen to promote social acceptance of the hydrogen economy; Hycycle. De haalbaarheid van de introductie van de waterstoffiets aan de Nederlandse burger ter bevordering van de maatschappelijke acceptatie van de waterstofeconomie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Makkus, R.C. [ECN Brandstofcel Technologie, Petten (Netherlands); Van Hoeven, K. [Van Hoeven Consult, Beuningen (Netherlands); Bastianen, H. [Sparta, Apeldoorn (Netherlands); D' Herripon, B. [IDbike, Goirle (Netherlands); Smolenaars, J.; Westendorp, G. [Hexion, Arnhem (Netherlands); De Wit, H. [Hoek Loos, Schiedam (Netherlands)

    2005-04-01

    A feasibility study has been carried out to develop a pedal assisted bicycle for which the required electrical energy is supplied by a PEM Fuel Cell system, the 'hycycle'. The bicycle is based on the existing electric Sparta Ion bicycle. It is concluded that such a 'hycycle' is technically and economically feasible, if the PEM Fuel Cell system is produced on a large scale. However, technical developments are needed before entering into a demonstration project. [Dutch] Hycycle is het concept van een waterstoffiets, gebaseerd op de bestaande elektrische Sparta Ion fiets. Hycycle wordt een trapbekrachtigde fiets die de benodigde (elektrische) energie uit waterstof haalt middels een brandstofcelsysteem. Hycycle is een haalbaarheidsstudie in her kader van het onderzoek naar transitiemogelijkheden naar een duurzame energiehuishouding in Nederland. Deze studie wordt verricht door een coalitie van Sparta, IDbike, ECN, Hexion, Hoek Loos en Van Hoeven Consult. Het project is uitgevoerd in de periode augustus 2004 tot en met februari 2005. Het doel van het onderzoek is om de haalbaarheid na te gaan van een praktisch demonstratieproject in Nederland van het gebruik van de waterstoffiets.

  19. Energy monitor of the Dutch mushroom sector 2011; Energiemonitor van de Nederlandse Paddestoelensector 2011

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Promes, E. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2012-09-15

    The targets of the long-term agreement on energy efficiency between 2007-2011 between the mushroom sector and several ministries in the Netherlands are: 14.5% energy efficiency improvement compared to 2005; and increased use of sustainable energy. For the annual monitoring of the energy use of the mushroom sector in 2011 108 businesses were approached. 53 businesses sent back filled in questionnaires [Dutch] De doelstellingen van de Meerjarenafspraak energie voor 2007 t/m 2011 (de MJA-e 2007-2011), gemaakt tussen het ministerie van LNV (het tegenwoordige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI)) en de Paddenstoelensector (Vakgroep Paddenstoelen van de LTO, het Productschap Tuinbouw, en de deelnemende bedrijven) zijn: Een verbetering van de Energie-Efficientie (EE) van 14,5% t.o.v. 2005, d.w.z. een reductie van 2% in het energieverbruik per eenheid product in 2006 en van 2007 t/m 2011 van 2,5 % per jaar. Daarnaast wordt het toepassen van duurzame energie als speerpunt gesteld. Volgens deze afspraak worden de vorderingen op dit gebied jaarlijks gemonitord. Voor de monitoring van het energieverbruik door de paddenstoelensector in 2011 zijn 108 bedrijven aangeschreven. Van 53 bedrijven zijn volledig ingevulde vragenlijsten ontvangen.

  20. Concentrated Solar Power as part of the European energy supply. The realization of large-scale solar power plants. Options, constraints and recommendations; Concentrated Solar Power als onderdeel van de Europese energievoorziening. De realisatie van grootschalige zonnecentrales. Mogelijkheden, obstakels en advies

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bouwmans, I.; Carton, L.J.; Dijkema, G.P.J.; Stikkelman, R.M.; De Vries, L.J. [Energy and Industry Group, Faculty of Technology, Policy and Management, Delft University of Technology, Delft (Netherlands)

    2006-07-01

    Next to solar cells and solar collectors for decentralized power generation Concentrated Solar Power (CSP) technology is available and proven for large-scale application of solar energy. However, after 20 years of demonstration projects and semi-commercial installations, CSP is still not widely used. In this quick-scan an overview is given of strong and weak points of CSP, as well as its' options and constraints with regard to a sustainable energy supply, focusing on technical, economical and administrative constraints and chances in Europe and European Union member states. [Dutch] Naast zonnecellen en zonnecollectoren voor decentrale opwekking is er een technologie die geschikt is voor grootschalige ontsluiting van de zon: Concentrated Solar Power, kortweg CSP. Bewezen in een aantal demonstratie- en pre-commerciele installaties blijft toepassing van deze technologie ook na 20 jaar beperkt. Daarom staat in deze notitie, die het resultaat is van een quickscan, de volgende vraag centraal: Wat zijn de sterktes, zwaktes, mogelijkheden en barrieres van CSP-technologie als onderdeel van een duurzame energievoorziening en welke technisch-economische en bestuurlijke barrieres en kansen zijn er voor Europa en de lidstaten van de EU?.

  1. Energy on the Move. Recommendations to stimulate consumers to save energy. Final report of the Dutch National ThinkTank 2009. Creating knowledge without constraints; Energie in beweging. Adviezen om consumenten aan te zetten tot energiebesparing. Eindrapport De Nationale Denktank 2009. Kennismaken zonder kaders

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2009-12-15

    In this report the Dutch National ThinkTank shows that the consumer plays a crucial role in realizing the cabinet targets of 20% energy saving in 2020 and in increasing support for the climate conference in Copenhagen, Denmark. The question with regard to how consumers can be given the opportunity to save energy is answered with a coherent package of 22 concrete advices to make energy saving and sustainable energy generation easier, more affordable and more fun for the consumer. The government and the market can jointly speed up the savings of consumers. [Dutch] De Nationale Denktank toont in dit rapport aan dat de consument een cruciale rol speelt om de kabinetsdoelstelling van 20% energiebesparing in 2020 te realiseren en het draagvlak voor de klimaatconferentie in Kopenhagen, Denemarken, te vergroten. De vraag hoe de consument in staat gesteld kan worden om energie te besparen wordt beantwoordt in de vorm van een samenhangend pakket van 22 concrete adviezen die energiebesparing en duurzame energieopwekking door de consument makkelijker, betaalbaarder en leuker maken. Overheid en markt kunnen hiermee samen zorgen voor een versnelling van het besparen door de consument.

  2. Outlines of the PBL Working programme 2012; Hoofdlijnen PBL Werkprogramma 2012

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-01-15

    In this note, the Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL) sketches the outlines of its working programme for 2012. With the intended research in this working programme, PBL aims to contribute to scientific substantiation and evaluation of the Dutch cabinet's policy in a wide range of areas: environment, mobility, space, living, energy, water, food provision, nature, international collaboration, declining population, administrative reforms and international competitive position. The PBL study is aligned to three (of the six) governmental strategic knowledge themes that have been selected for this administrative period, i.e. Dealing with scarcity of resources and space; (2) the competitive position of the Netherlands; (3) Towards a new division of responsibilities among the state and society and a new balance between rights and obligations [Dutch] Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schetst in deze notitie de hoofdlijnen van zijn werkprogramma voor 2012. Met het voorgenomen onderzoek in dit werkprogramma wil het PBL bijdragen aan wetenschappelijke onderbouwing en evaluatie van het kabinetsbeleid op een breed scala aan terreinen: milieu, mobiliteit, ruimte, wonen, energie, water, voedselvoorziening, natuur, internationale samenwerking, bevolkingskrimp, decentralisatie, bestuurlijke vernieuwing en internationale concurrentiepositie. PBL-onderzoek sluit aan bij drie (van de zes) rijksbrede strategische kennisthema's die zijn gekozen voor deze kabinetsperiode, te weten: (1) Omgaan met schaarste aan ruimte en grondstoffen; (2) Het concurrentievermogen van Nederland; (3) Naar een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling tussen staat en samenleving en een nieuwe balans tussen rechten en plichten.

  3. Experience 2030. Four scenarios for the energy sector; Beleef 2030. 4 toekomstscenario's voor de energiewereld

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Aarts, P.; Breunesse, L.; Duijm, K.; Van Empel, F.; Van Erp, J.; Van Huffelen, A.; Veenstra, J.; Visser, H.; Sicking, C.; Bloemendaal, R. (eds.)

    2003-07-01

    In four days several experts in the field of energy participated in a brainstorm session to discuss the future and the consequences for our energy supply and demand, energy sources and technology. In this book four scenarios are presented: (1) Voluntary Simplicity, characterized by austerity and solidarity; (2) Hyper Individualism, characterized by competitive activities for as much prosperity as possible; (3) Haves and Have-nots, based on geopolitical instability and a strong technological development, resulting even beyond a wider gap between rich and poor; and (4) Tribal Society, dominated by fear, distrust and less prosperity. [Dutch] In 4 dagen is hebben energie-experts deelgenomen aan een 'brainstorm' sessie om te discussieren over de toekomst en de gevolgen daarvan voor de energievoorziening, vraag naar energie, energiebronnen en energietechnologieen. In dit boek worden 4 scenario's gepresenteerd: (1) Vrijwillige Eenvoud, gekarakteriseerd door geopolitieke stabiliteit en een geremde technologische ontwikkeling waarin mensen kiezen voor soberheid en solidariteit; (2) Hyper Individualisme, waarin individuen met eigen bedrijfjes en veel technische mogelijkheden wedijveren om een zo groot mogelijk deel van de welvaart; (3) Haves en Have-nots, waarin geopolitieke instabiliteit en een sterke technologische ontwikkeling leiden tot een tweedeling in de samenleving die verder gaat dan alleen maar een kloof tussen arm en rijk; and (4) Tribal Society, een grimmig scenario, dat wordt gedomineerd door angst, wantrouwen en een slinkende welvaart, als gevolg van een lage technologische ontwikkeling en geopolitieke instabiliteit.

  4. Helpt 'nudgen' bij een gezonde en duurzame keuze? : zes nudges en de keuze voor duurzaam of gezond voedsel

    NARCIS (Netherlands)

    Trijp, van J.C.M.

    2012-01-01

    Hoe werken 'bewezen' nudges voor duurzaam en gezond voedsel? En in hoeverre zijn deze nudges ethisch verantwoord? Dat zijn de kernvragen in dit onderzoek. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat nudges kunnen bijdragen aan een duurzamere en gezondere productkeuze van de consument.

  5. Emissies uit een varkensstal met een gecombineerd luchtwassysteem met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie : Meetprogramma Integraal Duurzame Stallen

    NARCIS (Netherlands)

    Mosquera Losada, J.; Hol, J.M.G.; Huis in 'T Veld, J.W.H.; Ploegaert, J.P.M.; Lovink, E.; Ogink, N.W.M.

    2012-01-01

    This study reports the emissions of ammonia, odour, fine dust (PM10 and PM2.5), methane and nitrous oxide from a pig housing system with a combined (multi-stage) air scrubber with a water scrubber, a biological scrubber and an odour removal section.

  6. Improving sustainability of bio-cogeneration in horticulture; Verbetering duurzaamheid (bio)WKK in de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Koolwijk, E.; Peeters, S.; Schlatmann, S. [Energy Matters, Driebergen (Netherlands)

    2011-12-15

    Combined Heat and Power (CHP) generating gas engines have become an inseparable part of greenhouses. An overview is given of the technical developments in CHP that could result in cost effectiveness, clean and sustainable operation of the CHP installation. This can be achieved by improving existing or new cogeneration systems: e.g. increasing the electrical or thermal efficiency and reduce emissions. Also attention is paid to alternatives for the gas engine: gas turbine and fuel cell. Finally, the options and state of affairs concerning biofuels, related techniques and potential use of 'green' CO2 were investigated [Dutch] WKK op basis van gasmotoren is de laatste 10 jaar uitgegroeid tot een onlosmakelijk operationeel onderdeel van de hedendaagse glastuinbouw. Een overzicht wordt gegeven van de technische ontwikkelingen rond WKK die er toe kunnen leiden dat WKK kosteneffectiever/rendabeler, schoner en duurzamer bedreven kan worden. Dit kan onder andere door verbeteringen van de bestaande of nog te plaatsen WKK's: verhogen van het elektrisch of thermisch rendement en verlagen van de emissies. Ook is gekeken naar de mogelijke alternatieven voor de gasmotor: gasturbine en brandstofcel. Tevens wordt ingegaan op de mogelijkheden en stand zaken rond biobrandstoffen, de daarbij behorende technieken en mogelijke toepassing van 'groene' CO2.

  7. Towards minimum energy houses with EPC {<=}0; Op weg naar minimum energie woningen met EPC {<=}0

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Den Dulk, F.W. [Piode - ontwerp- en adviesbureau BNA, Amersfoort (Netherlands)

    2012-09-15

    The purpose of the publication is to inform stakeholders about the current state concerning energy efficient building of houses and residential buildings. Also guidance is provided with regard to steps to follow and some practical examples are given. The energy concepts shown are based on known and marketable techniques. An energy concept is a balanced and tailored set of design measures, building construction facilities, installation and (sustainable) energy supply. Optimization is based on energy savings and costs and benefits and it must also meet requirements for health, safety, comfort and ease of operation [Dutch] Het doel van de publicatie is om belanghebbenden te informeren over de huidige stand van zaken m.b.t. vergaand energiezuinig bouwen. Tevens wordt een handreiking geboden over de te volgen stappen en zijn een aantal voorbeelden opgenomen over de praktijk. De publicatie is beperkt tot seriematige woningbouw. De energieconcepten zijn op het niveau van de individuele woning of een woongebouw. De weergegeven energieconcepten zijn gebaseerd op bekende- en marktrijpe technieken. Een energieconcept is een afgewogen en op elkaar afgestemd samenstel van ontwerpmaatregelen, bouwkundige maatregelen en voorzieningen, de installatie en de (duurzame) energievoorziening . Optimalisatie vindt plaats op basis van energiebesparing en kosten/baten terwijl tevens moet worden voldaan aan eisen voor veiligheid, gezondheid, comfort en bedieningsgemak.

  8. Novel Protein Foods in catering. Outline of the options project plan; Novel Protein Foods in catering. Verkenning van de mogelijkheden projectplan

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Londo, H.M.; De Kuijer, O.C.H. [KDO Advies, Amsterdam (Netherlands)

    2002-04-01

    The aim of the project on the title subject is to develop and introduce new product concepts on the basis of Novel Protein Foods (NPF) in the catering sector. An overview is given of the chances, relevant parties and future images with respect to products, market, technology, environmental impacts and energy conservation. [Dutch] In het project duurzame voedselketens en energiebesparing (DKE) zijn Novem en Stichting Agro Keten Kennis (AKK) op zoek naar mogelijkheden om de milieu- en energiebelasting binnen de sector voeden te verkleinen. Een aantal projectideeen is hier inmiddels voor geselecteerd, varierend van optimalisaties in bestaande voedselketens tot ideeen voor nieuwe ketens. Een interessante keten in dit kader is Novel Protein Foods (NPF) in de catering. NPF worden momenteel vooral als (vlees)alternatief geconsumeerd en via de normale retail-kanalen afgezet. Aangezien de gemiddelde Nederlander bijna 40% van zijn maaltijden 'buiten de deur' consumeert, heeft de introductie van NPF in een cateringketen perspectief. Een verkenning is uitgevoerd van de kansen van deze nieuwe keten, de te betrekken partijen en de mogelijke toekomstbeelden in termen van producten, markt, technologie, milieu- en energie-effecten. De verkenning bestond uit een aantal verkennende gesprekken met partijen in de keten, een brainstormbijeenkomst met geinteresseerde partijen, een gezamenlijke presentatie en berekeningen aan het potentieel aan energiebesparing.

  9. Learning from the energetic rural area. Background report; Leren van het energieke platteland. Achtergrondrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Arnouts, R.; Van den Born, G. J.; Daalhuizen, F.; Farjon, H.; Pols, L.; Tekelenburg, T.; Tisma, S.; Van Veen, M. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands); Gerritsen, A.; Verburg, R. [Wageningen UR, Wageningen (Netherlands); Wiering, M. [Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen (Netherlands); Roovers, G. [Oranjewoud, Heerenveen (Netherlands)

    2013-06-15

    Citizens and businesses start on a regular basis, and in cooperation with the Dutch government, initiatives to improve the living environment in rural areas. In this study, 32 examples are discussed to detect issues that can be improved. The examples concern more or less successful partnerships for sustainable rural development, in which the market, citizens and civil society play a prominent role. Four issues for improvement are identified: (1) Other accents are required in laws and regulations for the living environment; (2) The Dutch government must give smart directions by means of levies and incentives; (3) A vision of the governments is essential; and (4) Towards a proactive, facilitating government [Dutch] Burgers en bedrijven nemen regelmatig samen met overheden initiatieven om de leefomgeving op het platteland te verbeteren. In deze studie zijn 32 praktijkvoorbeelden onder de loep genomen om die verbeterpunten op te sporen. Het gaat om meer of minder succesvolle samenwerkingsverbanden voor duurzame plattelandsontwikkeling, waarin marktpartijen, burgers en het maatschappelijk middenveld een vooraanstaande rol spelen. Hierbij worden vier verbeterpunten gesignaleerd: (1) Andere accenten gewenst in wet- en regelgeving voor de leefomgeving; (2) Slimmer sturen met heffingen en vergoedingen door de overheid; (3) Visie van overheden is onontbeerlijk; en (4) Naar een proactieve, faciliterende overheid.

  10. Structural Vision on the Future of the Afsluitdijk; Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2011-12-15

    With this structural vision, the Dutch Cabinet is taking its responsibility with regard to water safety and is also able to link up to other themes and to develop the area in a broader context. The structural vision sketches opportunities that are spatially relevant for the Afsluitdijk (IJsselmeer Dam). The Dutch government, local authorities, knowledge institutes and market parties together show in their vision on the Afsluitdijk how the Netherlands will be dealing with significant challenges in the coming decades: the consequences of climate change, sustainable energy supply and preserving and strengthening biodiversity in an appealing landscape. This approach contributes to safety, prosperity and well-being. [Dutch] Het kabinet neemt met deze structuurvisie zijn verantwoordelijkheid voor de waterveiligheid en ziet daarnaast kansen om verbindingen te leggen met andere thema's en om het gebied ook in bredere zin te ontwikkelen. De structuurvisie schets daartoe mogelijkheden voor zover die in ruimtelijk opzicht direct verband houden met de Afsluitdijk. Het rijk, decentrale overheden, kennisinstellingen en marktpartijen laten op de Afsluitdijk samen zien hoe Nederland omgaat met grote uitdagingen van de komende decennia: de gevolgen van klimaatverandering, duurzame energievoorziening en het in stand houden en versterken van biodiversiteit in een aantrekkelijk landschap. Deze aanpak draagt bij aan veiligheid, welvaart en welzijn.

  11. Options for shallow geothermal energy for horticulture. Annexes; Kansen voor Ondiepe Geothermie voor de glastuinbouw. Bijlagen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hellebrand, K. [IF-Technology, Arnhem (Netherlands); Post, R.J. [DLV glas en energie, Naaldwijk (Netherlands); In ' t Groen, B. [KEMA, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-15

    Geothermal energy is too expensive to serve as energy supply for most horticultural entrepreneurs. Therefore, research has been carried out into options to use heat from more shallow layers (shallow geothermal energy). Unlike shallow geothermal energy deep geothermal energy can be applied on a smaller scale, possibly also for individual growers. It can be applied in combination with an existing heating system, but with a more sustainable outcome. Because drilling is done in shallow layers, drilling costs and financial risks are lower. This report comprises the annexes (A) Geologic Framework, and (B) Maps of the Netherlands (depth, thickness of sand layers, temperature and shallow geothermal energy potential [Dutch] Geothermie is voor de meeste tuinbouwondernemers teduur om als energievoorziening te dienen. Daarom is onderzoek gedaan naar mogelijkheden om warmte te gebruiken uit ondiepere lagen (ondiepe geothermie). In tegenstelling tot diepe geothermie is ondiepe geothermie op kleinere schaal toepasbaar, mogelijk ook voor individuele kwekers. Het kan in combinatie met de bestaande verwarmingsinstallatie worden ingezet maar met een duurzamer resultaat. Omdat ondieper wordt geboord zijn de boorkosten en de financiele risico's lager. Dit rapport bevat de bijlagen: (A) Geologisch kader, en (B) B Kaarten Nederland (diepte, zandlaagdikte, temperatuur en ondiepe geothermie (OGT) potentie.

  12. Concept for clean air school buildings. Sufficient and draught-free ventilation through the ceiling; Concept voor frisse scholen. Voldoende en tochtvrij ventileren via het plafond

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Jacobs, P.; Van Oeffelen, L.; Knoll, B. [TNO Bouw en Ondergrond, Delft (Netherlands)

    2008-10-15

    Many Dutch schools have poor air quality due to drafts during the heating season, while there is overheating in the other seasons. In this article a new air distribution concept is described, capable of solving both these problems. The research organization TNO Delft in the Netherlands presented what it calls the 'Fresh School' (Frisse Scholen) concept to the educational sector in four sessions held in a temporary classroom. A brief overview is given of the performance data from bench-scale experiments and from a field test. Also three design examples illustrate ways of integrating this distribution concept into existing schools. [Dutch] In een groot deel van de Nederlandse scholen is tocht de oorzaak van slechte luchtkwaliteit in het stookseizoen, terwijl in de rest van het jaar het risico op oververhilting bestaat vanwege de hoge interne warmtelast. Dit artikel beschrijft een nieuw luchtdistributieconcept dat deze twee problemen kan oplossen. Dit zogenaamde 'Frisse Scholen' concept is vorig jaar tijdens een viertal sessies in een tijdelijk klaslokaal bij TNO in Delft aan de onderwijswereld gepresenteerd. Een kort overzicht wordt gegeven van de laboratorium resultaten en de prestaties in een praktijktest. Vervolgens wordt met een drietal voorbeeldontwerpen ingegaan op hoe dit distributieconcept op een duurzame wijze in bestaande scholen is te integreren.

  13. PPS in de polder : De betekenis van publiekprivate samenwerking voor de borging van duurzame ruimtelijke kwaliteit op Vinex-locaties

    NARCIS (Netherlands)

    Hof, G.J.J. van den

    2006-01-01

    In the Fourth National Spatial Policy Plan Extra (1990) the development areas were pointed out (the so-called "Vinex-areas"). This encouraged project developers to buy large and strategic situated properties. The key question is how to assure that also next generations of inhabitants, politicians

  14. Life cycle analysis. The ISO-standards elaborated in a practical manual; Levenscyclusanalyse. De ISO-normen uitgewerkt in een praktijkgerichte Handleiding

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Guinee, J.B. (ed.) (and others)

    2002-04-01

    including all characterisation factors and associated normalisation factors for the world, Europe or the Netherlands is available through http://www.leidenuniv.nl/ cml/lca2/index.html. [Dutch] Doel van het milieubeleid is duurzame productie en consumptie. Dat beleid krijgt vorm op verschillende manieren en op verschillende niveaus. Overheid, instellingen en bedrijven zijn voortdurend bezig product- en procesverbeteringen aan te brengen. Kennis van de milieueffecten van hun keuzen zijn daarbij onontbeerlijk. De meest gebruikte integrale beoordelingsmethodiek van milieueffecten is de Levenscyclusanalyse (LCA). Dit rapport is de nieuwe Nederlandse handleiding LCA die de oude uit 1992 vervangt. Wereldwijde ontwikkelingen in de LCA methodiek zijn opgenomen en hebben bijgedragen aan een vernieuwde consistente methode. Deze handleiding geeft aan welke procedures gevolgd zouden moeten worden om tot adequate, relevante en geaccepteerde resultaten te komen. Door het onderscheid te maken tussen een gedetailleerde en een eenvoudige LCA, is deze handleiding breder toepasbaar geworden. De handleiding LCA is daarmee een nuttige gereedschapskist voor maatregelen richting duurzame productie en consumptie.

  15. Enquête naar het gewasbeschermingsgedrag van telers en hun houding tegenover het gewasbeschermingsbeleid. Tussenevaluatie nota Duurzame Gewasbescherming, deelrapport Economie 2

    NARCIS (Netherlands)

    Lauwere, de C.C.; Bremmer, J.; Gaag, van der D.J.; Linden, van der T.; Meer, van der R.W.; Netjes, A.; Spruijt, J.; Wal, van der E.

    2006-01-01

    Een belangrijk onderdeel van het deelproject economie is een enquête die is gehouden onder 410 telers uit acht sectoren. De geïnterviewde telers staan positief tegenover het gewasbeschermingsbeleid (goed voor het milieu en goed voor het imago), maar zijn ook ongerust over vermeend

  16. Zero energy office building renovation; Energieneutrale kantoorrenovatie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Deguelle, D.; Krijnen, M. [DHV, Amersfoort (Netherlands); Heijnis, J. [cepezed, Delft (Netherlands)

    2011-04-15

    Building Brains has been set up by TNO as a cooperative and started September 21, 2009. The aim of the project was to answer the question how the energy consumption in the Netherlands can be reduced by 50% up to 2030 or how the built environment can be made energy-neutral. This issue of the magazine is dedicated to Building Brains project. Four different renovation concepts are compared: energy-neutral renovation that involves the exclusive use of sustainable generated energy;.the application of the passive construction principles; the use of Double Skin Facades; and decentralized facade-integrated installation techniques. Following the results of this study two optimized refurbishment approaches for a zero energy office are designed. [Dutch] Building Brains is een door TNO opgezet samenwerkingsproject dat op 21 september 2009 van start ging. Het doel van het project is antwoord te geven op de vraag hoe tot 2030 het energiegebruik in Nederland kan worden gehalveerd of hoe de gebouwde omgeving energieneutraal kan worden gemaakt. Deze aflevering van het tijdschrift TVVL is vrijwel geheel gewijd aan het Building Brains project. Er is onderzocht hoe verschillende renovatieconcepten scoren. Er zijn vier renovatieconcepten met elkaar vergeleken: energie neutraal renoveren door middel van duurzame energieopwekking, toepassen van het passiefhuisprincipe, toepassen van een tweedehuidfacade en toepassen van een decentrale, gevel-geintegreerde installatie. Uit de studie kwamen twee geoptimaliseerde concepten voor een energieneutrale kantoorrenovatie naar voren.

  17. Greenhouse as energy source. Inspiring strategies for the horticulture; Kas als energiebron. Inspirerende strategieen voor de glastuinbouw

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ruijgrok, W.J.A.; Braber, K.J. [KEMA sustainable energy, Arnhem (Netherlands)

    2002-09-01

    Several agricultural organizations in the Netherlands started a new initiative to develop a sustainable and efficient greenhouse culture industry. Several brainstorm sessions resulted in themes which need cooperative efforts to be realized. One of those themes is energy. Several experts in the field were asked to write an essay or note on the use of greenhouses as energy sources. In this report an essay is presented of the KEMA Sustainable Energy. KEMA analyzed several road maps which can lead to a future in which greenhouses not only use energy but can also produce energy. [Dutch] InnovatieNetwerk Groene Ruimte en Agrocluster en de Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) hebben het initiatief genomen om samen een ambitieus thema tot ontwikkeling te brengen: 'Glastuinbouw 2020: naar een vitale, duurzame en gerespecteerde glastuinbouw'. Na een eerste fase van toekomstverkenningen is gewerkt aan het opstellen van een concrete actieagenda. In verschillende brainstormsessies met opinion leaders uit het glastuinbouwcluster zijn thema's geinventariseerd die individuele spelers overstijgen en waarin gezamenlijk zou moeten worden geinvesteerd. Een van die thema's is energie. Aan verschillende personen is gevraagd het toekomstbeeld 'kas als energiebron' in een essay of startnotitie uit te werken. Deze rapportage bevat een essay van een groep van de KEMA sustainable energy. Zij hebben verschillende marsroutes die kunnen leiden tot het realiseren van het toekomstbeeld verkend en beschreven.

  18. One central heating boiler for all combustible gases; Een CV-ketel voor alle brandbare gassen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gersen, S.; Darmeveil, H.; Hegge, R. [DNV KEMA Energy and Sustainability, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-07

    There is increasing interest in the distribution of sustainable gases (H2, H2/CO, CH4/CO2) and imported gases, such as LNG. The composition of these 'new' gases can differ greatly from the traditional distributed gases. The combustion characteristics may cause undesired effects in household appliances. One of the solutions is to develop equipment that can accept a wide range of gases and mixtures thereof. To this end, within the EDGaR-program (Energy Delta Gas Research) the project 'new gas sensors' is started by the Energy Research Centre of the Netherlands (ECN), Delft University of Technology (TUD) and DNV-KEMA/Gasunie to develop a boiler in which the new gases can be used [Dutch] Er is toenemende interesse in de distributie van duurzame gassen (H2 , H2/CO, CH4/CO2 ) en geimporteerde gassen, zoals LNG. De samenstelling van deze 'nieuwe' gassen kan sterk verschillen van de traditioneel gedistribueerde gassen. De verbrandingseigenschappen kunnen ongewenste effecten veroorzaken in huishoudelijke apparatuur. Een van de oplossingen is het ontwikkelen van apparatuur die een breed scala aan gassamenstellingen kan accepteren. Hiertoe is binnen het EDGaR-programma (Energy Delta Gas Research) een project 'new gas sensors' gestart met ECN, TU Delft en DNV-KEMA/Gasunie voor het ontwikkelen van een CV-ketel die geschikt is voor de nieuwe gassen.

  19. Clean energy from a reliable source. Feasibility study on the use of geothermal heat from mine water for the city park Oranje Nassau and Heerlerheide Centre, Netherlands; Schone energie uit vertrouwde bron. Onderzoek naar de haalbaarheid van het benutten van aardwarmte uit het mijnwater voor het Stadspark Oranje Nassau en Heerlerheide Centrum

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Gommans, L.J.J.H.M. [Milieukundig Onderzoeks- en Ontwerp Buro BOOM, Maastricht (Netherlands); Kempen, G.W.P.J. [ARPAS Energy Contracting, Sittard (Netherlands); Van Tongeren, P.C.H. [Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek VITO, Mol (Belgium)

    2003-03-26

    The aim of the study on the title subject is to gain insight into the feasibility to use water from mines as a source for renewable energy and/or energy storage in an overall energy plan for the city Heerlen in the Netherlands. [Dutch] Het doel van de voorliggende studie is om inzicht te geven in de haalbaarheid om (aard)warmte middels het gebruik van mijnwater in te zetten als bron van duurzame energie en/of energieopslag binnen het plan 'centrum noord' voor Heerlen. Er wordt van uitgegaan dat er door de voormalige mijnbouwactiviteiten ondergronds een relatief grillig, door mensen gevormd kunstmatig reservoir is ontstaan, dat gevuld is met relatief warm water. Voor een goed inzicht in het type reservoir (opbouw) en het - vermoedelijke - reservoirgedrag, wordt in deze studie een analyse gegeven van de belangrijkste onderdelen van het reservoir, alsmede van die factoren die het reservoirgedrag (mede) sterk (kunnen) beinvloeden. Zaken als verwachte porositeiten, permeabiliteiten en reservoirvolume komen hierbij aan de orde. Eveneens wordt de gevonden informatie over watertemperatuur, chemische samenstelling, e.d, behandeld. Een beperkt deel van de voormalige mijninfrastructuur is gedigitaliseerd en de digitale gegevens zijn ondergebracht in een Geografisch Informatie Systeem (GIS). Tevens zijn in de rapportage enkele conceptuele mogelijkheden voor warmtewinning en/of opslag m.b.t. de lokale ondergrond aangegeven en worden bij een aantal aspecten de mogelijke risico's aangegeven.

  20. Technology in industrial buildings; Techniek in bedrijfshallen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lam, P. ' t (ed.)

    2009-09-15

    This thematic issue dedicates 9 articles to provisions in industrial buildings such as air volume, lighting, sound, climate, heating, purification and ventilation: (1) a CO2 emission free distribution centre of Dutch logistic services provider TNT in Veenendaal; (2) the deployment of sustainable techniques in a new industrial building of contractor Klein Poelhuis; (3) energy saving through the use of supporting ventilators in low inducing supply systems (4) the conditioning of large spaces with gas-fired air conditioning equipment; (5) energy efficient lighting in industrial buildings; (6) the deployment of indirectly fired radiant heating; fire prevention by means of sprinkler systems; (8) draught control with industrial air curtains; and (9) energetically sound cooling of industrial and large buildings [mk]. [Dutch] In dit themanummer zijn 9 artikelen gewijd aan omgevingsvoorzieningen in bedrijfshallen, zoals luchtvolume, verlichting, geluid, klimaat, verwarmen, zuiveren en ventilatie: (1) een CO2-emissievrij distributiecentrum van logistiek dienstverlener TNT in Veenendaal; (2) de toepassing van duurzame technieken in een nieuw bedrijfspand van het installatiebedrijf Klein Poelhuis; (3) energiebesparing door het gebruik van ondersteuningsventilatoren bij laag inducerende toevoersystemen; (4) de klimatisering van grote ruimtes met gasgestookte luchtbehandelingsapparatuur; (5) energiezuinige verlichting in bedrijfshallen; (6) de toepassing van indirect gestookte stralingsverwarming; (7) brandpreventie d.m.v. sprinklersystemen; (8) tochtbestrijding met industriele luchtgordijnen; en (9) energetisch verantwoorde koeling van industriele en grote gebouwen.

  1. SmartGrids, Effectiveness for Everybody. State of the art and lessons learned from the past (Work package 1); Smart Grids. Rendement voor Iedereen. Stand van zaken en geleerde lessen uit het verleden (Werkpakket 1)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Melle, T.; Haaksma, V.; Van Breevoort, P.; Graveland, M.; Slingerland, E.; Winkel, T.; Hoen, V.; Noach, C. [Ecofys, Utrecht (Netherlands); Boerakker, Y.; Karatay, E.; Sanberg, T.; Faasen, C.; Mulder, W.; Huibers, M.; Maandag, M. [DNV KEMA, Arnhem (Netherlands); Milovanovic, M.; Bolderdijk, J.W.; Steg, L. [Rijksuniversiteit Groningen RUG, Groningen (Netherlands); Kapitein, A. [Cap Gemini Consulting, Utrecht (Netherlands); Bruning, F.; Berg, R. [LomboXnet, Utrecht (Netherlands); Boumans, F. [Hogeschool Utrecht, Utrecht (Netherlands)

    2012-09-15

    The aim of the title Smart Grids project is to improve accessibility of attractiveness of renewable energy for the Utrecht region for everyone. The project aims to develop, test and implement new business cases and service concepts for medium-sized smart grids in Utrecht and Amersfoort (both in the Netherlands). The project covers a total of two hundred houses and businesses. This report presents the results of Work Package 1: technical aspects of smart grids. Attention is also paid to consumer behavior with respect to smart grids and financial concepts for smart grids. Finally, an overview is given of the lessons learned from other similar pilots in the Netherlands and outside the Utrecht region [Dutch] Het Smart Grids project wil duurzame energie in de regio Utrecht bereikbaar en aantrekkelijk maken voor iedereen. Het project heeft tot doel nieuwe business cases en dienstverleningsconcepten te ontwikkelen, te testen en te realiseren voor middelgrote smart grids in Utrecht en Amersfoort. Het betreft in totaal tweehonderd woningen en bedrijven. In dit rapport worden de resultaten van Work Package 1 besproken: technische aspecten van smart grids. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het consumentengedrag met betrekking tot smart grids, financieringsconstructies voor smart grids. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de lessen uit andere pilots in Nederland en daarbuiten op het gebied van smart grids.

  2. Biotechnology for bulk production of organic chemicals. Use of biomass as an option for the future?; Biotechnologie voor bulkproductie van organische chemicalien. Inzet biomassa optie voor de toekomst?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Patel, M.K.; Crank, M.; Dornburg, V.; Hermann, B.G. [Sectie Natuurwetenschap en Samenleving, Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht, Utrecht (Netherlands); Van Overbeek, L. [Plant Research International, Wageningen (Netherlands)

    2007-07-01

    This article summarizes the BREW study (Biotechnological production of bulk chemicals from RenEWable resources), which was carried out for the European Commission by a consortium, coordinated by the Copernicus Institute of the Utrecht University in the Netherlands. The study investigates the medium and long-term opportunities and risks of the biotechnological production of organic chemicals. The objective is to gain better understanding of the techno-economic and the societal viability of White Biotechnology in the coming decades. The key research questions are which products could be made with White Biotechnology, whether these products can contribute to savings of energy use and greenhouse gas (GHG) emissions, under which conditions the products become economically viable, which risks may originate from the use of genetically modified organisms (GMO) in fermentation and what the public perception is. [Dutch] Tegenwoordig worden bijna alle organische chemische stoffen en plastics geproduceerd uit ruwe olie en aardgas. Moet dit zo blijven of zijn er andere, meer duurzame manieren om chemische stoffen te produceren? Het gebruik van biomassa als grondstof en het inzetten van biotechnologie zijn twee mogelijkheden. Maar wanneer we deze methoden gebruiken, Iopen we dan tegen nieuwe, onvoorziene risico's aan? Dit artikel geeft een samenvatting van de uitkomst van een gedetailleerde studie, gefinancierd door de Europese Unie, over deze en andere belangrijke vragen.

  3. Market performance and distributional effects on renewable energy markets

    International Nuclear Information System (INIS)

    Koutstaal, P.; Bijlsma, M.; Zwart, G.; Van Tilburg, X.; Ozdemir, O.

    2009-08-01

    A renewable obligation (RO) combined with tradable renewable energy certificates is a market-based instrument used to promote the production of electricity from renewable energy sources. A renewable obligation is an alternative for subsidies. A renewable obligation will only be an efficient instrument if certificate markets are efficient. This requires that there is no market power and no anti-competitive behaviour on the certificate market. If the current developments in Dutch renewable energy production continue, market power on a future renewable certificate market in the Netherlands will probably not be an issue, even if the RO should only rest on the retail market instead of on the whole electricity market. A renewable obligation will raise the retail price for consumers, thereby reducing consumer surplus. Simulations show that the retail electricity price increases with 30 euro per MWh to a level of 104 euro per MWh in case of a 30% renewable target. Consumer surplus is reduced with 19% compared to the baseline scenario. In contrast, a subsidy such as the Dutch SDE (Promoting Renewable Energy scheme or 'Stimulering Duurzame Energie') which is financed from the state budget has the effect to (slightly) lower the retail electricity price, thereby increasing consumer surplus. It should however be realised that the costs of the subsidy will indirectly affect electricity consumers through their tax payments.

  4. Unilateral Measures addressing Non-Trade Concerns. A Study on WTO Consistency, Relevance of other International Agreements, Economic Effectiveness and Impact on Developing Countries of Measures concerning Non-Product-Related Processes and Production Methods

    International Nuclear Information System (INIS)

    Van den Bossche, P.; Schrijver, N.; Faber, G.

    2007-01-01

    Over the last two years, the debate in the Netherlands on trade measures addressing non-trade concerns has focused on two important and politically sensitive issues, namely: (1) the sustainability of the large-scale production of biomass as an alternative source of energy; and (2) the production of livestock products in a manner that is consistent with animal welfare requirements. In February 2007 a report was issued on the 'Toetsingskader voor Duurzame Biomassa', the so-called Cramer Report. This report discusses the risks associated with large-scale biomass production and establishes a list of criteria for the sustainable production of biomass. These criteria reflect a broad range of non-trade concerns, including environmental protection, global warming, food security, biodiversity, economic prosperity and social welfare. The report recognizes that the implementation of the criteria (including the establishment of a certification system) will require careful consideration of the obligations of the Netherlands under EU and WTO law. Governments called upon to address non-trade concerns may do so by using different types of measures. Prominent among these are measures concerning processes and production methods of products. In the present study, these issues are examined primarily with regard to existing, proposed or still purely hypothetical measures for implementing the Cramer criteria for the sustainable production of biomass. Several other, non-energy-related issues are discussed in this report

  5. Toch liever geen idioot?! : Beelden van de goede burger en de ideale samenleving in het burgerschapsonderwijs in het licht van de theorie van Normatieve Professionalisering

    NARCIS (Netherlands)

    Blaauwendraad, G.

    2018-01-01

    Since 2006, educational institutes have been assigned with the task to provide citizenship education in accordance with their philosophical, religious, and educational outlook, and to explain this outlook in their school guide. This study discusses the results of research done into the current

  6. Technische universiteiten en duurzame ontwikkeling in Afrika : Een interfacultair studenten onderzoeksproject voor het 33e lustrumsymposium van de Technische Universiteit Delft

    NARCIS (Netherlands)

    Duijvestein, C.A.J.; de Vries, G.; Bos, M.; Cozijnse, K.; Findlater, J.W.; Fremouw, M.; Jonkman, J.; Oijevaar, K.; Peters, S.; van Rattinghe, K.; Sack-van Straaten, K.; De Vries, G.; Wessels, R.

    2007-01-01

    In 2007, Delft University of Technology celebrates its 165th birthday. This unique occasion is celebrated with several activities revolving around the subject "Sustainable Solutions, with a focus on Africa". For the interdisciplinary course "Technical Universities and Sustainable development of

  7. SDE with a future; SDE met toekomst

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dieperink, M.A.M. [Houthoff Buruma, Amsterdam (Netherlands)

    2012-11-15

    In 2020, 14% of gross final energy consumption needs to have been generated from renewable sources. To realize this target, market parties in particular need to realize new production installations for renewable energy. Support from the Dutch government is (still) essential in this endeavour. The renewable energy production is therefore subsidized through the Dutch SDE+ scheme (Support scheme for the production of renewable energy). In 2012, 1.7 billion euro was made available for SDE. The SDE subsidy may be insufficient to realize the 14% target. For this reason options for improving the SDE scheme are explored. Moreover substantiation is provided of the benefits SDE offers compared to a supplier obligation. The examples used in this article are limited to PV panels and offshore and onshore wind turbine farms [Dutch] In 2020 moet 14% van het bruto eindgebruik van energie afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen. Om deze doelstelling te halen, dienen vooral marktpartijen nieuwe productie-installaties voor hernieuwbare energie te realiseren. Overheidsondersteuning is daarbij (nog) essentieel. De hernieuwbare-energieproductie wordt daarom gesubsidieerd op grond van de SDE+-regeling (Stimuleringsregeling Duurzame Energie. In 2012 is daarvoor EUR 1,7 miljard beschikbaar gesteld. De SDE is mogelijk ontoereikend om de 14%-doelstelling te behalen. Om die reden wordt verkend hoe de SDE kan worden verbeterd. Daarnaast wordt onderbouwd welke voordelen de SDE heeft ten opzichte van een leveranciersverplichting. De voorbeelden in dit artikel zijn beperkt tot fotovoltaische zonnepanelen en offshore en onshore windturbineparken.

  8. Progress report on Green Deals 2013; Voortgangsrapportage Green Deals 2013

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2013-11-15

    In the Dutch governmental coalition agreement the Green Deal approach was announced in the autumn of 2010. The focus of the Green Deals is for people and companies to develop sustainable initiatives that contribute to economic growth. The Green Deal approach started with the theme energy, but has been extended with the themes biobased economy, climate, resources, buildings, food, mobility, water and biological diversity. This progress report provides an overview of the deals that this bottom-up approach has yielded. The report also provides information on the progress of the deals and the interim results of the approach and the individual deals. Also attention is paid to how the 146 Green Deals score on innovation and entrepreneurship [Dutch] In het regeerakkoord van het kabinet is in het najaar van 2010 de Green Deal-aanpak aangekondigd. Centraal in de aanpak staat dat mensen en bedrijven zoveel mogelijk ruimte krijgen voor eigen duurzame initiatieven die bijdragen aan economische groei. De aanpak is gestart vanuit het thema energie, maar beslaat inmiddels ook de thema's biobased economy, klimaat, grondstoffen, bouw, voedsel, mobiliteit, water en biodiversiteit. Deze voortgangsrapportage geeft een overzicht van de deals die deze bottom-up aanpak heeft opgeleverd. De rapportage informeert bovendien over de voortgang van de deals en over de tussentijdse resultaten van zowel de aanpak als de afzonderlijke deals. Ook wordt gekeken hoe de 146 Green Deals scoren op innovatief vermogen en ondernemerschap.

  9. Potential of sustainable energy with regard to engineering structures. WINN Energy from Water; Potentie duurzame energie bij kunstwerken. WINN Energie uit water

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Jong, R.J. [Deltares, Delft (Netherlands); Slootjes, N. [HKV Lijn in Water, Lelystad (Netherlands); Van den Noortgaete, T. [Royal Haskoning, Amersfoort (Netherlands)

    2009-11-15

    This exploratory study focuses on the options of generating electrical energy from flowing water of constructions. Machines that could be suitable for other locations are also indicated. Remarks on deployment of hydropower in future constructions are also included [Dutch] Deze verkennende studie richt zich op de mogelijkheden bij bestaande kunstwerken elektrische energie uit stromend water op te wekken. Mogelijke machines voor andere locaties worden ook aangegeven. Opmerkingen over toepassing van waterkracht bij toekomstige werken zijn ook opgenomen.

  10. The impact of new discharge regulations on the use of sludge digestion to produce biogas; Nieuwe lozingseisen beperken slibgisting als duurzame energiebron

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schomaker, T.; Roeleveld, P. [Haskoning Ingenieurs- en Architectenbureau, Nijmegen (Netherlands)

    1997-05-01

    In order to meet the new discharge regulations for nitrates and phosphates (nutrients) in waste water from sewage works existing installations are adjusted. An overview is given of the technical adjustments that are made and the consequences for the biogas yield and the consumption of electricity. 1 fig., 1 tab., 4 refs.

  11. Dutch Energy Investment Allowance (EIA). Energy and Companies. Energy List for 2008; Energie-Investeringsaftrek. Energie en Bedrijven. Energielijst 2008

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2008-01-15

    This tax relief programme gives a direct financial advantage to dutch companies that invest in energy-saving equipment and sustainable energy. 44 percent of the annual investment costs of such equipment (purchase costs and production costs) are deductible from the fiscal profit over the calendar year in which the equipment was procured, subject to a maximum of EUR 111 million. The Energy List determines which types of equipment qualify for this programme. The programme includes the costs of obtaining energy advice, provided that the advice results in an investment in energy-saving equipment. Within three months of entering into obligations one must report the investment to the Investment Schemes and Arbitrary Depreciation Office in Breda, Netherlands. [Dutch] De Energie-investeringsaftrek (EIA) biedt ondernemers een belastingvoordeel voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Naast de gebruikelijke afschrijving is 44% van de investeringskosten van deze bedrijfsmiddelen aftrekbaar van de fiscale winst. In deel 1 van deze brochure vindt men de wijzigingen ten opzichte van het jaar 2007. In deel 2 wordt de werking van de EIA uitgelegd en in deel 3 hoe van deze regeling gebruik kan worden gemaakt. In deel 4 staat de toelichting op de energielijst en in deel 5 is een overzicht opgenomen met omschrijvingen en voorbeelden van energie-investeringen, de zogenoemde Energielijst. In deel 6 is aangegeven hoe men een voorstel kan doen om de Energielijst van 2008 aan te vullen of te wijzigen voor 2009. Het meldingsformulier om EIA aan te vragen en het machtigingsformulier zijn opgenomen bij deel 7.

  12. Activation or stalling on dark days. Outline of the options to save energy and the consequences for crops; Activeren' of 'stilzetten' op donkere dagen. Verkenning van de mogelijkheden voor energiebesparing en de gevolgen voor het gewas

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dieleman, J.A.; Kempkes, F.; Dueck, T.A. [Plant Research International, Wageningen (Netherlands)

    2006-11-15

    In the framework of the Greenhouse Horticulture and Environment Covenant (GLAMI) the government and the greenhouse horticulture sector have made agreements about social preconditions, with 2010 as horizon: 65% decrease in energy use compared to 1980 and 4% sustainable energy. Moreover, the government demands that greenhouse horticulture reduces CO2 emissions. Set against this background, a study was conducted in 2006 examining the effects of activating crops on the carious processes in the crops and the consequences for energy use. In the first phase an inventory was made of the knowledge and the number of experts in the area of crops, greenhouse climate and energy use. In the final phase of the project the results were discussed with a number of cultivation advisors and a study group high wire cucumber growers.(mk) [Dutch] In het kader van het convenant Glastuinbouw en Milieu (GLAMI) hebben de overheid en de glastuinbouwsector afspraken gemaakt over de maatschappelijke randvoorwaarden, met als horizon 2010: 65% vermindering van het energiegebruik ten opzichte van 1980 en 4% duurzame energie. Ook wil de overheid dat de glastuinbouw de uitstoot van CO2 terugdringen. Tegen deze achtergrond is in 2006 onderzoek gedaan naar de effecten van het activeren van het gewas op de verschillende processen in het gewas en op de gevolgen voor het energiegebruik. De eerste fase van dit onderzoek bestond uit het inventariseren van de kennis van een aantal experts op het gebied van gewas, kasklimaat en energiegebruik. In de laatste fase van dit project zijn de resultaten besproken met een aantal teeltadviseurs en een studiegroep hoge draad komkommertelers.

  13. Toetsing van het gehalte duurzame veiligheid met Safer Transportation Network Planning : integratie van de ‘DV-gehaltemeter’ in het ontwerpprogramma ‘Safer-TNP’

    NARCIS (Netherlands)

    Hummel, T.

    2001-01-01

    Testing the sustainable-safety contents with Safer Transportation Network Planning. In the publication entitled “Developing a sustainable-safety meter (DV-meter) for measuring the sustainable-safety contents” (Van der Kooi & Dijkstra, 2000), the development of and a pilot measurement with a

  14. Water as a source of renewable energy. Environmental impacts of six energy techniques; Water als bron van duurzame energie. Omgevingseffecten van zes energietechnologieen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van den Berg, M.; De Bie, Y.; Geurts, F.; Van Iersel, S.; Ritzen, A.; Stolk, N.

    2010-03-15

    This report describes the environmental impact of six energy technologies using water: thermal energy storage, tidal current, tidal energy with height of fall, wave energy, aquatic biomass and osmosis energy (blue energy) [Dutch] In dit rapport zijn de omgevingseffecten van zes energietechnologieen met water beschreven: warmte koude opslag, getijdenstroming, getijdenenergie op verval, golfenergie, aquatische biomassa en osmose-energie (blue energy)

  15. Explanations of sustainable consumption. A search for new starting points for environmental policy; Verklaringen van duurzame consumptie. Een speurtocht naar nieuwe aanknopingspunten voor milieubeleid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Beckers, T.; Ester, P.; Spaargaren, G. [eds.

    1999-07-01

    In two studies attention is paid to the impact of an immaterial consumption pattern on the desires, drives and preferences of human beings. In this study it was expected that a more immaterial interpretation of human needs would cause less burden of the environment. Based on the results of the title search the relation between drives and behavior can be explained. Also insight is given into conceptual models which can be a productive starting point for effective interventions aiming at stimulation of sustainable consumption. 61 refs.

  16. Water as a sustainable energy source. Recommendations and energy payback periods of eight technologies; Water als duurzame energiebron. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van de Berg, M.; Geurts, F.; Stolk, N. [Ecofys, Utrecht (Netherlands)

    2010-02-15

    The spatial effects of six energy technologies based on water are described: thermal energy storage, tidal energy, tidal energy based on height of fall, wave energy, aquatic biomass and osmosis energy (blue energy) [Dutch] De omgevingseffecten van zes energietechnologieen met water worden beschreven: warmte-koude opslag, getijdenstroming, getijdenenergie op verval, golfenergie, aquatische biomassa en osmose-energie (blue energy)

  17. Purmerend wants to heat city of the Netherlands. Efficient distribution of sustainable heat; Purmerend wil warmtestad van Nederland worden. Efficiente distributie van duurzame warmte

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Stollmeyer, A. [Stadsverwarming Purmerend, Purmerend (Netherlands)

    2010-09-15

    Stadsverwarming Purmerend (District heating) is working on realizing the most sustainable heating company in the Netherlands. This is to be realized by means of an energy transition: the transition from grey waste heat to green energy sources such as biomass and deep geothermal energy. Moreover, the SlimNet program is used to efficiently distribute heat generated from sustainable sources. The system will enter into operation in 2014. [Dutch] Stadsverwarming Purmerend werkt aan het duurzaamste warmtebedrijf van Nederland. Een en ander wordt gerealiseerd via een energietransitie: de overstap van grijze restwarmte naar groene energiebronnen als biomassa en diepe geothermie. Ook wordt het programma SlimNet ingezet om de duurzaam geproduceerde warmte efficient te distribueren. Het systeem wordt in 2014 operationeel.

  18. A platform for sustainable energy. Planning a successful approach in your municipality; Draagvlak voor duurzame energie. Stappenplan voor een succesvolle aanpak in uw gemeente

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Feenstra, C.F.J. [FYnergy, Haarlem (Netherlands); Elsen, A.M.D. [Anne Elsen milieu-advies, Haarlem (Netherlands)

    2013-10-15

    Municipalities in the Netherlands need tips on how they can give proper support to initiators of energy projects in order to minimize resistance. On dealing with and reducing resistance to local energy projects much research has been done and literature published and experiences gained. Employees of municipalities can not study all this information and select what is useful for them. Therefore, this guide translates knowledge into a summary of action items and tips that they can implement immediately [Dutch] In de praktijk blijkt dat gemeenten behoefte hebben aan tips over hoe zij de juiste ondersteuning aan initiatiefnemers van energieprojecten kunnen geven om weerstand te beperken. Over de omgang met en het beperken van weerstand tegen lokale energieprojecten is veel onderzoek, literatuur en praktijkervaring beschikbaar. Medewerkers van gemeenten kunnen niet al deze informatie bestuderen en selecteren wat voor hen bruikbaar is. Daarom vertaalt deze wegwijzer de kennis in een beknopt overzicht van actiepunten en tips die zij direct kunnen uitvoeren.

  19. The Netherlands in a sustainable world. Poverty, climate and biodiversity. Second Sustainability Outlook; Nederland en een duurzame wereld. Armoede, klimaat en biodiversiteit. Tweede Duurzaamheidsverkenning

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanemaaijer, A.; De Ridder, W.; Aalbers, T.; Eickhout, B.; Hilderink, H.; Hitman, L.; Manders, T.; Nagelhout, D.; Petersen, A. (eds.)

    2007-11-15

    Poverty reduction, climate change and biodiversity loss to be tackled as an integrated global problem. The world is too small to simultaneously produce enough food (including meat) for everyone and to deliver biofuels on a large enough scale to slow down climate change and maintain biodiversity. In this report sufficient options for fighting poverty, tackling climate change and limiting the loss of biodiversity are presented and discussed. The costs of these options can be limited to a few percent of GDP in 2040. However this will only be possible with coordinated international policies. [Dutch] In de Tweede Duurzaamheidsverkening staan drie duurzaamheidsvraagstukken centraal: het ontwikkelingsvraagstuk, de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies. Deze verkenning beschrijft de trends en de beleidsopties om de internationaal afgesproken doelen voor deze vraagstukken dichterbij te brengen. Er is voor gekozen om te werken met een Trendscenario van de OESO dat loopt tot 2040. In een Trendscenario wordt geen aanvullend beleid verondersteld, zoals het recent afgesproken EU-klimaatbeleid. Vervolgens zijn additionele beleidsopties geinventariseerd, gericht op het dichterbij brengen van de doelen. Vanuit verschillende visies op de wereld (wereldbeelden) zijn daarna de geidentificeerde beleidsopties geanalyseerd.

  20. Energy monitor of the Dutch mushroom sector 2010; Energiemonitor van de Nederlandse Paddestoelensector 2010

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Wildschut, J.; Smits, A. [Praktijkonderzoek Plant en Omgeving PPO, Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit, Lisse (Netherlands)

    2011-09-15

    For the monitoring of the energy use of the mushroom sector in 2010 92 businesses were approached. 61 businesses sent back filled in questionnaires. Compared to 2009, all types of businesses show a decrease in their energy use per kilogram. The most frequently used energy saving measure is frequency control (93% of the businesses). More than half of the (51%) uses a high efficiency boiler. In the category of energy efficient climate control systems, the moisture deficit regime was most frequently used (41%). The share of sustainable energy (including green electricity) is 7.8%. The avoided CO2 emission in 2010 is 4.970 tons. The CO2 emission per kilogram of mushrooms in 2010 amounted to 171g CO2/kg, which is a decrease of 15% compared to 2005 and 3% lower than in 2009 [Dutch] Voor de monitoring van het energieverbruik door de paddenstoelensector in 2010 zijn 92 bedrijven aangeschreven. Van 61 bedrijven zijn volledig ingevulde vragenlijsten ontvangen. In vergelijking met 2009 is er voor alle bedrijfstypen een afname van het energieverbruik per kilogram. Van de energiebesparende maatregelen worden frequentieregelaars het meest toegepast (93% van de bedrijven). Meer dan de helft (51%) van de bedrijven maakt gebruik van een HR-ketel. Van de energiezuinige klimaatregelingen wordt de vochtdeficitregeling het meest toegepast (41%). Het aandeel duurzame energie (inclusief groene stroom) is 7.8%. De vermeden CO2 uitstoot is in 2010 berekend op 3.970 ton. De CO2 uitstoot per kg paddenstoelen is in 2010 uitgekomen op 171g CO2/kg t.o.v. 2005 een daling van 15%, en 3% lager dan in 2009.

  1. Rare earth metals in North America; Zeldzame aardmetalen in Noord-Amerika

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Louzada, K.

    2012-11-15

    The uncertain supply of rare earth metals (Rare Earth Elements) from China for the high tech industry in the U.S. is a barrier for innovation and the high-tech manufacturing industry. Many rare earths are applied in permanent magnets for sustainable energy generation and for energy storage systems in for example electric cars. Also other sectors feel the pressure of shortages. The federal government in the USA and US companies use the opportunity to encourage research into recycling, reducing the use and finding alternatives for rare earths. Canada sees in the uncertain supply and dwindling reserves in the USA and elsewhere an economic opportunity. Canada can start the development of hitherto unprofitable reserves of valuable materials. Both in the USA and Canada, the number of exploration projects in the mining industry has grown significantly [Dutch] De onzekere aanvoer van zeldzame aardmetalen (Rare Earth Elements) uit China voor de hightechindustrie vormt in de VS een hindernis voor innovatie en voor de hightech maakindustrie. Met name in permanente magneten voor duurzame energieopwekking en energieopslagsystemen voor bijvoorbeeld elektrische auto's worden veel zeldzame aardmetalen verwerkt. Ook andere sectoren staan onder druk. De federale overheid en bedrijven in de VS maken van de gelegenheid gebruik om onderzoek naar de recycling, vermindering van het gebruik en alternatieven voor zeldzame aardmetalen te stimuleren. Canada ziet de onzekere aanvoer en slinkende reserves in de VS en elders als een economische kans. Het land kan tot nu toe onrendabele voorkomens van de waardevolle materialen gaan ontwikkelen. Zowel in de VS als in Canada is het aantal exploratieprojecten in de mijnbouw aanzienlijk gegroeid.

  2. Clean Sea Wind. Vision of nature and environmental orgnizations on the development of wind turbine arrays and offshore; Frisse Zeewind. Visie van de natuur- en milieuorganisaties op de ontwikkeling van windturbine park en offshore

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2002-05-01

    This brochure contains the point of view of several nature and environmental organizations in the Netherlands with respect to offshore windenergy (i.e. outside the 12 seamiles zone). It is their opinion that social and public support for offshore wind energy must be as large as possible. A development plan is drafted which pleads for development of offshore wind energy in phases, taking into consideration all the impacts on nature, safety and landscapes. [Dutch] Deze brochure bevat het standpunt van diverse natuur- en milieuorganisaties in Nederland over de ontwikkeling van offshore windenergie (buiten de 12 zeemijlszone). Zij steunen de beleidsdoelstelling van de Nederlandse regering om tot 2020 6000 MW aan windenergie op zee te realiseren, vanwege de noodzaak de uitstoot van CO2 sterk te verminderen. Naar hun mening is het van groot belang dat het draagvlak voor offshore windenergie zo groot mogelijk is. Daarvoor dienen de effecten op natuur, veiligheid en landschap zo beperkt mogelijk te zijn en daardoor maatschappelijk aanvaardbaar. Op dit moment is er weinig bekend over deze effecten, omdat er nog bijna geen ervaring is met offshore windenergie. In deze brochure wordt een ontwikkelingsplan gepresenteerd, waarin wordt gepleit voor het ontwikkelen van offshore windenergie in fasen. Deze aanpak gaat uit van een voorzichtig maar doortastend begin, om te vermijden dat er in enig stadium verkeerde keuzen worden gemaakt voor natuur, landschap of veiligheid. Met zo'n gefaseerde aanpak kan bovendien optimaal worden ingespeeld op de ontwikkeling van de techniek. Door een zorgvuldige aanpak is het draagvlak voor offshore windenergie gewaarborgd en zal er sprake zijn van echte duurzame, groene stroom.

  3. Multifunctional camping building full of sustainable technology. All installations controlled through the internet; Multifunctioneel kampeergebouw vol duurzame techniek. Alle installaties zijn via internet te beheren

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schoemaker, E.

    2011-06-15

    A fully integrated, computerized control system is not just suitable for large companies; it can also be realized by smaller organizations as part of their sustainability policy. Eventually, the investment can result in a significant saving. This article discussed the example of scouting and camping site St. Walrick in Overasselt (the Netherlands) [Dutch] Een volledig geintegreerd, computergestuurd beheersysteem is niet alleen geschikt voor grote bedrijven. Het is ook bereikbaar voor kleinere organisaties en past vaak heel goed in hun duurzaamheidbeleid. Uiteindelijk kan de investering een behoorlijke besparing opleveren. In dit artikel wordt het voorbeeld van scouting- en kampeerterrein St. Walrick in Overasselt (Gelderland) besproken.

  4. The role of production risks in the conversion to more sustainable arable farming = [De rol van productierisico's in de omschakeling naar een meer duurzame akkerbouw

    NARCIS (Netherlands)

    Buck, de A.

    2001-01-01

    The objective of the research described in this thesis was to determine the role of production risks in the conversion to more sustainable production systems of arable farming in The Netherlands. More specifically, the research goals were: (1) to specify the typical production risks that prevent

  5. Dutch Energy Investment Allowance (EIA). Energy and Companies. Energy List for 2007; Energie-Investeringsaftrek. Energie en Bedrijven. Energielijst 2007

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2007-07-01

    The EIA scheme (Energy Investment Allowance) offers a fiscal advantage when investing in energy-saving company assets and sustainable energy. In addition to the usual depreciation rate, 44% of the investment costs of these assets are deductible from the fiscal profit. The Dutch government uses the EIA scheme to promote a sustainable energy management that, in the long term, results in clean, available and affordable energy. Section 1 of this brochure lists the changes compared to 2006. Section 2 explains how the EIA scheme works. Section 3 explains how to apply for the allowance. Section 4 provides additional information concerning the Energy List. Section 5 includes an overview, with descriptions and examples, of energy investments (Energy List). Section 6 explains how to submit a proposal for additions or changes to the scheme for 2008, compared to 2007. Section 7 contains an application form for EIA, along with an authorisation form. [Dutch] De Energie-investeringsaftrek (EIA) biedt ondernemers een belastingvoordeel als er wordt geinvesteerd in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Naast de gebruikelijke afschrijving is 44% van de investeringskosten van deze bedrijfsmiddelen aftrekbaar van de fiscale winst. In deel 1 van deze brochure vindt u de wijzigingen ten opzichte van het jaar 2006. In deel 2 treft u een uitleg aan over de werking van de EIA. In deel 3 leest u hoe u gebruik kunt maken van deze regeling. In deel 4 staat de toelichting op de energielijst. In deel 5 is een overzicht opgenomen met omschrijvingen en voorbeelden van energie-investeringen, de zogenoemde Energielijst. In deel 6 is aangegeven hoe u een voorstel kunt doen om de Energielijst van 2007 aan te vullen of te wijzigen voor 2008. Het meldingsformulier om EIA aan te vragen en het machtigingsformulier zijn opgenomen bij deel 7.

  6. More chemistry between green and growth. The opportunities and dilemmas of a bio-based economy; Meer chemie tussen groen en groei. De kansen en dilemma's van een biobased economy

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2010-12-15

    A bio-based economy is one in which enterprises manufacture non-food products from biomass. Such products include fuel for the transport industry, chemicals, materials, and energy. Biomass is the biological material of living or recently living organisms, either animal or vegetable. With technology becoming more sophisticated, it is growing easier to turn plants, trees, crops, and residual animal waste into biomass. Waste and waste streams are increasingly being used as input in production processes, thereby gaining an economic value of their own. They are giving rise to new, sustainable products with considerable added value that replace products based on non-renewable materials. New bio-based products may offer the Netherlands new economic opportunities. The Dutch can already boast a number of distinct advantages in that respect, thanks to the sophistication of their industrial sector, agro-industry, chemicals and energy industries, and transport and logistics sector - all key sectors in a bio-based economy. However, the growing world population and increasing level of prosperity worldwide, and the environmental and climate problems associated with such growth, are adding to the complexity of policy-making aimed at developing a bio-based economy. The shift from fossil-based to bio-based materials must be part of a comprehensive policy aimed at achieving a sustainable economy. [Dutch] In dit advies gaat de SER in op mogelijkheden en knelpunten van de biobased economy. In een biobased economy dienen plantaardige en dierlijke biomassa (zoals gewassen, planten, snijafval, mest) als groene grondstoffen om non-food producten mee te maken (denk aan cosmetica, bioplastics, brandstoffen). De SER vindt dat de rijksoverheid stevig moet inzetten op een biobased economy met meer gesloten kringlopen. Dit draagt immers bij aan economische groei en aan een meer duurzame economie (gesloten kringlopen, gunstige arbeidsomstandigheden)

  7. Book Reviews

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Hans Antlöv

    1996-04-01

    Full Text Available - R. Anderson Sutton, Wim van Zanten, Ethnomusicology in the Netherlands: present situation and traces of the past. Leiden: Centre of Non-Western Studies, Leiden University, 1995, ix + 330 pp. [Oideion; The performing arts worldwide 2. Special Issue]., Marjolijn van Roon (eds. - T.E. Behrend, Willem Remmelink, The Chinese War and the collapse of the Javanese state, 1725-1743. Leiden: KITLV Press, 1994, 297 pp. [Verhandelingen 162]. - Erik Brandt, Eric Venbrux, A death in the Tiwi Islands; Conflict, ritual and social life in an Australian Aboriginal Community. Cambridge: Cambridge University Press, 1995, xvii + 269 pp. - Madelon Djajadiningrat-Nieuwenhuis, Tineke Hellwig, In the shadow of change; Images of women in Indonesian literature. Berkeley: University of California, Centers for South and Southeast Asia Studies, 1994, xiii + 259 pp. [Monograph 35]. - M. Estellie Smith, Peter J.M. Nas, Issues in urban development; Case studies from Indonesia. Leiden: Research School CNWS, 1995, 293 pp. [CNWS Publications 33]. - Uta Gärtner, Jan Becka, Historical dictionary of Myanmar. Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, xxii + 328 pp. [Asian Historical Dictionaries 15]. - Beatriz van der Goes, H. Slaats, Wilhelm Middendorp over de Karo Batak, 1914-1919. Deel 1. Nijmegen: Katholieke Universiteit, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, 1994, xvii + 313 pp. [Reeks Recht en Samenleving 11]., K. Portier (eds. - Stephen C. Headley, Janet Carsten, About the house, Lévi-Strauss and beyond. Cambridge: Cambridge University Press, 1995, xiv + 300 pp., Stephen Hugh-Jones (eds. - Stephen C. Headley, James J. Fox, Inside Austronesian houses; Perspectives on domestic designs for living. Canberra: Department of Anthropology, Research School of Pacific Studies, The Australian National University, 1993, x + 237 pp. - M. Hekker, Helmut Buchholt, Continuity, change and aspirations; Social and cultural life in Minahasa, Indonesia. Singapore: Institute of Southeast Asian Studies, 1994

  8. Understanding Emotional Identities: The Dutch Phlegmatic Temperament as Historical Case-Study

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Dorothee Sturkenboom

    2014-06-01

    Full Text Available Throughout history emotions and emotional styles have functioned as social markers to make a distinction between groups in societies. This essay introduces the concept of ‘emotional identity’ to reflect upon the underlying dynamic process in which both insiders and outsiders use (the handling of emotions, or the lack thereof, to characterise a group of persons. Taking the allegedly phlegmatic temperament of the Dutch as an example, it explains how such identities come into being and are sustained, but also contested, reappraised and altered over time. It discusses the non-exclusive and inherently paradoxical nature of emotional group identities as well as some of the key mechanisms and patterns of adjustment that account for the long life of the stereotypes involved. While the essay covers a time span of two millennia, it focuses mainly on the early modern era when classical climate zone theories merged with new modes of national thinking and even allowed for the smooth introduction of an entirely new element into the stolid character of the Dutch, that is, the national passion for profit. De dynamiek van emotionele identiteiten. Het Nederlands flegmatisch temperament als historische case-studyEmoties en emotionele stijlen zijn in de geschiedenis regelmatig aangewend als sociaal onderscheidingsmiddel om groepen in de samenleving verschillend te waarderen. Dit artikel introduceert het begrip ‘emotionele identiteit’ om na te kunnen denken over het onderliggende dynamische proces waarin direct betrokkenen en buitenstaanders (het omgaan met emoties, of het gebrek daaraan, gebruiken om een groep van personen te typeren. Met het verondersteld flegmatisch temperament van de Nederlanders als voorbeeld wordt uitgelegd hoe zulke identiteiten tot stand komen en in stand blijven, maar ook aangevochten kunnen worden en door de tijd heen onderhevig zijn aan veranderingen en herwaarderingen. Besproken worden de niet-exclusieve en inherent paradoxale

  9. Water as a source of renewable energy. Recommendations and energy payback periods of eight techniques; Water als bron van duurzame energie. Aanbevelingen en energieterugverdientijden van acht technologieen

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van de Berg, M.; Geurts, F.; Stolk, N.

    2010-02-15

    This report describes the environmental impact of six energy technologies using water: thermal energy storage, tidal current, tidal energy with height of fall, wave energy, aquatic biomass and osmosis energy (blue energy) [Dutch] In dit rapport zijn de omgevingseffecten van zes energietechnologieen met water beschreven: warmte koude opslag, getijdenstroming, getijdenenergie op verval, golfenergie, aquatische biomassa en osmose-energie (blue energy)

  10. Rapportage voor de co-innovatieprogramma´s Professionalisering Biologische Afzetketen en Duurzame Agro Foodketen : Bijlage 6: Advies m.b.t. de ontwikkeling van een 'Task-force Marktontwikkeling Streekproducten'

    NARCIS (Netherlands)

    Oostindië, H.A.

    2005-01-01

    Deze notitie is een advies aan SPN en LTO-Nederland om als vervolg op het Koepelproject Kennisontwikkeling Streekgebonden Productie en Vermarkting (kortweg: Koepelproject Streekproducten) te werken aan de ontwikkeling van een 'Task Force Marktontwikkeling Streekproducten'. In het Koepelproject

  11. The energy agreement: what does it mean? Assessment of the agreements made; Het Energieakkoord. Wat gaat het betekenen? Inschatting van de gemaakte afspraken

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Londo, M. [ECN Beleidsstudies, Amsterdam (Netherlands); Boot, P. [Planbureau voor de Leefomgeving PBL, Den Haag (Netherlands)

    2013-09-01

    The SER (Social and Economic Council of the Netherlands) Energy Agreement for Sustainable Growth outlines the ambition to provide a long-term perspective for the Dutch energy economy with short and medium term agreements. Therefore, a large number of concrete measures and elaborations are agreed upon. Quantitative assessments are made of the effects for 2020-2023. Because there are almost no concrete measures for a longer period and the uncertainties are increasing for the longer term, calculations were not carried out for years after 2023. The extent to which the agreed steps contribute to the necessary building blocks for the energy transition in the long term is assessed qualitatively. Agreed targets in the agreement are: (1) A reduction in final energy consumption by an average of 1.5% per year; (2) 100 PJ energy conservation in final energy consumption in 2020; (3) 14% renewable energy by 2020 and 16% in 2023; (4) at least 15,000 jobs with an emphasis on the next few years [Dutch] Het SER-Energieakkoord voor duurzame groei schetst als ambitie het bieden van een langetermijnperspectief voor onze energiehuishouding met afspraken voor de korte en middellange termijn. Het is daartoe een groot aantal concrete maatregelen en nadere uitwerkingen overeengekomen. ECN/PBL hebben met het EIB een kwantitatieve doorrekening gemaakt van de effecten voor 2020/23. Omdat er vrijwel geen concrete maatregelen zijn afgesproken die gericht zijn op een verder liggende periode en de onzekerheden op langere termijn steeds meer toenemen, is geen doorrekening voor latere jaren gemaakt. De mate waarin de afgesproken stappen bijdragen aan de nodige bouwstenen voor de energietransitie op langere termijn is kwalitatief beoordeeld. Afgesproken doelen in het akkoord zijn: (1) Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5% per jaar; (2) 100 PJ besparing in het finale energieverbruik in 2020; (3) 14% hernieuwbare energie in 2020 en 16% in 2023; (4) Tenminste 15.000 banen met

  12. Effective policy for sustainable behavior. An international comparison; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een internationale vergelijking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    This international comparative case study (the Netherlands, Germany, Sweden, United Kingdom) compares policy themes (household energy, food, mobility, household waste) and cases of interventions aims at more sustainable behaviours. It investigates how national policy can contribute to sustainable behaviour in these four themes. The study focuses on policy contexts and concrete 'best practice examples' (both policy -initiated and society-driven initiatives), paying attention to the extent to which social scientific insights have been utilised to conduct and evaluate the interventions. The conceptual approach in this study regards individual behaviour not in isolation but as embedded in institutional, social and physical contexts. In line with this, the evaluation of best practice examples focuses on how the following dimensions have been addressed in order to enable, support and sustain behavioural changes: the policy environment and institutional environment, individual behaviour, social norms a nd the physical environment. In this discussion, the Netherlands is both the starting point and the point of return, enabling us to draw lessons for Dutch policy. We conclude that a more proactive, dynamic and supportive role would fit national policy if it aims at encouraging the spread of more sustainable behaviours in society. Dutch policy could learn from the experiences of other countries and attempt at (among others): showing explicit commitment, connecting initiatives at different levels, and facilitating platforms for exchange of knowledge, experience and expertise, across sectors and departments, in order to arrive at a more integrated approach towards encouraging sustainable behaviours [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief

  13. Urban and suburban lifestyles and residential preferences in a highly urbanized society Urbane en suburbane leefstijlen en woonvoorkeuren in een samenleving onder verstedelijkingsdruk. Resultaten op basis van case onderzoek in Gent (Vlaanderen, België

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Georges Allaert

    2012-12-01

    Full Text Available It is widely recognized that cities nowadays are confronted with (new challenges like segregation and suburbanisation. This paper explores the idea that these processes are related with residential choices (or preferences made by residents with divergent lifestyles and value patterns. The paper focuses on differences between urban and suburban lifestyles and residential preferences. Firstly the concept of lifestyles in general, and urban and suburban lifestyles more specifically, are approached. Secondly the results of a quantitative survey amongst residents within four neighbourhoods in the Ghent Region, a city in Belgium, are presented. This survey confirms that residents of urban and suburban zones have divergent lifestyles, but only for behavioural aspects, such as : private property protection, status behaviour and ecological behaviour. This results however in a social-spatial inequality and polarization between the urban centres and the suburban fringe. The shared aims amongst urban as well as suburban residents for a more secure residential environment and the ideal of the detached single-family house with private garden situated within a purely residential area, were identified as drivers for future suburban migrations. These residential preferences might cause (further suburbanisation but do not need to lead to segregated social communities, since living with peers does not seem to be a driver for migration in Flanders, Belgium.Heel wat steden worden vandaag de dag geconfronteerd met een toenemende of voortschrijdende segregatie en suburbanisatie. Deze maatschappelijke en ruimtelijke processen worden in deze paper in verband gebracht met concrete woonkeuzes of -voor­keuren van de bewoners en met hun specifieke leefstijlen. In eerste instantie wordt in de paper stilgestaan bij het concept leefstijl, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen latente leefstijlen, gerelateerd aan normen, waarden en karaktereigenschappen van de respondenten ; en manifeste leefstijlen, gekoppeld aan verschillende gedragspatronen. In concreto worden de resultaten van een kwantitatief leefstijlonderzoek in vier wijken in de Gentse regio gepresenteerd. Dit onderzoek bevestigt dat de inwoners van stedelijke en voorstedelijke gebieden uiteenlopende manifeste leefstijlen hebben. Dit resulteert in een sociaal-ruimtelijke ongelijkheid en polarisatie tussen de stedelijke centra en de suburbane rand. Zowel de stedelijke als de suburbane inwoners opteren in de toekomst voor een (nog veiliger woonomgeving en voor een vrijstaande eengezinswoning met eigen tuin, gesitueerd in een residentiële wijk. Deze woonvoorkeuren kunnen (verdere suburbanisatie veroorzaken, maar hoeven niet te leiden tot segregatie, aangezien het samenwonen met gelijken geen driver voor migratie blijkt te zijn in Vlaanderen.

  14. Sustainable newly built UPC office in Leeuwarden, Netherlands. Use of surface water for cooling call centre and office building; Duurzame nieuwbouw UPC Leeuwarden. Oppervlaktewater voor koeling callcenter en kantoor ingezet

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Groot-D' hondt, E. [Wolter en Dros, Amersfoort (Netherlands)

    2010-10-15

    The municipality of Leeuwarden, Netherlands, and the cable company UPC Netherlands signed contracts for the construction of the UPC headquarters in Leeuwarden, March 2010. The building of the 'greenest' Green Office of the Netherlands, started in June 2010 and is expected to be finalized the end of 2011. Use is made of surface water, rain, heat and cold storage in combination with a heat pump and low temperature systems, such as climate ceilings and floor heating, green roofs, natural insulation, and photovoltaic cells. [Dutch] De gemeente Leeuwarden en UPC Nederland ondertekenden 17 maart 2010 de contracten voor de nieuwbouw van het UPC-hoofdkantoor in Leeuwarden. De bouw van het 'groenste' Green Office van Nederland, startte in juni 2010 en wordt naar verwachting eind 2011 opgeleverd. Er wordt gebruik gemaakt van oppervlaktewater, regenwater, warmte- en koudeopslag in combinatie met een warmtepomp en lage temperatuursystemen, zoals klimaatplafonds en vloerverwarming, groene daken , natuurlijke isolatie, en photovoltaische cellen.

  15. Sustainability pays. A reward system for sustainable producer and consumer behaviour; Duurzaam loont. Een beloningssysteem voor duurzaam consumentengedrag

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Hilten, R. [QOIN, Amsterdam (Netherlands)

    2011-03-15

    local restaurants, local cultural offerings and visits to local farmers. Shops see an increase in their sales and profits in the 'sustainable' segment. In addition, specifically targeted advertising is possible because Sustainability Rewarded gives the retailer insight into the purchasing behaviour of consumers and particularly that of their own customers. The Municipality gets access to a cost-effective and tried-and-tested set of instruments to realize policy. Rewards are more effective and also more cost-effective than information campaigns. It stimulates the regional economy. An added bonus is that the municipality gets better information about the impact of their subsidy euro [Dutch] In DUURZAAM LOONT worden burgers beloond voor goed gedrag: minder energie gebruiken, afvalreductie, vaker op de fiets naar het werk, etc. Ook worden ze verleid vaker milieuvriendelijk, regionaal en duurzaam te kopen. Dit wordt bereikt door hen voor de juiste keuze te belonen met punten. Door punten in het vooruitzicht te stellen staan consumenten open voor nieuwe informatie die ze gebruiken om hun keuze aan te passen, om zo de beloning niet mis te lopen. Deze punten worden gespaard en later besteed aan andere regionale en/of duurzame producten (cadeautjes). Op deze wijze bindt het regionale bedrijfsleven koopkracht en kan zichzelf zo versterken. De overheid of winkelier betaalt altijd voor de uitgekeerde punten in euro's. Daarmee zijn alle punten in omloop altijd gedekt door een tegenwaarde in euro's. Deze kostenpost komt bij de overheid uit beleidsbudget, en bij de winkelier uit het marketingbudget. Het is mogelijk dat meerdere partijen uit de keten (bijvoorbeeld retailer en merkproducent) de kosten van de punten delen. Punten kunnen altijd door de burger worden verdiend en verzilverd voor zuinige producten, isolatiematerialen, klimaatneutrale producten, regionale producten, afvalpreventie en afvalscheiding, duurzame producten en diensten, gebruik van openbaar

  16. Sustainable transition by HTU. An outline of the score of the HTU-process for sustainability aspects; Duurzame transitie met HTU. Een verkenning van de score van het HTU-proces op duurzaamheidsaspecten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Croezen, H.J.; Kampman, B.E.

    2005-04-15

    Insight is given in the sustainable aspects of the HTU-process (hydrothermal upgrading) for the production of biofuels from wet biomass and organic residues. By means of the HTU-process a reduction of 2.5 - 4.5 Mton CO2 emission can be realized in 2020. For the year 2040 a reduction of 15-30 Mton can be expected. [Dutch] Biofuel BV werkt aan de ontwikkeling van het HTU-proces (hydrothermal upgrading), met als doel om in de toekomst een biobrandstof uit natte biomassa te produceren. In het HTU-proces wordt biomassa bij hoger temperatuur en druk omgezet in 'biocrude', waaruit vervolgens een transportbrandstof kan worden geproduceerd. CE heeft, in opdracht van Biofuel, een duurzaamheidsanalyse van dit proces uitgevoerd. Uitgangspunt daarvoor was het gebruik van natte organische reststromen als grondstof. Deze stromen kunnen met het HTU-proces worden verwerkt, terwijl ze in de huidige praktijk van weinig waarde zijn. De berekeningen laten zien dat met deze technologie ca. 2,5 - 4,5 Mton CO2-reductie per jaar kan worden bereikt in 2020, indien de verdere ontwikkeling van het proces en de marktintroductie verloopt zoals Biofuel op dit moment verwacht. In de jaren erna kan de productiecapaciteit vervolgens verder worden uitgebreid, zodat voor 2040 een CO2-reductie van 15-30 Mton per jaar wordt verwacht. Het proces maakt optimalisatie van afvalverwerking en reststoffen verwijdering mogelijk. Bij verwerking van reststromen zullen de ecologische aspecten beperkt zijn. Er vindt geen ruimtebeslag plaats, waardoor ook geen sprake is van invloed op biodiversiteit of van concurrentie met voedselgewassen. Wat betreft de sociaal economische invloeden biedt het HTU-proces in principe het voordeel dat het proces landen zonder eigen olievoorraden in staat stelt om voertuig brandstoffen uit reststromen - tegen relatief lage kosten - te maken.

  17. Towards a broader weighing and regulating framework for investments in interconnectors. The societal cost benefit analysis; Naar een breder afwegings- en reguleringskader voor investeringen in interconnectoren. De Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA)

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Sijm, J.P.M.; Welle, A.J. van der [ECN Policy Studies, Petten (Netherlands); Tieben, B.; Hof, B.; Kocsis, V. [SEO Economisch Onderzoek, Amsterdam (Netherlands)

    2013-04-15

    Interconnectors that link national grids are important for further integration of the European electricity grid. Against this background, the main question of this study is as follows: What does a broadened assessment and regulatory framework for investments in interconnectors look like which secures optimal contribution of these investments to the social welfare of the involved countries? To answer this question, the broadened assessment framework is developed first, i.e. the Social Cost-Benefit Analysis (SCBA). Next, the implications for the regulatory framework are analysed with regard to the following three aspects: (1) cost allocation, (2) network planning, and (3) efficiency versus investment incentives. Finally, a case study is conducted of a 'fictitious but realistic' investment project in interconnection to illustrate how certain social effects from the developed SCBA framework can be practically and concretely established [Dutch] Interconnectoren voor de verbinding tussen nationale netwerken zijn belangrijk voor de verdere integratie van het Europese elektriciteitsnetwerk. In het huidige afwegingskader worden investeringsbeslissingen ten aanzien van interconnectoren in Nederland genomen door de nationale netwerkbeheerder, TenneT, na goedkeuring door het Ministerie van Economische Zaken (EZ), gebaseerd op een advies van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Binnen dit kader baseert TenneT zijn investeringsbeslissingen in het bijzonder op de kosten en handelseffecten van de interconnector. Een belangrijke beperking van dit kader is dat er relatief weinig aandacht wordt besteed aan andere overwegingen en (externe) effecten, zowel positief als negatief, zoals de effecten op meer marktintegratie en concurrentie, de voorzienings- en leveringszekerheid van elektriciteit, de inpassing van duurzame elektriciteit in het net, milieueffecten, de effecten op netwerkcongestie en op investeringen in nieuwe productiecapaciteit. De vraag is nu hoe zowel

  18. Effective policy for sustainable behavior. An international comparison; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een internationale vergelijking

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    This international comparative case study (the Netherlands, Germany, Sweden, United Kingdom) compares policy themes (household energy, food, mobility, household waste) and cases of interventions aims at more sustainable behaviours. It investigates how national policy can contribute to sustainable behaviour in these four themes. The study focuses on policy contexts and concrete 'best practice examples' (both policy -initiated and society-driven initiatives), paying attention to the extent to which social scientific insights have been utilised to conduct and evaluate the interventions. The conceptual approach in this study regards individual behaviour not in isolation but as embedded in institutional, social and physical contexts. In line with this, the evaluation of best practice examples focuses on how the following dimensions have been addressed in order to enable, support and sustain behavioural changes: the policy environment and institutional environment, individual behaviour, social norms a nd the physical environment. In this discussion, the Netherlands is both the starting point and the point of return, enabling us to draw lessons for Dutch policy. We conclude that a more proactive, dynamic and supportive role would fit national policy if it aims at encouraging the spread of more sustainable behaviours in society. Dutch policy could learn from the experiences of other countries and attempt at (among others): showing explicit commitment, connecting initiatives at different levels, and facilitating platforms for exchange of knowledge, experience and expertise, across sectors and departments, in order to arrive at a more integrated approach towards encouraging sustainable behaviours [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig

  19. Book Reviews

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Margaret Leidelmeijer

    1994-04-01

    Full Text Available - Roger Busser, Sudo Sueo, The Fukuda Doctrine and ASEAN; New dimensions in Japanese Foreign policy. Singapore: Institute of Southeast Asian Studies, 1992. - P.J. Drooglever, C. Fasseur, De Indologen; Ambtenaren voor de Oost 1825-1950. Amsterdam: Bert Bakker, 1993, 552 pp. - Raymond Evans, Tony Swain, A place for strangers; Towards a history of Australian Aboroginal being. Cambridge: Cambridge University Press, 1993, xi + 330 pp. - CH.F. van Fraassen, Leonard Andaya, The world of Maluku; Eastern Indonesia in the early modern period. Honolulu: University of Hawai Press, 1993, ix + 306 pp. - J. van Goor, Lodewijk Wagenaar, Galle VOC-vestiging in Ceylon; Beschrijving van een koloniale samenleving aan de vooravond van de Singalese opstand tegen het Nederlandse gezag, 1760. Amsterdam: De Bataafsche Leeuw, 1994. - Geert Kalshoven, A. Schrevel, Access to Water; A socio-economic study into the practice of irrigation development in Indonesia. Ph.D. thesis, The Hague: The Institute of Social Studies, 1993. - Nico Kaptein, Mohamed Ariff, Islam and the economic development of Southeast Asia; The Islamic Voluntary Sector in Southeast Asia. Singapore: Institute of Southeast Asian Studies,1991.''Islam and the economic development of Southeast Asia; The Muslim private sector in Southeast Asia. Singapore: Institute of Southeast Asian Studies, 1991. - Victor T. King, Alistair Morrison, Fair land Sarawak; Some recollections of an expatriate official. Ithaca, New York: Cornell University (Southeast Asia Program, Studies on Southeast Asia 13, 1993, xiv + 182 pp. - H.A.J. Klooster, Klaus H. Schreiner-Brauch, Nationalismus und Personenkult im indonesischen Geschichtsverständnis. Ph.D. Dissertation, Universität Hamburg, 1993, xxi + 293 pp. - Han Knapen, Mark Cleary, Borneo; Change and development. Singapore, Oxford and New York: Oxford University Press, 1992, x + 271 pp., tables, figures, index., Peter Eaton (eds. - Sirtjo Koolhof, Christiaan G.F. de Jong

  20. Knowledge for a sustainable economy. Knowledge questions around the Dutch Memorandum on Environment and Economy ('Nota Milieu en Economie'); Kennis voor een duurzame economie. Kennisvragen rond de Nota Milieu en Economie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dieleman, J.P.C.; Hafkamp, W.A. [Erasmus Studiecentrum voor Milieukunde, Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam (Netherlands)

    1999-05-19

    June 18, 1997, the Dutch government presented the Memorandum Environment and Economy with the aim to contribute to integration of environment and economy and to stimulation the realization of a sustainable economy. Next to a vast overview of actions, ideas, perspectives, staring points, challenges and dilemmas to take into account when forming a sustainable economy, it is indicated in that Memorandum that there is a need for research and knowledge to compile relevant data and insight to support decision making processes. The aim of this report is to develop a framework in which knowledge questions can be generated. The questions that fall outside the framework of the Memorandum concern needs, values and images and are formulated in four groups: (1) what is the role of materialism and stress in processes of conventional economic growth?; (2) What is the importance of reduction of consumption ('consuminderen') and slowing down ('onthaasting' or dehasting) to realize a process of sustainable economic development; (3) which images form the basis of the present process of economic development, where do they come from and how do they change over time; and (4) which images of progression give direction to a sustainable economic development and how do they exist? The questions that follow the Memorandum concern decoupling (of environment and economy), sustainable consumption, knowledge economy, institutions and a process of change. Central in the framework of knowledge questions are questions, related to perspectives and actions, as formulated in the Memorandum for different sectors in the Dutch society: industry and services; agriculture and rural areas; and traffic, transport and infrastructure.

  1. More with thermal energy storage. Report 7. Interference. Effects of thermal energy storage systems on the environment. Modelling of large-scale implementation in urban areas. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 7. Interferentie. Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving. Modellering grootschalige inpassing in stedelijke gebieden. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Oostrom, N.; Bakr, M. [Deltares, Delft (Netherlands)

    2012-06-29

    collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. De doelstelling van dit rapport is om meer inzicht te krijgen in de onderlinge beinvloeding van WKO's in gebieden met veel WKO's dicht bijeen. Dit inzicht kan dan bijdragen aan de beleidsmatige en/of modelmatige benadering van interferentie.

  2. More with thermal energy storage. Report 12. Combination with the water chain. New applications of thermal energy storage in combination concepts in the water chain. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 12. Combinatie met de waterketen. Nieuwe toepassingen van bodemenergie bij combinatieconcepten in de waterketen. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Woning, M.; Van Oostrom, N. [Deltares, Delft (Netherlands); Kleinlugtenbelt, R. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-03-30

    worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. Dit rapport presenteert de activiteiten die zijn uitgevoerd in WP4 met resultaten van zowel de inventarisatiefase als de haalbaarheidsfase. Na de introductie van WP4 met kader en doelstelling volgt een inventarisatie van WKO combinaties en uitwerkingen van 3 combinatieconcepten.

  3. New cities in the Randstad, Netherlands. Urbanisation and suburbanity; Nieuwe steden in de Randstad. Verstedelijking en suburbaniteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Reijndorp, A.; Bijlsma, L.; Nio, I.; Van der Wouden, R.

    2012-09-15

    waarin de aandacht voor hen verdween. Maar die suburbane gebieden zijn nog steeds een belangrijk onderdeel van de metropoolregio's. Nieuwe vormen van stedelijkheid ontstonden, deels door de keuzes van de gemeentebesturen, deels door verandering van de samenstelling van de bevolking. Dat levert vooral inzichten op over hoe je suburbane gebieden duurzamer kunt maken, in de zin van goed bestand tegen veranderingen. Door de aanpasbaarheid van de stedelijke bebouwing te vergroten, kunnen in de toekomst grote herstructureringsoperaties worden vermeden.

  4. More with thermal energy storage. Report 2. Literature survey. Overview of knowledge and research questions with regard to thermal energy storage. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 2. Literatuuronderzoek. Overzicht van kennis en onderzoeksvragen rondom bodemenergie. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Lieten, S.; De Vries, E. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Van Baaren, E.; Bakr, M.; Oude Essink, G.; Hartog, N.; Meinderstma, W.; Van Nieuwkerk, E.; Van Oostrom, N.; Woning, M. [Deltares, Delft (Netherlands); Drijver, B.; Krajenbrink, H.; Mathijssen, H.; Wennekes, R. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-03-30

    bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. In deze literatuurstudie is gezocht naar de kennis die wereldwijd beschikbaar is over de effecten van warmte- en koudeopslag (WKO) en de mogelijkheden deze techniek te combineren met het beheersen van verontreinigingen in bodem en grondwater.

  5. More with thermal energy storage. Report 1. Coupling with policy. Coupling of research results MMB with policy aspects. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 1. Koppeling met beleid. Koppeling onderzoeksresultaten MMB met beleidsaspecten. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Luitwieler, M. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Van Beek, D.; De Boer, S.; Koenders, M. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-25

    bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. Deze eindrapportage geeft (a) een overzicht van de activiteiten die hebben plaatsgevonden in het kader van werkpakket 1; (b) de resultaten uit de andere werkpakketten in het licht van vier geselecteerde beleidskaders; en (c) een doorkijk geven naar toekomstige beleid.

  6. More with thermal energy storage. Report 10. Options for a combination of heat and cold storage with soil sanitation. Overview of techniques and new options. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 10. Mogelijkheden voor combinatie van KWO met bodem-sanering. Overzicht van technieken en nieuwe mogelijkheden. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    De Vries, E. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Hoekstra, N. [Deltares, Delft (Netherlands)

    2012-06-01

    werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. In dit onderzoek is een overzicht gemaakt van beschikbare saneringsmethoden en bodemenergiesystemen. Vervolgens zijn potentiele combinatieconcepten getoetst aan de volgende criteria: behoud van energierendement; halen van de saneringsdoelstelling; kostenefficientie; lange levensduur (het uitblijven van putverstopping)

  7. New resources for chemicals. Elaboration of transition path 5. Innovative use of green materials and/in sustainable chemistry; Nieuwe bronnen voor chemie. Uitwerking van transitiepad 5. Innovatief gebruik groene grondstoffen en/in duurzame chemie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bruggink, A.

    2006-09-15

    In the Netherlands, the chemical industry is the largest industrial user of fossil feedstocks: approximately 20% of the total, of which 60% as feedstock for end products. The chemical industry can save on its current total consumption of fossil feedstocks of approximately 685 PJ up to 200 PJ by means of replacement, avoidance and saving. In the main sector, the organic chemical sector, the use of fossil feedstocks for end products can be reduced with 50% (140 PJ), half of which through replacement by renewable feedstocks from biomass and the other half by recycling of top 10 synthetics. The latter requires an international approach. [mk]. [Dutch] In Nederland is de chemie de grootste industriele gebruiker van fossiele grondstoffen: ruim 20% van het totaal waarvan 60% in de vorm van grondstof voor eindproducten. De chemie kan op haar huidig totaalverbruik aan fossiele grondstoffen van ca. 685 PJ tot 200 PJ besparen door vervanging, vermijding en besparing. In de belangrijkste sector, de organische chemie, kan het verbruik in de vorm van fossiele grondstof voor eindproduct met 50% (140 PJ) terug, waarvan de helft door vervanging door hernieuwbare grondstoffen uit biomassa en de helft door hergebruik van top-10 kunststoffen. Voor het laatste is een internationale aanpak nodig.

  8. Interventieteams: werken op het snijvlak van rechtstaat en maatschappelijke urgentie

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Jacqueline de Savornin Lohman

    2009-06-01

    Full Text Available Today communities often cope with juvenile delinquency or misconduct by its citizens such as fraudulent claims for social security benefit. Multi-problem families require specialist intervention. The response of policy makers has been to develop intervention programmes whereby the intervention teams – following instructions laid down in a protocol – visit the homes. These teams consist of civil servants, professionals, and employees of public institutions and companies such as electricity companies. From a policy approach Intervention Teams are efficient. However, their action tends to conflict with the judicial approach. Citizens complained with success in Court and at the Ombudsman’s office, because their privacy was violated by the intrusive action of these teams. The response of the law has been to require each team-member to prove his identity and to disclose the precise reason for his visit. In practice this formal requirement impedes effective problem solving on the spot. The author proposes as third possibility the context-oriented approach. The concept of ‘dynamic legitimacy’ is useful to give this approach a normative base. It includes the perspective of the occupant, whose privacy is at stake. Research into ‘best practices’ confirms that teamwork as close as possible ‘at the front door’, if firmly rooted in judicial principles and standards of decency, is a condition for successful interventions. De hedendaagse samenleving wordt regelmatig geconfronteerd met jeugdcriminaliteit of wangedrag door burgers, zoals misbruik van sociale voorzieningen. Multi-probleemgezinnen vereisen specialistische interventies. Beleidsmakers hebben als reactie interventieprogramma’s ontwikkeld waarin huisbezoek door interventieteams een belangrijke plaats inneemt. Deze teams bestaan uit ambtenaren, professionals, en werknemers van publieke instellingen en organisaties zoals elektriciteitsbedrijven. Vanuit een beleidsperspectief zijn deze

  9. Plaatsen van beschaafd vertier

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    James Kennedy

    2014-09-01

    . Hierdoor krijgen we een buitengewoon gedetailleerd beeld van de veranderende sociale verhoudingen in de toplagen van de Haagse samenleving tijdens de laatste helft van de negentiende eeuw. Het verfijnd gebruik van zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden kan een model zijn voor andere historici die zich op het terrein van urban history begeven. Furnée laat op kleurrijke wijze zien dat Hagenaren allerlei vertier aangrepen om zich van anderen te onderscheiden en waar mogelijk hun eigen status te verhogen, door hun participatie in deftige sociëteiten, het bezoek aan de schouwburg of steun aan de nieuw op te richten dierentuin. Maar ook doet het boek uitspraken over stand en klasse, gendergeschiedenis en de politieke geschiedenis aan het einde van de negentiende eeuw.

  10. Saving more than 2.3 billion euro by means of ICT. From many sustainable installations to one smart whole; Ruim 2,3 miljard euro besparen met ict. Van vele duurzame installaties naar een slim geheel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schoemaker, E.

    2012-10-15

    In the coming decades, ICT will make the difference in efforts towards a more energy efficient Netherlands. This is the conclusion of the authors of the 'Routekaart ICT 2030' (Roadmap ICT 2030). This report explains how significant savings can be realized by means of smart techniques in the built environment, such as smart grids, energy management systems and integrated control systems [Dutch] ICT gaat de komende decennia het verschil maken in de slag naar een energie-efficienter Nederland. Dit betogen de makers van de 'Route-kaart ICT 2030'. In dit rapport is te lezen hoe fors kan worden bespaard door het in de gebouwde omgeving toepassen van slimme technieken, zoals smart grids, energiemanagementsystemen en geintegreerde regelsystemen.

  11. New cities in the Randstad, Netherlands. Urbanisation and suburbanity; Nieuwe steden in de Randstad. Verstedelijking en suburbaniteit

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Reijndorp, A.; Bijlsma, L.; Nio, I.; Van der Wouden, R.

    2012-09-15

    voormalige groeikernen moesten hun koers bepalen in een klimaat waarin de aandacht voor hen verdween. Maar die suburbane gebieden zijn nog steeds een belangrijk onderdeel van de metropoolregio's. Nieuwe vormen van stedelijkheid ontstonden, deels door de keuzes van de gemeentebesturen, deels door verandering van de samenstelling van de bevolking. Dat levert vooral inzichten op over hoe je suburbane gebieden duurzamer kunt maken, in de zin van goed bestand tegen veranderingen. Door de aanpasbaarheid van de stedelijke bebouwing te vergroten, kunnen in de toekomst grote herstructureringsoperaties worden vermeden.

  12. Roadmap 2030 Dutch Glass Industry. Towards a clean, efficient and cost-effective future; Routekaart 2030 Nederlandse Glasindustrie. Naar een schone, zuinige en rendabele toekomst

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    NONE

    2012-06-15

    This Roadmap is the result of the covenant signed by the Dutch glass industry and the Dutch national government in 2009 on a Long Term Agreement on Energy Efficiency. Participating companies committed to continuous improvement in energy performance in both manufacturing processes as well as the supply chain from raw material to final product. The Dutch glass industry has undertaken a strategic study regarding the possibilities of achieving far-reaching energy efficiency improvement by 2030. The overall industry's target is to realise an energy efficiency improvement of 25%, compared to its energy consumption and production level of 2009. Several related areas were identified for actions and measures for energy efficiency improvement: (1) Alternatives to primary raw materials; (2) Intensified use of secondary raw materials (cullet); (3) Innovations in batch preparation; (4) Innovations in glass composition; (5) Innovations in process control; (6) Innovations in furnace design; (7) New methods of waste heat recovery; (8) Improved performance of glass products [Dutch] Dit rapport is tot stand gekomen in het kader van de Meerjarenafspraak Energie-Efficientie ETS (Emission Trading System) ondernemingen, ook wel het MEE-convenant genoemd. Dit convenant nodigt de deelnemende sectoren uit tot het opstellen van een Routekaart voor 2030. De Routekaart is een strategische studie die inzichtelijk maakt hoe invulling wordt gegeven aan het realiseren van energie-efficientie verbeteringen binnen de bedrijven en in de keten op de route naar 2030. Hoofdstuk 1 is een introductie op de Routekaart 2030 en de wijze waarop de Routekaart tot stand is gekomen. Hoofdstuk 2 beschrijft in vogelvlucht de sector, op welke manier nu al invulling wordt gegeven aan duurzame ontwikkeling en energie, en geeft een beschrijving van de Vereniging van Nederlandse Glasfabrikanten (VNG). Hoofdstuk 3 beschrijft algemene trends en de visie van de sector op de toekomst. Daarnaast wordt de markt in 2030

  13. More with thermal energy storage. Report 3-4. Effects on the underground. Effects of thermal energy storage systems on geochemistry and biology in practice. Result of measurements at pilot locations and laboratory tests. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 3-4. Effecten op de ondergrond. Effecten van bodemenergiesystemen op de geochemie en biologie in de praktijk. Resultaat metingen op pilotlocaties en labtesten. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dinkla, I.; Lieten, S. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Hartog, N. [Deltares, Delft (Netherlands); Drijver, B. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-06-25

    bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. Dit rapport beschrijft de interpretatie van de resultaten behorende bij WP 2.1. De onderzoeksvragen zijn (a) Wat is het effect van open bodemenergiesystemen op de geochemie (adsorptie/desorptie, chemische evenwichten)?; (b) Wat zijn effecten op de microbiele ecologie (samenstelling populaties, activiteit, voorkomen van pathogenen)?; (c) Wat is het effect op de kwaliteit van het grondwater (chemische en (micro)biologische samenstelling)?.

  14. More with thermal energy storage. Report 5. Modelling systems. Effects of thermal energy storage systems on the environment. Modelling individual projects. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 5. Modellering systemen. Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving. Modellering individuele projecten. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Drijver, B.; De Jonge, H. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-03-30

    combinaties te maken? Het project is ingericht met verschillende werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. In dit rapport zijn de resultaten beschreven van de modellering van drie bestaande WKO-projecten die in het kader van het project Meer Met Bodemenergie zijn onderzocht. Doel van de modellering van deze projecten is om inzicht te verkrijgen in de betrouwbaarheid van de voorspelde hydrologische en thermische effecten, de oorzaken van eventuele afwijkingen en verbeteringen die mogelijk zijn om de betrouwbaarheid van de voorspellingen te verbeteren.

  15. Book Reviews

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    R.A. Römer

    1963-10-01

    . Keesing, The ethnohistory of Northern Luzon. Stanford University Press, Stanford, California, 1962; 362 pp., 10 krtn. - P. van Emst, Andrew Sharp, The discovery of Australia, Clarendon Press: Oxford University Press. Oxford 1963. 338 pp. - R.A. Römer, H. Hoetink, De gespleten samenleving in het Caraïbisch Gebied. Van Gorcum & Comp., Assen 1962. - H.Th. Fischer, S. van der Kwast, Incest, een oriënterend onderzoek. J.A. Boom & Zn., Meppel, 1963. 224 blz. - H. Th. Fischer, Peter of Greece and Denmark, A study of polyandry. Mouton & Co., The Hague, 1963. 601 pp., 47 plates. - J. van Baal, F. Sierksma, De roof van het vrouwengeheim. Uitgeverij Mouton & Co, ‘s-Gravenhage 1962. 199 pp. - A. Teeuw, Amir Hamzah, Amir Hamzah Radja Penjair Pudjangga Baru. Tulisan tersebar dikumpulkan dan dengan Kata Pengantar H.B. Jassin. Gunung Agung - Djakarta 1962. 223 pp.

  16. Sustainable energy supply for mushroom cultivation. Application of underground energy storage. Application of a heat pump for heat production. Feasibility study; Duurzame energievoorziening paddestoelen kwekerij. toepassing van energieopslag in de bodem. Toepassing van warmtepomp voor warmteopwekking. Een haalbaarheidsstudie

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Koel, J.J. [EBS-Adviseurs, Veenendaal (Netherlands)

    2001-02-26

    The results of a feasibility study on the use of heat and cold storage and the use of an electric heat pump for the energy supply of a mushroom cultivation business (Verbruggen paddestoelen in Erp, Netherlands) are presented.

  17. More with thermal energy storage. Report 11. Area-oriented groundwater control. Fitting of thermal energy storage in area-oriented groundwater control. Chances and points of attention. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 11. Gebiedsgericht grond-waterbeheer. Inpassing van bodemenergie in gebiedsgrondwaterbeheer. Kansen en aandachtspunten. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Henssen, M. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Hartog, N. [Deltares, Delft (Netherlands)

    2012-06-25

    - en energieketen?; (3) Is het mogelijk om meerdere doelstellingen tegelijk te verwezenlijken door slimme combinaties te maken? Het project is ingericht met verschillende werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. In dit rapport wordt in het kader van inpassing van WKO systemen in verontreinigde gebieden een afweging gemaakt aan de hand van de volgende twee vragen: (1) is het reeel om te verwachten dat WKO in grootschalig verontreinigd gebied substantieel kan bijdragen aan het verbeteren van de grondwaterkwaliteit?; en (2) biedt WKO een mogelijkheid om de verontreinigingslast te beheersen? Welke combinaties met ander onder- of bovengronds gebruik kunnen er via WKO worden gemaakt?.

  18. More with thermal energy storage. Report 8. Autonomous heating. Autonomous development of ground temperature. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 8. Autonome opwarming. Autonome ontwikkeling bodemtemperatuur. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Drijver, B. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-03-30

    verwezenlijken door slimme combinaties te maken? Het project is ingericht met verschillende werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. Dit rapport bevat een analyse van de omvang van de thermische invloed van klimaatverandering en verstedelijking op de bodemtemperatuur. Aandacht is besteed aan de autonome opwarming van de ondergrond onderzocht die is opgetreden sinds 1900 en die in de periode tot 2040 nog mag worden verwacht. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen landelijk gebied, waar alleen de klimaatverandering een rol speelt, en stedelijk gebied, waar ook het UHI-effect (Urban Heat Island) van belang is.

  19. More with thermal energy storage. Report 6. High temperature storage. Overview of knowledge and results of measurements with regard to high temperature storage systems. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 6. Hogetemperatuuropslag. Kennisoverzicht en praktijkmetingen rondom hogetemperatuuropslagsystemen. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Drijver, B. [IF Technology, Arnhem (Netherlands)

    2012-03-30

    project is ingericht met verschillende werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. In dit rapport zijn de resultaten opgenomen van het onderzoek op het gebied van hoge temperatuur warmteopslag. Restwarmte die in de zomer beschikbaar is zou in de winterperiode goed kunnen worden gebruikt voor verwarmingsdoeleinden. Om dat mogelijk te maken moet de warmte tijdelijk worden opgeslagen. Gebleken is dat de ondergrond hier goed voor kan worden gebruikt, hetgeen heeft geresulteerd in een sterke groei van de systemen die daarvoor nodig zijn: WKO-systemen.

  20. The 'Experimental Garden' for Decentralized Sustainable Cooperatives'. From realization to the future. Final report of a study of decentralized markets; De Proeftuin 'Decentrale Duurzame Collectieven'. Van realisatie naar de toekomst. Eindrapportage Netbeheer Nederland Onderzoek Decentrale Markten

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Schwencke, A.M.; Van der Steenhoven, M.; Wendel, A.

    2013-09-15

    The purpose of the study is (1) to explore the possibilities and needs in the field of local, decentralized (energy) markets, both with respect to market players and grid operators, and (2) draft a vision with regard to developing future-proof market model. The central questions are: (1) Which players are active in the local markets? What characterizes them? Which needs and desires do they have regarding the operators (and the energy market)?; and (2) What does this mean for the grid operators? How can they respond to this development? [Dutch] Het doel van de studie is (1) verkennen wat de mogelijkheden en behoeftes op het gebied van lokale/decentrale (energie)markten zijn, zowel van marktspelers als netbeheerders; (2) visievorming op het gebied van een toekomstbestendig marktmodel. De centrale vragen zijn: (1) Welke spelers zijn actief op de decentrale markten? Wat kenmerkt hen? Welke wensen en behoeften hebben zij ten aanzien van de netbeheerders (en de energiemarkt)?; (2) Wat betekent dit voor de netbeheerders? Hoe kunnen zij op deze ontwikkeling inspelen?.

  1. Conditions for greening the Dutch economy; Voorwaarden voor de vergroening van de economie in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanemaaijer, A.; Manders, T.; Kruitwagen, S.; Dietz, F.

    2012-08-15

    . Vergroening richt zich op het beperken van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en het sparen van het milieu. Door rekening te houden met de grenzen van het natuurlijk kapitaal kan de welvaart op lange termijn worden veiliggesteld. Ook voor Nederland is vergroening belangrijk. Efficiënter omgaan met energie, grondstoffen, land en water maakt de Nederlandse economie minder kwetsbaar en het milieu schoner. Inzetten op groene groei is daarbij niet zozeer het kortetermijnantwoord op de huidige economische crisis, maar juist een langetermijnbijdrage aan de versterking van de Nederlandse economische structuur. Die versterking komt niet vanzelf, maar vergt een actieve rol van de overheid in interactie met het bedrijfsleven en de burgers. Een langetermijnvisie gericht op vergroening van de economie is een belangrijke eerste stap. Hoe vooruitgang te meten is een ander belangrijk element bij het streven naar groene groei. Daarnaast zijn andere spelregels nodig om de samenleving in een groenere richting te bewegen. Zo zullen de kosten van milieuvervuiling beter in de prijzen tot uiting moeten komen. Afschaffen van subsidies en fiscale regelingen die vergroening in de weg staan, hoort hier bij. Implementatie van dergelijke fiscale voorstellen vergt uiteraard een brede afweging. Ook kan de overheid betere voorwaarden creëren voor de ontwikkeling en toepassing van milieusparende innovaties. Deze notitie verkent enkele belangrijke randvoorwaarden voor de vergroening van de Nederlandse economie en geeft op onderdelen aanzetten tot uitwerking daarvan. Tevens agendeert de notitie op welke onderdelen nader onderzoek gewenst lijkt om beter zicht te krijgen op wat de keuze voor groene groei voor Nederland betekent en wat daarvoor nodig is.

  2. Effective policy for sustainable behavior. A thematic comparison [in the Netherlands]; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een thematische vergelijking [in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Tigchelaar, C.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    behavioural change diffuse through society and support this process with consistent programmes and policies. In the wider context, programs and interventions would benefit from a more integrated policy approach to sustainable behaviours across domains. Furthermore, particularly at times when the government is withdrawing and investments in sustainable behavioural programmes are decreasing, it is vital to allow local governments, intermediary parties, stakeholders and end users as much freedom as possible to link and cooperate as they see fit. Finally, to foster the growth of such local initiatives, there is a need for platforms to facilitate the exchange of knowledge and expertise and to connect initiatives at different levels [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief geanalyseerd zijn. De bestudeerde thema's en de te analyseren beleidscases: Huishoudelijk energiegebruik: Blok voor blok/ Meer met Minder en energielabels voor woningen en huishoudelijke apparaten; Voedselconsumptie: smaaklessen en stadslandbouw; Persoonlijke mobiliteit: het nieuwe rijden en mobiliteitsmanagement (spitsmijden Noord-Brabant); Huishoudelijk afval: Plastic Heros en Diftar (gedifferentieerde afvaltarieven). Dit rapport is de thematische vergelijking voor Nederland.

  3. Effective policy for sustainable behavior. A thematic comparison [in the Netherlands]; Effectief beleid voor duurzaam gedrag. Een thematische vergelijking [in Nederland

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Brunsting, S.; Uyterlinde, M.; Tigchelaar, C.; Pol, M. [ECN Beleidsstudies, Petten (Netherlands); Breukers, S.; Mourik, R.; Backhaus, J.; Mathijsen, T. [DuneWorks, Eindhoven (Netherlands)

    2013-07-15

    behaviour; (e) allow for sufficient time to let behavioural change diffuse through society and support this process with consistent programmes and policies. In the wider context, programs and interventions would benefit from a more integrated policy approach to sustainable behaviours across domains. Furthermore, particularly at times when the government is withdrawing and investments in sustainable behavioural programmes are decreasing, it is vital to allow local governments, intermediary parties, stakeholders and end users as much freedom as possible to link and cooperate as they see fit. Finally, to foster the growth of such local initiatives, there is a need for platforms to facilitate the exchange of knowledge and expertise and to connect initiatives at different levels [Dutch] Als achtergrondstudie voor het advies Duurzame gedragspatronen zijn twee onderzoeken uitgevoerd naar effectief beleid voor duurzaam gedrag (1) in Nederland en (2) internationaal. De twee rapporten beschrijven een aantal beleidscases die vanuit gedragskundig perspectief geanalyseerd zijn. De bestudeerde thema's en de te analyseren beleidscases: Huishoudelijk energiegebruik: Blok voor blok/ Meer met Minder en energielabels voor woningen en huishoudelijke apparaten; Voedselconsumptie: smaaklessen en stadslandbouw; Persoonlijke mobiliteit: het nieuwe rijden en mobiliteitsmanagement (spitsmijden Noord-Brabant); Huishoudelijk afval: Plastic Heros en Diftar (gedifferentieerde afvaltarieven). Dit rapport is de thematische vergelijking voor Nederland.

  4. Onder de radar. Alledaagse omgang als kenbron voor zorgorganisaties in transitie

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Michael Kolen

    2016-12-01

    Full Text Available Onder de radar. Alledaagse omgang als kenbron voor zorgorganisaties in transitieZorgorganisaties staan voor de taak om in de transitie van de zorg en een steeds complexer wordende samenleving hun maatschappelijke opdracht vorm te geven. Dan is de vraag aan de orde welke bronnen zorgorganisaties hebben om te weten waarheen zij wensen te navigeren. Voor zorgorganisaties die ondersteuning bieden aan jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb-jongeren heeft deze opdracht een dubbel karakter. Enerzijds bestaat ze uit het beschermen van de lvb-jongeren en de samenleving, anderzijds uit het realiseren van een leven in vrijheid. Op basis van zorgethisch georiënteerd, conceptueel en kwalitatief empirisch onderzoek wijzen wij op de morele betekenis van alledaagse omgang tussen lvb-jongeren en hun professionele ondersteuners. Aan de hand van fragmenten uit ons institutioneel etnografisch onderzoek die gerelateerd worden aan de theorie van Rahel Jaeggi over levensvormen, laten we zien dat er in de alledaagse omgang een bron van moreel kennen aanwezig is die oplossingskracht in zich draagt. Het antwoord op de vraag “wat behelst goed samenleven?” blijkt verborgen te liggen in de alledaagse omgang tussen lvb-jongere en zorgprofessional zelf. Deze bron wordt veelal over het hoofd gezien. In plaats van enkel op oriëntatie van buitenaf te koersen hebben zorgorganisaties “onder de radar” een interne morele kenbron ter beschikking.  Under the radar: everyday contact as a source of knowledge for healthcare organizations in transitionThe Dutch healthcare and welfare are systems in transition (RVS, 2016 and healthcare organizations are facing the task of reinventing their mission in society. Which compass should they use in this respect? The mission of organizations that support MID youngsters is dual in nature. On the one hand, it consists of protecting the MID youngsters and society; on the other, it should assist them in realizing a life of

  5. Autonomy and heteronomy. Integration and sustainability of essential flows in the built environment; Autonomie en heteronomie. Integratie en verduurzaming van essentiele stromen in de gebouwde omgeving

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Timmeren, A.

    2006-06-23

    The main research questions in this thesis are: (1) How can sustainable types of reuse and an environment-minded supply of the essential 'flows' of energy and sanitation be established in the built-up environment?; and (2) Is there an optimum scale, and what are the consequences for the built-up environment? Background questions are: (a) To what extent are the current technical (infra)structures decisive for the possibilities and impossibilities of 'sustainable development'? (b) Can the central or decentralized solution of the essential flows generate further processes of preservation at a higher scale level?; (c) Is there an optimal scale for autonomy per flow, and, if there is, what is this optimal scale?; (d) To what extent can user participation and involvement increase by solving sustainability issues?; (e) Should the various techniques for the optimisation of the flows be combined in a 'device' and can this be done, or should they be integrated separately into existing (infra)structures or buildings?. [Dutch] De methoden en technieken die worden toegepast bij de huidige essenti infrastructuren voor de energie- en sanitatievoorziening zijn te duiden als traditioneel en centralisatie- paradigma volgend. Er is sprake van schaalvergroting. Door de globalisering in combinatie met de liberalisatie van de energie- en (in mindere mate) vaste afvalmarkt is dit zelfs structureel. Er is toenemende heteronomie van essenti voorzieningen, vooral van energie en sanitatie. Stringente regelgeving maakt dit vaak onontkoombaar. Oplossingen voor nieuwe of bestaande problemen zijn daarbij als padafhankelijk en endogeen te karakteriseren. Er wordt slechts weinig gedaan aan de onderliggende milieuproblemen. Sterker nog, ook deze nieuwe oplossingen hebben vrijwel altijd onverwachte en onbedoelde neveneffecten, en kunnen opnieuw tot problemen leiden. Het besef dat andere, meer duurzame alternatieven gevonden kunnen worden door juist af te stappen van de

  6. Gradual transition in realising a long-term policy. Evaluation on the basis of six system options; Transitieprocessen en de rol van het beleid. Evaluatie op basis van zes systeemopties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ros, J.P.M.; Van den Born, G.J.; Elzenga, H.E.; Montfoort, J.A.; Nagelhout, D.; Reudink, M.A.; Rood, G.A.; Van Zeijts, H.

    2006-11-15

    verandering in de maatschappij leiden, reden om er snel mee te beginnen. Voor de benodigde verandering werd de term transities geintroduceerd. Het MNP heeft de brede beoordeling van de processen en het beleid gebaseerd op de analyse van zes mogelijke ingrijpende veranderingen in de maatschappij (zogenoemde systeemopties), te weten: Vloeibare biobrandstoffen voor transport; Biogrondstoffen voor de chemische industrie; Duurzame viskweek voor behoud van de visvoorraad; Markt voor groene diensten; Micro-warmtekracht en de virtuele centrale; Brandstofcelauto's op waterstof verkregen uit zonthermische krachtcentrales. Nederland is sterk in onderzoek op het gebied van schone technieken. De ondersteuning met financiele middelen voor meer praktijkexperimenten of niches met nieuwe technieken en organisatievormen is echter onvoldoende of onzeker gebleken. Systeemopties kunnen onderling concurrerend zijn, zoals voor de inzet van biomassa. Doordat de beleidsprikkels op de systeemopties verschillen in vorm en kracht en er geen overall visie is, leidt dit niet noodzakelijkerwijs tot een optimale inzet van biomassa. De systeemopties zijn gekozen met het oog op relevantie voor milieu, natuur of landschap. Ze zijn zodanig gekozen dat ze een redelijke indruk geven van verschillende transitieprocessen en een link hebben met alle betrokken ministeries. Nadrukkelijk wordt hierbij vermeld dat de gekozen systeemopties niet beter of slechter hoeven te zijn dan andere. De systeemopties schetsen onderdelen van mogelijke toekomstige systemen. Onderzocht is welke voortgang wordt geboekt om de opties daadwerkelijk te realiseren. De analyses van de verschillende systeemopties zijn afzonderlijk gerapporteerd.

  7. More with thermal energy storage. Report 9. Effects on sanitation. Effects of thermal energy storage systems with regard to soil sanitation. Result of measurements at pilot locations and laboratory tests. Final report; Meer met bodemenergie. Rapport 9. Effecten op sanering. Effecten van bodemenergiesystemen bij inzet bodemsanering. Resultaat metingen op pilotlocaties en in labtesten. Eindrapport

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Dinkla, I.; Lieten, S.; De Vries, E. [Bioclear, Groningen (Netherlands); Hartog, N.; Hoekstra, N. [Deltares, Delft (Netherlands)

    2012-05-15

    ten aanzien van open systemen. De belangrijkste vragen waarop het onderzoeksprogramma MMB antwoord geeft zijn: (1) Welke effecten (hydrologisch, thermisch, microbiologisch en chemisch) treden op in het bodemsysteem bij toepassing van bodemenergie?; (2) Welke technische mogelijkheden zijn er voor het duurzaam inpassen van bodem-energie in de water- en energieketen?; (3) Is het mogelijk om meerdere doelstellingen tegelijk te verwezenlijken door slimme combinaties te maken? Het project is ingericht met verschillende werkpakketten. In werkpakket 2 worden de effecten van individuele en collectieve bodemenergiesystemen op de ondergrond en de omgeving onderzocht, in werkpakket 3 worden de kansen voor bodemenergie en bodemsanering onderzocht en in werkpakket 4 worden nieuwe duurzame combinaties van KWO met andere functies verkend. Werkpakket 1 is het overkoepelende deel waarin communicatie, beleid en participatie van deelnemers van MMB centraal staat. Dit rapport beschrijft de interpretatie van mogelijke effecten van warmte en koude opslagsystemen op in de bodem aanwezige verontreinigingen: (1) Welk effect heeft de temperatuur op biologische afbraak van verontreinigingen, redoxcondities, chemische evenwichten en adsorptie/desorptie van verontreinigingen?; (2) Wat is het effect van het rondpompen van water op de aanwezige verontreiniging?; (3) Wat is de invloed van de verontreiniging op de werking van de WKO?; (4) Wat is het risico op onbeheersbare verspreiding door toepassing van WKO van verontreinigingen en hoe kan die worden afgedekt?; (5) Leidt WKO tot een verhoogd risico op ophoping van toxische tussenproducten ten opzichte van natuurlijke afbraak zonder WKO?; (6) Welke positieve effecten op de saneringsduur heeft de optredende bovengrondse menging van verontreinigingen, brandstof en nutrienten op het saneringsrendement?.

  8. Perceptions and attitudes of car owners on innovative automobiles; Percepties en attitudes van autobezitters over innovatieve auto's

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Pol, M.; Brunsting, S. [ECN Beleidsstudies, Amsterdam (Netherlands)

    2012-01-15

    To abate the detrimental effects of transport a transition is foreseen from the conventional fossil cars to energy-sustainable cars. A successful transition requires a major behavioral change of car consumers who need to make choices about new options for transport with uncertain costs and benefits compared to their current car. This paper examines consumers' perceptions about innovative cars and considerations for buying or not buying innovative cars (hybrid, electric, plug-in electric, hydrogen, flexifuel). In this study an on-line questionnaire on attitudes, interests and social norms regarding innovative cars was conducted among 339 Dutch respondents who recently bought a new car. To obtain in-depth understanding of the answers, a follow-up study was conducted consisting of two focus groups with a sample of survey participants. These focus groups respectively concentrated on respondents' perceptions of innovative cars, and on the personality traits of the 'typical' innovative car driver. The results of the survey shows that the attitude towards innovative cars are strongly influenced by affective aspects (such as comfort and pleasant) and to a (much) smaller extent by environmental considerations. The results of the focus groups confirm these findings. According to the participants the price of the car is decisive whereby environmental concerns play no role. The design and image of the car are important. In addition, it appears that the familiarity with (and thus the knowledge about) the innovative cars is still very limited (with the exception of the hybrid car). This point of view stresses the importance of the way in which innovative cars are positioned thereby affecting the image (social norms) people will have regarding these cars. [Dutch] Om de nadelige effecten van vervoer (automobiliteit in het bijzonder) te beperken, wordt een transitie voorzien van conventionele auto's, rijdend op fossiele brandstoffen, naar duurzame

  9. E-Box. A residential gateway for cost saving and sustainability. Integration of Internet and ICT-networks for energy conservation services. Architecture and interface description of energy- and cost saving potential; E-Box. Een 'residential gateway' voor kostenbesparing en duurzaamheid. Integratie Internet en ICT-netwerken voor energiebesparingsdiensten. Architectuur en interface beschrijving Energie- en kostenbesparingspotentieel

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Kamphuis, I.G. [ECN Duurzame Energie in de Gebouwde Omgeving DEGO, Petten (Netherlands)

    2003-01-01

    blijkt het optimaal koppelen van een datacommunicatie infrastructuur in de woning voor het uitwisselen van boodschappen tussen energie gebruikende systemen, naast een 'first-mile'-connectie met de buitenwereld voor het aanleveren van stuurinformatie, via bijvoorbeeld Internet, een essentiele randvoorwaarde. Uitgaande van de vereistenspecificatie wordt een mogelijke hardware en software architectuur besproken. Een intelligente 'gateway', de E-box, een intermediair, die de externe koppeling van het apparatennetwerk verzorgt, en tevens de sturing van apparaten via het netwerk in de woning op zich neemt, vervult in deze architectuur een sleutelrol. Aan de E-box kan ook een rol worden toegekend voor het meten en actief feedback geven over verbruiken, als aanvulling op of als vervanger voor de stroom- en/of gasmeter in een intelligente meterkast. De E-Box architectuur is in een werkend simulatie programma geimplementeerd. Tevens zijn de tijdsafhankelijke energiekarakteristieken (vraag, aanbod, co-generatie) van systemen in woningen gekarakteriseerd. Aan de hand daarvan is een aantal veelbelovende mogelijkheden van bedrijf van de E-box in kaart gebracht voor bedrijfsscenario's in de zomer- en de wintersituatie. In deze scenario's wordt voor verschuifbare vraag (elektriciteit, warmte) het aanbod van locale duurzame bronnen maximaal gebruikt. Er zijn tevens scenario varianten berekend, waarin de effecten van meer real-time energieprijzen dan de nu gebruikelijke vaste of hoog/laag tarieven, zijn meegenomen. Afhankelijk van de mate waarin de energieprijzen meer op deze marktontwikkelingen zijn afgebeeld, blijkt de kostenbesparing tot ongeveer 15% te kunnen oplopen. Worden ook mogelijkheden voor buffering van elektriciteit of tariefscenario's meegenomen op dagen, waarop de APX grote schommelingen vertoonde, dan is een kostenbesparing met nog eens een dergelijk percentage haalbaar. Tot slot komt het businessmodel en eventuele vermarkting van een E

  10. Book Reviews

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Redactie KITLV

    2002-01-01

    . Honolulu: University of Hawai'i Press, 2001, xiv + 266 pp. -Roy E. Jordaan, Marijke J. Klokke ,Fruits of inspiration; Studies in honour of Prof. J.G. de Casparis, retired Professor of the Early History and Archeology of South and Southeast Asia at the University of Leiden, the Netherlands on the occasion of his 85th birthday. Groningen: Egbert Forsten, 2001, xxiii + 566 pp. [Gonda Indological Studies 11.], Karel R. van Kooij (eds -Gerrit Knaap, Germen Boelens ,Natuur en samenleving van de Molukken, (met medewerking van Nanneke Wigard. Utrecht: Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers, 2001, 375 pp., Chris van Fraassen, Hans Straver (eds -Henk Maier, Virginia Matheson Hooker, Writing a new society; Social change through the novel in Malay. Leiden: KITLV Press (in association with the Asian Studies Association of Australia, 2000, xix + 492 pp. -Niels Mulder, Penny van Esterik, Materializing Thailand. Oxford: Berg, 2000, xi + 274 pp. -Jean Robert Opgenort, Ger P. Reesink, Studies in Irian Languages; Part II. Jakarta: Badan Penyelenggara Seri NUSA, Universitas Katolik Indonesia Atma Jaya. [NUSA Linguistic Studies of Indonesian and Other Languages in Indonesia 47.] 2000, iv + 151 pp. -Gerard Termorshuizen, Kester Freriks, Geheim Indië; Het leven van Maria Dermoût, 1888-1962. Amsterdam: Querido, 2000 (herdurk 2001, 357 pp. -Donald Tuzin, Eric Kline Silverman, Masculinity, motherhood, and mockery; Psychoanalyzing culture and the naven rite in New Guinea. Ann Arbor: University of Michigan Press, 2001, vi + 243 pp. -Alexander Verpoorte, Jet Bakels, Het verbond met de tijger; Visies op mensenetende dieren in Kerinci, Sumatra. Leiden: Research School of Asian, African, and Amerindian Studies (CNWS, 2000, XV + 378 pp. [CNWS Publications 93.] -Sikko Visscher, Twang Peck Yang, The Chinese business elite in Indonesia and the transition to independence, 1940-1950. Kuala Lumpur: Oxford University Press, 1998, xix + 372 pp. -René Vos, Gerard Termorshuizen, Journalisten en heethoofden; Een

  11. Green gas. Gas of natural gas quality from biomass. Update of the 2004 study; Groen Gas. Gas van aardgaskwaliteit uit biomassa. Update van de studie uit 2004

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Welink, Jan-Henk; Dumont, M.; Kwant, K. Datum januari 2007

    2007-01-15

    ) het verschaffen van inzicht in de economie van groen gas projecten en in de onrendabele top van de productie van groen gas; (b) inzicht en uitspraak over de meest efficiente inzet van biogas (omzetten in elektriciteit of direct invoer in het gasnet); en (c) randvoorwaarden die de markt nodig heeft om tot ontwikkeling te komen (omvang van de markt en tijdsspanne); (3) het toekomstige potentieel van groen gas. Op basis van de huidige ontwikkelingen van de boven beschreven punten worden de knelpunten aangegeven en adviezen verstrekt over de stimuleringswijze. Op basis van literatuur en gesprekken met leveranciers zijn beschrijvingen gegeven van verschillende systemen die biogas opwerken tot groen gas. Van de in het rapport van 2004 beschreven projecten die momenteel biogas opwerken tot groen gas, zijn de projectleiders geinterviewd. Om inzicht te krijgen in het afzetten van groen gas op het gasnet zijn initiatiefnemers en verschillende EDB's geinterviewd. Met behulp van gegevens die door leveranciers verstrekt zijn, heeft ECN - met dezelfde methode die is gehanteerd bij het bepalen van de MEP-tarieven - enkele cases voor groen gas doorgerekend. De onrendabele topberekeningen zijn verkennend van aard. De berekeningen kunnen op dit moment niet worden gebaseerd op werkelijke projecten, maar zijn afgeleid uit projecten voor de productie van elektriciteit (en warmte). Marktverkenningen zijn uitgevoerd, maar uitgebreide marktconsultaties hebben niet plaatsgevonden. Het betreft een indicatieve exercitie ten behoeve van de beleidsvorming. In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op opwerkingssystemen voor biogas, technische aspecten bij het leveren van groen gas aan het aardgasnet en de bedrijfstechnische ervaringen die initiatiefnemers hebben in Nederland en Europa. In hoofdstuk 3 wordt de productie van groen gas vergeleken met andere duurzame energieopties. ECN heeft met de methodiek die ook voor de onderbouwing van de MEP-tarieven is gehanteerd de onrendabele top

  12. On the road for 2020. Can solar energy cool and freeze in a sustainable way?; Op weg naar 2020. Kan zonne-energie duurzaam koelen en vriezen?

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Ezzahiria, S.M.; Infante Ferreira, C.A. [Afdeling Proces en Energie, Technische Universiteit Delft, Delft (Netherlands); Krieg, J. [Unilver Food Health Research Institute, Vlaardingen (Netherlands); Van Gerwen, R. [Unilever Engineering Excellence Team, Vlaardingen (Netherlands)

    2009-04-15

    , beoordeeld op de reductie van het energiegebruik, is het elektrisch aangedreven dampcompressiesysteem. Het hybride systeem leidt, afhankelijk van de locatie, tot besparingen van respectievelijk 8 en 16%. De uitsluitend elektrisch aangedreven dampcompressiesystemen leiden tot een kleinere besparing, van respectievelijk 4 en 10%, en gebruiken in alle gevallen meer primaire energie. De terugverdientijd van de investering in vacuum zonnecollectoren en fotovoltaische collectoren is helaas extreem lang. Voor de meeste fabrieken geldt dat elektrisch aangedreven dampcompressiesystemen zijn toegepast of worden overwogen. Een toename van het aandeel aan duurzame energie zal pas plaatsvinden indien de terugverdientijd van zonondersteunende installaties zal zijn teruggebracht tot waarden die voor de industrie acceptabel zijn, en dat is meestal minder dan 5 jaar.

  13. ECOFERM. The closed-cycle farm; ECOFERM. De kringloopboerderij

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Van Liere, J. [Van Liere Management, Utrecht (Netherlands); Boosten, G. [Stichting DOTank, Bussum (Netherlands); Van Dijk, L. [Sustec Consulting Contracting, Wageningen (Netherlands); Hemke, G. [Hemke Nutriconsult, Best (Netherlands); Verschoor, A. [Ingrepro, Borculo (Netherlands); Van Kasteren, J. (ed.)

    2011-06-15

    . The pre-cultivation of the algae is carried out in a closed bioreactor, with the further growing process taking place in an open pond (hybrid cultivation). The algae serve as a partial substitute for soy pellets and fish oil in the animal feed, but can also be used as a source for medicines or food supplements. The health-promoting substances (such as omega 3 fatty acids) in the algae and the healthier stall climate improve the animals' overall condition and well-being - so that less antibiotics are necessary. The ECOFERM concept breaks with current pig farming practices in certain essential areas. It leads to better animal well-being and health while limiting the usage of antibiotics, providing a substitute for soy and fish oil, and reducing harmful emissions by closing cycles [Dutch] De Nederlandse varkenshouderij staat onder druk. De maatschappelijke weerstand groeit en uit zich onder meer in het verzet tegen de bio-industrie in zijn algemeenheid en 'megastallen' in het bijzonder. Individuele burgers en maatschappelijke organisaties - met in hun kielzog bestuurders en politici - maken zich sterk voor waardigere leefomstandigheden voor de dieren. De gezondheid van de dieren en het veelvuldig gebruik van antibiotica roepen vragen op, mede vanwege de effecten op antibioticaresistentie en de gevolgen voor de menselijke gezondheid. Ook de effecten van mest en broeikasgassen op milieu en klimaat staan hoog op de agenda. De omvangrijke importen van soja als veevoer leiden in de landen van productie tot vernietiging van natuur en biodiversiteit, terwijl hierdoor in Nederland een hardnekkig mestoverschot is ontstaan. Door de samenhang tussen deze problemen zijn op vele fronten fundamentele veranderingen nodig. InnovatieNetwerk heeft een idee ontwikkeld om de varkenshouderij duurzamer te maken en de kringlopen te sluiten: ECOFERM. Centraal in het concept ECOFERM staat het sluiten van kringlopen. De 'afval'-producten van de varkenshouderij (mest

  14. Environmental impact of concrete use in the Dutch construction industry. Status quo and assessment of improvement options; Milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw. Status quo en toetsing van verbeteropties

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Bijleveld, M.; Bergsma, G.; Van Lieshout, M.

    2013-04-15

    the Netherlands, the much-used Ecoinvent database (available in LCA software) contains outdated information; (b) There are still no specific environmental data on CEM II, CEM IV, CEM V cements and a number of CEM III grades, even though their footprints differ substantially. Further refinement of these data would therefore enable more precise analysis; (c) There is currently no reporting on the particulate emissions associated with Dutch cement and concrete. To enable a full environmental analysis, such national data should be made available, so that researchers are no longer dependent on Ecoinvent [Dutch] Eind 2012 is de Green Deal 'Verduurzaming betonketen' gesloten tussen de overheid en het MVO Netwerk Beton, waarin 21 bedrijven en 6 brancheorganisaties in de betonketen deelnemen. Het doel van deze Green Deal is een 100% duurzame betonketen in 2050, plus het zetten van concrete stappen daartoe op korte termijn. Vanuit deze Green Deal hebben Rijkswaterstaat en het MVO Netwerk Beton aan CE Delft gevraagd een analyse te doen van de milieu-impact van betongebruik in de Nederlandse bouw inclusief een analyse van een aantal verbeteropties. In 2010 werd 14 miljoen m3 beton gebruikt in de Nederlandse bouw en ongeveer 550 kton aan wapeningsstaal. Dit betongebruik veroorzaakt in de hele keten een klimaatimpact van 3,5 Mton CO2 (= 1,7% van de Nederlandse nationale emissie). Er is ook gekeken naar de klimaatemissie van energiegebruik tijdens de gebruiksfase van woningen en kantoren in 2010. Als we alleen kijken naar energie voor verwarming van woningen die in 2010 zijn gebouwd, dan schatten we in dat met de huidige EPC-norm (0,8) de klimaatimpact van het betongebruik in een woning ongeveer gelijk staat aan de klimaatimpact van vijf jaar verwarmen van een woning. Over een levensduur van 50 jaar is het energiegebruik voor verwarming van een woning uit 2010 dus grof weg tien keer zoveel dan de energie benodigd voor het beton met wapening in de woning. Verbeteropties die

  15. Effects of biomass chains on land use and soil quality in the Netherlands. Development and application of a framework for testing; Effecten van biomassaketens op landgebruik en bodemkwaliteit in Nederland. Ontwikkeling en toepassing van een toetsingskader

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Hanegraaf, M.C.; Moolenaar, S.W.; Elbersen, H.W.; Annevelink, E. [Nutrienten Management Instituut NMI, Oosterbeek (Netherlands)

    2007-03-15

    goede bodemkwaliteit bij vergisting van biomassa en bij de teelt van biotransportbrandstoffen voor 2e generatie technologie. Voorwaarden bij de vergisting zijn dat het een decentraal, grondgebonden systeem betreft en dat het digestaat optimaal kan worden benut om de afbraak van organische stof mee te compenseren. Voorwaarde bij de teelt voor 2e generatie technologie is dat de achterblijvende organische stof (wortelstelsel meerjarige teelten; stro van granen) de afbraak compenseert. Voorts is geconcludeerd dat een aantal bedreigingen bestaat. Zo is er sprake van een spanning tussen het gebruik van digestaat als bodemverbeteraar (aanvoer van organische stof) en het wettelijk verplichte gebruik als meststof. Dit kan ertoe leiden dat er te weinig organische stof mag worden aangevoerd en dat de grond verschraalt. Tegelijkertijd is er een concreet risico op een toename van het mineralenoverschot dat zonder wettelijk kader zou leiden tot verdergaande vermesting. Voor de teelt van energiegewassen voor de 1e generatie technologie biotransportbrandstoffen wordt geconcludeerd dat de C-kringloop niet gesloten is. Dat leidt op termijn tot verschraling van de grond. De teelt van granen voor de 2e generatie technologie vormt een bedreiging voor organische stof-opbouw indien onvoldoende stro achterblijft. Het is gewenst om de beleidsmatige en landbouwkundige knelpunten rondom het gebruik van digestaat op te lossen. Aanbeveling is gedaan voor de implementatie van een monitoringsysteem voor organische stof om een goede bodemkwaliteit als onderdeel van duurzame bio-energieproductie te waarborgen.

  16. De capability approach als normatief-evaluatief kader voor sociale interventies: Kwalitatief onderzoek in India met inzichten voor de Vlaamse en Nederlandse praktijk

    Directory of Open Access Journals (Sweden)

    Laura van Raemdonck

    2017-03-01

    Full Text Available De capability approach als normatief-evaluatief kader voor sociale interventies: Kwalitatief onderzoek in India met inzichten voor de Vlaamse en Nederlandse praktijkIn deze kwalitatief-empirische casestudy wordt de Capability Approach (CA gehanteerd voor het evalueren van sociale interventies van de Indiase NGO Women Helpline ten opzichte van partnergerelateerd seksueel misbruik. Er werden 12 diepte-interviews en één groepsgesprek afgenomen met medewerkers van Women Helpline en slachtoffers van seksueel misbruik. Daarnaast werden twee semigestructureerde focusgroepen met tien mannelijke en tien vrouwelijke studenten georganiseerd. De analyse bracht een opvallende empowerment-paradox aan het licht tussen “well-being freedom” en “agency freedom”. Die paradox benadrukt de invloed van subjectieve en structurele factoren op de realisatie van welzijn. We besluiten dat wanneer de CA wordt ingezet als evaluatief kader voor sociale interventies het belangrijk is om bij onsuccesvolle interventies te kijken naar de externe invloeden die het individu beperken in zijn/haar agency freedom of de keuzes die hij/zij maakt ter realisatie van een waardig leven. Zo blijkt dat sommige vrouwen berusten in of zelfs kiezen voor een gewelddadige of objectief ongunstige partnerrelatie, ook na interventies en bewustmaken van hun mogelijkheden (verhoging well-being freedom, omdat deze vrouwen willen voldoen aan de patriarchale waarden in de samenleving. Ten slotte is de transfer van de resultaten naar de Nederlands-Vlaamse Eigen Kracht methodiek en algemene sociaal werk praktijk een belangrijke betrachting van het artikel. Utilizing the Capability Approach as a normative-evaluative framework for social interventions: Qualitative research in India with insights for social work practice in the Netherlands and Flanders The Capability Approach is a broad normative framework used to evaluate individual wellbeing, the development of a country, and gender inequalities

  17. CHP biomass gasifier for the Zwarts Gerbera Nursery. Technical and economic feasibility; Biomassavergasser-WKK voor Gerberakwekerij Zwarts. Technische inpassing en economische haalbaarheid

    Energy Technology Data Exchange (ETDEWEB)

    Peeters, S.; Hart, A. [Energy Matters, Driebergen (Netherlands)

    2011-10-15

    ook relatieve vochtigheid en CO2. Een 'representatieve' tuinder of een tuinder met een 'gemiddelde' energiebehoefte is daarom moeilijk vast te stellen. Voor elke situatie geldt een eigen economische rentabiliteit. De uitkomsten van deze studie kunnen daarom niet zonder meer worden overgenomen voor andere projecten. Technisch is er veel mogelijk, zo blijkt uit de ingediende offertes. Van de zestien leveranciers bieden er drie een vergasser met warmtekrachtkoppeling (WKK) aan die, onder bepaalde randvoorwaarden, naast hout tevens laagwaardige reststromen aankan. Het voordeel van laagwaardige reststromen zoals bermgras, riet en miscanthus is een gunstigere prijs ten opzichte van hout. Een lage biomassaprijs heeft een positief effect op de exploitatiekosten, en daarmee op de economische rentabiliteit van de relatief kostbare installaties. De investering voor een complete vergasserWKK-installatie ligt 5 tot 10 keer hoger dan die voor een gangbare gasWKK-installatie. Ook het CO2 -gebruik heeft invloed op de economische rentabiliteit. De inkoop van CO2 is een kostbare aangelegenheid. Onderzocht is of er zowel technisch als economisch beschikbare CO2 -winning uit rookgas mogelijk is. Hiervoor zijn twee CO2 -winninginstallaties bekeken: die van Procede en Knook. Voor een vergasser-WKK-installatie met relatief klein vermogen (tot 800 kWe) is CO2-winning volgens zowel Procede als Knook economisch niet rendabel. CO2 -inkoop of -opwekking middels de bestaande aardgasgestookte ketel ligt daarom meer voor de hand. Uit de technisch-economische haalbaarheidsstudie blijkt dat door de relatief hoge investerings- en onderhoudskosten, investeren in een vergasserWKK-installatie niet rendabel is. CO2 -behoefte en de onzekerheid van de biomassaprijzen spelen daarbij parten. Maar met subsidie op duurzame energieproductie (SDE+) en subsidies op investering zoals MEI en EIA ontstaat een ander beeld. Uitgaande van de goedkopere 800 kWe installaties, een SDE+ vergoeding van 90